NL2000266C2 - Transporteur voor het transporteren en bufferen van stukgoederen. - Google Patents

Description

NL 9035-Me/td

Transporteur voor het transporteren en bufferen van stukgoederen

De onderhavige octrooiaanvrage heeft betrekking op een transporteur volgens de kop van conclusie 1.

Een uitvoeringvoorbeeld van een dergelijke transporteur is bijvoorbeeld bekend uit US 6,935,485. Bij deze bekende 5 transporteur bestaan de transportmiddelen uit een rollenbaan met zogenaamde "powered rollers", waarbij de rollen zijn voorzien van een inwendige motor die met behulp van de schakelmid-delen aan- en uitschakelbaar is. Zo kunnen in de zones producten worden gebufferd door het stopzetten van de aan-10 drijfmotoren en weer verder worden getransporteerd door aanschakelen van de aandrijfmotoren. Alhoewel een dergelijk systeem goed werkt, zijn de "powered rollers" relatief kostbaar en onderhoudsgevoelig.

De uitvinding beoogt thans een nieuwe transporteur te 15 verschaffen.

Hiertoe stelt de uitvinding een transporteur voor die de maatregelen van het kenmerk van conclusie 1 vertoont.

Door het scheiden van de transportmiddelen en de buf-ferorganen, kunnen beide voor een specifieke doel worden geko-20 zen en kunnen de transportmiddelen continu worden aangedreven, hetgeen de betrouwbaarheid en slijtage ten goede komt.

Bij voorkeur zijn daarbij de bufferorganen in hoogte verstelbaar ten opzichte van het frame in de transportmiddelen, omdat dit in de meeste gevallen het eenvoudigst te reali-25 seren is.

In een bijzondere uitvoering zijn de bufferorganen aan weerzijden van het transportorgaan aangebracht. Bij een dergelijke uitvoering dienen de transportmiddelen ten opzichte van de te transporteren stukgoederen zodanig smal te zijn, dat 30 de stukgoederen buiten de transportmiddelen uitsteken en bij de uitstekende gedeelten door de bufferorganen kunnen worden ondersteund. Uiteraard werkt dit het beste bij stukgoederen die relatief stijf zijn, in het bijzonder het bodemoppervlak 2 daarvan en bij voorkeur een regelmatige vorm hebben en het liefst een zelfde maatvoering hebben. Stukgoederen die bij een dergelijke uitvoering zeker in de aanmerking komen zijn kratten, kisten, dozen en dergelijke.

5 Het is daarbij gunstig indien de bufferorganen zijn uitgevoerd als railstukken die zich over een gedeelte van de spiraalvormige baan uitstrekken. Dergelijke bufferorganen kunnen de stukgoederen op betrouwbare wijze ondersteunen en weer aan de transportmiddelen afgeven. De railstukken kunnen zich 10 over de gehele zone uitstrekken of slechts een gedeelte daarvan, terwijl ook meerdere railstukken per zone aanwezig kunnen zijn.

In een uitvoeringsvorm zijn de transportmiddelen uitgevoerd als een eindeloze transportband, bijvoorbeeld een la-15 mellentransportband. Dergelijke transportmiddelen kunnen relatief kostengunstig worden uitgevoerd en bevorderen een rustige loop van de stukgoederen met een laag geluidsniveau.

In deze uitvoering is het gunstig indien de transportband is voorzien van een steunoppervlak dat in dwarsdoor-20 snede convex gevormd is. In een dergelijke uitvoering zullen de transportgoederen stabiel op de transportband zijn ondersteund doordat de stukgoederen over een gekromd (lijn)contact in het midden zijn ondersteund. Bij een vlakke bovenzijde van de transportband zullen door de spiraalvorm de stukgoederen 25 met platte onderzijde op twee hoeken gaan steunen, waardoor de stukgoederen heen en weer kunnen gaan wiebelen. Bij een convex steunoppervlak zullen de stukgoederen een dergelijke neiging niet vertonen.

