NL2001773C2

NL2001773C2 - Bakplaat.

Info

Publication number: NL2001773C2
Application number: NL2001773A
Authority: NL
Inventors: Martinus Antonius Joseph Broekhof
Original assignee: Kaak Johan H B
Priority date: 2008-07-07
Filing date: 2008-07-07
Publication date: 2010-01-11
Also published as: WO2010005304A3; RU2536131C2; WO2010005304A2; EP2317860A2; RU2011104074A

Description

Nr. NLP182138 Bakplaat

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op een bakplaat voor tweezijdig gebruik, in het bijzonder voor het bakken 5 van deegproducten. Bekende bakplaten omvatten een rechthoekig omlopend frame waarin een drager voor deegproducten geplaatst is. Deze bakplaat kan vlak zijn, maar ook gewelfd voor bijvoorbeeld het bakken van baguettes. De bakplaat kan een gesloten plaat zijn echter ook een 10 geperforeerde drager, eventueel voorzien van een anti-aanbaklaag.

De Engelse octrooiaanvrage 2 193 626 beschrijft een bakplaat omvattende een vlakke product ondersteunende eerste drager en een van holtes voorziene ondersteunende 15 tweede drager, waarbij de eerste en tweede drager ruggelings tegen elkaar geplaatst zijn en waarbij de eerste en tweede drager omringt worden door een raamwerk met een C-vormige dwarsdoorsnede. Naar wens kan de eerste of tweede drager gebruikt worden, afhankelijk van welke zijde van de bakplaat 20 naar boven gekeerd is.

Een nadeel van de bekende bakplaat is dat de producten van de bakplaat af genomen moeten worden. Dit gebeurt veelal met een speciale inrichting die voorzien is van een reeks grijpelementen voor het aangrijpen op de 2 deegproducten. Voorbeelden van dergelijke grijpelementen zijn zuignappen.

Het is een doel van de uitvinding om een bakplaat te verschaffen waar de producten, in het bijzonder 5 afgebakken deegproducten, op de bakplaat op eenvoudige wijze van de bakplaat verwijderd kunnen worden.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

10

Volgens een eerste aspect verschaft de uitvinding hiertoe een bakplaat voor tweezijdig gebruikt, omvattende een drager voor het ondersteunen van deegproducten en een de drager omringend frame, waarbij 15 het frame boven en onder het vlak van de drager uitsteekt, met het kenmerk dat het frame aan een eerste zijkant van de drager een eerste uitsparing omvat, waarbij het frame ter plaatse van de eerste uitsparing, een niveau heeft dat gelijk of onder het vlak van de drager gelegen 20 is, waarbij het frame aan een tweede zijkant van de drager een tweede uitsparing omvat, waarbij het frame ter plaatse van de tweede uitsparing, een niveau heeft dat gelijk of boven het vlak van de drager of platen gelegen 25 is.

Door de opstaande rand kan in hoofdzaak voorkomen worden dat deegproducten langs die rand afschuiven. De bakplaat volgens de uitvinding is aan twee zijden bruikbaar, waarbij de verwisseling van de ene naar 30 de andere zijde plaats vindt door het eenvoudig omkeren, een rotatie van in hoofdzaak 180 graden rond een as die in het vlak van de bakplaat gelegen is. In beide toestanden van de bakplaat is de in hoofdzaak omlopende rand voorzien van een uitsparing voor het via deze uitsparing afschuiven 35 van de deegproducten van de bakplaat af.

De bakplaat volgens de uitvinding is nu aan een eerste zijkant voorzien is van een uitsparing in het 3 frame, welke uitsparingen het mogelijk maken om ter plaatse de deegproducten doorgang te bieden bij het afschuiven van de deegproducten van de drager. In de omgekeerde toestand van de bakplaat zal het frame ter 5 plaatse van de tweede uitsparing een niveau hebben dat gelijk of onder het vlak van de drager of platen gelegen is. Hierdoor wordt voor de deegproducten een tweede doorgang geboden voor het afschuiven van de deegproducten van plaat in de omgekeerde toestand van de bakplaat.

10 Hierbij kunnen beide tegenover elkaar gelegen oppervlakken van de drager ingericht zijn voor het ondersteunen dan deegproducten, of kan de drager samengesteld zijn uit twee ruggelings geplaatste dragerdelen voor het ondersteunen van deegproducten zijn 15 aangebracht.

