NL2000817C2 - Rail vehicle for transporting steel plate coils to automotive industry, has chassis equipped with wheels, and locking bodies welded to longitudinal beams, where each locking body is equipped with recess - Google Patents

Abstract

The vehicle (1) has a chassis (3) equipped with wheels (4). Locking bodies are welded to longitudinal beams (11), where each locking body is equipped with a recess. A wooden floor of the chassis has a container or a receptacle (6), where the container has a base (8) and a superstructure (9). The base has two longitudinal beams, two transverse beams and five pairs of circular transverse beams (18). The locking bodies are affixed to corner blocks of the container.

Description

Titel: Railvoertuig, en containerTitle: Rail vehicle, and container

De uitvinding heeft betrekking op een railvoertuig omvattende een onderstel en een container, die op het onderstel is aangebracht.The invention relates to a rail vehicle comprising a chassis and a container, which is arranged on the chassis.

5 Een railvoertuig met een daarop aangebrachte container is algemeen bekend. De container omvat vier hoekblokken (“corner castings”) met een inwendige holle ruimte. De hoekblokken bevinden zich aan de benedenhoeken van de container. Elk hoekblok heeft een elliptische opening in de onderzijde daarvan. Het onderstel van het railvoertuig omvat elliptische vergrendelpennen. De elliptische vergrendelpennen zijn 10 opneembaar in de elliptische openingen van de hoekblokken als deze onderling zijn uitgelijnd. De container is losneembaar bevestigd aan het onderstel van het railvoertuig.A rail vehicle with a container mounted thereon is generally known. The container comprises four corner blocks ("corner castings") with an internal hollow space. The corner blocks are located at the bottom corners of the container. Each corner block has an elliptical opening in the bottom thereof. The chassis of the rail vehicle comprises elliptical locking pins. The elliptical locking pins can be received in the elliptical openings of the corner blocks when they are mutually aligned. The container is detachably attached to the chassis of the rail vehicle.

De losneembare bevestiging met comer castings en vergrendelpennen kan echter onvoldoende sterk zijn. De maximaal toelaatbare belasting voor deze bevestiging, zoals bij een botsing, is vastgelegd in internationale regelgeving. Bij zwaar transport, 15 bijvoorbeeld het transport van stalen plaatrollen met een gewicht van ongeveer 30 ton per plaatrol, die veelvuldig worden toegepast in de autoindustrie, bestaat het risico dat de maximaal toelaatbare belasting wordt overschreden. De volumecapaciteit van het railvoertuig kan dan niet volledig worden benut. Bijvoorbeeld zijn slechts twee in plaats van drie plaatrollen opneembaar in het railvoertuig. Dit geeft aanleiding tot 20 relatief hoge transportkosten.The releasable attachment with comer castings and locking pins, however, cannot be strong enough. The maximum allowable load for this confirmation, such as in the event of a collision, is laid down in international regulations. With heavy transport, for example the transport of steel plate rolls with a weight of approximately 30 tonnes per plate roll, which are frequently used in the automobile industry, there is a risk that the maximum allowable load is exceeded. The volume capacity of the rail vehicle cannot then be fully utilized. For example, only two instead of three plate rolls can be accommodated in the rail vehicle. This gives rise to 20 relatively high transport costs.

Een doel van de uitvinding is een railvoertuig met een container te verschaffen, die zodanig losneembaar is bevestigd op het railvoertuig dat een relatief hoge belasting mogelijk is.An object of the invention is to provide a rail vehicle with a container, which is detachably mounted on the rail vehicle such that a relatively high load is possible.

Dit doel is volgens de uitvinding bereikt doordat het onderstel is voorzien van 25 meerdere opsluitlichamen, die zodanig ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd, dat de container in langsrichting en zijdelingse richting in hoofdzaak is opgesloten tussen de opsluitlichamen, en dat de container door boutverbindingen in hoogterichting is gefixeerd ten opzichte van het onderstel.This object is achieved according to the invention in that the undercarriage is provided with a plurality of confinement bodies, which are positioned relative to each other such that the container is substantially confined longitudinally and laterally between the confinement bodies, and that the container is bolted in height direction is fixed relative to the chassis.

