NL2000634C2

NL2000634C2 - Houder en systeem voor het bewaren van een vloeistof.

Info

Publication number: NL2000634C2
Application number: NL2000634A
Authority: NL
Inventors: Jacob Gerrit Niemans
Original assignee: Bema Kunststoffen B V
Priority date: 2007-05-07
Filing date: 2007-05-07
Publication date: 2008-11-10
Also published as: EP2142383B1; EP2142383A1; US20100163583A1; WO2008136662A1; CA2685828A1

Description

HOUDER EN SYSTEEM VOOR HET BEWAREN VAN EEN VLOEISTOF

Houder voor het bewaren van een vloeistof, welke houder is voorzien van een afsluitbare opening, en welke houder een 5 kokervormige wand, een deksel en een bodem omvat.

Dergelijke houders zijn algemeen bekend, bijvoorbeeld in de vorm van een verfblik. De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op houders voor het bewaren van geconcentreerd 10 vloeibaar kleurpigment voor verf, welk pigment wordt gebruikt voor het op een gewenste kleur brengen van een basisverf. Dit geconcentreerde vloeibare kleurpigment is relatief kostbaar. Een probleem bij bestaande houders is dat bij het uitschenken ervan een deel (circa 3-8%) van het kostbare pigment door 15 adhesie aan de wand, het deksel en de bodem in de houder achterblijft. Dit achtergebleven pigment kan met een spatel uit de houder worden geschraapt, maar dit wordt als omslachtig ervaren en wordt derhalve vaak acherwege gelaten.

20 De uitvinding beoogt een houder die dit probleem op een gemakkelijke, betrouwbare en goedkope wijze oplost.

Daartoe wordt de bodem in hoofdzaak gevormd door een schijf en is de bodem in de koker axiaal beweegbaar, zodanig dat in 25 de houder aanwezige vloeistof via de geopende opening uit de houder kan worden geperst door de bodem naar het deksel toe te bewegen. Op die wijze kan vrijwel alle vloeistof uit de houder worden geperst. De schijf heeft daarbij bij voorkeur een zodanige dikte dat deze als een zuiger in de koker kan 30 bewegen zonder daarbij te kantelen. Onder het begrip schijf dient overigens, zoals in de beschreven voorkeursuitvoering getoond, ook een holle schijf te worden verstaan, in het bijzonder een in hoofdzaak kokervormige (in het bijzonder 2 frustoconische) zijwand met aan de naar het deksel van de houder gekeerde zijde een plaatvormige bovenwand.

In de voorkeursuitvoering heeft althans de naar het deksel 5 toegekeerde zijde van de schijf in radiale richting een buitendoorsnede die kleiner is dan de binnendoorsnede van de koker, waarbij de naar het deksel toegekeerde zijde van bodem langs de omtreksrand is voorzien van een schraapelement dat zich zijwaarts vanaf de omtreksrand van de schijf uitstrekt 10 tot aan de wand van de koker. Doordat niet het hele omtreksoppervlak in aanraking is met de wand van de houder, is deze gemakkelijke, met weinig wrijving in de kokervormige wand beweegbaar. Bij voorkeur is het schraapelement uit één stuk vervaardigd met de schijf, waardoor de bodem eenvoudig 15 is te vervaardigen en te herbruiken.

Bij voorkeur is de normaal van het schraapoppervlak schuin naar het deksel en de as van de koker gekeerd, waardoor de vloeistof van de wand weg wordt geleidt en de vloeistof 20 mijnder makkelijk tussen de bodem en de wand terecht kan komen. Het schraapelement is bij voorkeur stripvormig en heeft bij voorkeur aan zijn uiteinde een scherpe rand. Op die manier wordt een effectief schraapeffeet verkregen, terwijl er minimaal contact is tussen de wand en de bodem, zodat er 25 minimale wrijving is.

