NL1030328C2 - Systeem voor het rangschikken en/of opslaan van objecten. - Google Patents

Systeem voor het rangschikken en/of opslaan van objecten. Download PDF

Info

Publication number
NL1030328C2
NL1030328C2 NL1030328A NL1030328A NL1030328C2 NL 1030328 C2 NL1030328 C2 NL 1030328C2 NL 1030328 A NL1030328 A NL 1030328A NL 1030328 A NL1030328 A NL 1030328A NL 1030328 C2 NL1030328 C2 NL 1030328C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
drive
conveyor
objects
object group
conveyors
Prior art date
Application number
NL1030328A
Other languages
English (en)
Inventor
Robert Lalesse
Robert Gerhard Elmar Vorwerk
Theodorus Robertus Ma Willemse
Original Assignee
Trm Patenten B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Trm Patenten B V filed Critical Trm Patenten B V
Priority to NL1030328A priority Critical patent/NL1030328C2/nl
Priority to EP06824240A priority patent/EP1945544A1/en
Priority to PCT/NL2006/000545 priority patent/WO2007053010A1/en
Priority to US12/084,456 priority patent/US20100028121A1/en
Priority to AU2006309401A priority patent/AU2006309401A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1030328C2 publication Critical patent/NL1030328C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G1/00Storing articles, individually or in orderly arrangement, in warehouses or magazines
    • B65G1/02Storage devices
    • B65G1/04Storage devices mechanical
    • B65G1/06Storage devices mechanical with means for presenting articles for removal at predetermined position or level
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G61/00Use of pick-up or transfer devices or of manipulators for stacking or de-stacking articles not otherwise provided for

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Branching, Merging, And Special Transfer Between Conveyors (AREA)
  • Discharge Of Articles From Conveyors (AREA)

