NL1039915C2 - Inrichting afsnijden van de top van een capsule van een wijnfles. - Google Patents

Description

Titel: Inrichting afsnijden van de top van een capsule van een wijnfles

BESCHRIJVING

5

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het rondom insnijden van een afsluitcapsule van een fles, in het bijzonder een wijnfles.

10 Uit NL1039168 ten name van aanvrager is bekend een schenkmond voor een bijvoorbeeld een wijnfles, omvattende een schenktuit met een in een meetkundig vlak liggende uitstroomopening die rondom is voorzien van een antidrupoppervlak dat, gezien in langsdoorsnede van de schenkmond ("en profiel"), met het 15 meetkundige vlak een hoek α maakt tussen 0°en 60°, bij voorkeur ca. 35°. Voorts is voorzien in een drupopvanggoot die zich in hoofdzaak rondom de schenktuit uitstrekt en die een gootbodem en een gootrand omvat. De gootbodem en/of gootrand kunnen zijn voorzien van concentrische groeven en/of ruggen.

20

Uit NL1039234 ten name van aanvrager is bekend een configuratie voor het afsluiten van de uitstroomopening van een uit-stroomtuit van bijvoorbeeld een wijnfles, omvattende een af-sluitkap voor het afsluiten van de uitstroomopening, met 25 daarbinnen een geprofileerde ringvormige schenkmond voor het verbeteren van de uitschenkeigenschappen. De afsluitkap kan worden gevormd door een capsule dan wel door een schroefdop die over de schenkmond en een gedeelte van de buitenzijde van de uitstroomtuit is aangebracht. De ringvormige schenkmond 30 kan tevens dienen als afdichtelement.

De onderhavige uitvinding is met name bedoeld als gereedschap voor het afsnijden van de bovenkant van een als capsule uitgevoerde afsluitkap, waarbij de ringvormige schenkmond, be- 1039915 2 doeld voor het verbeteren van de uitschenkeigenschappen, is aangebracht tussen het bovenste uiteinde van de flessenhals en de afsluitcapsule. Wanneer de bovenkant -en een miniem gedeelte van de zijkant- van de afsluitcapsule wordt afgesne-5 den, komt daarmee de geprofileerde bovenkant van de ringvormige schenkmond vrij, waardoor -door de werking van het speciale profiel ervan- de uitschenkeigenschappen van de (wijn)fles worden verbeterd en er niet of nauwelijks ongewenste druppelvorming plaatsvindt tijdens het uitschenken van 10 de flesinhoud.

Volgens de onderhavige uitvinding wordt voorzien in een inrichting voor het rondom insnijden van een afsluitcapsule van een fles, waarbij is voorzien in een van een aanslagvlak 15 voorzien aanslagelement, een van een snijkant voorzien snij-element en een van een begrenzingsvlak voorzien begrenzings-element, waarbij het aanslagelement is ingericht om tegen de bovenkant van de afsluitcapsule te worden geplaatst, de snijkant van het snij element zich op een zekere (eerste) afstand 20 van het aanslagvlak van het aanslagelement bevindt, en de (tweede) afstand tussen de snijkant en het begrenzingsvlak -die de effectieve snijdiepte van het snijelement definieert- overeenkomt met de maximale insnijdiepte.

25 In een voorkeursuitvoering omvat de inrichting een in hoofdzaak dopvormig basislichaam, voorzien van middelen om het snijelement al dan niet losmakelijk aan zijn binnenkant te kunnen opnemen en bevestigen. Bij voorkeur is voorzien in middelen om het snijelement losmakelijk te kunnen bevestigen, 30 waardoor de snijelementen, in de vorm van bijvoorbeeld losse mesjes, uitwisselbaar zijn. De inrichting kan daarbij een zijwand omvatten en een al dan niet geheel gesloten bovenwand, waarbij de binnenzijde van de bovenwand fungeert als het genoemde aanslagvlak. Bij voorkeur is de binnenzijde van 3 de bovenwand voorzien van één of meer afstandselementen voor het op afstand houden van het snij element ten opzichte van de als aanslagvlak fungerende binnenzijde van de bovenwand. Bij voorkeur fungeert ten minste één van de afstandselementen te-5 vens als begrenzingselement. Wat betreft de functies van respectievelijk het aanslagvlak, het afstandselement en het begrenzingselement : - het aanslagvlak dient voor het opvangen (tegenhouden) van de bovenkant van de in te snijden afsluitcapsule, 10 - het afstandselement zorgt ervoor dat het snij element zich op de juiste (eerste) afstand tot de bovenkant van de afsluitcapsule bevindt, en - het begrenzingselement dient ervoor om te zorgen dat, bij zijdelingse verplaatsing van de snij inrichting, het 15 snijelement in de zijwand van de capsule kan dringen, echter niet veel verder dan over die (tweede) afstand.

