NL2001315C2 - Wandsysteem. - Google Patents

Wandsysteem. Download PDF

Info

Publication number
NL2001315C2
NL2001315C2 NL2001315A NL2001315A NL2001315C2 NL 2001315 C2 NL2001315 C2 NL 2001315C2 NL 2001315 A NL2001315 A NL 2001315A NL 2001315 A NL2001315 A NL 2001315A NL 2001315 C2 NL2001315 C2 NL 2001315C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
support
wall
wall system
cable duct
profile beam
Prior art date
Application number
NL2001315A
Other languages
English (en)
Inventor
Rene Nicolaas Bernardus Koteris
Original Assignee
Bohemen Beleggingen B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bohemen Beleggingen B V filed Critical Bohemen Beleggingen B V
Priority to NL2001315A priority Critical patent/NL2001315C2/nl
Priority to EP14150966.1A priority patent/EP2730712A3/en
Priority to EP20090075062 priority patent/EP2093341B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2001315C2 publication Critical patent/NL2001315C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B2/00Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
    • E04B2/74Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge
    • E04B2/82Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge characterised by the manner in which edges are connected to the building; Means therefor; Special details of easily-removable partitions as far as related to the connection with other parts of the building
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B2/00Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
    • E04B2/74Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge
    • E04B2/7407Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge assembled using frames with infill panels or coverings only; made-up of panels and a support structure incorporating posts
    • E04B2/7453Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge assembled using frames with infill panels or coverings only; made-up of panels and a support structure incorporating posts with panels and support posts, extending from floor to ceiling
    • E04B2/7457Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge assembled using frames with infill panels or coverings only; made-up of panels and a support structure incorporating posts with panels and support posts, extending from floor to ceiling with wallboards attached to the outer faces of the posts, parallel to the partition
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B2/00Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
    • E04B2/74Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge
    • E04B2002/7488Details of wiring

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Installation Of Indoor Wiring (AREA)
  • Details Of Indoor Wiring (AREA)

