NL2003694C2 - Vergrendelingssamenstel. - Google Patents

Vergrendelingssamenstel. Download PDF

Info

Publication number
NL2003694C2
NL2003694C2 NL2003694A NL2003694A NL2003694C2 NL 2003694 C2 NL2003694 C2 NL 2003694C2 NL 2003694 A NL2003694 A NL 2003694A NL 2003694 A NL2003694 A NL 2003694A NL 2003694 C2 NL2003694 C2 NL 2003694C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
slot
loop
retaining body
band
thickened
Prior art date
Application number
NL2003694A
Other languages
English (en)
Inventor
Anthonie Bernardus Berlee
Original Assignee
Dachfix Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dachfix Gmbh filed Critical Dachfix Gmbh
Priority to NL2003694A priority Critical patent/NL2003694C2/nl
Priority to ES10770633.5T priority patent/ES2669530T3/es
Priority to DK10770633.5T priority patent/DK2491201T3/en
Priority to EP10770633.5A priority patent/EP2491201B1/en
Priority to PCT/NL2010/050702 priority patent/WO2011049451A1/en
Priority to NO10770633A priority patent/NO2491201T3/no
Application granted granted Critical
Publication of NL2003694C2 publication Critical patent/NL2003694C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A62LIFE-SAVING; FIRE-FIGHTING
    • A62BDEVICES, APPARATUS OR METHODS FOR LIFE-SAVING
    • A62B35/00Safety belts or body harnesses; Similar equipment for limiting displacement of the human body, especially in case of sudden changes of motion
    • A62B35/0043Lifelines, lanyards, and anchors therefore
    • A62B35/0068Anchors
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G21/00Preparing, conveying, or working-up building materials or building elements in situ; Other devices or measures for constructional work
    • E04G21/32Safety or protective measures for persons during the construction of buildings
    • E04G21/3261Safety-nets; Safety mattresses; Arrangements on buildings for connecting safety-lines
    • E04G21/3276Arrangements on buildings for connecting safety-lines
    • E04G21/328Arrangements on buildings for connecting safety-lines fastened to the roof covering or insulation
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G21/00Preparing, conveying, or working-up building materials or building elements in situ; Other devices or measures for constructional work
    • E04G21/32Safety or protective measures for persons during the construction of buildings
    • E04G21/3261Safety-nets; Safety mattresses; Arrangements on buildings for connecting safety-lines
    • E04G21/3276Arrangements on buildings for connecting safety-lines
    • E04G21/329Arrangements on buildings for connecting safety-lines with measures for dampening the fall
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G21/00Preparing, conveying, or working-up building materials or building elements in situ; Other devices or measures for constructional work
    • E04G21/32Safety or protective measures for persons during the construction of buildings
    • E04G21/3261Safety-nets; Safety mattresses; Arrangements on buildings for connecting safety-lines
    • E04G21/3295Guide tracks for safety lines
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16GBELTS, CABLES, OR ROPES, PREDOMINANTLY USED FOR DRIVING PURPOSES; CHAINS; FITTINGS PREDOMINANTLY USED THEREFOR
    • F16G11/00Means for fastening cables or ropes to one another or to other objects; Caps or sleeves for fixing on cables or ropes
    • F16G11/04Means for fastening cables or ropes to one another or to other objects; Caps or sleeves for fixing on cables or ropes with wedging action, e.g. friction clamps
    • F16G11/044Means for fastening cables or ropes to one another or to other objects; Caps or sleeves for fixing on cables or ropes with wedging action, e.g. friction clamps friction clamps deforming the cable, wire, rope or cord
    • F16G11/048Means for fastening cables or ropes to one another or to other objects; Caps or sleeves for fixing on cables or ropes with wedging action, e.g. friction clamps friction clamps deforming the cable, wire, rope or cord by moving a surface into the cable
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16GBELTS, CABLES, OR ROPES, PREDOMINANTLY USED FOR DRIVING PURPOSES; CHAINS; FITTINGS PREDOMINANTLY USED THEREFOR
    • F16G11/00Means for fastening cables or ropes to one another or to other objects; Caps or sleeves for fixing on cables or ropes
    • F16G11/14Devices or coupling-pieces designed for easy formation of adjustable loops, e.g. choker hooks; Hooks or eyes with integral parts designed to facilitate quick attachment to cables or ropes at any point, e.g. by forming loops

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Business, Economics & Management (AREA)
  • Emergency Management (AREA)
  • Connection Of Plates (AREA)
  • Roof Covering Using Slabs Or Stiff Sheets (AREA)
  • Clamps And Clips (AREA)

