NL194150C - Rookartikel en wikkelpapier daarvoor. - Google Patents

Description

% 1 194150

Rookartikel en wlkkelpapier daarvoor

De uitvinding heeft betrekking op een rookartikel omvattende een rookmateriaalstang, die gewikkeld is in een wikkelpapier.

5 De uitvinding heeft verder betrekking op rookartikel wikkelpapier.

Een dergelijk rookartikel en rookartikel wikkelpapier zijn bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 4.231.377. Gebruikelijk sigarettenpapier bestaat uit cellulosevezels en een anorganische vulstof, in het meest gebruikelijke geval krijt. Een de verbranding regelende verbinding wordt ook vaak omvat. In het Amerikaanse octrooischrift 4.231.377 zijn voorstellen gedaan voor sigaretten die bij het roken daarvan 10 verminderde hoeveelheden zijstroom-rookbestanddelen uitzenden, waarbij zijstroomrook de rook is, die uit het aangestoken einde van de sigaret voortkomt. Hiertoe is het opnemen van een combinatie van magne-siumoxide en een toegevoegd zout in sigarettenpapier voorgesteld. Het vulniveau van magnesiumoxide moet zich op een hoog niveau bevinden, bijvoorbeeld in de orde van grootte van ten minste 35%, voordat een significante zichtbare reductie in zijstroomrook wordt bereikt. Dit hoge vulniveau veroorzaakt een minder 15 goede, papierachtige smaak en onacceptabele as-karakteristieken.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding een rookartikel omvattende een rookmateriaalstang, die gewikkeld is in een wikkelpapier te verschaffen waarin tenminst een van deze nadelen is opgeheven.

Hiertoe wordt het rookartikel van de boven beschreven soort volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het wikkelpapier ten minste één hydroxideverbinding en ten minste één organische verbinding omvat 20 gekozen uit de groep, bestaande uit lithiumhydroxide, aluminiumhydroxide, calciumhydroxide, kaliumfor-miaat, natriumformiaat en natriumacetaat, bij een totaal vulniveau van de verbindingen, van niet minder dan 2 g/m2, waarbij de inherente permeabiliteit van het wikkelpapier binnen een bereik van 3 tot 20 Coresta-eenheden ligt

Hierdoor wordt de totale deeltjesmaterie (TPM) in de zijstroomstrook, die uit het aangestoken einde van 25 het artikel voortkomt gedurende het roken daarvan, met ten minste 30% verminderd ten opzichte van de TPM, die voortkomt uit het aangestoken einde van een overigens identiek rookartikel dat wikkelpapier omvat zonder de in het voorgaande vermelde verbindingen en gerookt wordt onder dezelfde rookgesteldheden. Bovendien wordt, in vergelijking met het Amerikaanse octrooischrift, een vergelijkbare of grotere zichtbare zijstroomrook reductie verkregen bij veel lagere vulniveaus (zie bijvoorbeeld tabel III uit het Amerikaanse 30 octrooischrift waar 50% MgO. een basis gewicht van 50 g/m2,1% Na/K citraat slechts een reductie oplevert van 40-41%). Tevens leveren de lagere vulniveaus niet de nadelen op van onacceptabele as-karakteristieken of een minder goede, papierachtige smaak in de hoofdstroom rook. Ook worden materiaalkosten verminden! door lagere vulniveaus. Nog een ander nadeel dat wordt opgelost is dat de permeabiliteit van het papier niet zo laag hoeft te zijn als vermeld in de Britse octrooiaanvrage 2.094.130A. 35 In de Britse octrooiaanvrage 2.094.130-A is een sigaret met verminderende zijstroomuitzending geopenbaard, welke bestaat uit een stang van rookmateriaal, die gewikkeld is in een sigarettenpapier, waarvan de doordringbarheid voor lucht als gevolg van visceuze stroming niet meer bedraagt dan ongeveer 3 coresta-eenheden en waarvan de ratio van de diffusiecoêfficiènt van zuurstof door stikstof in het papier tot de dikte van het papier in de orde van 0,08 tot 0,65 cm/sec bedraagt. Papier met lage permeabiliteit dat deze 40 kenmerken niet heeft kan veroorzaken dat een rookartikel zichzelf dooft. De onvermijdelijk optredende doordringbaarheid voor lucht van het papier, dat wil zeggen die als gevolg van visceuze stroming, moet binnen het bereik van 3 tot 20 Ccresta-eenheden en vrat nog verkieslijker is binnen een bereik van 3 tot 10 Coresta-eenheden liggen.