Hoewel een kleine speling aanwezig kan zijn tussen de opsluitlichamen en de 30 container, is de container in zijdelingse richting en langsrichting geborgd door de opsluitlichamen. De opsluitlichamen bezitten binnenste vormdelen die samenwerken met buitenste vormdelen van de container, zoals de benedenranden of benedenhoeken van de container. De opsluitlichamen zijn zodanig uitgevoerd dat deze een hogere 2 belasting kunnen opnemen dan comer castings in combinatie met twist locks. De uitvoering van de opsluitlichamen is een ontwerpparameter - de vorm, afmetingen en het materiaal zijn afhankelijk van de benodigde maximaal toelaatbare belasting. Bijvoorbeeld zijn de opsluitlichamen elk als een massief stalen blok uitgevoerd. De 5 container is verder door de boutverbindingen in hoogterichting gefixeerd, d.w.z. in opwaartse richting geborgd. De boutverbindingen verhinderen dat de container door een beweging naar boven kan losraken uit de opsluitlichamen, zoals bij een botsing.Although a small clearance may be present between the enclosing bodies and the container, the container is secured in the lateral and longitudinal direction by the enclosing bodies. The retaining members have inner mold parts that cooperate with outer mold parts of the container, such as the bottom edges or bottom corners of the container. The retaining bodies are designed such that they can absorb a higher load than comer castings in combination with twist locks. The design of the enclosures is a design parameter - the shape, dimensions and material depend on the required maximum permissible load. For example, the retaining members are each designed as a solid steel block. The container is further fixed in height by the bolt connections, i.e. secured in upward direction. The bolt connections prevent the container from coming loose from the retaining members due to a movement upwards, such as in the case of a collision.

Het is mogelijk dat elk opsluitlichaam ten minste een aanslagvlak bezit, waarbij de container vier benedenhoeken heeft, die elk een opstaand langsvlak en een opstaand 10 dwarsvlak bezitten, en waarbij het langsvlak en het dwarsvlak van elke benedenhoek aangrenzend aan telkens een aanslagvlak is aangebracht. De opstaande langs- en dwarsvlakken van de benedenhoeken zijn gevormd door buitenoppervlakken van de container. De aanslagvlakken van de opsluitlichamen verlopen elk in hoofdzaak evenwijdig aan het langsvlak of dwarsvlak van de benedenhoeken. Doordat de 15 opsluitlichamen zijn aangebracht nabij de benedenhoeken van de container, kunnen krachten van de container effectief worden doorgeleid naar het onderstel van het railvoertuig.It is possible that each confining body has at least one stop surface, wherein the container has four lower corners, each of which has an upright longitudinal surface and an upright transverse surface, and wherein the longitudinal surface and the transverse surface of each lower corner are arranged adjacent to each stop surface. The upright longitudinal and transverse surfaces of the lower corners are formed by outer surfaces of the container. The stop surfaces of the retaining members each run substantially parallel to the longitudinal plane or transverse surface of the lower corners. Because the retaining bodies are arranged near the bottom corners of the container, forces from the container can be effectively passed on to the undercarriage of the rail vehicle.

In een uitvoeringsvorm heeft de container een voorzijde, een achterzijde, een rechterzijde en een linkerzijde, waarbij de benedenhoeken van de container een 20 linkervoorhoek, een rechtervoorhoek, een linkerachterhoek en een rechterachterhoek omvatten, die een rechthoek bepalen met een lengte en een breedte, en waarbij de afstand tussen tegenoverliggende aanslagvlakken van opsluitlichamen bij de voorhoeken respectievelijk de achterhoeken in hoofdzaak gelijk is aan de lengte, en waarbij de afstand tussen tegenoverliggende aanslagvlakken van opsluitlichamen bij de 25 linkerhoeken respectievelijk de rechterhoeken in hoofdzaak gelijk is aan de breedte. De afstand tussen de tegenoverliggende aanslagvlakken van opsluitlichamen voor en achter de container komt in hoofdzaak overeen met de afstand tussen de benedenhoeken voor en achter van de container. Op dezelfde manier is de afstand tussen de tegenoverliggende aanslagvlakken van opsluitlichamen links en rechts van de container 30 in hoofdzaak gelijk aan de afstand tussen de benedenhoeken links en rechts van de container. Hierdoor is de container, eventueel met speling, ingesloten tussen de opsluitlichamen.In one embodiment the container has a front side, a rear side, a right side and a left side, wherein the bottom corners of the container comprise a left front corner, a right front corner, a left rear corner and a right rear corner, which define a rectangle with a length and a width, and wherein the distance between opposite stop surfaces of retaining members at the front corners or the rear corners is substantially equal to the length, and wherein the distance between opposite stop faces of retaining members at the left corners and the right corners respectively is substantially equal to the width. The distance between the opposite stop surfaces of confining bodies in front of and behind the container substantially corresponds to the distance between the lower corners in front of and behind the container. In the same way, the distance between the opposite stop surfaces of confining bodies on the left and right of the container 30 is substantially equal to the distance between the lower corners on the left and right of the container. As a result, the container, possibly with play, is enclosed between the retaining members.