Description

Titel: Systeem voor het rangschikken en/of opslaan van objecten
De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het rangschikken en/of opslaan van objecten, bijvoorbeeld ten behoeve van het vormen van stapelpatronen.
Uit de praktijk zijn diverse systemen bekend om objecten, 5 bijvoorbeeld, producten, dozen of dergelijke, in groepen te rangschikken en/of op te slaan. Het systeem kan bijvoorbeeld opereren in normale werkomgevingen zoals magazijnen en productiegebouwen, alsmede in koelhuizen, temperatuurgeregelde omgevingen en/of andere omgevingen. De objecten kunnen bijvoorbeeld worden gerangschikt ten behoeve van het 10 samenstellen van bepaalde bestellingen, leveringen en dergelijke. Het systeem kan bijvoorbeeld worden toegepast in een distributiesysteem van goederen, een 'total-supply-chain', bijvoorbeeld van een winkelketen en dergelijke. Het rangschikken van de producten kan bijvoorbeeld gewenst zijn om de producten te stapelen, bijvoorbeeld op een wijze zoals is 15 beschreven in het Nederlandse octrooi NL 1025826.
Een nadeel van bekende systemen is, dat deze relatief complex, kostbaar en traag zijn. Zo zijn bekende systemen niet goed in staat om grote hoeveelheden objecten, bijvoorbeeld dozen, in korte tijd in gewenste groepen te rangschikken en/of op te slaan, in het bijzonder wanneer diverse objecten 20 van elkaar verschillen, bijvoorbeeld qua vorm en/of afmeting. Verder zijn bekende systemen relatief onderhoudsgevoelig.
De onderhavige uitvinding beoogt een verbetering van een systeem voor het rangschikken en/of opslaan van objecten. In het bijzonder beoogt de uitvinding een systeem dat objecten op een relatief efficiënte wijze en/of snel 25 en met relatief goedkope middelen kan rangschikken en/of opslaan.
Hiertoe wordt het systeem volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat het is voorzien van: 0 0328 2 -ten minste twee objectengroep-transporteurs die zijn geconfigureerd om objecten in ten minste twee respectieve objectengroepen te houden, waarbij elke objectengroep-transporteur aandrijfbaar is, bijvoorbeeld om een door die transporteur gehouden objectengroep te 5 verplaatsen; en -ten minste een eerste aandrijving om de ten minste twee objectengroep-transporteurs aan te drijven; waarbij de eerste aandrijving in ten minste een eerste en tweede stand brengbaar is om slechts de eerste respectievelijk tweede 10 objectengroep-transporteur aan te drijven.
Op deze manier kan bijvoorbeeld slechts één eerste aandrijving worden toegepast, of een zeer klein aantal eerste aandrijvingen, om een groot aantal verschillende objectengroep-transporteurs onafhankelijk van elkaar aan te drijven.
15 Tijdens gebruik kan de eerste aandrijving eenvoudig in een eerste stand worden gebracht om slechts de eerste objectengroep-transporteur aan te drijven, en in een tweede stand om slechts de tweede objectengroep-transporteur aan te drijven. Bij toepassing van meer dan twee objectengroep-transporteurs, bijvoorbeeld tien of meer, kan bijvoorbeeld een 20 evenredig aantal aandrijfstanden beschikbaar zijn, in welke standen de eerste aandrijving één van de objectengroep-transporteurs kan bedienen. De diverse objectengroep-transporteurs kunnen bijvoorbeeld een sorteerbuffer vormen, om de objecten over respectieve bufferkanalen te verdelen.
De objectengroep-transporteurs zijn zo bij voorkeur van zichzelf 25 niet van een transporteur-aandrijving voorzien. Daardoor kan het systeem relatief goedkoop en onderhoudsvriendelijk worden uitgevoerd, in het bijzonder wanneer het systeem wordt voorzien van een zeer groot aantal objectengroep-transporteurs, bijvoorbeeld wanneer het gewenst is om een zeer groot aantal objectengroepen te kunnen samenstellen. Een genoemd 30 groot aantal kan bijvoorbeeld ten minste 50, ten minste 100, of zelfs ten 103032ft_ ------ 3 minste 1000 objectengroep-transporteurs omvatten, waarbij elk van die transporteurs steeds door slechts een zeer beperkt aantal eerste aandrijvingen (bijvoorbeeld slechts één) kan worden aangedreven, in plaats van door ten minste respectievelijk 50, 100 of 1000 aparte aandrijvingen.
5 Genoemde objectengroep-transporteurs kunnen op verschillende manieren zijn uitgevoerd. Bij voorkeur is elke objectengroep-transporteur een oneindige transporteur, die bijvoorbeeld is voorzien van een transportband.
Ten minste verscheidene van genoemde objecten kunnen 10 verschillende vormen en/of afmetingen, en/of massa's, hebben. Met het onderhavige systeem kunnen dergelijke objecten relatief snel en betrouwbaar in gewenste groepen worden onderverdeeld of gesorteerd. Daarnaast kunnen gelijke objecten door het systeem in groepen worden gerangschikt en/of opgeslagen, bijvoorbeeld objecten van gelijke afmetingen, 15 vormen en massa's.
Verder is het voordelig, wanneer objecten tijdens gebruik op afstand van elkaar op ten minste één genoemde objectengroep-transporteur worden gepositioneerd, in het bijzonder onder gebruikmaking van een genoemde eerste aandrijving. Onderling contact tussen de objecten kan zo 20 worden vermeden. Bovendien kunnen de objecten zo op eenvoudige wijze uit elkaar worden gehouden, worden geteld en/of worden gedetecteerd, bijvoorbeeld door middel van eenvoudige optische sensoren die tussenruimtes tussen de objecten kunnen detecteren.
Daarnaast is het voordelig, wanneer het systeem is ingericht om de 25 objecten tijdens gebruik telkens in hoofdzaak centraal op objectengroep- transporteurs op te stellen, althans centraal ten opzichte van in een laterale transporteur-richting. Op deze manier kunnen de objecten stabiel door de objectengroep-transporteurs worden gehouden, zowel bij lage als hoge transportsnelheden van de respectieve transporteurs.
1030328 4
Daarnaast is het voordelig, indien transportvlakken, of objectdraagvlakken, van genoemde objectengroep-transporteurs zich in hoofdzaak in horizontale richting uitstrekken. Daardoor kan stuwdruk tussen de objecten onderling worden vermeden, hetgeen de stabiliteit van de 5 door objectengroep-transporteurs gehouden objecten ten goede komt, en beschadiging van de objecten tegengaat of voorkomt.
Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is een genoemde objectengroep gerelateerd een te vormen stapel objecten, en in het bijzonder aan een horizontaal stapelpatroon van een te vormen objectenstapel.
10 In een voorkeursuitvoeringsvorm is de eerste aandrijving verplaatsbaar tussen ten minste een eerste aandrijfpositie om slechts de eerste objectengroep-transporteur aan te drijven, en een tweede aandrijfpositie om slechts de tweede objectengroep-transporteur aan te drijven.
15 Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is het systeem voorzien van een transportmechanisme om een genoemde eerste aandrijving tussen de ten minste eerste en tweede aandrijfpositie te verplaatsen, waarbij het transportmechanisme is voorzien van een beweegbare aandrijvingsdrager, welke drager van genoemde eerste aandrijving is 20 voorzien.
Het transportmechanisme kan een eerste aandrijving relatief snel en gecontroleerd tussen gewenste aandrijfposities bewegen. In een voordelige uitvoering is het transportmechanisme hiertoe bijvoorbeeld voorzien van een geleiding om de aandrijvingsdrager tussen gewenste 25 posities te geleiden. De aandrijvingsdrager kan bijvoorbeeld een langs en/of over geleiderails verplaatsbare trolley of dergelijke omvatten.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de aandrijvingsdrager tevens voorzien van een objecten-manipulator om objecten te manipuleren.
De manipulator kan bijvoorbeeld zijn geconfigureerd om objecten te 30 manipuleren die zich nabij de aandrijvingsdrager bevinden. Op deze manier 1030328_ i 5 kan de aandrijvingsdrager, naast het dragen van een genoemde eerste aandrijving voor bediening van de groep-transporteurs, tevens zijn geconfigueerd om de objecten zelf te manipuleren. In het bijzonder kan de manipulator van de aandrijvingsdrager bijvoorbeeld zijn uitgevoerd om naar 5 de aandrijvingsdrager toe bewogen objecten in een gewenste richting te verplaatsen, in het bijzonder op een moment dat de aandrijvingsdrager een eerste aandrijving in een gewenste aandrijfpositie heeft gebracht. Zo kan de manipulator bijvoorbeeld bestemd zijn om via een aanvoertransporteur toegevoerde objecten naar een genoemde objectengroep-transporteur toe te 10 brengen, bijvoorbeeld om het object aan een met die groep-transporteur geassocieerde objectengroep toe te voegen. Daarnaast kan een genoemde manipulator bijvoorbeeld bestemd zijn objecten van objectengroep-transporteurs ontvangen, en om de objecten vervolgens af te voeren.
In het geval dat een objecten-manipulator en een genoemde eerste 15 aandrijving op dezelfde verplaatsbare aandrijvingsdrager zijn voorzien, is het bijzonder voordelig indien de eerste aandrijving en objectenmanipulator zijn ingericht om eenvoudig met elkaar samen te werken om objecten tussen een aan- en/of afvoertransporteur enerzijds en objectengroep-transporteurs anderzijds te verplaatsen. Door een dergelijke samenwerking kunnen 20 objecten eenvoudig en snel aan de diverse objectengroep-transporteurs worden overgedragen om groepen te vormen, en/of daarvan worden ontvangen -bijvoorbeeld na groepvorming.
Verder is het voordelig, wanneer een systeem voor het rangschikken en/of opslaan van objecten, bijvoorbeeld een bovengenoemd 25 systeem, is voorzien van: -ten minste twee objectengroep-transporteurs die zijn geconfigureerd om objecten in ten minste twee respectieve objectengroepen te houden; 1 0 3 n 3 ? ft_ 6 -een aan- en/of afvoertransporteur om rang te schikken objecten langs object-ontvangstparten en/of object-afgifteparten van de objectengroep-transporteurs te voeren; en -een objectenmanipulator om objecten tussen de 5 aanvoertransporteur en de objectengroep-transporteurs te verplaatsen, waarbij de objectenmanipulator verplaatsbaar is tussen ten minste een eerste verplaatsingspositie om objecten slechts tussen de eerste objectengroep-transporteur enerzijds en de aan- en/of afvoertransporteur anderzijds te verplaatsen, en een tweede verplaatsingspositie om objecten 10 slechts tussen de tweede objectengroep- transporteur enerzijds en de aan-en/of afvoertransporteur anderzijds te verplaatsen.
Verplaatsing van de objectengroep-manipulator kan bijvoorbeeld op voordelige wijze met een transportmechanisme worden uitgevoerd, waarbij het transportmechanisme bij voorkeur is voorzien van een drager die de 15 manipulator draagt, en meer bij voorkeur tevens bijvoorbeeld een genoemde eerste aandrijving zoals bij een bovengenoemd transportmechanisme.
Verder verschaft een aspect van de uitvinding een systeem, bijvoorbeeld een bovengenoemd systeem om objecten te ranschikken en/of op te slaan, voorzien van een sorteerinrichting, waarbij de sorteerinrichting is 20 ingericht om een objectenrij in een voorafbepaaide volgorde te brengen, waarbij de sorteerinrichting is voorzien van: -een eerste baan om een objectenrij te ontvangen, waarbij de eerste baan in het bijzonder een eerste oneindige transporteur omvat; -ten minste een zich langs de eerste baan uitstrekkende tweede 25 baan, welke tweede baan in het bijzonder een tweede oneindige transporteur omvat; en -één of meer objectverplaatsers om objecten uit een zich op de eerste baan bevindend rijdeel te bewegen en in een voorafbepaalde volgorde op een tweede baan te plaatsen, waarbij genoemde eerste baan in het 30 bijzonder van genoemde objectverplaatsers is voorzien.
1 0 2 7
Daarnaast heeft een aspect van de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het in in hoofdzaak horizontale stapelpatronen rangschikken van objecten. Het is dan voordelig, wanneer de werkwijze een eerste sorteerstap omvat waarbij de objecten in groepen worden verdeeld, welke 5 groepen overeenkomen met de te vormen stapelpatronen, waarbij de groepen tijdens een tweede sorteerstap in rijen met een voor stapeling geschikte volgorde worden gebracht, waarbij in het bijzonder ten minste verscheidene van genoemde objecten verschillende vormen en/of afmetingen, en/of massa's, hebben. Op deze manier kunnen de objecten snel in voor 10 stapeling geschikte volgorde worden gebracht. Bij voorkeur omvattend de stapelpatronen in hoofdzaak horizontale stapelpatronen. Bovengenoemd systeem kan bijvoorbeeld worden toegepast om de groepen bij de eerste sorteerstap over diverse objectengroep-transporteurs te verdelen.
Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de 15 volgconclusies. Thans zal de uitvinding worden verduidelijkt aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en de tekening. Daarin toont:
Fig. 1 een perspectivisch bovenaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van objectenrangschikkings- en stapelingssysteem;
Fig. 2 een eerste deel van het in Fig. 1 weergegeven systeem, 20 omvattende een voorsorteerinrichting;
Fig. 3 een eerste detail van Fig. 2, waarin een eerste aandrijvingsdrager is weergegeven;
Fig 4 een tweede detail van Fig. 2, waarin een tweede aandrijvingsdrager is weergegeven; 25 Fig. 5 een zijaanzicht van het in Fig. 2 weergegeven detail, waarin een bufferkanaal is weergegeven;
Fig. 6 een stroomopwaarts deel van het in Fig. 5 weergegeven zijaanzicht;
Fig. 7 een dergelijke tekening als Fig. 2 van een eerste alternatieve 30 uitvoering; 1030328 8
Fig. 8 een dergelijke tekening als Fig. 2 van een tweede alternatieve uitvoering;
Fig. 9 een dergelijke tekening als Fig. 2 van een derde alternatieve uitvoering; 5 Fig. 10 een tweede deel vein het in Fig. 1 weergegeven systeem, omvattende een nasorteerinriching; en
Fig. 11 een werking van de in Fig. 10 weergegeven nasorteerinrichting.
Gelijke of overeenkomstige maatregelen worden in de onderhavige 10 aanvrage met gelijke of overeenkomstige verwijzingstekens aangeduid.
Figuur 1 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een systeem voor het rangschikken en/of automatisch opslaan van objecten P, bijvoorbeeld producten, dozen en/of dergelijke. Het systeem is bijvoorbeeld bestemd om voorafbepaalde stapelpatronen te vormen, zodanig dat de objecten snel en 15 stabiel kunnen worden gestapeld. Elk dergelijk stapelpatroon kan bijvoorbeeld één of meer objecten omvatten. In het bijzonder kunnen ten minste verscheidene van genoemde objecten verschillende vormen en/of afmetingen, en/of massa's, hebben. Verder kan het systeem bijvoorbeeld zijn ingericht om in hoofdzaak horizontale stapelpatronen te bepalen.
20 Het systeem kan bijvoorbeeld zijn voorzien van een aantal niet weergegeven objectenleveraars, bijvoorbeeld omvattende één of meer ontstapelaars, verenkelaars, een zone voor handmatige objectenaanvoer, en/of dergelijke. De objectenleveraars kunnen bijvoorbeeld zijn voorzien van een aantal ontstapelstations om stapels van gelijke objecten (bijvoorbeeld 25 monopallets) te ontstapelen.
Het onderhavige systeem omvat een aanvoerinrichting A om objecten P aan te voeren, bijvoorbeeld objecten die afkomstig zijn van genoemde objectenleveraars. Een dergelijke aanvoerinrichting A kan op verschillende manieren zijn uitgevoerd, en bijvoorbeeld één of meer 30 aanvoerlanen omvatten. Bij het uitvoeringsvoorbeeld is de 1030328 9 aanvoerinrichting voorzien van een aantal aanvoertransporteurs 4, die zich bijvoorbeeld op verschillende verticale aanvoemiveaus en opzichte van elkaar kunnen uitstrekken. Stroomafwaarts van de aanvoerinrichting A is een voorsorteerinrichting B -ook wel sorteerbuffer genoemd· opgesteld.
5 Deze voorsorteerinrichting B is voorzien van een groot aantal oneindige objectengroep-transporteurs 10 die zijn geconfigureerd om objecten P in een groot aantal respectieve objectengroepen te houden. Het systeem kan bijvoorbeeld zijn voorzien van ten minste twee dergelijke objectengroep-transporteurs, om objecten in ten minste twee verschillende objectengroepen 10 te verdelen. In het bijzonder kan het systeem ten minste zijn voorzien van 10 objectengroep-transporteurs, en in het bijzonder ten minste 50, 100, of 1000 objectengroep-transporteurs. De onderhavige objectengroep-transporteurs 10 zijn in het bijzonder bestemd om respectieve in hoofdzaak vlakke bufferkanalen te verschaffen, om de objecten P in respectieve rijen te 15 verzamelen.
Elke objectengroep-transporteur 10, of een bijbehorend bufferkanaal, kan tijdens gebruik bijvoorbeeld geassocieerd worden met een deel van een te vormen stapel objecten, bijvoorbeeld met een horizontaal stapelpatroon van een te vormen objectenstapel. Het systeem kan in het 20 bijzonder zijn geconfigureerd om de verschillende stapelpatronen, althans bijbehorende objecten-groepen, tijdens gebruik eerst op respectieve verschillende van genoemde objectengroep-transporteurs 10 (bufferkanalen) te verzamelen, alvorens de zo gegroepeerde objecten P een na-sorteerstap ondergaan en/of worden gestapeld. Bij voorkeur is het systeem modulair 25 uitbreidbaar, waarbij bijvoorbeeld eenvoudig een gewenst extra aantal objectengroep-transporteurs 10 aan een reeds bestaand systeem kan worden toegevoegd.
De objectengroep-transporteurs 10 zijn bijvoorbeeld elk op zichzelf op een vaste positie in een geschikte ruimte opgesteld, en/of bijvoorbeeld een 30 vaste positie ten opzichte van een genoemde aanvoerinrichting A.
1030328 10
In het bijzonder kunnen de objectengroep-transporteurs 10 eveneens op verschillende verticale niveaus, bijvoorbeeld boven elkaar, opgesteld. In Fig. 1 is in hoofdzaak slechts één van de niveaus van de objectentransporteurs 10 zichtbaar.
5 Elke oneindige objectengroep-transporteur 10 kan op diverse manieren zijn uitgevoerd en bijvoorbeeld een transportband omvatten, een kettingtransporteur, een van oneindige riemen voorziene transporteur en/of een andere type transporteur. Tijdens gebruik kunnen de objecten bijvoorbeeld eenvoudig met onderzijden op bovenste draagvlakken -of 10 dragende parten- van deze transporteurs 10 worden gehouden. In een nadere uitwerking zijn deze transporteurs 10 elk relatief smal uitgevoerd, gemeten in horizontale dwarsrichting van de transporteur 10, om ruimte te besparen.
Bij voorkeur strekken transportvlakken, of objectdraagvlakken, 15 van genoemde objectengroep-transporteurs 10 zich elk in hoofdzaak horizontaal uit, opdat objecten P daarop stabiel en zonder onderlinge stuwdruk kunnen worden gehouden. Een door een objectengroep-transporteur 10 gedragen in hoofdzaak horizontale rij objecten P kan tijdens gebruik bijvoorbeeld één of meer objecten omvatten.
20 Verder is het uitvoeringsvoorbeeld voorzien van een stroomafwaarts ten opzichte van genoemde objectengroep-transporteurs 10 opgestelde sorteerinrichting C, bijvoorbeeld een reshuffle-sorter. Een aantal afvoertransporteurs 5 is voorzien om objecten P van de verschillende niveaus van de objectengroep-transporteurs 10 af te voeren, en aan deze 25 sorteerinrichting C toe te voeren. De sorteerinrichting C is in het bijzonder ingericht om een objectengroep-transporteur afkomstige objectenrij in een voorafbepaalde volgorde te brengen, indien die rij zich nog niet in die volgorde bevindt.
Stroomafwaarts van de nasorteerinrichting C is bijvoorbeeld een 30 objectenstapelaar D voorzien. De stapelaar D kan op verschillende manieren 1 03 0328 11 zijn uitgevoerd. Het is voordelig wanneer de stapelaar D is ingericht om objecten in in hoofdzaak horizontale stapelpatronen op elkaar te stapelen. Een dergelijke inrichting is bekend uit het Nederlandse octrooi NL 1025826, waarvan de inhoud door referentie wordt geacht volledig te zijn opgenomen 5 in de onderhavige aanvrage. De stapelaar D kan bijvoorbeeld zijn ingericht om aan die stapelaar D toegevoerde objectenrijen eerst in de stapelpatronen te brengen, om de zo gevormde patronen vervolgens, achtereenvolgens, op elkaar te brengen.
Verder kan het systeem zijn voorzien van een niet weergegeven 10 besturing. Deze besturing dient bijvoorbeeld, om genoemde transporteurs te besturen, om de voorsorteerinrichting B en nasorteerinrichting C te besturen, om de stapelaar D te besturen, voor regeling van de aanvoer van objecten P, de mogelijke sortering van de objecten P, en/of de bepaling van posities van objecten in het systeem. De besturing kan bijvoorbeeld één of 15 meer controllers, computers, rekenmiddelen, geheugenmiddelen, software, een of meer geschikte formatie- en stapelalgoritmes en dergelijke omvatten. Bij voorkeur is de besturing ingericht om het systeem zodanig te regelen, dat gewenste stapelpatronen worden gevormd om stabiele stapels te vormen, in het bijzonder indien de objecten P verschillende vormen en/of 20 afmetingen hebben en in het bijzonder indien de te vormen stapels worden voorzien van één of meer objectloze ruimtes.
Figuren 2-6 tonen in meer detail een voorsorteerdeel van het in Fig. 1 weergegeven systeem. In Fig. 2 zijn vier van een grotere reeks in hoofdzaak parallelle objectengroep-transporteurs 10 weergegeven. Deze 25 reeks parallelle objectengroep-transporteurs 10 bevindt zich bijvoorbeeld op één van de genoemde verticale niveaus. De objectengroep-transporteurs 10 strekken zich in dat niveau bijvoorbeeld in hoofdzaak evenwijdig ten opzichte van elkaar uit, en in hoofdzaak haaks ten opzichte van een deel van een genoemde aanvoertransporteur 4.
1030328 12
In het uitvoeringsvoorbeeld van Fig. 2-6 strekt de reeks objectengroep-transporteurs 10 zich uit tussen een aanvoertransporteur 4 en een afvoertransporteur 5. De aanvoertransporteur 4 strekt zich langs eerste eindparten van elk van de genoemde objectengroep-transporteurs 10, 5 van de respectieve reeks, en de afvoertransporteur 5 strekt zich langs van de eerste eindparten afgekeerde tweede eindparten van elk van de genoemde objectengroep-transporteurs 10 uit. Met de aanvoertransporteur 4 respectievelijk afvoertransporteur 5 kunnen de objecten P aan de objectengroep-transporteurs 10 worden toe gevoerd, respectievelijk daarvan 10 worden afgevoerd. De aanvoer- en afvoertransporteur 4, 5 kunnen zich bijvoorbeeld langs een eerste richting X uitstrekken, en genoemde objectengroep-transporteurs 10 elk langs een tweede richting Y. Verder kunnen objectengroep-transporteurs 10 zich bijvoorbeeld schuin uitstrekken ten opzichte van de aanvoertransporteur 4 en/of de afvoertransporteur 5.
15 Zoals figuren 2-6 tonen, is elke objectengroep-transporteur 10 aandrijfbaar, in het bijzonder om een door die transporteur 10 gehouden objectengroep te verplaatsen, bijvoorbeeld tijdens het door die transporteur 10 ontvangen van een object en/of ten behoeve van het door die transporteur 10 afgeven van een object of objectengroep. Echter, hiertoe zijn de 20 objectengroep-transporteurs 10 niet voorzien van afzonderlijke, respectieve aandrijvingen, maar slechts van bijbehorende bedieningsmechanismen 11. Bij het uitvoeringsvoorbeeld zijn telkens twee bedieningsmechanismen 11 per objectengroep-transporteurs 10 voorzien, te weten één bij elk eindpart van die transporteur 10. De objectengroep-transporteurs 10 kunnen worden 25 beschouwd als zijnde 'aandrijvingsloze' transporteurs. Op deze manier kan elke objectengroep-transporteur 10, of een daardoor geleverde bufferbaan, in hoofdzaak zonder elektrische bekabeling en dergelijke worden voorzien.
Het systeem is voorzien van eerste aandrijvingen 20 om de verschillende objectengroep-transporteurs 10 van een reeks objectengroep-30 transporteurs aan te drijven, onder gebruikmaking van genoemde 10 3 0.??«_ 13 bedieningsmechanismen 11. Hiertoe is elke eerste aandrijving 20 in verschillende aandrijfstanden brengbaar, en in het bijzonder verplaatsbaar tussen respectieve aandrijfposities, om telkens slechts één van die objectengroep-transporteurs 10 aan te drijven. Een eerste positie van elk 5 van de aandrijvingen 20, om een eerste objectengroep-transporteur 10(1) te bedienen, is in figuren 2-6 weergegeven. Bij deze aandrijvingspositie bevindt elke aandrijving 20 zich nabij de aan te drijven transporteur 10(1), en in het bijzonder in hoofdzaak tegenover een kops eind van die transporteur 10(1). Een andere (tweede) positie van een aandrijving 20, om een andere (tweede) 10 objectengroep-transporteur 10 van de respectieve reeks transporteurs 10 te bedienen, is niet in de figuren weergegeven.