De naar de bodem gekeerde zijde van het deksel is bij voorkeur voorzien van een uitsparing waarin het schraapelement kan worden opgenomen, zodanig dat de 30 oppervlakken van de bodem en het deksel althans nagenoeg geheel tegen elkaar kunnen rusten. Hierdoor kan althans nagenoeg alle vloeistof uit de houder worden geperst.

3

De bodem is bij voorkeur voorzien van een tweede schraapelement dat zich op afstand van het eerste schraapelement vanaf de omtreksrand van de schijf uitstrekt, om eventuele langs het eerste schraapelement gelekte 5 vloeistof op te vangen. Het tweede schraapelement is bij voorkeur in hoofdzaak gelijkvormig met het eerste schraapelement en strekt zich in dezelfde richting uit. Voorts is de omtreksrand van de schijf bij voorkeur in hoofdzaak frustoconisch, waarbij de buitendoorsnede van de 10 schijf aan de van het deksel afgekeerde zijde gelijk is aan de binnendoorsnede van de koker. Op die wijze heeft de bodem op slechts enkele ringvormige locaties contact met de wand, zodat er weinig wrijving en een goede afdichting is.

15 Bij voorkeur is de bodem voorzien van uitwendige aangrijpmiddelen teneinde de bodem in de koker te bewegen. Deze bevinden zich bij voorkeur op de as van de koker, zodat in gebruik de bodem niet scheef geduwd wordt.

20 Bij voorkeur is de afsluitbare opening voorzien in het deksel. De afsluitbare opening bevindt zich eveneens bij voorkeur op de as van de koker. Het deksel is bij voorkeur voorzien van verstevigingsribben, ter voorkoming van opbolling van het deksel bij het uitoefenen van druk.

25

De afsluitbare opening is bij voorkeur verzegeld, bijvoorbeeld met scheurbare folie. De afsluitbare opening is daarbij bij voorkeur voorzien van een afneembare dop. Het deksel is bij voorkeur in zijn geheel op hersluitbare wijze 30 afneembaar van de koker. Hierdoor is de houder eenvoudig herbruikbaar door deze te reinigen en opnieuw te vullen.

4

De houder is bij voorkeur van kunststof vervaardigd. De koker is bij voorkeur een cilinder.

Bij voorkeur omvat de schijf van de bodem aan de naar het 5 deksel van de houder gekeerde zijde een plaatvormige bovenwand, waarbij zich vanaf de omtrekrand van de bovenwand een in hoofdzaak kokervormige zijwand zich in de van het deksel afgekerde richting uitstrekt. Daarbij is de kokervormige zijwand aan de onderzijde bij voorkeur voorzien 10 van een naar binnen omgevouwen rand waarin de zich in die richting uitstrekkende zijwand van de bodem kan worden opgenomen. Op die wijze kan een min of meer klemvaste verbinding worden bereikt tussen de bodem en de houder, waardoor lekkage van de vloeistof wordt tegengegaan.

15

De uitvinding heeft tevens betrekking op een systeem omvattende een houder zoals hier beschreven en een bij voorkeur losneembare afvoerbuis, zoals een uitschenkbuis waardoor verf uit de houder kan worden afgevoerd, welke 20 afvoerbuis is voorzien bevestigingsmiddelen waarmee de afvoerbuis in de opening van de houder bevestigd kan worden. Op die wijze kan de vloeistof zonder morsen uit de houder worden geschonken of op andere wijze worden afgevoerd. Bij voorkeur omvatten de bevestigingsmiddelen losneembare 25 klikverbindingsmiddelen.

De afvoerbuis is bij voorkeur voorzien van een puntig uiteinde, waarmee het zegel van de opening doorboord kan worden. De bodem van de houder is bij voorkeur voorzien van 30 een holte voor het opnemen van het puntige uiteinde van de afvoerbuis, zodat deze het volledig ledigen van de houder niet in de weg staat. De holte is bij voorkeur gevormd in de eerder genoemde externe aangrijpmiddelen van de bodem.

