NL2000854C2 - Wikkelinrichting. - Google Patents

Description

t φ

Wikkelinrichting

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het wikkelen van op elkaar volgende strengen, omvattende een roterende wikkelas voorzien van 5 aangrijpmiddelen voor verpakkingsstrengen, een afneemmechanisme voor het van de wikkelas verwijderen van een gewikkelde streng en een afvoerbaan, welke roterende wikkelas roteerbaar op een drager is aangebracht, welke drager met de wikkelas verplaatsbaar is van een positie bij die toevoerbaan naar een positie bij die afvoer.

Een dergelijke inrichting kan gebruikt worden voor het wikkelen van strengen 10 medicijnen. Begrepen dient echter te worden dat deze inrichting ook toepasbaar is voor het wikkelen van andersoortige strengen.

Strengen medicijnen omvatten een reeks met elkaar verbonden zakjes waarbij in elk zakje een of meer medicijnen is aangebracht waarbij elk zakje een dagportie vormt of een portie voor het op een bepaald moment innemen van medicijnen. Dergelijke 15 strengen worden per patiënt of groep patiënten opgewikkeld. Verpakken vindt zo veel mogelijk op geautomatiseerde wijze plaats en uitgaande van een eindloze streng, of reeds gesneden strengdelen worden na het verpakken van de medicijnen in de strengen of strengdelen, de strengen eventueel tot strengdelen afgekort en dienen deze voor het eenvoudig hanteren/transporteren tot wikkels opgewonden te worden.

20 Bovendien is het noodzakelijk de bij het verpakken verkregen strengdelen te scheiden in strengdelen die na controle foutloos bevonden zijn en strengdelen waaraan nog verdere behandelingen gepleegd moeten worden zoals verdere inspectie van de medicijnen en/of wijziging daarvan.

Deze handeling van het wikkelen van de strengdelen en het scheiden van de zo 25 verkregen (in diameter) verschillende wikkels werd tot nu toe hoofdzakelijk handmatig uitgevoerd. Het is bekend om met een roterende motor voorzien van een as met sleuf een strengdeel op te wikkelen. Vervolgens werd op enigerlei wijze aangegeven of de verpakking aan een nader onderzoek onderworpen moest worden. Omdat het wikkelen een verhoudingsgewijs eenvoudige werkzaamheid is en de maatregelen met betrekking 30 tot verdere inspectie een grotere verantwoordelijkheid eisen, werden daartoe in de stand de techniek verschillende personen gebruikt hetgeen het proces verder compliceerde.

Uit GB 1.382.136 is een wikkelinrichting bekend voor het wikkelen van textiele materialen. Daarbij wordt een strip textielmateriaal met de hand ingebracht in de sleuf van een wikkelas en door rotatie vindt vervolgens opwikkelen plaats.

2 0008 5 4 2

Deze inrichting is ongeschikt voor het geautomatiseerd wikkelen van grote aantallen op elkaar volgende strengdelen.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding in verdere verbetering van het wikkelen van verpakkingsstrengen te voorzien waarbij het gewaarborgd is dat de hoge 5 snelheid waarmee de strengen uit de verpakkingsmachine of andere machine treden gehandhaafd kan worden bij de inrichting voor het wikkelen. Bovendien wordt beoogd het proces volledig te automatiseren.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven inrichting verwezenlijkt doordat die inrichting een als drager voor strengen uitgevoerde toevoerbaan omvat.

10 Met deze maatregelen is het mogelijk een bijzonder hoge doorvoercapaciteit te verkrijgen. Meer in het bijzonder is het volgens een variant van de uitvinding op deze wijze mogelijk meer dan één wikkelas voor de toevoerbaan te positioneren. Dat wil zeggen door het gebruik van meer dan één wikkelas kan het aanbod verpakkingsstrengen (strengdelen) verwerkt worden. Daardoor ontstaat voor elke 15 wikkelhandeling meer tijd waardoor deze onder beter gecontroleerde omstandigheden uitgevoerd kan worden.

