NL2004950C2 - Plafondrail. - Google Patents

Plafondrail. Download PDF

Info

Publication number
NL2004950C2
NL2004950C2 NL2004950A NL2004950A NL2004950C2 NL 2004950 C2 NL2004950 C2 NL 2004950C2 NL 2004950 A NL2004950 A NL 2004950A NL 2004950 A NL2004950 A NL 2004950A NL 2004950 C2 NL2004950 C2 NL 2004950C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wall
vertical
assembly
horizontal
ceiling
Prior art date
Application number
NL2004950A
Other languages
English (en)
Inventor
Jan Matel
Justin Velding
Original Assignee
Innosell B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Innosell B V filed Critical Innosell B V
Priority to NL2004950A priority Critical patent/NL2004950C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2004950C2 publication Critical patent/NL2004950C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B9/00Ceilings; Construction of ceilings, e.g. false ceilings; Ceiling construction with regard to insulation
    • E04B9/06Ceilings; Construction of ceilings, e.g. false ceilings; Ceiling construction with regard to insulation characterised by constructional features of the supporting construction, e.g. cross section or material of framework members
    • E04B9/064Ceilings; Construction of ceilings, e.g. false ceilings; Ceiling construction with regard to insulation characterised by constructional features of the supporting construction, e.g. cross section or material of framework members comprising extruded supporting beams
    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G3/00Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
    • H02G3/28Installations of cables, lines, or separate protective tubing therefor in conduits or ducts pre-established in walls, ceilings or floors
    • H02G3/281Installations of cables, lines, or separate protective tubing therefor in conduits or ducts pre-established in walls, ceilings or floors in ceilings

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Installation Of Indoor Wiring (AREA)