Description

WANDSYSTEEM
De uitvinding heeft betrekking op een wandsysteem voor' het ondersteunen van een wand omvattende een steunlichaam, 5 waarbij het steunlichaam is voorzien van een ondersteuningsvlak voor het aan de bovenzijde van het steunlichaam ondersteunen van een wand, en waarbij het steunlichaam een kabelgoot omvat voor het geleiden van leidingen. De uitvinding heeft voorts betrekking op de 10 afzonderlijke onderdelen van het wandsysteem.
Dergelijke systemen zijn algemeen bekend.
Zowel in de utiliteitsbouw als in de woningbouw bestaat een 15 grote behoefte aan een systeem voor het elegant wegwerken van leidingen in een wand. Onder leidingen kunnen in dit verband bijvoorbeeld zowel elektrische bedrading, datakabels als leidingen voor installaties verstaan worden. Er zijn hiertoe verschillende systemen op de markt, waarvan de conventionele 20 opbouwkabelgoot wellicht de bekendste is. Hierbij worden de leidingen door een doorgaans kunststof goot geleid waarop op voorbepaalde afstanden opbouwstekkerpunten en opbouwdata-aansluitpunten zijn aangebracht. Dergelijke kabelgoten worden echter vaak als storend in het beeld van de wand ervaren.
25
Ook zijn er systemen bekend waarbij de geleiding is opgenomen in de ondersteuning van een wandsysteem. De wand steunt hierbij op een ondersteuningsvlak aan de bovenzijde van een steunlichaam, waarin de leidingen kunnen worden opgenomen.
30 Een dergelijk systeem biedt het voordeel ten opzichte van de bekende opbouwkabelgoot dat de geleiding grotendeels aan het zicht onttrokken is, daar deze zich onder de betreffende wand bevindt. Dergelijke systemen zijn doorgaans echter ingewikkeld van aard waardoor zij tekort schieten in 35 gebruikersgemak en bij de installatie hiervan. Het is hierbij -2- een nadeel dat bijvoorbeeld eerst een timmerman het frame vervaardigd en de helft van de wand voorziet van beplating, daarna kunnen de leidingen worden aangebracht, eerst daarna wordt de andere helft van de wand van beplating voorzien.
5 Aanpassingen aan de wand en de ingebouwde installaties voor het geleiden van deze leidingen zijn na het gereed komen van een bouwkundige wand moeilijk te realiseren.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding om te voorzien 10 in een eenvoudig, flexibel en/of goedkoop wandsysteem dat eenvoudig installeren is en/of dat een scheiding tussen "drager" (= de bouwkunde wand bestaande uit het frame en de beplating) en de "inbouw" ofwel installaties mogelijk maakt.
15 Hiertoe heeft het wandsysteem van de in de aanhef vermelde soort volgens de uitvinding als bijzonderheid dat de kabelgoot bereikbaar is door een zich in lengterichting uitstrekkende opening in het ondersteuningsvlak. Het wandsysteem volgens de uitvinding heeft hierbij als voordeel 20 dat direct na het plaatsen van het steunlichaam op bijvoorbeeld de ondergrond de leidingen eenvoudigweg in de opening door het ondersteuningsvlak kunnen worden aangelegd. De kabelgoot is hierbij althans gedeeltelijk open naar de bovenzijde van het steunlichaam zodat de leidingen in de 25 kabelgoot gelegd kunnen worden. Het ondersteuningsvlak strekt zich hierbij bij voorkeur althans in hoofdzaak horizontaal uit zodat deze de wand stevig kan ondersteunen. Er kan echter ook voor gekozen worden de leiding aan te leggen "nadat" de bouwkundige wand gereed is. Het zal duidelijk zijn dat het 30 aanbrengen van leidingen in een wandsysteem overeenkomstig de uitvinding zeer efficiënt is vergeleken met de bekende wandsystemen, waarbij de leidingen doorgaans van een zijkant moeten worden aangebracht.
-3-
Bovendien kan door het scheiden van drager en inbouw het aanbrengen van het inbouwpakket (lees: installaties) op elk gewenst moment aangebracht worden, aldus zoals men gewend is "tijdens" het opbouwen van de bouwkundige wand maar ook 5 "nadat" de bouwkundige wand volledig gereed is. Middels bovengenoemde uitvinding worden bedrijfsprocessen gescheiden, de timmerman hoeft niet meer te wachten op een installateur alvorens hij de wand volledig gereed kan maken.
10 In een voorkeursuitvoeringsvorm van een wandsysteem overeenkomstig de uitvinding heeft de kabelgoot een althans in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede. Een dergelijke vorm voorziet op eenvoudige wijze in een van de bovenzijde bereikbare kabelgoot, waarbij de leidingen na het aanbrengen 15 zich bij voorkeur uitstrekken nabij de basis van de U-vormige dwarsdoorsnede. En bij voorkeur strekt de bodem van de kabelgoot zich uit nabij de onderzijde van het steunlichaam. Het is hierbij voordelig de bodem te voorzien van bevestigingsmiddelen voor het verbinden van het steunlichaam 20 aan de vloer zoals bijvoorbeeld een stelprofiel of gaten voor het verbinden met bouten of schroeven. Bovendien kan het voordelig zijn te voorzien in ten minste een band of schuim van elastisch materiaal tussen het steunlichaam en de ondergrond voor het verzekeren van een goede geluidsdempende, 25 brandwerende en/of warmte-isolerende eigenschappen.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een wandsysteem volgens de uitvinding is het steunlichaam vervaardigd uit een plaatvormig element. Het vervaardigen van het steunlichaam 30 vindt hierbij bijvoorbeeld plaats door het vouwen, zetten en/of walsen van een plaat tot de gewenste vorm. De uitvinding is dan ook geenszins beperkt tot een specifiek fabricageproces. Bij voorkeur is het ondersteuningsvlak gevormd door het omzetten van ten minste een zijwand van de -4- kabelgoot en meer bij voorkeur wordt het ondersteuningsvlak gevormd door het omzetten van de twee zijwanden van de kabelgoot. Het ondersteuningsvlak strekt zich hierbij bij voorkeur dwars uit ten opzichte van de zijwanden. Door het 5 omvouwen van de zijwanden van de bij voorkeur U-vormige dwarsdoorsnede van de kabelgoot wordt op eenvoudige wijze een steunlichaam verkregen waarbij de kabelgoot bereikbaar is door een opening, namelijk de bovenzijde van de kabelgoot, voor het aanleggen van leidingen.
10
In een voorkeursvariant wordt het ondersteuningsvlak gevormd door het in laterale richting omzetten van ten minste een zijwand, waarbij het ondersteuningsvlak zich uitstrekt aan de buitenzijde van de kabelgoot. Bij voorkeur worden beide 15 zijwanden van de kabelgoot naar buiten ofwel in laterale richting omgevouwen, waarbij het ondersteuningsvlak zich aan beide zijden uitstrekt buiten de kabelgoot. Het kan echter ook voordelig zijn een of zelfs twee van de zijwanden van de kabelgoot naar binnen toe, dat wil zeggen in de richting van 20 de centrumlijn van het steunlichaam te vouwen. Hierdoor wordt een compacter profiel verkregen, waarbij ten minste een zijwand van het lichaam zich verticaal uitstrekt.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een wandsysteem 25 overeenkomstig de uitvinding is het ondersteuningsvlak voorzien van opstaande randen voor het aangrijpen van de wand. De randen strekken zich hierbij uit nabij de meest laterale zijden van het steunlichaam. De opstaande randen en het ondersteuningsvlak vormen hierbij als het ware een U-30 vormige dwarsdoorsnede, waarbij de basis van de dwarsdoorsnede de opening naar de kabelgoot bevat. De basis van de U-vormige dwarsdoorsnede van het ondersteuningsvlak en de opstaande randen komt bij voorkeur overeen met de breedte van het aan te brengen wandsysteem op het steunlichaam en -5- meer in bij voorkeur komt de breedte overeen met de op te nemen stijlen van het wandsysteem. De opstaande randen beperken hierbij laterale beweging van de wand ten opzichte van het steunlichaam. Bij voorkeur zijn de opstaande randen 5 gevormd door het omzetten van het ondersteuningsvlak.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een wandsysteem overeenkomstig de uitvinding strekt het ondersteuningsvlak zich uit aan weerszijden van de zijwanden van de kabelgoot, 10 waarbij het ondersteuningsvlak en de kabelgoot als het ware een T-profiel vormen. Het is hierbij voordelig dat de kabelgoot een althans in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede heeft, waardoor het ondersteuningsvlak wordt gevormd door zich dwars ten opzichte van de zijwanden van het U-profiel 15 uitstrekkende einddelen van de wanden.
