NL193892C - Grondbewerkingsmachine. - Google Patents

Description

1 1Θ3892

Grondbewerkingsmachine

De uitvinding heeft betrekking op een grondbewerkingsmachine, voorzien van een hoofdgestel en van een hulpgestel, dat zwenkbaar om een in hoofdzaak horizontale en dwars op de beoogde rijrichting van de 5 machine verlopende zwenkas met het hoofdgestel is verbonden, met welk hulpgestel tandvormige grondbewerkingswerktuigen zijn verbonden, alsmede een, gerekend in de rijrichting, voor en achter de grondbewerkingswerktuigen opgestelde vrij om een horizontale dwars op de beoogde rijrichting verlopende as draaibare kruimelwals, welke machine verder is voorzien van een zich in hoofdzaak horizontaal en dwars op de beoogde rijrichting uitstrekkende de grond beïnvloedende rail.

10 Een dergelijke grondbewerkingsmachine is bekend uit het GB Patent Application 2.163.932. Het is gebleken dat met dit bekende bodembewerkingstoestel geen tevredenstellende bewerking van de grond kan worden verkregen. Met name is de verkruimelde werking in de praktijk onvoldoende.

Het is een doel van de uitvinding een verbeterde grondbewerkingsmachine te verschaffen, waarmee een betere verkruimeling van de grond is te verkrijgen.

15 Een ander doel van de uitvinding is om een grondbewerkingsmachine te verschaffen, waarmee in één doorgang zowel de goede verkruimeling van de grond kan worden verkregen als een geschikt aandrukken hiervan, waardoor de grond geschikt is om een geoptimaliseerde zaadbedvorming te verkrijgen.

Dit doel wordt volgens de uitvinding verkregen met een bodembewerkingstoestel als hiervoor genoemd, dat daardoor wordt gekenmerkt dat, gerekend in de beoogde rijrichting, achter beide kruimelwalsen een de 20 grond beïnvloedende rail is opgesteld, met een lengte, die in hoofdzaak overeenkomt met de lengte van de bijbehorende kruimelwals, van welke rails het werkzame voorvlak schuin tegengesteld aan de beoogde rijrichting van onder naar boven verloopt en op zodanige afstand achter de bijbehorende kruimelwals is opgesteld dat althans een deel van de door de kruimelwals bewerkte aarde wordt teruggevoerd naar deze kruimelwals, waarbij, gerekend in de beoogde rijrichting, achter het achterste samenstel van kruimelwals en 25 rail een met het hoofdgestel verbonden vrij om een horizontale en dwars op de beoogde rijrichting verlopende as draaibare aandrukrol is opgesteld.

Hiermee worden de bovengenoemde doelen verkregen. Doordat de rails achter de kruimelwalsen zijn aangebracht, zodanig dat althans een deel van de aarde wordt teruggevoerd naar de kruimelwals, wordt een zeer goede verkruimeling verkregen en doordat achter de achterste kruimelwals een aandrukrol is 30 aangebracht, wordt de verkruimelde aarde geëffend en opnieuw verstevigd, waardoor een optimalisering van de zaadbedvorming wordt verkregen.

"Uit het DE Auslegeschrift DE-2.251.699 is een grondbewerkingsmachine bekend welke machine een aantal tandvormige grondbewerkingswerktuigen omvat, alsmede een daar achter geplaatste kruimelwals, die is voorzien van een de grond beïnvloedende rail. Deze rail voert althans een deel van de door de kruimel-35 wals bewerkte aarde terug naar de kruimelwals. In dit document is echter geen sprake van een grondbewerkingsmachine als volgens de onderhavige uitvinding, waarbij het mogelijk is om in één arbeidsgang een fijn aangedrukt zaaibed te verkrijgen.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een grondbewerkingsmachine als hiervoor genoemd, waarbij tussen het hoofdgestel en het zwenkbaar daarmee verbonden hulpgestel, veermiddelen zijn aangebracht 40 welke machine wordt gekenmerkt doordat de horizontale zwenkas althans nagenoeg verticaal boven de, gerekend in de beoogde rijrichting, achterste kruimelwals is opgesteld en dat verticale geleidingen tussen het hoofdgestel en het hulpgestel althans nagenoeg boven de, gerekend in de beoogde rijrichting, voorste kruimelwals zijn opgesteld, op welke geleidingen de veermiddelen inwerken.