33

Het is mogelijk dat het onderstel vier blokvormige opsluitlichamen omvat, die elk zijn voorzien van een uitsparing met een opstaand langsaanslagvlak en een opstaand dwarsaanslagvlak, en waarbij het langsaanslagvlak van elke uitsparing grenst aan respectievelijk het langsvlak van de benedenhoeken, en waarbij het dwarsaanslagvlak 5 van elke uitsparing grenst aan respectievelijk het dwarsvlak van de benedenhoeken.It is possible for the chassis to comprise four block-shaped retaining members, each of which is provided with a recess with an upright longitudinal stop surface and an upright transverse stop surface, and wherein the longitudinal stop surface of each recess borders the longitudinal plane of the lower corners respectively, and wherein the transverse stop surface 5 of each recess adjoins respectively the transverse plane of the lower corners.

Elke benedenhoek van de container is opgenomen in de uitsparing van een blokvormig opsluitlichaam. De uitsparing heeft een binnenste vormdeel, dat samenwerkt met de benedenhoek van de container. Het langsaanslagvlak vormt een zijdelingse aanslag voor de container, terwijl het dwarsaanslagvlak verplaatsing van de container in 10 langsrichting beperkt. Het integreren van zijdelingse aanslag en aanslag in langsrichting in één blok verhoogt de stijfheid en sterkte van het opsluitlichaam.Each bottom corner of the container is received in the recess of a block-shaped confining body. The recess has an inner mold part that cooperates with the bottom corner of the container. The longitudinal stop surface forms a lateral stop for the container, while the transverse stop surface limits displacement of the container in the longitudinal direction. The integration of lateral stop and longitudinal stop in one block increases the rigidity and strength of the retaining body.

In een uitvoeringsvorm zijn de opsluitlichamen elk door een lasverbinding bevestigd aan het onderstel. Hierdoor zijn de opsluitlichamen geïntegreerd met het onderstel van het railvoertuig. Dit is gunstig voor het doorleiden van krachten vanuit de 15 container naar het onderstel. In plaats van een lasverbinding kunnen de opsluitlichamen overigens anders zijn verbonden met het onderstel van het railvoertuig, zoals met een boutverbinding.In one embodiment, the retaining members are each attached to the chassis by a weld connection. As a result, the retaining bodies are integrated with the chassis of the rail vehicle. This is favorable for passing forces from the container to the undercarriage. Instead of a weld connection, the retaining members can otherwise be connected differently to the chassis of the rail vehicle, such as with a bolt connection.

Het is mogelijk dat het onderstel is voorzien van ten minste twee langsliggers en een houten vloer, waarbij de container is aangebracht op de houten vloer, en waarbij de 20 opsluitlichamen elk naar boven uitsteken vanaf de houten vloer. De houten vloer is bijvoorbeeld gevormd door houten planken die op de langsliggers rusten of daartussen zijn aangebracht. Door de aansluitingen tussen spoorrails treedt tijdens het transport een periodieke belasting op, die aanleiding kan geven tot resonantie. De houten vloer heeft een dempende werking. Bovendien is gebleken dat de remmende wrijving tussen 25 de container en de houten vloer de op de opsluitlichamen uitgeoefende krachten bij een botsing aanzienlijk reduceert.It is possible that the undercarriage is provided with at least two longitudinal beams and a wooden floor, wherein the container is arranged on the wooden floor, and wherein the retaining bodies each protrude upwards from the wooden floor. The wooden floor is, for example, formed by wooden planks resting on the side members or arranged between them. Due to the connections between rails a periodic load occurs during transport, which can give rise to resonance. The wooden floor has a damping effect. Moreover, it has been found that the braking friction between the container and the wooden floor considerably reduces the forces exerted on the enclosing bodies in the event of a collision.

