NL2003399A - Houderelement voor een houder aan een fiets. - Google Patents

Description

Titel: Houderelement voor een houder aan een fiets

De uitvinding betreft een houderelement voor een houder, in het bijzonder een mand of een tas, aan een fiets, omvattende een uit een langsprofiel gevormde drager, die met een langseinde aan de fiets bevestigbaar is en aan een ander einde een met de houder verbindbare draagplaat heeft.

Een dergelijk houderelement is bijvoorbeeld in DE 20 2005 000 724 UI beschreven. Bij de daar beschreven uitvoeringsvorm is de drager gevormd uit een vierkante staaf, waarbij aan een einde de draagplaat is vastgelast en die met een ander einde over een in de staaf voorziene weerstandslager en een spanband bijvoorbeeld aan de stuurstang bevestigbaar is, De vervaardiging van dit houderelement is relatief kostbaar. Indien het vastlassen van de draagplaat aan de dragerstaaf niet vakkundig wordt uitgevoerd, bestaat bovendien het gevaar dat de draagplaat door belasting van de profielstaaf afbreekt.

De uitvinding heeft tot doel te voorzien in een houderelement van de in de aanhef genoemde soort, dat eenvoudiger en goedkoper te vervaardigen is en toch betrouwbaar is.

Overeenkomstig de uitvinding wordt dit doel bereikt doordat de drager uit een stuk uit een vlak stuk staal is vervaardigd en een middendeel in de vorm van een langwerpig profiel heeft dat tenminste twee vlakke zijden omvat, waarbij de vlakke zijden aan de langseinden naar buiten omgebogen delen dragen die enerzijds de draagplaat en anderzijds twee bevestigingsflenzen voor verbinding met de fiets vormen. Het profiel van de drager is bij voorkeur een U-profiel of ook een doosprofiel, waarbij de omgebogen delen dragende vlakke zijden parallel ten opzichte van elkaar zijn.

De drager met de draagplaat en de bevestigingsflenzen wórden zodoende uit een eendelig stuk gebogen, dat uit vlak materiaal wordt gestanst of bijvoorbeeld met een laser wordt uitgesneden· Deze vervaardigingsstappen zijn met weinig kosten en goed reproduceerbaar uit te voeren. Er zijn geen lasstappen nodig. Daardoor wordt niet alleen het breukgevaar verminderd, maar ook de bekleding van de drager met een kleur- of beschermingslaag vergemakkelijkt. In het geval van een open U-profiel kan het regenwater goed aflopen, zodat het gevaar van roesten wordt verminderd,

De hiervoor beschreven drager kan aan een stuurstang, aan een zadelstang of ook aan een willekeurig staafvormig deel van de fiets worden bevestigd, doordat als bevestigingsflens een beugel in de vorm van een klem voor het inklemmen van de staaf tussen het dragereinde aan de fïetszijde en de beugel is voorzien. De montage van het houderelement is daardoor zeer eenvoudig. De draagplaat kan ofwel direct met de houder verbindbaar zijn of over een losneembare snelkoppeling met de houder worden gekoppeld, waarbij de snelkoppeling een koppeldeel heeft dat vast aan de draagplaat is en een koppeldeel heeft dat aan de zijde van de houder is. Dergelijke snelkoppelingen zijn bekend.

Om te verhinderen dat de U-zijden van het dragerprofiel bij hogere belasting van de drager uit elkaar wijken en de drager afknikt, is overeenkomstig de uitvinding aan het dragereinde aan de fïetszijde een hoekprofiel voorzien, dat in een been een uitsparing heeft overeenkomstig de breedte van het profiel, waarin het profiel zo aangrijpt dat het andere been van het hoekprofiel dwars over het profiel ligt. Daarmee wordt het uitbuigen van de zijden van het profiel bij belasting tegengegaan. Daarbij is het hoekprofiel op effectieve wijze zo ingericht dat het met de uitsparing voorziene been ervan tegen de bevestigingsflens aanligt en ermee verbonden is. De verbinding kan op eenvoudige wijze zo gebeuren, dat het hoekprofiel met een schroefbout die doorheen de beugel en de bevestigingsflens gaat tegen de bevestigingsflens geklemd is.

De volgende beschrijving licht de uitvinding toe aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld getoond in de bij gevoegde tekeningen. In de tekening toont:

Fig. 1 een bovenaanzicht op een vlak stuk, dat tot een U-profiel-drager met draagplaat en bevestiging,sflenzen zal worden gebogen;

Fig. 2 een perspectiefaanzicht van het hoekprofiel en

Fig. 3 een perspectivisch uiteengenomen aanzicht van een voor de montage gereed houderelement.

Bij de figuren gaat het in hoofdzaak om slechts een schematische voorstelling van uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding die niet als beperkende voorbeelden dienen. De figuren zijn louter schematisch en zullen niet op schaal zijn. In de figuren worden dezelfde respectievelijk overeenkomstige delen met dezelfde verwijzingscijfers weergegeven.

Fig. 1 toont een stuk 10 bestemd voor de vervaardiging van de drager, dat uit een sterke metalen plaat of uit plat ijzer is gestanst of op een andere wijze is uitgesneden. Het middendeel van dit stuk 10, dat tot een de drager 12 (fig. 3) vormend U-profiel wordt gebogen, omvat een het U-dwarstussenstuk vormend middendeel 14 en twee de U-benen vormende zijdelen 16, die van het middendeel 14 gescheiden zijn weergegeven door gestreepte buiglijnen 18. Aan de in Fig. 1 onderste einden zijn de zijdelen 16 telkens met een deel 20 verlengd, dat ten opzichte van de zijdelen 16 om een buiglijn 22 rechthoekig buigbaar is voor de vorming van een bevestigingsflens. Aan de in Fig. 1 bovenste einden hebben de zijdelen 16 telkens een verder verlengingsdeel 24, dat ten opzichte van de zijdelen 16 om een buiglijn 26 rechthoekig buigbaar is. De heide verlengingsdelen 24 vormen in omgebogen toestand gezamenlijk de draagplaat 28. De delen 20, 24 zijn telkens met boutgaten 30, respectievelijk 32 voorzien.

