NL2004008C2 - Vleesverwerkingsysteem. - Google Patents

Vleesverwerkingsysteem. Download PDF

Info

Publication number
NL2004008C2
NL2004008C2 NL2004008A NL2004008A NL2004008C2 NL 2004008 C2 NL2004008 C2 NL 2004008C2 NL 2004008 A NL2004008 A NL 2004008A NL 2004008 A NL2004008 A NL 2004008A NL 2004008 C2 NL2004008 C2 NL 2004008C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
conveyor
feed
discharge
supply
meat
Prior art date
Application number
NL2004008A
Other languages
English (en)
Inventor
Wilbert Hiddink
Erik Hendrikus Werner Peters
Andries Johan Martijn Kuijpers
Original Assignee
Stork Pmt
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Stork Pmt filed Critical Stork Pmt
Priority to NL2004008A priority Critical patent/NL2004008C2/nl
Priority to JP2012545881A priority patent/JP5795595B2/ja
Priority to ES10803165.9T priority patent/ES2436849T3/es
Priority to EP10803165.9A priority patent/EP2515662B1/en
Priority to PCT/NL2010/050863 priority patent/WO2011078664A1/en
Priority to DK10803165.9T priority patent/DK2515662T3/da
Priority to US13/514,246 priority patent/US9027731B2/en
Priority to BR112012015220-3A priority patent/BR112012015220B1/pt
Application granted granted Critical
Publication of NL2004008C2 publication Critical patent/NL2004008C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C21/00Processing poultry
    • A22C21/0053Transferring or conveying devices for poultry
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C17/00Other devices for processing meat or bones
    • A22C17/0093Handling, transporting or packaging pieces of meat
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G47/00Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
    • B65G47/22Devices influencing the relative position or the attitude of articles during transit by conveyors
    • B65G47/24Devices influencing the relative position or the attitude of articles during transit by conveyors orientating the articles
    • B65G47/248Devices influencing the relative position or the attitude of articles during transit by conveyors orientating the articles by turning over or inverting them
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G47/00Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
    • B65G47/52Devices for transferring articles or materials between conveyors i.e. discharging or feeding devices
    • B65G47/68Devices for transferring articles or materials between conveyors i.e. discharging or feeding devices adapted to receive articles arriving in one layer from one conveyor lane and to transfer them in individual layers to more than one conveyor lane or to one broader conveyor lane, or vice versa, e.g. combining the flows of articles conveyed by more than one conveyor
    • B65G47/71Devices for transferring articles or materials between conveyors i.e. discharging or feeding devices adapted to receive articles arriving in one layer from one conveyor lane and to transfer them in individual layers to more than one conveyor lane or to one broader conveyor lane, or vice versa, e.g. combining the flows of articles conveyed by more than one conveyor the articles being discharged or distributed to several distinct separate conveyors or to a broader conveyor lane

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Processing Of Meat And Fish (AREA)
  • Attitude Control For Articles On Conveyors (AREA)

