NL2001936C - Vloeistofhouder. - Google Patents

Vloeistofhouder. Download PDF

Info

Publication number
NL2001936C
NL2001936C NL2001936A NL2001936A NL2001936C NL 2001936 C NL2001936 C NL 2001936C NL 2001936 A NL2001936 A NL 2001936A NL 2001936 A NL2001936 A NL 2001936A NL 2001936 C NL2001936 C NL 2001936C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
aeration
liquid container
opening
nozzle
container body
Prior art date
Application number
NL2001936A
Other languages
English (en)
Inventor
Robert Sebastiaan Beens
Original Assignee
Bin Innovations Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bin Innovations Bv filed Critical Bin Innovations Bv
Priority to NL2001936A priority Critical patent/NL2001936C/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2001936C publication Critical patent/NL2001936C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D5/00Rigid or semi-rigid containers of polygonal cross-section, e.g. boxes, cartons or trays, formed by folding or erecting one or more blanks made of paper
    • B65D5/42Details of containers or of foldable or erectable container blanks
    • B65D5/72Contents-dispensing means
    • B65D5/74Spouts
    • B65D5/746Spouts formed separately from the container
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D2205/00Venting means
    • B65D2205/02Venting holes
    • B65D2205/025Venting holes having a removable label, sticker or adhesive foil covering the hole

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Cartons (AREA)
  • Packages (AREA)