Hoewel het verplaatsen van de wikkelassen tussen de toevoerpositie en de afvoerpositie op enige voorstelbare wijze uitgevoerd kan worden, zoals door een lineaire verplaatsing, wordt de voorkeur gegeven aan een rotatie. Dat wil zeggen elke 20 wikkelas is op een drager zoals een draagschijf aangebracht. De rotatieas van de betreffende wikkelas bevindt zich op enige afstand van de rotatieas van de draagschijf en door rotatie van de draagschijf wordt de wikkelas, bij voorkeur bij het roteren daarvan verplaatst van de toevoerpositie naar de afvoerpositie.

Volgens een verdere bijzondere uitvoering van de uitvinding is elke wikkelas 25 voorzien van aangrijpmiddelen en meer in het bijzonder bestaan deze aangrijpmiddelen uit aangrijpbekken. Deze aangrijpbekken kunnen verwezenlijkt worden doordat de wikkelas van een sleufvormige opening voorzien is. Bij voorkeur is de wikkelas als stomp uitgevoerd en strekt de sleufvormige opening zich tot aan het vrije einde van de as uit. Bij voorkeur bevindt deze sleufvormige opening zich slechts in een deel van de 30 baan van de streng bij het in de sleuf inbrengen/doorvoeren van de streng. Vervolgens wordt bij het al dan niet roteren van de wikkelas de wikkelas verder in de streng bewogen, d.w.z. de sleuf wordt verder ten opzichte van de streng verplaatst. Zo kan volledige ondersteuning van de verkregen wikkel verkregen worden.

3

Bij het verwijderen van de wikkel van de wikkelas vindt een omgekeerd proces plaats. De wikkelas wordt met de sleuf uit het begindeel van de wikkelstreng gedrukt.

Gebleken is dat de wikkelstreng vaak niet als zuiver horizontale strook op de toevoer afgeleverd wordt. Deze kan een golfvormig karakter hebben en het is ook 5 mogelijk dat het vooreinde daarvan niet zuiver recht is maar een hoek daarvan omgeslagen is (ezelsoren). In dat geval is het noodzakelijk om bij de hierboven beschreven sleuf aangebracht in de wikkelas maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de voorzijde van een wikkelstrengdeel precies in de sleuf gebracht wordt.

Voor een deel kan dit verwezenlijkt worden op de hierboven beschreven wijze 10 waarbij de wikkelas steeds verder in het strengdeel verplaatst wordt. Immers het blijkt dat bij het omslaan van het voorste deel van het strengdeel dit omslaan (ezelsoor) veelal aan een zijde plaatsvindt. Door vanaf de andere zijde de wikkelas in het strengdeel in te brengen kan dit gecompenseerd worden.

Dit biedt echter in het algemeen geen goede oplossing voor het geval waarin het 15 strengdeel gegolfd op de toevoer aanwezig is. Dan dienen bij voorkeur verdere maatregelen genomen te worden om het vooreinde van het strengdeel op gewaarborgde wijze in de sleuf te laten binnentreden. Dit kan met allerlei soorten trechtervormige constructies verwezenlijkt worden. Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding worden daartoe echter roterende borstels gebruikt die het vooreinde van een 20 strengdeel al draaiend in de sleuf of andere aangrijpmiddelen van de wikkelas geleiden. Daarbij zijn die borstels bij voorkeur zodanig aangebracht dat deze in geleiding tot in de sleuf voorzien.

De onderhavige uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het wikkelen van een streng verpakkingen, omvattende het van een toevoer scheiden van 25 een te wikkelen deel van die streng, het op een wikkelas aanbrengen van een einde van die streng, het wikkelen van die streng en het van die wikkelas afgeven van die streng, waarbij tijdens het wikkelen van die streng, die wikkelas verdere verplaatsing ondergaat vanaf een toevoerpositie van die streng naar een afgeefpositie en waarbij een verdere wikkelas aanwezig is voor het bij het afgeven van die wikkel van die streng 30 opnemen van een verdere streng.