Description

P29949NL00/MHR
VLEESVERWERKINGSYSTEEM
5 De uitvinding heeft betrekking op een vleesverwerkingsysteem omvattende een productiestation, een verwerkingsstation en een transportsysteem voor het transporteren van vleesproducten van het productiestation naar het verwerkingsstation.
Dergelijke vleesverwerkende systemen zijn bekend uit de stand der techniek. In de 10 vleesverwerkende industrie worden productielijnen gebruikt waarbij de vleesproducten van productiestations, bijvoorbeeld een station voor het oogsten van borstfilets van kippen, naar een verwerkingsstation, bijvoorbeeld voor het wegen en/of sorteren van borstfilets, worden getransporteerd met behulp van transportsystemen, in het bijzonder transportbanden.
Een probleem bij de huidige vleesverwerkingsystemen is dat productiestations en 15 verwerkingstations niet altijd optimaal op elkaar aansluiten. Bijvoorbeeld kan een productiestation zijn ingericht voor het produceren van een stroom vleesproducten op een transportband, waarbij de vleesproducten met een snijvlak naar beneden gekeerd op de transportband liggen. Een volgend verwerkingsstation is ingericht voor het visueel inspecteren van het snijvlak. Hiervoor is het echter nodig dat de vleesproducten met het 20 snijvlak naar boven gekeerd op de transportband liggen. Ook kan het bijvoorbeeld zijn dat een productiestation twee stromen vleesproducten genereert terwijl het verwerkingsstation slechts geschikt is voor het verwerken van een enkele stroom vleesproducten.
In de praktijk worden dergelijke compatibiliteitsproblemen veelal opgelost door een extra verwerkingsstation in de productielijn op te nemen. In een dergelijk verwerkingsstation 25 worden de vleesproducten handmatig opgepakt van een aanvoertransportband, en in de juiste stand teruggelegd op een afvoertransportband. Ook worden vleesproducten van meerdere aanvoertransportbanden handmatig overgedragen aan een enkele afvoertransportband, of visa versa. Dergelijke bekende oplossingen zijn ongewenst omdat het gebruik van mankracht hoge kosten met zich meebrengt en de kans op het optreden van 30 fouten in de verwerking relatief hoog is.
Het doel van de uitvinding is een verbeterd vleesverwerkingsysteem te verschaffen dat het probleem met betrekking tot de oriëntatie van vleesproducten, bij voorkeur van slachtdelen van gevogelte zoals kippen, bij voorkeur van borstfilets, ten minste gedeeltelijk 35 oplost. In het bijzonder is de uitvinding gericht op het verschaffen van een vleesverwerkingsysteem omvattende een transportsysteem dat het mogelijk maakt om een productiestation ingericht voor het produceren van vleesproducten met een bepaalde 2 oriëntatie aan te sluiten op een verwerkingsstation dat is ingericht voor het verwerken van een stroom vleesproducten met een oriëntatie die verschilt van die van de oriëntatie van de vleesproducten zoals die worden afgegeven door het productiestation.
5 Daartoe voorziet de uitvinding in een vleesverwerkingsysteem volgens conclusie 1.
Een dergelijk systeem omvat een productiestation, een verwerkingstation en een transportsysteem ingericht voor het transporteren van vleesproducten in een transportrichting langs een transportpad van het productiestation naar het verwerkingsstation. Het transportpad heeft een aanvoerdeel en een daarop volgend 10 afvoerdeel. Het aanvoerdeel omvat een aanvoertransportband en het afvoerdeel een afvoertransportband.
Het transportsysteem omvat ten minste een aanvoertransportband voor het transporteren van de vleesproducten langs een aanvoergedeelte van het transportpad en ten minste een afvoertransportband voor het transporteren van de vleesproducten langs een 15 afvoergedeelte van het transportpad. De aanvoertransportband voert vleesproducten aan met een door het productiestation bepaalde aanvoeroriëntatie ten opzichte van de transportrichting. De aanvoertransportband is ingericht voor het overdragen van de vleesproducten aan de afvoertransportband zodanig dat de afvoeroriëntatie, dat wil zeggen de oriëntatie van de vleesproducten ten opzichte van de transportrichting op de 20 afvoertransportband, verschilt van de aanvoeroriëntatie, dat wil zeggen de oriëntatie van de vleesproducten ten opzichte van de transportrichting op de aanvoertransportband.
Het transportsysteem is dus ingericht voor het veranderen van de oriëntatie van een stroom vleesproducten tijdens het transport. Op deze wijze wordt de oriëntatie waarin de vleesproducten worden aangeboden door het productiestation aangepast aan de oriëntatie 25 waarin de vleesproducten worden verwerkt in het verwerkingsstation.
Het verwerken van borstfilets van geslacht gevogelte, bijvoorbeeld kip, is bijvoorbeeld het inpakken in een verpakkingsschaal (en eventueel het dichtsealen van de schaal) van de borstfilet, het snijden van de borstfilet in reepjes of blokjes, het scannen van de borstfilet op bijvoorbeeld botsplinters en/of bloeduitstortingen, het wegen van de borstfilet, het met een 30 robotarm oppakken en in een verpakkingsschaal plaatsen van een borstfilet, het marineren van de borstfilet, etc. Om de bewerkingen door het verwerkingsstation mogelijk te maken dient de borstfilet veelal met een bepaalde oriëntatie te worden aangeboden aan het verwerkingsstation. Borstfilets worden bijvoorbeeld verpakt met de buitenkant naar boven zodat deze in de verpakkingsschaal door de transparante sealfolie zichtbaar is. De voor de 35 slacht naar de huid gekeerde buitenkant van de borstfilet is in vergelijking met de voor de slacht naar de borst gekeerde binnenkant van de borstfilet relatief egaal van kleur en textuur.
3
De buitenkant van de borstfilet is daardoor aantrekkelijker voor de consument dan de binnenkant van de borstfilet.
Voor het scannen van de borstfilets op botsplinters en bloeduitstortingen is het wenselijk dat de borstfilets met de binnenkant naar boven liggen. Voor het wegen is het 5 wenselijk dat de borstfilets per stuk worden aangeboden. Voor het snijden van de borstfilet is het wenselijk dat de borstfilet wordt aangeboden aan het verwerkingsstation met de brede kant voorlopend.
De productiestations geven de borstfilets af met een bepaalde oriëntatie. Deze oriëntatie komt niet altijd overeen met de gewenste oriëntatie van de borstfilet voor 10 verwerking in het volgende verwerkingsstation. De uitvinding maakt het mogelijk om een vleesverwerkingsysteem samen te stellen omvattende een productiestation en een verwerkingstation, waarbij het productiestation de vleesproducten aanbied met een oriëntatie anders dan de oriëntatie waarin de vleesproducten worden verwerkt door het verwerkingsstation.
15 In een vleesverwerkingsysteem volgens de uitvinding is dus geen extra verwerkingsstation nodig waarin de oriëntatie van de stroom vleesproducten handmatig wordt aangepast. Een vleesverwerkingsysteem volgens de uitvinding verwerkt vleesproducten daarmee op een efficiënte wijze, dat wil zeggen tegen lage kosten en met een geringe kans op fouten in de verwerking.
20 Bij voorkeur omvat een vleesverwerkingsysteem volgens de uitvinding een aanvoertransportband die is ingericht voor het veranderen van de oriëntatie van de door die aanvoertransportband aangevoerde vleesproducten door het omkeren van de vleesproducten zodanig dat de zijde van het vleesproduct die op de aanvoertransportband naar beneden is gekeerd op de afvoertransportband naar boven is gekeerd. Een dergelijk 25 systeem is bijzonder geschikt voor het omkeren van bijvoorbeeld borstfilets van slachtvogels. Borstfilets bezitten een binnenzijde waarmee zij tegen de romp van het dier liggen, en een buitenzijde die naar de huid van het dier is gekeerd. Nadat de borstfilets zijn losgemaakt, ook wel aangeduid met de vakterm “geoogst”, van het vogelkarkas dient de binnenzijde gecontroleerd te worden op botsplinters en bloeduitstortingen. Voor deze bewerking is het 30 wenselijk dat de borstfilet met de binnenkant naar boven lig zodat visuele inspectie van het binnenvlak van de borstfilet mogelijk is. De borstfilet wordt vervolgens veelal verpakt met de voor de consument meer aantrekkelijke huidkant naar boven. Het is dus zaak dat de borstfilet tijdens het proces ten minste een keer wordt omgekeerd. De langgerekte, flexibele vorm van de borstfilet alsmede het enigszins kleverige oppervlak maken dit een taak die 35 moeilijk snel en secuur met de hand is uit te voeren. Een vleesverwerkingsysteem volgens de uitvinding is bijzonder geschikt voor het op hoge snelheid produceren, inspecteren, keren en verwerken van borstfilets.
4
Bij voorkeur is de aanvoertransportband zodanig ingericht dat het oppervlak van de aanvoertransportband in stroomafwaartse richting geleidelijk kantelt dwars op de transportrichting, van een in hoofdzaak horizontale positie, voor het ondersteunen van een vleesproduct, naar een in hoofdzaak verticale positie voor het in zijwaartse richting 5 overdragen van het vleesproduct naar de afvoertransportband, zodanig dat de borstfilet kantelt om en as parallel aan de transportrichting.
In eerste uitvoering strekt de aanvoertransportband zich in hoofdzaak uit in het verlengde van de afvoertransportband en overlapt enigszins met de afvoertransportband.
Het gekantelde einde van de aanvoertransportband strekt zich uit naast de 10 afvoertransportband. Een dergelijke uitvoering is bijzonder geschikt wanneer de ruimte voor het opstellen van het transportsysteem beperkt is in de breedterichting. Doordat de aanvoertransportband overlapt met de afvoertransportband, en het gedeelte van de aanvoertransportband dat zich uitstrekt naast de afvoertransportband zich in hoofdzaak uitstrekt in verticale richting, is het geheel bijzonder smal. Een kleine voetafdruk is met name 15 voordelig in bijvoorbeeld slachterijen waar wordt gewerkt in geconditioneerde, bijvoorbeeld gekoelde ruimten, waar het aantal vierkante meters beperkt is.
In een alternatieve uitvoering overlapt de aanvoertransportband niet met de afvoertransportband, maar strekt de aanvoertransportband zich gedeeltelijk uit naast de afvoertransportband. Het oppervlak van de aanvoertransportband kantelt aan het einde van 20 het aanvoerdeel van het transportpad geleidelijk dwars op de transportrichting, van een in hoofdzaak horizontale positie voor het ondersteunen van een vleesproduct naar een gekantelde, in hoofdzaak verticale positie voor het overdragen van het vleesproduct in een richting in hoofdzaak dwars op de transportrichting aan de afvoertransportband. Doordat de aanvoertransportband in deze uitvoering niet overlapt met de afvoertransportband kunnen er 25 producten op de aanvoertransportband worden geplaatst stroomopwaarts van het punt waar de producten van de aanvoertransportband worden overgedragen aan de afvoertransportband. Een dergelijke uitvoering is dus bijzonder geschikt voor het combineren van twee productstromen in een productstroom.
De uitvinding voorziet zo in een vleesverwerkingsysteem omvattende een eenvoudig 30 transportsysteem voor het verbinden van een productiestation met een verwerkingsstation.
Het transportsysteem maakt het mogelijk om de uitvoeroriëntatie van een productiestation tijdens het transport van het productiestation naar het verwerkingstation aan te passen aan de invoeroriëntatie van een verwerkingsstation. Hierdoor is geen apart verwerkingsstation nodig waarin de oriëntatie bijvoorbeeld handmatig wordt aangepast. Het 35 transportsysteem is eenvoudig en daardoor te produceren en onderhouden tegen lage kosten.
5
In een verdere voorkeursuitvoering is een vleesverwerkingsysteem volgens de uitvinding voorzien van een productiestation ingericht voor het in hoofdzaak gelijktijdig produceren van een eerste en een tweede stroom vleesproducten, en een verwerkingsstation voor het verwerken van een enkele stroom vleesproducten.
5 Het vleesverwerkingsysteem omvat verder bij voorkeur een transportsysteem voorzien van een eerste aanvoertransportband volgens een van de hier genoemde uitvoeringsvoorbeelden en ten minste een tweede aanvoertransportband volgens het laatste hiervoor genoemde voorbeeld.
In een voorkeursuitvoering dragen de beide aanvoertransportbanden de 10 vleesproducten over aan een gemeenschappelijk afvoertransportband. De gemeenschappelijke afvoertransportband strekt zich uit in een afvoerrichting voor het transporteren van de door de aanvoertransportbanden aangevoerde vleesproducten langs een afvoergedeelte van het transportpad. Het aantal vleesproducten dat per tijdseenheid wordt afgevoerd door de afvoerband verschilt van het aantal vleesproducten dat per 15 tijdseenheid wordt aangevoerd over een enkele aanvoerband. De afvoerfrequentie van de afvoerband is gelijk aan de gecombineerde aanvoerfrequenties van de beide aanvoerbanden.
Een dergelijk vleesverwerkingsysteem is bijzonder geschikt voor het veranderen van de oriëntatie van de vleesproducten, bij voorkeur door het kantelen van de vleesproducten 20 om een as parallel aan de transportrichting, en het samenvoegen van een eerste en een tweede stroom vleesproducten in een enkele stroom vleesproducten. Het transportsysteem kan op eenvoudige wijze worden samengesteld uit transportbanden met een relatief simpele constructie, waardoor de kosten voor het vervaardigen van een dergelijk systeem laag zijn.
25 In een verdere voorkeursuitvoering voorziet de uitvinding in een vleesverwerkingsysteem omvattende een productiestation voor het oogsten van borstfilets van geslacht gevogelte, waarbij het productiestation is ingericht voor het in hoofdzaak gelijktijdig produceren van een eerste stroom van linker borstfilets en een tweede stroom van rechter borstfilets.
30 Het vleesverwerkingsysteem omvat een verwerkingsstation voor het verwerken van een enkele stroom van zowel linker als rechter borstfilets. Het vleesverwerkingsysteem omvat verder een transportsysteem ingericht voor het transporteren van de borstfilets in een transportrichting langs een transportpad van het productiestation naar het verwerkingsstation. Het transportsysteem omvat hiertoe een eerste en een tweede 35 aanvoertransportband, en een gemeenschappelijke afvoertransportband.
De eerste aanvoertransportband strekt zich uit in een aanvoerrichting voor het transporteren van de linker borstfilets langs een eerste aanvoergedeelte van het 6 transportpad met een door het productiestation bepaalde aanvoerfrequentie en aanvoeroriëntatie ten opzichte van de transportrichting.
De tweede aanvoertransportband strekt zich uit in een aanvoerrichting voor het transporteren van de rechter borstfilets langs een tweede aanvoergedeelte van het 5 transportpad met een door het productiestation bepaalde aanvoerfrequentie en aanvoeroriëntatie ten opzichte van de transportrichting.
De gemeenschappelijke afvoertransportband strekt zich uit in een afvoerrichting voor het transporteren van de door de aanvoertransportbanden aangevoerd borstfilets langs een afvoergedeelte van het transportpad.
10 De eerste en de tweede aanvoertransportband zijn ingericht voor het respectievelijk in een eerste en een tweede overdrachtlocatie aan de gemeenschappelijke afvoertransportband overdragen van de borstfilets waarbij de tweede overdrachtlocatie is gelokaliseerd stroomafwaarts van de eerste overdrachtlocatie. De borstfilets worden in zijwaartse richting, ten opzichte van de transportrichting, overgedragen aan de 15 afvoertransportband.
Bij voorkeur is ten minste een aanvoertransportband van het vleesverwerkend systeem zodanig uitgevoerd dat het transportvlak in stroomafwaartse richting geleidelijk kantelt dwars op de transportrichting van een gekantelde, in hoofdzaak horizontale positie voor het ondersteunen van een borstfilet naar een in hoofdzaak verticale positie voor het 20 overdragen van de borstfilet. De borstfilet wordt daarbij overgedragen aan de afvoertransportband in een richting in hoofdzaak dwars op de transportrichting. Door de hoek die het transportvlak van de aanvoertransportband maakt ten opzichte van het transportoppervlak van de afvoertransportband, dat zich in hoofdzaak in horizontale richting uitstrekt, kantelt de borstfilet tijdens de overdracht om en as die zich in hoofdzaak uitstrekt in 25 de transportrichting. Het vleesproduct kantel daarbij over een hoek van in hoofdzaak 180 graden, zodat de kant van het vleesproduct die op de aanvoertransportband naar beneden is gekeerd is op de afvoertransportband naar boven gekeerd.