Een alternatieve uitvoering van de transporteur vol-30 gens de uitvinding vertoont het kernmerk dat de transportmiddelen zijn uitgevoerd met een aantal over de in hoofdzaak spiraalvormige baan verdeelde, aandrijfbare rollen voor het vormen van een zich over de in hoofdzaak spiraalvormige baan uitstrekkende rollenbaan. Een dergelijke transporteur is rela-35 tief kostengunstig uit te voeren aangezien de rollen op eenvoudige manier kunnen worden aangedreven en de aandrijving ook continu kan zijn. De bufferorganen kunnen daarbij net zoals bij de transportband aan weerszijden van de rollenbaan zijn 3 aangebracht, maar ook tussen de rollen, bijvoorbeeld in de vorm van vingers of dwarsribben. Op deze wijze is de transporteur voor meerdere soorten stukgoederen met uiteenlopende vorm geschikt.

5 Verdere alternatieven van de transporteur volgens de uitvinding zijn gedefinieerd in de onafhankelijke conclusies 15 en 16.

De uitvinding zal hierna verder worden toegelicht aan de hand van de tekeningen die uitvoeringsvoorbeelden van de 10 transporteur volgens de uitvinding zeer schematisch weergeeft.

Fig. 1 is een schematisch perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de transporteur volgens de uitvinding.

Fig. 2 is een doorsnede volgens de lijn II-II in Fig. 15 1, vereenvoudigd en op grotere schaal.

Fig. 3 en 4 zijn vereenvoudigde doorsneden volgens de lijn III-III, resp. IV-IV in F'ig. 2 voor het illustreren van de bufferfunctie van de transporteur volgens Fig. 1 en 2.

Fig. 5, 6 en 7 zijn met de Fig. 2-4 overeenkomende 20 doorsneden van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de transporteur volgens de uitvinding.

Fig. 8, 9 en 10 zijn met de Fig. 2-4 overeenkomende doorsneden van een derde uitvoeringsvoorbeeld van de transporteur volgens de uitvinding.

25 Fig. 11 - 13 zijn met de Fig. 2-4 overeenkomende doorsneden van een vierde uitvoeringsvoorbeeld van de transporteur volgens de uitvinding.

Fig. 14 is een met Fig. 2 overeenkomende doorsnede van de eerste uitvoering van de transporteur, waarbij de opstel-30 ling van sensoren is geïllustreerd.

Fig. 15 is een doorsnede volgens de lijn XV-XV in Fig.

14 .

Fig. 16 is een met Fig. 15 overeenkomende doorsnede, waarbij echter geen stukgoed in de betreffende zone aanwezig 35 is.

Fig. 17 toont een gedeelte van de doorsnede van Fig.

14 met daarbij de besturing van de schakelmiddelen in de zones geïllustreerd.

4

De tekening toont een transporteur die producten, in het bijzonder stukgoederen G, via een schroeflijnvormige baan in hoogterichting kan transporteren. In de praktijk staan dergelijke transporteurs ook wel bekend als spiraaltransporteurs 5 of wenteltransporteurs. Deze transporteurs kunnen producten in een continue stroom transporteren, waarbij deze productenstroom kan zijn bedoeld voor verticaal transport, maar in het bijzonder voor het bufferen in een procestraject. Toepassingsgebieden zijn bijvoorbeeld de voedingsmiddelenindustrie, dis-10 tributiecentra, de grafische industrie en dergelijke.

Stukgoederen die zeer geschikt zijn voor transport in dergelijke transporteurs zijn bijvoorbeeld dozen, kratten, bakken en andere stukgoederen die redelijk vormvast zijn, in het bijzonder het onderoppervlak daarvan, en die ook niet kunnen om-15 vallen.