Een uitvoeringsvorm omvat een in hoofdzaak rechthoekige bakplaat, waarbij de eerste en tweede zijkant voorzien is van respectievelijk de eerste en tweede uitsparing en waarbij het frame aan de overige drie 20 zijkanten boven en/of onder het vlak van de bakplaat uitsteekt. Hierdoor kan het afschuiven langs een andere zijde dan de eerste en/of tweede zijkant in hoofdzaak voorkomen worden.

In een uitvoeringsvorm strekt de eerste en/of de 25 tweede uitsparing zich uit over in hoofdzaak de gehele lengte van respectievelijk de eerste en/of tweede zijkant. Aldus zijn er langs deze eerste en/of tweede zijkant in hoofdzaak geen obstructies die het afschuiven van de deegproducten kunnen belemmeren.

30 In een uitvoeringsvorm zijn de uitsparingen voor de bovenzijde van de bakplaat en de uitsparingen voor de onderzijde van de bakplaat aan tegenover elkaar gelegen zijkanten van de bakplaat geplaatst. Deze uitvoeringsvorm maakt het mogelijk dat de positie van de zijkanten met 35 uitsparingen ten opzichte van de deegbewerkingsinrichting, waarin de inrichting volgens de uitvinding geplaatst wordt, gehandhaafd blijft bij het roteren van de bakplaat 4 over 180 graden rond een as die zich in hoofdzaak parallel aan de zijkanten met de uitsparingen uitstrekt.

In een alternatieve uitvoeringsvorm zijn de zijkanten van het frame met uitsparingen voor de boven-5 respectievelijk onderzijde van de bakplaat aan dezelfde zijde van de inrichting gelegen. In deze uitvoeringsvorm blijft de oriëntatie van de zijkant met uitsparingen voor het hier afschuiven van de deegproducten in een deegbewerkingsmachine in hoofdzaak gelijk bij een rotatie 10 van de bakplaat rond een as die zich in hoofdzaak loodrecht staat op de zijkanten met uitsparingen uitstrekt.

In een verdere alternatieve uitvoeringsvorm is de eerste zijkant van de drager in hoofdzaak dwars op de tweede zijkant van de drager geplaatst. In deze uitvoeringsvorm 15 blijft de oriëntatie van de zijkant met uitsparingen voor het hier afschuiven van de deegproducten in een deegbewerkingsmachine in hoofdzaak gelijk bij een rotatie van de bakplaat rond een as die zich in hoofdzaak diagonaal over de bakplaat uitstrekt.

20 Door een geschikte keuze van de positie van de eerste en tweede zijkanten en de rotatie-as van de bakplaat, kan de oriëntatie van de zijkant met uitsparingen voor het afschuiven van deegproducten ook verschillend gekozen worden, bijvoorbeeld voor het naar verschillende zijden 25 afschuiven van producten afhankelijk van het gebruik van de eerste of tweede zijde van de drager.

In een uitvoeringsvorm ligt de drager, althans de zijkant daarvan, ter plaatse van de uitsparing, althans ten dele aan tegen het frame. In een uitvoeringsvorm rust de 30 drager, althans de zijkant daarvan, ter plaatse van de uitsparing, althans ten dele op het frame. Hierdoor wordt ter plaatse van de uitsparing een adequate ondersteuning van de drager verkregen.

In een uitvoeringsvorm ligt de drager aan tegen 35 het frame over in hoofdzaak de gehele lengte van de uitsparing. In een uitvoeringsvorm volgt het frame ter plaatse van de uitsparing, in hoofdzaak de contouren van de 5 drager. De drager kan in hoofdzaak over de gehele lengte van de uitsparing ondersteund worden door het frame. Tevens kan de drager over de gehele lengte van de uitsparing bevestigd worden aan het frame.