Bij voorkeur is voorzien in middelen om het snijelement losmakelijk te kunnen opnemen en bevestigen, waardoor het snij-20 element kan worden vervangen door een nieuw. Het snijelement bezit bij voorkeur een in hoofdzaak concave snijkant, waardoor het doorsnijden van de capsulewand vloeiend verloopt.

Om duidelijk aan de gebruiker van de inrichting te tonen op 25 welke locatie deze kracht op de inrichting moet uitoefenen, omvat de inrichting bij voorkeur een drukgebied, bestemd en ingericht voor het door een gebruiker van de inrichting uitoefenen van een druk- resp. rotatiekracht op de inrichting voor het rondom indrijven van het snijelement in het materi-30 aal van de afsluitcapsule en het aldus afsnijden van de bovenkant van de afsluitcapsule.

Behalve over een snij inrichting, inclusief snijelement, strekt de bescherming van de onderhavige octrooiaanvrage zich 4 tevens uit over elk snij element dat ingericht om al dan niet losmakelijk te kunnen worden opgenomen door en bevestigd in de inrichting volgens uitvinding.

5 Hierna zal de uitvinding nader worden besproken aan de hand van enige uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing naar enkele figuren.

Figuren la-b tonen een voorkeursuitvoering van de inrichting 10 volgens de uitvinding resp. in onderaanzicht, dwarsdoorsnede;

Figuren 2a-d tonen dezelfde voorkeursuitvoering en het bovenste gedeelte van een wijnfles, in onderaanzicht, 15 dwarsdoorsnede.

Figuren la-b resp. 2a-c tonen een inrichting 1 voor het rondom insnijden van een afsluitcapsule 2 van een fles 3 die verder nog kan zijn voorzien van een afsluitkurk 4 en een ring-20 vormig, geprofileerd (niet expliciet getoond) schenkelement 5 voor het verbeteren van de uitschenkeigenschappen van de wijnfles 3.

De inrichting 1 is voorzien van een van een aanslagvlak 6 25 voorzien aanslagelement 7, een van een snijkant 8 voorzien snijelement 9, en een van een begrenzingsvlak 10 voorzien be-grenzingselement 11. Het aanslagelement 7 is ingericht om met zijn aanslagvlak 6 tegen de bovenkant 2a van de afsluitcapsule 2 te worden geplaatst (of, met andere woorden, om de bo-30 venkant 2a van de afsluitcapsule 2 op te vangen en tegen te houden). De snijkant 8 van het snijelement bevindt zich dan op een afstand di van het aanslagvlak 6 van het aanslagelement 7. De afstand di tussen de snijkant 8 en het aanslagvlak 5 6 is minimaal gelijk aan de wanddikte van de af te snijden bovenkant 2a van de afsluitcapsule 2.

De inrichting 1 omvat een in hoofdzaak dopvormig basisli-5 chaam, omvattende een zijwand 12 en een al dan niet geheel gesloten bovenwand 7 (of "dopbodem"), waarbij de binnenzijde van de bovenwand 7 fungeert als het eerdergenoemde aanslag-vlak 6 waartegen de bovenkant 2a van de capsule 2 moet worden geplaatst teneinde die bovenkant 2a er af te kunnen snijden. 10 Het dopvormige basislichaam 7/12 is voorzien van middelen om het snijelement, al dan niet losmakelijk, aan zijn binnenkant te kunnen opnemen en bevestigen. In de getoonde uitvoering worden die middelen gevormd door een, aan de binnenzijde van de bovenwand 7 van het dopvormige basislichaam aangebracht, 15 rond bevestigingselement 13, dat samenwerkt met een ronde uitsparing in het snijelement 9. Voorts is het snijelement 9 voorzien van uitsteeksels 14 die achter een, aan de binnenzijde van de zijwand 12 van het dopvormige basislichaam aangebrachte, naar binnen toe uitstekende rand 15, haakt. Het 20 snijelement 9 (snijblad) kan worden verwisseld door het voorzichtig over het bevestigingselement 13 naar buiten te trekken, waardoor de uitsteeksels 14 van achter de rand 15 vandaan kunnen worden getrokken. Een nieuw snijelement 9 kan in omgekeerde volgorde tegen de bovenwand 7 van het dopvormige 25 lichaam worden aangebracht.

De binnenzijde van de bovenwand 7 is voorzien van twee af-standselementen 11 en 16, bedoeld voor het op afstand di houden van het snijelement 9 tot de als aanslagvlak 6 fungerende 30 binnenzijde van de bovenwand 7. Van die afstandselementen 11 en 16 fungeert afstandselement 11 tevens als (transversaal) begrenzingselement waardoor de insnijdiepte wordt beperkt tot de afstand ck.

6

Het snijelement 9 bezit bij voorkeur een in hoofdzaak concave snijkant 8, waarvan de straal overeenkomt met de helft van de diameter van de gemiddelde wijnfles.