De weergegeven transporteur is voorzien van een frame 1, dat in dit geval is voorzien van een centrale kolom 2 met voeten 3 en een om de kolom 2 verlopende en daaraan bevestigde, schroeflijnvormige geleidingsgoot 4. Uiteraard zijn ook 20 allerlei andere frameconstructies denkbaar. Aan het bovenste en onderste uiteinde van de geleidingsgoot 4 is een eindrol 5, 6 aangebracht en tussen deze uiteinden van de schroeflijnvormige geleidingsgoot 4 verloopt een terugvoergoot 7 van het frame 1. In dit geval wordt derhalve de door het frame 1 on-25 dersteunde transportband 8 in het transportpart en in het te-ruglooppart over een ander baan geleid. Er zijn echter ook uitvoeringen mogelijk, waarbij het transportpart aan de onderzijde van de geleidingsgoot 4 wordt teruggeleid.

In het weergegeven geval omvat de schroeflijnvormige 30 geleidingsgoot 4 drie windingen, doch dit aantal kan afhankelijk van het toepassingsgeval worden vergroot of verkleind. De transportband 8 kan zonder problemen over een groot aantal windingen worden aangedreven. In het weergegeven geval grijpt een aandrijfmotor 9 aan op de eindrol 6 aan het bovenste baan-35 einde van de transporteur. Desgewenst kunnen ook nog hulpaan-drijvingen op andere plaatsen in de transportbaan worden gebruikt. Ook een lineaire aandrijving voor de transportband 8 behoort tot de mogelijkheden. Bij de bovenste en onderste 5 eindrol 5, 6 kan de transporteur worden aangesloten op verdere transporteurs.

De weergegeven transportband 8 is voorzien van een groot aantal lamellen 10 die onderling zijn gekoppeld, ofwel 5 direct ofwel via een eindeloos verbindingsorgaan. Elke lamel 10 heeft een bovenste plat steunoppervlak en de lamellen sluiten in hun transportbaan zodanig nauw op elkaar aan dat producten door een aantal grenzende lamellen 10 kunnen worden ondersteund. De lamellen 10 zijn, zoals vermeld, direct of in 10 dit geval via een eindeloos verbindingsorgaan, zoals een side-bow ketting onderling scharnierbaar verbonden, zodanig dat de lamellen 10 ten opzichte van elkaar scharnierbaar zijn, zowel om een eerste as evenwijdig aan hun transportvlak en loodrecht op de transportrichting, als om een tweede as loodrecht op het 15 transportvlak en loodrecht op de transportrichting. Deze laatste scharnierbeweging maakt de spiraalbaan mogelijk, terwijl de eerstgenoemde scharnierbeweging de buiging van de transportband 8 om de eindrollen 5 en 6 mogelijk maakt.

Doordat de lamellen 10 vanaf hun hartlijn nabij de 20 uiteinden enigszins taps toelopen, hinderen de lamellen 10 elkaar niet in bochten. Andere vormen, zoals een ruitvorm, ν'-vorm een vertande vorm, en ook overlappingen of een combinatie daarvan zijn ook mogelijk. In een bijzonder geval kunnen de lamellen 9 een segmentvorm bezitten, waarbij de transportband 25 dan wel alleen een volledig gebogen traject kan doorlopen, doch in dat geval is wel een volledig gesloten oppervlak van de transportband 8 bewerkstelligd.

Andere transportbanden, zoals die met schakels en dergelijke zijn denkbaar. Voorbeelden van transportbanden die 30 kunnen worden benut zijn in meer detail geopenbaard in W099/11547 en WO 03/024846, waarvan de inhoud hierin is opgenomen door verwijzing daarnaar. Bij deze transportbanden is het frame voorzien van een spiraalvormige geleiding en is de eindeloze transportband in althans ongeveer radiale richting 35 ten opzichte van de geleiding met behulp van rollen geleid.

Dit maakt een zeer soepele loop en wrijvingsarme aandrijving van de transportband mogelijk.