Description

\ \
Titel: Vergrendelingssamenstel.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een veiligheidssamenstel voorzien van een van sleuf voorzien deel, een ten opzichte daarvan verstelbare band, die als een • 5 lus door de sleuf van dat deel is aangebracht en een opsluitlichaam omvattende een wig.
Voor allerlei soorten toepassingen dient een band met een van sleuven voorzien deel, zoals een gespplaat of dergelijke gekoppeld te worden. Een voorbeeld wordt gevonden in US 4761861 en in US 3148427. Door het gebruik van een wigvormig 10 lichaam wordt de band vastgekneld in de sleuf bij het opbrengen van een trekkracht.
Bij een eenmalige bevestiging werkt een dergelijk systeem bevredigend. Indien echter herhaald gebruik beoogd wordt of aan de band veiligheidssystemen of andere constructies bevestigd worden, waarbij geen enkel risico op falen mag bestaan, functioneert een dergelijk systeem met opsluitlichaam niet. Immers, nooit kan 15 uitgesloten worden dat het opsluitlichaam niet aangebracht is, waardoor de bandlus bij belasting door de sleuf heen schiet.
In US 3766610 wordt een constructie beschreven waarbij in de lus van de band een opsluitlichaam is aangebracht. Het opsluitlichaam drukt, bij het op de band uitoefenen van een trekkracht, de band tegen de kegelvormig uitgevoerde sleuf. Het 20 opsluitlichaam is daartoe wigvormig uitgevoerd. Daardoor ontstaat een puntbelasting op de band hetgeen scheurvorming en falen tot gevolg heeft.
Het is het doel van de onderhavige uitvinding in een verbinding tussen van sleuf voorzien deel en band te voorzien die enerzijds hoog belastbaar is zodat deze professioneel toegepast kan worden en anderzijds niet het gevaar heeft dat een daarbij 25 gebruikte wig verloren raakt.
Volgens de onderhavige uitvinding wordt dit doel verwezenlijkt met de eigenschappen zoals beschreven in conclusie 1. Door het gebruik van de verlenging voorzien van een verdikt deel dat aan de hierboven beschreven voorwaarde voldoet, zal bij normaal gebruik het opsluitlichaam nadat dit eenmaal in de sleuf aangebracht is en 30 meer in het bijzonder het wigdeel zich aan één zijde van de sleuf bevindt en de verlenging/verdikte deel zich aan de andere zijde van de sleuf bevinden, niet op eenvoudige wijze losraken. Slechts door het uitoefenen van een kracht, d.w.z. bewuste handeling, kan het opsluitlichaam verwijderd worden. Daardoor ontstaat veel grotere zekerheid van de constructie. Daarbij kan het verdikte deel direct op de wig aansluiten, 2003694 \ 2 maar is het eveneens mogelijk dat zich daartussen een deel met kleinere afmetingen bevindt.
Volgens de uitvinding is de sleuf langwerpig uitgevoerd evenals het opsluitlichaam zodat de band een groter contactvlak (lijmcontact) met de wig en sleuf 5 heeft bij het opbrengen van belasting zodat beschadiging en/of falen daarvan voorkomen kan worden. Doordat volgens de onderhavige uitvinding het verdikte deel samen met de band die bij voorkeur als lus om het verdikte deel aangebracht is, door de sleuf getrokken kan worden waarbij het verdikte deel vervolgens niet terugbewogen kan worden zonder het daarop uitoefenen van een aanzienlijke belasting, kan enerzijds 10 het verloren gaan van de wig op gewaarborgde wijze voorkomen worden. Anderzijds is het mogelijk de band op eenvoudige wijze met het van sleuf voorziene deel te verbinden. Immers bij veel toepassingen is de band aan een of beide vrije einden voorzien van enigerlei aansluitdeel dat zodanig grote afmetingen heeft dat dit niet door de sleuf bewogen kan worden. Volgens de onderhavige uitvinding wordt de band als 15 lus gevouwen en door de sleuf gestoken, wordt vervolgens de wig met het verdikte deel in het uitstekende lusdeel aangebracht en wordt daarna de band terug getrokken in de sleuf.
Het door de sleuf bewegen van het verdikte deel kan plaatsvinden door het elastisch zijn van het verdikte deel en/of van de band.
20 De onderhavige uitvinding heeft eveneens betrekking op een veiligheidssamenstel omvattende een aan een bouwkundige constructie te bevestigen band en een aan die band bevestigd deel.
Een dergelijk veiligheidssamenstel is bekend uit EP1735509. Daarin wordt een hellend dak beschreven waarbij onder de panlatten een op het dakschot aangebrachte 25 band aanwezig is. Deze band is op een of meer plaatsen aan de zich onder het dakschot bevindende balk of dergelijke bevestigd. Aan de band kunnen op verschillende posities koppeldelen aangebracht worden. Aan deze koppeldelen kunnen verdere koppeldelen bevestigd worden. Deze verdere koppeldelen kunnen aan de gordel van een bewerker bevestigd zijn via een band of aan een verdere constructie of drager die tijdelijk 30 aangebracht moet worden zoals een hek of steiger. Details van een dergelijke koppeling blijken uit PCT/NL2005/000590.
