NL2000972C2 - Inrichting en werkwijze voor ondersteunen van producthouders, die zijn ingericht voor het houden van kleine dieren zoals pluimvee, eenden of konijnen en werkwijze voor het gebruik van een dergelijke inrichting. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor ondersteunen van producthouders, die zijn ingericht voor het houden van kleine dieren zoals pluimvee, eenden of konijnen en werkwijze voor het gebruik van een dergelijke inrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL2000972C2
NL2000972C2 NL2000972A NL2000972A NL2000972C2 NL 2000972 C2 NL2000972 C2 NL 2000972C2 NL 2000972 A NL2000972 A NL 2000972A NL 2000972 A NL2000972 A NL 2000972A NL 2000972 C2 NL2000972 C2 NL 2000972C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
supporting
frame elements
height
containers
small animals
Prior art date
Application number
NL2000972A
Other languages
English (en)
Inventor
Albrecht Hendrik Jansen
Original Assignee
A H Jansen Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by A H Jansen Holding B V filed Critical A H Jansen Holding B V
Priority to NL2000972A priority Critical patent/NL2000972C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2000972C2 publication Critical patent/NL2000972C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K45/00Other aviculture appliances, e.g. devices for determining whether a bird is about to lay
    • A01K45/005Harvesting or transport of poultry
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K31/00Housing birds
    • A01K31/002Poultry cages, e.g. transport boxes
    • A01K31/005Battery breeding cages, with or without auxiliary features, e.g. feeding, watering, demanuring, heating, ventilation

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)