6

In Fig. 1 is verder te zien dat de geleidingsgoot van het frame ten minste aan de buitenzijde doch bij voorkeur aan beide zijden (zie Fig. 3 en 4) is voorzien van een reling 11 die voorkomt dat stukgoederen aan de buitenzijde van de spi-5 raalvormige baan naar beneden kunnen vallen en die er verder door geleiding van de stukgoederen voor zorgt dat de stukgoederen althans ongeveer symmetrisch ten opzichte van de transportband worden ondersteund.

Teneinde een bufferfunctie te kunnen vervullen, is de 10 spiraalvormige transportbaan van de transporteur volgens de uitvinding verdeeld in zones Z (zie Fig. 2), die elk met scha-kelmiddelen zijn uitgerust, zodanig dat in elke zone de transporteur kan worden geschakeld tussen een transportstand waarin de transportband de stukgoederen transporteren en een buffer-15 stand waarin de in die zone aanwezige stukgoederen stilstaan. Een zone kan zich bijvoorbeeld over een booghoek van 30, 60 of 90 graden uitstrekken, doch elke andere booghoek is denkbaar, afhankelijk van het toepassingsgeval. In het uitvoeringsvoor-beeld van Fig. 2 strekt elke zone - Z6 zich over een boog-20 hoek van 60 graden uit.

In de Fig. 1 - 5 is te zien dat ten behoeve van de bufferfunctie aan weerszijden van de transportband bufferorga-nen in de vorm van railstukken 12 zijn aangebracht. Deze rail-stukken strekken zich uit over een booghoek die overeenkomt 2 5 met die van een zone Z en bepalen in feite de zones (Zx - Z6) . De railstukken in elke zone zijn met behulp van de schakelmid-delen omhoog en omlaag beweegbaar. In de onderste stand van de railstukken 12 bevinden deze zich onder het niveau van het bovenoppervlak van de transportband 8 (Fig. 3), waardoor het 30 stukgoed G door de transportband wordt voortbewogen. De transportband 8 is zodanig smal in vergelijking met de te transporteren stukgoederen G dat deze zijwaarts van de transportband uitsteken. Indien de railstukken 12 omhoog worden bewogen naar hun bufferstand, komen de railstukken boven het bovenoppervlak 35 van de transportband 8 uit (Fig. 4) en zal een in die zone aanwezig stukgoed dan met zijn zijdelings buiten de transportband uitstekende gedeelten op de railstukken komen te rusten en zal de transportband onder het opgetilde stukgoed door be- 7 wegen. Bij het omlaag bewegen van de railstukken zal het betreffende stukgoed weer op de transportband worden neergelaten en verder worden getransporteerd. In Fig. 2 worden de stukgoederen G in de zones Z1 - Z3 gebufferd, terwijl in de zones Z4 -5 Ze de stukgoederen nog worden getransporteerd.

Teneinde de stukgoederen G bij het van de bewegende transportband 8 aftillen van de stukgoederen snel te laten stoppen is het bovenoppervlak van de railstukken 12 waarop de stukgoederen komen te rusten voorzien van een antislip bekle-10 ding of dergelijke. De stukgoederen kunnen dan ook niet door de helling van de railstukken naar beneden glijden.

Zoals Fig. 14 - 17 tonen kan voor het besturen van schakelmiddelen in de zones Z van de transportbaan een PLC besturing zijn aangebracht die is aangesloten op een aantal sen-15 soren 17, waarbij telkens in een zone Z ten minste een sensor 17 is aangebracht. Deze sensor 17 kan zijn gecombineerd met een schakelbaar luchtventiel voor het bedienen van een pneumatische cilinder 18 (Fig. 17) voor het heffen of neerlaten van de railstukken 12. Voorts kan de sensor zijn voorzien van lo-20 gica 19 voor het onderling communiceren tussen de opeenvolgende sensoren 17. Hiertoe zullen de sensoren 17 meestal in serie zijn geschakeld teneinde bij een buffering in een zone Z aan een sensor 17 in een eerstvolgende zone door te geven dat ook daar gebufferd moet worden indien een stukgoed G door de sen-25 sor 17 wordt waargenomen. Andersom dient bij het verlaten van een zone Z door een stukgoed G aan de sensoren 17 in alle volgende zones te worden doorgegeven dat niet meer behoeft te worden gebufferd bij het passeren van een stukgoed. Een sen-soreenheid 17 die zou kunnen worden toegepast is bijvoorbeeld 30 een lichtcel 20 met een reflector 21, zoals bijvoorbeeld de reflectie (infrarood) lichtsensor voor rollenbanen type WTR1 van de firma SICK. Andere sensoren/detectoren, zoals voelers, naderingsschakelaars en dergelijke zijn denkbaar.