De doordringbaarheid voor lucht van een papier, uitgedrukt in Coresta-eenheden, is de hoeveelheid lucht 45 in kubieke centimeters, die door één vierkante centimeter van het papier gaat in één minuut bij een constant drukverschil van 1,0 kilopascal. Voor details voor wat betreft het beginsel van visceuze stroming met betrekking tot sigarettenpapierdoordringbaarheid wordt verwezen naar de in het voorgaande genoemde Britse octrooiaanvrage 2.094.130-A.

Uit het Britse octrooischrift 646.030 is nog een sigaret bekend waarvan het wikkelpapier chemicaliën 50 omvt ter voorkoming van de vorming van verkoolde papierdeeltjes. Als voorbeeld van een aan het wikkelpapier toe te voegen stof wordt lithiumhydroxide genoemd.

Uit het Amerikaanse octrooischrift 4.108.151 is een wikkelpapier voor sigaretten bekend waarin aluminiumoxide is opgenomen ter vermindering van de dampvormige organische bestanddelen in de sigarettenrook en van de zichtbare zijstroomrook tijdens het roken.

55 Uit het Amerikaanse octrooischrift 4.129.134 is nog een sigaret bekend, met een wikkelpapier dat een laag omvat die onder andere een natuurlijk polysaccharide en calciumhydroxide bevat, ter verfraaiing van het uiterlijk, ter vermindering van de productie van zijstroomrook en ter verbetering van de smaak en het 194150 2 aroma van de sigaret.

De of elke verbinding kan, in samenhang met een geschikt bindmiddel of oplosmiddel, als een bekleding op het sigarettenpapier op de ene of de andere zijde daarvan aangebracht worden. Als alternatief kan het in het papier opgenomen worden in de papiervervaardigingsfase. De verbinding(en) en het vulniveau daarvan 5 worden bij voorkeur zo gekozen dat dit resultaat in een vermindering in zijstroomrook-totale deeltjesmaterie (TPM) van ten minste 50% en bij voorkeur ten minste 60%.

De productiesnelheid van zijstroom-TPM, dat wil zeggen de zijstroom-TPM-afgifte per sigaret gedeeld door de tijd gedurende welke de sigaret gerookt wordt, correleert met de hoeveelheid zichtbare zijstroom-rook die uit de sigaret komend waargenomen wordt. Door toepassing van de onderhavige uitvinding is het 10 mogelijk om productiesnelheden van zijstroom-TPM te verkrijgen die aanzienlijk minder zijn dan de typerende waarde van drie mg/min die bij gebruikelijke sigaretten tegengekomen wordt. Bij voorkeur moet de mate van zijstroom-TPM minder zijn dan twee mg/min gemeten volgens een hier in het volgende voor Experiment 1 beschreven procedure.

Enkele van de verbindingen, die volgens de onderhavige uitvinding een vermindering in zijstroomrook-15 TPM teweeg brengen, vertonen tegenstrijdige eigenschappen indien zij bij een te hoog vulniveau optreden. Zo kan bijvoorbeeld lithiumhydroxide tot een breuk van papierstructuur leiden en derhalve moet het vulniveau van deze verbinding beperkt worden tot een niveau waaronder dit breukverschijnsel niet optreedt. Een vulniveaulimiet moet ook in acht genomen worden voor kaliumformiaat, omdat hogere vulniveaus bleken te resulteren in een onaanvaardbare, kooksachtige asvorming bij het roken van proefsigaretten. Een 20 voordeel van het toepassen van een aantal, speciaal drie of meer, zijstroomrook verminderende verbindingen is dat een vereist totaal vulniveau bereikt kan worden zonder een bovenste vulniveaulimiet van elk van de verbindingen te overschrijden.