De bevestiging van de band aan het dak vindt aan het vrije uiteinde daarvan, bijvoorbeeld met een klemconstructie zoals door schroeven, plaats. Andere \ « 3 bevestigingen kunnen aanwezig zijn. De bevestiging van het koppeldeel aan de band vindt plaats volgens de eerdere publicaties door ter plaatse van het koppeldeel in de band een lus te maken en deze lus terug te slaan en aan zichzelf te bevestigen.
Een dergelijke wijze van bevestiging van het koppeldeel aan de lus is kostbaar en 5 maakt het niet mogelijk op eenvoudige wijze in verschillende afstanden tussen verschillende aangebrachte koppeldelen te voorzien. Bovendien maakt deze het niet mogelijk op de bouw eenvoudige aanpassingen uit te voeren.
Anderzijds bestaat het probleem dat met andere uit de stand der techniek bekende constructies waarmee het koppeldeel wel verschuifbaar ten opzichte van de band 10 aangebracht zou kunnen worden, niet gegarandeerd kan worden dat bij een moment van grote belasting, zoals bij een eventuele val, het koppeldeel in hoofdzaak niet verschuift ten opzichte van de band.
Het is een verder doel van de onderhavige uitvinding in een veiligheidssamenstel te band verplaatsbaar is maar waarbij bij hoge belasting verzekerd is dat het betreffende 15 deel onverplaatsbaar is ten opzichte van de band.
Dit doel wordt bij een hierboven beschreven veiligheidssamenstel verwezenlijkt doordat dat deel een sleuf omvat voor het ontvangen van die band, dat die band als een lus door die sleuf gestoken is en aan de zijde van die lus in die band een opsluitlichaam is aangebracht, waarbij de grootste dikte van dat opsluitlichaam, met aan beide zijden 20 daarvan die band aangebracht, op een plaats groter is dan de grootste breedte van de sleuf op die plaats, en waarbij de lengte van dat opsluitlichaam kleiner is dan de lengte van die sleuf.
Verrassenderwijs is gebleken dat bij het aantrekken van de lus in de sleuf bij het opbrengen van een hoge belasting, door de aanwezigheid van het opsluitlichaam dat 25 door de aanwezigheid van de band niet door de sleuf kan bewegen, een vaste aangrijping tussen de band en het betreffende deel verwezenlijkt wordt. Anderzijds is het op eenvoudige wijze mogelijk de lus ten opzichte van het deel te verschuiven.
Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de onderhavige uitvinding is het opsluitlichaam wigvormig uitgevoerd en is de sleuf volgens een verdere bijzondere 30 uitvoering conisch uitlopend uitgevoerd. Daarbij steekt de punt van de wig in de sleuf zodat bij het aantrekken van de lus in de sleuf de wig in de conisch uitlopende sleuf getrokken wordt. Daardoor ontstaat een bij grote belasting onverplaatsbare bevestiging van de band ten opzichte van het betreffende deel. Bij het veiligheidssamenstel dat 4 hierboven beschreven is, is het mogelijk dat het opsluitiichaam uitsluitend uit de wig bestaat. Dat wil zeggen, het eerder beschreven verdikte deel is bij gebruik in een veiligheidssamenstel niet noodzakelijkerwijs aanwezig.
Het betreffende deel kan zowel een koppeldeel zijn waarbij uit de stand der 5 techniek bekende koppeldelen voor dit doel in het bijzonder aangepast kunnen worden door het aanpassen van de sleuf. Eventueel kunnen twee sleuven aanwezig zijn. Eveneens is het mogelijk de bevestiging van de band ten minste gedeeltelijk met een dergelijk deel uit te voeren. Zo is het mogelijk bij toepassing op een hellend dak het vrije bovenuiteinde op eenvoudige wijze met schroeven of dergelijke aan de 10 betreffende balk te bevestigen en op een lagere plaats op het dak een deel aan een balk of ander stevig deel van het dak te bevestigen en dit te voorzien van een sleuf zoals hierboven beschreven waarin het opsluitiichaam gestoken wordt. Een dergelijk deel heeft onder normale omstandigheden geen functie maar zodra een grote trekkracht op de band uitgeoefend wordt slaat het daarin aanwezige opsluitiichaam samen met de 15 daaromheen geslagen band vast in de sleuf en kan een dergelijk krachtopnemend bevestigingsdeel een aanzienlijk deel van de door het koppeldeel ingeleide kracht opnemen. Vanzelfsprekend is het mogelijk de uitvinding uitsluitend met hetzij een dergelijk krachtopnemend bevestigingsdeel of koppeldeel uit te voeren zonder dat het koppeldeel respectievelijk krachtopnemende bevestigingsdeel aanwezig is. De 20 combinatie daarvan is eveneens mogelijk.
Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding is het opsluitiichaam in de richting van de sleuf voorzien van een verlenging. Meer in het bijzonder is deze verlenging weer voorzien van een verdikking. De verdikking heeft een zodanige afmeting dat deze door de sleuf in te brengen is maar bij de aanwezigheid 25 van de bandlus slechts met aanzienlijke kracht daarin in te brengen of te verwijderen is. Dat wil zeggen, de positie van de band ten opzichte van het deel, waaraan de band bevestigd wordt, kan versteld worden zonder dat het opsluitiichaam verwijderd wordt.