5 Volgens een tweede aspect verschaft de uitvinding een bakplaat voor tweezijdig gebruik, omvattende een frame en een met het frame verbonden drager met een draagvlak voor deegproducten, waarbij het frame twee in hoofdzaak gelijke U-vormige eerste en tweede 10 framedelen, elk framedeel met een basiszijde en twee in hoofdzaak dwars op de basiszijde geplaatste armen, waarbij de framedelen op elkaar geplaatst zijn, in het bijzonder aan weerszijde van de drager, en waarbij de armen van het eerste framedeel, in hoofdzaak over hun gehele lengte, aangrenzend 15 aan de armen van het tweede framedeel geplaatst zijn. In een uitvoeringvormen kan de basiszijde van het eerste framedeel en de basiszijde van het tweede framedeel aan tegenover elkaar gelegen zijkanten van de bakplaat geplaatst zijn. In een uitvoeringsvorm kan de basiszijde van het eerste 20 framedeel en de basiszijde van het tweede framedeel aan dezelfde zijkant van de bakplaat geplaatst zijn.

Volgens een derde aspect verschaft de uitvinding een bakplaat voor tweezijdig gebruik, omvattende een frame en een met het frame verbonden drager met een draagvlak 25 voor deegproducten, waarbij het frame twee in hoofdzaak gelijke U-vormige eerste en tweede framedelen omvat, elk framedeel met een basiszijde en twee in hoofdzaak dwars op de basiszijde geplaatste armen, waarbij de framedelen op elkaar geplaatst zijn, in het bijzonder aan weerszijde van 30 de drager, en waarbij een arm van het eerste framedeel, in hoofdzaak over zijn gehele lengte, aangrenzend aan de basiszijde van het tweede framedeel geplaatst is.

Volgens een vierde aspect verschaft de uitvinding een bakplaat voor tweezijdig gebruik, omvat de 35 bakplaat een drager en een deze plaat omringend frame, waarbij het frame voor beide vlakken van de drager boven het vlak van de drager uitsteekt, en waarbij het frame 6 voor elke zijde van de drager aan ten minste één zijkant is voorzien van een uitsparing voor het via deze uitsparing afschuiven van bakproducten van het betreffende bakplaatzijde.

5 Volgens een vijfde aspect verschaft de uitvinding een deegbewerkingsinrichting, in het bijzonder een bakoven, omvatten één of meer van de hiervoor beschreven bakplaten.

De in deze beschrijving en conclusies van de 10 aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het 15 bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

20

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:

Figuur IA, 2B en 2C tonen een schematisch boven-, 25 zij- en onderaanzicht van een eerste voorbeelduitvoerings-vorm van een bakplaat volgens de uitvinding; figuur 2A, 2B en 2C tonen een schematisch boven-, zij- en onderaanzicht van een tweede voorbeelduitvoerings-vorm van een bakplaat volgens de uitvinding; 30 figuur 3A, 3B en 3C tonen een schematisch boven-, zij- en onderaanzicht van een derde voorbeelduitvoerings-vorm van een bakplaat volgens de uitvinding; en figuur 4A, 4B en 4C tonen een schematisch boven-, zij- en onderaanzicht van een vierde voorbeelduitvoerings-35 vorm met een gewelfde drager.

7

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

In een eerste voorbeelduitvoeringsvorm, zoals getoond in figuur 1, omvat de bakplaat 1 een frame 2, 4 en 5 een drager 3 voor het ondersteunen van deegproducten. Het frame omvat een eerste framedeel 2 dat in hoofdzaak U-vormig is en de bovenzijde 31 van de rechthoekig plaat 3 ten dele omringt, zoals getoond in het bovenaanzicht van figuur IA. De frame omvat verder een tweede framegedeelte 4 dat in 10 hoofdzaak U-vormig is en de onderzijde 32 van de rechthoekige plaat 3 ten dele omringt zoals getoond in het onderaanzicht van figuur 1C. De U-vormige framedelen 2, 4 zijn in hoofdzaak gelijk van vorm en afmetingen en omvatten met een basiszijde 21, 41 en twee in hoofdzaak dwars op de 15 basiszijde 21, 41 geplaatste armen 22, 23, 42, 43. De U- vormige framedelen zijn bijvoorbeeld vervaardigd is uit een rechthoekig, in het bijzonder vierkant, buisprofiel zoals schematisch getoond in het zijaanzicht van figuur 1B.

De framedelen 2, 4 zijn op elkaar geplaatst, in 20 het bijzonder aan weerszijde van de drager 3, waarbij de armen 22, 23 van het eerste framedeel 2, in hoofdzaak over hun gehele lengte, aangrenzend aan de armen 42, 43 van het tweede framedeel 4 geplaatst zijn. De basiszijde 21 van het eerste framedeel 2 en de basiszijde 41 van het tweede 25 framedeel 4 zijn aan tegenover elkaar gelegen zijkanten van de drager 3 geplaatst.