Description

P85804NL00
Titel: Vloeistofhouder
De uitvinding betreft een vloeistofhouder, omvattende een houderlichaam dat een inhoudsruimte begrenst, een schenkopening die toegang verschaft tot de inhoudsruimte, een beluchtingsopening die toegang verschaft tot de inhoudsruimte, en een afsluitbaar mondstuk dat toegang 5 verschaft tot de schenkopening en de beluchtingsopening.
Een dergelijk vloeistofhouder is bekend uit de praktijk en wordt veel toegepast als drankverpakking, bijvoorbeeld voor vruchtensap of mineraalwater. Aan zo een verpakking, die doorgaans bedoeld is voor eenmalig gebruik, wordt algemeen de eis gesteld dat zij goedkoop is, 10 gemakkelijk te distribueren en te hanteren, en dat de inhoud ervan desgewenst snel een eenvoudig toegankelijk is.
Een belangrijke groep vloeistofhouders van het voormelde type bestaat uit drankverpakkingen welke een in hoofdzaak prismatisch houderlichaam omvatten dat is vervaardigd uit een- of tweezijdig 15 gelamineerd papier of karton. Het houderlichaam begrenst een inhoudsruimte. Typisch is op een bovenwand van het houderlichaam een door middel van een schroefdop of scharnierbare klep afsluitbaar mondstuk voorzien. Het mondstuk biedt in niet-afgesloten toestand toegang tot ten minste twee openingen in de wand van het houderlichaam, welke openingen 20 op hun beurt toegang verschaffen tot de inhoudsruimte van het houderlichaam. Een eerste van de openingen, doorgaans de grootste en meest nabij een hoekpunt van het houderlichaam geplaatste opening, doet dienst als schenkopening voor het uitschenken van vloeistof uit het houderlichaam. Een tweede van de openingen doet dienst als beluchtingsgat 25 waardoor lucht de inhoudsruimte kan binnenstromen wanneer daarin, als gevolg van het uitschenken van vloeistof, een onderdruk ontstaat. Het 2 beluchtingsgat beoogt aldus een gecontroleerde, schokvrije uitstroom van vloeistof mogelijk te maken.
Een nadeel van een dergelijke verpakking is dat de schenkopening en de beluchtingsopening tamelijk dicht bij elkaar liggen. Om de 5 beluchtingsopening het beoogde effect te laten sorteren dient het uitschenken van vloeistof zeer behoedzaam te geschieden, zodat voorkomen wordt dat ook de beluchtingsopening geheel of gedeeltelijk onder de vloeistofspiegel verdwijnt. Behoedzaamheid is in het bijzonder vereist bij het uitschenken van nog nagenoeg volle verpakkingen. Dit nadeel is 10 onderkend en in de techniek zijn oplossingen gepresenteerd in de vorm van een op grotere afstand van de uitschenkopening geplaatste beluchtingsopening. Een op betrekkelijk grote afstand van de schenkopening geplaatste beluchtingsopening heeft echter het nadeel dat zij een aparte bediening vereist. De schenkopening en beluchtingsopening van 15 de verpakking dienen, met andere woorden, afzonderlijk van elkaar te worden geopend en gesloten, hetgeen het gebruikersgemak van de verpakking vermindert.
De onderhavige uitvinding heeft onder meer tot doel het 20 bovengenoemde probleem op economische wijze op te lossen.
Hiertoe wordt een vloeistofhouder van het hiervoor genoemde type verschaft die gekenmerkt wordt doordat het mondstuk via een beluchtingskanaal toegang verschaft tot de beluchtingsopening, welk beluchtingskanaal althans gedeeltelijk aan een buitenzijde van het 25 houderlichaam is voorzien.
Het beluchtingskanaal voorziet in een luchtverbinding tussen de beluchtingsopening enerzijds en het afsluitbare mondstuk anderzijds. Het beluchtingskanaal schept aldus de mogelijkheid de beluchtingsopening op een willekeurige afstand van de schenkopening te plaatsen, terwijl zowel de 30 schenkopening als de beluchtingsopening toch door de enkelvoudige 3 handeling van het af- of ontsluiten van het mondstuk kunnen worden afgesloten respectievelijk ontsloten. Het moge duidelijk zijn dat de aan het mondstuk gekoppelde ingang van het beluchtingskanaal bij voorkeur zodanig gescheiden is van de eveneens via het mondstuk toegankelijke 5 schenkopening dat er tijdens het uitschenken van vloeistof geen vloeistof in het beluchtingskanaal kan lopen waardoor dit geblokkeerd zou kunnen raken. Het beluchtingskanaal is althans gedeeltelijk, en bij voorkeur geheel, aan een buitenzijde van het houderlichaam geplaatst. Een dergelijke plaatsing vereenvoudigt de fabricage van de vloeistofhouder, en maakt het 10 bovendien mogelijk dat de uitvinding wordt toegepast in combinatie met conventionele houderlichamen, in het bijzonder houderlichamen van in hoofdzaak papier of karton. Het aanbrengen van een beluchtingskanaal kan gemakkelijk als een nieuwe of uitgebreide bewerkingsstap in reeds bestaande productielijnen van dergelijke conventionele verpakkingen 15 worden geïntegreerd.
Zowel het mondstuk als het beluchtingskanaal worden bij voorkeur vervaardigd uit kunststof teneinde het gewicht van de vloeistofhouder en de productiekosten ervan te beperken. Het mondstuk en het beluchtingskanaal kunnen bovendien voordelig als één geheel worden vervaardigd, 20 bijvoorbeeld door middel van spuitgieten, en dan in één fabricagestap gezamenlijk op het houderlichaam worden aangebracht.