Op gesdirkte wijze omvat, van de in het voorgaande genoemde verbindingen, het omwikkelpapier ten minste calciumhydroxide.

25 Bij het roken van proefsigaretten werd vastgesteld dat geen vermindering, of slechts een verwaarloosbare vermindering, in zichtbare zijstroomrook resulteert uit de toepassing van respectievelijk met magnesium-oxide, calciumcarbonaat, lithiumcarbonaat, kaliumnatriumtartraat, aliminiumammoniumsulfaat, magnesiumdt-raat, magnesiumoxalaat, triammoniumcitraat, citroenzuur en zwaar magnesiumcarbonaat behandeld sigarettenpapier.

30 De uitvinding voorziet verder in rookartikelwikkelpapier, waarbij het rookartikel wikkelpapier omvat ten minste één hydroxideverbinding en ten minste één organische verbinding gekozen uit de groep, bestaande uit lithiumhydroxide, aluminiumhydroxide, calciumhydroxide, kaliumformiaat, natriumformiaat en natrium-acetaat bij een totaal vulniveau van de verbindingen, van niet minder dan 2 gm/m2, waarbij de inherente permeabiliteit van het wikkelpapier binnen het bereik van 3 tot 20 Coresta-eenheden ligt.

35 Voorbeelden van de uitvinding zullen nu aan de hand van een aantal experimenten beschreven worden.

Experiment 1 70 mm lange cigaretten zonder mondstuk werden vervaardigd onder toepassing van in een rookgang verduurzaamde tabak en een uit een enkele laag bestaande omwikkeling van sigarettenpapier met een 40 aanvankelijke doordringbaarheid voor lucht van 26 Coresta-eenheden en een gewicht van 23 g/m2. Het sigarettenpapier was, vóór de sigarettenvervaardiging, bekleed op de zijde, die bedoeld was om de binnenzijde in de vervaardigde sigaretten te zijn, met een bekleding, bestaande uit stijfsel (6%), aluminiumhydroxide (12%), magnesiumhydroxide (12%), calciumhydroxide (12%), natriumformiaat (3%) en natrium-acetaat (3%). De percentagecijfers zijn de vulniveaus voor de respectieve verbindingen gebaseerd op het 45 gewicht van het beklede papier. Het totale bekledingsniveau bedroeg derhalve 48%, dat wil zeggen 21,2 g/m2. Het stijfsel werd als een bindmiddel gebruikt. De doordringbaarheid voor lucht van het beklede papier bedroeg 22 Coresta-eenheden.

Elk van deze sigaretten werd gerookt onder standaardrookgesteldheden, d.w.z. elke minuut een trek van 35 cc van 2 seconden duur, onder het zich uitstrekken daarvan tot in een verticale flacon door een opening 50 in de wand daarvan, die uitgerust was met een met de sigaret in contact te brengen dichting. Over de bovenopening van de flacon was een Cambridge-filterkussen van 62 mm diameter aangebracht. Lucht en zijstroomrook werden omhoog gezogen onder de werking van een luchtpomp, waarbij de stroming van lucht in een onderste opening van de flacon, welke stroming door de pomp opgewekt werd, op 1 liter/minuut gehouden werd. De zijstroomrook-TPM werd op het filterkussen verzameld.

55 Door het wegen van het filterkussen voor de aanvang van het roken van een sigaret en na de voltooiing van de rookcyclus werd een bepaling uitgevoerd voor elke sigaret van de totale hoeveelheid door de sigaret uitgezonden zijstroomrook-TPM. Gevonden werd dat het totaal gemiddeld 14,1 mg bedroeg.

Claims (9)

1. Rookartikel omvattende een rookmateriaalstang, die gewikkeld is in een wikkelpapier, met het kenmerk, dat het wikkelpapier ten minste één hydroxideverbinding en ten minste één organische verbinding omvat 35 gekozen uit de groep, bestaande uit lithiumhydroxide, aluminiumhydroxide, calciumhydroxide, kaliumfor-miaat, natriumformiaat en natriumacetaat, bij een totaal vulniveau van de verbindingen, van niet minder dan 2 g/m2, waarbij de inherente permeabiliteit van het wikkelpapier binnen een bereik van 3 tot 20 Coresta-eenheden ligt.