Op deze wijze omvat de, in figuur 1 getoonde voorbeelduitvoeringsvorm, plaat 3 voor het ondersteunen van deegproducten en een de drager althans ten dele omringend 30 frame 2, 4. Het frame 2 steekt boven en het vlak van de drager 3 uit en het frame 4 steekt tevens onder het vlak van de drager 3 uit. De bovenzijde van het frame 2, 4 omvat aan een eerste zijkant 11 een eerste uitsparing, waarbij het frame 2, 4 ter plaatse van de eerste 35 uitsparing, een niveau heeft dat onder het vlak van de drager 3 gelegen is, zoals getoond in figuur 1B, waarbij de drager 3 ter plaatse van de uitsparing aanligt op het 8 frame 4. De onderzijde van het frame 2, 4 omvat aan een tweede zijkant 12 een tweede uitsparing, waarbij het frame 2, 4 ter plaatse van de tweede uitsparing, een niveau heeft dat boven het vlak van de drager 3 gelegen is, 5 waarbij de drager 3 ter plaatse van de uitsparing aanligt onder de het frame 2.

In gebruik, wanneer de bovenzijde 31 van de drager 3 gebruikt wordt voor het ondersteunen van deegproducten, kunnen de deegproducten via de uitsparing aan de eerste 10 zijkant 11 van de bakplaat 1 afschuiven. Wanneer de onderzijde 32 van de drager 3 gebruikt wordt voor het ondersteunen van deegproducten, kunnen de deegproducten via de uitsparing aan de tweede zijkant 12 van de bakplaat 1 afschuiven.

15 In de in figuur 1 getoonde voorbeelduitvoerings- vorm zijn het eerste 2 en tweede 4 framegedeelten met hun basis 21, 41 aan tegenover elkaar gelegen zijkanten 12, 11 van de bakplaat 1 geplaatst.

In de in figuur 2 getoonde tweede voorbeeld-20 uitvoeringsvorm zijn de eerste 20 en tweede 40 framegedeelten met hun basis 210, 410 aan dezelfde zijkant 110 van de bakplaat 10 geplaatst. Hierdoor zijn de uitsparingen in de framegedeelten 20, 40 aan dezelfde zijkant 110, tegenover de zijkant 120, geplaatst, zoals 25 schematisch aangegeven in het zijaanzicht van figuur 2B.

In de in figuur 3 getoonde derde voorbeeld-uitvoeringsvorm is de basis 2100 van het eerste framegedeelte 200 geplaatst op een van de armen 4300 van het tweede 400 framegedeelte. Hierdoor is de uitsparing in de 30 framegedeelte 200 aan de bovenzijde van de drager 3100 aan een eerste zijkant 1100 van de bakplaat 100 geplaatst, en is de uitsparing in het framegedeelte 400 aan de onderzijde van de drager 3200 aan een dwars op de eerste zijkant 1100 geplaatste tweede zijkant 1200 geplaatst, zoals schematisch 35 aangegeven in het zijaanzicht van figuur 3.

De in figuur 4 getoonde vierde voorbeeld-uitvoeringsvorm is voorzien van een gewelfde drager 7, 9 bijvoorbeeld voor het bakken van stokbroden. Net zoals de eerste voorbeelduitvoeringsvorm, omvat de bakplaat 5 van deze vierde voorbeelduitvoeringsvorm een frame 6, 8 en een drager 7 voor het ondersteunen van deegproducten. De drager 5 7 is voorzien van goten 73.

Het frame omvat een eerste framedeel 6 dat in hoofdzaak U-vormig is en de bovenzijde 71 van de rechthoekig plaat 7 ten dele omringt, zoals getoond in het bovenaanzicht van figuur 4A. De frame omvat verder een tweede 10 framegedeelte 8 dat in hoofdzaak U-vormig is en de onderzijde 72 van de rechthoekige plaat 7 ten dele omringt zoals getoond in het onderaanzicht van figuur 3C. De U-vormige framedelen 6, 8 zijn in hoofdzaak gelijk van vorm en afmetingen en omvatten een basiszijde 61, 81 en twee in 15 hoofdzaak dwars op de basiszijde 61, 81 geplaatste armen 62, 63, 82, 83.