In een andere variant kan het mogelijk zijn dat ten minste een zijwand zich lateraal schuin naar buiten toe uitstrekt, waarbij de bovenzijde van de zijwand dus enigszins naar 20 buiten staat. Bij voorkeur staan beide zijwanden van de kabelgoot enigszins naar buiten. De zich schuin naar buiten toe uitstrekkende zijwanden maken het mogelijk verschillende steunlichamen nestbaar in elkaar te plaatsen, waardoor zij makkelijker te vervoeren zijn.
25
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een wandsysteem volgens de uitvinding is het steunlichaam vervaardigd uit een materiaal gekozen uit de groep van metaal, kunststof of hout. Hoewel hierboven het vervaardigingsproces door middel van het 30 omzetten of omvouwen van een plaatvormig materiaal is beschreven, kan het ook mogelijk zijn het steunlichaam te vervaardigen door extrusie of (spuit)gieten.
-6-
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het steunlichaam een zich in lengterichting van de wand uitstrekkende steunprofielbalk. De steunprofielbalk heeft hierbij bij voorkeur een zelfde lengte als de te dragen wand, 5 waarbij de kabelgoot zich onder de gehele lengte van de wand uitstrekt. Bij voorkeur is ten minste een van de zijwanden van de kabelgoot voorzien van een opening voor het toegankelijk maken van de leidingen vanaf de zijwand. Bij voorkeur is de zijwand voorzien van meerdere op voorbepaalde 10 afstand van elkaar geplaatste openingen. Een opening heeft hierbij zodanige afmetingen dat de leidingen in de kabelgoot met de hand te bereiken zijn. Een opening heeft hierbij bij voorkeur een hoogte van ongeer 6 cm. De breedte van een opening kan bijvoorbeeld 20 cm zijn.
15
Ook kan het voordelig zijn om de bodem van de kabelgoot te voorzien van ten minste een doorgang voor het doorleiden van leidingen. Leidingen die bijvoorbeeld zijn opgenomen in de vloer kunnen dan door middel van deze doorgangen via de bodem 20 van de steunprofielbalk in de kabelgoot geleid worden.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het steunlichaam ten minste een steunbeugel. Bij voorkeur is de steunbeugel ingericht om een stijl van de wand te 25 ondersteunen. Meer in het bijzonder is de steunbeugel ingericht om de maatvoering van de wand aan te geven en deze te stellen. Op voorbepaalde afstanden in het wandsysteem, bij voorkeur onder iedere stijl van de te plaatsen wand, bevindt zich hierbij dan een steunbeugel. Het is hierbij voordelig 30 als de lengte van een steunbeugel althans in hoofdzaak overeenkomt met de grootte van een stijl in de lengterichting van de wand. Door alleen ter plaatse van een stijl de wand te ondersteunen, kan met beperkte middelen voorzien worden in een efficiënt geleidingssysteem voor leidingen. De leidingen -7- zijn dan na plaatsing van de wand nog bereikbaar vanaf de zijkant tussen de afzonderlijke steunbeugels.
Ook is het voordelig als de steunbeugel is ingericht om in de 5 kabelgoot een steunprofielbalk op te nemen. In deze variant wordt de wand zowel ondersteund door steunbeugels die op afstand van elkaar zijn aangebracht als een steunprofielbalk, waarbij in de U-vormige kabelgoot van de steunbeugels de steunprofielbalk wordt aangebracht. De steunbeugels kunnen 10 dan dienen als ondersteuning van de steunprofielbalk, waardoor een ruimte ontstaat tussen de vloer en de steunprofielbalk. Het is hierbij voordelig deze ruimte af te vullen met bijvoorbeeld schuim voor het verkrijgen van onder andere goede isolerende eigenschappen. Ook kunnen de 15 steunbeugels voorzien worden van stelmiddelen voor het corrigeren van oneffenheden in de vloer, zodat de aangebrachte steunprofielbalk zich althans in hoofdzaak waterpas uitstrekt.
20 Ook bij het gebruik van de stelbeugels, eventueel in combinatie met een steunprofielbalk, is de kabelgoot gevormd door de steunlichamen voor het aanbrengen van de wand van de bovenzijde bereikbaar, wat een eenvoudige plaatsing van de leidingen in de steunlichamen - op elk gewenst moment in het 25 bouwproces of tijdens de exploitatie - volgens de uitvinding tot gevolg heeft.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een wandsysteem overeenkomstig de uitvinding is er voorzien in ten minste een 30 geleidingsprofielbalk, waarbij de geleidingsprofielbalk tevens is ingericht voor het geleiden van leidingen. Hiermee kan op eenvoudige wijze worden voldaan aan de wettelijke verplichting om elektrische leidingen gescheiden van bijvoorbeeld datakabels te geleiden, in het bijzonder het -8- scheiden van laagspanning (230V / 50 HZ) en en zwakstroom zoals data/utp-, telefonie-, coax-, en signaalkabel. Bij voorkeur strekt de geleidingsprofielbalk zich uit aanliggend aan een zijwand van de kabelgoot en onder het 5 ondersteuningsvlak van het steunlichaam. De geleidingssteunbalk wordt hierbij als het ware in de uitsparing gevormd door de onderzijde van het ondersteuningsvlak en de buitenzijde van een zijwand geschoven, waarbij de geleidingsprofielbalk zich lateraal 10 uitstrekt ten opzichte van de kabelgoot van het steunlichaam. Het is hierbij voordelig de elektrische leidingen op te nemen in het steunlichaam, daar zij doorgaans minder vaak benaderd hoeven te worden, en de databekabeling op nemen in de geleidingsprofielbalk, aangezien deze eenvoudiger te 15 benaderen is.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een wandsysteem volgens de uitvinding omvat de geleidingsprofielbalk een althans in hoofdzaak C-vormige dwarsdoorsnede. De staande 20 zijde van het C-profiel strekt zich hierbij uit tegen de buitenzijde van een zijwand van de kabelgoot en deze komen daartoe bij voorkeur overeen in hoogte. De bovenzijde van het C-profiel ligt aan tegen de onderzijde van het steunlichaam en in het bijzonder tegen de onderzijde van het 25 ondersteuningsvlak. Bij voorkeur is er voorzien in stelmiddelen voor het verstelbaar aanbrengen van de geleidingsprofielbalk aan het steunlichaam. Met dergelijke stelmiddelen, bijvoorbeeld samenwerkende gleuf-pen verbindingen, is het mogelijk de laterale positie van de 30 geleidingsprofielbalk aan te passen aan de dikte van de aan te brengen wandpanelen aan het wandsysteem. Het zal duidelijk zijn dat bij dikkere wandpanelen de geleidingsprofielbalk verder naar buiten, dat wil zeggen in een richting dwars op de lengterichting van het wandsysteem, moet worden -9- aangebracht. In een dergelijke situatie kan het zijn dat de achterwand van het C-profiel niet tegen het steunlichaam aanligt. Ook kan het voordelig zijn dat de onderste zijde van het C-profiel zich enigszins schuin naar boven toe uitstrekt, 5 waardoor de geleidingsprofielbalk makkelijker te plaatsen is onder het wandsysteem.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een wandsysteem overeenkomstig de uitvinding is de geleidingsprofielbalk 10 voorzien van verbindingsmiddelen voor een plint. De plint dient hierbij als afsluiting van het geleidingsprofiel om de leidingen in het profiel aan het zicht te onttrekken. Bij voorkeur zijn de verbindingsmiddelen voor een plint ingericht om de plint losneembaar te verbinden. En meer bij voorkeur 15 omvatten de middelen voor het verbinden van een plint een opstaande rand die kan worden opgenomen in een richel aangebracht in een plint. De onderste zijde van het C-profiel strekt zich hierbij bij voorkeur uit voorbij de buitenzijde van het te plaatsen wandsysteem, waarbij de onderste zijde 20 bij voorkeur is voorzien van de middelen voor het verbinden van een plint. De plint kan hierbij aan de onderste zijde van het C-profiel aangebracht worden en zo aan de buitenzijde van het wandsysteem verbonden worden.