Het voorzien van de aanvoertransportband van een transportoppervlak dat geleidelijk kantelt in de transportrichting maakt het mogelijk om op eenvoudige en efficiënte wijze de 30 borstfiles te kantelen tijdens het transport.
De afvoertransportband geeft de borstfilets af aan het verwerkingsstation met een afvoeroriëntatie die verschilt van de aanvoeroriëntatie op een aanvoertransportband en een afvoerfrequentie die verschilt van de aanvoerfrequentie van een aanvoertransportband.
35 Een vleesverwerkingsysteem voorzien van een productiestation ingericht voor het in hoofdzaak gelijktijdig produceren van een eerste en een tweede stroom borstfilet is volgens de uitvinding bij voorkeur voorzien van een splittertransportband voor het scheiden van de 7 geoogste borstfilets in een eerste stroom linker borstfilets en een tweede stroom rechter borstfilets. De splittertransportband omvat een linker transportband en een rechter transportband die zich beide uitstrekken van een opvanggebied waar de borstfilets uit de oogstmachine vallen, naar een overdrachtgebied, waar de borstfilets van de linker en rechter 5 transportband worden overgedragen aan respectievelijk de eerste en de tweede aanvoertransportband van het transportsysteem. De linker en rechter transportband liggen in het opvanggebied met de naar elkaar toegekeerde zijden tegen elkaar aan zodanig dat er geen of slechts weinig ruimte is tussen de transportbanden voor het opvangen van elkaar enigszins overlappende linker en rechter borstfilet. De linker en rechter transportband 10 verwijderen zich stroomafwaarts van het opvanggebied van elkaar waarbij de linker transportband de linker borstfilet en de rechter transportband de rechter borstfilet meevoert, zodanig dat overlappende borstfilets van elkaar worden gescheiden.
Bij voorkeur is het transportsysteem van een vleesverwerkingsysteem volgens de 15 uitvinding modulair uitgevoerd zodanig dat stations en transportsysteem onafhankelijk van elkaar kunnen worden vervangen voor het combineren van een bepaald type productiestation met verschillende verwerkingsstations en andersom. Bijvoorbeeld door dat de aanvoertransportbanden en de afvoertransportbanden aparte onderdelen zijn die kunnen worden gecombineerd in wisselende configuraties. Bijvoorbeeld kan een enkele 20 afvoertransportband afhankelijk van het gebruikte productiestation worden gecombineerd met een of met twee aanvoertransportbanden.
Een transportsysteem volgens de uitvinding omvat een transportpad voor het transporteren van de vleesproducten in een transportrichting. Het transportpad strekt zich uit van een productiestation naar een verwerkingsstation, en heeft een aanvoerdeel en een 25 daarop volgend afvoerdeel. Het aanvoerdeel omvat een aanvoertransportband en het afvoerdeel een afvoertransportband. De aanvoertransportband draagt de vleesproducten over aan de afvoertransportband zodanig dat de oriëntatie van de vleesproducten ten opzichte van de transportrichting wordt gewijzigd.
Het is mogelijk dat langs het aanvoerdeel van het transportpad een bewerking op de 30 vleesproducten wordt uitgevoerd. Zo kan er een bijvoorbeeld langs het aanvoerdeel zijn voorzien in een verwerkingsstation waar de vleesproducten tijdens het transport op een transportband visueel, met het oog of met behulp van een camera, worden geïnspecteerd op verkleuringen, en waarbij de verkleurde vleesproducten, door respectievelijk een mens of robot van de transportband worden genomen. Alleen de niet verkleurde vleesproducten 35 worden vervolgens door de aanvoertransportband overgedragen aan de afvoertransportband.
8
Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn weergegeven in de volgconclusies.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden 5 die in een tekening zijn weergegeven. In de tekening toont:
Fig. 1 een bovenaanzicht van een eerste vleesverwerkingsysteem volgens de uitvinding;
Fig. 2 een zijaanzicht van het vleesverwerkingsysteem uit fig. 1;
Fig. 3 een bovenaanzicht van een tweede vleesverwerkingsysteem volgens de 10 uitvinding;
Fig. 4 een zijaanzicht van het vleesverwerkingsysteem uit fig. 3;
Fig. 5 een bovenaanzicht van een derde vleesverwerkingsysteem volgens de uitvinding;
Fig. 6 een aanzicht in de richting van pijl B op een doorsnede langs de lijn AA van het 15 vleesverwerkingsysteem uit fig. 5;
Fig. 7 een aanzicht in de richting van pijl C op een doorsnede langs de lijn AA van het vleesverwerkingsysteem uit fig. 5;
Fig. 8 een bovenaanzicht van een alternatief transportsysteem vooreen vleesverwerkingsysteem volgens de uitvinding; 20 Fig. 9a, een vooraanzicht van een verder alternatief transportsysteem voor een vleesverwerkingsysteem volgens de uitvinding;
Fig. 9b een bovenaanzicht van het transportsysteem uit fig. 9a;
Fig. 10a een vooraanzicht van een verder alternatief transportsysteem voor een vleesverwerkingsysteem volgens de uitvinding; 25 Fig. 10b een bovenaanzicht van het transportsysteem uit fig. 10a;
Fig. 11 een zijaanzicht van een verder alternatief transportsysteem voor een vleesverwerkingsysteem volgens de uitvinding;
Fig. 12 een bovenaanzicht van een verder alternatief transportsysteem voor een vleesverwerkingsysteem volgens de uitvinding; en 30 Fig. 13 een bovenaanzicht van een verder alternatief transportsysteem voor een vleesverwerkingsysteem volgens de uitvinding.
Figuur 1 toont een bovenaanzicht van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een vleesverwerkingsysteem 1 volgens de uitvinding. Figuur 2 toont een zijaanzicht van hetzelfde 35 uitvoeringsvoorbeeld. Het vleesverwerkingsysteem 1 omvat een productiestation 2 voor het produceren van vleesproducten 8 en een verwerkingsstation 3 voor het verwerken de vleesproducten 8. Verder omvat het vleesverwerkingsysteem een transportsysteem 4 9 ingericht voor het transporteren van de vleesproducten 8 in een transportrichting 5 langs een transportpad van het productiestation 2 naar het verwerkingsstation 3.
Het transportsysteem 4 omvat een aanvoertransportband 6 die zich uitstrekt in een aanvoerrichting voor het transporteren van de vleesproducten 8 langs een aanvoergedeelte 5 10 van het transportpad met een door het productiestation 2 bepaalde aanvoerfrequentie en aanvoeroriëntatie ten opzichte van de transportrichting 5, en in het bijzonder ten opzichte van een transportvlak van de aanvoertransportband 6.
Het transportsysteem 4 omvat verder een afvoertransportband 7 die zich uitstrekt in een afvoerrichting voor het transporteren van de vleesproducten 8 langs een afvoergedeelte 10 11 van het transportpad met een door het transportsysteem 4 bepaalde afvoeroriëntatie ten opzichte de transportrichting 5.
Het transportpad van het vleesverwerkingstation 4 strekt zich aldus uit van het productiestation 2 tot in the verwerkingstation 3, en is opgedeeld in het aanvoergedeelte, aangegeven met dubbele pijl 10, en het afvoergedeelte, aangegeven met dubbele pijl 11.
15 De aanvoertransportband 6 is ingericht voor het transporteren van de vleesproducten 8 vanaf het productiestation 2 langs het aanvoergedeelte 10 van het transportpad. Aan het einde van het aanvoergedeelte 10 van het transportpad geeft de aanvoertransportband 6 de vleesproducten 8 over aan de afvoertransportband 7.
De afvoertransportband 7 is ingericht voor het overnemen van de vleesproducten 8 20 aangevoerd door de aanvoertransportband 6 en voor het transporteren van vleesproducten 8 langs het afvoergedeelte van het transportpad. Het transportvlak van de afvoertransportband strekt zich in hoofdzaak uit in een horizontaal vlak voor het opvangen en laten kantelen van het vleesproduct.
In de getoonde voorkeursuitvoering zijn de aanvoertransportband en de 25 afvoertransportband onderdeel van respectievelijk het productiestation en het verwerkingsstation. Dit heeft als voordeel dat het gehele systeem compact kan worden uitgevoerd, en de lengte van het transportpad tussen het productiestation en het verwerkingstation beperkt kan blijven.
In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld begint de aanvoertransportband 6 in het 30 productiestation 2 en eindigt de afvoertransportband voorbij het verwerkingstation 3. In een alternatieve uitvoering begint de aanvoertransportband voor het productiestation, en/of eindigt de afvoertransportband in het verwerkingsstation.
In een verder alternatieve uitvoering maken de aanvoertransportband en/of de afvoertransportband geen deel uit van respectievelijk het productiestation en het 35 verwerkingstation. De aanvoertransportband begint dan voorbij het productiestation en ontvangt de vleesproducten van aanvoermiddelen, zoals een transportband, van het productiestation. De afvoertransportband eindigt dan voor het verwerkingsstation en draagt 10 het de vleesproducten over aan bijvoorbeeld een tweede transportband die onderdeel uitmaakt van het verwerkingstation.
Het aanvoergedeelte 10 en het afvoergedeelte 11 van het transportpad eindigen en beginnen respectievelijk in een overdrachtlocatie, aangegeven met dubbele pijl 12. De 5 overdrachtlocatie 12 is het gebied waarin een vleesproduct 8 wordt overgegeven van de aanvoertransportband 6 aan de afvoertransportband 7. Aangezien de transportbanden overlappen, overlappen ook het aanvoerdeel 10 en het afvoerdeel 11 van het transportpad.
De aanvoertransportband 6 is ingericht voor het overdragen van de vleesproducten 8 aan de afvoertransportband zodanig dat de afvoeroriëntatie verschilt van de 10 aanvoeroriëntatie. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is de aanvoertransportband 6 ingericht voor veranderen van de oriëntatie van de door die aanvoertransportband 6 aangevoerd vleesproducten 8 door het omkeren van de vleesproducten om een horizontale as die zich uitstrekt parallel aan de transportrichting 5. De vleesproducten worden daarbij zodanig omgedraaid dat de zijde van het vleesproduct die op de aanvoertransportband 6 15 naar beneden was gekeerd op de afvoertransportband 7 naar boven is gekeerd.
Om het kantelen van de vleesproducten 8 helder weer te geven zijn de vleesproducten 8 in de figuur afgebeeld met een contrasterende boven en onderkant. Op de aanvoertransportband 6 liggen de vleesproducten met de gearceerde kant op het transportvlak van de transportband. Op de afvoertransportband 7 liggen de omgedraaide 20 vleesproducten 8 met de gearceerde kant naar boven gekeerd.
In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld overlapt de aanvoertransportband 6 daadwerkelijk de afvoertransportband 7. De aanvoertransportband 6 strekt zich in hoofdzaak uit in het verlengde van de afvoertransportband 7. Het gedeelte van de aanvoertransportband 6 dat overlapt met de afvoertransportband 7, gezien in bovenaanzicht, 25 maakt enigszins een bocht waardoor de aanvoerrichting van de aanvoertransportband 6 onder een hoek staat met de afvoerrichting van de afvoertransportband 7.
Het gedeelte van de aanvoertransportband 6 dat overlapt met de afvoertransportband 7 vormt een verbinding tussen het gedeelte van de aanvoertransportband 6 dat zich uitstrekt in het verlengde van de afvoertransportband 7 en een stroomafwaarts daarvan gelegen 30 gedeelte van de aanvoertransportband 6 dat zich uitstrekt naast de afvoertransportband 7. Het stroomafwaarts van de bocht gelegen gedeelte van de aanvoertransportband 6 strekt zich uit naast de afvoertransportband. De aanvoertransportband 6 is hier gekanteld ten opzichte van het gedeelte van de aanvoertransportband dat overlapt met de afvoertransportband 7.
35 De aanvoertransportband wordt gekeerd op een keerrol 14 met een rotatie-as 17 die zich uitstrekt in een in hoofdzaak verticale richting. De transportband keert vervolgens terug naar een keerrol 14 aan het begin van het eerste deel 10 van het transportpad. De rotatie-as 11 van deze keerrol strekt zich uit in een horizontale richting. Het gedeelte van de aanvoertransportband dat zich uitstrekt tussen de keerrollen en tijdens transport voortbeweegt in de aanvoerrichting is in de figuur aangegeven met 6A. Het gedeelte van de van de aanvoertransportband dat voortbeweegt in de richting tegenovergesteld aan de 5 aanvoerrichting is in de figuur aangegeven met 6B.
Zoals eerder opgemerkt produceert het productiestation 2 vleesproducten 8. De vleesproducten 8 vallen uit het productiestation op de aanvoertransportband 6 en worden door de transportband vervoerd over het aanvoerdeel 10 van het transportpad. Aan het einde van het aanvoerdeel 10 van het transportpad maakt de transportband een bocht, 10 waarbij de afvoertransportband 7 tevoorschijn komt van onder de aanvoertransportband 6. Het vleesproduct 8 wordt door de aanvoertransportband 6 meegevoerd waarbij het transportvlak geleidelijk aan kantelt dwars op de transportrichting. Daardoor neemt de grip van het vleesproduct op het transportvlak geleidelijk aan af. Op een gegeven moment is de grip van het vleesproduct op de transportband zo gering dat het vleesproduct zijdelings 15 richting de afvoertransportband glijdt. Het vleesproduct komt met de zijkant op het transportvlak van de afvoertransportband terecht en kantelt daardoor om een as, die zich in hoofdzaak uitstrekt in een richting parallel aan de transportrichting. Het vleesproduct 8 wordt zo omgekeerd en tegelijkertijd overgedragen aan de afvoertransportband 7. De afvoertransportband 7 voert het omgekeerde vleesproduct 8 vervolgens in de afvoerrichting 20 naar het verwerkingsstation 3. In het verwerkingstation 3 wordt de naar boven gekeerde zijde van het vleesproduct 8 vervolgens bijvoorbeeld geïnspecteerd op de aanwezigheid van botsplinters, bijvoorbeeld met behulp van een scanner.
Een dergelijk vleesverwerkingsysteem kan bijvoorbeeld worden gebruikt om een productiestation dat borstfilets afgeeft in een positie met de binnenkant naar boven gekeerd, 25 te combineren met een verpakkingsstation waarin de borstfiles worden verpakt met de tegenovergestelde, voor de consument aantrekkelijker, huidkant naar boven gekeerd.
Een voordeel van de hierboven beschreven aanvoertransportband, die zich in hoofdzaak in het verlengde van de afvoertransportband uitstrekt en hiermee aan het einde overlapt, is dat de configuratie met twee transportbanden in eikaars verlengde een zeer 30 smalle opstelling mogelijk maakt.
Figuur 3 toont een bovenaanzicht van een alternatief vleesverwerkingsysteem 101 volgens de uitvinding waarbij de ten minste enige aanvoertransportband 106 eveneens is ingericht voor het veranderen van de oriëntatie van de door die aanvoertransportband 35 aangevoerde vleesproducten 108 door het omkeren van de vleesproducten om een horizontale as die zich uitstrekt in hoofdzaak parallel aan de transportrichting 105. Figuur 4 toont een zijaanzicht van datzelfde uitvoeringsvoorbeeld.
12
Het vleesverwerkingsysteem is voorzien van een productiestation 102, een verwerkingsstation 103 en een transportsysteem 104 voor het transporteren van vleesproducten 108 van het productiestation 102 naar een verwerkingsstation 103. In tegenstelling tot het in figuur 1 en 2 getoonde vleesverwerkingsysteem is het in figuur 3 en 4 5 getoonde productiestation ingericht voor het in hoofdzaak gelijktijdig produceren van een eerste en een tweede stroom vleesproducten.