Op deze wijze kan onder andere voorkomen worden dat het opsluitiichaam bij het zich in niet gespannen toestand bevinden van de lus ten opzichte van het deel zoek 30 raakt waardoor een bijzonder onveilige situatie zou ontstaan.
Deze verdikking is bij voorkeur eveneens langwerpig uitgevoerd en strekt zich bij voorkeur in dezelfde richting uit als de bij voorkeur langwerpig uitgevoerde wig. Volgens een verdere uitvoering van de onderhavige uitvinding is de richting waarin de 5 verdikking zich in de breedte uitstrekt dezelfde richting als waarin de wig zich in de breedte uitstrekt ten opzichte van een hartlijn die zich uitstrekt vanaf de wig naar de verdikking.
Volgens de verdere van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding omvat dat 5 deel een bevestigingsplaat en is het andere einde van de band voorzien van een koppeldeel. Deze variant wordt bijvoorbeeld zodanig uitgevoerd dat de bevestigingsplaat vast aan het dak bevestigd wordt en de band ten opzichte van de bevestigingsplaat stelbaar is met de hierboven beschreven constructie. De band strekt zich vervolgens uit onder het dakbeschot door naar buiten en aan de buitenzijde is het 10 koppeldeel aangebracht. Met dit koppeldeel kan op de hierboven beschreven wijze een verder koppeldeel verbonden worden. Dit koppeldeel bevindt zich permanent buiten het dakbeschot. De band is bijvoorkeur niet ten opzichte van het koppeldeel verstelbaar en de omvang van het buiten dakbeschot steken van het koppeldeel wordt bepaald door de instelling van de band ten opzichte van de bevestigingsplaat. Een dergelijke constructie 15 kan in het bijzonder daar toegepast worden waar het niet gewenst is het dakbeschot te verwijderen voor het tot stand brengen van de koppeling tussen het koppeldeel en het verdere koppeldeel. Dit geldt bijvoorbeeld voor dakbeschot dat uit platen of dergelijke bestaat of in geval van dakpannen daar waar dakpannen vastgelegd zijn met schroeven, haken en dergelijke. Bovendien is het mogelijk een afschermende kap of dergelijke aan 20 te brengen waardoor het koppeldeel tegen weersomstandigheden beschermd wordt en buitenaf in de niet gebruikstoestand niet zichtbaar is.
Indien deze constructie gebruikt kan een dak van een aantal samenstellen zoals hierboven beschreven voorzien zijn die van buiten steeds eenvoudig op te sporen zijn en te gebruiken.
25 Hoewel bij deze variant de stelbaarheid van de band ten opzichte van de bevestigsplaat met de hierboven beschreven constructie met opsluitlichaam beschreven is, dient begrepen te worden dat die verstelbaarheid op enige andere als zodanig in de stand der techniek bekende wijze voor het verstellen van een band ten opzichte van een plaat verwezenlijkt kan worden.
30 De onderhavige uitvinding heeft bovendien betrekking op een bouwkundige constructie waarbij het hierboven beschreven veiligheidssamenstel toegepast is. Dit kan een plat dak, gevel of hellend dak zijn. Andere bouwkundige constructies kunnen eveneens met het veiligheidssamenstel volgens de uitvinding uitgerust worden.
6
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het opsluiten van een band in een van sleuf voorzien deel, zoals hierboven beschreven waarbij de band als lus aangebracht is bij opname van een opsluitlichaam, welk opsluitlichaam omvat een wig en een zich voorbij de sleuf uitstrekkend deel, waarbij de band als lus door de 5 sleuf bewogen wordt, het opsluitlichaam in de lus gestoken wordt en het verdikte deel door de sleuf terug bewogen wordt.
De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij tonen:
Fig. 1 schematisch in perspectief een dak met afgenomen dakbedekking; 10 Fig. 2 een detail van de bevestiging van een koppeldeel aan een band;
Fig. 3 schematisch de bevestiging van koppeldeel en verder koppeldeel;
Fig. 4 toepassing van het veiligheidssamenstel op het eerder getoonde dak;
Fig. 5a-c het aanbrengen van het opsluitlichaam in de sleuf;
Fig. 6a-b de getoonde constructie in verschillende posities; 15 Fig. 7 een alternatief van het koppeldeel in doorsnede; en
Fig. 8 een alternatief van de uitvinding schematisch afgebeeld.
In Fig. 1 is een hellend dak in het geheel met 1 aangegeven. Daarop is het veiligheidssamenstel volgens de uitvinding aangebracht. Begrepen moet echter worden dat het veiligheidssamenstel volgens de uitvinding ook op andere delen van 20 bouwkundige constructies aangebracht kan worden. Op het dakbeschot 3 van het hellend dak 1 is een band 4 aangebracht. Deze is op enigerlei wijze bij het vrije uiteinde daarvan aan het dakbeschot en bij voorkeur aan de daaronder liggende balkenconstructie of andere constructie met voldoende sterkte bevestigd. Daaroverheen strekken zich panlatten 2 uit. De eventueel aanwezige tengels of andere bijbehorende 25 constructiedelen voor de dakbedekking worden hier niet in detail beschreven omdat deze voor het begrip van de uitvinding niet van belang zijn. De krachtopnemende bevestigingsdelen 6 zijn op regelmatige afstand over de lengte van de band 4 aangebracht. Op hier nader beschreven wijze is de band 4 aan deze krachtopnemende delen 6 bevestigd. Met behulp van bouten 5 zijn deze krachtopnemende 30 bevestigingsdelen aan het dakbeschot en bij voorkeur aan de daaronder liggende balkconstructie of dergelijke bevestigd. Bovendien zijn koppeldelen 7 aanwezig.