De framedelen 6, 8 zijn op elkaar geplaatst, in het bijzonder aan weerszijde van de drager 7, waarbij de armen 62, 63 van het eerste framedeel 6, in hoofdzaak over 20 hun gehele lengte, aangrenzend aan de armen 82, 83 van het tweede framedeel 8 geplaatst zijn. De basiszijde 61 van het eerste framedeel 6 en de basiszijde 81 van het tweede framedeel 8 zijn aan tegenover elkaar gelegen zijkanten van de drager 7 geplaatst. De goten 73 zijn in hoofdzaak 25 parallel aan de armen 62, 63, 82, 83 geplaatst.

De bovenzijde van het frame 6, 8 omvat aan een eerste zijkant 51 een eerste uitsparing, waarbij het frame 6, 8 ter plaatse van de eerste uitsparing, een niveau heeft dat onder het vlak van de drager 7 gelegen is, zoals 30 getoond in figuur 4B, waarbij de drager 7 ter plaatse van de uitsparing aanligt op het frame 8. De basiszijde 81 is aan een naar de drager 7 gekeerde zijde met in hoofdzaak dezelfde welving als de drager 7 gevormd, zodat de drager 7 in hoofdzaak over de gehele lengte eerste zijkant 51 35 ondersteund kan worden door het frame 8. Op een overeenkomstige wijze omvat de onderzijde van het frame 6, 8 aan een tweede zijkant 52 een tweede uitsparing, waarbij 10 het frame 6, 8 ter plaatse van de tweede uitsparing, een niveau heeft dat boven het vlak van de drager 7 gelegen is, waarbij de drager 7 ter plaatse van de uitsparing aanligt onder de het frame 6. Ook de basiszijde 61 is aan 5 een naar de drager 7 gekeerde zijde met in hoofdzaak dezelfde welving als de drager 7 gevormd, zodat de drager 7 in hoofdzaak over de gehele lengte van de tweede zijkant 52 ondersteund kan worden door het frame 6, althans in de omgekeerde stand van de bakplaat 5.

10 Bij het samenstellen van de bakplaat volgens deze voorbeelduitvoeringsvorm, wordt de drager tussen het eerste en het tweede gedeelte van het frame gemonteerd. In een alternatieve voorbeelduitvoeringsvorm (niet getoond) kan het eerste en tweede gedeelte van het frame ook als één geheel 15 gevormd zijn. Hierbij kan het frame een naar het midden gericht opening omvatten, bijvoorbeeld door delen van het frame te vormen met een in hoofdzaak C-vormige dwarsdoorsnede zoals ook reeds beschreven in GB 2193626, voor het hierin opnemen van althans een gedeelte van de 20 drager.

Verder zijn de hiervoor beschreven voorbeeld-uitvoeringsvormen beschreven met een drager 3, 30, 300, 7 die geschikt is voor tweezijdig gebruik, bijvoorbeeld doordat de drager aan beide zijden 31, 32, 310, 320, 3100, 25 3200, 71, 72 voorzien is van een anti-aanbaklaag. In een alternatieve voorbeelduitvoeringsvorm (niet getoond) kan de bakplaat 1, 10, 100, 5 ook voorzien zijn van een samengestelde drager, bijvoorbeeld in de vorm van twee ruggelings tegen elkaar geplaatste eerste en tweede 30 dragerdelen, eventueel met verschillende oppervlakten en/of oppervlakte structuren voor het ondersteunen van verschillende deegporties, zoals ook reeds beschreven in GB 2193626.

In een verder uitvoeringsvorm kan de drager 3, 30, 35 300, 7 een gesloten of een geperforeerde drager (niet getoond) omvatten, bij voorkeur vervaardigd van roestvast staal en bij voorkeur voorzien van een anti-aanbak coating.

11

De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen 5 voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

Claims

1. Bakplaat voor tweezijdig gebruik omvattende een drager voor het ondersteunen van deegproducten en een de drager omringend frame, waarbij het frame boven en onder het vlak van de drager uitsteekt, 5 met het kenmerk, dat het frame aan een eerste zijkant van de drager een eerste uitsparing omvat, waarbij het frame ter plaatse van de eerste uitsparing, een niveau heeft dat gelijk of onder het vlak van de drager gelegen is, en 10 waarbij het frame aan een tweede zijkant van de drager een tweede uitsparing omvat, waarbij het frame ter plaatse van de tweede uitsparing, een niveau heeft dat gelijk of boven het vlak van de drager of platen gelegen is.