Het vleesverwerkingsysteem, in het bijzonder het transportsysteem, is daarom voorzien van een eerste aanvoertransportband 106 en een tweede aanvoertransportband 206. Beide aanvoertransportbanden strekken zich uit in een transportrichting 105, 205, voor 10 het transporteren van respectievelijk de eerste stroom vleesproducten en de tweede stroom vleesproducten langs een aanvoergedeelte van het transportpad 110, 210. De vleesproducten worden getransporteerd met een door het productiestation 102 bepaalde aanvoerfrequentie en aanvoeroriëntatie ten opzichte van de transportrichting en ten opzichte van een transportvlak van de respectievelijke aanvoertransportbanden 106, 206.
15 De beide aanvoertransportbanden dragen de vleesproducten over aan een gemeenschappelijk afvoertransportband 107 die zich uitstrekt in een afvoerrichting voor het transporteren van de door de aanvoertransportbanden 106, 206 aangevoerde vleesproducten 108, 208 langs een afvoergedeelte 109 van het transportpad met een door het transportsysteem bepaalde oriëntatie. De afvoeroriëntatie van een vleesproduct op de 20 afvoertransportband verschilt van de aanvoeroriëntatie op een aanvoertransportband.
Tevens verschilt de afvoerfrequentie van de afvoertransportband van de aanvoerfrequentie van een aanvoertransportband. De afvoerfrequentie van de afvoertransportband is gelijk aan de gecombineerde aanvoerfrequenties van de aanvoertransportbanden.
De aanvoertransportbanden voeren de producten aan met een aanvoer snelheid V1 25 en de afvoertransportband voert de producten af met een afvoersnelheid V2, die ten minste twee maal zo hoog is als de aanvoersnelheid V1. Hierdoor is de afvoertransportband in staat om de in twee stromen aangevoerde vleesproducten in een enkele stroom af te voeren. Het samenvoegen van twee of meer stromen vleesproducten is bijvoorbeeld voordelig wanneer het verwerkingsstation een weegstation is voor het wegen van individuele vleesproducten.
30 Een weegstation heeft over het algemeen een hoge capaciteit, maar is slechts in staat producten per stuk te wegen. Een weegstation kan dus maar een enkele stroom vleesproducten verwerken. Door het combineren van de twee aanvoerstromen in een enkele afvoerstroom kunnen de vleesproducten gewogen worden in een enkel weegstation en is het niet nodig twee weegstations naast elkaar op te stellen.
35 Het moge duidelijk zijn dat volgens deze oplossing verschillende in deze tekst geopenbaarde aanvoertransportbanden met elkaar kunnen worden gecombineerd voor het 13 overdragen van twee productstromen aan een gemeenschappelijke afvoertransportband die de vleesproducten in een enkele stroom vleesproducten afvoert.
Hierbij is het ook mogelijk dat de aanvoersnelheid van de aanvoertransportbanden overeenkomt met de afvoersnelheid van de gemeenschappelijke afvoertransportband. In een 5 dergelijke uitvoering is de aanvoerfrequentie van de aanvoertransportbanden zodanig dat met enige tussentijd een vleesproduct wordt afgeven aan de afvoertransportband. In die tussentijd draagt de andere aanvoertransportband dan een vleesproduct af aan de afvoertransportband, etc. Het bepalen van aan- en afvoersnelheden en de onderlinge afstand tussen de vleesproducten voor het afstemmen van de aan- en afvoerfrequenties van 10 de transportbanden zodanig dat twee, of meer, productstromen kunnen worden samengevoegd in een enkele productstroom wordt geacht binnen het bereik van de vakman te liggen.
Hieronder worden de twee in figuur 3 en 4 getoonde aanvoertransportbanden verder 15 besproken.
De eerste aanvoertransportband 106 strekt zich aan het einde van het aanvoergedeelte 110 van het transportpad uit langs de afvoertransportband 107. Het einde van het aanvoerdeel van het transportpad overlapt dus met het begin van het afvoerdeel van het transportpad. Dit overdrachtsgebied is aangegeven met de dubbele pijl 111.
20 Aan het einde van het aanvoergedeelte van het transportpad kantelt het oppervlak van de aanvoertransportband 106 geleidelijk dwars op de transportrichting. Het oppervlak kantelt van een in hoofdzaak horizontale positie voor het ondersteunen van een vleesproduct 108 naar een gekantelde, in de getoonde voorkeursuitvoering in hoofdzaak verticale, positie voor het overdragen van het vleesproduct 108, in een richting in hoofdzaak dwars op de 25 transportrichting 105, aan de afvoertransportband 107. Het vleesproduct 108 kantelt tijdens de overdracht van de aanvoertransportband 106 naar de afvoertransportband 107 om een as in hoofdzaak parallel aan de transportrichting 105.
Om het vleesproduct volledig te kantelen, kantelt het transportvlak van de aanvoertransportband ten opzichte van het transportoppervlak van de afvoertransportband 30 zodanig dat de het vleesproduct bij de overdracht met zijn zijkant op de aanvoertransportband terecht komt, vervolgens omvalt richting de afvoertransportband en daardoor kantelt om een as parallel aan de transportrichting.
Bij voorkeur is de wrijvingscoëfficiënt tussen het oppervlak van de aanvoertransportband en het vleesproduct zodanig dat het vleesproduct pas van de 35 aanvoertransportband afglijdt wanneer het transportoppervlak aanzienlijk is gekanteld ten opzichte van het transportoppervlak van de afvoertransportband. De kinetische energie van 14 het naar beneden glijdende vleesproduct bevordert het kantelen van het vleesproduct wanneer het in contact komt met de afvoertransportband.
Proefondervindelijk is vastgesteld dat bij bepaalde vleesproducten zoals borstfilets van gevogelte zoals kip en kalkoen, dit effect kan worden bereikt met transportbanden 5 voorzien van een relatief glad oppervlak.
In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is de eerste aanvoertransportband voorzien van een optionele schraper 113. De schraper heeft als doel om vleesproducten die niet tijdig van de aanvoertransportband loskomen en richting de afvoertransportband glijden los te maken van de aanvoertransportband zodat ze alsnog richting afvoertransportband glijden. De 10 schraper is strekt zich uit over het oppervlak van de aanvoertransportband, zodanig dat een vleesproducten dat aan de aanvoertransportband blijft “kleven” over de schraper wordt bewogen. De schraper verbreekt het contact tussen vleesproduct en aanvoertransportband waardoor het vleesproduct wordt overgedragen aan de afvoertransportband.
Het gedeelte van de aanvoertransportband dat zich uitstrekt tussen de keerrollen en 15 tijdens het transport voortbeweegt in de aanvoerrichting is in de figuur aangegeven met 106A. Het gedeelte van de van de aanvoertransportband dat voortbeweegt in de richting tegenovergesteld aan de aanvoerrichting is in de figuur aangegeven met 106B.
Het hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeeld van een aanvoertransportband die zich uitstrekt parallel aan de afvoertransportband, heeft als voordeel dit principe aan 20 weerszijden van een afvoerband kan worden toegepast. De oplossing kan dus flexibel worden toegepast, en bijvoorbeeld worden gebruikt om een eerste en een tweede aanvoerstroom van links en van rechts aan een gemeenschappelijke afvoertransportband toe te voegen.
25 De tweede aanvoertransportband 206 is eveneens ingericht voor het veranderen van de oriëntatie van de door die aanvoertransportband aangevoerd vleesproducten door het omkeren van de vleesproducten zodanig dat de zijde van het vleesproduct dat op de aanvoertransportband naar beneden was gekeerd op de afvoertransportband naar boven is gekeerd. In tegenstelling tot de hiervoor beschreven oplossingen worden de vleesproducten 30 echter gekanteld om een horizontale as die zich uitstrekt dwars op de transportrichting.
Aan het einde van het aanvoergedeelte 210 van het transportpad strekt het transportvlak van de aanvoertransportband 206 zich zodanig uit dat de aanvoertransportrichting in het verlengde ligt van de afvoertransportrichting aan het begin van het afvoerdeel van het transportpad. Het transportvlak van de aanvoertransportband 206 35 is op een zodanige hoogte gepositioneerd boven het transportvlak van die afvoertransportband 107, dat een aangevoerd vleesproduct 208 tijdens de val van de aanvoertransportband naar de afvoertransportband omdraait om een as dwars op de 15 transportrichting. In een dergelijke opstelling wisselen dus ook het voorlopende en achterlopende deel van het vleesproduct.
Het voordeel van deze aanvoertransportband is dat gebruik kan worden gemaakt van een eenvoudige transportband met aan de uiteinden keerrollen die zich parallel aan elkaar 5 uitstrekken. Dergelijke transportbanden zijn eenvoudig te vervaardigen en dus goedkoop. Bovendien maakt de plaatsing van de aanvoertransportband in het verlengde van de afvoertransportband een compacte opstelling mogelijk.
Op basis van de hiervoor gegeven beschrijving is het de vakman duidelijk dat de 10 geopenbaarde aanvoertransportbanden in verschillende combinaties en configuraties kunnen worden gebruikt. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om de in figuur 3 en 4 getoonde aanvoertransportbanden afzonderlijk te gebruiken met een afvoertransportband, overeenkomstig het vleesverwerkingsysteem getoond in figuur 1 en 2.
Ook is het bijvoorbeeld mogelijk om de in figuur 1 en 2 getoonde 15 aanvoertransportband te combineren met het vleesverwerkingsysteem getoond in figuur 3 en 4. Een dergelijk systeem combineert dan drie aanvoertransportbanden met een gezamenlijke afvoertransportband. In een dergelijk systeem kan de derde aanvoertransportband de vleesproducten afgeven in een locatie stroomafwaarts van het overdrachtslocaties van de eerste en tweede aanvoertransportbanden. Bijvoorkeur is de aanvoersnelheid van de drie 20 aanvoertransportbanden gelijk en is de afvoersnelheid van de afvoertransportband in hoofdzaak drie keer zo hoog als de aanvoersnelheid.
Een dergelijke combinatie heeft als voordeel dat drie productstromen in een zeer compacte opstelling kunnen worden samengevoegd tot een enkele productstroom. Op deze wijze kan een bijvoorbeeld een verwerkingstation voor het wegen van een enkele stroom 25 vleesproducten worden gebruikt in combinatie met een productiestation dat tegelijkertijd drie stromen vleesproducten produceert, of bijvoorbeeld met een eerste productiestation dat twee productstromen produceert en een tweede productiestation dat een enkele productstroom produceert.
30 Een verdere configuratie van het transportsysteem wordt getoond in figuren 8-13.
Figuur 8 toont een transportsysteem 800 omvattende een aanvoertransportband 801, een afvoertransportband 802, en een overdrachtstransportband 805. Het transportsysteem 800, in het bijzonder de overdrachtstransportband 805, is ingericht voor het overdragen van de vleesproducten 804 van de aanvoertransportband 801 aan de afvoertransportband 802 35 zodanig dat de afvoeroriëntatie verschilt van de aanvoeroriëntatie ten opzichte van de transportrichting. De transportrichting is aangegeven met pijlen 803.
16
De overdrachtstransportband 805 is voorzien van een transportvlak, bij voorkeur gevormd door aangedreven rollen, voor het ondersteunen van vleesproducten en voor het transporteren van die vleesproducten in een transportrichting. Het begin en het einde van het transportvlak van de overdrachtstransportband staan onder een hoek van vijfenveertig 5 graden met de transportrichting. Door deze configuratie van de overdrachtstransportband worden de vleesproducten door het transportsysteem verdraaid over een hoek van 90 graden om een verticale as, i.e. een as loodrecht op het transportoppervlak. In het getoonde voorbeeld strekken de vleesproducten 804 op de aanvoertransportband 801 zich uit dwars op de transportrichting, en op de afvoertransportband 803 parallel aan de transportrichting.
10 Een dergelijk transportsysteem is bijvoorbeeld bijzonder geschikt voor het verbinden van een productiestation waarin borstfilets van gevogelte worden geproduceerd, en een verwerkingsstation waarin de borstfilets vervolgens worden gesneden.
De uitvoer van dergelijke productiestations sluit veelal niet aan op de invoer van een dergelijk verwerkingsstation. De linker en rechter borstfilet van gevogelte worden veelal 15 tegelijkertijd van het karkas losgemaakt, en aan een transportband afgegeven. In het getoonde voorbeeld worden de borstfilets paarsgewijs aan de transportband afgegeven, zodanig dat ze zich uitstrekken dwars op de transportrichting.
Verwerkingsstations voor het snijden borstfilets zijn veelal ingericht voor het snijden van de borstfilets in de lengterichting, waarbij de messen bij voorkeur aangrijpen op het 20 breedste deel van de borstfilet.
Het in figuur 8 getoonde transportsysteem is ingericht voor het transporteren van de borstfilets van een productiestation naar een verwerkingsstation, waarbij de borstfilets worden verdraaid over een hoek van 90 graden. Borstfilets met een zodanige aanvoeroriëntatie dat ze zich uitstrekken dwars op de transportrichting worden door het 25 systeem verdraaid zodanig dat de borstfilets zich op de afvoertransportband uitstrekken parallel aan de transportrichting, bij voorkeur met hun breedste deel voorlopend. De borstfilets worden zo in optimale positie afgegeven aan een verwerkingsstation waar de borstfilets worden gesneden.
In een alternatieve uitvoering van het in figuur 8 getoonde transportsysteem begint 30 en/of eindigt het transportvlak onder een hoek anders dan vijfenveertig graden met de transportrichting. Bijvoorbeeld voor het verdraaien van een vleesproduct over een hoek van 45 graden om een verticale as, kunnen het begin en het einde van het transportvlak zich uitstrekken onder een hoek met de transportrichting van respectievelijk 22,5 en 22,5 graden of 45 en 0 graden.
35 Een dergelijk transportsysteem kan op eenvoudige wijze worden samengesteld uit een combinatie van twee standaard typen transportbanden en een, voor de gewenste overdracht specifieke, overdrachtstransportband. Het transportvlak van de 17 overdrachtstransportband wordt bij voorkeur gedefinieerd door aangedreven rollen, maar kan bijvoorbeeld ook worden gedefinieerd door een transportband.
Figuren 9a-10b tonen variaties op het in figuren 3 en 4 getoonde uitvoeringsprincipe waarbij het transportvlak van de aanvoertransportband op een zodanige hoogte is 5 gepositioneerd boven het transportvlak van een afvoertransportband dat een aangevoerd vleesproduct van de aanvoertransportband naar beneden op de afvoertransportband valt. De afstand waarover het vleesproduct valt is daarbij zodanig dat tijdens de val van de aanvoertransportband naar de afvoertransportband het vleesproduct omdraait over een hoek van 180 graden om een as dwars op de transportrichting.
10 De in figuren 9a-10b getoonde transportsystemen 900, 910 omvatten een aanvoertransportband 901, 911, en een afvoertransportband 902,912 voor het transporteren van vleesproducten 904,614 in een transportrichting, aangegeven met een pijl 903, 913. De aanvoertransportband en de afvoertransportband zijn ten opzichte van elkaar opgesteld onder een hoek van 90 graden. Het transportvlak van de aanvoertransportband en de 15 afvoertransportband wordt gedefinieerd door bijvoorbeeld aangedreven rollen of een transportband. Het transportvlak van de aanvoertransportband eindigt boven het transportvlak van de afvoertransportband zodat een product van de aanvoertransportband op de afvoertransportband valt. De aanvoertransportbanden zijn op een zodanige hoogte ten opzichte van de afvoertransportbanden opgesteld dat een aangevoerd vleesproduct tijdens 20 de val van de aanvoertransportband naar de afvoertransportband omdraait.
In vergelijking met de oriëntatie van de vleesproducten op de aanvoertransportband, zijn de vleesproducten op de afvoertransportband niet alleen verdraaid over een hoek van 180 om een as dwars op de transportrichting, maar ook over een hoek van 180 graden om een as loodrecht op het transportvlak.
25 Door de transportbanden op deze wijze op te stellen kan met behulp van standaard typen transportbanden een eenvoudig transportsysteem worden ingericht voor het kantelen en verdraaien van vleesproducten ten opzichte van de transportrichting.
