NL1039168C2 - Schenkinrichting voor vloeistofcontainer. - Google Patents

Schenkinrichting voor vloeistofcontainer. Download PDF

Info

Publication number
NL1039168C2
NL1039168C2 NL1039168A NL1039168A NL1039168C2 NL 1039168 C2 NL1039168 C2 NL 1039168C2 NL 1039168 A NL1039168 A NL 1039168A NL 1039168 A NL1039168 A NL 1039168A NL 1039168 C2 NL1039168 C2 NL 1039168C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pouring mouth
pouring
mouth according
container
edge
Prior art date
Application number
NL1039168A
Other languages
English (en)
Inventor
Martin Cornelis Rijnsbergen
Original Assignee
Martin Cornelis Rijnsbergen
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Martin Cornelis Rijnsbergen filed Critical Martin Cornelis Rijnsbergen
Priority to NL1039168A priority Critical patent/NL1039168C2/nl
Priority to NL1039234A priority patent/NL1039234C2/nl
Priority to PCT/NL2012/000071 priority patent/WO2013073933A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1039168C2 publication Critical patent/NL1039168C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D23/00Details of bottles or jars not otherwise provided for
    • B65D23/06Integral drip catchers or drip-preventing means
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D23/00Details of bottles or jars not otherwise provided for
    • B65D23/06Integral drip catchers or drip-preventing means
    • B65D23/065Loose or loosely-attached drip catchers or drip preventing means
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D47/00Closures with filling and discharging, or with discharging, devices
    • B65D47/04Closures with discharging devices other than pumps
    • B65D47/06Closures with discharging devices other than pumps with pouring spouts or tubes; with discharge nozzles or passages

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Details Of Rigid Or Semi-Rigid Containers (AREA)
  • Closures For Containers (AREA)

Description

Titel: Schenkinrichting voor vloeistofcontainer
BESCHRIJVING
De uitvinding heeft betrekking op een schenkinrichting, hierna genoemd schenkmond, die is aangebracht of die is ingericht om te kunnen worden aangebracht aan, tegen, in of op de uitstroomopening van een container voor het bevatten van een willekeurige 5 vloeistof, zoals een (drank)fles, -pak, -blikje etc.
De onderhavige uitvinding beoogt de schenkeigenschappen te verbeteren, in het bijzonder te voorkomen dat bij het uitschenken vloeistof wordt gemorst, in het bijzonder door druppen.
10
Ter voldoening aan deze en andere eisen en wensen voorziet de uitvinding in een schenkmond voor een vloeistofcontainer, welke schenkmond omvat: - een schenktuit met een in hoofdzaak in een meetkundig vlak 15 liggende uitstroomopening die rondom is voorzien van een antidrupoppervlak dat, gezien in langsdoorsnede van de schenkmond, met het genoemde meetkundige vlak een hoek a maakt tussen 0°en 60°; - een drupopvanggoot die zich in hoofdzaak rondom de schenktuit 20 uitstrekt en die een gootbodem en een gootrand omvat.
De uitvinding is gebaseerd op de ontdekking dat als de uitstroomopening van een vloeistofcontainer is of wordt voorzien van een oppervlak dat ten minste haaks (onder ca. 90°) op de 25 hoofdstroomrichting van de uitstromende vloeistof staat, echter bij voorkeur onder een hoek > 90°, bij meer voorkeur onder een hoek > 120° ten opzichte van die hoofdstroomrichting staat, druppelvorming in verrassende mate wordt gereduceerd. Met andere woorden zal, indien door de uitstroomopening een meetkundig vlak 30 kan worden gedacht, druppelvorming aanmerkelijk kunnen worden gereduceerd indien het (antidrup)oppervlak, gezien in langsdoorsnede van de schenkmond, met dat (denkbeeldige) 1039168 2 meetkundige vlak een hoek a maakt tussen 0°en 60°, bij meer voorkeur tussen 20° en 40° en bij nog meer voorkeur van ca. 35°.
Daar druppelvorming weliswaar sterk gereduceerd wordt, echter 5 nooit geheel is uit te sluiten, wordt bovendien bij voorkeur voorzien in een drupopvanggoot die zich in hoofdzaak rondom de schenktuit uitstrekt en die een gootbodem en een gootrand omvat.
In de praktijk wordt een synergetisch effect bereikt tussen de juiste hellingshoek a en de plaats en vorm van de drupopvanggoot. 10 Op deze wijze wordt een in de praktijk geheel drupvrije schenkmond verkregen die voor allerhande vloeistofcontainers geschikt en toepasbaar is.