25 In een andere variant zijn de verbindingsmiddelen voor een plint en de geleidingsprofielbalk ingericht om de geleidingsprofielbalk bij verbinding klemmend te verbinden aan het steunlichaam. De verbindingsmiddelen worden hierbij tussen de benen van het C-profiel gebracht en hierbij worden 30 de benen van het C-profiel uit elkaar bewogen, waardoor de geleidingsprofielbalk klemmend zal worden opgenomen onder het wandsysteem, bij voorkeur onder het ondersteuningsvlak van het steunlichaam en bijvoorbeeld de vloer. Een enigszins naar boven toe staand onderste been van het C-profiel kan hierbij -10- als verend element worden gebruikt. Door het aanbrengen van de verbindingsmiddelen wordt dit onderste been dan tegen bijvoorbeeld de vloer aangedrukt en wordt de geleidingsprofielbalk vastgeklemd. De geleidingsprofielbalk 5 en de verbindingsmiddelen voor een plint zijn hierbij bij voorkeur voorzien van samenwerkende aanslagvlakken voor het inklemmen van de geleidingsprofielbalk.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een wandsysteem 10 overeenkomstig de uitvinding is de geleidingsprofielbalk voorzien van ten minste een opening, waarbij de opening samenvalt met de opening aangebracht in de steunprofielbalk. Op deze wijze is de kabelgoot van de steunprofielbalk benaderbaar wanneer een geleidingsprofielbalk is aangebracht. 15 Bij voorkeur komt de afmeting van de opening overeen met de de opening in de steunprofielbalk en meer bij voorkeur is de geleidingsprofielbalk voorzien van meerdere openingen overeenkomstig de steunprofielbalk.
20 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een wandsysteem volgens de uitvinding is het steunlichaam op een stelprofiel aangebracht. Een dergelijk stelprofiel is bij voorkeur een zich in lengterichting van het wandsysteem uitstrekkend profiel. Bij voorkeur worden hierbij meerdere steunbeugels op 25 het stelprofiel aangebracht, waarbij het stelprofiel de maatvoering van het op te bouwen wandsysteem bepaalt. Een dergelijk stelprofiel werkt zeer voordelig bij effen vloeren, bijvoorbeeld in de droogbouw, maar ook in het geval van oneffen vloeren kunnen met behulp van het lijmen van het 30 stelprofiel oneffenheden in de grond gecorrigeerd worden. Met een enkele handeling, namelijk het aanbrengen van het stelprofiel, eventueel door lijmen, wordt er voorzien in een stabiele ondergrond voor het plaatsen van het wandsysteem en bovendien maakt een dergelijk stelprofiel het plaatsen van -11- het steunlichaam, hetzij de steunbeugels, hetzij de steunprofielbalk, eenvoudig daar het stelprofiel bij voorkeur is voorzien van indicatiemiddelen, bijvoorbeeld in de vorm van opstaande randen, voor het eenvoudig aanbrengen van het 5 steunlichaam. Dergelijke indicatiemiddelen dienen hierbij als maatvoering voor het te plaatsen wandsysteem.
Het zal duidelijk zijn dat met de onderhavige uitvinding is voorzien in een zeer eenvoudig en efficiënt aan te leggen 10 wandsysteem. Door het plaatsen van het stelprofiel wordt de basis voor de wand gelegd en worden eventuele oneffenheden gecorrigeerd. Het stelprofiel dient hierbij als leidraad voor het aanbrengen van de steunbeugels, waarin vervolgens de steunprofielbalk opgenomen kan worden. Het leggen van de 15 leidingen door de daarvoor bestemde opening aan de bovenzijde kan op dit moment plaatsvinden waarna het wandsysteem verder opgebouwd worden. Het leggen van de leidingen kan echter ook plaatsvinden nadat de wand geheel opgebouwd is. Na het aanbrengen van de geleidingsprofielbalk voor het bijvoorbeeld 20 houden van datageleiding en de bijborende plint is het wandssysteem voltooid. Het feit dat zowel de laagstroom en de zwakstroom bekabeling nog bereikbaar is na voltooiing van het wandsysteem is hierbij zeer voordelig.
25 De uitvinding heeft voorts betrekking op een steunprofielbalk voorzien van een ondersteuningsvlak voor het aan de bovenzijde van de steunprofielbalk ondersteunen van een wand, waarbij de steunprofielbalk een kabelgoot omvat voor het geleiden van leidingen, waarbij de kabelgoot bereikbaar is 30 door een zich in lengterichting uitstrekkende opening in het ondersteuningsvlak.
Ook heeft de uitvinding betrekking op een geleidingsprofielbalk voor het geleiden van leidingen, -12- voorzien van middelen voor het verbinden van een plint en waarbij de geleidingsprofielbalk een althans in hoofdzaak C-vormige dwarsdoorsnede omvat. Hoewel de geleidingsprofielbalk kan worden toegepast in combinatie met de steunprofielbalk in 5 het wandsysteem overeenkomstig de uitvinding, kan de geleidingsprofielbalk ook worden gebruikt voor het geleiden van leidingen aan de onderzijde van bijvoorbeeld een betonnen wand. Een bijvoorbeeld dragende wand is hiertoe voorzien van een uitsparing aan de onderzijde waarin de 10 geleidingsprofielbalk kan worden opgenomen.
Het is hierbij voordelig de wand te voorzien van althans in hoofdzaak verticale uitsparingen die zich uitstrekken in de wand die uitkomen in de zich horizontaal uitstrekkende 15 uitsparing aan de onderzijde van de wand. De verticale uitsparingen of boringen kunnen dan gebruikt worden voor het geleiden van elektrische kabels naar bijvoorbeeld een wandcontactdoos aangebracht in de wand. De wandcontactdoos wordt zodanig geplaatst dat de achterzijde van de 20 wandcontactdoos uitkomt in de verticale uitsparing.
Het is bovendien voordelig te voorzien in een ruimte tussen de onderzijde van de geleidingsprofielbalk en de vloer van de ruimte, bij voorkeur door het op een voorbepaalde hoogte 25 bevestigen van de geleidingsprofielbalk waardoor deze enigszins op afstand staat van de vloer. De ruimte onder de geleidingsprofielbalk kan dan dienen als tweede geleidingsruimte, waardoor op eenvoudige wijze is voorzien in een geleidingssysteem voor leidingen onder een wand dat 30 voorziet in gescheiden geleiding voor bijvoorbeeld laag- en zwakstroomkabels.
-13-
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van in tekening weergegeven figuren van een uitvoeringsvoorbeeld van het wandsysteem overeenkomstig de uitvinding, waarin: 5 - Figuren 1-6 schematisch de verschillende stappen laten zien van het opbouwen van het wandsysteem overeenkomstig de uitvinding; - Figuren 7A en B ieder schematisch een dwarsdoorsnede 10 laten zien van een uitvoeringsvorm van het wandsysteem volgens de uitvinding; - Figuren 8A en B schematisch het verbinden van een plint volgens de uitvinding laten zien; 15 - Figuren 9, 10A en 10B verschillende dwarsdoorsneden tonen van een steunlichaam; - Figuren 11 en 12 schematisch twee verdere 20 uitvoeringsvormen van een wandsysteem overeenkomstig de uitvinding laten zien; en - Figuren 13 en 14 het gebruik van een geleidingsprofiel volgens de uitvinding onder een 25 muur schematisch laten zien.
In figuur 1 is een ruimte 100 weergegeven waarin het wandsysteem 1 volgens de uitvinding opgebouwd zal gaan worden. Na het bepalen van de plaats van het wandsysteem 1, 30 bijvoorbeeld aan de hand van een muur 102 van de ruimte 100, wordt een stelprofiel 2 aangebracht op de grond 101. Een dergelijk stelprofiel 2 strekt zich bij voorkeur uit over de gehele lengte van het te plaatsen wandsysteem en dient onder andere als maatvoering voor de overige te plaatsen onderdelen -14- van het wandsysteem. Het stelprofiel 2 is hiertoe voorzien van randen 21 met haakvormige dwarsdoorsnede, zoals duidelijker zichtbaar is in figuur 7A, die dienen als indicatiemiddelen voor het aanbrengen van de overige 5 onderdelen. Het stelprofiel 2 kan bijvoorbeeld met behulp van schroeven worden verbonden, maar ook is het mogelijk om het stelprofiel 2 met behulp van isolatieschuim,kit of andersoortig, bijvoorbeeld schuimvormig, verbindingsmiddel te verbinden aan de vloer 101. Op een dergelijke wijze worden 10 eventuele onregelmatigheden in de vloer 101 gecompenseerd en voorziet stelprofiel 2 in een stabiele, egale ondergrond voor het wandsysteem volgens de uitvinding.
Vervolgens worden, zoals weergeven is figuur 2, op bij 15 voorkeur regelmatige afstanden van elkaar steunbeugels 3 geplaatst op het stelprofiel 2 in de daarvoor bestemde randen 21. De steunbeugels 3 voorzien stevigheid aan het wandsysteem 1. De steunbeugels 3 vormen met de bodem 31 en de zijwanden 34 een in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede. Ook zijn de 20 steunlichamen in de vorm van steunbeugels 3 voorzien van een ondersteuningsvlak 33. De bodem 31, die gebruikt kan worden als kabelgoot, is door een opening 32 in het ondersteuningsoppervlak 33 van bovenaf bereikbaar en het ondersteuningsvlak 33 bestaat hiertoe uit twee delen die zich 25 aan weerzijden van de zijwanden 34 van de steunbeugel 3 uitstrekken.