Description

Inrichting en werkwijze voor ondersteunen van producthouders, die zijn ingericht voor het houden van kleine dieren zoals pluimvee, eenden of konijnen en werkwijze voor het gebruik van een dergelijke inrichting 5 De onderhavige uitvinding betreft een inrichting voor het ondersteunen van producthouders, waarbij de producthouders zijn ingericht voor het houden van kleine dieren zoals pluimvee, eenden en konijnen.
Dergelijk houders vinden toepassing bij het transporteren van dergelijke kleine dieren, 10 bijvoorbeeld bij het transport van deze dieren van hun kweeklocatie naar de slacht.
In verband met de toenemende prijsdruk op de slachtproducten van deze dieren is het van belang dat de hantering ervan zo efficiënt mogelijk plaatsvindt. Deze dieren worden veelal gefokt in langgerekte kweek- of fokinstallaties, waarbij de te transporteren dieren 15 wel op een transportband worden toegevoerd. Het is overigens ook mogelijk dat de te transporteren dieren in een afzonderlijk proces op een transportband worden geplaatst en de dieren op deze transportband worden toegevoerd. In verband met de beperkte ruimte worden de kweek- of fokinstallaties wel op twee of meer niveaus uitgevoerd. Dit betekent dat de dieren wel op twee of meer verschillende niveaus worden toegevoerd.
20 Bij tot de stand van de techniek behorende badinstallaties moeten de dieren vanaf deze transportbanden op twee verschillende niveaus worden gepakt en in zich op een enkel niveau geplaatste houders worden geplaatst. Dit vereist veel verticaal transport door de mens hetgeen veel tijd kost en tot blessures leidende bewegingen met zich meebrengt.
25 Het doel van de onderhavige uitvinding is het vermijden of verminderen van dergelijke verticale bewegingen.
Dit doel wordt bereikt doordat de inrichting ten minste twee op verschillende hoogte geplaatste, zich horizontaal uitstrekkende rollenbanen voor het verplaatsbaar 30 ondersteunen van de producthouders en ten minste twee frame-elementen voor het ondersteunen van de ten minste twee rollenbanen omvat.
2
Als gevolg van deze maatregelen, wordt de mogelijkheid geboden de dieren op hetzelfde niveau, hetzij met een kleine beweging in verticale richting tot in de houders te plaatsen.
5 Deze voordelen worden bovendien verkregen met een combinatie van een dergelijke inrichting met tenminste een in zijn nabijheid geplaatste aanvoerinrichting voor het op een eerste en een tweede hoogte aanvoeren van de in de houders te plaatsen kleine dieren, waarbij de hoogte van de in een op de onderste rollenbaan geplaatste producthouder aangebrachte opening overeenkomt met de eerste hoogte en dat de 10 hoogte van de in een op de bovenste rollenbaan geplaatste producthouder aangebrachte opening overeenkomt met de tweede hoogte.
Deze voordelen worden ook verkregen met een werkwijze voor het plaatsen van kleine dieren in houders met gebruik van een dergelijke inrichting met de stappen van: 15 het plaatsen van de houders op de zich op twee verschillende niveaus geplaatste rollerbanen, het toevoeren van de kleine dieren op een eerste en een tweede niveau, het op het eerste en het tweede niveau oppakken van de toegevoerde kleine dieren, het plaatsen van opgepakte kleine dieren in de zich op verschillende niveaus bevindende houders, het transporteren van geladen houders over de zich op verschillende niveaus 20 bevindende rollenbanen en het afvoeren van geladen houders.
Er ontstaat een constructief aantrekkelijk vorm wanneer de ten minste twee frame-elementen slechts door dragers van de rollenbanen onderling verbonden zijn.
25 De inrichtingen volgens de uitvinding hebben een beperkte lengte. Er zijn situaties, bijvoorbeeld wanneer de houders over een grotere afstand moeten worden getransporteerd naar vrachtauto’s of wanneer vanaf meerdere naast elkaar geplaatste transportbanden dieren moeten verpakt, behoefte aan langere transportbanden. Hiertoe verschaft een specifieke uitvoeringsvorm de maatregel dat de inrichting ten minste één 30 gedeeltelijk binnen het door beide tot de inrichting behorende frame-elementen omsloten volume geplaatste koppeling omvatten, voor het onderling koppelen van verschillende inrichtingen, waarbij de rollenbanen van aan elkaar gekoppelde inrichtingen op elkaar aansluiten. Hiermede wordt het immers mogelijk de inrichtingen te koppelen en langere rollenbanen te creëren.
5 3
Om het koppelen te vergemakkelijken, verschaft een verdere uitvoeringsvorm de maatregel dat de koppeling voorzien is van geleiders, voor het ten opzichte van elkaar positioneren van te de koppelen inrichtingen.
De gebruiker die de dieren van de onderste transportband afpakt en deze plaatst tot in de op de onderste rollenbaan geplaatste houders, kan op de grond staan. Om ook aan de tweede gebruiker die de dieren van de bovenste transportband afpakt en deze plaatst tot in de op de bovenste rollenbaan geplaatste houders, een staanplaats te bieden, van 10 waaruit hij gemakkelijk de betreffende handelingen kan verrichten, verschaft een andere voorkeursuitvoeringsvorm de maatregel dat de inrichting is voorzien van ten minste één staplaat, die buiten het door beide frame-elementen omsloten volume losmaakbaar met de frame-elementen verbindbaar is voor het ondersteunen van gebruikers van de inrichting. De tweede gebruiker staat hierbij op de staplaat.