Description

NLP187134A
Plafondrail
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
De uitvinding heeft betrekking op een samenstel van een langgerekte plafondrail en een ophanginrichting.
5 Een bekend samenstel van een langgerekte plafon drail en een ophanginrichting verschaft een plafondrail met een symmetrisch opgedeeld binnenwerk. Door de symmetrische opdeling biedt het bekende samenstel beperkte mogelijkheden voor het gescheiden ten opzichte van elkaar doorvoeren van 10 leidingen. Bij het in nabijheid van elkaar doorvoeren van een elektriciteitskabel en een datakabel kan de elektriciteitskabel ongewenste magneetvelden produceren en daardoor elektromagnetische interferentie ofwel overspraak veroorzaken .
15 Een doel van de uitvinding is een plafondrail te verschaffen met een verder alternatief binnenwerk.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
20
De uitvinding verschaft een samenstel van een langgerekte plafondrail en een ophanginrichting, waarbij de ophanginrichting de plafondrail met een plafond van een bouwwerk verbindt, waarbij de plafondrail is voorzien van 25 verticale eerste wand, een verticale tweede wand en een 2 verticale derde wand die opeenvolgend op afstand van en evenwijdig aan elkaar geplaatst zijn, waarbij de afstand tussen de eerste wand en de tweede wand groter is dan de afstand tussen de tweede wand en de derde wand voor het 5 verkrijgen van een asymmetrisch opgedeeld binnenwerk, waarbij de eerste wand en de tweede wand een eerste langgerekte doorvoerkamer begrenzen voor het doorvoeren van een of meer eerste leidingen, waarbij de tweede wand en derde wand een tweede langgerekte doorvoerkamer begrenzen voor het geschei-10 den ten opzichte van de een of meer eerste leidingen doorvoeren van een of meer tweede leidingen. Door het asymmetrisch opgedeeld binnenwerk kan een gunstige onderverdeling van doorvoerkamers worden verkregen, overeenkomstig met de afmetingen van de door de doorvoerkamers door te voeren 15 leidingen. De leidingen kunnen onderling gescheiden door het binnenwerk worden geleid teneinde onderlinge overspraak tegen te gaan.
In een uitvoeringsvorm is een eerste leiding een stroomrail. De stroomrail kan worden aangesloten op elektri-20 sche apparatuur welke vervolgens gevoed kan worden door de door de stroomrail stromende elektriciteit.
In een uitvoeringsvorm is een tweede leiding een datakabel. De datakabel kan worden aangesloten op apparatuur. Enerzijds kan de apparatuur aangestuurd worden door 25 signalen die verstuurd worden door de datakabel. Anderzijds kan de apparatuur ook signalen versturen door de datakabel.
In een uitvoeringsvorm omvat het binnenwerk een horizontale vierde wand die de verticale eerste en de verticale derde wand met elkaar verbindt, waarbij de verticale 30 eerste en de verticale derde wand zich onder de horizontale vierde wand verder uitstrekken dan daarboven. Boven de horizontale vierde wand kunnen datakabels worden aangebracht welke afgetakt of afgebogen kunnen worden teneinde door de tweede doorvoerkamer geleid te worden.
35 In een uitvoeringsvorm omvat het binnenwerk een horizontale vijfde wand, die de verticale eerste wand en de verticale tweede wand met elkaar verbindt, waarbij eerste 3 langgerekte doorvoerkamer zich onder de horizontale vijfde wand uitstrekt. De tussenruimte die ontstaat tussen de horizontale vierde wand en de horizontale vijfde wand kan een scheidingsruimte vormen tussen de over de horizontale 5 vierde wand lopende datakabels en de zich door de eerste doorvoerkamer uitstrekkende elektriciteitskabel.
In een uitvoeringsvorm omvat het binnenwerk een horizontale zesde wand, die de verticale tweede wand en de verticale derde wand met elkaar verbindt, waarbij de tweede 10 langgerekte doorvoerkamer zich boven de horizontale zesde wand uitstrekt. Onder de horizontale zesde wand ontstaat een ruimte die gebruikt kan worden voor andere doeleinden dan alleen het doorvoeren van datakabels.
In een uitvoeringsvorm is het binnenwerk voorzien 15 van een eerste langgerekte goot voor het daarin aanbrengen van een ophangelement voor functionele of decoratieve componenten. Aan dit ophangelement, bijvoorbeeld een ophangbeugel of een meervoud van gordijnrunners, kunnen gordijnen, televisieschermen, krijtborden, whiteboards, presentatieschermen 20 en/of decoratieve panelen opgehangen worden.
In een uitvoeringsvorm is het binnenwerk voorzien van een tweede langgerekte goot voor het daarin aanbrengen van een ophangelement voor functionele of decoratieve componenten. Aan dit ophangelement, bijvoorbeeld een ophangbeugel 25 of een meervoud van gordijnrunners, kunnen gordijnen, televisieschermen, krijtborden, whiteboards, presentatieschermen en/of decoratieve panelen opgehangen worden.