Elk van genoemde verticale niveaus van objectengroep-transporteurs 10 kan bijvoorbeeld van dergelijke eerste aandrijvingen 20 zijn voorzien. Daarnaast kan een eerste aandrijving 20 bijvoorbeeld tussen 15 de verschillende niveaus van objectengroep-transporteurs 10 verplaatsbaar zijn, om objectengroep-transporteur 10 van die verschillende niveaus te bedienen. Het systeem kan bijvoorbeeld zijn voorzien van een niet weergegeven hefmechanisme om een eerste aandrijving 20 tussen de verschillende niveaus te verplaatsen.
20 In het bijzonder is het systeem voorzien van transportmechanismen 30, 31, 35, 36 om bijbehorende eerste aandrijvingen 20 tussen de gewenste aandrijfposities te verplaatsen. Elk transportmechanisme is bij voorkeur voorzien van een beweegbare aandrijvingsdrager 30, welke drager 30 van een eerste aandrijving 20 is 25 voorzien. Bij het uitvoeringsvoorbeeld is elke aandrijvingsdrager 30 naar nabij objectengroep-transporteurs 10 gelegen posities beweegbaar, in het bijzonder naar posities die zich nabij en/of tegenover eindparten van die transporteurs 10 bevinden, om een eerste aandrijving 20 naar een geschikte aandrijfpositie te brengen.
1030328 i 14
Bij het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is een eerste transportmechanisme 30A, 31A, 35A, 36A voorzien, met een eerste aandrijvingsdrager 30A om een respectieve eerste aandrijving 20 tussen de eerste eindparten van genoemde objectengroep-transporteurs 10 te 5 verplaatsen, en van tweede transportmechanisme 30B, 31B, 35B, 36B met een tweede aandrijvingsdrager 30B om een respectieve eerste aandrijving 20 tussen de tweede eindparten van genoemde objectengroep-transporteurs 10 te verplaatsen.
Zoals Figuur 2 toont, strekt de aanvoertransporteur 4 zich -bij het 10 uitvoeringsvoorbeeld- uit tussen de baan van de eerste aandrijvingsdrager 30A en de reeks productengroep-transporteurs 10, althans gezien in een bovenaanzicht. Daarnaast strekt de baan van de tweede aandrijvingsdrager 30B zich uit tussen de afvoertransporteur 5 en de reeks productengroep-transporteurs 10.
15 Elk genoemd transportmechanisme kan op verschillende manieren zijn uitgevoerd. Bij het uitvoeringsvoorbeeld is elk mechanisme voorzien van een geleiding 31 om een aandrijvingsdrager 30 tussen gewenste posities te geleiden. De aandrijvingsdrager 30 omvat in het bijzonder een langs en/of over geleiderails 31 verplaatsbare trolley 30. De trolley 30 is bijvoorbeeld 20 voorzien van een aantal wielen 39 om de trolley 30 langs de rail 31 te rijden. Zoals in Fig. 6 zichtbaar is, kunnen bijvoorbeeld geleidewielen 39 over een bovenzijde van een rail 31 rijden. Daarnaast kunnen wielen 39’ op raillangszijden aangrijpen, om stabiliteit in een dwarsrichting (Y) te leveren.
25 Elk transportmechanisme kan verder bijvoorbeeld zijn voorzien van een oneindige riem 35A, 35B, bijvoorbeeld een tandriem of dergelijke, en van een riemaandrijving 36A, 36B om de riem 35A, 35B te bewegen. De respectieve trolley 30A, 30B kan op een geschikte wijze aan de oneindige riem 35A, 35B zijn gekoppeld, om onder invloed van de riemaandrijving 30 36A, 36B tussen gewenste posities te worden verplaatst. Met een dergelijke 1030378__ 15 tandriem kan bijvoorbeeld een duurzame, in hoofdzaak vormgesloten aandrijving van de trolley worden verkregen.
Elke eerste aandrijving 20 van elke trolley 30A, 30B is voorzien van een transporteurbedieningsdeel 21, om op een genoemd transporteur-5 bedieningsmechanisme 11 aan te grijpen om de betreffende objectengroep-transporteur 10 te bedienen, althans wanneer de eerste aandrijving 20 zich in een respectieve aandrijfpositie, nabij die transporteur 10, bevindt. In het bijzonder is een eerste aandrijving 20 ingericht om met de objectengroep-transporteurs 10 samen te werken, bij een respectieve aandrijfpositie van de 10 eerste aandrijving, onder gebruikmaking van een geschikte koppeling en/of aangrijping, bijvoorbeeld door middel van een riem/wiel koppeling, een tandriem/vertand-wiel koppeling, door middel van een riem/riem koppeling, en/of door middel van een wiel/wiel koppeling, door toepassing van één of meer frictie wielen, tandwielen, kroonwielen en/of degelijke.
15 Verder kan elke eerste aandrijving 20 bijvoorbeeld zijn voorzien
van middelen om een transporteurbedieningsdeel 21 ten opzichte van de respectieve aandrijvingsdragende trolley 30 te bewegen, en om het transporteurbedieningsdeel 21 aan te drijven. Bij het uitvoeringsvoorbeeld omvat elke eerste aandrijving 20 een verplaatsbare of uitschuifbare arm 22, 20 alsmede een armaandrijving M3 om die arm 22 te bewegen. Bij het | uitvoeringsvoorbeeld is genoemde arm 22 langs de tweede richting Y
verplaatsbaar, van de trolley 30 af en weer naar de trolley 30 toe. Een genoemd transporteurbedieningsdeel 21 is bijvoorbeeld aan of nabij een kops uiteinde van de aandrijvingsarm 22 voorzien. Verder is elke eerste 25 aandrijving 20 bijvoorbeeld voorzien van een transporteurbedieningsdeel-aandrijving M4 om het transporteurbedieningsdeel 21 aan te drijven. Genoemde armaandrijving M3 en transporteurbedieningsdeel-aandrijving M4 kunnen elk op verschillende manieren zijn uitgevoerd, en bijvoorbeeld geschikte elektromotoren, overbrengingen, koppelingsmechanismen, 30 geleidingen en dergelijke omvatten.
1030328_ 16
Zoals Figuren 2, 3, 6 tonen, kan elk bedieningsmechanisme 11 van een objectengroep-transporteur 10 bijvoorbeeld zijn voorzien van een oneindige riem 12, bijvoorbeeld een tandriem, die om geleidewielen 13 is geleid. De oneindige riem 12 is door middel van een koppeling aan de 5 respectieve objectengroep-transporteur 10 gekoppeld, zodanig, dat de objectengroep-transporteur 10 beweegbaar is onder invloed van het bewegen van die riem 12.
Het transporteurbedieningsdeel 21 van de eerste aandrijving 20 kan dan bijvoorbeeld zijn ingericht om de oneindige riem 12 van een 10 genoemd bedieningsmechanisme 11 van een objectengroep-transporteur 10 in beweging te brengen, wanneer dat bedieningsdeel 21 in een door de aandrijvingsarm 22 naar die riem 12 toe bewogen, op die riem 12 aangrijpende stand is gebracht (zie Fig. 6). Hiertoe kan het transporteurbedieningsdeel 21 bijvoorbeeld een door een wielaandrijving 15 M4 roteerbaar wiel, schijf, tandwielschijf of dergelijke omvatten.
In het onderhavige systeem is elke trolley 30 op voordelige wijze tevens voorzien van een objecten-manipulator 50 om objecten te manipuleren, bijvoorbeeld om objecten P te manipuleren die zich nabij de trolley 30 bevinden. In het bijzonder is de eerste trolley 30A voorzien van 20 een eerste objecten-manipulator 50A welke is geconfigureerd om ten minste een object P vanaf de aanvoertransporteur 4 naar een door de respectieve eerste aandrijving 20 aangedreven objectengroep-transporteur 10 toe te bewegen. De tweede trolley 30B omvat een tweede objecten-manipulator 50B welke is geconfigureerd om ten minste een object P vanaf een door de 25 respectieve eerste aandrijving 20 aangedreven objectengroep-transporteur 10 naar de afvoertransporteur 5 toe te bewegen.
In het bijzonder is de eerste objecten-manipulator 50A voorzien van een door ten minste een tweede aandrijving Ml, M2 beweegbaar manipulatordeel 52, dat bijvoorbeeld aan een uitschuifbare arm is 30 gekoppeld. Het manipulatordeel 52 is in een van de aanvoertransporteur 4 1 03Π328_ 17 afbewogen vrijgeefstand brengbaar om passage van objecten P toe te staan, en in een naar de aanvoertransporteur 4 toe bewogen manipulatiestand om objecten P van de aanvoertransporteur 4 te ontvangen en naar een nabijgelegen objectengroep-transporteur 10 toe te bewegen. Het 5 manipulatordeel 52 kan op verschillende manieren zijn uitgevoerd, en bijvoorbeeld een schuiver, duwer, aanslag en/of dergelijke omvatten.
Het in de figuren weergegeven manipulatordeel 52 is blokvormig uitgevoerd, met een driehoekige horizontale doorsnede. Het onderhavige manipulatordeel 52 is voorzien van een naar aangevoerde objecten P 10 toegekeerde zijde die zich schuin of diagonaal uitstrekt ten opzichte van de transportrichting van de aanvoertransporteur 4. Het manipulatordeel 52 kan tevens anders zijn gevormd, bijvoorbeeld met een concave, afgeschuinde of gekromde, de aangevoerde objecten P rakende zijde. Verder kan het manipulatordeel 52 op verschillende manieren, in verschillende richtingen, 15 beweegbaar zijn ten opzichte van de trolley 30A. In het uitvoeringsvoorbeeld is de eerste manipulator 50A voorzien van een tweede aandrijving Ml om het manipulatordeel 52 in een richting X' evenwijdig aan de aanvoertransportband 4 te bewegen, en van een tweede aandrijving M2 om het manipulatordeel 52 in een richting Y' dwars ten opzichte van de 20 aanvoertransportband 4 te bewegen. De tweede aandrijvingen Ml, M2 kunnen op verschillende manieren aan het manipulatordeel 52 zijn gekoppeld om dat deel 52 ten opzichte van de trolley 30A te bewegen, bijvoorbeeld door middel van geschikte overbrengingen, koppelingsmechanismen, geleidingen en dergelijke omvatten.
25 In het bijzonder is de tweede objecten-manipulator 50B eenvoudig voorzien van een oneindige transporteur 50B. Laatstgenoemde transporteur 50B strekt zich in het bijzonder tussen tegenoverliggende zijden van de tweede trolley 30B uit, dwars ten opzichte van een transportrichting van de afvoertransporteur 5. De tweede trolley 30B omvat een tweede aandrijving 30 M5 om de manipulator-transporteur 50B aan te drijven.
_1 030328_ 18
In het bijzonder zijn een genoemde eerste aandrijving 20 en een objectenmanipulator 50 van elke genoemde trolley 30 ingericht om met elkaar samen te werken om objecten P tussen een genoemde aan- en/of afvoertransporteur 4,5 en genoemde objectengroep-transporteurs 10 te 5 verplaatsen.
Tijdens gebruik kan bijvoorbeeld een objectengroep-transporteur 10 door de eerste aandrijving 20 van de eerste trolley 30A worden aangedreven om een of meer door die transporteur 10 gehouden objecten P van de aanvoertransporteur 4 af te bewegen, terwijl de respectieve objecten-10 manipulator 50A een of meer objecten P naar die objectengroep-transporteur 10 toe beweegt. De aanvoertransporteur 4 kan hierbij eveneens in werking zijn om de beweging van de een of meer producten P te bewerkstelligen. Verder is het voordelig, wanneer het manipulatordeel 52 hierbij zodanig door de respectieve tweede aandrijvingen Ml, M2 wordt 15 bewogen, dat een object P in een geleidelijke baan, bijvoorbeeld langs een kromming, van de aanvoertransporteur 4 kan worden afbewogen.
Verder is het voordelig, wanneer het object P in hoofdzaak centrisch op de objectengroep-transporteur 10 wordt opgesteld ten behoeve van stabiliteit, en bij voorkeur met een langste afmeting (een 20 breedterichting) van het object P dwars op de objectengroep-transporteur 10 ten behoeve van ruimtebesparing. Het in hoofdzaak centrisch op een objectengroep-transporteur 10 plaatsen van een object P kan bijvoorbeeld worden bereikt, door het manipulatordeel 52 op voor een dergelijke plaatsing een geschikte positie boven de aanvoertransporteur 4 te brengen. 25 Bij aanvoer van een relatief klein object -althans klein gemeten in dwarsrichting van de aanvoertransporteur 4- kan het manipulatordeel 52 bijvoorbeeld over een relatief grote afstand over de aanvoertransporteur 4 reiken, om het object op een geschikt moment te raken en naar de objectengroep-transporteur 10 te brengen. Anderzijds, bij aanvoer van een 30 relatief groot object kan het manipulatordeel 52 bijvoorbeeld over een 1 o a n a 2 8_ 19 relatief kleine afstand over de aanvoertransporteur 4 reiken, om dat object op een geschikt moment te raken en naar de objectengroep-transporteur 10 te brengen. Dit hangt bijvoorbeeld af van de vorm van het object en de vorm en afmetingen van het manipulatordeel 52.
5 Verder is het voordelig, wanneer de eerste aandrijving 20 en de objectenmanipulator 50A van de eerste trolley 30A zijn ingericht om objecten P op afstand van elkaar op de aanvoertransporteur 4te positioneren.