15
Om rekening te houden met verschillende lichaamslengten van de tweede gebruiker, is het aantrekkelijk wanneer de ten minste een staplaat op verschillende hoogten aan de frame-elementen verbindbaar is.
20 Om het losmaken van de staplaat en de eventuele bevestiging ervan in een andere niveaupositie te vergemakkelijken, heeft het de voorkeur wanneer de verbinding van de ten minste een staplaat met de inrichting een vormsluitende losneembare verbinding is, welke is ingericht voor het onder belasting verstevigen van de verbinding.
25 Om de eerste persoon voldoende werkhoogte te verschaffen is het aantrekkelijk wanneer zich onder ten minste één met de inrichting verbonden staplaat een hoogte bevindt van ten minste 1,7 meter. Overigens kan deze hoogte worden aangepast aan de gebruikelijke lichaamslengte in het land waarin de betreffende inrichting wordt gebruikt. Zo kan de betreffende hoogte worden gedimensioneerd op 1,6 m, l,7m, l,8m, 30 of op l,9m. Tevens kan hierbij gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid de staplaat op verschillende hoogten te bevestigen.
Alhoewel het niet wordt uitgesloten dat de inrichting is voorzien van rolwielen om deze met de hand te kunnen verplaatsen, heeft het de voorkeur wanneer de inrichting is 4 voorzien van aangrijpelementen, die zijn ingericht om door een heftruck te worden aangegrepen voor het verplaatsen van de inrichting.
Om het aangrijpen door de lepels van een vorkheftruck te vergemakkelijken, heeft het 5 de voorkeur wanneer de aangrijpelementen een in het midden zich tussen de dragers van de rollenbanen uitstrekkende verbindingsstang omvatten.
De voordelen van de onderhavige uitvinding blijken het beste wanneer de aanvoerinrichting een langgerekte structuur heeft, wanneer de aanvoerinrichting is 10 ingericht voor het aanvoeren van de kleine dieren aan een kops einde van de aanvoerinrichting en wanneer de lengterichting van de inrichting zich hoofdzakelijk dwars op de lengterichting van de aanvoerinrichting uitstrekt. Immers dan kunnen de dieren gemakkelijk worden aangegrepen door tussen de inrichting en de aanvoerinrichting staande gebruikers, zowel op het onderste als op het bovenste niveau. 15
Dit laatste geldt nog meer wanneer tenminste twee aanvoerinrichtingen worden toegepast. Tussen elk van deze aanvoerinrichtingen en de inrichting volgens de uitvinding bevinden zich dan gebruikers, die de betreffende dieren van elk van de aanvoerinrichtingen afpakken en in de op de bovenste en onderste rollenbaan geplaatste 20 houders plaatsen.
In de praktijk worden veelal pluimveekweekinrichting toegepast die zijn ingericht voor het aanvoeren van het gekweekte pluimvee op tenminste twee zich in de lengterichting uitstrekkende transportbanden. Deze vorm van kweekinrichting leent zich bijzonder 25 goed voor toepassing bij de onderhavige uitvinding. Deze kweekinrichting is immers voorzien van transportbanden die normaliter worden toegepast voor het afvoeren van de mest van de dieren. Kweekinrichtingen van deze soort zijn echter ook ingericht voor transport van dieren over deze transportband, waar de onderhavige uitvoeringsvorm met voordeel gebruik van maakt.
Om variaties in de tempi van toevoer van ledige en afvoer van gevulde houders en de hoeveelheid toegevoerde dieren te compenseren heeft het de voorkeur dat de lege en geladen houders gebufferd worden op de rollenbanen.
30 5
Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren, waarin voorstellen:
Figuur 1 : een schematisch perspectivisch aanzicht van een combinatie van twee inrichtingen volgens de uitvinding; 5 Figuur 2: een eerste detailaanzicht van de in figuur 1 afgebeelde uitvoeringsvorm;
Figuur 3: een tweede detailaanzicht van de in figuur 1 afgebeelde uitvoeringsvorm;
Figuur 4: een schematisch doorsnede-aanzicht van de in figuur 1 afgebeelde uitvoeringsvorm in combinatie met een aanvoerinrichting; en
Figuur 5: een schematisch bovenaanzicht van een aantal inrichtingen volgens de 10 uitvinding in combinatie met een aantal toevoerinrichtingen.
In figuur 1 is een combinatie van twee inrichtingen volgens de uitvinding afgebeeld, die zijn aangeduid met IA, respectievelijk 1B. Elk van de inrichtingen omvat twee frame-elementen 2, 3, die elk twee stijlen 4 en een zich horizontaal uitstrekkende onderbalk 5 15 en een zich horizontaal uitstrekkende bovenbalk 6 omvatten. Tussen de beide onderbalken 5 strekken zich twee onderste steunelementen 7 dwars op de frame-elementen 2, 3 uit. Op deze onderste steunelementen 7 zijn onderste rollenbanen 8 geplaatst. Tussen de beide bovenbalken 6 strekken zich twee bovenste steunelementen 9 dwars op de frame-elementen 2, 3 uit. Op deze bovenste steunelementen 7 zijn 20 bovenste rollenbanen 10 geplaatst. Aan elk van de inrichtingen IA, 1B zijn staplaten 13 bevestigd. De wijze waarop zij aan de betreffende frames zijn bevestigd, zal hierna aan de hand van figuur 3 nader worden toegelicht.