De container kan zijn voorzien van ten minste twee langsbalken en een aantal opnameplaatsen voor rollen, die elk ten minste twee dwarse oplegbalken omvatten die vrijdragend zijn aangebracht tussen de langsbalken. De opsluitlichamen zijn in het 30 bijzonder geschikt voor toepassing bij een railvoertuig met een container voor het transport van rollen, zoals plaatstaalrollen voor de autoindustrie.The container can be provided with at least two longitudinal beams and a number of receiving positions for rollers, each of which comprises at least two transverse support beams which are arranged in a self-supporting manner between the longitudinal beams. The retaining bodies are particularly suitable for use with a rail vehicle with a container for transporting rolls, such as sheet steel rolls for the automotive industry.

Het is mogelijk dat de oplegbalken elk zijn voorzien van een veerkrachtige laag, die bijvoorbeeld rubber omvat. De veerkrachtige laag dempt de periodieke belasting als 4 gevolg van de aansluitingen tussen spoorrails bij het rijden over het spoor. De veerkrachtige laag kan overigens zijn bekleed met een slijtvaste laag, bijvoorbeeld van kunststof. De slijtvaste laag beschermt de daaronder liggende, veerkrachtige laag tegen beschadiging.It is possible that the supporting beams are each provided with a resilient layer, which for instance comprises rubber. The resilient layer dampens the periodic load as a result of the connections between rails when traveling over the track. The resilient layer can be covered with a wear-resistant layer, for example of plastic. The wear-resistant layer protects the underlying, resilient layer against damage.

5 In een uitvoeringsvorm is elke boutverbinding voorzien van een bout die door een opening van de container en door de houten laadvloer is gestoken, welke bout is verbonden met een grendelplaat, die aangrijpt achter een van de langsliggers. Daarentegen is het bijvoorbeeld ook mogelijk dat bouten door openingen van de container rechtstreeks in de langsliggers of daarmee verbonden onderdelen van het 10 onderstel worden geschroefd.In one embodiment, each bolt connection is provided with a bolt that is inserted through an opening of the container and through the wooden loading floor, which bolt is connected to a locking plate which engages behind one of the longitudinal beams. On the other hand, it is also possible, for example, for screws to be screwed through openings of the container directly into the longitudinal girders or parts of the chassis connected thereto.

Om een gelijkmatige opwaartse borging van de container te verschaffen verdient het de voorkeur dat acht of meer boutverbindingen zijn voorzien. Elke boutverbinding heeft een bout die in hoofdzaak recht naar beneden door een opening in de container is verbonden met het onderstel van het railvoertuig. De openingen in de container zijn 15 verdeeld over de omtrek.In order to provide a uniform upward locking of the container, it is preferred that eight or more bolt connections are provided. Each bolt connection has a bolt which is connected substantially straight down through an opening in the container with the chassis of the rail vehicle. The openings in the container are distributed over the circumference.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een container voor toepassing bij een railvoertuig zoals hierboven beschreven.The invention also relates to a container for use with a rail vehicle as described above.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvocringsvoorbeeld.The invention will now be further elucidated with reference to an exemplary embodiment shown in the drawing.

20 Figuur 1 toont een zijaanzicht van een railvoertuig volgens de uitvinding.Figure 1 shows a side view of a rail vehicle according to the invention.

Figuur 2 toont een bovenaanzicht van het in figuur 1 getoonde railvoertuig, waarbij de bovenbouw van de container is weggelaten.Figure 2 shows a top view of the rail vehicle shown in Figure 1, the superstructure of the container being omitted.

Figuur 3 toont een detail III uit figuur 2.Figure 3 shows a detail III from Figure 2.

