NL2003645C2 - Vleugel of raamwerk voor een brandwerend raam. - Google Patents

Description

Vleugel of raamwerk voor een brandwerend raam BESCHRIJVING: 5

Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een vleugel of raamwerk voor een brandwerend raam op basis van holle-kamerprofielen van PVC evenals een 10 brandwerende vulling, in het bijzonder een brandwerende beglazing.

Brandwerende ramen en deuren worden in de regel vervaardigd van stalen profielen, omdat stalen profielen in vergelijking met kunststof profielen een aanzienlijk hogere verwekings- resp. smelttemperatuur bezitten. Stalen profielen hebben echter een zeer geringe warmte-isolatie en doen om optische redenen evenals in 15 onderhoudskosten onder voor kunststof ramen.

Stand van de techniek

Uit DE 20 2066 44 UI is een brandwerend element op basis van 20 kunststof profielen bekend, waarbij in dc verstevigingskamer van het kozijnproficl een roostervormig en flexibel gevormd brandwerend element wordt aangebracht. Een dergelijk raam voldoet echter niet aan de gebruikelijke minimale brandwerende eigenschappen, zoals de F30-test.

Uit DE 202 08 44 UI is een brandvertragend raam resp. deurprofiel op 25 basis van polyolefïnen als materiaal voor de buitenwand bekend, waarbij door intumescerend materiaal in ten minste één holle ruimte van het profiel een verhoogde brandveiligheid moet worden bereikt. Ook deze constructie is voor de vervaardiging van ramen en deuren die tegen een hogere brandbelasting (bijv. F30) bestand moeten zijn, niet voldoende.

Samenvatting van de uitvinding 30 2

Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een vleugel resp. raamwerk voor een brandwerend raam resp. een brandwerende deur die een verhoogde bestendigheid vertoont.

Om dit doel te realiseren is de vleugel resp. het raamwerk voor een 5 brandwerend raam volgens de uitvinding gekenmerkt door het volgende: de vleugel resp. het raamwerk omvat ten minste vier holle-kamerprofielen op basis van PVC-U evenals een in de vleugel resp. het raamwerk aangebrachte brandwerende vulling, in het bijzonder een brandwerende beglazing; de holle-kamerprofielen op basis van PVC-U bezitten een centrale 10 verstevigingkamer evenals verdere holle kamers; de vcrstcvigingkamcrs van de hollc-kamcrproficlcn van de vleugel resp. het raamwerk bezitten een metalen versteviging; de brandwerende vulling wordt aan alle vier de zijden aan de buitenzijde en/of de binnenzijde in het gebied van de rand door een doorgaande, zich over de 15 desbetreffende zijde uitstrekkende metalen bevestigingssteun vastgehouden, waarbij de bevestigingssteunen telkens aan de metalen verstevigingen in de verstevigingkamers van de holle-kamerprofielen zijn vastgeschroefd.

Onder raamwerk wordt in deze context een kozijn met brandwerende 20 vulling verstaan, onder vleugel een vlcugclraam met aangcbrachtc brandwerende vulling. De brandwerende vulling is in het algemeen een brandwerende beglazing, zoals deze op zich bij de doorsnee vakman in feite bekend is.

Het is de essentie van de uitvinding dat de brandwerende vulling in het gebied van de rand ten minste aan de buitenzijde of aan de binnenzijde, maar bij 25 voorkeur aan beide zijden, door een doorgaande, zich over de desbetreffende zijde uitstrekkende metalen bevestigingssteun wordt vastgehouden, die ten minste tot bijna in de hoekgebieden uitsteekt en - als het moet maar korte onderbrekingen bezit. Het is namelijk gebleken dat een bevestiging via meerdere korte steunen die op een tamelijk grote afstand van elkaar zijn aangebracht, niet voldoende is, omdat de brandwerende 30 beglazing bij de temperatuurbelastingen die in geval van brand gebruikelijk zijn, in de niet-ondersteunende gebieden heel erg doorbuigt, zodat brandgassen van de kant van het vuur naar de andere kant kunnen doordringen.

De bij voorkeur doorgaande bevestigingssteunen volgens de uitvinding zijn telkens aan de metalen verstevigingen in de verstevigingkamers van de holle- 3 kamerprofielen vastgeschroefd, zodat de in geval van brand optredende aanzienlijke krachten door de brandwerende beglazing kunnen worden opgevangen.

Bij een voorkeursuitvoering van de uitvinding zijn de metalen verstevigingen in de holle-kamerprofielen in de hoekgebieden direct of indirect via 5 metalen hoeksteunen met elkaar tot een vast raamwerk verbonden. Hiertoe kunnen de hoeksteunen in het sponninggebied tussen vleugelraam en kozijn worden aangebracht, waarbij deze in het bijzonder aan de metalen verstevigingen worden vastgeschroefd. Bij een andere voorkeursuitvoering van de uitvinding zijn in het glassponninggebied in de hoekgebieden metalen hoeksteunen aangebracht die via bouten met de metalen 10 verstevigingen in de holle-kamerprofielen zijn verbonden. Dit is met name bij een vaste beglazing noodzakclijk, omdat er hier geen sponninggebied tussen kozijn en vleugelraam bestaat.