Voorts is tussen de twee bovenste steunelementen 9 een verbindingsstang 11 25 aangebracht die dient voor het ondersteunen van de lepels van een vorkheftruck bij het transporteren van de inrichtingen. OM het aangrijpen door de vorkheftruck vergemakkelijken, zijn onder deze verbindingsstang 11, maar eveneens onder beide bovenste steunelementen 6 geleidebeugels 12 aangebracht ter geleiding van de lepels van de vorkheftruck.
30
De inrichtingen volgens de uitvinding zijn onderling gekoppeld door een koppeling die in detail is afgebeeld aan de hand van figuur 2. Elk van de stijlen 4 is aan zijn naar de tegenoverliggende stijl 4 van hetzelfde frame-element voorzien van een koppelelement in de vorm van een zich horizontaal uitstrekkende koppelplaat 15, die zich uitstrekt tot 6 buiten het door de beide frame-elementen 2 van een inrichting omsloten volume. Omdat elk van de inrichtingen aan beide frame-elementen 2 van een dergelijke koppelplaat 15 is voorzien, en elk van de koppelplaten 15 van een doorgaand gat is voorzien, kunnen de koppelplaten van twee naburige inrichtingen met elkaar worden verbonden door 5 middel van een zich door de met elkaar in aansluiting gebrachte gaten uitstrekkende pen of bout 16. Hiertoe zijn de platen aan beide, tot een enkel frame-element behorende stijlen bevestigde koppelplaten op een met de dikte van de platen verschillende hoogte aangebracht. Om het met elkaar in overlapping brengen van de platen te vergemakkelijken zijn zij aan hun binnenzijde van een afschuining voorzien zoals blijkt 10 uit figuur 2.
Figuur 3 toont een detailaanzicht van de bevestiging van de staplaat 13 aan een frame 2 getoond. Aan de naar het andere frame-element 2 toegekeerde zijde van de stijl 4 zijn twee haken 20, 21 op verschillende hoogte bevestigd. Hierbij is de opening van de 15 bovenste haak 20 naar binnen gericht en de opening van de onderste haak 21 naar buiten. Hiermede wordt de mogelijkheid geboden de staplaat te aan te haken door gebruik te maken van een aan de staplaat bevestigde stang 22, die door middel van een drager 23 met de staplat is verbonden. Op het vrije einde van de stang 22 is een sluitplaat 24 bevestigd die tot buiten de stang 22 uitsteekt en die met zijn uitstekende 20 deel wordt aangegrepen door de haak 20, respectievelijk door de haak 21.
Figuur 3 geeft de situatie weer waarin de staplaat 13 zich in zijn onderste positie bevindt. Hierbij rust de staplaat 13 op de twee dragers 23 die elk met een stang 22 zijn verbonden, welke stang aan zijn onderzijde zijdelings rust tegen de haak 21 met zijn 25 bovenzijde tegen de haak 20. Hierbij worden de verticale krachten opgenomen door de sluitplaat 24 die op de haak 20 rust. In de bovenste positie van de staplaat 13, die niet in de figuur 3 is weergegeven, rust de staplaat 13 eveneens op de dragers 23, maar de dragers 23 strekken zich elk uit van boven de haak 20. Zij ruste hierbij op de haak 20. De zijdelingse krachten van de stang 22 worden hierbij aan de bovenzijde opgenomen 30 door de haak 20 en aan de onderzijde door de haak 21.
Figuur 4 geeft in de vorm van een schematische dwarsdoorsnede weer hoe de inrichting volgens de uitvinding wordt toegepast. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een toevoerinrichting 30 in de vorm van een bijvoorbeeld een fok- of kweekinrichting die 7 voorzien is van een bovenste transportband 31 en een onderste transportband 32 voor het toevoeren van de te transporteren dieren. Het betreft een langwerpige inrichting, aan het kopse einde waarvan de dieren worden toegevoerd. De dieren moeten worden geplaatst in houders in de vorm van op de bovenste rollenbaan 10, dan wel de onderste 5 rollenbaan 8 geplaatste kratten 33 die bijvoorbeeld van laden 34 kunnen zijn voorzien. Het laden wordt uitgevoerd door een bovenste gebruiker 35, die op de zich in de bovenste positie bevindende staplaat bevindt en door een op de grond staande onderste gebruiker 36. Uit deze afbeelding blijkt dat de gebruikers de dieren slechts over een kleine afstand in verticale richting behoeven te worden verplaatst.
10
Ten slotte toont figuur 5 een bovenaanzicht van een aantal toevoerinrichtingen 30, waarvan het kopse einde aansluit op een reeks op elkaar aansluitende inrichtingen IA, 1B, 1C , 1D volgens de uitvinding.
15 Het kopse einde van de inrichting 1D is geplaatst in de nabijheid van een vrachtauto 40, waarmee de met dieren gevulde kratten 33 verder worden vervoerd. Hierbij is het aantrekkelijk wanneer de vrachtauto 30 van een beweegbare laadvloer is voorzien voor het uitvoeren van het verticale transport van de geladen kratten.
20 Het zal duidelijk zijn dat op diverse wijzen kan worden afgeweken van de getoonde uitvoeringsvormen binnen het kader van de uitvinding.
25