Een dergelijke uitvoering van een grondbewerkingsmachine zorgt ervoor dat een naar keuze te variëren 45 drukbelasting op de voorste kruimelwalsen kan worden uitgeoefend, terwijl de opstelling van de achterste kruimelwals in hoofdzaak blijft gehandhaafd.

Om een naar buiten treden van de aarde te verhinderen zijn volgens de uitvinding aan weerskanten van de kruimelwalsen verticale zich in de beoogde rijrichting uitstrekkende zijschilden opgesteld, waarvan de onderzijde de grond raakt en die zowel de kruimelwals als de bijbehorende rail zijwaarts afdekken. Deze 50 zijschilden zijn aan de buitenzijde aan het gestel van de kruimelwalsen geschroefd, waarbij door deze op voordelige wijze wordt vermeden dat zijdelings van het bewerkingsvlak dammen worden gevormd.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de machine volgens de uitvinding is weergegeven.

55 Figuur 1 toont de grondbewerkingsmachine in zijaanzicht, figuur 2 toont een kruimelwals met rail met zijschild in zijaanzicht.

Claims (3)

5 Op het dwarsraam 24 zijn draagarmen aangebracht, die samen met het dwarsraam 24 het hoofdgestel 2 vormen. Tussen de kruimelwalsen 3 en 5 zijn twee reeksen met tandvormige grondbewerkingswerktuigen 8, 9 aangebracht. Deze tandvormige grondbewerkingswerktuigen zijn met een gestel 18 verbonden, dat via kniehefbomen 26,27 scharnierbaar verbonden met het hulpgestel 30 of het hoofdgestel 2. De vrije uiteinden 10 van de kniehefbomen 26, 27 worden via een spindel 10 met elkaar verbonden, zodat de respectievelijke hoekstand van de grondbewerkingstandvormige werktuigen 8,9 respectievelijk de hieraan toegevoegde scharen 8', θ' kan worden gevarieerd. Via een instelarm 11 kan de hoogte van het gestel 18 en derhalve de tandvormige grondbewerkingswerktuigen 8, 9 door een eenvoudige insteekverplaatsing worden veranderd. 15 Via overeenkomstige insteekarmen 12,13 is het tevens mogelijk om de rails 4, 6 wat betreft hun hoogte zodanig te veranderen, dat ze telkens een voorafbepaalde dikke aardstrook afschillen. De aandrukrol 7 wordt via een veer 14 belast en op de bodem gedrukt. De rails 4, 6 worden via veeropstellingen 15,16 zodanig belast, dat de rails 4, 6 telkens in een optimale schiipositie staan, al naar gelang welk bodemtype en welke bodemsamenstelling op dat moment aanwezig is. De veeropstellingen 15, 16 garanderen derhalve 20 een telkens optimale helling respectievelijk schuine stand van de snijrails 4, 6 en derhalve van hun ingrijping in de bodem. Het op het hulpgestel 30 gelagerde stangenparallellogram 17 wordt enerzijds door de spindel 10 en anderzijds door de kniehefbomen 26, 27 en tenslotte door het gestel 18 gevormd. Het gestel 18 is via het hulpgestel 30 verbonden met het hoofdgestel 2, welke aan zijn achteruiteinde een lagering 25 voor de 25 aandrukrol 7 bezit. Het hulpgestel 30 is aan de achterzijde scharnierbaar en asm de voorzijde via geledings-elementen 20 met het hoofdgestel 2 verbonden. Deze geleidingselementen 20 worden via veeropstellingen 21 zodanig belast, dat de voorste kruimelwals 3 telkens optimaal aangrijpt op de bodem. Aan gesteldelen 29 van het hulpgestel 30 zijn, zoals blijkt uit figuur 2, zijschiiden 31 in de buurt van de kruimelwalsen 3, 5 en de rails 4, 6 aangebracht. De corresponderende kruimelwals 3 respectievelijk 5 steekt 30 aan de bovenzijde 32 respectievelijk onderzijde 33 slechts in geringe mate buiten deze zijschiiden 31 uit, zodat een betrouwbare geleiding van de aarde wordt bereikt. Hierdoor wordt verhinderd, dat aarde tot buiten de werkbreedte van de grondbewerkingsmachine wordt verplaatst. De punt 34 van het zijschild 31 is enigszins afgeschuind, teneinde het geleiden van het zijschild 31 in de grond te vereenvoudigen. De in figuur 2 weergegeven rail 4, 6 wordt via een gebogen lange arm 42 vastgehouden, welke 35 beweegbaar aan het de kruimelwals 3, 5 dragende hulpgestel 30 is gekoppeld, waarbij de verzwenkbaar-heid gericht is beperkt door aanslagen in de plaat 43. 40