Details van de koppeldelen 7 blijken uit Fig. 2. Elk koppeldeel bestaat uit een basisplaat 8 met daarin twee op afstand liggende sleuven 9 en 10. Door elke sleuf 9, 10 7 strekt zich steeds een lus 13 (zie Figs. 5 en 6) van band 4 uit. In elke lus is steeds een opsluitlichaam 23 aangebracht met een lengte L. Deze lengte L is kleiner (of gelijk) aan de lengte M van de betreffende sleuf 9,10. In de basisplaat 8 is een koppelingsopname 11 aangebracht voorzien van een opening. Uit Fig. 2 blijkt eveneens dat een verder 5 koppelingsdeel 16 aanwezig is bestaande uit een band 20 met een daaraan bevestigde plaat 17. Draaiknop 18 is roteerbaar ten opzichte van de plaat en de andere zijde van draaiknop 18 is verbonden met een lip 19. De afmeting van deze lip 19 komt overeen met de afmeting van opening 12. Lip 19 is op afstand vrij uitstekend ten opzichte van het overige deel van verdere koppeling aangebracht. Dat wil zeggen lip 19 kan door 10 draaien vanuit de positie waarin deze zich in opening 12 bevindt naar de gestippelde positie 14 bewogen worden in welke positie vergrendeling plaatsvindt. Dit is schematisch in Fig. 3 weergegeven. Op deze wijze kan een veilige koppeling tussen het koppelingsdeel en het verdere koppelingsdeel verwezenlijkt worden.
In Fig. 4 is toepassing van de koppeling in combinatie met band 20 en gordel 21 15 getoond.
In het geval het veiligheidssamenstel volgens de uitvinding werkzaam moet worden kunnen daarop bijzonder grote slagbelastingen ontstaan. Daarom is het belangrijk dat de verbinding tussen de koppeling en de band respectievelijk tussen de band en het krachtopnemende bevestigingsdeel in dergelijke situaties bijzonder stevig 20 is. Anderzijds wordt ernaar gestreefd in verplaatsbaarheid tussen de band 4 en de betreffende delen te voorzien om zoveel mogelijk flexibiliteit bij de montage te hebben.
Dit wordt volgens de onderhavige uitvinding verwezenlijkt met behulp van het aanbrengen van een of meer sleuven 9, 10 in het krachtopnemende deel 6 respectievelijk het koppeldeel 7. In Fig. 5 is een voorbeeld daarvan getoond. Daarin is 25 als voorbeeld het koppeldeel 7 getoond en meer in het bijzonder de basisplaat 8 daarvan. Deze is voorzien van een sleuf 9. Sleuf 9 loopt aan een zijde uit en dit deel is met 27 weergegeven. De grootste breedte is met E aangegeven. Aan de andere zijde is bij 28 een afronding in sleuf 9 aangebracht.
In sleuf 9 is een lus 13 van de band 4 aangebracht. In deze lus bevindt zich het 30 opsluitlichaam 23 volgens de uitvinding. Zoals hierboven aangegeven is de lengte L van dit opsluitlichaam 23 kleiner dan (of gelijk aan) de lengte M van de sleuf. Daardoor kan het opsluitlichaam 23 vrij in verticale richting (zoals gezien in Fig. 5) op en neer bewegen.
\ 8
In fig. 5a-c is het aanbrengen van het opsluitlichaam 23 in de basisplaat 8 in combinatie met de band voorzien van een lus 13 getoond.
Zoals in fig. 5a weergegeven wordt eerst de lus 13 door de sleuf van de basisplaat 8 bewogen. In het algemeen zal de band 4 aan weerszijden bij de vrije einden daarvan 5 van enigerlei aansluiting voorzien zijn zodat het doorsteken van de lus 3 door de sleuf zoals getoond in fig. 5a de enige optie is.
Vervolgens wordt zoals getoond in fig. 5b het opsluitlichaam 23 zijdelings ingeschoven in de lus 13. Daarbij is de totale dikte van de verdikking 26 plus twee maal de dikte van band 4 groter dan de breedte van de sleuf. Echter is enige elastische 10 deformatie van de band en/of de verdikking mogelijk zoals blijkt bij vergelijking van fig. 5b en fig. 5c. In fig. 6a is het opsluitlichaam in de eindpositie aangebracht. Daarbij is het niet mogelijk dat het opsluitlichaam weer uit de sleuf beweegt.
Zoals uit Fig. 6a blijkt sluit op het wigvormige deel 24 van het opsluitlichaam 23 een verlenging 25 aan en daarna volgt een verdikking 26.
15 De breedte van de verdikking 26 wordt samen met de dikte van de band (twee maal de banddikte) zodanig gekozen dat bij het aanwezig zijn van het opsluitlichaam in de lus zich uitstrekkend boven de sleuf 9 deze slechts met enige kracht door de sleuf 9 te drukken is. Daarna is het opsluitlichaam eenvoudig op en neer beweegbaar in de sleuf 9. Echter zal het opsluitlichaam niet eenvoudig uit sleuf 9 verwijderd kunnen 20 worden omdat daarvoor het noodzakelijk is aanzienlijke kracht op verdikking 26 te zetten. Op deze wijze wordt voorkomen dat het opsluitlichaam 23 uit de sleuf 9 verdwijnt bij aanwezigheid van de niet gespannen lus 13. Door de lengte van het opsluitlichaam 23 zoveel mogelijk overeen te laten komen met de lengte van de sleuf wordt in verdere veiligheid tegen het ontsnappen van het opsluitlichaam 23 voorzien.