5

De uitvinding zal nader worden geïllustreerd aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, waarin:

Figuur 1 een perspectiefaanzicht van een houder volgens de 5 uitvinding toont;

Figuur 2 een explosieaanzicht van de houder van figuur 1 toont; 10 Figuur 3 een systeem met een houder en een afvoerbuis volgens de uitvinding toont;

Figuur 4 een dwarsdoorsnede van een detail van het systeem van figuur 3 toont; 15

Figuur 5 een perspectivische dwarsdoorsnede van een detail van de houder van het systeem van figuur 3 toont;

Figuren 6 en 7 een perspectivische dwarsdoorsnede van het 20 systeem van figuur 3 tonen; en

Figuur 8 een dwarsdoorsnede van het systeem van figuur 3 toont.

25 Volgens de figuren 1 en 2 omvat een volledig van kunststof vervaardigde houder 1 voor het bewaren en uitschenken van vloeibaar kleurpigment voor verf een cilindrische wand 2, een deksel 3 en een in de cilindrische wand 2 verschuifbare inhoofdzaak schijfvormige bodem 4. Het deksel 3 heeft een 30 centrale schenkopening 5, die is voorzien van een aluminium foliezegel 6 en die voorts is afgesloten door een hersluitbare dop 7. Het deksel 3 met de dop 7 is ook in het geheel van de cilindrische wand 2 afneembaar en hersluitbaar, 6 zodat de houder 1 eenvoudig kan worden gereinigd en herbruikt.

Het deksel 3 is aan de uitwendige zijde voorzien van zich 5 radiaal uitstrekkende verstevigingsribben 12, teneinde opbolling van het deksel 3 tijdens het uitoefenen van druk tegen te gaan.

Volgens figuur 3 omvat een systeem voor het bewaren en 10 uitschenken van vloeibaar kleurpigment voor verf een houder 1 zoals in de vorige paragraaf beschreven en een uitschenktuit 8. Die uitschenktuit is voorzien van een puntig uiteinde 9, waarmee het aluminium foliezegel 6 kan worden doorboord. Het puntige uiteinde 9 bestaat uit drie wanden die in een 15 stervorm zijn geplaatst, en is in de opening aan een uiteinde van een buis 10 aangebracht.

Volgens figuur 4 zijn het uiteinde van de uitschenktuit 8 aan de zijde van het puntige uiteinde 9 voorzien van een 20 uitwendige ringvormige uitsparing, waarin een ringvormige inwendige rand van de schenkopening 5 kan worden opgenomen. Voorts is de uitschenktuit 8 is voorzien van naar het uiteinde toe taps verlopende buitenwand 11. Op die wijze kan de uitschenktuit 8 in de schenkopening 5 worden gestoken en 25 vastgeklikt. Onder uitoefening van enige kracht kan deze ook weer worden losgenomen. Voorts is het deksel 3 langs de omtreksrand voorzien van een op zich bekende elastische kliksluiting.

30 Volgens figuur 5 omvat de in hoofdzaak schijfvormige beweegbare bodem 4 een cirkelvormige bodemplaat 13, waarbij zich van de omtreksrand van de bodemplaat 13 een licht frustoconische/cilindrische zijwand 14 uitstrekt, die naar 7 het uiteinde licht taps toeloopt. De doorsnede van de bodemplaat 13 is iets kleiner dan de binnendoorsnede van de cilindrische wand 2, terwijl door de licht frustoconische vorm van de zijwand 14 de doorsnede bij het onderste uiteinde 5 daarvan gelijk is aan de binnendoorsnede van de cilindrische zijwand 2. Aan de bovenzijde, vanaf de cirkelvormige snijlijn van de bodemplaat 13 en de zijwand 14 strekt zich een in hoofzaak stripvormig schraapelement 15 uit in een schuine bovenwaartse en buitenwaartse richting. Op die wijze vertoont 10 het schraapelement 15 een ringvormig schraapoppervlak 16 dat schuin bovenwaarts richting de as van de cilindervormige wand 2 is gekeerd. Het schraapelement 15 loopt naar zijn uiteinde puntvormig uit. Het uiteinde van het schraapelement 15 heeft een doorsnede die gelijk is aan de doorsnede van de wand 2 15 van de houder.