In een uitvoeringsvorm is de eerste goot breder dan de tweede goot. In de bredere eerste goot kunnen grote- 30 re, en dus sterkere ophangelementen worden aangebracht, welke grotere puntlasten kunnen dragen, bijvoorbeeld televisieschermen, krijtborden, whiteboards, presentatieschermen en/of decoratieve panelen.
In een uitvoeringsvorm is de tweede goot breder 35 dan de eerste goot. In de bredere tweede goot kunnen grotere, en dus sterkere ophangelementen worden aangebracht, welke grotere puntlasten kunnen dragen, bijvoorbeeld televi- 4 sieschermen, krijtborden, whiteboards, presentatieschermen en/of decoratieve panelen.
In een uitvoeringsvorm strekt de eerste langgerekte goot zich onder de horizontale zesde wand, tussen de 5 verticale tweede wand en de verticale derde wand uit. De eerste goot kan zowel gebruikt worden voor het vanuit de tweede doorvoerkamer doorvoeren van datakabels, als voor het aan een ophangelement ophangen van puntlasten.
In een uitvoeringsvorm is het binnenwerk voorzien 10 van een horizontale of een schuine zevende wand die zich aan de van de verticale tweede wand afgekeerde zijde van de verticale eerste wand, dwars op de langsrichting van de plafondrail uitstrekt, waarbij het binnenwerk is voorzien van een met de horizontale of schuine zevende wand verbonden 15 verticale achtste wand die op afstand van de eerste wand gelegen is, waarbij de tweede goot zich onder de horizontale of schuine zevende wand en tussen de verticale eerste wand en de verticale achtste wand uitstrekt. De tweede goot bevindt zich naast de eerste doorvoerkamer, waardoor de goot 20 de toegang tot deze eerste doorvoerkamer niet belemmert.
In een uitvoeringsvorm is de ophanginrichting voorzien van een telescopisch samenstel van twee of meer telescopisch in elkaar geschoven buizen, waarbij het telescopische samenstel aan een zijde daarvan is bevestigd aan 25 het plafond, en aan de andere zijde daarvan is bevestigd aan de bovenzijde van de langgerekte plafondrail. Met behulp van het telescopisch samenstel kan de afstand tussen het plafond en de plafondrail ingesteld en vastgezet worden.
In een uitvoeringsvorm omvat de langgerekte pla-30 fondrail twee zich horizontaal vanaf de plafondrail, dwars op de langsrichting van de plafondrail uitstrekkende draag-randen, die zijn ingericht voor het dragen van een systeemplafond. De plafondrail met de draagranden worden aangebracht tussen twee plafondplaten van een systeemplafond, 35 waarbij de plafondrail de ten minste een gedeelte van de draagconstructie van het systeemplafond vervangt.
In een lichtgewicht uitvoeringsvorm is de plafon- 5 drail vervaardigd van metaal, in het bijzonder aluminium.
In een lichtgewicht uitvoeringsvorm is de plafon-drail vervaardigd van kunststof.
In een uitvoeringsvorm is het samenstel voorzien 5 van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze 10 aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich 15 zijn beschreven in de volgconclusies.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
2 0 De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bij gevoegde schematische tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in: figuur 1 een vooraanzicht in dwarsdoorsnede van een betonnen plafond, een systeemplafond en een plafondrail 25 volgens de uitvinding; figuur 2 een detail van de plafondrail volgens figuur 1; figuur 3 een zijaanzicht van het betonnen plafond, het systeemplafond en de plafondrail volgens figuur 1; en 30 figuur 4 een aanzicht in perspectief van de pla fondrail volgens figuur 1.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN 35
Figuur 1 toont, in dwarsdoorsnede, een horizontaal betonnen plafond 1, een met het betonnen plafond 1 verbonden 6 ophanginrichting 2, een aan de ophanginrichting 2 opgehangen langgerekte plafondrail 3 en een zich onder het betonnen plafond 1 uitstrekkend systeemplafond 4, dat deels gedragen wordt door de langgerekte plafondrail 3.
5 Het betonnen plafond 1 is gevormd door de vloer van een bovengelegen verdieping van een gebouw of het dak van een gebouw. Het systeemplafond 4 omvat meerdere, op afstand van elkaar gelegen plafondplaatdragers 41 en meerdere, tussen de plafondplaatdragers 41 gelegen plafondplaten 10 42. Het systeemplafond 4 is voorzien van meerdere hangijzers 43, die de plafondplaatdragers 41 op vaste afstand onder het betonnen plafond 1 aan het betonnen plafond 1 verbinden. De ruimte tussen het betonnen plafond 1 en het systeemplafond 4 wordt gebruikt voor de aanleg van systeemleidingen voor 15 bijvoorbeeld verwarming, riolering, ventilatie, water, dataverkeer en elektriciteit.