De schenkmond kan deel uitmaken van de container en/of daarmee 15 onlosmakelijk zijn verbonden. Te denken valt in het bijzonder in die gevallen dat de container en de schenkmond van hetzelfde materiaal kunnen worden vervaardigd, zoals bij gebruik van flessen van kunststof, waarbij de schenkmond een geheel vormt met een dergelijke fles.
20
De schenkmond kan echter ook met de container worden verbonden door middel van een bevestigingsorgaan voor het bevestigen van de schenkmond in het verlengde van een uitstroomopening van de container. Het bevestigingsorgaan kan zijn ingericht om zich 25 buiten een gedeelte van de container, bijvoorbeeld rondom of op de hals van een fles, uit te strekken. Ook kan het bevestigingsorgaan zijn ingericht om zich binnenin een gedeelte van de container, zoals binnenin een flessenhals, uit te strekken. Het bevestigingsorgaan kan zijn ingericht om bijvoorbeeld klemmend of 30 door een schroefdraad- of bajonetconfiguratie met het betreffende gedeelte van de container te worden verbonden. Ook lijmen en persen zijn mogelijk.
Bij voorkeur is van de uitstroomzijde van de schenktuit de 35 binnenste rand scherp gevormd. Hiermee wordt bedoeld te zeggen dat, hoewel die binnenrand een zekere afronding zou kunnen 3 bezitten, in de praktijk is gebleken dat de "antidrup"-werking zeer effectief is als aan uitstroomzijde van de schenktuit de binnenrand scherp is. Daardoor worden, als gevolg van het abrupte einde van de wand van de schenktuit en daardoor de abrupte 5 beëindiging van de adhesieve interactie tussen de uitstromende vloeistof en het binnenwandoppervlak van de schenktuit, waardoor bij uitstroming plotseling alleen de (vloeistof-interne) cohesieve krachten van de vloeistofstroom bepalend zijn voor de vorming van die uitstromende vloeistofstroom, nauwelijks druppels gevormd. Van 10 de uitstroomzijde van de schenktuit kan ook de buitenste rand scherp zijn gevormd.
De eerdergenoemde hoek a ligt bij voorkeur tussen 0°en 60°, bij meer voorkeur tussen 20° en 40° en bij nog meer voorkeur rond de 15 ca. 35°.
Het antidrupoppervlak heeft, gezien in langsdoorsnede van de schenkmond, bij voorkeur een in hoofdzaak lineair verloop, waarvan de hoek a in hoofdzaak constant is. Echter kan het 20 antidrupoppervlak, in langsdoorsnede van de schenkmond gezien, ook een (enigszins) convex of concaaf verloop hebben.
Bij voorkeur bezit de drupopvanggoot, gezien in langsdoorsnede van de schenkmond, in hoofdzaak scherp gevormde inwendige hoeken 25 tussen de buitenwand van schenktuit en de gootbodem en/of tussen de gootbodem en de gootrand. Dergelijk scherp gevormde inwendige hoeken -eventueel voorzien van een zeer kleine inwendige afrondingsstraal tegen (haar)scheurvorming- voorzien erin dat vloeistof die onverhoopt toch via het antidrupoppervlak in de 30 drupopvanggoot terechtkomt, als gevolg van de scherpe inwendige hoeken, die een zekere capillaire werking hebben, tegen het oppervlak van die opvanggoot wordt aangetrokken. Bij voorkeur wordt bovendien als materiaal voor de opvanggoot (en de hele schenktuit) een materiaal gebruikt waarvan de adhesieve kracht die 35 op de betreffende vloeistof wordt uitgeoefend, relatief groot is. Bekend is dat wanneer de adhesieve kracht groter is dan de 4 cohesieve kracht, in een capillair de vloeistofspiegel (meniscus) hol is en de vloeistof tegen het vaste oppervlak wordt getrokken, waardoor -in het onderhavige geval- een eventuele vloeistofdruppel zich langs het binnenoppervlak van de opvanggoot zal uitbreiden en 5 als het ware daartegen zal aankleven en/of door de opvanggoot wordt opgezogen en/of daarin wordt ingezogen. Bij voorkeur is het oppervlak van de opvanggoot hydrofiel, eventueel door middel van het aanbrengen van een hydrofiele coating.