Op een kleine afstand onder het schraapelement 15 (op circa 25% van de totale hoogte van de schijfvormige bodem) bevindt zich een gelijkvormig tweede schraapelement 17, dat zich in 20 gelijke richting uitstrekt.

De onderzijde van de cilindervormige zijwand 2 van de houder heeft een 180 graden naar binnen omgebogen vorm teneinde het onderste uiteinde van de in hoofdzaak cilindervormige wand 14 25 van de bodem 4 te kunnen opnemen. De bodem van het op deze wijze verkregen U-vormige onderuiteinde van de cilinderwand is voorzien van een kleine klemrand 18, zodanig dat het uiteinde van het uiteinde van de wand 14 van de bodem tussen deze klemrand 18 en de binnenzijde van de cilindrische wand 2 30 kan worden geklemd.

De bodemplaat 13 is voorzien van een centrale kegelvormige vervorming, zodanig dat aan de bovenzijde een holte 20 is 8 gevormd waarin het puntvorming uiteinde 9 van de uitschenktuit 8 kan worden opgenomen. Aan onderzijde is de kegel omgeven door een centrale cilindrische wand 21, die door de gebruiker van de houder kan worden gebruikt om druk 5 op uit te oefenen bij het legen van de houder.

Het deksel 3 is aan zijn onderzijde langs de omtreksrand voorzien van een schuin naar boven en buitenwaarts afgeschuind oppervlak 19 dat in vorm overeenkomt met het 10 bovenwaarts en buitenwaarts uitstekende schraapoppervlak 16. Hierdoor kan de bodem 4 zodanig tegen het deksel 3 worden geduwd dat de oppervlakken daarvan elkaar over althans het grootste deel geheel raken, waardoor alle vloeistof daartussen uit geperst wordt, zoals getoond in figuren 6-8. 15 Met de houder volgens deze voorkeursuitvoering blijft na het legen slechts circa 1% van de vloeistof in de houder achter.

Claims

1. Houder voor het bewaren van een vloeistof, in het bijzonder geconcentreerd vloeibaar kleurpigment voor 5 verf, welke houder is voorzien van een afsluitbare opening, en welke houder een kokervormige wand, een deksel en een in de koker axiaal beweegbare bodem omvat, welke bodem in hoofdzaak wordt gevormd door een schijf, zodanig dat in de houder aanwezige 10 vloeistof via de geopende opening uit de houder kan worden geperst door de bodem naar het deksel toe te bewegen.

2. Houder volgens conclusie 1, waarbij de schijf een 15 zodanige dikte heeft dat deze als een zuiger in de koker kan bewegen zonder daarbij te kantelen.

3. Houder volgens conclusie 1 of 2, waarbij althans de naar het deksel toegekeerde zijde van de schijf in 20 radiale richting een buitendoorsnede heeft die kleiner is dan de binnendoorsnede van de koker, waarbij de naar het deksel toegekeerde zijde van bodem langs de omtreksrand is voorzien van een schraapelement dat zich zijwaarts vanaf de 25 omtreksrand van de schijf uitstrekt tot aan de wand van de koker.

4. Houder volgens conclusie 3, waarbij de normaal van het schraapoppervlak schuin naar het deksel en de as 30 van de koker is gekeerd.

5. Houder volgens conclusie 3 of 4, waarbij het schraapelement stripvormig is en aan zijn uiteinde een scherpe rand heeft.

6. Houder volgens conclusie 3, 4 of 5, waarbij de naar de bodem gekeerde zijde van het deksel is voorzien van een uitsparing waarin het schraapelement kan worden opgenomen, zodanig dat de oppervlakken van de bodem en het deksel althans nagenoeg geheel tegen 10 elkaar kunnen rusten.