Evenzo kan de objectengroep-transporteur 10 door de eerste 10 aandrijving 20 van de tweede trolley 30B worden aangedreven om door die transporteur 10 gehouden objecten P naar afvoertransporteur 5 toe te bewegen, terwijl de oneindige manipulator-transporteur 50B op hetzelfde moment een of meer objecten P van die objectengroep-transporteur 10 af beweegt en aan de afvoertransporteur 5 toevoert.
15 De eerste trolley 30A kan bovendien relatief snel verplaatsbaar zijn, doordat deze trolley 30A tijdens gebruik onbeladen blijft, althans geen te manipuleren objecten P draagt. Op deze manier kan de trolley met de daardoor gedragen onderdelen bijzonder lichtgewicht worden uitgevoerd, bijvoorbeeld om een hoge snelheid te kunnen bereiken. Zo is het voordelig, 20 wanneer een transportmechanisme 30, 31, 35, 36 en een respectieve trolley 30 zodanig zijn geconfigureerd, dat de trolley met de respectieve eerste aandrijving 20 en objectenmanipulator 50 met een snelheid van ten minste i 5 m/s, en in het bijzonder ten minste 10 m/s, tussen gewenste aandrijfposities verplaatsbaar is.
25 Genoemde eerste aandrijvingen 20, M3, M4, tweede (manipulator)aandrijvingen Ml, M2, M5, en/of riemaandrijvingen 36A, 36B kunnen onder invloed van een genoemde besturing van het systeem bestuurbaar zijn.Verder kan het systeem zijn voorzien van communicatiemiddelen ten behoeve van communicatie tussen dergelijke 30 aandrijvingen en de besturing. Tevens kunnen voedingsmiddelen zijn 1030328____ 20 voorzien om de aandrijvingen van stroom te voorzien. Voeding en/of een besturingsverbindingen met elk van de beweegbare trolleys 30A, 30B kan op verschillende manieren zijn voorzien. Zo kan elke trolley 30 bijvoorbeeld zijn voorzien van een accu, of door middel van sleepcontacten, een sleepleiding, 5 en/pf kabelrupsvoeding of dergelijke, aan een stroomvoorziening zijn gekoppeld. Verder kunnen aandrijvingen van elke trolley 30 bijvoorbeeld op afstand bestuurbaar zijn, zoals onder gebruikmaking van geschikte zenders en ontvangers. Verder kan een trolley 30 zijn voorzien van andere elektrisch te voeden middelen, bijvoorbeeld één of meer signaalgevers, sensoren, 10 tasters, schakelmiddelen, elektronica, en/of dergelijke, die door dergelijke voedingsmiddelen kunnen worden gevoed.
Bij voorkeur wordt een draadloze verbinding toegepast om elke trolley 30 zowel van stroom te voorzien, als van besturingssignalen. Een dergelijke verbinding omvat bijvoorbeeld een contactloze verbinding, 15 bijvoorbeeld een inductieve verbinding met zich langs de baan van de trolley 30 uitstrekkende baan-antennedelen 38 en op de trolley 30 voorziene trolley-antennedelen 37. De baan-antennedelen 38 kunnen een elektromagnetisch veld opwekken, dat door de trolley-antennedelen 37 kan worden ontvangen en in stroom kan worden omgezet, om bepaalde 20 onderdelen van de trolley 30, bijvoorbeeld genoemde aandrijvingen en/of genoemde andere elektrisch te voeden middelen, elektrisch te voeden.
Verder kan het elektromagnetisch veld worden voorzien van stuursignalen, die eveneens via de trolley-antennedelen 37 kunnen worden ontvangen, en bijvoorbeeld kunnen worden verwerkt om de diverse aandrijvingen M1-M5 25 van de trolley 30 gewenste manoeuvres te laten uitvoeren of om andere onderdelen van de trolley te besturen of daarmee te communiceren.
Tijdens gebruik van het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld kunnen objecten P, bijvoorbeeld te stapelen objecten P, via een genoemde aanvoertransporteur 4 met relatief hoge snelheid langs de objecten-30 ontvangstparten van een reeks objectengroep-transporteurs 10, althans de 1030328 21 daardoor geleverde bufferkanalen, worden gevoerd. De objecten P dienen bijvoorbeeld op een voorafbepaalde wijze, bijvoorbeeld in een door de systeembesturing bepaalde rangschikking, over de door de verschillende objectengroep-transporteurs 10 geleverde bufferkanalen te worden 5 onderverdeeld.
Het van de aanvoertransporteur 4 naar een gewenste objectengroep-transporteur 10(1) verplaatsen van een object P kan door de objectenmanipulator 50A en de eerste aandrijving 20 van de eerste trolley 30A gezamenlijk worden uitgevoerd. Hiertoe wordt de trolley 30A eenvoudig 10 over de rails 3IA met hoge snelheid naar de betreffende objectengroep-transporteur 10(1) toe bewogen, door de respectieve riemaandrijving 36A, bijvoorbeeld op het moment dat het betreffende product P door de aanvoertransporteur 4 tot nabij die objectengroep-transporteur 10(1) is gebracht, of eerder. Vervolgens kan de eerste aandrijving 20 van de eerste 15 trolley de objectengroep-transporteur 10(1) aandrijven, door het transporteurbedieningsdeel 21 met het bedieningsmechanisme 11 van die transporteur 10(1) te laten samenwerken. Door deze bediening kunnen zich mogelijk reeds op die objectengroep-transporteur 10(1) bevindende objecten van de aanvoertransporteur 4 worden afbewogen. Gelijktijdig kan de eerste 20 manipulator 50A een (volgend) object P van de aanvoertransporteur 4 afbewegen en op de gewenste objectengroep-transporteur 10(1) brengen.
Hiertoe kan het manipulatordeel 52 eenvoudig in het pad van dat object worden gebracht om het object P naar de objectengroep-transporteur 10(1) toe te geleiden, schuiven en/of duwen. Bij voorkeur draagt een 25 voortbeweging van de aanvoertransporteur 4 hierbij bij aan het op de objectengroep-transporteur 10(1) overbrengen van het object P.
Zoals genoemd, is het voordelig wanneer de objecten P op afstand van elkaar en in hoofdzaak centraal op de objectengroep-transporteur 10 worden gepositioneerd. Verder kunnen bijvoorbeeld positioneringssensoren 30 zijn voorzien om te controleren, of objecten P op gewenste stabiele posities 1 o 3 n 3 2 a _ 22 op een groep-transporteur 10 worden en/of zijn opgesteld, bijvoorbeeld optische sensoren, tastsensoren, akoestische sensoren, elektrische sensoren en/of andere sensoren.
De eerste trolley 30A kan zo achtereenvolgens tussen een groot 5 aantal verschillende aandrijfposities worden verplaatst, om telkens slechts één objectengroep-transporteur 10 aan te drijven, en om een of meer objecten op die objectengroep-transporteur 10 te brengen.
Wanneer een gewenste groep objecten op een objectengroep-transporteur 10 is verzameld, kan de groep bijvoorbeeld in één keer op de 10 afvoertransporteur 5 worden gebracht. Hiertoe kan de tweede trolley 30B naar een afgiftepart van die objectengroep-transporteur 10 worden bewogen. Vervolgens kan de betreffende objectengroep-transporteur 10 eenvoudig door de eerste aandrijving 20 van de tweede trolley 30B worden aangedreven, om de groep objecten via de tweede trolley 30B naar de 15 afvoertransporteur 5 te brengen. De oneindige transporteur 50B kan hierbij dienen als overbrugging tussen de objectengroep-transporteur 10 en de afvoertransporteur 5. De afvoertransporteur 5 kan de zo verzamelde groep of rij producten vervolgens bijvoorbeeld aan het sorteerstation C en/of de stapelinrichting D aanvoeren. In een uitvoering kan een rij producten zo in 20 één keer op de afvoertransporteur 5 worden gebracht. Alternatief kan de tweede trolley bijvoorbeeld worden gebruikt om een beperkt aantal objecten van een groep-transporteur af te voeren.
Wanneer de objecten P op afstand op de objectengroep-transporteur 10 zijn opgesteld, kunnen de objecten tijdens het afvoeren eenvoudig optisch 25 van elkaar worden onderscheiden en/of worden geteld, zodat de afvoer van de groep snel kan worden uitgevoerd. Hiertoe kunnen bijvoorbeeld geschikte sensoren 19 zijn voorzien, bijvoorbeeld optische sensoren, fotocellen, encoders, tasters, akoestische sensoren en/of dergelijke. Dergelijke sensoren 19 kunnen bijvoorbeeld nabij opnameparten en/of afgifteparten van de 30 groep-transporteurs 10 zijn opgesteld. In het uitvoeringsvoorbeeld zijn 1 0 3 n 3 2 8_ 23 dergelijke sensoren 19 in en/of op behuizingen van de bedieningsmechanismen 11 voorzien. Dergelijke sensoren 19 kunnen tevens bijvoorbeeld worden gebruikt om objecten op gewenste of voorafbepaalde onderlinge afstanden te positioneren.
5 De volgorde van het op de objectengroep-transporteurs 10 verzamelen en verdelen van objecten P en het vervolgens weer van die transporteurs 10 afvoeren van de objecten P kan bijvoorbeeld zodanig zijn, dat met die objecten geschikte stapels kunnen worden gevormd.
Figuur 7 toont een deel van een alternatief uitvoeringsvoorbeeld.
10 Het in Fig. 7 getoonde uitvoeringsvoorbeeld verschilt daarin van het in Figuren 1-6 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, dat telkens twee objectengroep-transporteurs 10A, 10B in eikaars verlengde zijn opgesteld, in plaats van één dergelijke transporteur 10. De stroomopwaartse objectengroep-transporteur 10A, die zich vanaf de aanvoertransporteur 4 15 uitstrekt, kan bijvoorbeeld slechts aandrijfbaar zijn door de eerste aandrijving van de eerste trolley 30A. Daarnaast kunnen de stroomopwaarste en stroomafwaarste transporteur bijvoorbeeld gelijktijdig aandrijfbaar zijn door een aandrijving van de tweede trolley 30B. Tussen de twee in eikaars verlengde opgestelde groep-transporteurs 10A, 10B kan 20 bijvoorbeeld een geschikte automatische transporteurkoppeling 60 zijn voorzien, om de transporteurs 10A, 10B slechts aandrijfbaar aan elkaar te koppelen onder invloed van beweging van de stroomafwaartse transporteur 10B. De transporteurkoppeling 60 kan zijn ingericht om de respectieve transporteurs 10A, 10B niet aandrijfbaar aan elkaar te koppelen indien 25 slechts de stroomopwaartse groep-transporteur 10A wordt aangedreven.
Op deze manier kan een groep objecten op een door een stroomopwaartse groep-transporteur 10A verschafte eerste bufferlaandeel LI worden verzameld, in het bijzonder onder invloed van een eerste aandrijving 20 en objectenmanipulator 50A van de eerste trolley 30A. Een 30 zo verzamelde groep kan vervolgens onder invloed van de eerste aandrijving 1 03n32R_ 24 van de tweede trolley 30B op een door de stroomafwaarste groep-transporteur 10B verschafte tweede bufferlaandeel L2 worden overgebracht, bijvoorbeeld voor tijdelijke opslag. Het eerste bufferdeel LI is dan weer beschikbaar om een nieuwe objectengroep op te verzamelen. Het gebruik 5 van dit alternatieve uitvoeringsvoorbeeld kan verder hetzelfde zijn als het gebruik van het in Fig. 1-6 getoonde uitvoeringsvoorbeeld.
Figuur 8 toont een deel van een ander alternatief uitvoeringsvoorbeeld. Het in Fig. 8 getoonde uitvoeringsvoorbeeld verschilt daarin van het in Figuren 1-6 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, dat een 10 aan/afvoertransporteur 104 is voorzien die zich aan één zijde langs eindparten van elk van de genoemde objectengroep-transporteurs 10 uitstrekt. Deze aan/afvoertransporteur 104 dient zowel voor aanvoer van objecten aan een reeks objectengroep-transporteurs 10, als voor afvoer van objecten van die reeks. In dit geval zijn de objectengroep-transporteurs 10 15 voorzien van één, zich nabij de aan/afvoertransporteur 104 bevindend eindpart voor zowel ontvangst als afgifte van objecten P. Tussen de aan/afvoertransporteur 104 en de eindparten van de groep-transporteurs 10 strekt zich een baan van een aandrijvingsdragende trolley 30' uit. Deze trolley 30' is voorzien van een eerste aandrijving M3, M4 met een 20 bedieningsdeel 21 om de groep-transporteurs 10 te bedienen, alsmede van twee objecten-manipulatoren. De ene objecten-manipulator omvat een transportband 50' met een respectieve tweede aandrijving M5, en de andere objecten-manipulator omvat een over de aan/afvoertransporteur 104 brengbare overneemarm 52', met respectieve tweede aandrijvingen Ml, M2.
25 De overneemarm 52' is bijvoorbeeld voorzien van een oneindige band om objecten P van de aan/afvoertransporteur 104 naar de transportband 50' toe te bewegen. Deze twee objectenmanipulatoren van de trolley 30' kunnen met elkaar samenwerken om objecten tussen de aan/voertransporteur 104 en een groep-transporteur 10 te verplaatsen, in het bijzonder tijdens 1 03ΓΙ378_ ___ _____ ___ _ 25 j aandrijving van die groep-transporteur 10 door de genoemde eerste aandrijving.