Zoals in de figuren 1, 3 en 4 is weergegeven, omvat de ophanginrichting 2 een montageplaat 22 die in deze uitvoeringsvorm verschuifbaar is gemonteerd op een stelrail 2 0 21 . De montageplaat 22 kan alternatief ook rechtstreeks op het betonnen plafond 1 gemonteerd worden, bijvoorbeeld met een of meer slagpluggen. De stelrail 21 is verbonden met het betonnen plafond 1 en strekt zich dwars op de langsrichting van de plafondrail 3 uit. De montageplaat 22 is voorzien van 25 klemschroeven 25 waarmee de montageplaat 22 tegen verschuiven kan worden vastgezet op de stelrail 21. De ophanginrichting 2 is voorzien van een telescopisch kokersamenstel 24, bij voorkeur omvattende een eerste cirkelrond telescopisch buisdeel 28 en een tweede cirkelrond telescopisch buisdeel 30 29 die in elkaar zijn geschoven. Het eerste telescopisch buisdeel 28 is verbonden met de montageplaat 22. Het tweede buisdeel 2 9 is aan het van de montageplaat 22 af gekeerde uiteinde verbonden met een klauw 23 die de plafondrail 3 aangrijpt. De klauw 23 is voorzien van klemschroeven 26 35 waarmee de klauw 23 tegen verschuiven kan worden vastgezet op de plafondrail 3. Het kokersamenstel 24 is voorzien van stelhouten 27 waarmee de telescopische buisdelen 28, 29 ten 7 opzichte van elkaar vastgezet kunnen worden. De afstand tussen de door de ophanginrichting 2 met elkaar verbonden plafondrail 3 en het betonnen plafond 1 wordt hiermee ingesteld en vastgezet.
5 Zoals in figuur 2 is weergegeven, omvat de langge rekte plafondrail 3 een prismatisch extrusieprofiel 30 vervaardigd van aluminium. De dwarsdoorsnede van het profiel 30 toont een binnenwerk dat asymmetrisch is opgedeeld door een verticale, rechte eerste wand 31, een verticale, rechte 10 tweede wand 32 en een verticale, rechte derde wand 33 die zich evenwijdig ten opzichte van elkaar uitstrekken. De verticale eerste wand 31 en de verticale derde wand 33 zijn op afstand A van elkaar gelegen en worden in hun bovenste helft onderling verbonden door een horizontale vierde wand 15 34. De verticale tweede wand 32 strekt zich vanaf de hori zontale vierde wand 34 verticaal naar beneden uit tot op gelijke hoogte als de onderzijde van de verticale eerste wand 31 en de verticale derde wand 33. De verticale tweede wand 32 deelt als zodanig de afstand A tussen de verticale 2 0 eerste wand 31 en de verticale derde wand 33 op in een afstand B tussen de verticale eerste wand 31 en de verticale tweede wand 32 en een afstand C tussen de verticale tweede wand 32 en verticale derde wand 33. De afstand C tussen de verticale tweede wand 32 en verticale derde wand 33 is 25 ongeveer de helft van afstand B tussen de verticale eerste wand 31 en de verticale tweede wand 32.
De verticale eerste wand 31 en de verticale derde wand 33 zijn aan de bovenzijde aan de van elkaar af gekeerde zijden voorzien van een zich naar buiten uitstrekkende 30 bevestigingsrand 60, die dient als aangrijpoppervlak voor de klauw 23 van de ophanginrichting 2. Tussen de bevestigingsrand 60 en de horizontale vierde wand 34 zijn de verticale eerste wand 31 en de verticale derde wand 33 voorzien van een V-vormige knik 61 voor het opnemen van de klemschroeven 35 26 van de klauw 23.
Het profiel 30 omvat een horizontale vijfde wand 35 die de verticale eerste wand 31 en de verticale tweede 8 wand 32 met elkaar verbindt. De horizontale vijfde wand 35 is gelegen op afstand D onder de horizontale vierde wand 34, waardoor er onder de horizontale vijfde wand 35 een afstand E overblijft tot aan de onderzijde van de verticale eerste 5 wand 31 en de verticale tweede wand 32. Het profiel 30 is voorzien van een op korte afstand onder de horizontale vierde wand 34 gelegen, zich vanaf de verticale eerste wand 31 naar de verticale tweede wand 32 uitstrekkende, langgerekte eerste rib 62 en een op korte afstand onder de hori-10 zontale vierde wand 34 gelegen, zich vanaf de verticale tweede wand 32 naar de verticale eerste wand 41 uitstrekkende, langgerekte tweede rib 63. De verticale eerste wand 31 en verticale tweede wand 32 en de horizontale vijfde wand 35 begrenzen de bovenzijde en de zijkanten van een eerste 15 langgerekte doorvoerkamer 51 voor het daarin passend opsluiten van een in figuur 2 weergegeven, langgerekte vormvaste starre stroomrail 7. De stroomrail 7 is voorzien een sleuf 71 die complementair gevormd is aan de ribben 62, 63. De stroomrail 7 is voorzien van twee langs de binnenzijde van 20 de stroomrail 7 aangebrachte elektrische geleiders of elektrische aders 72. De eerste doorvoerkamer 51 en de stroomrail 7 zijn, door het ontbreken van een bodemwand, aan de onderzijde daarvan open voor het daardoorheen insteken van verder niet weergegeven elektrische verbindingscomponenten, 25 zoals lampen of contactdozen, in richting P. De aders 72 liggen aan de binnenzijde van de stroomrail 7 vrij om van onderaf in contact te worden gebracht met de verbindingscomponenten .