Figuren 11-13 tonen uitvoeringsvoorbeelden van transportsystemen 1000-1020 die 30 kunnen worden toegepast vleesverwerkingsysteem volgens de uitvinding. De transportsystemen 1000-1020 omvatten een aanvoerband 1001,1011,1021 voorzien van een beweegbaar element 1004,1014,1024, en twee afvoertransportbanden 1002,1003,1012,1013,2033,1023. Het beweegbare element van de aanvoertransportband functioneert als een wissel die het mogelijk maakt om de aangevoerde producten over twee 35 afvoertransportbanden te verdelen. De stand van het beweegbare element wordt aangestuurd door een controle systeem dat deel uitmaakt van het vleesverwerkingsysteem.
18
De producten worden door het transportsysteem getransporteerd in een transportrichting, aangegeven met een pijl 1006, 1016, 1026.
In het in figuur 11 in zijaanzicht getoonde transportsysteem 1000 is een aanvoertransportband 1001 gecombineerd met twee afvoertransportbanden 1002, 1003. De 5 twee afvoertransportbanden zijn boven elkaar gepositioneerd. De aanvoertransportband 1001 is voorzien van een scharnierbaar onderdeel 1004, dat scharnierbaarom een horizontale as dwars op de transportrichting is opgehangen. De aanvoertransportband kan via het beweegbare gedeelte de aangevoerde producten overdragen aan de eerste transportband 1002 of de tweede afvoertransportband 1003.
10 Een transportsysteem als getoond in figuren 11-13 is geschikt voor het verdelen van een stroom van producten met een aanvoerfrequentie van Vx over twee afvoertransportbanden met een afvoerfrequentie van een half Vx. Het transportsysteem kan zo een hoge snelheid productiestation verbinden met twee lage snelheid verwerkingstations.
Figuren 12 en 13 tonen een bovenaanzicht van transportsystemen 1010, 1020 die 15 zijn ingericht voor het verdelen van een enkele stroom producten over twee afvoerstromen.
In tegenstelling tot het in figuur 10 getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn de afvoertransportbanden naast elkaar gelegen.
De aanvoertransportband 1011 is in figuur 12 voorzien van een beweegbaar deel 1014 dat scharnierbaar is opgehangen om een ten opzichte van het transportvlak verticale 20 as. De aanvoertransportband functioneert zo als een wissel.
De aanvoertransportband 1021 in figuur 13 is voorzien van een in het horizontale vlak transleerbaar deel 1024. De aanvoertransportband functioneert zo eveneens als een wissel.
Het beweegbare deel van de aanvoertransportband wordt aangestuurd door een controle systeem. Het transportsysteem is op deze wijze ingericht voor het verdelen van een 25 enkele stroom producten over twee afvoertransportbanden.
Door het omdraaien van de transportrichting in de in fig. 11-13 getoonde voorbeelden kan het getoonde principe worden toegepast voor het combineren van een eerste en een tweede stroom producten in een enkele stroom producten.
De hiervoor beschreven transportsystemen kunnen onderling worden gecombineerd 30 in vleesverwerkingsystemen om bepaalde productiestations waarvan de uitvoerfrequentie en/of oriëntatie van de producten niet aansluit op die van het verwerkingstations op elkaar aan te sluiten zonder dat de producten handmatig hoeven te worden overgedragen en/of geheroriënteerd.
35 In een voorkeursuitvoering van een vleesverwerkingsysteem volgens de uitvinding is het transportsysteem modulair uitgevoerd zodanig dat stations en transportsysteem 19 onafhankelijk van elkaar kunnen worden vervangen voor het combineren van een bepaald type productiestation met verschillende verwerkingsstations en andersom.
Bijvoorbeeld kunnen de verschillende typen aanvoertransportbanden zodanig worden uitgevoerd dat ze allen te combineren zijn met een type afvoertransportband. Door het 5 samenstellen van een transportsysteem op basis van de een of meer aanvoertransportbanden met die afvoertransportband kunnen dan verschillende oplossingen worden geboden voor het aansluiten van een productiestation op een verwerkingstation. Bijvoorbeeld voor het omkeren van vleesproducten kan worden gekozen voor een aanvoertransportband die is opgesteld in het verlengde van de afvoertransportband, of een 10 aanvoertransportband die gedeeltelijk parallel aan de afvoertransportband wordt opgesteld. Ook kan afhankelijk van de gewenste oriëntatie van de vleesproducten een bepaald transportsysteem worden samengesteld.
Ook kunnen de aanvoertransportbanden zijn ingericht voor het opnemen van vleesproducten van standaard typen aanvoertransportbanden, en de afvoertransportbanden 15 voor het overdragen van vleesproducten op standaard typen transportbanden.
In een voorkeursuitvoering is het vleesverwerkingsysteem volgens de uitvinding voorzien van een productiestation ingericht voor het oogsten van borstfilets van geslacht gevogelte. In een verdere voorkeursuitvoering is een vleesverwerkingsysteem volgens de 20 uitvinding voorzien van productiestation ingericht voor het in hoofdzaak parallel produceren van een eerste stroom linker borstfilets en een tweede stroom rechter borstfilets van gevogelte zoals kippen of kalkoenen. Het vleesverwerkingsysteem is voorzien van een eerste aanvoertransportband voor het transporteren van de linker borstfilets, een tweede aanvoertransportband voor het transporteren van de rechter borstfilets en een 25 gemeenschappelijk afvoertransportband voor het transporteren van de linker en rechter borstfilets.
De eerste en de tweede aanvoertransportband zijn ingericht voor het respectievelijk in een eerste en een tweede overdrachtlocatie aan de gemeenschappelijke afvoertransportband overdragen en tegelijkertijd omkeren van de borstfilets, zodanig dat de 30 afvoertransportband de borstfilets afgeeft aan het verwerkingsstation met een afvoeroriëntatie die verschilt van de aanvoeroriëntatie die verschilt van de aanvoerfrequentie van de respectievelijke aanvoertransportbanden.
Een aanvoertransportband en de afvoertransportband kunnen bijvoorbeeld zijn uitgevoerd zoals het uitvoeringsvoorbeeld afgebeeld in figuur 1 en 2. De tweede 35 aanvoertransportband kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als de tweede aanvoertransportband getoond in figuur 3 en 4, waarbij de aanvoertransportband is opgesteld parallel aan de eerste transportband en boven de eerste aanvoertransportband, zodanig dat de aangevoerde 20 vleesproducten van deze aanvoertransportband op de afvoertransportband vallen in een overdrachtlocatie stroomafwaarts van de overdrachtslocatie waarin de eerste aanvoerband de vleesproducten overdraagt aan de afvoertransportband.
5 Figuur 5 toont een voorkeuruitvoering van een vleesverwerkingsysteem volgens de uitvinding, omvattende een systeem voor het gelijktijdig oogsten van borstfilets. Een dergelijk systeem is bijvoorbeeld bekend uit NL1030671 en wordt verhandeld onder de naam “FHF systeem”.
Een dergelijk vleesverwerkingsysteem is ingericht voor het oogsten van borstfilets 10 van geslacht gevogelte, zoals kippen, kalkoenen, eenden, etc. In het productiestation worden de linker en rechter borstfilet gelijktijdig losgemaakt van het karkas. De linker en rechter borstfilets vallen op een transportband om te worden vervoerd naar een verwerkingsstation. Bij voorkeur worden de borstfilets met behulp van een schraper losgesneden van het karkas, maar ze kunnen ook van het karkas worden losgetrokken of losgesneden. Beide borstfilets 15 vallen vervolgens naar beneden op een transportband die de borstfilets vervoert voor verdere verwerking, bijvoorbeeld naar een verpakkingsstation waar de borstfilets per stuk of met meerderen tegelijk worden verpakt in een komvormige bak die wordt afgesloten met een doorzichtige folie.
Voordat de borstfilets worden verpakt worden zij meestal nog geïnspecteerd op de 20 aanwezigheid van botsplinters en gewogen. Het inspecteren op botsplinters vindt plaats in een inspectiestation. In het inspectiestation wordt het binnenvlak van de borstfilet, dat is het vlak van de borstfilet dat is losgemaakt van het karkas, onderworpen aan een visuele inspectie. De inspectie kan worden verricht door een persoon of bijvoorbeeld met behulp van een camera. Die borstfilets waarin nog botsplinters aanwezig zijn worden weggenomen uit 25 de productstroom en apart verwerkt.
De goedgekeurde borstfilets worden vervolgens naar een weegstation getransporteerd waar ze worden gewogen. Deze informatie wordt vervolgens op de verpakking afgedrukt en/of gebruikt voor het batchen van de borstfilets, zodat porties borstfilets met een bepaald gecombineerd gewicht gezamenlijk kunnen worden verpakt.
30 Figuur 5 toont schematisch een dergelijk vleesverwerkingsysteem 301 omvattende een productiestation 302 voor het oogsten van borstfilets 308, 408 van geslacht gevogelte, waarbij het productiestation 302 is ingericht voor het in hoofdzaak gelijktijdig produceren van een eerste stroom linker borstfilets 308 en een tweede stroom rechter borstfilets 408. Figuur 6 toont een aanzicht in de richting van pijl B op een doorsnede langs de lijn AA van het 35 vleesverwerkingsysteem uit fig. 5 en figuur 7 toont een aanzicht in de richting van pijl C op een doorsnede langs de lijn AA.
21
Het vleesverwerkingsysteem 301 omvat een transportsysteem 304 ingericht voor het transporteren van de borstfilets 308, 408 in een transportrichting 305, 405 langs een transportpad van het productie station 302 naar een weegstation 303. Het transportsysteem 304 omvat een splitter 500, een daarop aansluitende eerste aanvoertransportband 306 en 5 tweede aanvoertransportband 406, die beide aansluiten op een gezamenlijke afvoertransportband 307.
De eerste aanvoertransportband komt overeen met de aanvoertransportband van het vleesverwerkingsysteem getoond in figuren 1 en 2. De tweede aanvoertransportband komt overeen met een van de aanvoertransportbanden van het vleesverwerkingsysteem getoond 10 in figuren 3 en 4.
De linker en rechter borstfilet vallen op de linker en rechter transportband van de splitter. De transportbanden bewegen stroomafwaarts uit elkaar om zo de borstfilets af te voeren naar aparte transportbanden. De linker borstfilets worden van de splitter 500 overgedragen aan de eerste aanvoertransportband 307, en de rechter borstfilets aan de 15 tweede aanvoertransportband 407. Deze transportbanden strekken zich respectievelijk uit in een eerste aanvoerrichting en een tweede aanvoerrichting voor het transporteren van respectievelijk de linker en de rechter borstfilets langs een aanvoergedeelte van het transportpad. De aanvoertransportbanden transporteren de borstfilets met een aanvoersnelheid V1 en een door het productiestation bepaalde aanvoerfrequentie en 20 aanvoeroriëntatie ten opzichte van de transportrichting.
De gemeenschappelijke afvoertransportband 307 strekt zich uit in een afvoerrichting voor het transporteren van de door de aanvoertransportbanden 306, 406 aangevoerd borstfilets 308, 408 langs een afvoergedeelte van het transportpad met een afvoersnelheid V2, gelijk aan 2x de aanvoersnelheid van de afzonderlijk aanvoertransportbanden.
25 De aanvoertransportbanden zijn verder ingericht voor het omkeren van de borstfilets, waarbij de afvoeroriëntatie van de borstfilets ten opzichte van de transportrichting van de afvoertransportband 307 gewijzigd wordt ten opzichte van de aanvoeroriëntatie van de borstfilets ten opzichte van het transportvlak van de aanvoertransportbanden 306, 406.
In het vleesverwerkingsysteem volgens de uitvinding zijn de eerste en de tweede 30 aanvoertransportband 306, 307 verder ingericht voor het respectievelijk in een eerste en een tweede overdrachtlocatie aan de gemeenschappelijke afvoertransportband overdragen en tegelijkertijd omkeren van de borstfilets, waarbij de afvoersnelheid V2 van de afvoertransportband twee keer zo hoog is als de aanvoersnelheid V1 van de aanvoertransportband. De tweede overdrachtlocatie is gelokaliseerd stroomafwaarts van de 35 eerste overdrachtlocatie.
Door de hogere snelheid van de afvoertransportband 307 ten opzichte van de aanvoertransportband 306, is de onderlinge afstand tussen de linker borstfilets 308 na de 22 overdracht aan de afvoertransportband 307 groter dan op de aanvoertransportband 306.
Door de hogere transportsnelheid van de afvoertransportband lopen de linker borstfilets ook uit ten opzichte van de borstfilets op de aanvoertransportbanden. Hierdoor wordt het mogelijk de rechter borstfilets tussen de linker borstfilets op de afvoertransportband te 5 plaatsen.
De overdrachtlocatie voor de overdracht van de rechter borstfilets 408 aan de afvoertransportband 308 is zodanig gepositioneerd dat de rechter borstfilets tussen de linker borstfilets worden geplaatst en er een enkele stroom van afwisselend linker en rechter borstfilets ontstaat. Van de borstfilets op de afvoertransportband verschilt afvoeroriëntatie 10 van de aanvoeroriëntatie op de aanvoertransportband en de afvoerfrequentie van de aanvoerfrequentie van de aanvoertransportband.
In figuur 5 is het productiestation 302 ingericht voor het produceren van een eerste stroom linker borstfilets 308 en een tweede stroom rechter borstfilets 408. De geoogste linker 15 en rechter borstfilet vallen vrijwel tegelijkertijd naar beneden op een linker en rechter transportband 501, 502, met het binnenvlak naar beneden. De borstfilets zijn niet fysiek met elkaar verbonden maar vallen zo dicht op elkaar naar beneden dat ze meestal gedeeltelijk overlappen wanneer ze eenmaal op bijvoorbeeld een transportband liggen. De borstfilets moeten van elkaar geschieden worden zodat ze apart kunnen worden getransporteerd en 20 verwerkt. Doordat de borstfilets een oppervlak hebben met een hoge wrijvingscoëfficiënt is het niet eenvoudig om overlappende borstfilets van elkaar te scheiden. Een splitterband is echter bijzonder geschikt voor het scheiden van geoogste linker en rechter borstfilets.
Voor de duidelijkheid is in de figuren een zijde van de borstfilets die oorspronkelijk richting de huid was gekeerd gearceerd weergegeven, en is het binnenvlak waarlangs de 25 borstfilet is losgesneden niet gearceerd weergegeven. De borstfilets vallen uit de FHF inrichting met de huidkant naar boven gekeerd en het binnenvlak naar benden gekeerd.
Door het gelijktijdig oogsten van de borstfilets komt het voor dat de borstfilets enigszins overlappend door de oogstmachine worden afgegeven. Om de borstfilets gescheiden te kunnen verwerken is het productiestation bij voorkeur voorzien van een 30 splittertransportband 500 voor het scheiden van de geoogste borstfilets in een eerste stroom linker borstfilets 308 en een tweede stroom rechter borstfilets 408. De splittertransportband 500 omvat een linker transportband 501 en een rechter transportband 502, die zich beide uitstrekken van een opvanggebied waar de borstfilets uit de oogstmachine vallen, naar een overdrachtgebied, waar de borstfilets worden overgedragen aan het transportsysteem.
In het opvanggebied onder de oogstmachine liggen de transportbanden van de splitterband met de naar elkaar toegekeerde zijden tegen elkaar aan, zodanig dat er geen of 35 23 slechts weinig ruimte is tussen de transportbanden, voor het opvangen van elkaar enigszins overlappende linker en rechter borstfilets. De linker borstfilet 308 valt op de linker transportband 501 en de rechter borstfilet 408 valt op de rechter transportband 502. De borstfilets komen meestal zo terecht dat ze gedeeltelijk met elkaar overlappen. Om 5 overlappende borstfilets van elkaar te scheiden verwijderen de transportbanden zich in stroomafwaartse richting van elkaar, zodat ze de linker en de rechter borstfilet van elkaar trekken. De linker transportband voert de linker borstfilet mee, en de rechter transportband voert de rechter borstfilet mee, zodanig dat de twee borstfilets van elkaar worden gescheiden. De borstfilets kunnen nu geschieden van elkaar worden verwerkt.