Figuur 9 toont een deel van nog een alternatief uitvoeringsvoorbeeld. Het in Fig. 9 getoonde uitvoeringsvoorbeeld verschilt 5 daarin van het in Figuur 8 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, dat elke objectengroep-transporteurs 10' is voorzien van een eerste zich nabij de aan/afvoertransporteur 104 bevindend eindpart voor ontvangst van objecten, en een tweede, zich eveneens nabij de aan/afvoertransporteur 104 bevindend eindpart voor afgifte van objecten. Elke objectengroep-10 transporteur levert bijvoorbeeld een in hoofdzaak U-vormige transportbaan.
Een beweegbare trolley 30” is voorzien, met aandrijvingen om de groep-transporteurs aan te drijven en om objecten P van de aan/afvoertransporteur 104 op genoemde ontvangstpart te brengen. Zoals de figuur toont, kan de trolley 30" bijvoorbeeld hetzelfde zijn uitgevoerd als de 15 eerste trolley 30 van het in Figuren 1-6 getoonde uitvoeringsvoorbeeld.
Zoals genoemd kan het systeem voorts zijn voorzien van een stroomafwaarts ten opzichte van genoemde objectengroep-transporteurs 10 opgestelde (na-)sorteerinrichting C. Deze sorteerinrichting C kan zijn ingericht om een van een objectengroep-transporteur 10 afkomstige 20 objectenrij in een voorafbepaaide volgorde te brengen. Figuren 10-11 tonen een mogelijk uitvoeringsvoorbeeld van de sorteerinrichting C. In dit geval is de sorteerinrichting voorzien van: -een eerste (midden-) baan 61 (een 'hoofdweg') om een objectenrij R te ontvangen; 25 -twee zich langs de eerste baan 61, en aan weerzijden van die eerste baan 61, uitstrekkende tweede (buiten-) banen 62A, 62B ('ventwegen'); en -één of meer objectverplaatsers om objecten uit een zich op de eerste baan bevindend rijdeel te bewegen en in een voorafbep aaide volgorde 30 op een tweede baan te plaatsen.
1030328_ 26
Bij voorkeur strekken bovenste transportvlakken van de eerste baan 61 en tweede banen 62 zich in hoofdzaak horizontaal uit. Genoemde banen 61, 62A, 62B strekken zich in het bijzonder evenwijdig aan elkaar uit. I
Bij voorkeur is genoemde eerste baan voorzien van een eerste respectieve 5 oneindige transporteur 61, en zijn de tweede banen elk voorzien van een i tweede oneindige transporteur 62. Genoemde banen kunnen bijvoorbeeld door bovenste transportparten van de transporteurs 61, 62, althans door naar boven gekeerde object-draagzijden van de transporteurs 61, 62, worden geleverd.
10 Genoemde objectverplaatsers kunnen op verschillende manieren zijn uitgevoerd, en bijvoorbeeld deel uitmaken van de eerste oneindige transporteur. In het uitvoeringsvoorbeeld wordt de eerste baan 61 bijvoorbeeld geleverd door een op zichzelf uit de praktijk bekende verticale crossbelt sorteerder 61 (dwarsband-sorteerder). Daarnaast kan de eerste 15 baan bijvoorbeeld een ander type sorteerder omvatten, bijvoorbeeld een op zichzelf bekende "shoe sorter" of "tiltway sorter" of dergelijke.
De eerste transporteur 61 van het uitvoeringsvoorbeeld omvat in het bijzonder een bovenste heengaand part om objecten in een hoofdtransportrichting T te verplaatsen, en een onderste teruggaand part.
20 De eerste oneindige transporteur 61 is bij voorkeur in opeenvolgende segmenten is verdeeld. Elk van deze segmenten is op zichzelf bijvoorbeeld voorzien van een dwarsband om een zich op dat segment bevindend object in | dwarsrichtingen ten opzichte van genoemde transportrichting T te verplaatsen, naar genoemde tweede banen 62 toe. Elk van genoemde tweede 25 banen 62 kan bijvoorbeeld zijn voorzien van een bij voorkeur oneindige ontvangsttransporteur 62, om objecten van de middelste transporteur 61 te ontvangen en tijdelijk te houden. Elke ontvangsttransporteur 62 kan bijvoorbeeld een modulaire transportband omvatten, of een ander type transporteur.
1030328___ 27
Tijdens gebruik kan telkens één segment van de eerste transporteur 61 worden gebruikt om een object te ontvangen, hetgeen in de tekening is weergegeven. Echter, bij een relatief lang object kunnen bijvoorbeeld twee of meer achtereenvolgende segmenten van de eerste 5 transporteur 61 worden gebruikt om dat lange object te ontvangen.
Fig. 11 toont het gebruik van de sorteerinrichting C. Hierbij kunnen objecten door een transporteur 5, bijvoorbeeld een genoemde afvoertransporteur, in rijen R aan de eerste, middelste, transporteur 61 worden toegevoerd. De objecten P kunnen hierbij bijvoorbeeld reeds naar 10 stapelpatroon van een te vormen stapel zijn gegroepeerd, in genoemde rijen R, maar per rij R nog niet op volgorde van stapeling ten behoeve van het stapelen zelf, of ten behoeve van een vervolgens in stapelpatronen brengen van de objecten P.
De sorteerinrichting C biedt een hoge capaciteit. Hierbij kunnen 15 telkens één of meer segmenten van de eerste oneindige transporteur 61 worden gebruikt om een volgend object van een rij objecten te ontvangen, afhankelijk van de afmetingen van dat object. De objecten P kunnen snel en eenvoudig per rij R door de sorteerinrichting C in een geschikte, bijvoorbeeld door genoemde besturing voorafbepaaide, stapelings-vorgorde 20 worden gebracht. In Fig. 11A wordt een eerste rij objecten R(l) aan de eerste transporteur 61 toegevoerd. Deze rij objecten R(l) hoort bijvoorbeeld bij een eerste laag van een te vormen stapel. De objecten worden door de eerste transporteur 61 zodanig op één van de twee ontvangsttransporteur 62A gebracht, dat de rijvolgorde van die objecten in een gewenste volgorde 25 wordt gebracht, zie figuren 11B-11E. Na het herrangschikken van een rij objecten R(l), kan de rij R(l) door de betreffende ontvangsttransporteur 62A naar een afvoertransporteur 6 worden gebracht om te worden afgevoerd, bijvoorbeeld naar een stapelstation D (zie Fig. 1 en 11F).
Figuren 11B-11F tonen verder, dat op de andere 30 ontvangsttransporteur 62B een volgende rij objecten R(2) in een gewenste 1 0 3 0 3 2 8_ 28 volgorde kan worden verzameld. Het op de eerste transporteur 61 brengen van een volgende rij objecten R(2) kan bijvoorbeeld reeds geschieden op het moment dat een deel van een vorige rij R(l) zich nog stroomafwaarts op de eerste transporteur 61 bevindt. Het proces kan zich vervolgens herhalen, 5 waarbij een derde rij R(3) door de eerste transporteur sorter 61 op de eerste baan 62A opnieuw wordt gerangschikt, bijvoorbeeld tijdens het nog op de tweede baan 62B brengen van delen van de tweede rij R(2).
Onder gebruikmaking van een bovenbeschreven voorsorteerinrichting B en een nasorteerinrichting C (zie Fig. 1) kan 10 bijvoorbeeld een werkwijze voor het in in hoofdzaak horizontale stapelpatronen rangschikken van objecten worden uitgevoerd. De werkwijze kan omvatten: een door voorsorteerinrichting B uit te voeren eerste sorteerstap waarbij de objecten in groepen, in het bijzonder rijen, worden verdeeld, welke groepen overeenkomen met de te vormen stapelpatronen.
15 De groepen kunnen tijdens een door het nasorteerstation C in een tweede sorteerstap in rijen met een voor stapeling geschikte volgorde worden gebracht. De objecten van één te vormen stapel kunnen bijvoorbeeld eerst op de voorsorteerinrichting B in voorafbepaalde groepen worden gerangschikt en worden bewaard, waarbij de zo gevormde groepen op afroep naar het 20 nasorteerstation C kunnen worden gevoerd indien de vorming van een bijbehorende stapel gewenst is. In het bijzonder kunnen ten minste verscheidene van genoemde objecten verschillende vormen enJof afmetingen hebben. Dergelijke objecten kunnen door de werkwijze en het systeem goed en snel worden gesorteerd.
25 Een bovenbeschreven systeem en werkwijze kan bijvoorbeeld worden toegepast voor het snel ontstapelen van monopallets (depalletizing).
Het systeem kan zijn voorzien van diverse aanvoerinrichtingen of transporteurs, om de objecten een genoemde voor en/of na sorteerinrichting B, C toe te voeren. Verder kan het systeem bijvoorbeeld zijn voorzien van 30 niet weergegeven middelen om objecten naar een mogelijk gewenste stand j i 1030328 29 te roteren of herpositioneren. Het systeem kan relatief duurzaam en goedkoop worden uitgevoerd. Bovendien kan het systeem de objecten snel in gewenste volgordes of rijen rangschikken.
Voor de vakman zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt 5 tot de beschreven uitvoeringsvoorbeelden. Diverse wijzigingen zijn mogelijk binnen het raam van de uitvinding zoals is verwoord in de navolgende conclusies.
Zo kan het systeem op verschillende locaties zijn opgesteld, bijvoorbeeld in werkomgevingen zoals magazijnen en productiegebouwen, 10 alsmede in koelhuizen, temperatuurgeregelde omgevingen, overslaggebieden, vast of mobiel, aan boord van een voertuig, vaartuig of vliegtuig en/of andere omgevingen. Bovendien kunnen delen van het systeem bijvoorbeeld verplaatsbaar ten opzichte van elkaar zijn. De voorsorteerinrichting B kan bijvoorbeeld vast zijn opgesteld, bijvoorbeeld in 15 een magazijn of dergelijke. Een genoemde aan voer en/of afvoertransporteur kan bijvoorbeeld verplaatsbaar zijn ten opzichte van de voorsorteerinrichting B, bijvoorbeeld wanneer een dergelijke transporteur op een voertuig, vaartuig of vliegtuig is voorzien. Omgekeerd kan een genoemde voorsorteerinrichting B bijvoorbeeld mobiel zijn.
20 Verder kan een eerste aandrijving bijvoorbeeld verplaatsbaar zijn tussen verschillende aandrijfposities om telkens slechts één objectengroep-transporteur 10 aan te drijven. Alternatief kan een eerste aandrijving bijvoorbeeld slechts een beperkt aantal objectengroep-transporteurs 10 van een totaal aantal objectengroep-transporteurs 10 aandrijven, wanneer de 25 eerste aandrijving 20 in een bepaalde aandrijfpositie is gebracht. Verder kan bijvoorbeeld slechts één eerste aandrijving langs eindparten van objectengroep-transporteurs 10 verplaatsbaar zijn om de transporteurs 10 te bedienen. Daarnaast kan bijvoorbeeld een beperkt aantal dergelijke eerste aandrijvingen 20 zijn voorzien, die langs eindparten van objectengroep-30 transporteurs 10 verplaatsbaar zijn om de transporteurs 10 te bedienen, 1030328_ 30 bijvoorbeeld minder eerste aandrijvingen 20 dan een totaal aantal door die aandrijvingen 20 aan te drijven objectengroep-transporteurs 10. Zo kunnen bijvoorbeeld verscheidene aandrijvingsdragers over één genoemde geleiding of rails beweerbaar zijn, of kunnen verscheidene geleidingen of rails zijn 5 voorzien om verscheidene aandrijvingsdragers naar geschikte posities te brengen.
Verder kan het systeem bijvoorbeeld zijn voorzien van op zichzelf bekende objectentraceer- en/of herkenningsmiddelen, bijvoorbeeld een systeem dat gebruik maakt van labels, RF-ID identificatie en/of dergelijke. 10 Bovendien kan een genoemde eerste aandrijving verplaatsbaar zijn, om verschillende transporteurs aan te drijven.
Daarnaast kan de eerste aandrijving bijvoorbeeld in ten minste een eerste en tweede stand brengbaar zijn om slechts ten minste een eerste respectievelijk tweede objectengroep-transporteur aan te drijven, zonder de 15 eerste aandrijving te verplaatsen, bijvoorbeeld door de aandrijving te voorzien van bestuurbare koppelingen om de aandrijving aan elk van die transporteurs afzonderlijk te koppelen. Zo kan de eerste aandrijving bijvoorbeeld zijn voorzien van een aandrijfas, die bij een eerste stand van de aandrijvingskoppeling slechts aan de eerste objectengroep-transporteur is 20 gekoppeld, en bij de tweede stand van de aandrijvingskoppeling slechts aan de tweede objectengroep-transporteur. Genoemde bestuurbare koppelingen kunnen op verschillende manieren zijn uitgevoerd, en bijvoorbeeld slip-koppelingen en/of dergelijke omvatten.
Verder is het onderhavige systeem bij voorkeur geschikt om 25 gemengde objecten te rangschikken en/of op te slaan, bijvoorbeeld op genoemde groep-transporteurs. Daarnaast kan het systeem bijvoorbeeld worden toegepast om slechts dezelfde objecten in groepen te rangschikken en/of op te slaan. Verder kunnen één of meer van genoemde groep-transporteurs bijvoorbeeld worden gebruikt om elk slechts objecten van één 30 bepaald type, één afmeting, één vorm en/of één massa te houden.
1030328