Uiteraard zijn ook andere mogelijkheden aanwezig voor 35 het besturen van de schakelmiddelen. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om bij de ingang en uitgang van de transporteur te tellen en op basis daarvan zones te activeren en te deactive-ren. Er is ook een systeem denkbaar, waarbij de buffering di- 8 reet bij de invoer gebeurt, door steeds een zone op te schuiven ofwel te indexeren en bij een vraag aan de afvoerzijde van de transporteur een product los te laten. Verder behoort tot de mogelijkheden om willekeurige bufferzones te laten bezetten 5 en het is in bepaalde processen zelf denkbaar om niet volgens het first-in-first-out (FIFO) principe maar volgens het first-in-last-out (FILO) principe te werken, waarbij dan een omkering van de transportrichting kan worden bewerkstelligd.

De Fig. 5-7 tonen een tweede uitvoeringsvoorbeeld van 10 de transporteur volgens de uitvinding, waarbij de transportmiddelen niet uit een transportband of dergelijke, doch uit een rollenbaan bestaan. Deze rollenbaan bevat een aantal over de lengte van de spiraalvormige baan verdeelde, in dit geval conische rollen 13, die tezamen een spiraalvormig transport-15 vlak vormen. De rollen worden in principe continu aangedreven, waarbij in principe alle rollen aangedreven zullen zijn, doch het is in principe ook mogelijk om minder rollen aan te drijven en sommige rollen vrij draaiend uit te voeren, zolang kan worden bewerkstelligd dat de stukgoederen G in alle posities 20 transporteerbaar zijn. De rollen 13 kunnen zijn voorzien van een inwendige aandrijving, zogenaamde gemotoriseerde rollen of "powered rollers", doch het verdient de voorkeur om de rollen via een uitwendige aandrijving te laten draaien. De rollen 13 kunnen bijvoorbeeld via een door een elektromotor aangedreven 25 riem in draaiing worden gebracht, doch het is ook denkbaar om onder de rollen en aandrijvende transportband aan te brengen die met alle rollen in aangrijping is en zodoende de rollen aandrijft. De rollen 13 kunnen onderling zijn gekoppeld, zodat de aandrijving op een rol 13 aangrijpt en deze via de koppe-30 lingen een of meer andere rollen 13 aandrijft.

In dit uitvoeringsvoorbeeld zijn de bufferorganen vergelijkbaar met die uit het eerste uitvoeringvoorbeeld, namelijk dat deze bestaan uit boogvormige railstukken 12, waarvan de booghoek in hoofdzaak overeenkomt met die van de 35 bijbehorende zone Z. De werking van de inrichting is dan ook hetzelfde als die van het eerste uitvoeringsvoorbeeld.

De Fig. 8-10 tonen een derde uitvoeringsvoorbeeld, waarbij de transportmiddelen wederom bestaan uit aandrijfbare 9 rollen 13. In dit geval zijn de rollen 13 echter breder uitgevoerd, waardoor deze de te transporteren en te bufferen stukgoederen G over hun gehele breedte kunnen ondersteunen. Teneinde ook in dit geval de stukgoederen G van de transport-5 middelen te kunnen vrijmaken ten behoeve van het bufferen, zijn de bufferorganen nu tussen de rollen 13 aangebracht en hebben zij de vorm van vingers of dwarsribben 14 die ook weer per zone Z bedienbaar zijn. In het weergegeven geval strekt elke zone Z zich over een hoek van 90° uit. De dwarsribben 14 10 zijn per zone onderling verbonden door boogdelen 15 zodat de dwarsribben 14 per zone Z door een enkele aandrijving in hoog-terichting kunnen worden versteld.