2. Rookartikel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de permeabiliteit van het wikkelpapier binnen een bereik van 3 tot 10 Coresta-eenheden ligt.

3. Rookartikel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het wikkelpapier drie of meer verbindingen van de groep omvat.

3 194150 i Wanneer controlesigaretten, met onbekleed sigaretpapier, op dezelfde wijze gerookt werden, bleek dat de totale zijstroomrook-TPM 23,2 mg bedroeg. De aanbrenging op het sigarettenpapier van de proef· sigaretten van de in het voorgaande in detail beschreven bekleding bracht derhalve een vermindering van ongeveer 39% in zijstroomrook-TPM teweeg. 5 Experiment 2 De procedure van Experiment 1 werd gevolgd behoudens dat de op het sigarettenpapier aangebrachte bekleding bestond uit stijfsel (9%), aluminiumhydroxide (18%), calciumhydroxide (18%), natriumformiaat (2,7%) en natriumacetaat (2,7%). Het vulniveau, afgezien van het stijfsel, bedroeg dus 17,3 g/m2. De 10 doordringbaarheid voor lucht van het papier nadat de bekleding was aangebracht bedroeg 18 Coresta-eenheden. De totale zijstroomrook-TPM voor onbeklede controlesigaretten bedroeg 23,9 mg, terwijl die voor de proefsigaretten 13,9 mg bedroeg. De bekleding bracht derhalve een vermindering van ongeveer 42% teweeg.

15 Experiment 3 De procedure van Experiment 1 werd gevolgd behoudens dat de bekleding bestond uit stijfsel (9%), calciumhydroxide (35%), natriumformiaat (2,8%) en natriumacetaat (2,8%), hetgeen een vulniveau, afgezien van stijfsel, van 15,7 g/m2 gaf. De totale zijstroomstrook-TMG werd van 27,0 mg voor controlesigaretten verminderd tot 14,6 mg voor de proefsigaretten, hetgeen een vermindering van 46% vertegenwoordigt.

20 Experiment 3 toont het vermogen van calciumhydroxide om een goede zijstroomvermindering tot stand te brengen wanneer deze overweegt in een bekledingsmengsel. Experiment 4 De procedure van Experiment 1 werd gevolgd behoudens dat de bekleding bestond uit stijfsel (8%), 25 aluminiumhydroxide (16%), magnesiumhydroxide (16%) en calciumhydroxide (16%), hetgeen een vulniveau, afgezien van stijfsel, van 21,2 g/m2 gaf. De bekleding verminderde de doordringbaarheid voor lucht van het papier tot 10 Coresta-eenheden. De totale zijstroomrook-TPM voor controlesigaretten bleek 25,8 mg te zijn en voor de proefsigaretten 16,9 mg, hetgeen een vermindering van 34% vertegenwoordigt. 30

4. Rookartikel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het wikkelpapier twee hydroxideverbindingen van 45 de groep omvat.

5. Rookartikel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het wikkelpapier ten minste twee organische verbindingen van de groep omvat.

6. Rookartikel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het vulniveau van de of elke organische verbinding van de groep niet boven 3 g/m2 ligt.

7. Rookartikel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het vulniveau van eik van de hydroxideverbindingen van de groep ten minste 2 g/m2 bedraagt.

8. Rookartikelwikkelpapier, met het kenmerk, dat het rookartikel wikkelpapier omvat ten minste één hydroxideverbinding en ten minste één organische verbinding gekozen uit de groep, bestaande uit lithiumhydroxide, aluminiumhydroxide, calciumhydroxide, kaliumformiaat, natriumformiaat en natriumacetaat 55 bij een totaal vulniveau van de verbindingen, van niet minder dan 2 g/m2, waarbij de inherente permeabiliteit 194150 4 ; van het wikkelpapier binnen een bereik van 3 tot 20 Coresta-eenheden ligt.

9. Rookartikel volgens een der waarbij het rookartikel een sigaret is, conclusies 1-7, bekleed met sigarettenpapier, zoals beschreven in experiment 1, 2, 3 of 4.