Vervolgens wordt, zie figuur 3, een steunprofielbalk 4 aangebracht door de doorgangen 32 van de steunbeugels 3. De 30 bodem 41 van de steunprofielbalk 4, zie figuur 9 voor een dwarsdoorsnede van de steunprofielbalk 4, rust na plaatsing dan ook op de bodems 31 van de steunbeugels 3. Tussen de steunprofielbalk 4 en het stelprofiel 2 blijft tussen de steunbeugels 3 een spleet over, die met isolatieschuim -15- afgevuld kan worden voor het verbeteren van bijvoorbeeld de isolerende en/of bouwfysische eigenschappen van de wand.
Zoals weergegeven, komt de dwarsdoorsnede van de 5 steunprofielbalk 4 in hoofdzaak overeen met de dwarsdoorsnede van de steunbeugels 3, met het verschil dat de dwarsdoorsnede van de steunprofielbalk 4 enigszins kleiner is zodat deze opgenomen kan worden in de steunbeugels 3. Bovendien is het ondersteuningsvlak 43 van de steunprofielbalk 4 aan 10 weerzijden voorzien van opstaande randen 45. Door een doorgang 42 in ondersteuningsvlak 43 kunnen vervolgens kabels 5, bijvoorbeeld elektriciteitskabels, gelegd worden. Het zal duidelijk zijn dat het op deze wijze aanleggen van bekabeling zeer efficiënt werkt, daar de kabelgoot gevormd wordt door de 15 U-vormige dwarsdoorsnede die bereikbaar is door een opening 42 in het ondersteuningsvlak 43 van het steunlichaam in de vorm van steunprofielbalk 4. Om de kabels 5 ook na plaatsing van het wandsysteem bereikbaar te houden, is er voorzien in openingen 48 in de zijwand 43 van steunprofielbalk 4. De 20 openingen 48 zijn voldoende groot om bijvoorbeeld een hand door te laten zodat eenvoudig aanpassingen en toevoegingen gedaan kunnen worden aan de bekabeling in de kabelgoot gevormd door de steunprofielbalk 4. Ook kan het mogelijk zijn de bodem 41 van de steunprofielbalk 4 en het stelprofiel 2 op 25 overeenkomstige plaatsen te voorzien van openingen. Door deze openingen kunnen bijvoorbeeld leidingen die onder de vloer liggen in het wandsysteem worden gebracht. Ook kan het mogelijk zijn om zich verticaal uitstrekkende leidingen, bijvoorbeeld waterleidingen of ventilatieschachten voor 30 andere verdiepingen, door het wandsysteem 1 te geleiden.
Kabels 5 kunnen geplaatst worden voordat of nadat de stijlen 6 van het wandsysteem zoals weergegeven in figuur 4 geplaatst worden. Bij voorkeur worden de stijlen 6 geplaatst bovenop de -16- steunbeugels 3 zodat deze voorzien in een stabiele ondergrond voor het te plaatsen wandsysteem. De stijlen 6 kunnen stijlen zijn van een algemeen bekend wandsysteem. De afstand tussen de opstaande randen 45 van de steunprofielbalk 4 komen 5 hiertoe bij voorkeur overeen met de breedte van de stijlen 6 zodat het ondersteuningsvlak 43 en de opstaande randen 45 een U-vormige goot vormen voor het opnemen van de stijlen 6 zodat de stijlen 6 nagenoeg geen laterale verplaatsingen wordt toegestaan.
10
In figuur 5 is de volgende stap uit het opbouwproces meer in detail weergegeven en is de opbouw van het wandsysteem met stelprofiel 2, steunbeugel 3 en steunprofielbalk 4 duidelijk zichtbaar. Om het mogelijk te maken zwakstroom bekabeling 15 gescheiden van laagstroom bekabeling te geleiden in het wandsysteem volgens de uitvinding, is er voorzien in een geleidingsprofiel 7 die zijwaarts, ofwel lateraal, van de steunbeugels 3 en de steunprofielbalk 4 geplaatst wordt. Het geleidingsprofiel 7 heeft een in hoofdzaak C-vormige 20 dwarsdoorsnede. De achterwand 74 van het geleidingsprofiel 7 ligt hierbij aan tegen de zijwand 34 van de steunbeugels 3 en de bovenzijde 71 strekt zich uit onder het ondersteuningsvlak 33 van de steunbeugels. De onderzijde 72 van het geleidingsprofiel 7 maakt het vervolgens mogelijk om 25 leidingen 8 op te nemen. Het zal duidelijk zijn dat de leidingen 8 eenvoudig in het geleidingsprofiel 7 zijn in te brengen, daar het profiel 7 naar de zijkant toe open is. Om ook de kabels 5 die zijn opgenomen in de kabelgoot gevormd door de steunprofielbalk 4 bereikbaar te maken, is ook de 30 achterwand 74 voorzien van openingen 78 die overeenkomen met de openingen 48 in de zijwand 44 van de steunprofielbalk 4.
Hoewel de achterwand 74 van het geleidingsprofiel 7 is deze uitvoering tegen de zijwand 34 van de steunbeugel 3 aanligt, -17- kan het ook mogelijk zijn het geleidingsprofiel 7 enigszins naar buiten toe aan te brengen. Dit kan bijvoorbeeld voordelig zijn wanneer dikkere wandpanelen aangebracht worden. Het ondersteuningsvlak 33 van de steunbeugel 3 kan 5 hiertoe voorzien zijn van stelmiddelen in de vorm van bijvoorbeeld drie lateraal ten opzichte van elkaar geplaatste gleuven (niet afgebeeld), waarin een pen aangebracht aan het geleidingsprofiel kan worden opgenomen. Afhankelijk van de gekozen gleuf kan dan de laterale positie van het 10 geleidingsprofiel gekozen worden.
Vervolgens kan het wandsysteem 1 worden afgewerkt door het plaatsen van wandplaten 10 tegen de stijlen 6. Het is hierbij voordelig - maar niet noodzakelijk - dat voor het plaatsen 15 van bijvoorbeeld een wandcontactdoos ter plaatse van opening 15, de bekabeling die in de kabelgoot van de steunprofielbalk 3 geleid wordt eenvoudigweg naar boven gehaald kan worden aangezien het ondersteuningsvlak 43 voorzien is van een doorgang 42. Ook de kabels 8 uit het geleidingsprofiel 7 20 kunnen op overeenkomstige wijze door doorgangen 48 en 78 naar de opening 15 geleid worden. Eventueel kan tussen de wandplaten 10 isolatiemateriaal worden aangebracht. Bovendien zal ook het geleidingsprofiel 7 zal worden afgesloten met een plintadapter 9, die later meer in detail zal worden 25 besproken.
In figuur 7A is een dwarsdoorsnede van een wandsysteem uit figuur 6 volgens de uitvinding meer in detail weergegeven. In het bijzonder zijn de verbindingsranden 21 met een 30 haakvormige dwarsdoorsnede meer in detail zichtbaar. Deze randen 21 zijn ingericht om de onderzijde 31 van een steunbeugel 3 op te nemen en zo de steunbeugel 3 stevig te verbinden aan het stelprofiel 2. Een dergelijke verbinding maakt het bovendien mogelijk om de steunbeugel eenvoudig te -18- plaatsen, zonder gebruik te hoeven maken van additionele verbindingsmiddelen. Hoewel de verbinding tussen de vloer en het stelprofiel 2 in figuur 7A is weergegeven met schroeven 22, kan het zoals reeds is opgemerkt ook mogelijk zijn het 5 stelprofiel 2 te verbinden met bijvoorbeeld lijm.
De verbinding van de plintadapter 9 aan de linkerzijde van figuur 7A is ook goed zichtbaar in figuur 7A. Het verbinden van de plintadapter zal echter meer in detail worden 10 uitgelegd aan de hand van de figuren 8A en B. Aan de rechterzijde van de steunbeugel 3 is in deze uitvoeringsvorm voorzien in een plintadapter 9A zonder mogelijkheden voor kabelgeleiding. De plintadapter 9A wordt middels een haak 91A aan een opstaande rand 36 van een steunbeugel 3 verbonden.
15 Aan de bovenzijde is de plintadapter 9A tweemaal omgezet zodat uiteinde 93A tussen het wandpaneel 10 en de stijl 6 ingeklemd zit nabij de opstaande rand 45 van de steunprofielbalk 4. Een ruimte 13 tussen de plintadapter 9A en de steunbeugel 3 kan worden opgevuld met isolatieschuim 20 voor het verbeteren van de isolerende werking van het wandsysteem.
In figuur 7B is een andere uitvoeringsvorm van een wandsysteem weergegeven, hierbij tevens voorzien van plinten 25 11 en 11A en vloerbedekking 12. In deze uitvoeringsvorm strekt de plintadapter 9A aan de rechterzijde van figuur 7B zich uit tegen de opstaande rand 36 van de steunbeugel 3 en loopt het wandpaneel 10A door tot aan de onderzijde 31 van steunbeugel 3. Ook in deze uitvoering wordt de plintadapter 30 9A verbonden middels een haak 91A over de opstaande rand 36 waardoor er voorzien is in een eenvoudige verbinding. De opstaande rand 36 voorziet de onderzijde van de wand 10(A) in stevigheid wanneer de onderzijde in een richting naar links in de figuur wordt geduwd. De rand 36 voorkomt dat het -19- wandpaneel 10(A) los kan komen van bijvoorbeeld de stijlen 6 door een hefboomwerking, wat het geval zou kunnen zijn bij het ontbreken van de weerstand van de rand 36.
5 Zoals weergegeven kan een plint 11, 11A ofwel aan een plintadapter 9 worden verbonden, ofwel aan een wandpaneel 10A. Het bevestigen van de plinten 11 en 11A kan op bekende wijze gebeuren, bijvoorbeeld door schroeven of lijmen. Daar de plint 11 aan de linkerzijde van figuur 7B is verbonden aan 10 de plintadapter 9, zijn door het verwijderen van de plintadapter 9 van het geleidingsprofiel 7 de kabels 8 hierin benaderbaar. Daar aan de rechterzijde geen geleidingsprofiel is aangebracht, is het aan deze zijde niet nodig om de plint 11A te kunnen verwijderen. In een andere uitvoeringsvorm kan 15 het echter mogelijk zijn beide zijden van de steunbeugel 3 of de steunprofielbalk 4 te voorzien van een geleidingsprofiel 7. De steunbeugels 3 zijn in deze uitvoering dan spiegelsymmetrisch uitgevoerd.