Claims (16)

1. Inrichting voor het ondersteunen van producthouders, waarbij de producthouders zijn ingericht voor het houden van kleine dieren zoals pluimvee, eenden en konijnen, 5 met het kenmerk, dat de inrichting omvat: - ten minste twee op verschillende hoogte geplaatste, zich horizontaal uitstrekkende rollenbanen voor het verplaatsbaar ondersteunen van de producthouders, - ten minste twee frame-elementen voor het ondersteunen van de ten minste twee rollenbanen. 10
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de ten minste twee frame-elementen slechts door dragers van de rollenbanen onderling verbonden zijn.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de inrichting ten minste 15 één gedeeltelijk binnen het door beide tot de inrichting behorende frame-elementen omsloten volume geplaatste koppeling omvatten, voor het onderling koppelen van verschillende inrichtingen, waarbij de rollenbanen van aan elkaar gekoppelde inrichtingen op elkaar aansluiten.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de koppeling voorzien is van geleiders, voor het ten opzichte van elkaar positioneren van te de koppelen inrichtingen.
5. Inrichting volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk dat de 25 inrichting is voorzien van ten minste één staplaat, die buiten het door beide frame- elementen omsloten volume losmaakbaar met de frame-elementen verbindbaar is voor het ondersteunen van gebruikers van de inrichting.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de ten minste een staplaat 30 op verschillende hoogten aan de frame-elementen verbindbaar is.
7. Inrichting volgens conclusie 5-6, met het kenmerk dat de verbinding van de ten minste een staplaat met de inrichting een vormsluitende losneembare verbinding is, welke is ingericht voor het onder belasting verstevigen van de verbinding.
8. Inrichting volgens conclusie 5-7, met het kenmerk dat zich onder ten minste één met de inrichting verbonden staplaat een hoogte bevindt van ten minste 1,7 meter.
9. Inrichting volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk dat de inrichting is voorzien van aangrijpelementen, die zijn ingericht om door een heftruck te worden aangegrepen voor het verplaatsen van de inrichting.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de aangrijpelementen een 10 in het midden zich tussen de dragers van de rollenbanen uitstrekkende verbindingsstang omvatten.
11. Combinatie van een inrichting volgens een der voorafgaande conclusies met tenminste een in zijn nabijheid geplaatste aanvoerinrichting voor het op een eerste en 15 een tweede hoogte aanvoeren van de in de houders te plaatsen kleine dieren, met het kenmerk dat,de hoogte van de in een op de onderste rollenbaan geplaatste producthouder aangebrachte opening overeenkomt met de eerste hoogte en dat de hoogte van de in een op de bovenste rollenbaan geplaatste producthouder aangebrachte opening overeenkomt met de tweede hoogte. 20
12. Combinatie volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de aanvoerinrichting een langgerekte structuur heeft, dat de aanvoerinrichting is ingericht voor het aanvoeren van de kleine dieren aan een kops einde van de aanvoerinrichting en dat de lengterichting van de inrichting zich hoofdzakelijk dwars op de lengterichting van de 25 aanvoerinrichting uitstrekt.
13. Combinatie volgens conclusie 12, gekenmerkt door tenminste twee inrichtingen volgens een van de conclusies 1-9, en tenminste twee aanvoerinrichtingen.
14. Combinatie volgens conclusie 11, 12 of 13, met het kenmerk, dat de aanvoerinrichting door een pluimveekweekinrichting wordt gevormd, die is ingericht voor het aanvoeren van het gekweekte pluimvee op tenminste twee zich in de lengterichting uitstrekkende transportbanden.
15. Werkwijze voor het plaatsen van kleine dieren in houders met gebruik van de inrichting volgens een van de conclusies 1-10, gekenmerkt door de volgende stappen: - het plaatsen van de houders op de zich op twee verschillende niveaus geplaatste rollerbanen, 5. het toevoeren van de kleine dieren op een eerste en een tweede niveau, - het op het eerste en het tweede niveau oppakken van de toegevoerde kleine dieren; - het plaatsen van opgepakte kleine dieren in de zich op verschillende niveaus bevindende houders, - het transporteren van geladen houders over de zich op verschillende niveaus 10 bevindende rollenbanen, en - het afvoeren van geladen houders.
16. Werkwijze volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de lege en geladen houders gebufferd worden op de rollenbanen. 15
NL2000972A 2007-10-31 2007-10-31 Inrichting en werkwijze voor ondersteunen van producthouders, die zijn ingericht voor het houden van kleine dieren zoals pluimvee, eenden of konijnen en werkwijze voor het gebruik van een dergelijke inrichting. NL2000972C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2000972A NL2000972C2 (nl) 2007-10-31 2007-10-31 Inrichting en werkwijze voor ondersteunen van producthouders, die zijn ingericht voor het houden van kleine dieren zoals pluimvee, eenden of konijnen en werkwijze voor het gebruik van een dergelijke inrichting.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2000972A NL2000972C2 (nl) 2007-10-31 2007-10-31 Inrichting en werkwijze voor ondersteunen van producthouders, die zijn ingericht voor het houden van kleine dieren zoals pluimvee, eenden of konijnen en werkwijze voor het gebruik van een dergelijke inrichting.
NL2000972 2007-10-31