Claims (37)

1. Systeem voor het rangschikken en/of opslaan van objecten, bijvoorbeeld ten behoeve van het vormen van stapelpatronen, omvattende: -ten minste twee objectengroep-transporteurs (10) die zijn geconfigureerd om objecten (P) in ten minste twee respectieve objectengroepen te houden, 5 waarbij elke objectengroep-transporteur (10) aandrijfbaar is, in het bijzonder om een door die transporteur (10) gehouden objectengroep te verplaatsen; en -ten minste een eerste aandrijving (20) om de ten minste twee objectengroep-transporteurs aan te drijven; 10 waarbij de eerste aandrijving (20) in ten minste een eerste en tweede stand brengbaar is om slechts de eerste respectievelijk tweede objectengroep-transporteur (10) aan te drijven.
2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij elke objectengroep-transporteur van zichzelf niet van een transporteur-aandrijving is voorzien.
3. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij transportvlakken, of objectdraagvlakken, van genoemde objectengroep-transporteurs zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekken.
4. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij ten minste verscheidene van genoemde objecten verschillende vormen en/of afmetingen, 20 en/of massa’s, hebben.
5. Systeem volgens één der voorgaande conclusies 1-3, waarbij ten minste verscheidene van genoemde objecten dezelfde vormen, afmetingen, en massa's, hebben.
6. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, geconfigureerd om 25 objecten in hoofdzaak centraal op elke objectengroep-transporteur op te stellen, gezien in een dwarsrichting van de respectieve objectengroep-transporteur. 1 0 3 n 3 7 R_
7. Systeem volgens één der voorgaande conclusies waarbij de eerste aandrijving (20) verplaatsbaar is tussen ten minste een eerste aandrijfpositie om slechts de eerste objectengroep-transporteur (10) aan te drijven, en een tweede aandrijfpositie om slechts de tweede objectengroep-5 transporteur aan te drijven.
8. Systeem volgens conclusie 7, voorzien van ten minste één transportmechanisme (30, 31, 35, 36) om een genoemde eerste aandrijving (20) tussen de ten minste eerste en tweede aandrijfpositie te verplaatsen, waarbij het transportmechanisme is voorzien van een beweegbare 10 aandrijvingsdrager (30), welke drager (30) van genoemde eerste aandrijving (20) is voorzien.
9. Systeem volgens conclusie 8, waarbij de aandrijvingsdrager (30) naar nabij objectengroep-transporteurs (10) gelegen posities beweegbaar is, in het bijzonder naar posities die zich nabij en/of tegenover eindparten van 15 die transporteurs (10) bevinden, om de eerste aandrijving naar genoemde aandrijfposities te brengen.
10. Systeem volgens conclusie 8 of 9, waarbij de aandrijvingsdrager (30) tevens is voorzien van een objecten-manipulator (50) om objecten te manipuleren, bijvoorbeeld om objecten (P) te manipuleren die zich nabij de 20 aandrijvingsdrager (30) bevinden.
11. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, voorzien van ten minste één aan- en/of afvoertransporteur (4, 5; 104) om de objecten (P) aan de objectengroep-transporteurs (10) toe te voeren en/of daarvan af te voeren.
12. Systeem volgens conclusies 10 en 11, waarbij de objecten- 25 manipulator (50) is geconfigureerd om ten minste een object (P) vanaf de aan- en/of afvoertransporteur (4, 5; 104) naar een door de eerste aandrijving (20) aangedreven objectengroep-transporteur toe te bewegen, en/of omgekeerd, om ten minste een object (P) vanaf een door de eerste aandrijving (20) aangedreven objectengroep-transporteur (10) naar de aan-30 en/of afvoertransporteur (4, 5; 104) toe te bewegen. 1030328_
13. Systeem volgens conclusie 12, waarbij de objecten-manipulator (50) is voorzien van een door ten minste een tweede aandrijving (Ml, M2) beweegbaar manipulatordeel (52), waarbij het manipulatordeel (52) in een van de aan- en/of afvoertransporteur (4, 5; 104) afbewogen vrijgeefstand 5 brengbaar is om passage van objecten (P) toe te staan, en in een naar de aan- en/of afvoertransporteur (4, 5; 104) toe bewogen manipulatiestand om objecten (P) van de aan- en/of afvoertransporteur (4, 5; 104) te ontvangen en naar een nabijgelegen objectengroep-transporteur toe te bewegen.
14. Systeem volgens conclusie 12 of 13, waarbij de objecten- 10 manipulator (50) is voorzien van een oneindige transporteur, waarbij laatstgenoemde transporteur zich in het bijzonder tussen tegenoverliggende zijden van de aandrijvingsdrager (30) uitstrekt.
15. Systeem volgens één der conclusies 12-14, waarbij een genoemde eerste aandrijving (20) en een objectenmanipulator (50) van een genoemde 15 aandrijvingsdrager (30) zijn ingericht om met elkaar samen te werken om objecten (P) tussen een genoemde aan- en/of afvoertransporteur (4, 5; 104) en genoemde objectengroep-transporteurs te verplaatsen.
16. Systeem volgens één der conclusies 12-15, waarbij een genoemde eerste aandrijving (20) en een objectenmanipulator (50) van een genoemde 20 aandrijvingsdrager (30) zijn ingericht om objecten (P) op afstand van elkaar op een genoemde aan- en/of afvoertransporteur (4, 5; 104) te positioneren.
17. Systeem volgens één der conclusies 11-16, voorzien van een eerste aan/afvoertransporteur (4) die zich langs eerste eindparten van elk van de genoemde objectengroep-transporteurs (10) uitstrekt, en van een tweede 25 aan/afvoertransporteur (5) die zich langs tweede eindparten van elk van de genoemde objectengroep-transporteurs (10) uitstrekt.
18. Systeem volgens conclusie 17 in combinatie met één der conclusies 8-10, voorzien van een eerste transportmechanisme (30, 31, 35, 36) met een eerste aandrijvingsdrager om een respectieve eerste aandrijving tussen de 30 eerste eindparten van genoemde objectengroep-transporteurs te 1030328 verplaatsen, en van een tweede transportmechanisme (30, 31, 35, 36) met een tweede aandrijvingsdrager om een respectieve eerste aandrijving tussen de tweede eindparten van genoemde objectengroep-transporteurs te verplaatsen.
19. Systeem volgens één der conclusies 11-16, voorzien van één aan/afvoertransporteur (104) die zich langs eindparten van elk van de genoemde objectengroep-transporteurs (10) uitstrekt.
20. Systeem volgens conclusie 19, waarbij een aantal van de objectengroep-transporteurs (10) is voorzien van één, zich nabij de 10 aan/afvoertransporteur (104) bevindend eindpart voor zowel ontvangst als afgifte van objecten.
21. Systeem volgens conclusie 19 of 20, waarbij een aantal van de objectengroep-transporteurs (10) is voorzien van een eerste zich nabij de aan/afvoertransporteur (104) bevindend eindpart voor ontvangst van 15 objecten, en een tweede, zich eveneens nabij de aan/afvoertransporteur (104) bevindend eindpart voor afgifte van objecten, waarbij de objectengroep-transporteur bijvoorbeeld een U-vormige transportbaan omvat.
22. Systeem volgens één der conclusies 8-21, waarbij genoemd transportmechanisme is voorzien van een geleiding (31) om de 20 aandrijvingsdrager tussen gewenste posities te geleiden, waarbij de aandrijvingsdrager in het bijzonder een langs en/of over geleiderails (31) verplaatsbare trolley (30) omvat.
23. Systeem volgens één der conclusies 8-22, waarbij het transportmechanisme (30, 31, 35, 36) en de aandrijvingsdrager (30) zodanig 25 zijn geconfigureerd, dat de eerste aandrijving (20) met een snelheid van ten minste 5 m/s, en in het bijzonder ten minste 10 m/s, tussen genoemde aandrijfposities verplaatsbaar is. ,
24. Systeem volgens één der conclusies 8-23, waarbij genoemd i transportmechanisme is voorzien van een oneindige riem (35), bijvoorbeeld 30 tandriem, en van een riemaandrijving (36) om de riem (35) te bewegen, 1030328_ waarbij genoemde eerste aandrijving (20) aan de oneindige riem (35) is gekoppeld om onder invloed van de riemaandrijving (36) tussen genoemde aandrijfposities te worden verplaatst.
25. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij elke 5 objectengroep-transporteur (10) is voorzien van een bedieningsmechanisme (11), welk bedieningsmechanisme (11) door een transporteurbedieningsdeel (21) van de eerste aandrijving (20) aangrijpbaar is om de objectengroep-transporteur (10) te bedienen, althans wanneer de eerste aandrijving (20) zich in een respectieve aandrijfstand bevindt.
26. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de eerste aandrijving (20) is ingericht om met een objectengroep-transporteur (10) samen te werken, bij een respectieve aandrijfstand van de eerste aandrijving, door middel van een riem/wiel koppeling, bijvoorbeeld een tandriem/vertand-wiel koppeling, door middel van een riem/riem koppeling, 15 en/of door middel van een wiel/wiel koppeling.
27. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemde objectengroep-transporteurs oneindige transporteurs omvatten, bijvoorbeeld transportbanden.
28. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, ingericht om in 20 hoofdzaak horizontale stapelpatronen te bepalen, waarbij het systeem is geconfigureerd om de bij de verschillende behorende objecten stapelpatronen tijdens gebruik op respectieve verschillende van genoemde objectengroep-transporteurs (10) te verzamelen.
29. Systeem, bijvoorbeeld een systeem volgens één van de voorgaande 25 conclusies, voorzien van een sorteerinrichting (C), waarbij de sorteerinrichting (C) is ingericht om een objectenrij in een voorafbepaalde volgorde te brengen, waarbij de sorteerinrichting is voorzien van: -een eerste baan om een objectenrij te ontvangen, waarbij de eerste baan in het bijzonder een eerste oneindige transporteur (61) omvat; 1030328 -ten minste een zich langs de eerste baan uitstrekkende tweede baan, welke tweede baan in het bijzonder een tweede oneindige transporteur (62) omvat; en -één of meer objectverplaatsers om objecten uit een zich op de eerste baan 5 bevindend rijdeel te bewegen en in een voorafbepaalde volgorde op een tweede baan te plaatsen, waarbij genoemde eerste baan in het bijzonder van genoemde objectverplaatsers is voorzien.
30. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, tevens voorzien van ten minste één inrichting voor het stapelen van objecten, welke 10 inrichting stroomafwaarts ten opzichte van genoemde objectengroep-transporteurs is opgesteld.
31. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, ten minste voorzien van 10 objectengroep-transporteurs, en in het bijzonder ten minste 50, 100, of 1000 objectengroep-transporteurs (10).
32. Systeem volgens één der voorgaande conclusies, waarbij ten minste een aantal van genoemde objectengroep-transporteurs in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar is opgesteld, bijvoorbeeld in een reeks.
33. Systeem voor het rangschikken en/of opslaan van objecten, bijvoorbeeld een systeem volgens één der voorgaande conclusies, 20 omvattende: -ten minste twee objectengroep-transporteurs (10) die zijn geconfigureerd om objecten in ten minste twee respectieve objectengroepen te houden; -een aan- en/of afvoertransporteur om rang te schikken objecten (P) langs object-ontvangstparten en/of object-afgifteparten van de objectengroep-25 transporteurs (10) te voeren; en -een objectenmanipulator om objecten tussen de aanvoertransporteur en de objectengroep-transporteurs te verplaatsen, waarbij de objectenmanipulator verplaatsbaar is tussen ten minste een eerste verplaatsingspositie om objecten slechts tussen de eerste 30 objectengroep-transporteur enerzijds en de aan- en/of afvoertransporteur 1 0 3 n 3 2 8__ > anderzijds te verplaatsen, en een tweede verplaatsingspositie om objecten slechts tussen de tweede objectengroep- transporteur enerzijds en de aan-en/of afvoertransporteur anderzijds te verplaatsen.
34. Gebruik van een systeem volgens één der voorgaande conclusies, 5 waarbij een eerste aandrijving (20) achtereenvolgens in verschillende aandrijfstanden wordt gebracht, om achtereenvolgens verschillende objectengroep-transporteur (10) aan te drijven.
35. Gebruik volgens conclusie 34, waarbij objecten op afstand van elkaar op ten minste één genoemde objectengroep-transporteur (10) worden 10 gepositioneerd, in het bijzonder onder gebruikmaking van een genoemde eerste aandrijving.
36. Gebruik volgens conclusie 34 of 35, waarbij objecten centraal op een objectengroep-transporteur worden opgesteld.
37. Werkwijze voor het in in hoofdzaak horizontale stapelpatronen 15 rangschikken en/of opslaan van objecten, omvattende een eerste sorteerstap waarbij de objecten in groepen worden verdeeld, welke groepen overeenkomen met de te vormen stapelpatronen, waarbij de groepen tijdens een tweede sorteerstap in rijen met een voor stapeling geschikte volgorde worden gebracht, waarbij in het bijzonder ten minste verscheidene van 20 genoemde objecten verschillende vormen en/of afmetingen, en/of massa's, hebben. 1030328_
NL1030328A 2005-11-01 2005-11-01 Systeem voor het rangschikken en/of opslaan van objecten. NL1030328C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030328A NL1030328C2 (nl) 2005-11-01 2005-11-01 Systeem voor het rangschikken en/of opslaan van objecten.
EP06824240A EP1945544A1 (en) 2005-11-01 2006-11-01 System for arranging and/or storing objects
PCT/NL2006/000545 WO2007053010A1 (en) 2005-11-01 2006-11-01 System for arranging and/or storing objects
US12/084,456 US20100028121A1 (en) 2005-11-01 2006-11-01 System for Arranging and/or Storing Objects
AU2006309401A AU2006309401A1 (en) 2005-11-01 2006-11-01 System for arranging and/or storing objects