7. Houder volgens een van de voorgaande conclusies 3 -6, waarbij de bodem is voorzien van een tweede schraapelement dat zich op afstand van het eerste 15 schraapelement vanaf de omtreksrand van de schijf uitstrekt.

8. Houder volgens conclusie 7, waarbij het tweede schraapelement in hoofdzaak gelijkvormig is met het 20 eerste schraapelement en zich in dezelfde richting uitstrekt.

9. Houder volgens een van de voorgaande conclusies 1 - 8, waarbij de omtreksrand van de schijf althans in 25 hoofdzaak frustoconisch is, waarbij de buitendoorsnede van de schijf aan de van het deksel afgekeerde zijde gelijk is aan de binnendoorsnede van de koker.

10. Houder volgens een van de voorgaande conclusies 1 - 9, waarbij de bodem is voorzien van uitwendige aangrijpmiddelen teneinde de bodem in de koker te bewegen.

11. Houder volgens een van de voorgaande conclusies 1 -10, waarbij de afsluitbare opening is voorzien in het deksel . 5

12. Houder volgens conclusie 11, waarbij de afsluitbare opening zich bevindt op de as van de koker.

13. Houder volgens een van de voorgaande conclusies 1 - 10 12, waarbij de afsluitbare opening is verzegeld, bijvoorbeeld met scheurbare folie.

14. Houder volgens een van de voorgaande conclusies 1 - 13, waarbij de afsluitbare opening is voorzien van 15 een afneembare dop.

15. Houder volgens een van de voorgaande conclusies 1 - 14, waarbij het deksel in zijn geheel op hersluitbare wijze afneembaar is van de koker. 20

16. Houder volgens van de de voorgaande conclusies 1 - 15, waarbij de houder van kunststof is vervaardigd.

17. Houder volgens een van de voorgaande conclusies 3 - 25 16, waabrij het schraapelement uit een stuk is vervaardigd met de schijf

18. Houder volgens een van de voorgaande conclusies 1 - 17, waarbij de koker een cilinder is. 30

19. Houder volgens een van de voorgaande conclusies 1 - 18, waarbij het deksel is voorzien van verstevigingsribben, ter voorkoming van opboiling van het deksel bij het uitoefenen van druk.

20. Houder volgens een van de voorgaande conclusies 1 - 5 19, waarbij de schijf aan de naar het deksel van de houder gekeerde zijde een plaatvormige bovenwand omvat, waarbij zich vanaf de omtrekrand van de bovenwand een in hoofdzaak kokervormige zijwand zich in de van het deksel afgekerde richting uitstrekt. 10

21. Houder volgens conclusie 20, waarbij de kokervormige zijwand aan de onderzijde is voorzien van een alhtans nagenoeg 180 graden naar binnen omgevouwen rand waarin de zich in die richting uitstrekkende zijwand 15 van de bodem kan worden opgenomen.

22. Systeem omvattende een houder volgens een van de voorgaande conclusies 1 - 21, en een afvoerbuis waardoor verf uit de houder kan worden afgevoerd, 20 welke afvoerbuis is voorzien bevestigingsmiddelen waarmee de afvoerbuis in de opening van de houder bevestigd kan worden.

23. Systeem volgens conclusie 22, waarbij de 25 bevestigingsmiddelen losneembare klikverbindingsmiddelen omvatten.

24. Systeem volgens conclusie 22 of 23, met de houder volgens conclusie 13, waarbij de afvoerbuis is 30 voorzien van een puntig uiteinde, waarmee het zegel van de opening doorboord kan worden.

25. Systeem volgens conclusie 24, waarbij de bodem van de houder is voorzien van een holte voor het opnemen van het puntige uiteinde van de afvoerbuis.

26. Systeem volgens conclusie 25, waarbij de holte is gevormd in de externe aangrijpmiddelen van de bodem.