Het profiel 30 omvat een horizontale zesde wand 36 30 die de verticale tweede wand 32 en de verticale derde wand 33 met elkaar verbindt. De horizontale zesde wand 36 is gelegen op afstand F onder de horizontale vierde wand 34, waardoor onder de horizontale zesde wand 36 een afstand G overblijft tot aan de onderzijde van de verticale tweede 35 wand 32 en de verticale derde wand 33. De verticale tweede wand 32, de verticale derde wand 33, de horizontale vierde wand 34 en de horizontale zesde wand 36 vormen een omlopende 9 begrenzing van een tweede langgerekte doorvoerkamer 52 voor het daardoorheen in richting Q doorvoeren van niet weergegeven datageleiders of datakabels. De horizontale vierde wand 34, de verticale eerste wand 31 en de verticale derde wand 5 33 begrenzen boven de horizontale vierde wand 34 een aan- voerkamer 55 voor het aanvoeren van datakabels naar de tweede doorvoerkamer 52. Een installateur kan de horizontale vierde wand 34 die de aanvoerkamer 55 scheidt van de tweede doorvoerkamer 52 plaatselijk doorboren, zodat een doorvoer-10 opening ontstaat van de aanvoerkamer 55 naar de tweede doorvoerkamer 52.
De verticale tweede wand 32, de verticale derde wand 33 en de horizontale zesde wand 36 begrenzen de bovenkant en de zijkanten van een onder de horizontale zesde wand 15 36 gelegen eerste montagegoot 53. De verticale tweede wand 32 en de verticale derde wand 33 zijn aan de onderzijde aan de naar elkaar toegekeerde zijden voorzien van voorzien van respectievelijk een eerste geleidingsrand 64 en een tweede geleidingsrand 65, voor het daarover in de eerste montage-20 goot 53 geleiden van niet weergegeven ophangsystemen, zoals gordijnrunners voor het ophangen van gordijnen, ophangbeu-gels voor televisieschermen, krijtborden, whiteboards, presentatieschermen en/of decoratieve panelen.
Het profiel 30 omvat een schuine zevende wand 37 25 die zich aan de van de verticale tweede wand 32 afgekeerde zijde van de verticale eerste wand 31 schuine naar beneden uitstrekt. De schuine zevende wand 37 gaat vervolgens op ongeveer gelijke hoogte G als de horizontale zesde wand 36 over in een verticale achtste wand 38, die zich tot gelijke 30 hoogte als de onderzijde van de eerste verticale wand 31 uitstrekt. Het profiel 30 is voorzien van een horizontale negende wand 39 die de eerste en de achtste verticale wand 31, 38 met elkaar verbindt. De horizontale negende wand 39 is gelegen op afstand H vanaf de onderzijde van de verticale 35 eerste wand 31 en de verticale achtste wand 38. De verticale eerste wand 31, de verticale achtste wand 38 en de horizontale negende wand 39 begrenzen de bovenkant en de zijkanten 10 van een onder de horizontale negende wand 39 gelegen tweede montagegoot 54. De verticale eerste wand 31 en de verticale achtste wand 38 zijn aan de onderzijde aan de naar elkaar toegekeerde zijden voorzien van voorzien van respectievelijk 5 een derde geleidingsrand 66 en een vierde geleidingsrand 67, voor het daarover in de tweede montagegoot 54 geleiden van niet weergegeven ophangsystemen, zoals gordijnrunners voor het ophangen van gordijnen, ophangbeugels voor televisieschermen, krijtborden, whiteboards, presentatieschermen 10 en/of decoratieve panelen.
De verticale derde wand 33 en de verticale achtste wand 38 zijn aan de onderzijde aan de van elkaar af gekeerde zijden voorzien van een zich naar buiten uitstrekkende draagrand 68 voor het dragen van aan weerszijden van het 15 profiel 30 gelegen plafondplaten 22 van het systeemplafond 2. De plafondrail 3 vervangt daarmee in gemonteerde toestand één of meer van de plafondplaatdragers 41 en biedt de mogelijkheid om op diverse plaatsen op de langsrichting van de plafondrail 3 elektrische componenten, datacomponenten en 20 decoratieve componenten te bevestigen in respectievelijk de in de plafondrail 3 gemonteerde stroomrail 7, de tweede doorvoerkamer 52 en de goten 53, 54. Indien men gebruik maakt van een beugel die tegelijkertijd op beide goten 53, 54 aangrijpt, dan is het mogelijk om zwaardere componenten 25 aan de plafondrail 3 op te hangen.
In een alternatieve uitvoeringsvorm is de plafondrail 3 door middel van een alternatieve, verder niet getoonde ophanginrichting, zoals bijvoorbeeld een slagplug, nagenoeg aanliggend tegen het betonnen plafond 1 met het 30 betonnen plafond 1 verbonden.
De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen 35 voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