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2000972C2 true NL2000972C2 (nl) 2009-05-06

Family

ID=39493280

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2000972A NL2000972C2 (nl) 2007-10-31 2007-10-31 Inrichting en werkwijze voor ondersteunen van producthouders, die zijn ingericht voor het houden van kleine dieren zoals pluimvee, eenden of konijnen en werkwijze voor het gebruik van een dergelijke inrichting.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2000972C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2015026232A1 (en) * 2013-08-19 2015-02-26 A.H. Jansen Holding B.V. Device and method for facilitating placing of poultry in containers

Citations (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB929195A (en) * 1961-02-15 1963-06-19 Frederick William Baker A transportable battery for live poultry or the like
US3420211A (en) * 1967-01-16 1969-01-07 Norman W Hartvickson Turkey handling machine
US3465722A (en) * 1965-11-09 1969-09-09 Samuel Duff Battery cages
NL7110781A (nl) * 1970-08-05 1972-02-08
US3702600A (en) * 1970-12-09 1972-11-14 Charles R Bright Poultry loading apparatus
BE791114A (nl) * 1972-11-09 1973-03-01 Bekaert Sa Nv Kontainerkooibatterij,
NL7313274A (nl) * 1972-10-03 1974-04-05
NL7501392A (nl) * 1974-02-14 1975-08-18 Bekaert Sa Nv Fokkooi, alsmede samengestelde transportabele eenheid.
CA1014435A (en) * 1973-05-05 1977-07-26 Wilhelm Groppel Battery farming equipment
US5469815A (en) * 1995-01-18 1995-11-28 Stross; Lawrence L. Method of loading live poultry