De werking is wederom vergelijkbaar met de voorgaande uitvoering, met dien verstande dat de stukgoederen G in hun 15 bufferstand nu door de dwarsribben over hun gehele breedte worden ondersteund op een aantal op afstand gelegen plaatsen.

De Fig. 11 - 14 tonen een vierde uitvoeringsvariant van de transporteur volgens de uitvinding. Bij deze uitvoeringsvariant wordt wederom gebruikt gemaakt van rollen 13 als 20 transportmiddelen. Deze rollen 13 zijn aandrijfbaar met behulp van aandrijfmiddelen, hier in de vorm van een onder de rollen 13 aangebrachte aandrijfband 16. De bufferorganen zijn wederom uitgevoerd als railstukken 12 die onder aansturing van de schakelmiddelen in hoogte verstelbaar zijn ten opzichte van de 25 aandrijfmiddelen en ten opzichte van het steunoppervlak van de als transportmiddelen fungerende rollen 13. Door de hoogtever-stelling van de bufferorganen is het mogelijk om de in de transportstand in verbinding met de aandrijfband 16 staande rollen 13 met stukgoederen G van de aandrijfband 16 af te til-30 len en zodoende de aandrijving te verbreken. De rollen 13 en daarmee de stukgoederen G worden dan in de bufferstand ondersteund door de bufferorganen 12. De railstukken van de bufferorganen of eventuele afzonderlijke remmen zorgen er dan voor dat de rotatie van de rollen 13 snel wordt afgeremd en de 35 stukgoederen snel stilstaan. Bij het neerlaten van de bufferorganen worden de rollen weer in verbinding gebracht met de aandrijfmiddelen en zullen deze het betreffende stukgoed weer verder transporteren. Uiteraard zou het ook mogelijk zijn om 10 de aandrijfmiddelen in hoogte te verstellen en zo ofwel de rollen aan te drijven dan wel de rollen op de bufferorganen neer te laten. In beide gevallen zal een hoogteverstelling tussen het steunoppervlak van de transportmiddelen en de buf-5 ferorganen plaatsvinden, hetgeen in de andere uitvoeringen ook het geval is.

De rollen kunnen overigens ook op andere wijze zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld als rechte cilindrische rollen of als een aantal op afstand over een as of hartlijn verdeelde wielen 10 (rollerskate wielen). Bij de uitvoeringen met rollen is het overigens in een situatie waarin alleen in benedenwaartse richting wordt getransporteerd niet nodig om de rollen met een motor aan te drijven. De zwaartekracht zorgt dan in combinatie met de vrijdraaiende rollen voor de aandrijving van de stuk-15 goederen.

De uitvinding is niet beperkt tot de in de tekeningen weergegeven en in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoor-beelden die op verschillende manieren binnen het kader van de conclusies kunnen worden gevarieerd. Zo is het mogelijk om de 20 railstukken en de transportbanden te verwisselen, zodat enkelvoudige railstukken tussen aan weerszijden verlopende transportbanden zijn aangebracht. Ook kunnen bij de railstukken of andere bufferorganen aan weerszijden van de transportband slechts de bufferorganen aan één zijde van de transportband 25 worden bewogen, zodat de stukgoederen enigszins schuin boven de transportband of andere transportmiddelen worden ondersteund. Voorts is het mogelijk om niet de bufferorganen maar de transportband of andere transportmiddelen in hoogte beweegbaar te maken. In plaats van railstukken als bufferorganen 30 kunnen andere ondersteuningen worden toegepast, zoals een aantal over de zone verdeelde vingers of anders gevormde heforganen.