Het houderlichaam kan een conventioneel houderlichaam zijn dat bij voorkeur in hoofdzaak vervaardigd is van karton. Karton is een lichtgewicht en betrekkelijk goedkoop materiaal dat op eenvoudige wijze 25 vloeistofdicht gemaakt kan worden door middel van laminering met kunststof. Het houderlichaam kan in hoofdzaak de vorm hebben van een recht prisma, bijvoorbeeld met een rechthoekig grondvlak. Dergelijk gevormde houderlichamen laten - tenminste in een vlak - een ruimtelijk-efficiënte rangschikking toe, hetgeen de distributiekosten van een veelheid 30 aan verpakkingen beperkt.
4
Volgens een nader aspect van de uitvinding is de schenkopening en/of de beluchtingsopening gevormd als een gat in een wand van het houderlichaam. Het vervaardigen van gaten in een wand van het houderlichaam is een eenvoudige bewerkingsstap die voordelig kan worden 5 uitgevoerd. Bovendien is deze bewerkingsstap in veel productielijnen van veel conventionele houderlichamen reeds aanwezig, zodat slechts een herafstelling van de productiemachines vereist is.
Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding zijn de schenkopening en de beluchtingsopening voorzien in eenzelfde wand van 10 het houderlichaam, bijvoorbeeld in een bovenwand. Een bovenwand van het houderlichaam is een praktische plaats voor beide openingen, nu deze bovenwand zich boven het vloeistofniveau in de inhoudruimte bevindt. De schenkopening en de beluchtingsopening worden bij voorkeur op enige afstand uit elkaar geplaatst, bijvoorbeeld nabij tegenoverliggende 15 zijden/randen van de bovenwand. Hiermee wordt bereikt dat wanneer een gevulde vloeistofhouder wordt gekanteld om vloeistof uit te schenken, de uitschenkopening althans gedeeltelijk onder de vloeistofspiegel in de vloeistofhouder wordt gebracht, terwijl de beluchtingsopening juist hoger boven de vloeistofspiegel wordt gepositioneerd. Gegeven de gebruikelijke 20 verpakkingsmaten voor consumentenverpakkingen lijkt een minimale scheidingsafstand van 6 cm hiervoor met redelijke zekerheid tot een gelijkmatige en goed begrensde uitschenkstraal te leiden, ook wanneer het uitschenken weinig behoedzaam, bijvoorbeeld door het houderlichaam aanzienlijk verder te kantelen dan nodig is, gebeurt.
25 Volgens een nader aspect van de uitvinding ligt het beluchtingskanaal tegen een buitenwand van het houderlichaam aan, en strekt het zich in hoofdzaak parallel aan deze wand uit. Het op het houderlichaam aanbrengen van het beluchtingskanaal kan hierdoor gemakkelijk plaatsvinden, bijvoorbeeld door het beluchtingskanaal, al dan 30 niet tezamen met het mondstuk waarmee het één geheel kan vormen, met 5 behulp van een (uithardende) kleefstof op het houderlichaam te lijmen. In een bijzonder voordelige uitvoering van de uitvinding kan het beluchtingskanaal zelfs gedeeltelijk worden begrensd door genoemde buitenwand. Deze configuratie vermindert de hoeveelheid voor productie 5 van het beluchtingskanaal benodigd materiaal, en schept bovendien de mogelijkheid om vóór het aanbrengen van het beluchtingskanaal een zowel de schenkopening als de beluchtingsopening afdekkende foliestrip aan te brengen. Deze foliestrip, die zich bij voorkeur althans gedeeltelijk door het beluchtingskanaal uitstrekt, sluit de in de wand van het houderlichaam 10 voorziene openingen tot aan het eerste gebruik van de vloeistofhouder hermetisch af, en kan op een gewenst moment eenvoudig door een gebruiker worden verwijderd. Alternatief zou een foliesluiting kunnen worden aangebracht op het mondstuk. Een dergelijk mondstukafsluiting heeft echter het nadeel dat het beluchtingskanaal, via de beluchtingsopening, in 15 contact blijft met de inhoudsruimte van het houderlichaam. Tijdens distributie van de vloeistofhouder kan hierdoor vloeistof in het beluchtingskanaal belanden, waardoor het beluchtingskanaal, na het verwijderen van de mondstuksluiting, niet of niet goed in staat is lucht naar binnen de inhoudsruimte te leiden. Dit zou betekenen dat het 20 beluchtingskanaal juist wanneer het het meest nodig is (i.e. bij het uitschenken van een nog volledig gevulde inhoudsruimte) verstopt zou kunnen zitten, en mogelijk niet zou functioneren.
Volgens een nader aspect van de uitvinding heeft het beluchtingskanaal een dwarsdoorsnedeoppervlak ter grootte van ongeveer 25 20%-50% van het oppervlak van de schenkopening. Bij een dergelijke verhouding van oppervlakken is een schokvrije uitstroom van vloeistof uit de inhoudsruimte mogelijk zonder overdimensionering van het beluchtingskanaal.
Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding hebben het 30 mondstuk in afgesloten toestand, en het beluchtingskanaal, een hoogte die 6 niet groter is dan circa 0.5 cm. De beperkte hoogte van de mogelijk op een bovenwand van het houderlichaam te bevestigen elementen, in combinatie met nature enigszins flexibele wanden van bijvoorbeeld een kartonnen houderlichaam, maken stapeling en ruimtelijk-efficiënte distributie van 5 meerdere vloeistofhouders mogelijk. Hoewel het mogelijk is draaidoppen met een dergelijke hoogte te vervaardigen ligt met name gezien het geringe gebruikersgemak van een dergelijk kleine draaidoppen het gebruik van een klepsluiting in de rede. Een scharnierbaar met het mondstuk verbonden klep is bovendien economisch te vervaardigen.
10 De hierboven genoemde en andere voordelen van de uitvinding zullen hierna aan de hand van enkele figuren worden toegelicht.
Korte beschrijving van de figuren
Fig. 1 is een schematische ploftekening van een 15 uitvoeringsvoorbeeld van een vloeistofhouder overeenkomstig de onderhavige uitvinding.
Opgemerkt zij dat getoonde elementen, afstanden en oriëntaties niet noodzakelijkerwijs op schaal weergegeven zijn.
20
Figuurbeschriiving
Fig, 1 toont in perspectiefaanzicht schematisch een vloeistofhouder 100 overeenkomstig de onderhavige uitvinding. Zichtbaar is een deel van een in hoofdzaak prismatisch houderlichaam 102 met een rechthoekig 25 grondvlak. Het houderlichaam 102 kan uit tal van materialen zijn vervaardigd, zoals bijvoorbeeld metaal of glas, maar is bij voorkeur in hoofdzaak gemaakt van papier of karton dat is gelamineerd met kunststof om de erdoor gedefinieerde inhoudsruimte vloeistof- en/of gasdicht te maken. In een bovenwand 103 van de vloeistofhouder 102 zijn een 30 schenkopening 104 en een beluchtingsopening 106 voorzien. De beide 7 openingen 102, 104 zijn nabij tegenoverliggende randen 103a, 103b van de bovenwand 103 voorzien om de scheidingsafstand tussen beide te optimaliseren. Desgewenst kunnen de sehenkopening 104 en de beluchtingsopening 106 op andere plaatsen in de bovenwand, of in andere 5 wanden van het houderlichaam 102 worden voorzien.
Tijdens fabricage van de vloeistofhouder 100 kan. bijvoorbeeld met een kleefstof, een foliestrip 120 worden aangebracht op de bovenwand 103 van het houderlichaam 102. Delen 122 en 124 van de foliestrip 122 sluiten respectievelijk de sehenkopening 104 en de beluchtingsopening 106 10 fluïdumdicht af. Hierdoor wordt de in de inhoudsruimte van de vloeistofhouder 102 opgeslagen vloeistof gescheiden van atmosferische invloeden, en kan zij hygiënisch en - gegeven de juiste voorbehandeling -zelfs steriel worden bewaard. Tevens sluit de foliestrip 120 het beluchtingskanaal 110 af van de inhoudsruimte van het houderlichaam 102, 15 waardoor wordt voorkomen dat het beluchtingskanaal zich voorafgaand een eerste gebruik althans gedeeltelijk vult met vloeistof waardoor het verstopt raakt. De foliestrip 120 is bij voorkeur voorzien van een aangrijptong 126 waarmee een gebruiker, ten behoeve van een eerste gebruik van de vloeistofhouder 100, de foliestrip 120 kan verwijderen door hem van het 20 houderlichaam 102 af te trekken. Daarbij worden dan de sehenkopening 104 en de beluchtingsopening 106 gelijktijdig ontsloten. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld van de vloeistofhouder 100 is de aangrijptong 126 na assemblage van de vloeistofhouder via het mondstok 108 toegankelijk.
Bovenop de bovenwand 103 kunnen het mondstuk 108 en het 25 beluchtingskanaal 110 worden geplaatst. Het mondstuk 108 wordt bij voorkeur over de sehenkopening 104 geplaatst, terwijl een uiteinde van het beluchtingskanaal 110 de beluchtingsopening 106 omsluit. Het mondstuk 108 en het beluchtingskanaal 110 kunnen voordelig uit één stuk worden vervaardigd, bijvoorbeeld door middel van spuitgieten. Met het mondstuk 30 108 kan een scharnierbaar deksel 112 verbonden zijn, waarmee het 8 mondstuk aan een bovenzijde vloeistofdicht kan worden afgesloten. Bij voorkeur bedraagt de hoogte van het mondstuk 108 in afgesloten toestand, en het de hoogte van het beluchtingskanaal 110, niet meer dan 0.5 cm teneinde het stapelen van verschillende vloeistofhouders mogelijk te maken.
5 Fig. 1 omvat een kleine inzet waarin drie loodrecht op elkaar staande assen zijn weergegeven. De assen zijn gelabeld met de letters b, 1 en h en duiden respectievelijk de breedte-, lengte- en hoogterichting in de tekening aan.
Hoewel in het voorgaande de onderhavige uitvinding is beschreven 10 aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden dient te worden opgemerkt dat de uitvinding niet tot deze uitvoeringsvoorbeelden is beperkt. Door een vakman kunnen verschillende aanpassingen en wijzigingen op de besproken uitvoeringsvoorbeelden worden aangebracht zonder dat hierdoor de gedachte en het bereik van de uitvinding, zoals neergelegd in de 15 hiernavolgende conclusies, wordt verlaten. In het bijzonder kunnen daarbij verschillende hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding worden gecombineerd tot nieuwe uitvoeringsvormen.