20 Het bevestigen van de plintadapter 9, waaraan bijvoorbeeld een plint 11 is bevestigd (niet weergegeven), is meer in detail weergegeven in de figuren 8A en 8B. De plintadapter 9 is voorzien van twee klemmen 91 en 92. De afstand 99 tussen de twee klemmen is hierbij groter dan de afstand 79 tussen de 25 boven- en onderzijde 71 en 72 van het geleidingsprofiel 7. Zoals weergegeven is in figuur 8A, strekt de onderzijde 72 van het geleidingsprofiel 7 zich enigszins naar boven toe uit, waardoor deze een opstaande rand 35 van de steunbeugel 3 niet raakt. In een andere uitvoering kan ook de bovenzijde 71 30 van het geleidingsprofiel 7 zich naar beneden toe uitstrekken, zodat deze nog niet aanligt tegen het ondersteuningsoppervlak 33 van de steunbeugel 3. Bij het bevestigen van de plintadapter 9 wordt bij voorkeur eerst de onderste klem 92 over de onderzijde 72 geplaatst. Vervolgens -20- wordt het schuine vlak 91A van de klem 91 tegen de bovenzijde 72 aangebracht en naar rechts in de figuur geduwd. Aangezien geleidingsprofiel 7 is vervaardigd uit materiaal dat verende eigenschappen heeft, bijvoorbeeld metaal, zal door dit 5 schuine vlak 91A de afstand 79 vergroten totdat het deel 91A voorbij de bovenzijde 71 is zodat de bovenzijde aangrijpt op deel 91B van de klem. Het deel 91B loopt naar de andere kant schuin af ten opzichte van deel 91A, zodat de plintadapter 9 niet zondermeer los kan komen van het geleidingsprofiel 7.
10 Door het vergroten van de afstand 79 tot 79A, zie figuur 8B, door het plaatsen van de plintadapter 9, zal de onderzijde 72 uiteindelijk aanklemmen tegen opstaande rand 35, zodat door het aanbrengen van de plintadapter 9 geleidingsprofiel 7 stevig in de steunbeugel 3 geklemd wordt.
15
In figuur 9 is een steunlichaam, in dit geval een steunprofielbalk 4, in dwarsdoorsnede weergegeven. De kabelgoot van de steunprofielbalk 4 heeft een althans in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede en wordt gevormd door 20 bodem 41 en zijwanden 44. De zijwanden 44 strekken zich aan de bovenzijde loodrecht uit ten opzichte van deze zijwanden 44 zodat deze het ondersteuningsoppervlak 43 vormen, dat deeloppervlakken 43a en 43b omvat. Het
ondersteuningsoppervlak 43 strekt zich zoals weergegeven aan 25 weerszijden van de steunprofielbalk 4 uit. Ook weergegeven is de doorgang 42 in het ondersteuningsoppervlak 43a, 43b, waardoor de kabelgoot vanaf de bovenzijde bereikbaar is voor het eenvoudig leggen van kabels in de steunprofielbalk 4. De buitenste randen, dat wil zeggen de meest laterale zijde, van 30 het ondersteuningsoppervlak 43 strekken zich vervolgens weer uit parallel aan de zijwanden 44 voor het vormen van de opstaande randen 45. De opstaande randen 45 en het ondersteuningsvlak 43 vormen ook een althans in hoofdzaak U
-21- vormige dwarsdoorsnede, waarin de stijlen van het te plaatsen wandsysteem kunnen worden opgenomen.
In figuur 10a is een variant van de ondersteuningsbalk 4 uit 5 figuur 9 weergegeven, waarbij een deeloppervlak 43b van het ondersteuningsvlak 43 zich uitstrekt naar het midden van de ondersteuningsbalk 4. De opstaande rand 45b en de zijwand 44b strekken zich hierbij althans in hoofdzaak in hetzelfde vlak uit. Een dergelijke uitvoering kan voordelig zijn wanneer 10 alleen aan de linkerzijde in de figuur een geleidingsprofiel 7 hoeft te worden aangebracht. Tegen de opstaande rand 45b en de zijwand 44b kan dan een wandpaneel 10 worden geplaatst.
In figuur 10b is nog een andere variant weergegeven, waarbij 15 een zijwand 44a schuin is uitgevoerd. Een dergelijke schuine zijwand 44 maakt het mogelijk dat verschillende steunprofielbalken 4 nestbaar zijn, zodat zij bij het opstapelen in elkaar opgenomen worden en daarmee minder ruimte innemen. Het zal duidelijk zijn dat ook zijwand 44b 20 hiervoor schuin uitgevoerd kan worden.
Hoewel in figuren 9, 10A en 10B de eigenschappen zijn beschreven van een steunlichaam aan de hand van een doorsnede van de een steunprofielbalk 4, is een dergelijke opbouw en 25 zijn dergelijke variaties ook van toepassing op de steunbeugels 3 volgens de uitvinding.
In figuur 11 is een andere uitvoeringsvorm van een wandsysteem overeenkomstig de uitvinding weergegeven. In deze 30 variant worden geen steunbeugels 3 gebruikt en wordt de steunprofielbalk 4 direct op de vloer 101 geplaatst, hoewel het ook het mogelijk kan zijn de steunprofielbalk 4 op een stelprofiel 2 te plaatsen. Het geleidingsprofiel 7 wordt hierbij tegen de steunprofielbalk 4 geplaatst en kan op de -22- wijze zoals afgebeeld in figuren 8A en 8B tegen de profielbalk 4 aangeklemd worden. Duidelijk zichtbaar zijn ook de overeenkomende openingen 48, 78 voor het benaderen van de kabels 5 die zijn opgenomen in de steunprofielbalk 4.
c;
Ook is het mogelijk het wandsysteem 1 op te bouwen zonder gebruik te maken van een steunprofielbalk 4 zoals weergegeven is in figuur 12. Hiertoe is het ondersteuningsvlak 33 van de steunbeugels 3 voorzien van opstaande randen 35 zoals dit ook 10 is weergegeven voor de steunprofielbalk 4 in figuur 9. De stijlen 6 van het wandsysteem worden hierbij bovenop de steunbeugels 3 geplaatst, waarbij de afstand tussen de opstaande randen 35 overeenkomt met de breedte van de op te nemen stijlen 6. Door openingen 78 zijn de kabels 5 die 15 worden opgenomen in de kabelgoot die gevormd wordt door de steunbeugels 3 benaderbaar.
Het geleidingsprofiel 7 volgens de uitvinding is ook bruikbaar voor het geleiden van kabels aan de onderzijde van 20 een muur 102 van een ruimte 100, zoals weergegeven is in figuur 13. De muur 102 is hiertoe aan de onderzijde voorzien van een uitsparing 103 waarin het geleidingsprofiel 7 wordt aangebracht. De bovenzijde 71 ligt hierbij aan tegen de muur 103 en de onderzijde 72 ligt hierbij op de vloer 101. De 25 onderzijde 72 is in deze uitvoering voorzien van een opstaande rand 72A waarop middels een zaagsnede 11b een plint 11 verbonden kan worden. Het is echter ook mogelijk de verbinding zoals weergegeven in de figuren 8A en 8B te gebruiken voor het bevestigen van een plintadapter. Bij het 30 plaatsen van een plint 11 met een plintadapter 9 kunnen de boven- en/of onderzijden 71 en 72 dan stevig tegen de muur 103 respectievelijk grond 101 aangeklemd worden.
-23-
Een variant hierop is weergegeven in figuur 14, waarbij een geleidingsprofiel 7 overeenkomstig de uitvinding op een hoogte 105 in een uitsparing 103 van een muur 102 is aangebracht. Hiertoe is het geleidingsprofiel 7 door middel 5 van bijvoorbeeld schroeven 77 verbonden aan de muur 102. Het op een hoogte 105 plaatsen van het geleidingsprofiel 7 resulteert in de mogelijkheid tot het gescheiden geleiden van kabels 5 en 8. De uitsparing 103 kan vervolgens worden afgesloten met een plint 11 volgens het eerder geschreven 10 procédé. Ook weergegeven in stippellijn is een kanaal 104 dat zich verticaal uitstrekt in de muur 102 en uitkomt in uitsparing 103. De muur 102 is op regelmatige afstanden voorzien van kanalen 104, zodat op deze locaties bijvoorbeeld aansluitpunten of lichtschakelaars geplaatst kunnen worden.
15 Het kanaal 104 sterkt zich dieper in de muur 102 uit dan de uitsparing 103, zodat kabels 5 die bijvoorbeeld op de vloer 101 liggen langs pijl 51 geleid kunnen worden naar bijvoorbeeld een wandcontactdoos 106. De kabels 8 die opgenomen zijn in het geleidingsprofiel 7 kunnen langs pijlen 20 81 worden geleid naar de wandcontactdoos 106. Het geleidingsprofiel 7 is hiertoe ter plaatse van de kanalen 104 voorzien van openingen, bijvoorbeeld de openingen 78 uit figuur 11. Ook kan het mogelijk zijn de bovenzijde 71 te voorzien van openingen.
25
Opgemerkt wordt dat de uitvinding zich niet beperkt tot de weergegeven uitvoeringsvormen, doch zich tevens uitstrekt tot andere voorkeursvarianten vallend binnen het bereik van de aangehechte conclusies.
30