Het in figuur 1 getoonde railvoertuig is in zijn geheel aangeduid met 1. Het 25 railvoertuig 1 omvat een onderstel 3, dat is voorzien van wielen 4. Het railvoertuig 1 is met de wielen 4 verrijdbaar over spoorrails (niet weergegeven). Het onderstel 3 omvat in dit uitvoeringsvoorbeeld twee langsliggers of hoofdliggers 11. Op de langsliggers 11 zijn houten planken aangebracht, die een houten vloer 12 vormen. De houten vloer 12 is plat en vlak.The rail vehicle shown in figure 1 is indicated in its entirety by 1. The rail vehicle 1 comprises a chassis 3, which is provided with wheels 4. The rail vehicle 1 can be moved with the wheels 4 on rail tracks (not shown). In this exemplary embodiment, the chassis 3 comprises two longitudinal beams or main beams 11. On the longitudinal beams 11 wooden planks are arranged which form a wooden floor 12. The wooden floor 12 is flat and flat.

30 Het onderstel 3 omvat in dit uitvoeringsvoorbeeld vier blokvormige opsluitlichamen 14, die elk zijn gemaakt van massief staal (zie figuur 2). De opsluitlichamen 14 zijn bijvoorbeeld vastgelast aan de langsliggers 11 en steken elk vanaf de houten vloer 12 naar boven uit. Elk opsluitlichaam 14 is voorzien van een 5 uitsparing 15, die een binnenste vormdeel vormt met een opstaand langsaanslagvlak 33 en een opstaand dwarsaanslagvlak 32 (zie figuur 3).In this exemplary embodiment, the chassis 3 comprises four block-shaped retaining bodies 14, each of which is made of solid steel (see figure 2). The retaining bodies 14 are, for example, welded to the longitudinal beams 11 and each protrude upwards from the wooden floor 12. Each retaining body 14 is provided with a recess 15, which forms an inner mold part with an upright longitudinal stop surface 33 and an upright transverse stop surface 32 (see figure 3).

Op de houten vloer 12 van het onderstel 3 rust een container of houder 6. De container 6 heeft een onderbouw 8 en een bovenbouw 9. De onderbouw 8 van de 5 container 6 omvat in dit uitvoeringsvoorbeeld twee langsbalken 16, twee dwarsbalken 17 en vijf paar dwarse oplegbalken 18. De oplegbalken 18 zijn vrijdragend opgehangen tussen de langsbalken 16. Elk paar oplegbalken 18 vormt een opnameplaats voor een rol, zoals een plaatstaalrol (niet getoond) met een diameter van 1,2-1,7 meter.A container or holder 6 rests on the wooden floor 12 of the chassis 3. The container 6 has a substructure 8 and a superstructure 9. In this exemplary embodiment, the substructure 8 of the container 6 comprises two longitudinal beams 16, two cross beams 17 and five pairs. transverse support beams 18. The support beams 18 are suspended freely between the longitudinal beams 16. Each pair of support beams 18 forms a receiving location for a roll, such as a sheet steel roll (not shown) with a diameter of 1.2-1.7 meters.

De oplegbalken 18 zijn elk voorzien van een veerkrachtige bekleding, 10 bijvoorbeeld van een rubber. De veerkrachtige bekleding kan een slijtvaste bovenlaag bezitten, zoals een kunststof laag, die beschadiging en slijtage van het veerkrachtige materiaal reduceert.The support beams 18 are each provided with a resilient covering, for example with a rubber. The resilient coating can have a wear-resistant top layer, such as a plastic layer, which reduces damage and wear to the resilient material.

De langsbalken 16 en de dwarsbalken 17 bezitten benedenhoeken 26, 27,28, 29 (respectievelijk rechtsvoor, linksvoor, rechtsachter, linksachter). In dit 15 uitvoeringsvoorbeeld zijn de benedenhoeken gevormd door hoekblokken. Aan elk hoekblok is een langsbalk 16 en een dwarsbalk 17 bevestigd. De hoekblokken 26, 27, 28, 29 bepalen een rechthoek met een lengte 1 en een breedte b. Elke hoekblok 26,27, 28, 29 heeft een buitenste vormdeel met de een opstaand langsvlak 30 en een opstaand dwarsvlak 31. Het buitenste vormdeel van de hoekblokken 26, 27, 28, 29 vormt een 20 buitenoppervlak van de container 6.The longitudinal beams 16 and the cross beams 17 have lower corners 26, 27, 28, 29 (front right, front left, rear right, rear left, respectively). In this exemplary embodiment, the lower corners are formed by corner blocks. A longitudinal beam 16 and a transverse beam 17 are attached to each corner block. The corner blocks 26, 27, 28, 29 define a rectangle with a length 1 and a width b. Each corner block 26,27, 28, 29 has an outer molded part with an upright longitudinal surface 30 and an upright transverse surface 31. The outer molded part of the corner blocks 26, 27, 28, 29 forms an outer surface of the container 6.