Alle beslagdelen, verstevigingprofielen, metalen bevestigingssteunen en metalen hoeksteunen zijn bij voorkeur van staal vervaardigd, omdat spuitgietwerk in de 15 regel geen voldoende hittebestendigheid bezit. De beslagen zijn bij voorkeur uitgerust met een paddenstoelvormige vergrendeling, om een voldoende verankering in de sluitplaten te bereiken. De sluitplaten worden bij voorkeur aan de metalen verstevigingen in de verstevigingkamers vastgeschroefd, om in geval van brand de noodzakelijke krachten te kunnen overbrengen.

20 Bij weer een andere voorkeursuitvoering van de uitvinding zijn in de stalen verstevigingen in de verstevigingkamers van de holle-kamerprofielen brandwerende materialen ingelegd, die onder invloed van hitte - in het bijzonder door verdampen van kristallijn gebonden water - een verkoelend effect sorteren en verder goede hitte- en geluidwerende technische eigenschappen bezitten. Hiertoe kunnen 25 bijvoorbeeld Promaxon®- of Promatect*-platen worden gebruikt.

Verder worden in gebieden die bij belasting door brand bijzonder gevaar lopen, stroken resp. banden van intumescerende, d.w.z. bij belasting door hitte opschuimende en tegelijkertijd warmte-isolerende materialen toegepast. Deze materialen zijn bijvoorbeeld onder de handelsnaam Promaseal® bekend.

30

Beknopte omschrijving van de tekeningen

De uitvinding wordt hierna aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld nader toegelicht. Hierbij toont: 4

Figuur 1 een binnenaanzicht van een brandwerend raam volgens de uitvinding;

Figuur 2 een verticale doorsnede AA door het kozijn;

Figuur 3 een verticale doorsnede BB door de stijl;

5 Figuur 4 een verticale doorsnede DD resp. horizontale doorsnede CC

door het vleugelraam en kozijn.

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen 10 Het in figuur 1 getoonde binnenaanzicht van de brandwerende raam 1 bezit aan de linkerzijde een kozijn 2 met vaste beglazing 4 en aan de rechterzijde een draai-kiep-vleugel 3 met brandwerende beglazing 5. Het kozijn wordt gevormd door de drie kozijnprofïelen en het middelste stijlprofïel. De verticale doorsnede AA is in figuur 2 vergroot weergegeven. Het kozijn 2 bezit een voor Nederland typische diepe 15 bouwvorm. In de middelste grote, langwerpige holle kamer is de stalen versteviging 8 in op zich gebruikelijke wijze aangebracht. De stalen versteviging 8 wordt door de aangebrachte brandwerende plaat 15 bij een hoge thermische belasting in geval van brand van binnen gekoeld. Extra intumescerende banden 16 in de verstevigingkamer, in het sponninggebied evenals in het gebied van de muuraansluiting vullen in geval van 20 brand dc beveiliging tegen het doordringen van brandgassen aan.

In het kozijn 2 is in het sponninggebied een op zich gebruikelijke brandwerende beglazing als vaste beglazing 4 toegepast, waarbij de vaste beglazing 4 aan de buitenzijde door de stalen hoeksteun 20 en aan de binnenzijde door de stalen hoeksteun 19 wordt vastgehouden. De stalen hoeksteunen 19 en 20 strekken zich uit 25 over alle vier de zijden van het raam over de gehele lengte ervan en zijn op regelmatige afstanden door de schroefverbindingen 22 resp. 21 - in de figuren alleen maar aangeduid - met de stalen versteviging 8 verbonden. Zodoende wordt in geval van brand een stabiel, ondersteunend keurslijf van stalen hoeksteunen 20, 21 en stalen verstevigingen 8 gerealiseerd. In de hoekgebieden van het kozijn 2 zijn extra stalen 30 hoeksteunen 30 aangebracht. Deze stalen hoeksteunen 30 zijn eveneens aan de stalen verstevigingen 8 vastgeschroefd. Aan de buitenzijde wordt de vaste beglazing 4 middels een afdichting 10 ten opzichte van het kozijnprofiel afgedicht. Aan de binnenzijde wordt de vaste beglazing 4 vastgehouden door de glaslat 7’.

5

In figuur 3 is de doorsnede BB door de stijl 6 en de draai-kiep-vleugel 3 weergegeven. De stijl 6 neemt - zoals het kozijn 2 - de vaste beglazing 4 op, waarbij deze vaste beglazing 4 zowel aan de binnenzijde als aan de buitenzijde door telkens een doorgaande stalen hoeksteun wordt vastgehouden. Aan de buitenzijde wordt de vaste 5 beglazing 4 middels een afdichting 10’ ten opzichte het stijlprofiel afgedicht. Aan de binnenzijde wordt de vaste beglazing 4 vastgehouden door de glaslat 7’. Tussen de draai-kiep-vleugel 3 en de stijl 6 vindt de afdichting aan de buitenzijde plaats door de aanslagafdichting 11, aan de binnenzijde door de aanslagafdichting 11’.