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030328A NL1030328C2 (nl) 2005-11-01 2005-11-01 Systeem voor het rangschikken en/of opslaan van objecten.
NL1030328 2005-11-01

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1030328C2 true NL1030328C2 (nl) 2007-05-03

Family

ID=36583918

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1030328A NL1030328C2 (nl) 2005-11-01 2005-11-01 Systeem voor het rangschikken en/of opslaan van objecten.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US20100028121A1 (nl)
EP (1) EP1945544A1 (nl)
AU (1) AU2006309401A1 (nl)
NL (1) NL1030328C2 (nl)
WO (1) WO2007053010A1 (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT506638B1 (de) 2008-04-03 2010-05-15 Salomon Automation Gmbh Kommisionieranlage und verfahren zum kommissionieren
NL2004008C2 (nl) * 2009-12-23 2011-06-27 Stork Pmt Vleesverwerkingsysteem.
AT509949B1 (de) * 2010-05-28 2013-01-15 Tgw Logistics Group Gmbh Speicherlager
DE102011005402A1 (de) * 2011-03-11 2012-09-13 Siemens Aktiengesellschaft Anlage und Verfahren zum Behandeln von Stückgütern
JP6460827B2 (ja) * 2015-02-16 2019-01-30 日特エンジニアリング株式会社 パレット搬送装置
FR3061486B1 (fr) * 2017-01-03 2019-05-24 Neovendis Procede et installation de stockage et de distribution automatise d'objets
JP6568163B2 (ja) * 2017-08-09 2019-08-28 ファナック株式会社 ロボットシステム
CN110733869A (zh) * 2019-12-02 2020-01-31 曾小波 一种新型快递物流初分机

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1208965A (en) * 1967-10-26 1970-10-14 Int Standard Electric Corp Elevator for charging a higher positioned conveying section
DE3438329A1 (de) * 1984-10-19 1986-04-24 Leonhard 3587 Borken Bischof Kommissionierungsanlage fuer die zusammenstellung von waren, die in form von behaelter, kartons, schrumpfpackungen oder steigen verpackt und zu versandkommissionen versandfertig gemacht werden
US4729467A (en) * 1986-05-20 1988-03-08 Mid-West Conveyor Company, Inc. Transport assembly for use with storage conveyor, and combination
EP0615925A2 (en) * 1993-03-19 1994-09-21 Kao Corporation Article loading apparatus and method therefor
US5501571A (en) * 1993-01-21 1996-03-26 International Business Machines Corporation Automated palletizing system
CH689388A5 (de) * 1995-03-20 1999-03-31 Gilgen Foerdersysteme Ag Lagersystem.
US6186724B1 (en) * 1998-05-22 2001-02-13 Dynamic Systems Engineering Bv Storage device for packaged goods

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1025826C2 (nl) 2004-03-26 2005-10-03 Trm Patenten B V Inrichting voor het stapelen van objecten, gebruik van een dergelijke inrichting, alsmede een werkwijze voor het stapelen van objecten.

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1208965A (en) * 1967-10-26 1970-10-14 Int Standard Electric Corp Elevator for charging a higher positioned conveying section
DE3438329A1 (de) * 1984-10-19 1986-04-24 Leonhard 3587 Borken Bischof Kommissionierungsanlage fuer die zusammenstellung von waren, die in form von behaelter, kartons, schrumpfpackungen oder steigen verpackt und zu versandkommissionen versandfertig gemacht werden
US4729467A (en) * 1986-05-20 1988-03-08 Mid-West Conveyor Company, Inc. Transport assembly for use with storage conveyor, and combination
US5501571A (en) * 1993-01-21 1996-03-26 International Business Machines Corporation Automated palletizing system
EP0615925A2 (en) * 1993-03-19 1994-09-21 Kao Corporation Article loading apparatus and method therefor
CH689388A5 (de) * 1995-03-20 1999-03-31 Gilgen Foerdersysteme Ag Lagersystem.
US6186724B1 (en) * 1998-05-22 2001-02-13 Dynamic Systems Engineering Bv Storage device for packaged goods

Also Published As

Publication number Publication date
US20100028121A1 (en) 2010-02-04
AU2006309401A1 (en) 2007-05-10
EP1945544A1 (en) 2008-07-23
WO2007053010A1 (en) 2007-05-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1030328C2 (nl) Systeem voor het rangschikken en/of opslaan van objecten.
CA2862368C (en) Sortation systems and related methods
AU2005249603B2 (en) Method for transporting goods, and installation for carrying out said method
CN108146948B (zh) 用于存入和取出物体的方法以及用于执行该方法的仓储***
US8479912B2 (en) Matrix sorter system with transpositor conveyor
US8113334B2 (en) Matrix sorter system
US4986407A (en) Apparatus for controlling the path of transportation of articles
US11123771B2 (en) Automated modular system for sorting items
US3561623A (en) Article-handling system for baggage or other cargo
JPH05262421A (ja) コンパクト・ディスク、マイクロ・カセット、ビデオ・テープ、その他類似の物品のための選別装置
JP2006103873A (ja) 仕分け設備
EP0274797B1 (en) A method of, and apparatus for, temporarily removing a product from a series of products being transported
CA2639440C (en) Apparatus for processing elongate products such as cucumbers
US3656636A (en) System and apparatus for automatically collecting, sorting and distributing articles from one or more locations to one or more locations
NL2001922C (en) An apparatus for transport and controlled discharge of products.
US20210094763A1 (en) Apparatus for transport and controlled discharge of products
WO2023180480A1 (en) Sortation system and conveyor system
JPH053462Y2 (nl)
JP2021116130A (ja) アキューム装置およびアキューム方法
WO2007133079A1 (en) System for loading displays

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Owner name: JUMBO DISTRIBUTIECENTRUM B.V.

Effective date: 20081023

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20110601