De opsluitlichamen 14 zijn aangebracht om de hoekblokken 26, 27, 28, 29 van de container 6. De opsluitlichamen 14 zijn zodanig ten opzichte van elkaar gepositioneerd, dat de container 6 in langsrichting en zijdelingse richting is ingesloten. Bij een botsing komen de opstaande langs- en dwarsvlakken 30,31 van de hoekblokken 26, 27, 28, 29 25 aan te liggen tegen de opstaande aanslagvlakken 32,33 van de opsluitlichamen 14.The retaining bodies 14 are arranged around the corner blocks 26, 27, 28, 29 of the container 6. The retaining bodies 14 are positioned relative to each other such that the container 6 is enclosed in longitudinal and lateral directions. In the event of a collision, the upright longitudinal and transverse surfaces 30, 31 of the corner blocks 26, 27, 28, 29 come to abut against the upright stop surfaces 32, 33 of the retaining bodies 14.

Aangezien de opsluitlichamen 14 massief zijn uitgevoerd, kunnen de tijdens de botsing optredende krachten door de opsluitlichamen 14 worden opgevangen en doorgeleid naar de langs liggers 11 van het onderstel 3.Since the enclosing bodies 14 are of solid design, the forces occurring during the collision can be absorbed by the enclosing bodies 14 and passed on to the longitudinal beams 11 of the chassis 3.

In hoogterichting is de container 6 gefixeerd door middel van boutverbindingen. 30 De boutverbindingen omvatten openingen 21, die zich uitstrekken in de langsbalken 16 van de container 6. Door die openingen 21 zijn bouten 22 gestoken, bijvoorbeeld M24. In dit uitvoeringsvoorbeeld zijn acht bouten 22 voorzien, die elk door de houten vloer 12 en in een grendelplaat 23 aangebracht, die achter een van de langsliggers 11 6 aangrijpt. De container 6 is hiermee in opwaartse richting geborgd ten opzichte van het onderstel 3.The height of the container 6 is fixed by means of bolt connections. The bolt connections comprise openings 21 which extend in the longitudinal beams 16 of the container 6. Bolts 22 are inserted through said openings 21, for example M24. In this exemplary embodiment, eight bolts 22 are provided, each arranged through the wooden floor 12 and in a locking plate 23, which engages behind one of the longitudinal beams 11. The container 6 is thus secured in upward direction relative to the chassis 3.

De bovenbouw 19 van de container 6 omvat in dit uitvoeringsvoorbeeld een schuifzeilconstructie 35, die is voorzien van een aantal verschuifbare togen 36, 5 waarover een dekzeil 37 is aangebracht. De schuifzeilconstructie 35 heeft een opgevouwen stand, waarin de opnameplaatsen 19 toegankelijk zijn, en een uitgevouwen stand, waarin de opnameplaatsen 19 zijn beschermd tegen weersinvloeden. De schuifzeilconstructie 35 kan echter worden weggelaten of vervangen door een andere constructie, bijvoorbeeld een kap.In this exemplary embodiment, the superstructure 19 of the container 6 comprises a sliding tarpaulin construction 35, which is provided with a number of sliding lugs 36, 5 over which a tarpaulin 37 is arranged. The sliding tarpaulin structure 35 has a folded position, in which the receiving places 19 are accessible, and a folded-out position, in which the receiving places 19 are protected against weather influences. However, the sliding tarpaulin construction 35 can be omitted or replaced by another construction, for example a cap.