Claims (17)

1. Vloeistofhouder, omvattende: - een houderlichaam (102) dat een inhoudsruimte begrenst; - een schenkopening (104) die toegang verschaft tot de inhoudsruimte; - een beluchtingsopening (106) die toegang verschaft tot de 5 inhoudsruimte; - een afsluitbaar mondstuk (108) dat toegang verschaft tot de schenkopening en de beluchtingsopening; met het kenmerk, dat het mondstuk via een beluchtingskanaal (110) toegang verschaft tot de beluchtingsopening, welk beluchtingskanaal 10 althans gedeeltelijk aan een buitenzijde van het houderlichaam is voorzien.
2. Vloeistofhouder volgens conclusie 1, waarbij de schenkopening en de beluchtingsopening zijn afgedekt met een eenmalig, bij gelegenheid van een eerste gebruik, verwijderbare foliestrip die beide gaten afdekt. 15
3. Vloeistofhouder volgens conclusie 2, waarbij de foliestrip (120) zich althans gedeeltelijk door het beluchtingskanaal (110) uitstrekt.
4. Vloeistofhouder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het 20 houderlichaam (102) in hoofdzaak is vervaardigd uit karton.
5. Vloeistofhouder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het houderlichaam (102) in hoofdzaak de vorm heeft van een recht prisma.
6. Vloeistofhouder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de schenkopening (104) en/of de beluchtingsopening (106) zijn/is gevormd als een gat in een wand (103) van het houderlichaam (102).
7. Vloeistofhouder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de schenkopening (104) en de beluchtingsopening (106) zijn voorzien in eenzelfde wand van het houderlichaam (102), bijvoorbeeld in een bovenwand 5 (103).
8. Vloeistofhouder volgens conclusie 7, waarbij de schenkopening (104) en de beluchtingsopening (106) zijn voorzien op een onderlinge afstand van ten minste 6 cm, gemeten langs de wand waarin de beide openingen zijn 10 voorzien.
9. Vloeistofhouder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het beluchtingskanaal (110) tegen een buitenwand van het houderlichaam (102) aanligt, en zich in hoofdzaak parallel aan deze wand uitstrekt. 15
10. Vloeistofhouder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het beluchtingskanaal (110) gedeeltelijk wordt begrensd door een wand van het houderlichaam (102).
11. Vloeistofhouder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het beluchtingskanaal (110) een dwarsdoorsnedeoppervlak heeft ter grootte van ongeveer 20%-50% van het oppervlak van de schenkopening (104).
12. Vloeistofhouder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het 25 mondstuk (108) in afgesloten toestand, en het beluchtingskanaal (110), een hoogte hebben die niet groter is dan circa 0.5 cm.
13. Vloeistofhouder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het mondstuk (108) aan een buitenzijde van het houderlichaam (102), en 30 althans gedeeltelijk over de schenkopening (104) is geplaatst.
14. Vloeistofhouder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het mondstuk (108) afsluitbaar is met een klep (112) die scharnierbaar met het mondstuk is verbonden. 5
15. Vloeistofhouder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het mondstuk (108) en/of het beluchtingskanaal (110) in hoofdzaak zijn/is vervaardigd uit kunststof.
16. Vloeistofhouder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het mondstuk (108) en het beluchtingskanaal (110) uit één stuk zijn vervaardigd.
17. Vloeistofhouder volgens conclusie 15 of 16, waarbij het mondstuk 15 (108) en het beluchtingskanaal (110) met behulp van een kleefstof op het houderlichaam (102) zijn bevestigd.
NL2001936A 2008-08-29 2008-08-29 Vloeistofhouder. NL2001936C (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001936A NL2001936C (nl) 2008-08-29 2008-08-29 Vloeistofhouder.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001936A NL2001936C (nl) 2008-08-29 2008-08-29 Vloeistofhouder.
NL2001936 2008-08-29