In het geval van een rollenbaan kunnen allerlei aandrijvingen voor de rollen worden toegepast, zoals een of meer 35 aandrijvingen die met een of meer rollen zijn verbonden terwijl de rollen onderling zijn gekoppeld. Ook gemotoriseerde rollen zouden toepasbaar zijn.

11

De transportbaan zal bij voorkeur spiraalvormig zijn maar kan ook ten minste gedeeltelijk een andere vorm hebben indien dit voor de betreffende toepassing gunstiger is. Ook kunnen spiralen worden gekoppeld zodat de stukgoederen in de 5 ene spiraal omhoog bewegen en in de andere weer omlaag. De stukgoederen komen dan weer op hetzelfde of een ander niveau terecht. De spiraalvorm maakt een grote buffercapaciteit op een klein oppervlak mogelijk.

Bij driedimensionaal gekromde transportbanen is het 10 gunstig om een ondersteunende of aandrijvende transportband met een in dwarsdoorsnede convex steun-/aandrijfoppervlak uit te voeren omdat dan een betere en stabielere aangrijping op de stukgoederen of rollen kan plaatsvinden.

Het in hoogte verstellen van de bufferorganen en de 15 transportmiddelen ten opzichte van elkaar gebeurt in de weergegeven gevallen pneumatisch, doch kan ook elektrisch. Het is echter verder denkbaar dat het heffen en neerlaten mechanisch plaatsvindt met behulp van de transportmiddelen, waarbij een tijdelijke koppeling met de transportmiddelen zorgt voor de 20 beweging in hoogterichting, bijvoorbeeld via een excenter of dergelijke.

Claims (16)

1. Transporteur voor het transporteren en bufferen van stukgoederen en dergelijke over een in hoogterichting verlopende, in hoofdzaak schroeflijnvormige baan, voorzien van een frame, door het frame ondersteunde transportmiddelen die 5 volgens de schroeflijnvormige baan verlopen en de stukgoederen over deze baan kunnen transporteren, waarbij de in hoofdzaak schroeflijnvormige baan ten minste gedeeltelijk in zones is verdeeld die elk met schakelmiddelen zijn uitgerust, zodanig dat in elke zone de transporteur kan worden geschakeld tussen 10 een transportstand waarin de transportmiddelen de stukgoederen transporteren en een bufferstand waarin de in die zone aanwezige stukgoederen stilstaan, gekenmerkt door over de lengte van de transportmiddelen verdeelde, in elke zone aanwezige bufferorganen voor het ondersteunen van de stukgoederen in de 15 bufferstand, waarbij de transportmiddelen en de bufferorganen in elke zone in hoogte ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn zodanig dat in de transportstand de transportmiddelen en in de bufferstand de bufferorganen de betreffende stukgoederen in die zone zullen ondersteunen.

2. Transporteur volgens conclusie 1, waarbij de buf- ferorganen in hoogte verstelbaar zijn ten opzichte van het frame en de transportmiddelen.

3. Transporteur volgens conclusie 1 of 2, waarbij de bufferorganen aan weerszijden van het transportorgaan zijn aan-25 gebracht.

4. Transporteur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de bufferorganen zijn uitgevoerd als railstukken die zich over een gedeelte van de spiraalvormige baan uitstrekken .

5. Transporteur volgens een der voorgaande conclu sies, waarbij de transportmiddelen zijn uitgevoerd als een eindeloze transportband, bijvoorbeeld een lamellentransportband.

6. Transporteur volgens conclusie 5, waarbij de transportband is voorzien van een steunoppervlak dat in dwars-35 doorsnede convex gevormd is.

7. Transporteur volgens conclusie 5 of 6, waarbij het frame is voorzien van een spiraalvormige geleiding en de eindeloze transportband in althans ongeveer radiale richting ten opzichte van de geleiding met behulp van rollen is geleid.