25 De elasticiteit die noodzakelijk is voor het door de sleuf 9 drukken van band met verdikking 26 kan verkregen worden uit de band en/of de verdikking. Verdere veiligheid kan verkregen worden door verdikking 26 zodanig uit te voerden dat deze, zoals gezien in Fig. 5, op eenvoudige wijze naar beneden te bewegen is door de sleuf maar niet eenvoudig terug te bewegen is 30 In Fig. 6a is een situatie getoond waarin de lus, respectievelijk de band 4 niet gespannen is. In deze situatie is het mogelijk deel 8 door het verplaatsen van de lus op eenvoudige wijze ten opzichte van de band te verschuiven. Daarmee kan deel 8 op elke gewenste positie ten opzichte van de band geplaatst worden.
9
In Fig. 6b is een situatie getoond waarin de band 4 vastgetrokken maakt is ten opzichte van deel 8 door het naar beneden bewegen van de lus.
Uit Fig. 6b blijkt dat de totale grootste breedte van het wigvormige deel 24 samen met tweemaal de dikte van band 4, welke totale dikte met D aangegeven is, groter is 5 dan de hierboven beschreven afmeting e. Daardoor kan het opsluitlichaam met lus 13 nooit door de sleuf bewegen. Door de wigvormige uitvoering wordt in verdere aangrijping tussen het wigvormige deel en het overeenkomstige deel van de sleuf voorzien.
Op de hierboven beschreven wijze ontstaat een verbinding tussen lus 13, 10 respectievelijk band 4 en het betreffende deel 6,7 welke enerzijds een eenvoudige onderlinge verplaatsing toelaat maar anderzijds in geval van nood bijzonder grote krachten op kan nemen.
In fig. 7 is een variant van de uitvinding getoond. Dit is een koppelingsdeel 37 met een basisplaat 38, die in tegenstelling tot de eerdere uitvoeringen slechts voorzien 15 is van een enkele sleuf 39. Daarin kan op de bovenbeschreven wijze een band 4 ingebracht worden met een wigvormig deel 44. De verlenging 45 en het verdikte deel 46 zijn bij deze uitvoering enigszins anders uitgevoerd. De uitwendige vorm daarvan komt in hoofdzaak overeen met de inwendige vorm van de sleuf 39, waarbij vanzelfsprekend rekening gehouden is met de dikte van de band.
20 In figuur 8 is een variant van de onderhavinge uitvinding getoond die met name toepasbaar is daar waar het dakbeschot niet eenvoudig van het dak te verwijderen is om zo toegang te krijgen tot het in de vorige figuren getoonde koppeldeel 7. Dit is het geval bij bijvoorbeeld grotere dakplaten die met schroeven of andere bevestigingsmiddelen op niet eenvoudig verwijderbare wijze aan het dak bevestigd 25 zijn. Een ander voorbeeld dat in figuur 8 getoond is betreft pannen 63 die op dak 61 aangebracht zijn maar welke pannen niet eenvoudig te verwijderen zijn omdat deze bijvoorbeeld met panhaken vastliggen om het dak stormvastheid te geven. Deze panhaken zijn in de tekening vanwege de duidelijkheid niet getoond.
In de gevallen waar de variant van figuur 8 betrekking op heeft, wordt koppeldeel 30 67 permanent buiten het dakbeschot geplaatst. Er wordt naar gestreefd dit vlak onder de vrije eindrand van een dakpan 63 aan te brengen. Dit bestaat uit een weersbestendig materiaal en is via een weersbestendige band 64 aan bevestigingsplaat 66 bevestigd. Bevestigingsplaat 66 is met behulp van bouten 65 stevig met een dakbalk verbonden.
10
Koppeldeel 67 omvat een basisplaat 68 waarin een sleuf 76 aangebracht is waardoor band 64 gestoken is en bij 77 aan zichzelf vastgezet is.
Bij bevestigingsplaat 66 bestaat een stelmogelijkheid voor het instellen van de lengte van de band 64. Daartoe is in de bevestigingsplaat 66 een sleuf 69 aangebracht 5 en daarin bevindt zich de constructie zoals aan de hand van figuur 5 en 6 getoond is. Door deze verstelbaarheid kan het deel van de band 64 dat voorbij het dakbeschot aan de weersomstandigheden blootgesteld, uitsteekt ingesteld worden. Echter vindt deze instelling plaats bij het aanbrengen van de dakbedekking en in principe is het later niet meer noodzakelijk daaraan wijzigingen uit te voeren. Doordat pannen 63 vastliggen is 10 dit ook niet praktisch en/of eenvoudig. Aan koppeldeel 67 kan de in figuur 2 getoond constructie bevestigd worden zoals ook schematisch getoond is. Dit koppeldeel 67 kan eventueel tegen weersinvloeden beschermd worden door een (kunststof) kap 70.
Bij het lezen van deze beschrijving zullen bij degenen bekwaam in de stand van de techniek duidelijk varianten opkomen die voor de hand liggend zijn na het 15 bovenstaande en liggen binnen het bereik van de bijgaande conclusies.
Bovendien worden uitdrukkelijk rechten gevraagd voor uitvoeringsvormen die vallen onder de volgconclusies onafhankelijk van hetgeen beschreven is in de onafhankelijke conclusies.
20 03 6 94