2. Bakplaat volgens conclusie 1, omvattende een in hoofdzaak rechthoekige bakplaat, waarbij de eerste zijkant voorzien is van de eerste uitsparing en waarbij het frame aan de overige drie zijkanten boven het vlak van de drager uitsteekt.

3. Bakplaat volgens conclusie 1 of 2, omvattende een in hoofdzaak rechthoekige bakplaat, waarbij de tweede zijkant voorzien is van de tweede uitsparing en waarbij het frame aan de overige drie zijkanten onder het vlak van de drager uitsteekt.

4. Bakplaat volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de eerste uitsparing zich over in hoofdzaak de gehele lengte van de eerste zijkant uitstrekt.

5. Bakplaat volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de tweede uitsparing zich in hoofdzaak 30 over de gehele lengte van de tweede zijkant uitstekt.

6. Bakplaat volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de eerste en tweede zijkant van de drager aan tegenover elkaar gelegen zijkanten van de bakplaat geplaatst zijn.

7. Bakplaat volgens één der conclusies 1-6, waarbij de eerste en tweede zijkant van de drager aan dezelfde zijde van de bakplaat gelegen zijn.

8. Bakplaat volgens één der voorgaande 5 conclusies, waarbij de eerste zijkant van de drager in hoofdzaak dwars op de tweede zijkant van de drager geplaatst is.

9. Bakplaat volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de drager ter plaatse van de uitsparing, althans ten 10 dele aanligt tegen het frame en/of rust op het frame.

10. Bakplaat volgens conclusie 9, waarbij de drager in hoofdzaak over de gehele lengte van de uitsparing aanligt tegen het frame of rust op het frame.

11. Bakplaat volgens conclusie 10, waarbij het 15 frame ter plaatse van de uitsparing, in hoofdzaak de contouren van de drager volgt.

12. Bakplaat voor tweezijdig gebruik, omvattende een frame en een met het frame verbonden drager met een draagvlak voor de deegproducten, 20 waarbij het frame twee in hoofdzaak gelijke U- vormige eerste en tweede framedelen omvat, elk framedeel met een basiszijde en twee in hoofdzaak dwars op de basiszijde geplaatste armen, waarbij de framedelen op elkaar geplaatst zijn, in 25 het bijzonder aan weerszijde van de drager, en waarbij de armen van het eerste framedeel, in hoofdzaak over hun gehele lengte, aangrenzend aan de armen van het tweede framedeel geplaatst zijn.

13. Bakplaat volgens conclusie 12, waarbij de 30 basiszijde van het eerste framedeel en de basiszijde van het tweede framedeel aan tegenover elkaar gelegen zijkanten van de bakplaat geplaatst zijn.

14. Bakplaat volgens conclusie 12, waarbij de basiszijde van het eerste framedeel en de basiszijde van het 35 tweede framedeel aan dezelfde zijkant van de bakplaat geplaatst zijn.

15. Bakplaat voor tweezijdig gebruik, omvattende een frame en een met het frame verbonden drager met een draagvlak voor de deegproducten, waarbij het frame twee in hoofdzaak gelijke U-vormige eerste en tweede framedelen omvat, elk framedeel met 5 een basiszijde en twee in hoofdzaak dwars op de basiszijde geplaatste armen, waarbij de framedelen op elkaar geplaatst zijn, in het bijzonder aan weerszijde van de drager, en waarbij een arm van het eerste framedeel, in hoofdzaak over zijn gehele 10 lengte, aangrenzend aan de basiszijde van het tweede framedeel geplaatst is.

16. Bakplaat voor tweezijdig gebruik omvattende een drager en een deze plaat omringend frame, waarbij het frame voor beide zijden van de drager boven het vlak van 15 de drager uitsteekt, met het kenmerk, dat het frame voor elke zijde van de drager aan ten minste één zijkant is voorzien van een uitsparing voor het via deze uitsparing afschuiven van bakproducten van het betreffende bakplaatzijde.

17. Deegbewerkingsinrichting, in het bijzonder een bakoven, omvattende een bakplaat volgens een der voorgaande conclusies.

18. Bakplaat voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde 25 tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

19. Deegbewerkingsinrichting voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

20. Werkwijze voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o- BP/MB