10 De gootbodem van de drupopvanggoot kan worden voorzien van één of meer in hoofdzaak concentrische groeven en/of ruggen die, gezien in langsdoorsnede van de schenkmond, bij voorkeur in hoofdzaak scherp gevormde inwendige hoeken bezitten, om dezelfde reden als aangegeven in de voorgaande alinea. Ook de gootrand kan aan zijn 15 binnenzijde en/of kopse zijde worden voorzien van één of meer groeven en/of ruggen, die, gezien in langsdoorsnede van de schenkmond, eveneens bij voorkeur in hoofdzaak scherp gevormde inwendige hoeken bezitten.
20 Bij voorkeur is van de uitstroomzijde van de gootrand de binnenste rand scherp gevormd; ook de buitenste rand is bij voorkeur scherp gevormd.
Hierna zal de uitvinding nader worden besproken aan de hand van 25 enige uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing naar enkele figuren.
Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding; 30
Figuur 2 toont een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding;
Figuur 3 toont een derde uitvoeringsvoorbeeld van de 35 uitvinding; 5
Figuur 4 toont een vierde uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding;
Figuur 5 toont een wijnfles die onder zijn afsluitcapsule reeds 5 is voorzien van een schenkmond als getoond in figuur 5;
Figuur 6 toont een wijnfles met een naderhand aangebrachte schenkmond als getoond in figuur 5.
10
In alle figuren wordt een schenkmond 1 voor een vloeistofcontainer 2 getoond, welke schenkmond 1 een schenktuit 3 omvat met een in hoofdzaak in een meetkundig vlak 4 liggende uitstroomopening 10 die rondom is voorzien van een antidrupoppervlak 5 dat, gezien in 15 langsdoorsnede van de schenkmond (over de hartlijn 6), met het genoemde meetkundige 4 vlak een hoek a maakt tussen 0°en 60°, in de figuren 1-3 een hoek a van ca. 35°. Voorts is voorzien in een drupopvanggoot 7 die zich in hoofdzaak rondom de schenktuit 3 uitstrekt en die een gootbodem 8 en een gootrand 9 omvat.
20
Doordat de uitstroomopening 10 van de vloeistofcontainer 1 is voorzien van het antidrupoppervlak 5 dat ten minste haaks -onder een hoek van 90°- op de hoofdstroomrichting 11 van de uitstromende vloeistof (bij het uitschenken) staat, echter bij voorkeur onder 25 een hoek > 90°, bij meer voorkeur onder een hoek van ca. 125° ten opzichte van die hoofdstroomrichting staat, druppelvorming in verrassende mate wordt gereduceerd. Met andere woorden zal, indien door de uitstroomopening een meetkundig vlak kan worden gedacht, druppelvorming aanmerkelijk kunnen worden gereduceerd indien het 30 (antidrup)oppervlak, gezien in langsdoorsnede van de schenkmond, met dat (denkbeeldige) meetkundige vlak een hoek ot maakt tussen 0°en 60°, bij voorkeur ca. 35°.
Daar druppelvorming weliswaar sterk gereduceerd wordt, echter 35 nooit geheel is uit te sluiten, wordt bovendien voorzien in de drupopvanggoot 7, die zich in hoofdzaak rondom de schenktuit 3 6 uitstrekt. Op deze wijze wordt een in de praktijk geheel drupvrije schenkmond verkregen die voor allerhande vloeistofcontainers geschikt en toepasbaar is.
5 De schenkmond 1 kan deel uitmaken van de container 2 en/of daarmee onlosmakelijk zijn verbonden, hetgeen in figuur 1 wordt afgebeeld. Daarin loopt de schenkmond 1 door in een wand 12 van de eigenlijke container 2. De container 2 en de schenkmond 1 zullen bij voorkeur van hetzelfde materiaal worden vervaardigd, waarbij de schenkmond 10 een geheel vormt met een dergelijke fles. Overigens kan er in dat geval toch ook in worden voorzien dat de schenkmond 1 en de containerwand 12 van verschillende (kunststof)materialen zijn, namelijk door toepassing van 2K spuitgieten, waarbij bijvoorbeeld twee verschillende polymeren in één spuitgietproces verwerkt tot 15 een (geïntegreerd) eindproduct.
De schenkmond 1 kan echter ook met de container 2 worden verbonden door middel van een bevestigingsorgaan dat is ingericht voor het bevestigen van de schenkmond in het verlengde van een 20 uitstroomopening van de container. Het bevestigingsorgaan kan zijn ingericht om zich buiten een gedeelte van de container, bijvoorbeeld rondom de hals van een fles, uit te strekken, hetgeen is afgebeeld in figuur 2. Figuur 2 toont dezelfde onderdelen als figuur 1, echter is in het in figuur 2 getoonde 25 uitvoeringsvoorbeeld de schenkmond 1 voorzien van een buitenkraag 13 die met klempassing rondom een flessenhals 14 wordt aangebracht.