Claims (28)

1. Wandsysteem voor het ondersteunen van een wand omvattende een steunlichaam, waarbij het steunlichaam is 5 voorzien van een ondersteuningsvlak voor het aan de bovenzijde van het steunlichaam ondersteunen van een wand, en waarbij het steunlichaam een kabelgoot omvat voor het geleiden van leidingen, met het kenmerk, dat de kabelgoot bereikbaar is door een zich in lengterichting 10 uitstrekkende opening in het ondersteuningsvlak.
2. Wandsysteem volgens conclusie 1, waarbij de kabelgoot een althans in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede omvat.
3. Wandsysteem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de bodem van de kabelgoot zich uitstrekt nabij de onderzijde van het steunlichaam.
4. Wandsysteem volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij het 20 ondersteuningsvlak zich althans in hoofdzaak loodrecht uitstrekt ten opzichte van een zijwand van de kabelgoot.
5. Wandsysteem volgens een van de voorgaande conclusies 1 tot en met 4, waarbij ten minste een zijwand zich 25 lateraal schuin naar buiten toe uitstrekt.
6. Wandsysteem volgens een van de voorgaande conclusies 1 tot en met 5, waarbij het ondersteuningsvlak zich uitstrekt aan weerszijden van de zijwanden van de 30 kabelgoot.
7. Wandsysteem volgens een van de voorgaande conclusies 1 tot en met 6, waarbij het ondersteuningsvlak is voorzien van opstaande randen voor het aangrijpen van de wand. 35 -25-
8. Wandsysteem volgens een van de voorgaande conclusies 1 tot en met 7, waarbij het steunlichaam is vervaardigd uit een materiaal gekozen uit de groep van metaal, kunststof of hout. 5
9. Wandsysteem volgens een van de voorgaande conclusies 1 tot en met 8, waarbij het steunlichaam is vervaardigd uit een plaatvormig element.
10. Wandsysteem volgens conclusie 9, waarbij het ondersteuningsvlak is gevormd door het omzetten van ten minste een zijwand van de kabelgoot.
11. Wandsysteem volgens conclusie 9 of 10, waarbij de 15 opstaande randen zijn gevormd door het omzetten van het ondersteuningsvlak.
12. Wandsysteem volgens een van de voorgaande conclusies 1 tot en met 11, waarbij de bodem van de kabelgoot is 20 voorzien van ten minste een doorgang voor het doorleiden van leidingen.
13. Wandsysteem volgens een van de voorgaande conclusies 1 tot en met 12, waarbij het steunlichaam een zich in 25 lengterichting van de wand uitstrekkende steunprofielbalk omvat.
14. Wandsysteem volgens conclusie 13, waarbij ten minste een van de zijwanden van de kabelgoot is voorzien van ten 30 minste een opening voor het toegankelijk maken van de leidingen vanaf de zijwand. -26-
15. Wandsysteem volgens een van de voorgaande conclusies 1 tot en met 14, waarbij het steunlichaam ten minste een steunbeugel omvat.
16. Wandsysteem volgens conclusie 15, waarbij de steunbeugel is ingericht om een stijl van de wand te ondersteunen.
17. Wandsysteem volgens conclusie 15 of 16, waarbij de steunbeugel is ingericht om in de kabelgoot een 10 steunprofielbalk op te nemen.
18. Wandsysteem volgens een van de voorgaande conclusie 1 tot en met 17, waarbij er voorzien is in ten minste een geleidingsprofielbalk, waarbij de geleidingsprofielbalk 15 tevens is ingericht voor het geleiden van leidingen.
19. Wandsysteem volgens conclusie 18, waarbij de geleidingsprofielbalk zich uitstrekt aanliggend aan een zijwand van de kabelgoot en onder het ondersteuningsvlak 20 van het steunlichaam.
20. Wandsysteem volgens conclusie of , waarbij de geleidingsprofielbalk is voorzien van ten minste een opening, waarbij de opening samenvalt met de opening 25 aangebracht in de steunprofielbalk.
21. Wandsysteem volgens een van de voorgaande conclusies tot en met 20, waarbij de geleidingsprofielbalk een althans in hoofdzaak C-vormige dwarsdoorsnede omvat. 30
22. Wandsysteem volgens een van de voorgaande conclusies tot en met 21, waarbij de geleidingsprofielbalk is voorzien van verbindingsmiddelen voor een plint. -27-
23. Wandsysteem volgens conclusie 22, waarbij de verbindingsmiddelen voor een plint en het geleidingsprofiel zijn ingericht om het geleidingsprofiel bij verbinding klemmend te verbinden 5 aan het steunlichaam.
24. Wandsysteem volgens een van de voorgaande conclusies 18 tot en met 23, waarbij er voorzien is in stelmiddelen voor het verstelbaar aanbrengen van de 10 geleidingsprofielbalk aan het steunlichaam.
25. Wandsysteem volgens een van de volgende conclusies 1 tot en met 24, waarbij het steunlichaam op een stelprofiel wordt aangebracht. 15
26. Steunprofielbalk voorzien van een ondersteuningsvlak voor het aan de bovenzijde van de steunprofielbalk ondersteunen van een wand, waarbij de steunprofielbalk een kabelgoot omvat voor het geleiden van leidingen, met 20 het kenmerk, dat de kabelgoot bereikbaar is door een zich in lengterichting uitstrekkende opening in het ondersteuningsvlak.
27. Steunbeugel voorzien van een ondersteuningsvlak voor het 25 aan de bovenzijde van de steunbeugel ondersteunen van een wand, waarbij de steunbeugel een kabelgoot omvat voor het geleiden van leidingen, met het kenmerk, dat de kabelgoot bereikbaar is door een zich in lengterichting uitstrekkende opening in het ondersteuningsvlak. 30
28. Geleidingsprofielbalk voor het geleiden van leidingen, voorzien van middelen voor het verbinden van een plint en waarbij de geleidingsprofielbalk een althans in hoofdzaak C-vormige dwarsdoorsnede omvat. 35
NL2001315A 2008-02-22 2008-02-22 Wandsysteem. NL2001315C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001315A NL2001315C2 (nl) 2008-02-22 2008-02-22 Wandsysteem.
EP14150966.1A EP2730712A3 (en) 2008-02-22 2009-02-09 Wall system
EP20090075062 EP2093341B1 (en) 2008-02-22 2009-02-09 Wall system