De stalen hoeksteunen worden aan de binnenzijde door de 10 schroefverbinding 21’ en aan de buitenzijde door de schroefverbinding 22’ met de stalen versteviging 9 verbonden. In het sponninggcbicd 28 evenals in het gebied van de vaste beglazing en in het gebied van de beglazing van de vleugel zijn op verschillende plaatsen intumescerende banden 16 aangebracht, die bij een bepaalde temperatuurbelasting opschuimen en deze gebieden afdichten, om het doordringen van 15 brandgassen te verhinderen.

In figuur 4 is de in figuur 1 weergegeven horizontale doorsnede CC resp. 90° gedraaid verticale doorsnede DD eveneens vergroot weergegeven. Het kozijn 2 is hierbij - zoals bij figuur 2 al toegelicht voorzien van de stalen versteviging 8 in de stalen kamer evenals van diverse intumescerende banden 16 in het sponninggebied 28. 20 Tussen draai-kicp-vlcugcl 3 cn kozijn 2 vindt dc afdichting aan dc buitenzijde plaats door de rondom lopende aanslagafdichting 11”, aan de binnenzijde door de aanslagafdichting 11’. In de stalen kamer van de draai-kiep-vleugel 3 is verstevigingstaal 13 toegepast, dat aan de binnenzijde door de brandwerende plaat 14 wordt beschermd resp. gekoeld. In het glassponninggebied 29 bevinden zich - analoog 25 aan de bevestiging van de vaste beglazing 4 in het kozijn 2 - aan de buitenzijde stalen hoeksteunen 17 en aan de binnenzijde stalen hoeksteunen 18, die door de schroefverbindingen 23 resp. 24 met het staal 13 van de draai-kiep-vleugel 3 vast zijn verbonden. De stalen hoeksteunen 17 en 18 strekken zich uit over de totale lengte van de vier zijden van de draai-kiep-vleugel en houden zo in geval van brand betrouwbaar 30 de brandwerende beglazing 5 vast.

Ook het glassponninggebied 29 is rondom met meerdere intumescerende banden 16 tegen het doordringen van brandgassen beschermd. De brandwerende beglazing 5 wordt aan de buitenzijde door de afdichting 10” en aan de binnenzijde door de glaslat 7 met een vastgeëxtrudeerde afdichting vastgehouden. In de hoekgebieden 6 van de vleugel (draai-kiep-vleugel 3) zijn extra stalen hoeksteunen 31 aangebracht. Deze stalen hoeksteunen 30 zijn eveneens aan de stalen verstevigingen 8 vastgeschroefd.

De vaste beglazing 4 en de brandwerende beglazing 5 worden op een op 5 zich bekende wijze via brandveilige glasblokken 27 in het betreffende sponninggebied vastgezet.

Tussen het kozijn en het omringende muurwerk wordt rondom de brandwerende plaat 25 aangebracht, die aan de buitenzijde op de afdichting 12 mst en aan de binnenzijde door intumescerende banden 16 wordt aangevuld. In de figuren 2 en 10 4 is aan de binnenzijde een extra brandwerende plaat 26 aangebracht, om het kozijn 2 extra brandbcstcndig te maken.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot 15 alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.

Claims (4)

1. Vleugel of raamwerk voor een brandwerend venster of een brandwerende deur, met het kenmerk, dat: • de vleugel resp. het raamwerk ten minste vier holle-kamerprofielen op basis van

5 PVC-U omvat evenals een in de vleugel resp. het raamwerk aangebrachte brandwerende vulling, in het bijzonder een brandwerende beglazing; • de holle-kamerprofielen op basis van PVC-U een centrale verstevigingkamer bezitten evenals verdere holle kamers; • de verstevigingkamers van de holle-kamerprofielen van de vleugel resp. het 10 raamwerk een metalen versteviging bezitten; • de brandwerende vulling aan alle vier de zijden aan de buitenzijde cn/of de binnenzijde in het gebied van de rand door een doorgaande, zich over de desbetreffende zijde uitstrekkende metalen bevestigingssteun wordt vastgehouden, waarbij 15. de bevestigingssteunen telkens aan de metalen verstevigingen in de verstevigingkamers van de holle-kamerprofielen zijn vastgeschroefd.

2. Vleugel of raamwerk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de metalen verstevigingen van de holle-kamerprofielen in de hoekgebieden direct of indirect via metalen hoeksteunen met elkaar tot een raamwerk zijn verbonden.

3. Vleugel of raamwerk volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat dc hoeksteunen in het sponninggebied van het raamwerk zijn aangebracht.

4. Vleugel of raamwerk volgens een van de conclusies 1 tot en met 3, met het kenmerk, dat ten minste één van de verdere holle kamers in het bijzonder strookvormige profielen bezit van materialen die onder invloed van hitte opschuimen 25 en/of warmte absorberen.