10 In de getoonde voorkeursuitvoering zijn de transportbanden van de splitter langs de naar elkaar toegekeerde zijde voorzien van optionele pinnen 503 die aangrijpen op de borstfilets. De pinnen vergroten de frictie tussen transportband en borstfilet, en verkleinen en zo de kans dat een of zelfs beide borstfilets tijdens het scheiden van de transportbanden afglijden en tussen de twee transportbanden in terecht komt. In een verdere 15 voorkeursuitvoering is ook het transportoppervlak van beide transportbanden voorzien van een structuur, bijvoorbeeld meerdere pinnen die zich uistrekken ten opzichte van het transportvlak, en die de grip op de borstfilets vergroten.
In het in figuur 5 getoonde uitvoeringsvoorbeeld worden de linker en rechter borstfilets van de transportbanden 501,502 van de splitter 500 overgedragen aan 20 respectievelijk de eerste aanvoertransportband 306 en de tweede aanvoertransportband 406.
De transportbanden van de splitter zijn gepositioneerd boven de eerste en tweede aanvoertransportband zodat de borstfilets van de splitter naar beneden vallen. De hoogte, alsmede de transportsnelheid, is zodanig dat de borstfilets tijdens hun val omkeren en met 25 hun binnenvlak naar boven gekeerd op de eerste en tweede aanvoertransportband terecht komen.
De borstfilets worden vervolgens met het binnenvlak naar boven getransporteerd door de eerste en de tweede aanvoertransportband. In het gebied direct stroomafwaarts van de overdracht is een inspectiestation waarin van de binnenvlakken van de borstfilets tijdens 30 hun transport op de afvoertransportbanden worden onderworpen aan visuele inspectie. De inspectie wordt verricht door een persoon (niet afgebeeld) die staat opgesteld naast de transportbanden. Wanneer deze persoon botsplinters constateert in het snijvlak pakt hij de borstfilet van de transportband en legt deze op een extra transportband (niet afgebeeld) die de borstfilet afvoert voor verdere verwerking.
35 De vleesproducten worden vervolgens van het inspectiestation door de aanvoertransportbanden getransporteerd en overgedragen aan de gezamenlijke afvoertransportband, waarbij ze worden gekanteld om een as parallel aan de 24 transportrichting, die de vleesproducten naar het uiteindelijke verwerkingsstation transporteert.
De vleesproducten worden dus gekanteld op het moment van overdracht van het productiestation naar de aanvoertransportbanden en op het moment van overdracht van de 5 aanvoertransportband naar de afvoertransportband. Bij aankomst in het verwerkingsstation liggen de borstfilets met dezelfde kant naar boven als op de splitterbanden. Het gedeelte van de borstfilet dat op de splitterbanden voorliep ligt op de afvoertransportband achter.
In het in figuur 5 getoonde uitvoeringsvoorbeeld is de eerste aanvoertransportband 10 306 ingericht voor het veranderen van de oriëntatie van de door die aanvoertransportband 306 aangevoerd borstfilets 308 door het omkeren van de borstfilets om een as parallel aan de transportrichting 305 zodanig dat de zijde van de borstfilet 308 die op de aanvoertransportband 306 naar beneden was gekeerd op de afvoertransportband 307 naar boven is gekeerd.
15 Aan het einde van het aanvoergedeelte 310 van het transportpad overlapt de aanvoertransportband 306 met de afvoertransportband 307 aan het begin van het afvoergedeelte 311 van de transportpad, waarbij de aanvoerrichting van de aanvoertransportband 306 onder een hoek staat met de afvoerrichting van de afvoertransportband 307.
20 In een verdere voordelige uitvoering is de eerste aanvoertransportband 306 voorzien van een optionele losser voor het afschuiven van borstfilets 308 die niet vanzelfvan de aanvoertransportband glijden. Een dergelijke losser strekt zich in hoofdzaak uit dwars over de aanvoertransportband zodanig dat een borstfilet 308 die niet vanzelfvan de aanvoertransportband glijdt over de losser wordt bewogen. De losser verbreekt het contact 25 tussen de transportband en de borstfilet, waardoor de borstfilet van de aanvoertransportband op de afvoertransportband glijdt en daarbij kantelt om een as parallel aan de transportrichting.
De losser is bij voorkeur een strookvormig element, gevormd uit een goed te reinigen materiaal zoals staal of kunststof, bij voorkeur met een lage wrijvingscoëfficiënt, bij voorkeur 30 met een wrijvingscoëfficiënt die lager is dan de wrijvingscoëfficiënt van de afvoertransportband. In een verdere voorkeursuitvoering staat het oppervlak van de losser dat in contact komt met de borstfilet onder een hoek met het oppervlak van de aanvoertransportband zodat de losser de borstfilet actief bij de aanvoertransportband vandaan geleidt. Dit bespoedigt het omkeren van het vleesproduct 308 tijdens het afschuiven 35 op de afvoertransportband 307. Een dergelijke losser is aangebracht op de andere aanvoertransportband 406, en wordt verderop besproken.
25
De eerste aanvoertransportband strekt zich uit in het verlengde van de atvoertransportband 307. Een stroomafwaarts daarvan gelegen gedeelte strekt zich uit langs de afvoertransportband. Het gedeelte van de aanvoertransportband 306 dat overlapt met de atvoertransportband 307 maakt een bocht en vormt zo een verbinding tussen het gedeelte 5 van de aanvoertransportband 306 dat zich uitstrekt in het verlengde van de atvoertransportband 307 en het gedeelte van de aanvoertransportband 306 dat zich uitstrekt naast de afvoertransportband 307.
De eerste aanvoertransportband omvat een eerste keerrol 314 waarvan de rotatie-as zich uitstrekt in een horizontaal vlak, en een tweede keerrol 315 waarvan de rotatie-as zich 10 uitstrekt in een in hoofdzaak verticale richting.
In het in figuur 5 getoonde uitvoeringsvoorbeeld is de tweede aanvoertransportband 406 ingericht voor het veranderen van de oriëntatie van de door die aanvoertransportband 406 aangevoerd borstfilets 408 door het omkeren van de borstfilets 408 om een as parallel 15 aan de transportrichting 405 zodanig dat de zijde van de borstfilet 408 die op de aanvoertransportband 406 naar beneden was gekeerd op de afvoertransportband 307 naar boven is gekeerd.
Aan het einde van het aanvoergedeelte 410 van het transportpad strekt de aanvoertransportband 406 zich uit langs de afvoertransportband 307. Het oppervlak van de 20 aanvoertransportband 406 kantelt aan het einde van het aanvoerdeel van het transportpad in de transportrichting 405 geleidelijk dwars op de transportrichting. Het oppervlak kantelt van een in hoofdzaak horizontale positie voor het ondersteunen van een borstfilet 408 naar een in hoofdzaak verticale positie voor het overdragen van de borstfilet 408.
Het oppervlak van de aanvoertransportband is zodanig op de vleesproducten 25 afgestemd dat de onderlinge wrijvingscoëfficiënt voldoende is om te voorkomen dat het vleesproduct direct van de aanvoertransportband glijdt. Door het kantelen van het transportvlak neemt de kracht op het vleesproduct in zijwaartse richting, veroorzaak door de zwaartekracht, geleidelijk aan toe. Op een bepaald moment is de kracht zo groot dat het vleesproduct in zijwaartse richting van de aanvoertransportband glijdt, kantelt en omgekeerd 30 op de afvoertransportband terecht komt. De borstfilet wordt dus in een richting in hoofdzaak dwars op de transportrichting 405 overgedragen aan de afvoertransportband 307, die zich ter plaatse uitstrekt langs de aanvoertransportband 406.
In het getoonde voordelige uitvoeringsvoorbeeld is de aanvoertransportband 406 voorzien van een optionele losser 413 die zich in hoofdzaak verticale richting uitstrekt over 35 het transportvlak van de aanvoertransportband, aan het einde van de overdrachtlocatie waarbinnen de borstfilet moet worden overgedragen aan de afvoertransportband. Wanneer de borstfilet onverhoopt aan de aanvoertransportband blijft “kleven” komt de borstfilet in 26 contact met de losser 413 die de borstfilet scheidt van het transportvlak zodat deze alsnog afglijdt. In een voorkeursuitvoering is de losser een strookvormig element dat zich uitstrekt over de volledige breedte van de transportband. Bij voorkeur staat het contactblad enigszins onder een hoek met het transportvlak om het kantelen te bespoedigen.
5 De losser is bij voorkeur vervaardigd uit een materiaal met een lage wrijvingscoëfficiënt, bijvoorbeeld een metaal of een kunststof.
De aanvoertransportband 406 is voorzien van een eerste keerrol 414 waarvan de rotatie-as zich uitstrekt in een horizontaal vlak, en een tweede keerrol 415 waarvan de rotatie-as zich uitstrekt in een in hoofdzaak verticale richting.
10 De borstfilets worden dus gekanteld op het moment van overdracht van het productiestation naar de aanvoertransportbanden en op het moment van overdracht van de aanvoertransportband naar de afvoertransportband. Bij aankomst in het verwerkingsstation liggen de borstfilets met dezelfde kant naar boven als op de splitterbanden van het productiestation. Het gedeelte van de borstfilet dat op de splitterbanden voorliep ligt op de 15 afvoertransportband achter. Verder zijn de twee stromen linker en rechter borstfilets samengevoegd tot een enkele stroom van afwisselend linker en rechter borstfilets. Het getoonde transportsysteem is bijzonder geschikt voor het aansluiten van een productiestation voor het produceren van linker en rechter borstfilets op bijvoorbeeld een weegstation voor het wegen van een enkele stroom borstfilets.
20 Het voorzien van het productiestation van een splitterband maakt het relatief eenvoudig om een eerste en een tweede stroom geoogste borstfilets gescheiden aan te bieden aan een productiesysteem voor transport naar een verwerkingstation.
De uitvinding voorziet tevens in een werkwijze voor het verwerken van 25 vleesproducten, in het bijzonder borstfilets van geslacht gevogelte zoals kippen, kalkoenen, eenden, etc., waarbij gebruik wordt gemaakt van een vleesverwerkingsysteem volgens de uitvinding.
De werkwijze voorziet in het transporteren van vleesproducten in een transportrichting van een productiestation naar een verwerkingsstation waarbij tijdens het 30 transport de oriëntatie van de vleesproducten ten opzichte van de transportrichting van de stroom vleesproducten aan te passen. Op deze wijze wordt de door het productiestation afgegeven stroom vleesproducten aangepast aan de gewenste invoerpositie van de vleesproducten voor het verwerkingstation.
In het bijzonder voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het gelijktijdig oogsten 35 van linker en rechter borstfilets van een geslachte vogel, het transporteren van de linker en van de rechter borstfilets langs respectievelijk een eerste en een tweede transportpad, het doormiddel van een transportsysteem combineren van die stroom linkerborstfilets en rechter 27 borstfilets in een enkele stroom van afwisselend linker en rechter borstfilets, en tegelijkertijd met het combineren het omdraaien van die borstfilets zodanig dat de borstfilets op de afvoertransportband met een kant naar boven gekeerd liggen die op de aanvoertransportband naar beneden gekeerd lag.
5 De aanvoertransportband van een transportsysteem volgens de uitvinding is in een voordelige uitvoering ingericht voor het doormiddel van het kantelen van het transportvlak dwars op de transportrichting omkeren van de vleesproducten. Een dergelijke aanvoertransportband is in het bijzonder geschikt voor het kantelen van vlakke vleesproducten zoals borstfilets en poten met daaraan nog het dijbeen. Deze vleesproducten 10 strekken zich in hoofdzaak uit in een vlak. De vleesproducten hebben in hoofdzaak een vlakke onderzijde en bovenzijde, en relatief smalle zijkanten. Dergelijke vleesproducten steunen af op het relatief grote bovenvlak of ondervlak van het vleesproduct.
Veelal worden dergelijke vlakke producten verpakt met een specifieke kant naar boven gekeerd. Bijvoorbeeld kippenpoten en borstfilets worden voornamelijk verpakt in 15 komvormige bakken afgesloten met een doorzichtige folie. Door de doorzichtige folie zijn de vleesproducten zichtbaar voor de consument. De vleesproducten worden daarom verpakt met de meer egale huidkant naar boven en de meer gehavende snijkant, de kant waarmee ze aan de beenderen van het gevogelte waren verbonden, naar beneden.
Wanneer de vleesproducten uit een productiestation komen met de snijkant naar 20 boven gekeerd zullen ze dus moeten worden omgedraaid. Daarnaast is het tijdens de verwerking van de vleesproducten soms wenselijk dat een bepaalde kan naar boven is gekeerd, bijvoorbeeld bij visuele inspectie van het binnenvlak, of bij het marineren van de huidkant.
Een transportsysteem dat is ingericht voor het omkeren van de vleesproducten 25 tijdens het transport maakt een efficiënt vleesverwerkingsysteem mogelijk doordat er geen aparte verwerkingstations nodig zijn voor het handmatig heroriënteren van de vleesproducten of het met behulp van bijvoorbeeld een robot heroriënteren.
In een voorkeursuitvoering is het transportsysteem volgens de uitvinding voorzien van 30 aanvoertransportbanden en afvoertransportbanden die deel uitmaken van respectievelijk het productiestation en het verwerkingsstation. In een dergelijke configuratie kan de afstand tussen het productiestation en het verwerkingsstation klein blijven doordat de producten niet overgedragen hoeven te worden van bijvoorbeeld een transportband van het productiestation op een aanvoertransportband.
35 In een alternatieve uitvoering is het transportsysteem volgens de uitvinding voorzien van aanvoertransportbanden en afvoertransportbanden die geen deel uitmaken van respectievelijk het productiestation en het verwerkingsstation. In een dergelijke uitvoering zijn 28 de stations bijvoorbeeld voorzien van een eigen transportband voor het overdragen van de vleesproducten aan de aanvoertransportband of het overnemen van de vleesproducten van de afvoertransportband. Het voordeel van een dergelijke uitvoering is dat het transportsysteem modulair kan worden uitgevoerd zodat het onafhankelijk van de stations 5 kan worden aangepast en eenvoudiger kan worden gecombineerd met een ander productiestation of een ander verwerkingsstation.
Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven voorkeursuitvoeringsvormen. Zo kunnen er verschillende combinaties worden gemaakt van afvoertransportbanden en aanvoertransportbanden. Daarnaast kan het transportsysteem 10 bijvoorbeeld worden voorzien van een wissel tussen een aanvoertransportband en twee afvoertransportbanden voor het verdelen van een enkele stroom producten over twee enkele stromen producten.
Het productiestation van een vleesverwerkingsysteem volgens de uitvinding is ingericht voor het produceren van vleesproducten, bij voorkeur door het oogsten van 15 slachtdelen, zoals borstfilets, poten of vleugels, van het karkas van slachtdieren, bij voorkeur gevogelte, zoals kippen, kalkoenen of eenden. De slachtdelen worden in het productiestation van het karkas verwijderd en vervolgens afgegeven aan het transportsysteem voor transport naar een verwerkingsstation.
Wanneer in deze aanvrage wordt gesproken over een borstfilet dan wordt de linker of 20 de rechter borstfilet bedoelt, die zich voorafgaand aan de slacht respectievelijk aan de linker of rechterzijde van het karkas bevinden. Het gaat dan dus niet over de combinatie van een linker en een rechter borstfilet.
Transportbanden omvatten een transportoppervlak voor het ondersteunen van producten die worden getransporteerd. Het transportoppervlak wordt gedefinieerd door het 25 bovengelegen gedeelte van een transportband. Het moge duidelijk zijn dat een transportband in de meeste gevallen kan worden vervangen door een serie aangedreven transportrollen zonder afbreuk te doen aan de uitvinding.
Dergelijke varianten zullen de vakman duidelijk zijn en worden geacht te liggen binnen het bereik van de uitvinding zoals verwoord in de hiernavolgende conclusies.
30