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001315 2008-02-22
NL2001315A NL2001315C2 (nl) 2008-02-22 2008-02-22 Wandsysteem.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2001315C2 true NL2001315C2 (nl) 2009-08-25

Family

ID=39800531

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001315A NL2001315C2 (nl) 2008-02-22 2008-02-22 Wandsysteem.

Country Status (2)

Country Link
EP (2) EP2093341B1 (nl)
NL (1) NL2001315C2 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN107075855A (zh) * 2014-06-19 2017-08-18 纳迪亚·达尔马斯 用于石膏板墙等的模块化柱脚
CN110439222A (zh) * 2019-08-29 2019-11-12 广东博意建筑设计院有限公司 一种配合给水管道的新型踢脚线结构
FR3119182A1 (fr) * 2020-07-04 2022-07-29 Teddy Gard Rail Cloison pour réseaux

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5339585A (en) * 1992-08-28 1994-08-23 Rosemount Office Systems, Inc. Raceway swivel spacer leg assembly
US5921040A (en) * 1997-06-03 1999-07-13 Knoll, Inc. Panel frame assembly
NL9900021A (nl) * 1992-07-28 2002-04-02 Infill Systems Bv Werkwijze en systeem voor het samenstellen van een wand.
WO2003104581A2 (en) * 2002-06-06 2003-12-18 Kimball International, Inc. Partition system
US20070011969A1 (en) * 2000-08-31 2007-01-18 Little W F Jr Demountable paneling system
WO2007106933A1 (en) * 2006-03-17 2007-09-27 Rowan Phillip Beck Partition system

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1395717A1 (en) * 2001-06-15 2004-03-10 Kimball International Inc. Floor-to-ceiling wall panel system
NL1024320C2 (nl) * 2003-09-18 2005-03-21 Kema Nv Scheidingswand, wandelementen en wandcassettes voor een dergelijke scheidingswand.
ITBO20050076A1 (it) * 2005-02-17 2006-08-18 Metal Work Srl Struttura per il supporto di elementi a definire una parete

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL9900021A (nl) * 1992-07-28 2002-04-02 Infill Systems Bv Werkwijze en systeem voor het samenstellen van een wand.
US5339585A (en) * 1992-08-28 1994-08-23 Rosemount Office Systems, Inc. Raceway swivel spacer leg assembly
US5921040A (en) * 1997-06-03 1999-07-13 Knoll, Inc. Panel frame assembly
US20070011969A1 (en) * 2000-08-31 2007-01-18 Little W F Jr Demountable paneling system
WO2003104581A2 (en) * 2002-06-06 2003-12-18 Kimball International, Inc. Partition system
WO2007106933A1 (en) * 2006-03-17 2007-09-27 Rowan Phillip Beck Partition system

Also Published As

Publication number Publication date
EP2730712A3 (en) 2014-05-21
EP2093341A1 (en) 2009-08-26
EP2730712A2 (en) 2014-05-14
EP2093341B1 (en) 2014-04-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2665313C1 (ru) Напольный блок для рамного каркаса коммутационного шкафа
US5918433A (en) Lay-in wireways for a space divider system
US7055287B2 (en) Panel arrangement
NL2001315C2 (nl) Wandsysteem.
US8153910B1 (en) Junction and outlet boxes for in floor wiring systems
US9097005B2 (en) Loft flooring system
KR101399938B1 (ko) 케이블 트레이
NL1033640C2 (nl) Werkwijze en systeem voor het onzichtbaar in een ruimte aanbrengen van bekabeling.
DK177596B1 (en) Shower installation kit and method of installing shower
KR200443797Y1 (ko) 턱트 겸용 케이블 트레이
EP2590280B1 (de) Bodenkanalsystem zur Leitungsführung und zum Geräteeinbau
DK2575224T3 (en) An apparatus to a screeded .oor box for a hollow floor structure
KR100670604B1 (ko) 덕트겸용 케이블 트레이
KR20160069296A (ko) 벽체시공용 수도관 지지장치
EP2143855B1 (en) Connection system for a skirting-board and skirting-board and connection profile for use therewith
NL8201051A (nl) Samenstel voor het vormen van een plafond.
NL1028021C2 (nl) Scheidingswand.
DK2575223T3 (en) Mounting box for hollow floor construction as well as a process for their fitting
KR200388497Y1 (ko) 높이조절식 마루틀
JP3146454U (ja) 排水板設置手段
CN220225918U (zh) 一种新型隔墙板及隔墙
CN2884631Y (zh) 用于屏风线路安装的线槽页及使用线槽页组成的线槽组件
EP2765256A1 (en) Raised Flooring System
NL1024320C2 (nl) Scheidingswand, wandelementen en wandcassettes voor een dergelijke scheidingswand.
NL2004950C2 (nl) Plafondrail.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
HC Change of name(s) of proprietor(s)

Owner name: BOHEMEN INVESTMENTS B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CHANGE OF OWNER(S) NAME; FORMER OWNER NAME: BOHEMEN BELEGGINGEN B.V.

Effective date: 20170504

PD Change of ownership

Owner name: KNAUF B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: BOHEMEN INVESTMENTS B.V.

Effective date: 20170504