10 De uitvinding is niet beperkt tot het in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. De vakman kan verschillende aanpassingen aanbrengen die binnen de reikwijdte van de uitvinding liggen. In plaats van vier blokvormige opsluitlichamen kunnen meer opsluit lichamen zijn voorzien. Bijvoorbeeld is elk blokvormig opsluit lichaam opgedeeld in twee of meer deellichamen. Ook kan de 15 locatie van de opsluitlichamen worden aangepast - bijvoorbeeld bevinden zich opsluitlichamen tussen de benedenhoeken van de container, zoals in het midden, in combinatie met opsluitlichamen bij de benedenhoeken of niet.The invention is not limited to the exemplary embodiment represented in the figures. The person skilled in the art can make various modifications that fall within the scope of the invention. Instead of four block-shaped enclosing bodies, more enclosing bodies may be provided. For example, each block-shaped confining body is divided into two or more sub-bodies. The location of the retaining members can also be adjusted - for example, retaining members are located between the lower corners of the container, such as in the middle, in combination with retaining members at the lower corners or not.

Claims (13)

1. Railvoertuig (1) omvattende een onderstel (3) en een container (6), die op het onderstel (3) is aangebracht, met het kenmerk, dat het onderstel (3) is voorzien van 5 meerdere opsluitlichamen (14), die zodanig ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd, dat de container (6) in langsrichting en zijdelingse richting in hoofdzaak is ingesloten tussen de opsluitlichamen (14), en dat de container (6) door boutverbindingen in hoogterichting is gefixeerd ten opzichte van het onderstel (3).Rail vehicle (1) comprising an undercarriage (3) and a container (6) mounted on the undercarriage (3), characterized in that the undercarriage (3) is provided with a plurality of retaining members (14) which are positioned relative to each other such that the container (6) is substantially longitudinally and laterally enclosed between the retaining members (14), and that the container (6) is fixed in height relative to the undercarriage (3) by bolt connections ). 2. Railvoertuig volgens conclusie 1, waarbij de opsluitlichamen (14) binnenste vormdelen bezitten en de container (6) buitenste vormdelen bezit, en waarbij de buitenste vormdelen van de container (6) zijn ingesloten tussen de binnenste vormdelen van de opsluitlichamen (14).Rail vehicle according to claim 1, wherein the retaining bodies (14) have inner moldings and the container (6) has outer moldings, and wherein the outer moldings of the container (6) are enclosed between the inner moldings of the retaining bodies (14). 3. Railvoertuig volgens conclusie 1 of 2, waarbij elk opsluitlichaam (14) ten minste een aanslagvlak (32,33) bezit, en waarbij de container (6) vier benedenhoeken (26,27, 28, 29) heeft, die elk een opstaand langsvlak (30) en een opstaand dwarsvlak (31) bezitten, en waarbij het langsvlak (30) en het dwarsvlak (31) van elke benedenhoek (26, 27, 28, 29) aangrenzend aan telkens een aanslagvlak (32,33) is aangebracht. 20Rail vehicle according to claim 1 or 2, wherein each retaining body (14) has at least one stop surface (32,33), and wherein the container (6) has four lower corners (26,27, 28, 29), each of which has an upright have a longitudinal surface (30) and an upright transverse surface (31), and wherein the longitudinal surface (30) and the transverse surface (31) of each lower corner (26, 27, 28, 29) are arranged adjacent to a stop surface (32,33) in each case . 20 4. Railvoertuig volgens conclusie 3, waarbij de container (6) een voorzijde, een achterzijde, een rechterzijde en een linkerzijde heeft, en waarbij de benedenhoeken van de container (6) een linkervoorhoek (27), een rechtervoorhoek (26), een linkerachterhoek (29) en een rechterachterhoek (28) omvatten, die een rechthoek 25 bepalen met een lengte en een breedte, en waarbij de afstand tussen tegenoverliggende aanslagvlakken (32) van opsluitlichamen (41) bij de voorhoeken (26,27) respectievelijk de achterhoeken (28,29) in hoofdzaak gelijk is aan de lengte, en waarbij de afstand tussen tegenoverliggende aanslagvlakken (33) van opsluitlichamen (41) bij de linkerhoeken (27,29) respectievelijk de rechterhoeken (26,28) in hoofdzaak gelijk is 30 aan de breedte.Rail vehicle according to claim 3, wherein the container (6) has a front side, a rear side, a right side and a left side, and wherein the bottom corners of the container (6) have a left front corner (27), a right front corner (26), a left rear corner (29) and a right rear corner (28) which define a rectangle with a length and a width, and wherein the distance between opposite stop surfaces (32) of retaining members (41) at the front corners (26, 27) and the rear corners (respectively) 28,29) is substantially equal to the length, and wherein the distance between opposite stop surfaces (33) of retaining members (41) at the left corners (27,29) or the right corners (26,28) is substantially equal to the length width. 