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2001936C true NL2001936C (nl) 2010-03-11

Family

ID=40488773

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001936A NL2001936C (nl) 2008-08-29 2008-08-29 Vloeistofhouder.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2001936C (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2009849C2 (nl) * 2012-11-20 2014-05-21 Robert Sebastiaan Beens Openingsinrichting voor een vloeistofhouder, alsmede daarmee voorziene vloeistofhouder.

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0280023A2 (en) * 1987-02-24 1988-08-31 Aktiebolaget PROFOR Opening arrangement on packing containers
WO1992000883A1 (en) * 1990-07-05 1992-01-23 Jung Min Lee Carton pack attached with built-in plug
WO1997009238A1 (fr) * 1995-09-08 1997-03-13 Rical Verseur a bouchage pour des recipients, notamment pour des boites de conditionnement de liquides
GB2345688A (en) * 1999-01-12 2000-07-19 Stephen William Hurrell Carton with air pipe

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0280023A2 (en) * 1987-02-24 1988-08-31 Aktiebolaget PROFOR Opening arrangement on packing containers
WO1992000883A1 (en) * 1990-07-05 1992-01-23 Jung Min Lee Carton pack attached with built-in plug
WO1997009238A1 (fr) * 1995-09-08 1997-03-13 Rical Verseur a bouchage pour des recipients, notamment pour des boites de conditionnement de liquides
GB2345688A (en) * 1999-01-12 2000-07-19 Stephen William Hurrell Carton with air pipe

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2009849C2 (nl) * 2012-11-20 2014-05-21 Robert Sebastiaan Beens Openingsinrichting voor een vloeistofhouder, alsmede daarmee voorziene vloeistofhouder.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2687768C2 (ru) Низкопрофильный черпачок
EP0929457B1 (en) A packaging container
US4273249A (en) Sandwich container
US8365939B2 (en) Ergonomic plastic container and package system
EP2114776B1 (en) Package for flowable goods, in particular comestibles, and use of such package during transportation, presentation and consumption
US10189623B2 (en) Container assemblies for storing, shipping, and/or dispensing fluids, and related methods
US8087546B2 (en) Dispenser for containing and dispensing a liquid or pourable solid product
US20040226989A1 (en) Portable food dispenser
US20100193575A1 (en) Cartons, Packages, Blanks, And Containers Having Dispensing And Opening Features
MX2007007678A (es) Recipiente con paredes laterales de acordeon y base.
US20080197153A1 (en) Squeezable Container for Dairy Products
UA74860C2 (en) Container
CN104603018A (zh) 带有勺托盘的容器
WO2008020301A1 (en) A drinking vessel
US20040026420A1 (en) Rotatable dispenser closure for use with a container
NL2001936C (nl) Vloeistofhouder.
JP4939599B2 (ja) 飲料パッケージ容器
US6168039B1 (en) Household product package
JP2001063760A (ja) 液体ディスペンサーとそれに使用するカートリッジ式容器
JP2019507712A (ja) 所定平面において動きを制限される飲用装置を備える包装容器
JP5707845B2 (ja) 注出口部材
FR2483893A1 (fr) Emballage avec conteneur rigide et outre etanche, pour le transport des liquides
JP3194684U (ja) スパウト付き容器
US12030698B2 (en) Boxed container system
AU2012100363A4 (en) A container

Legal Events

Date Code Title Description
SD Assignments of patents

Effective date: 20110125

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20190901