Claims (17)

1. Samenstel van een langgerekte plafondrail en een ophanginrichting, waarbij de ophanginrichting de plafondrail met een plafond van een bouwwerk verbindt, waarbij de plafondrail is voorzien van verticale eerste wand, een 5 verticale tweede wand en een verticale derde wand die opeenvolgend op afstand van en evenwijdig aan elkaar geplaatst zijn, waarbij de afstand tussen de eerste wand en de tweede wand groter is dan de afstand tussen de tweede wand en de derde wand voor het verkrijgen van een asymmetrisch opge-10 deeld binnenwerk, waarbij de eerste wand en de tweede wand een eerste langgerekte doorvoerkamer begrenzen voor het doorvoeren van een of meer eerste leidingen, waarbij de tweede wand en derde wand een tweede langgerekte doorvoerkamer begrenzen voor het gescheiden ten opzichte van de een of 15 meer eerste leidingen doorvoeren van een of meer tweede leidingen.
2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij een eerste leiding een stroomrail is.
3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij 20 een tweede leiding een datakabel is.
4. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies waarbij het binnenwerk een horizontale vierde wand omvat die de verticale eerste en de verticale derde wand met elkaar verbindt, waarbij de verticale eerste en de verticale 25 derde wand zich onder de horizontale vierde wand verder uitstrekken dan daarboven.
5. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het binnenwerk een horizontale vijfde wand omvat, die de verticale eerste wand en de verticale tweede 30 wand met elkaar verbindt, waarbij eerste langgerekte doorvoerkamer zich onder de horizontale vijfde wand uitstrekt.
6. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het binnenwerk een horizontale zesde wand omvat, die de verticale tweede wand en de verticale derde wand met elkaar verbindt, waarbij de tweede langgerekte 5 doorvoerkamer zich boven de horizontale zesde wand uitstrekt .
7. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het binnenwerk is voorzien van een eerste langgerekte goot voor het daarin aanbrengen van een ophange- 10 lement voor functionele of decoratieve componenten.
8. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het binnenwerk is voorzien van een tweede langgerekte goot voor het daarin aanbrengen van een ophange-lement voor functionele of decoratieve componenten.
9. Samenstel volgens conclusie 7 en 8, waarbij de eerste goot breder is dan de tweede goot.
10. Samenstel volgens conclusie 7 en 8, waarbij de tweede goot breder is dan de eerste goot.
11. Samenstel volgens een der conclusies 7, 9 of 20 10, waarbij de eerste langgerekte goot zich onder de horizontale zesde wand, tussen de verticale tweede wand en de verticale derde wand uitstrekt.
12. Samenstel volgens een der conclusies 8, 9 of 10, waarbij het binnenwerk is voorzien van een horizontale 25 of een schuine zevende wand die zich aan de van de verticale tweede wand afgekeerde zijde van de verticale eerste wand, dwars op de langsrichting van de plafondrail uitstrekt, waarbij het binnenwerk is voorzien van een met de horizontale of schuine zevende wand verbonden verticale achtste wand 30 die op afstand van de eerste wand gelegen is, waarbij de tweede goot zich onder de horizontale of schuine zevende wand en tussen de verticale eerste wand en de verticale achtste wand uitstrekt.
13. Samenstel volgens een der voorgaande conclu-35 sies, waarbij de ophanginrichting is voorzien van een telescopisch samenstel van twee of meer telescopisch in elkaar geschoven buizen, waarbij het telescopische samenstel aan een zijde daarvan is bevestigd aan het plafond, en aan de andere zijde daarvan is bevestigd aan de bovenzijde van de langgerekte plafondrail.
14. Samenstel volgens een der voorgaande conclu- 5 sies, waarbij het langgerekte profiel twee zich horizontaal vanaf de plafondrail, dwars op de langsrichting van de plafondrail uitstrekkende draagranden omvat, die zijn ingericht voor het dragen van een systeemplafond.
15. Samenstel volgens een der voorgaande conclu- 10 sies, waarbij de plafondrail is vervaardigd van metaal, in het bijzonder aluminium.
16. Samenstel volgens een der voorgaande conclu sies, waarbij de plafondrail is vervaardigd van kunststof.
17. Samenstel voorzien van een of meer van de in 15 de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o- RM/FG
NL2004950A 2010-06-23 2010-06-23 Plafondrail. NL2004950C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2004950A NL2004950C2 (nl) 2010-06-23 2010-06-23 Plafondrail.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2004950A NL2004950C2 (nl) 2010-06-23 2010-06-23 Plafondrail.
NL2004950 2010-06-23