Claims (15)

1. Samenstel omvattende een van sleuf voorzien deel (6, 7, 37), een band (4), die als een lus door de sleuf (9, 10) van dat deel is aangebracht, en een opsluitlichaam (23, 5 24) omvattende een wig, die in die lus geplaatst is, waarbij sleuf, band en wig zodanig zijn bemeten dat bij het opbrengen van een trekkracht op de band ten opzichte van het deel, de wig in de sleufopening wordt vastgetrokken zonder daardoor te bewegen, waarbij het opsluitlichaam voorzien is van een zich in de trekrichting uitstrekkende verlenging (25,45) voorzien van een verdikt deel (26, 10 46), waarbij de dikte van dat verdikte deel (26) plus twee maal de dikte van de band in niet-samengedrukte toestand iets groter is dan de kleinste breedte van die sleuf, met het kenmerk, dat die sleuf (9, 10) langwerpig is en twee parallelle tegenover liggende zijden omvat, dat dat opsluitlichaam (23, 24) een met de sleuf overeenkomende langwerpige vorm heeft en dat de sleuf, band, en het verdikte deel 15 zodanig zijn uitgevoerd, dat het verdikte deel met aan weerszijden aangebrachte band door de sleuf gedrukt kan worden.
2. Samenstel omvattende een aan een bouwkundige constructie (1) te bevestigen band (4. 64) en een aan die band bevestigd deel (6,7,66), waarbij dat deel (6, 7, 66) een 20 sleuf (9, 10, 69) omvat voor het ontvangen van die band, dat die band als een lus (13) door die sleuf (9,10, 69) gestoken is en aan de zijde van die lus in die band (4) een opsluitlichaam (24) is aangebracht, waarbij de grootste dikte (d) van dat opsluitlichaam, met aan beide zijden daarvan die band aangebracht, op een plaats groter is dan de grootste breedte (e) van de sleuf op die plaats, en waarbij de lengte 25 (L) van dat opsluitlichaam kleiner is dan de lengte (M) van die sleuf, waarbij het opsluitlichaam voorzien is van een zich in de trekrichting uitstrekkende verlenging (25,45) voorzien van een verdikt deel (26,46), waarbij de dikte van dat verdikte deel (26) plus twee maal de dikte van de band in niet-samengedrukte toestand iets groter is dan de kleinste breedte van die sleuf, met het kenmerk, dat die sleuf (9,10) 30 langwerpig is en twee parallelle tegenover liggende zijden omvat, dat opsluitlichaam (23, 24) een met de sleuf overeenkomende langwerpige vorm heeft en dat de sleuf, band, en het verdikte deel zodanig zijn uitgevoerd, dat het verdikte deel met aan weerszijden aangebrachte band door de sleuf gedrukt kan worden. 20 03 6 9 4
3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de verdikking van dat verdikte deel langwerpig is en zich evenwijdig met die sleuf uitstrekt.
4. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die sleuf aan de zijde van dat opsluitlichaam conisch uitlopend (27) is uitgevoerd.
5. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die verlenging (25) tussen de wig en het verdikte deel een overgangsdeel (29) omvat waarvan de 10 werkzame dikte kleiner is dan de helft van de kleinste openingafmeting van de sleuf.
6. Samenstel volgens conclusie 5, waarbij die verlenging zich in de gebruikspositie tot voorbij die sleuf uitstrekt. 15
7. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de dikte van dat verdikte deel (26) plus twee maal de dikte van de band in niet samengedrukte toestand iets groter is dan de kleinste breedte van de sleuf.
8. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat deel (8) twee op afstand liggende sleuven (9,10) omvat.
9. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies waarbij dat deel (6,7,66) een krachtopneemdeel voor die band is en voorzien van bevestigingsmiddelen (5) voor 25 bevestiging aan een bouwkundige constructie.
10. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat deel een koppeldeel (7) is uitgevoerd voor het verwijderbaar ontvangen van een verder koppeldeel (16). 30
11. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies 1-9, waarbij dat deel (66) een bevestigingsplaat omvat voor bevestiging aan dat dak, en het andere einde van de band (64) voorzien is van een koppeldeel (67).
12. Samenstel volgens conclusie 11, waarbij die band (64) niet in lengte verstelbaar met dat koppeldeel (67) is verbonden.
13. Bouwkundige constructie omvattende een dak of gevel met daaraan bevestigd een samenstel volgens een van de voorgaande conclusies.
14. Bouwkundige constructie volgens conclusie 13, waarbij het samenstel aan een hellend dak (1) bevestigd is. 10
15. Werkwijze voor het aanbrengen van een band (4) in een van sleuf voorzien deel (6, 7, 37) waarbij de band als lus aangebracht is bij opname van een opsluitlichaam, welk opsluitlichaam omvat een wig en een zich voorbij de sleuf uitstrekkend deel, met het kenmerk, dat de band (4) als lus door de sleuf bewogen wordt, het 15 opsluitlichaam in de lus gestoken wordt en het verdikte deel met de lus door de sleuf terug bewogen wordt. 2003694
NL2003694A 2009-10-22 2009-10-22 Vergrendelingssamenstel. NL2003694C2 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2003694A NL2003694C2 (nl) 2009-10-22 2009-10-22 Vergrendelingssamenstel.
ES10770633.5T ES2669530T3 (es) 2009-10-22 2010-10-22 Ensamblaje de bloqueo
DK10770633.5T DK2491201T3 (en) 2009-10-22 2010-10-22 locking device
EP10770633.5A EP2491201B1 (en) 2009-10-22 2010-10-22 Locking assembly
PCT/NL2010/050702 WO2011049451A1 (en) 2009-10-22 2010-10-22 Locking assembly
NO10770633A NO2491201T3 (nl) 2009-10-22 2010-10-22