5. Railvoertuig volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het onderstel (3) vier blokvormige opsluitlichamen (14) omvat, die elk zijn voorzien van een uitsparing (15) met een opstaand langsaanslagvlak (33) en een opstaand dwarsaanslagvlak (32), en waarbij het langsaanslagvlak (33) van elke uitsparing (15) grenst aan respectievelijk het langsvlak (30) van de benedenhoeken (26,27, 28,29), en waarbij het dwarsaanslagvlak (32) van elke uitsparing (15) grenst aan respectievelijk het dwarsvlak 5 (31) van de benedenhoeken (26,27, 28, 29).Rail vehicle according to one of the preceding claims, wherein the undercarriage (3) comprises four block-shaped retaining bodies (14), each of which is provided with a recess (15) with an upright longitudinal stop surface (33) and an upright transverse stop surface (32), and wherein the longitudinal stop surface (33) of each recess (15) is adjacent to the longitudinal surface (30) of the lower corners (26, 27, 28, 29), respectively, and wherein the transverse stop surface (32) of each recess (15) borders respectively the transverse plane 5 (31) of the lower corners (26, 27, 28, 29). 6. Railvoertuig volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij elk opsluitlichaam (14) als een massief stalen blok is uitgevoerd.Rail vehicle according to one of the preceding claims, wherein each retaining body (14) is designed as a solid steel block. 7. Railvoertuig volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de opsluitlichamen (14) elk door een lasverbinding zijn bevestigd aan het onderstel (3).Rail vehicle according to one of the preceding claims, wherein the retaining bodies (14) are each attached to the undercarriage (3) by a weld connection. 8. Railvoertuig volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het onderstel (3) is voorzien van ten minste twee langsliggers (11) en een houten vloer (12), en waarbij 15 de container (6) is aangebracht op de houten vloer (12), en waarbij de opsluitlichamen (14) elk naar boven uitsteken vanaf de houten vloer (12).Rail vehicle according to one of the preceding claims, wherein the undercarriage (3) is provided with at least two longitudinal beams (11) and a wooden floor (12), and wherein the container (6) is arranged on the wooden floor (12). ), and wherein the retaining members (14) each protrude upwards from the wooden floor (12). 9. Railvoertuig volgens conclusie 8, waarbij de container (6) is voorzien van ten minste twee langsbalken (16) en een aantal opnameplaatsen (19) voor rollen, die elk ten 20 minste twee dwarse oplegbalken (18) omvatten die vrijdragend zijn aangebracht tussen de langsbalken (16).9. Rail vehicle as claimed in claim 8, wherein the container (6) is provided with at least two longitudinal beams (16) and a number of roll receiving places (19), each of which comprises at least two transverse support beams (18) which are arranged in a self-supporting manner between the longitudinal bars (16). 10. Railvoertuig volgens conclusie 9, waarbij de oplegbalken (18) elk zijn voorzien van een veerkrachtige laag, die bijvoorbeeld rubber omvat. 25Rail vehicle according to claim 9, wherein the support beams (18) are each provided with a resilient layer, which for instance comprises rubber. 25 11. Railvoertuig volgens een van de conclusies 8-10, waarbij elke boutverbinding is voorzien van een bout (22) die door een opening (21) van de container (6), door de houten laadvloer (12) en door een gat van een grendelplaat (23) is gestoken, waarbij de grendelplaat (23) aangrijpt achter een van de langsliggers (11). 30A rail vehicle according to any of claims 8-10, wherein each bolt connection is provided with a bolt (22) passing through an opening (21) of the container (6), through the wooden loading floor (12) and through a hole of a locking plate (23) is inserted, the locking plate (23) engaging one of the side members (11). 30 12. Railvoertuig volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij acht of meer boutverbindingen zijn voorzien.Rail vehicle according to one of the preceding claims, wherein eight or more bolt connections are provided. 13. Container (6) voor toepassing bij een railvoertuig (1) volgens een van de voorgaande conclusies.Container (6) for use with a rail vehicle (1) according to one of the preceding claims.