Ook kan het bevestigingsorgaan zijn ingericht om zich binnenin een 30 gedeelte van de container, zoals binnenin een flessenhals, uit te strekken, wat in figuur 3 is afgebeeld. Figuur 3 toont weer dezelfde onderdelen als figuur 1 en figuur 2, echter is in het in figuur 3 getoonde uitvoeringsvoorbeeld de schenkmond 1 voorzien van een binnenkraag 15 die met klempassing in de flessenhals 14 35 wordt aangebracht.
7
De bevestigingsorganen 13 en 15 zijn ingericht om klemmend met het betreffende gedeelte van de container te worden verbonden. De verbinding kan ook tot stand worden gebracht door toepassing van een schroefdraad- of bajonetconfiguratie of door lijmen of persen. 5
Bij voorkeur is van de uitstroomzijde (de bovenzijde in de figuren 1-3) van de schenktuit de binnenste rand 16 scherp gevormd. Hiermee wordt bedoeld te zeggen dat, hoewel die binnenrand 16 een zekere afronding zou kunnen bezitten, in de praktijk is gebleken 10 dat de "antidrup"-werking zeer effectief is als aan uitstroomzijde van de schenktuit 3 de binnenrand 16 scherp is. Ook de buitenste rand 17 is bij voorkeur scherp gevormd.
t
Het antidrupoppervlak 5 heeft, gezien in langsdoorsnede van de 15 schenkmond, bij voorkeur een in hoofdzaak lineair verloop, waarvan de hoek a in hoofdzaak constant is. Echter kan het antidrupoppervlak, in langsdoorsnede van de schenkmond gezien, ook een (enigszins) convex of concaaf verloop hebben.
20 Bij voorkeur bezit de drupopvanggoot 7, gezien in langsdoorsnede van de schenkmond, een scherp gevormde inwendige hoek 18 tussen de buitenwand van schenktuit 3 en de gootbodem 8 en/of een scherp gevormde inwendige hoek 19 tussen de gootbodem 8 en de gootrand 9. Dergelijk scherp gevormde inwendige hoeken -eventueel voorzien van 25 een zeer kleine inwendige afrondingsstraal tegen (haar)scheurvorming- voorzien erin dat vloeistof die onverhoopt toch via het antidrupoppervlak in de drupopvanggoot terechtkomt, als gevolg van de scherpe inwendige hoeken 18 en 19, die een zekere capillaire werking hebben, tegen het oppervlak van die 30 opvanggoot wordt aangetrokken en als het ware in de (scherpe) hoeken kruipen.
De gootbodem 8 van de drupopvanggoot kan worden voorzien van concentrische groeven 20. Ook de gootrand 9 wordt bij voorkeur aan 35 zijn binnenzijde voorzien van groeven 21. Ook aan zijn kopse kant, aan uitstroomzijde, kan de gootrand 9 zijn voorzien van groeven 8 22. Bij voorkeur is van de uitstroomzijde van de gootrand 9 de binnenste rand 23 scherp gevormd terwijl ook de buitenste rand 24 bij voorkeur scherp is gevormd.
5 Figuur 4 toont een vierde uitvoeringsvoorbeeld van een schenkmond volgens de uitvinding die zodanig is vormgegeven dat deze goed in een geautomatiseerd proces tegen een container 2 -bijvoorbeeld een wijnfles- kan worden aangebracht. Daartoe is de schenkmond 1 vlaksymmetrisch dubbelvoudig uitgevoerd, zodat er geen verschil is 10 tussen onder- en bovenzijde. Met andere woorden is de schenkmond in dit uitvoeringsvoorbeeld uitgevoerd als een soort van geprofileerde ring, die tegen de schenkopening van de fles wordt aangebracht. Ook in figuur 4 zijn aangegeven -aan beide zijden van de (immers vlaksymmetrische) ring- een schenktuit 3 resp. 3' met 15 een antidrupoppervlak 5 dat een hoek a van tussen 0°en 60° maakt met het (boven/onder)vlak 4 resp. 4' van de ring. Voorts wordt aan beide zijden een opvanggoot 7 resp. 7' getoond met een (voor beide opvanggoten 7 en 7'gemeenschappelijke) gootbodem 8 en naar beide zijden een gootrand 9 resp. 9'. Behalve in de gootbodem 8 en in de 20 binnenzijde van de gootrand 9 resp. 9', zijn ook aan de buitenzijde van de gootrand 9-9' groeven 25 aangebracht. Deze zijn bedoeld om een goede verbinding te bewerkstelligen met een afsluitcapsule 27 (figuur 5) of veerkrachtige manchet 28 (figuur 6), die -samen met de groeven 25- worden gebruikt voor bevestiging 25 van de schenktuit 1 tegen de uitstroomopening van de fles 2. Een uitsparing 29 resp. 29' kan worden gebruikt om bij gebruik van een afsluitcapsule 27 (figuur 5) een lostrek- of afritsbandje of -strookje 30 (figuur 5) in onder te brengen, waardoor de bovenzijde van de capsule 27 gemakkelijk- kan worden verwijderd, terwijl de 30 rest van de capsule 27 enerzijds met de schenkmond 1 en anderzijds met de flessenhals 14 verbonden blijft. Verder hebben de uitsparingen 29 en 29' dezelfde functie als de groeven 25.