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2003694A NL2003694C2 (nl) 2009-10-22 2009-10-22 Vergrendelingssamenstel.
NL2003694 2009-10-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2003694C2 true NL2003694C2 (nl) 2011-04-27

Family

ID=42163748

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2003694A NL2003694C2 (nl) 2009-10-22 2009-10-22 Vergrendelingssamenstel.

Country Status (6)

Country Link
EP (1) EP2491201B1 (nl)
DK (1) DK2491201T3 (nl)
ES (1) ES2669530T3 (nl)
NL (1) NL2003694C2 (nl)
NO (1) NO2491201T3 (nl)
WO (1) WO2011049451A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN106437187A (zh) * 2016-11-10 2017-02-22 重庆顺泰铁塔制造有限公司 一种角钢塔t型导轨垫块式防坠落装置

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3148427A (en) * 1961-05-26 1964-09-15 Douglas Aircraft Co Inc Connectors
US3766610A (en) * 1971-06-29 1973-10-23 A Thorsbakken Wedge locking device
DE3541413A1 (de) * 1985-11-23 1987-05-27 Autoflug Gmbh Klemmschnalle fuer einen sicherheitsgurt
WO2005098166A1 (en) * 2004-04-05 2005-10-20 Daktari V.O.F. Safety measure for a pitched roof

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4761861A (en) 1987-02-24 1988-08-09 Eliezer Peles Fastening means for belts

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3148427A (en) * 1961-05-26 1964-09-15 Douglas Aircraft Co Inc Connectors
US3766610A (en) * 1971-06-29 1973-10-23 A Thorsbakken Wedge locking device
DE3541413A1 (de) * 1985-11-23 1987-05-27 Autoflug Gmbh Klemmschnalle fuer einen sicherheitsgurt
WO2005098166A1 (en) * 2004-04-05 2005-10-20 Daktari V.O.F. Safety measure for a pitched roof

Also Published As

Publication number Publication date
WO2011049451A1 (en) 2011-04-28
ES2669530T3 (es) 2018-05-28
EP2491201A1 (en) 2012-08-29
DK2491201T3 (en) 2018-05-22
NO2491201T3 (nl) 2018-08-04
EP2491201B1 (en) 2018-03-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2000814C2 (nl) Veiligheidsvoorziening voor een dak.
GB2420820A (en) Safety line traveller
EP1882066B1 (en) Bracket for roof equipment
US20110272210A1 (en) Ladder Safety Device
GB2351789A (en) Shock absorbing support and fall-arrest system
US11268323B2 (en) Gutter protection and ladder support apparatus
US20060272892A1 (en) Anchor assembly for safety device
US20100116589A1 (en) Gutter protection and ladder support apparatus
US20120222370A1 (en) Force distribution and attenuation device for use in a roof anchor safety system
NL2003694C2 (nl) Vergrendelingssamenstel.
GB2205354A (en) Load restraining device
EP3967824A1 (en) Fastening arrangement for fastening roof equipment to a roof
CH703006A1 (de) Klemme.
DE102016109634B4 (de) Ladungssicherungshaken zum Verbinden eines Haltemittels mit einerLadungssicherungsschiene sowie Ladungssicherungsmittel und Aufbau einesNutzfahrzeugs jeweils mit dem Ladungssicherungshaken
DE102004060372B4 (de) Dachsicherung
KR101143676B1 (ko) 건축물 개구부 보호기구
NL2010264C2 (nl) Bevestigingsinrichting, in het bijzonder een bevestigingsinrichting voor een zonnepaneelconstructie op een pannendak.
NL2005497C2 (nl) Bevestigingssysteem voor zonnepanelen.
KR102679874B1 (ko) 안전 와이어 로프의 가이드 장치
WO1994017261A1 (en) Improved roof anchor
EP3978702A1 (en) Fastening arrangement for fastening roof equipment to a roof
DK2511448T3 (en) Roof provided with a safety device and method for mounting a safety device on a roof
CA2646912A1 (en) Suspension device
AU2004281075B2 (en) Anchor assembly for safety device
JP5345345B2 (ja) 命綱の取付装置およびその取付構造

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20191101