Zoals hierboven beschreven wordt het strengdeel van de streng gescheiden. Dit wordt langs elektronische weg gestuurd en volgens een bijzondere uitvoering van de uitvinding wordt, zolang deze scheiding niet plaatsgevonden heeft, de aandrijving van 4 de wikkelas zodanig gestuurd, dat op het te wikkelen strengdeel steeds een geringe trekkracht uitgeoefend wordt juist voldoende om het strengdeel op juiste wijze op te wikkelen. Heeft eenmaal de scheiding van het strengdeel ten opzichte van het overige van de streng plaatsgevonden dan kan de motor van de wikkelas met een hoger 5 toerental roteren.

Begrepen zal worden dat wikkels met zeer wisselende lengte van het strengdeel na elkaar op de inrichting volgens de onderhavige aanvrage gewikkeld kunnen worden.

Volgens een verdere bijzondere uitvoering van de uitvinding is bij het snijstation en bij voorkeur in bewegingsrichting van de wikkels daarvoor een camera of andere 10 leeseenheid aanwezig die de positie van het betreffende strengdeel bepaalt. Bij voorkeur zal op elke subverpakking in het strengdeel een code aanwezig zijn die door de camera herkend wordt. Daardoor kan door de camera het snijmoment bepaald worden. Eveneens kan door deze camera bepaald worden welk strengdeel aan een nader onderzoek onderworpen dient te worden na het tot wikkel gevormd zijn en welk 15 strengdeel direct verder verwerkt kan worden. Daartoe is bij de afvoer een klep aanwezig die de verkregen wikkels stuurt naar de betreffende afVoer.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij tonen:

Fig. 1 schematisch een gedeeltelijk geopende inrichting volgens de uitvinding; 20 Fig. 2 de inrichting volgens fig. 1 in verder geopende toestand;

Fig. 3 de inrichting volgens fig. 1 en 2 geopend in bovenaanzicht;

Fig. 4 de inrichting volgens fig. 1-3 in zijaanzicht, en

Fig. 5a-e de verschillende fasen van het wikkelen van een strengdeel.

In fig. 1 is de inrichting volgens de onderhavige uitvinding in het geheel met 1 25 aangegeven. Deze bestaat uit een behuizing/frame 2 waarin de verschillende onderdelen opgenomen zijn.

De inrichting volgens de onderhavige uitvinding kan op eenvoudige wijze geschakeld worden achter enigerlei andere inrichting bijvoorbeeld een verpakkingsinrichting voor medicijnen. Tussen deze verpakkingsinrichting en de 30 inrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding kunnen hulpstations geschakeld zijn. Daarbij wordt bijvoorbeeld verwezen naar fig. 4 waar aangegeven is dat een camera 21 aanwezig is die de gegevens op de streng waarneemt. Bovendien is een tape unit 22 5 aanwezig waarmee een tapedeel aan het einde van een te snijden strengdeel aangebracht wordt. Vervolgens is met 20 een snij-inrichting aangegeven.

Daarna belandt een strengdeel op de toevoer 3 van de inrichting 1 volgens de onderhavige uitvinding. Via toevoer 3 komt een strengdeel op een inloopbaan 6. Deze 5 is schamierbaar aangebracht. Scharnieren vindt plaats in de richting van pijl 18. Boven de inloopbaan 6 bevindt zich een tweetal op afstand liggende borstels 4. De inloopbaan drukt bij het niet aanwezig zijn van een strengdeel tegen de borstels en het contactvlak daarvan ligt bij de sleuf 14 van de eerste wikkelas 12. Deze wikkelas is op niet nader afgebeelde wijze roterend aandrijfbaar via een overbrenging 27. Bovendien is deze 10 eerste wikkelas 12 in de richting van pijl 30 heen en weer verschuifbaar. Hetzelfde geldt voor de tweede wikkelas 13 die met een overbrenging 28 aangedreven wordt en in de richting van pijl 31 eveneens heen en weer verplaatsbaar is. Het heen en weer verplaatsen wordt verwezenlijkt met behulp van pneumatische cilinders die aangegeven zijn met 9 en 10. Deze pneumatische cilinders zijn stationair aan de behuizing 2 15 aangebracht. Dat wil zeggen slechts in een bepaalde discrete positie van de eerste en tweede wikkelas 12 resp. 13 worden die cilinders 9 resp. 10 werkzaam om deze te verplaatsen.