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2004950C2 true NL2004950C2 (nl) 2011-12-27

Family

ID=43502844

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2004950A NL2004950C2 (nl) 2010-06-23 2010-06-23 Plafondrail.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2004950C2 (nl)

Citations (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL6409567A (nl) * 1963-08-20 1965-02-22 Theysohn Albert
US3708927A (en) * 1971-02-19 1973-01-09 S Cohen Extrusions for carrying ceiling tiles and window curtains, shades, and the like
FR2625524A1 (fr) * 1988-01-06 1989-07-07 Benoit Antoine Systeme de faux plafond a fonctions multiples
DE9010100U1 (de) * 1990-07-02 1990-09-06 Zander Klimatechnik GmbH, 8500 Nürnberg Bauelementesatz zur Erstellung eines Tragwerks für Reinraumdecken
GB2266414A (en) * 1992-04-16 1993-10-27 Perfectly Possible Ltd Trunking for electrical cables
EP0867994A2 (en) * 1997-03-24 1998-09-30 Eldon AB Duct system for electrical installations
US6259020B1 (en) * 1999-09-07 2001-07-10 The Wiremold Company Assembly for accommodating power and data lines from inside a wall structure to a surface mounted raceway
DE20214396U1 (de) * 2002-09-04 2002-11-14 Liao Jung Hung Kabelführung
DE10234317A1 (de) * 2002-07-26 2004-03-04 Rentex Wand- Und Deckensysteme Gmbh Profil zur Folienbespannung und Decken- oder Wandsystem
DE202006015764U1 (de) * 2006-10-14 2008-02-21 Obo Bettermann Gmbh & Co. Kg Einrichtung zum Anschließen von Arbeitsplätzen an ein Energie-, Daten- und/oder Kommunikationsnetz