8. Transporteur volgens een der conclusies 1 - 4, waarbij de transportmiddelen zijn uitgevoerd met een aantal over de in hoofdzaak spiraalvormige baan verdeelde, aandrijfba-re rollen voor het vormen van een zich over de in hoofdzaak spiraalvormige baan uitstrekkende rollenbaan.

9. Transporteur volgens conclusie 8, waarbij de buf- ferorganen tussen de rollen zijn aangebracht.

10. Transporteur volgens conclusie 9, waarbij de bufferorganen als vingers zijn uitgevoerd.

11. Transporteur volgens een der voorgaande conclu- 15 sies, waarbij de bufferorganen zijn voorzien van de stukgoederen ondersteunende antislip oppervlakken.

12. Transporteur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij in elke zone een sensorinrichting is aangebracht die samenwerkt met de schakelmiddelen en de schakelmiddelen van 20 de verschillende zones in serie zijn geschakeld.

13. Transporteur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de bufferorganen en de transportmiddelen ten opzichte van elkaar in hoogte beweegbaar zijn met behulp van pneumatisch of elektrisch bediende heforganen.

14. Transporteur volgens een der voorgaande conclu sies, waarbij de bufferorganen en de transportmiddelen ten opzichte van elkaar in hoogte beweegbaar zijn met behulp van heforganen die mechanisch bedienbaar zijn met behulp van de zich bewegende transportmiddelen.

15. Transporteur voor het transporteren en bufferen van stukgoederen en dergelijke over een in hoogterichting verlopende, in hoofdzaak schroeflijnvormige baan, voorzien van een frame, een door het frame ondersteunde en door aandrijf -middelen aangedreven transportmiddelen die volgens de schroef- 35 lijnvormige baan verlopen en de stukgoederen over deze baan kunnen transporteren, waarbij de in hoofdzaak schroeflijnvormige baan ten minste gedeeltelijk in zones is verdeeld die elk met schakelmiddelen zijn uitgerust, zodanig dat in elke zone de transporteur kan worden geschakeld tussen een transport -stand waarin de transportmiddelen de stukgoederen transporteren en een bufferstand waarin de in die zone aanwezige stukgoederen stilstaan, gekenmerkt door over de lengte van de 5 transportmiddelen verdeelde, in elke zone aanwezige bufferor-ganen voor het ondersteunen van de stukgoederen in de bufferstand, waarbij de aandrijfmiddelen en de bufferorganen in elke zone in hoogte ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn zodanig dat in de transportstand de aandrijfmiddelen en in de buffer-10 stand de bufferorganen met de betreffende stukgoederen in die zone in verbinding staan.

16. Transporteur voor het transporteren en bufferen van stukgoederen en dergelijke over een in hoogterichting verlopende, in hoofdzaak schroeflijnvormige baan, voorzien van 15 een frame, een door het frame ondersteunde en door aandrijf- middelen aangedreven transportmiddelen die volgens de schroef-lijnvormige baan verlopen en met behulp van hun steunoppervlak de stukgoederen over deze baan kunnen transporteren, waarbij de in hoofdzaak schroeflijnvormige baan ten minste gedeelte-20 lijk in zones is verdeeld die elk met schakelmiddelen zijn uitgerust, zodanig dat in elke zone de transporteur kan worden geschakeld tussen een transportstand waarin de transportmiddelen de stukgoederen transporteren en een bufferstand waarin de in die zone aanwezige stukgoederen stilstaan, gekenmerkt door 25 over de lengte van de transportmiddelen verdeelde, in elke zone aanwezige bufferorganen voor het ondersteunen van de stukgoederen in de bufferstand, waarbij de bufferorganen en het steunoppervlak in elke zone in hoogte ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn zodanig dat in de transportstand de stukgoede-30 ren in verbinding staan met de aandrijfmiddelen en in de bufferstand de verbinding tussen de aandrijfmiddelen en de stukgoederen is verbroken en de bufferorganen de betreffende stukgoederen in die zone zullen ondersteunen. 35