Rotatie van de draaischijf 5 vindt plaats in de richting van pijl 19.

Bovendien is een aandrukorgaan aanwezig bestaande uit een rol 16 die met 20 behulp van een verend blad 15 in neerwaartse richting gedrukt wordt.

Een klep 17 is aanwezig die kan schakelen tussen twee posities een eerste positie waarin de gerede wikkels via eerste afvoer 25 afgevoerd worden en een tweede positie waarin deze wikkels naar tweede afvoer 26 afgevoerd worden. Eventueel zijn verdere posities mogelijk voor bepaalde producten.

25 De hierboven beschreven inrichting werkt als volgt. Vanaf een niet nader getoonde verpakkingsmachine, bijvoorbeeld een verpakkingsmachine voor het verpakken van medicijnen komt een eindloze streng via toevoer 3 in de inrichting 1. Daarbij worden eigenschappen van de streng door camera 21 waargenomen. Na het bewegen van de streng over toevoer 3 komt de streng op inloopbaan 6. Met behulp van 30 de borstels 4 wordt het vooreinde van de streng tegen het bovenvlak van de inloopbaan gehouden.

In deze positie bevindt de eerste wikkelas 12 zich slechts over een gedeeltelijke afstand verplaatst in de baan van de streng.

6

Dit is in fig. 5a in detail aangegeven. Dat wil zeggen de sleuf 14 strekt zich slechts over een deel van de breedte van de streng uit. Vervolgens wordt het vooreinde van de streng in de sleuf 14 bewogen. Nadat een bepaald deel van de streng door de sleuf bewogen is, bijvoorbeeld ongeveer een derde van een verpakkingseenheid, wordt 5 de wikkelas in rotatie gebracht. Het moment van het starten van het roteren kan met behulp van een tijdschakelaar in combinatie met de waarneming van camera 21 plaatsvinden. Bovendien is het mogelijk een lichtsluis aan te brengen die het vooreinde van de streng waarneemt. Na het eerste aangrijpen van de streng wordt met behulp van de duwcilinder 9 de eerste wikkelas 12 volledig in/over de streng gedrukt zoals in fig. 10 5b getoond is.

Vervolgens draait de wikkelas met een zodanige snelheid op de streng die op de toevoer ligt een trekkracht uitgeoefend wordt voldoende voor transport daarvan. Bij het dikker worden van de wikkel op de eerste wikkelas beweegt inloopbaan 6 met het vrije vooreinde daarvan naar beneden pijl 18. Daarbij beweegt de draagschijf 5 in de richting 15 van pijl 19. Daardoor beweegt de eerste wikkelas 12 met de steeds groter wordende wikkel naar beneden en wordt inloopbaan 6 verder naar beneden gedrukt.

Tijdens het wikkelen detecteert camera 21 het beoogd einde van het betreffende strengdeel. Vervolgens wordt op gestuurde wijze tape via tapestation 22 op het betreffende einde van het strengdeel aangebracht en vindt snijden bij het einde van het 20 strengdeel bij 20 plaats. Direct na het snijden wordt de niet verder afgebeelde aandrijfmotor voor eerste wikkelas 12 zodanig aangestuurd dat deze met een hogere snelheid roteert voor het snel opwikkelen van het resterende strengdeel (fig. 5c).

Bij het verder bewegen neemt de diameter van de wikkel toe zoals in fig. 5d getoond is. De draagschijf 5 roteert verder waardoor de eerste wikkelas 12 komt in de 25 positie getekend voor de tweede wikkelas 13 in de fig. 1-4. Dit betekent vanzelfsprekend dat de tweede wikkelas 13 in de positie van de eerste wikkelas komt en een volgend strengdeel kan opwikkelen.