5 Voorts is de inrichting 1 voorzien van een drukgebied 17, bestemd en ingericht voor het door een gebruiker van de inrichting 1 uitoefenen van een druk- resp. rotatiekracht op de inrichting 1 voor het rondom indrijven van het snijelement 9 in het materiaal van de afsluitcapsule 2 en het aldus afsnij-10 den van de bovenkant 2a van de afsluitcapsule 2. Het drukgebied 17 wordt bijvoorbeeld gevormd door een aantal ribben 18, waardoor het de gebruiker duidelijk zal zijn dat in zijn/haar duim op dat van de ribben 18 voorzien drukgebied 17 moet worden geplaatst om daar een druk- en rotatiekracht op de snij-15 inrichting 1 uit te oefenen (aangeduid .door een aantal naar beneden gerichte pijlen 19).

Figuren la-b tonen de voorkeursuitvoering van de inrichting zonder wijnfles, de figuren 2a-d tonen dezelfde voorkeursuit-20 voering en het bovenste gedeelte van een wijnfles: de figuren 2a-b in een stand waarbij de wijnfles met de bovenkant 2a van de capsule 2 tegen het aanslagvlak 6 is geplaatst, echter nog zonder -in transversale richting- tegen/in de snijkant van het snijelement 9 te zijn gedrukt, figuur 2b (en detail) de 25 stand waarin de capsule 2 met zijn zijkant in de snijkant 8 is gedrukt door uitoefening van door de gebruiker uitgeoefende transversale kracht 19, en figuur 2c de situatie waarin de inrichting 1 en de wijnfles 3 door de gebruiker ten opzichte van elkaar volledig zijn rondgedraaid onder voortdurende uit-30 oefening van de snij kracht 19, waardoor ten slotte de bovenkant 2a van de capsule 2 geheel is losgesneden en verwijderd kan worden. Het in figuur 2d getoonde resultaat bestaat uit de wijnfles 3 met capsule 2 en inclusief het schenkelement 5, dat -zoals uit eerdergenoemd octrooischrift NL1039234 ten na- 7 me van aanvrager blijkt- door de capsule 2 met de wijnfles 3 verbonden blijft. Wanneer hierna de afsluitkurk 4 -via de binnenkant van het schenkelement 5- uit de fles 3 wordt getrokken, kan de inhoud van de fles 3 worden uitgeschonken, 5 waarbij echter -dankzij de werking van het schenkelement 5-druppelvorming en daardoor morsen wordt voorkomen.

1039915

Claims (9)

1. Inrichting (1) voor het rondom insnijden van een afsluit-capsule (2) van een fles, waarbij is voorzien in 5 - een van een aanslagvlak (6) voorzien aanslagelement (7), een van een snijkant (8) voorzien snijelement (9) en een van een begrenzingsvlak (10) voorzien begren-zingselement (11), 10. waarbij het aanslagelement is ingericht om tegen de bovenkant (2a) van de afsluitcapsule te worden geplaatst, waarbij de snijkant (8) van het snijelement (9) zich op een zekere afstand (d2) van het aanslagvlak (6) van 15 het aanslagelement bevindt, en waarbij de afstand (d2) tussen de snijkant (8) en het begrenzingsvlak (10) overeenkomt met de maximale insnijdiepte (2).

2. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, om vattende een in hoofdzaak dopvormig basislichaam (7,12), voorzien van middelen om het snijelement al dan niet losmakelijk aan zijn binnenkant te kunnen opnemen en bevestigen. 25

3. Inrichting volgens conclusie 2, omvattende een zijwand (12) en een al dan niet geheel gesloten bovenwand (7), waarbij de binnenzijde (6) van de bovenwand fungeert als het genoemde aanslagvlak. 30

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de binnenzijde van de bovenwand is voorzien van één of meer afstandsele-menten (11,16) voor het op afstand (d2) houden van het 1039915 snijelement ten opzichte van de als aanslagvlak fungerende binnenzijde (6) van de bovenwand (7) .

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij ten minste één 5 van de afstandselementen (11) tevens fungeert als begren- zingselement voor het begrenzen van de snijdiepte tot een zeker maximum (d^) .

6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, 10 voorzien van middelen (13,14,15) om het snijelement los makelijk te kunnen opnemen en bevestigen.

7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het snijelement een in hoofdzaak concave snijkant 15 (8) bezit.

8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, omvattende een drukgebied (17), bestemd en ingericht voor het door een gebruiker van de inrichting uitoefenen van 20 een kracht (19) op de inrichting voor het rondom indrij ven van het snijelement (8) in het materiaal van de af-sluitcapsule (2) en het aldus afsnijden van de bovenkant (2a) van de afsluitcapsule.

9. Snijelement (9) ingericht om al dan niet losmakelijk te kunnen worden opgenomen door en bevestigd in een inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies. 1 0 3 9 9 15