Voor de vervaardiging van de in Fig. 3 getoonde drager 12 met de draagplaat 28 worden de zijdelen 16 in een rechte hoek ten opzichte van het middendeel 14 om de buiglijnen 18 gebogen. Voorts worden de delen 20, 24 telkens in een rechte hoek ten opzichte van de betreffende zijdelen 16 naar buiten gebogen. De de draagplaat 28 vormende delen 24 kunnen met niet getoonde bouten, die doorheen de boutgaten 32 gaan, aan een koppeldeel 34 aan de fietszijde van een op zich bekende snelkoppeling worden geschroefd, die met een koppeldeel aan de zijde van de houder koppelbaar is. Natuurlijk kunnen de delen 24 ook direct aan een houder worden geschroefd.

Aan de delen 20 die de bevestigingsflenzen vormen is een beugel 36 voorzien om de drager 12 met behulp van spanbouten 38 aan een niet getoonde stang te bevestigen.

Om tegen te gaan dat het U-profiel onder belasting wijkt en de drager 12 naar beneden afknikt, is een in Fig. 2 getoond hoekprofiel 40 voorzien, waarvan een been 42 een uitparing 44 heeft overeenkomstig een breedte van het U-profiel. Dit hoekprofiel 40 wordt in de uitvoering van Fig. 3 van onder af op de drager 12 geplaatst, zo dat het U-profiel in de uitsparing 44 ligt en het andere been 46 van het hoekprofiel 40 zich dwars over de opening van het U-profiel uitstrekt. De van het eerste tussenstuk 42 van het hoekprofiel 40 overgebleven beide lippen hebben schroefdraadboringen of boutopeningen 48, waarin de bouten 38 kunnen worden geschroefd, respectievelijk waardoorheen de bouten 38 doorgaan, om met behulp van moeren het hoekprofiel 40 bij het bevestigen van de drager 12 aan een stang tegen de achterzijde van de beide bevestigingsflenzen 20 te klemmen.

De voorgaande beschrijving toont dat de houderelementinrichting overeenkomstig de uitvinding slechts door het buigen van uitgestanst of uitgesneden vlak materiaal kan worden vervaardigd. Hierdoor kunnen de vervaardigingskosten tegenover de bekende oplossing aanzienlijk worden verlaagd.

Hoewel in de tekening en in de voorgaande beschrijving voorkeursuitvoeringsvormen zijn getoond en beschreven, zullen deze louter als voorbeeld en niet beperkend voor de uitvinding worden beschouwd. Er wordt erop gewezen dat slechts voorkeursuitvoeringsvoorbeelden zijn getoond en beschreven en dat verandering en wijzigingen die nu en in de toekomst in de beschermingsomvang van de uitvinding liggen, zullen worden beschermd.

Claims (9)

1. Houderelement voor een houder, in het bijzonder een mand of een tas, aan een fiets, omvattende een uit een langsprofiel gevormde drager (12), die met een langseinde aan de fiets bevestigbaar is en aan een ander einde een met de houder verbindbare draagplaat (28) heeft, met het kenmerk dat de drager (12) uit een stuk uit een vlak stuk staal (10) is vervaardigd en een middendeel in de vorm van een langwerpig profiel heeft dat tenminste twee vlakke zijden (16) omvat, waarbij de vlakke zijden (16) aan de langseinden naar buiten omgebogen delen (20, 24) dragen die enerzijds de draagplaat (28) en anderzijds twee bevestigingsflenzen voor verbinding met de fiets vormen,

2. Houderelement volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het profiel een U-profiel is, waarbij de vlakke zijden (16) de ten opzichte van elkaar parallelle U-benen vormen.

3. Houderelement volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het profiel een doosprofiel is, waarbij de de naar buiten omgebogen delen (20, 24. dragende vlakke zijden parallel met elkaar zijn.

4. Houderelement volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk dat aan de bevestigingsflenzen (20) een beugel (36) is voorzien voor het inklemmen van een staaf tussen het dragereinde aan de fietszijde en de beugel (36).

5. Houderelement volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerkt dat de draagplaat (28) direct met de houder verbindbaar is.

6. Houderelement volgens een der conclusies 1 - 4, met het kenmerk dat de draagplaat (28) via een losneembare snelkoppeling met de houder koppelbaar is, welke een koppeldeel (34) vast aan de draagplaat en een koppeldeel aan de zijde van de houder heeft.

7. Houderelement volgens een der conclusies 1 - 6, met het kenmerk dat aan het einde van de drager (12) aan de fietszijde een hoekprofiel (40) is voorzien, dat in een been (42) een uitsparing (44) heeft overeenkomstig de breedte van het profiel, waarin het profiel zo aangrijpt dat het andere been (46) van het hoekprofiel (40) dwars over het profiel van de drager (12) ligt.

8. Houderelement volgens conclusie 7, met het kenmerk dat het met de uitsparing voorziene been (42) van het hoekprofiel (40) tegen de bevestigingsflens (20) aanligt en ermee verbonden is,

9. Houderelement volgens conclusie 6, met het kenmerk dat het hoekprofiel met een schroefbout (38) die doorheen de beugel (36) en de bevestigingsflens (20) gaat tegen de bevestigingsflens (20) klembaar is.