In deze eindpositie oefent drukrol 16 een drukkracht op de verkregen wikkel uit waardoor de tape tegen de wikkel gedrukt wordt en goede hechting daarvan 30 gewaarborgd wordt. Vervolgens wordt duwcilinder 10 actief en deze drukt de eerste wikkelas 12 in de richting van pijl 31 terug waardoor de wikkel vrijkomt van de sleuf 14 van de eerste wikkelas. Dit is getoond in fig. 5e. Daarna kan de wikkel vrij naar 7 beneden vallen en gestuurd door de klep 17 komt deze hetzij in afvoer 25 hetzij in afvoer 26.

Zoals hierboven aangegeven vindt ondertussen het opwikkelen van een verder strengdeel plaats met behulp van de tweede wikkelas.

5 Begrepen zal worden dat op deze wijze een bijzonder hoge capaciteit verkregen kan worden. Door het sneller opwikkelen van de wikkel tijdens het tweede deel van het wikkelen, d.w.z. na het scheiden met snij-inrichting 20, wordt deze capaciteit verder verhoogd. Bovendien is het mogelijk meer dan twee wikkelassen op een draagschijf aan te brengen.

10 Na het bovenstaande zullen bij degene bekwaam in de stand der techniek dadelijk varianten opkomen van de uitvinding. Deze liggen binnen het bereik van de bijgaande conclusies waarbij uitdrukkelijk rechten gevraagd worden voor de volgconclusies als zodanig, d.w.z. zonder combinatie met conclusie 1.

2000854

Claims (9)

1. Inrichting (1) voor het wikkelen van op elkaar volgende strengen (7), omvattende een roterende wikkelas (12, 13) voorzien van aangrijpmiddelen (14) voor 5 verpakkingsstrengen, een afneemmechanisme (10) voor het van de wikkelas verwijderen van een gewikkelde streng en een afvoerbaan (25, 26), welke roterende wikkelas (12, 13) roteerbaar op een drager (5) is aangebracht, welke drager met de wikkelas verplaatsbaar is van een positie bij die toevoerbaan (3) naar een positie bij die afvoer (25, 26), met het kenmerk, dat die inrichting (1) 10 een als drager voor strengen uitgevoerde toevoerbaan (3) omvat.

2. Inrichting volgens conclusie 1 waarbij die drager een goot omvat.

3. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een op de wikkelas 15 nabij de toevoerbaan werkende borstel (4) aanwezig is.

4. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die aangrijpmiddelen een in de wikkelas (12, 13) aangebrachte sleuf omvat, waarbij die wikkelas meer of minder ver in de baan voor die strengen verplaatsbaar is 20 voor het aangrijpen van die streng respectievelijk afgeven van die wikkel (23).

5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij met de aangrijpmiddelen samenwerkende stuurmiddelen (4) voor strengen aanwezig zijn.

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij die stuurmiddelen roterende borstels (4) omvatten.

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij die borstels zodanig aangebracht zijn dat deze een verplaatsende beweging tot die aangrijpmiddelen uitvoeren. 30

8. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een bij die afvoer aangebracht wikkelaandrukorgaan (16). 2000854 ft

9. Werkwijze voor het wikkelen van een streng, omvattende het van een toevoer scheiden van een te wikkelen deel van die streng, het op een wikkelas aanbrengen van een einde van die streng, het wikkelen van die streng en het van die wikkelas afgeven van die streng, waarbij tijdens het wikkelen van die streng, 5 die wikkelas verdere verplaatsing ondergaat vanaf een toevoerpositie van die streng naar een afgeefyositie en dat een verdere wikkelas aanwezig is voor het bij het afgeven van die wikkel van die streng opnemen van een verdere streng, met het kenmerk, dat die streng een streng medicijnverpakkingen omvat en dat die streng bij het op de wikkelas aanbrengen door een toevoerbaan (3) mechanisch 10 ondersteund wordt. * υ 0 0 8 5 4