Patent Citations (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB929195A (en) * 1961-02-15 1963-06-19 Frederick William Baker A transportable battery for live poultry or the like
US3465722A (en) * 1965-11-09 1969-09-09 Samuel Duff Battery cages
US3420211A (en) * 1967-01-16 1969-01-07 Norman W Hartvickson Turkey handling machine
NL7110781A (nl) * 1970-08-05 1972-02-08
US3702600A (en) * 1970-12-09 1972-11-14 Charles R Bright Poultry loading apparatus
NL7313274A (nl) * 1972-10-03 1974-04-05
BE791114A (nl) * 1972-11-09 1973-03-01 Bekaert Sa Nv Kontainerkooibatterij,
CA1014435A (en) * 1973-05-05 1977-07-26 Wilhelm Groppel Battery farming equipment
NL7501392A (nl) * 1974-02-14 1975-08-18 Bekaert Sa Nv Fokkooi, alsmede samengestelde transportabele eenheid.
US5469815A (en) * 1995-01-18 1995-11-28 Stross; Lawrence L. Method of loading live poultry

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2015026232A1 (en) * 2013-08-19 2015-02-26 A.H. Jansen Holding B.V. Device and method for facilitating placing of poultry in containers
CN105578874A (zh) * 2013-08-19 2016-05-11 A·H·詹森控股公司 用于方便将家禽放到容器中的设备和方法
US9635839B2 (en) 2013-08-19 2017-05-02 A.H. Jansen Holding B.V. Device and method for facilitating placing of poultry in containers
CN105578874B (zh) * 2013-08-19 2019-07-12 A·H·詹森控股公司 用于方便将家禽放到容器中的设备和方法

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9181034B2 (en) Overhead conveyor system for conveying packaging trays
US20170121110A1 (en) Warehouse and retrieval truck for warehouse
KR20200087691A (ko) 창고의 선반들에 저장되는 대상물을 저장하고 그리고 수송하기 위한 시스템
US7500815B2 (en) Livestock unloading system and method
NL8600703A (nl) Machine voor het overbrengen van kisten en dergelijke houders.
US10392204B2 (en) Equipment for moving a pallet
US5016541A (en) Greenhouse transport system
CN108347905B (zh) 用于保持育肥家禽笼的支架以及育肥家禽笼
NL2000972C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor ondersteunen van producthouders, die zijn ingericht voor het houden van kleine dieren zoals pluimvee, eenden of konijnen en werkwijze voor het gebruik van een dergelijke inrichting.
US6213315B1 (en) Stackable bulk bag support rack having vertically extendable frame
KR101700635B1 (ko) 물류 하역용 벨트컨베이어
US4240353A (en) Roller conveyor carriage and lading supporting rack
EP2714551B1 (de) Verfahren zum transport von liegewaren und hängewaren und entsprechendes automatisiertes lagersystem
CN112125094A (zh) 一种连续升降机
CN210259814U (zh) 一种立体式商品分拣货架***
EP0956766B1 (en) Method and apparatus for unloading crates from a container onto a transfer conveyor
NL1009628C2 (nl) Oogstsysteem voor een kas.
NL2011316C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het faciliteren van het in houders plaatsen van pluimdieren.
NL2012402B1 (nl) Inrichting voor het verplaatsen van productdragers, zoals pallets.
HU189026B (en) Movable auxiliary device for preparing e.g. for taking, sorting and packing vegetables, flowers, garden and field fruits and similar products
NL7907258A (nl) Tussenopslag bakvormen.
CN219486013U (zh) 一种托盘涂胶组装一体化生产装置
CN215946171U (zh) 一种袋装肥料缓冲装卸机
CN115610894B (zh) 一种管材产品仓储装置以及入库自动称量***
US2826426A (en) Portable carrier storage truck

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
PD Change of ownership

Owner name: VDL JANSEN B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: A.H. JANSEN HOLDING B.V.

Effective date: 20220209