1. Grondbewerkingsmachine, voorzien van een hoofdgestel en van een hulpgestel, dat zwenkbaar om een in hoofdzaak horizontale en dwars op de beoogde rijrichting van de machine verlopende zwenkas met het hoofdgestel is verbonden, met welk hulpgestel tandvormige grondbewerkingswerktuigen zijn verbonden, alsmede een, gerekend in de rijrichting, voor en ander de grondbewerkingswerktuigen opgestelde vrij om 45 een horizontale dwars op de beoogde rijrichting verlopende as draaibare kruimelwals, welke machine verder is voorzien van een zich in hoofdzaak horizontaal en dwars op de beoogde rijrichting uitstrekkende de grond j beïnvloedende rail, met het kenmerk, dat, gerekend in de beoogde rijrichting, achter beide kruimelwalsen (3, 5. een de grond beïnvloedende rail (4, 6) is opgesteld, met een lengte, die in hoofdzaak overeenkomt met de lengte van de bijbehorende kruimelwals (3, 5), van welke rails (4, 6) het werkzame voorvlak schuin 50 tegengesteld aan de beoogde rijrichting van onder naar boven verloopt en op zodanige afstand achter de bijbehorende kruimelwals (3, 5) is opgesteld dat althans een deel van de door de kruimelwals (3,5) bewerkte aarde wordt teruggevoerd naar deze kruimelwals (3, 5), waarbij, gerekend in de beoogde rijrichting, achter het achterste samenstel van kruimelwals (5) en rail (6) een met het hoofdgestel verbonden vrij om een horizontale en dwars op de beoogde rijrichting verlopende as draaibare aandrukrol (7) is 55 opgesteld.

2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, waarbij tussen het hoofdgestel en het zwenkbaar daarmee verbonden hulpgestel verstelbare veermiddelen zijn aangebracht, met het kenmerk, dat de ‘ 3 193892 horizontale zwenkas althans nagenoeg verticaal boven de, gerekend in de beoogde rijrichting, achterste . kruimelwals (5) is opgesteld en dat verticale geleidingen (21) tussen het hoofdgestel (2) en het hulpgestel (30) althans nagenoeg boven de, gerekend in de beoogde rijrichting, voorste kruimelwals (3) zijn opgesteld, op welke geleidingen (21) de instelbare veermiddelen inwerken.

3. Bodembewerkingstoestel volgens één der conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat aan de weerskanten van de kruimelwalsen (3,5) verticale zich in de beoogde rijrichting uitstrekkende zijschilden (31) zijn opgesteld, waarvan de onderzijde de grond raakt en die zowel de kruimelwals (3,5) als de bijbehorende rail (4,6) zijwaarts afdekken. Hierbij 2 bladen tekening