Claims (15)

1. Vleesverwerkingsysteem (1; 101;) omvattende: Een productiestation (2; 102) voor het produceren van vleesproducten (8;108,208), bij 5 voorkeur slachtdelen van gevogelte zoals kip of kalkoen, bij voorkeur borstfilets; Een verwerkingsstation (3;103) voor het verwerken van de vleesproducten (8;108,208); Een transportsysteem (4;104) ingericht voor het transporteren van de vleesproducten (8; 108,208) in een transportrichting (5; 105,205) langs een transportpad van het 10 productiestation (2;102) naar het verwerkingsstation (3;103), welk transportsysteem omvat: Ten minste een aanvoertransportband (6; 106,206) die zich uitstrekt in een aanvoerrichting voor het transporteren van de vleesproducten langs een aanvoergedeelte (10; 110,210) van het transportpad met een door het productiestation (2;102) bepaalde aanvoeroriëntatie ten opzichte van de 15 transportrichting (5; 105,205); Ten minste een afvoertransportband (7;107) die zich uitstrekt in een afvoerrichting voor het transporteren van de vleesproducten langs een afvoergedeelte (11 ;109) van het transportpad met een door het transportsysteem (4;104) bepaalde afvoeroriëntatie ten opzichte van een transportrichting (5; 105,205), 20 waarbij de aanvoertransportband (6; 106,206;) is ingericht voor het overdragen van de vleesproducten aan de afvoertransportband (7;107) zodanig dat de oriëntatie van de vleesproducten op de afvoertransportband (7; 107) verschilt van de oriëntatie van de vleesproducten op de aanvoertransportband (6; 106,206).
2. Vleesverwerkingsysteem volgens conclusie 1, waarbij het oppervlak van de aanvoertransportband (6;106) in stroomafwaartse richting geleidelijk kantelt dwars op de transportrichting (5;105), van een in hoofdzaak horizontale positie voor het ondersteunen van een vleesproduct (8; 108) naar een gekantelde, bij voorkeur in hoofdzaak verticale positie voor het overdragen van het vleesproduct (8;108) in een richting in hoofdzaak dwars op de 30 transportrichting (5;105) aan de afvoertransportband (7; 107), die zich ter plaatse van de overdracht uitstrekt langs de aanvoertransportband (6;106), zodanig dat het vleesproduct (8; 108) tijdens de overdracht van de aanvoertransportband (6; 106) naar de afvoertransportband (7; 107) om een as kantelt die zich in hoofdzaak uitstrekt in de transportrichting (5;105), en de zijde van het vleesproduct die op de aanvoertransportband 35 (6;106) naar beneden is gekeerd op de afvoertransportband (7;107) naar boven is gekeerd.
3. Vleesverwerkingsysteem volgens conclusie 2, waarbij de ten minste ene aanvoertransportband (6) gedeeltelijk overlapt met de afvoertransportband (7), gezien in een verticale richting.
4. Vleesverwerkingsysteem volgens conclusie 1, waarbij de aanvoertransportband (206) aan het einde van het aanvoergedeelte (210) van het transportpad is gepositioneerd met het transportvlak op een zodanige hoogte boven het transportvlak van de afvoertransportband (107) dat een aangevoerd vleesproduct (208) van de aanvoertransportband (206) op de afvoertransportband valt en tijdens de val draait om een 10 as in hoofdzaak dwars op de transportrichting (205).
5. Vleesverwerkingsysteem volgens conclusie 4, waarbij de aanvoertransportband (206) aan het einde van het aanvoergedeelte (210) van het transportpad is opgesteld met de aanvoertransportrichting in hoofdzaak in het verlengde van de afvoertransportrichting van de 15 afvoertransportband (107) aan het begin van het afvoergedeelte (109) van het transportpad.
6. Vleesverwerkingsysteem volgens conclusie 4, waarbij de aanvoertransportband aan het einde van het aanvoergedeelte van het transportpad is opgesteld met de aanvoertransportrichting in hoofdzaak dwars op de afvoertransportrichting van de 20 afvoertransportband aan het begin van het afvoergedeelte van het transportpad.
7. Vleesverwerkingsysteem (104) volgens conclusie 1, omvattende Een productiestation (102) ingericht voor het in hoofdzaak gelijktijdig produceren van een eerste en een tweede stroom vleesproducten (108,208);
25 Een verwerkingsstation (103) voor het verwerken van een enkele stroom vleesproducten (108,208); Een transportsysteem (104) ingericht voor het transporteren van de vleesproducten (108,208) in een transportrichting langs een transportpad van het productiestation (102) naar het verwerkingsstation (103), welk transportsysteem (104) omvat:
30 Een eerste aanvoertransportband (106) volgens een of meer van de conclusies 2, 3, 4, 5 en 6, die zich uitstrekt in een aanvoerrichting voor het transporteren van de eerste stroom vleesproducten (108) langs een eerste aanvoergedeelte van het transportpad met een door het productiestation (102) bepaalde aanvoerfrequentie en aanvoeroriëntatie ten opzichte van de transportrichting (105);
35 Een tweede aanvoertransportband (206) volgens een of meer van de conclusies 2, 4, 5, 6, die zich uitstrekt in een aanvoerrichting voor het transporteren van een tweede stroom vleesproducten (208) langs een tweede aanvoergedeelte van het transportpad met een door het productiestation (102) bepaalde aanvoerfrequentie en aanvoeroriëntatie ten opzichte van de transportrichting; en een gemeenschappelijk afvoertransportband (107) die zich uitstrekt in een atvoerrichting voor het transporteren van de door de aanvoertransportbanden (106,206) 5 aangevoerde vleesproducten (108,208) langs een afvoergedeelte van het transportpad met een door het transportsysteem (104) bepaalde afvoerfrequentie gelijk aan de aanvoerfrequentie van de eerste aanvoertransportband (106) plus de aanvoerfrequentie van de tweede aanvoertransportband (206), waarbij de eerste en de tweede aanvoertransportband (106,206) zijn ingericht voor het 10 respectievelijk in een eerste en een tweede overdrachtlocatie aan de gemeenschappelijke afvoertransportband (107) overdragen en tegelijkertijd omkeren van de vleesproducten (108,208), waarbij de tweede overdrachtlocatie is gelokaliseerd stroomafwaarts van de eerste overdrachtlocatie of andersom.
8. Vleesverwerkingsysteem volgens conclusie 7, waarin het productiestation (102) is ingericht voor het in hoofdzaak gelijktijdig produceren van een eerste stroom linker borstfilets (108) en een tweede stroom rechter borstfilets (208) van geslacht gevogelte.
9. Vleesverwerkingsysteem (301) volgens conclusie 1, omvattende 20 Een productiestation (302) voor het oogsten van borstfilets (308,408) van een geslacht gevogelte, waarbij het productiestation (302) is ingericht voor het in hoofdzaak gelijktijdig produceren van een eerste stroom linker borstfilets (308) en een tweede stroom rechter borstfilets (408); Een verwerkingsstation (303) voor het verwerken van een enkele stroom met zowel 25 linker en als rechter borstfilets (308, 408); Een transportsysteem (304) ingericht voor het transporteren van de borstfilets (308, 408) in een transportrichting (305, 405) langs een transportpad van het productiestation (302) naar het verwerkingsstation (303), welk transportsysteem (304) omvat: een eerste aanvoertransportband (306) die zich uitstrekt in een 30 aanvoerrichting voor het transporteren van de linker borstfilets (308) langs een eerste aanvoergedeelte van het transportpad met een door het productiestation (302) bepaalde aanvoerfrequentie en aanvoeroriëntatie ten opzichte van de transportrichting (305); een tweede aanvoertransportband (406) die zich uitstrekt in een 35 aanvoerrichting voor het transporteren van de rechter borstfilets (408) langs een tweede aanvoergedeelte van het transportpad met een door het productiestation (301) bepaalde aanvoerfrequentie en aanvoeroriëntatie ten opzichte van de transportrichting (405); en een gemeenschappelijke afvoertransportband (307) die zich uitstrekt in een afvoerrichting voor het transporteren van de door de aanvoertransportbanden (306, 5 406) aangevoerd borstfilets (308, 408) langs een afvoergedeelte van het transportpad met een afvoersnelheid en afvoeroriëntatie ten opzichte van de transportrichting (305, 405) die verschillen van de aanvoersnelheid en de aanvoeroriëntatie van de borstfilets op een aanvoertransportband, de eerste en de tweede aanvoertransportband (306, 406) zijn ingericht voor het 10 respectievelijk in een eerste en een tweede overdrachtlocatie aan de gemeenschappelijke afvoertransportband (307) overdragen en tegelijkertijd omkeren van de borstfilets (308,408) en waarbij de tweede overdrachtlocatie is gelokaliseerd stroomafwaarts van de eerste overdrachtlocatie, zodanig dat de afvoertransportband (307) de borstfilets (308,408) afgeeft aan het verwerkingsstation (303) met een afvoeroriëntatie die verschilt van de 15 aanvoeroriëntatie op een aanvoertransportband (306,406) en een afvoerfrequentie die verschilt van de aanvoerfrequentie van een aanvoertransportband (306,406).
10. Vleesverwerkingsysteem volgens conclusie 9, waarbij het oppervlak van ten minste een aanvoertransportband (306,406) in stroomafwaartse richting geleidelijk kantelt 20 dwars op de transportrichting (305,405), van een in hoofdzaak horizontale positie voor het ondersteunen van een borstfilet (308,408) naar een gekantelde, bij voorkeur in hoofdzaak verticale positie voor het overdragen van de borstfilet (308,408) in een richting in hoofdzaak dwars op de transportrichting (305,405) aan de afvoertransportband (307), die zich ter plaatse van de overdrachtslocatie uitstrekt langs de aanvoertransportband (306,406), 25 zodanig dat de borstfilet (308,408) tijdens de overdracht van de aanvoertransportband (306,406) naar de afvoertransportband (307) om en as kantelt die zich in hoofdzaak uitstrekt in de transportrichting (305,405), en de kant van het vleesproduct die op de aanvoertransportband (306,406) naar beneden is gekeerd op de afvoertransportband (307) naar boven is gekeerd. 30
11. Vleesverwerkingsysteem volgens conclusie 10, waarbij een aanvoertransportband (306) waarvan het transportoppervlak geleidelijk kantelt in de transportrichting, gedeeltelijk overlapt met de afvoertransportband (307) gezien in verticale richting. 35
12. Vleesverwerkingsysteem volgens een of meer van de conclusies (8-11), verder omvattende een splittertransportband (500) voor het scheiden van geoogste borstfilets in een eerste stroom van linker borstfilets (308) en een tweede stroom van rechter borstfilets (408), welk splittertransportband (500) een linker transportband (501) en een rechter transportband (502) omvat die zich beide uitstrekken van een opvanggebied waar de borstfilets uit de oogstmachine (302) vallen, naar een overdrachtgebied, waarde borstfilets (308,408) van de 5 linker en rechter transportband (501,502) worden overgedragen aan respectievelijk de eerste en de tweede aanvoertransportband (306,406) van het transportsysteem, waarbij de linker en rechter transportband (501,502) in het opvanggebied met de naar elkaar toegekeerde zijden tegen elkaar aan liggen zodanig dat er geen of slechts weinig ruimte is tussen de transportbanden voor het opvangen van elkaar enigszins overlappende linker en rechter 10 borstfilet (308,408), en waarbij de linker en rechter transportband (501,502) zich stroomafwaarts van het opvanggebied van elkaar verwijderen waarbij de linker transportband (501) de linker borstfilet (308) meevoert en de rechter transportband (502) de rechter borstfilet (408), zodanig dat overlappende borstfilets van elkaar worden gescheiden.
13. Vleesverwerkingsysteem volgens conclusie 12, waarbij de transportbanden (501,502) zijn voorzien van pinnen (503) die zich uitstrekken ten opzichte van het transportvlak van de transportbanden voor het aangrijpen op de borstfilets (308,408), en die bij voorkeur ten minste zijn aangebracht langs naar de naar elkaar toegekeerde zijkanten van de transportbanden (501,502). 20
14. Vleesverwerkingsysteem volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het transportsysteem modulair is uitgevoerd zodanig dat stations en transportsysteem onafhankelijk van elkaar kunnen worden vervangen voor het combineren van een bepaald type productiestation met verschillende verwerkingsstations en andersom. 25
15. Werkwijze voor het verwerken van vleesproducten, bij voorbeeld borstfilets van slachtvogels, waarbij gebruik wordt gemaakt van een vleesverwerkingsysteem volgens een of meer van de voorgaande conclusies. 30
NL2004008A 2009-12-23 2009-12-23 Vleesverwerkingsysteem. NL2004008C2 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2004008A NL2004008C2 (nl) 2009-12-23 2009-12-23 Vleesverwerkingsysteem.
JP2012545881A JP5795595B2 (ja) 2009-12-23 2010-12-17 肉処理システム
ES10803165.9T ES2436849T3 (es) 2009-12-23 2010-12-17 Sistema de procesamiento de carne
EP10803165.9A EP2515662B1 (en) 2009-12-23 2010-12-17 Meat processing system
PCT/NL2010/050863 WO2011078664A1 (en) 2009-12-23 2010-12-17 Meat-processing system
DK10803165.9T DK2515662T3 (da) 2009-12-23 2010-12-17 Kødforarbejdningsanlæg
US13/514,246 US9027731B2 (en) 2009-12-23 2010-12-17 Meat-processing system
BR112012015220-3A BR112012015220B1 (pt) 2009-12-23 2010-12-17 Sistema de processamento de carne, e, método para processar produtos de carne