Patent Citations (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL6409567A (nl) * 1963-08-20 1965-02-22 Theysohn Albert
US3708927A (en) * 1971-02-19 1973-01-09 S Cohen Extrusions for carrying ceiling tiles and window curtains, shades, and the like
FR2625524A1 (fr) * 1988-01-06 1989-07-07 Benoit Antoine Systeme de faux plafond a fonctions multiples
DE9010100U1 (de) * 1990-07-02 1990-09-06 Zander Klimatechnik GmbH, 8500 Nürnberg Bauelementesatz zur Erstellung eines Tragwerks für Reinraumdecken
GB2266414A (en) * 1992-04-16 1993-10-27 Perfectly Possible Ltd Trunking for electrical cables
EP0867994A2 (en) * 1997-03-24 1998-09-30 Eldon AB Duct system for electrical installations
US6259020B1 (en) * 1999-09-07 2001-07-10 The Wiremold Company Assembly for accommodating power and data lines from inside a wall structure to a surface mounted raceway
DE10234317A1 (de) * 2002-07-26 2004-03-04 Rentex Wand- Und Deckensysteme Gmbh Profil zur Folienbespannung und Decken- oder Wandsystem
DE20214396U1 (de) * 2002-09-04 2002-11-14 Liao Jung Hung Kabelführung
DE202006015764U1 (de) * 2006-10-14 2008-02-21 Obo Bettermann Gmbh & Co. Kg Einrichtung zum Anschließen von Arbeitsplätzen an ein Energie-, Daten- und/oder Kommunikationsnetz

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6345800B1 (en) Universal load-bearing hanger bracket and method for hanging a lighting fixture below a grid ceiling system at on-grid or off-grid locations
US5685113A (en) Lay-in wireways for a space divider system
US8397451B2 (en) Ceiling wiring access point device
KR20080077123A (ko) 와이어형 케이블 레이스웨이, 특히 가정용 케이블레이스웨이
US9515599B2 (en) Photovoltaic panel mounting rail with integrated electronics
US3316624A (en) Method of installing utility outlet in movable partitions
NL2004950C2 (nl) Plafondrail.
CN211456607U (zh) 一种智能化工程综合布线***用走线架
KR101599418B1 (ko) 건축단지 내의 전기선 관로 고정구
US7481029B2 (en) Zone access floor network distribution system
KR200362776Y1 (ko) 덕트겸용 케이블 트레이
NL2001315C2 (nl) Wandsysteem.
KR100670604B1 (ko) 덕트겸용 케이블 트레이
NL8201051A (nl) Samenstel voor het vormen van een plafond.
CN206947916U (zh) 一种整体横移式立体车库的螺旋线缆装置
US20200343855A1 (en) Solar panel wire management system and method
JP6068839B2 (ja) 移動式表示装置
RU174147U1 (ru) Рельсовое транспортное средство
CN216436717U (zh) 电力安装用桥架结构
KR102113059B1 (ko) 설치가 손쉬우며 케이블 트레이의 추가가 용이한 케이블 트레이 지지대
KR102609907B1 (ko) 공동주택 전기설비용 결속행거
CN214479256U (zh) 一种电力电缆敷设桥架
CN219067728U (zh) 一种具有可调节布线组件的电缆桥架
CN218678347U (zh) 一种便于调节高度的地下室电缆架桥的吊杆
CN210395798U (zh) 双层石膏板吊顶

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150701