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2004008A NL2004008C2 (nl) 2009-12-23 2009-12-23 Vleesverwerkingsysteem.
NL2004008 2009-12-23

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2004008C2 true NL2004008C2 (nl) 2011-06-27

Family

ID=42320927

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2004008A NL2004008C2 (nl) 2009-12-23 2009-12-23 Vleesverwerkingsysteem.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US9027731B2 (nl)
EP (1) EP2515662B1 (nl)
JP (1) JP5795595B2 (nl)
BR (1) BR112012015220B1 (nl)
DK (1) DK2515662T3 (nl)
ES (1) ES2436849T3 (nl)
NL (1) NL2004008C2 (nl)
WO (1) WO2011078664A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN108902797A (zh) * 2018-07-30 2018-11-30 汉寿县莲江食品科技发展有限责任公司 一种甲鱼腌制新方法

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP6448134B2 (ja) * 2015-03-19 2019-01-09 レオン自動機株式会社 食品生地片搬送装置および方法
NL2017244B1 (en) * 2016-07-27 2018-02-01 Meyn Food Processing Tech Bv Filleting device
TWI593350B (zh) * 2016-12-22 2017-08-01 yu-cai Wu Food processor
US11193858B2 (en) 2018-05-01 2021-12-07 Community Blood Center Tissue planing assemblies and methods
CN109365095A (zh) * 2018-11-19 2019-02-22 丹徒区辛丰捷特食品机械厂 一种便于取肉的绞肉机
JP7302844B2 (ja) * 2019-03-14 2023-07-04 株式会社イシダ 姿勢変更装置
GB2591510A (en) * 2020-01-31 2021-08-04 Ishida Europe Ltd Food product quality control system
DE102021106511A1 (de) * 2021-03-17 2022-09-22 Syntegon Packaging Systems Ag Verpackungstransportvorrichtung
US11599984B2 (en) * 2021-04-29 2023-03-07 Syscom, Inc. Methods and apparatus for detecting defects for poultry piece grading
CN115265063A (zh) * 2022-09-02 2022-11-01 聊城易海食品有限公司 一种节能环保的肉制品冷藏用卷帘式速冻机及使用方法

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1454072A1 (de) * 1962-07-12 1969-10-16 Nordischer Maschb Rudolf Baade Verfahren und Vorrichtung zum Wenden von Fischfilets fuer die lagegerechte Zufuehrung zur Enthaeutemaschine
US4958409A (en) * 1988-11-10 1990-09-25 Nordischer Maschinenbau Rud. Baader Gmbh & Co. Method and apparatus for turning over and stretching fish fillets
NL8901470A (nl) * 1989-06-08 1991-01-02 Staal En Machinebouw Aberson B Inrichting voor het keren van kazen.
US20090260951A1 (en) * 2008-04-21 2009-10-22 Eugen Groenewald Vibratory apparatus and method for inverting articles in a product stream

Family Cites Families (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3726388A (en) * 1970-12-15 1973-04-10 A Petrovas Device for turning over sheet materials
JPS60117327U (ja) * 1984-01-18 1985-08-08 株式会社岡村製作所 ロ−ラコンベヤにおける搬送方向転向装置
JPS63283536A (ja) * 1987-05-14 1988-11-21 株式会社 前川製作所 食鶏の自動大バラシ方法及び大バラシ自動装置
US5101716A (en) * 1990-09-25 1992-04-07 Planet Products, Inc. Apparatus for assembling biscuit sandwiches
DE59204333D1 (de) * 1991-09-12 1995-12-21 Barmag Barmer Maschf Fördereinrichtung.
US7353954B1 (en) * 1998-07-08 2008-04-08 Charles A. Lemaire Tray flipper and method for parts inspection
JP2000142962A (ja) * 1998-11-10 2000-05-23 Fuji Photo Film Co Ltd レンズ付きフイルムユニットリサイクルラインの姿勢判別整列装置
NL1010930C1 (nl) 1998-12-31 2000-07-03 Stork Pmt Werkwijze en inrichting voor het verwerken van slachtproducten.
NL1018566C2 (nl) * 2001-07-17 2003-01-20 Stork Pmt Werkwijze voor het verwerken van gevogelte.
UA86972C2 (ru) * 2004-04-19 2009-06-10 К.Й. Маскинфабрикен А/С Конвейер для отдельных частей для раздельного транспортирования частей туши
US7434677B2 (en) * 2005-02-14 2008-10-14 Blackrow Engineering Company Ltd. Apparatus for aligning meat products
NL1030328C2 (nl) * 2005-11-01 2007-05-03 Trm Patenten B V Systeem voor het rangschikken en/of opslaan van objecten.
NL1030671C2 (nl) 2005-12-14 2007-06-15 Stork Pmt Werkwijze en inrichting voor het bewerken van een karkasdeel van geslacht gevogelte.
WO2007072508A1 (en) * 2005-12-22 2007-06-28 Marel Hf. Tracing items through a non-sequential process
ITBO20070568A1 (it) * 2007-08-06 2009-02-07 Cmc Spa Convogliatore per il trasporto ed il capovolgimento di oggetti piatti, quali plichi di fogli o materiali stampati
US9180601B2 (en) * 2009-02-04 2015-11-10 Marel Salmon A/S D-cut slicer

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1454072A1 (de) * 1962-07-12 1969-10-16 Nordischer Maschb Rudolf Baade Verfahren und Vorrichtung zum Wenden von Fischfilets fuer die lagegerechte Zufuehrung zur Enthaeutemaschine
US4958409A (en) * 1988-11-10 1990-09-25 Nordischer Maschinenbau Rud. Baader Gmbh & Co. Method and apparatus for turning over and stretching fish fillets
NL8901470A (nl) * 1989-06-08 1991-01-02 Staal En Machinebouw Aberson B Inrichting voor het keren van kazen.
US20090260951A1 (en) * 2008-04-21 2009-10-22 Eugen Groenewald Vibratory apparatus and method for inverting articles in a product stream

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN108902797A (zh) * 2018-07-30 2018-11-30 汉寿县莲江食品科技发展有限责任公司 一种甲鱼腌制新方法

Also Published As

Publication number Publication date
ES2436849T3 (es) 2014-01-07
US9027731B2 (en) 2015-05-12
EP2515662B1 (en) 2013-08-28
BR112012015220B1 (pt) 2021-06-22
BR112012015220A2 (pt) 2020-07-28
US20120247920A1 (en) 2012-10-04
EP2515662A1 (en) 2012-10-31
JP2013515478A (ja) 2013-05-09
JP5795595B2 (ja) 2015-10-14
WO2011078664A1 (en) 2011-06-30
DK2515662T3 (da) 2013-11-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2004008C2 (nl) Vleesverwerkingsysteem.
US7500550B2 (en) Conveying conformable products
US5173076A (en) Thigh deboner with tray conveyor
NL2003249C2 (en) Method and apparatus for processing poultry or fowl carcasses.
EP0938386B1 (en) Automated packaging
US5429549A (en) Sequential wing remover
US7195554B2 (en) Method and apparatus for separating thigh meat and oyster meat
NL2001493C2 (nl) Installatie voor het verwerken van slachtdierdelen van slachtdieren.
EP0530868A1 (en) Method and apparatus for processing poultry
US4306335A (en) Method and apparatus for cutting poultry
NL8102919A (nl) Inrichting voor het overlangs delen van geslacht gevogelte.
US5101716A (en) Apparatus for assembling biscuit sandwiches
NO178101B (no) Innretning for automatisk måling og oppdeling av næringsmidler og fremgangsmåte ved automatisk måling og oppdeling av næringsmidler
NL2018229B1 (en) Device and method for transporting meat products
US5240454A (en) Poultry leg processor
JP2011161622A (ja) スライス肉片の移送装置
US3675272A (en) Method of cutting and packing poultry
CA2984284C (en) Apparatus and method for tracing with vision
EP2945889B1 (en) In-feed for product support conveyor
CN112789144B (zh) 食品切割***和方法
US5810150A (en) Collator for a food product packaging machine, and method of use thereof
JP2012051096A (ja) スライス肉片の移送装置
NL2006166C2 (nl) Inrichting voor het toevoeren van bolvormige natuurlijke producten aan transportmiddelen.
NL2025016B1 (en) Cutting device and method for cutting meat
JPH0742966Y2 (ja) 包装機

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220101