Figuur 5 toont een met een kurk 26 afgesloten wijnfles 2 die onder 35 zijn rond de flessenhals 14 aangebracht afsluitcapsule 27 reeds fabrieksmatig is voorzien van een schenkmond 1 als getoond in 9 figuur 5. Door middel van een afritsbandje 30 kan de bovenzijde van de capsule 27 gemakkelijk worden verwijderd terwijl de rest van de capsule 27 met de schenkmond 1 en de flessenhals 14 verbonden blijft. Opgemerkt wordt dat de opening van de schenkmond 5 1 zo ruim wordt bemeten dat de kurk 26 er moeiteloos doorheen kan.
Figuur 6 toont een wijnfles met een naderhand aangebrachte schenkmond 1 als getoond in figuur 5. De schenkmond 1 wordt daarbij met de flessenhals 14 verbonden door middel van een 10 veerkrachtige manchet 28 van bijvoorbeeld een elastomeer materiaal.
1039168

Claims (22)

1. Schenkmond (1) voor een vloeistofcontainer (2), welke schenkmond omvat: 5. een schenktuit (3) met een in hoofdzaak in een meetkundig vlak (4) liggende uitstroomopening (10) die rondom is voorzien van een antidrupoppervlak (5) dat, gezien in langsdoorsnede van de schenkmond, met het genoemde meetkundige vlak een hoek a maakt tussen 0°en 60°; 10. een drupopvanggoot (7) die zich in hoofdzaak rondom de schenktuit uitstrekt en die een gootbodem (8) en een gootrand (9) omvat.
2. Schenkmond volgens conclusie 1, welke deel uitmaakt van 15 genoemde container (2) en/of onlosmakelijk met die container is verbonden.
3. Schenkmond volgens één van der voorgaande conclusies, omvattende een bevestigingsorgaan (13, 15) voor het bevestigen 20 van de schenkmond in het verlengde van een uitstroomopening van de container.
4. Schenkmond volgens conclusie 3, waarbij het bevestigingsorgaan (13) is ingericht om zich buiten een gedeelte (14) van de 25 container uit te strekken.
5. Schenkmond volgens conclusie 3 of 4, waarbij het bevestigingsorgaan (15) is ingericht om zich binnenin een gedeelte (14) van de container uit te strekken. 30
6. Schenkmond volgens conclusie 4 of 5, waarbij het bevestigingsorgaan (13, 15) is ingericht om klemmend met het betreffende gedeelte (14) van de container te worden verbonden. 35 1039168
7. Schenkmond volgens conclusie 4 of 5, waarbij het bevestigingsorgaan is ingericht om door een schroefdraadconfiguratie met het betreffende gedeelte van de container te worden verbonden. 5
8. Schenkmond volgens conclusie 4 of 5, waarbij het bevestigingsorgaan is ingericht om door een bajonetconfiguratie met het betreffende gedeelte van de container te worden verbonden. 10
9. Schenkmond volgens één van der voorgaande conclusies, waarbij van de uitstroomzijde van de schenktuit de binnenste rand (16) scherp gevormd is.
10. Schenkmond volgens één van der voorgaande conclusies, waarbij van de uitstroomzijde van de schenktuit de buitenste rand (17) scherp gevormd is.
11. Schenkmond volgens één van der voorgaande conclusies, waarbij 20 de genoemde hoek a ligt tussen 20° en 40°.
12. Schenkmond volgens conclusie 11, waarbij de hoek a ca. 35° is.
13. Schenkmond volgens één van der voorgaande conclusies, waarbij, 25 gezien in langsdoorsnede van de schenkmond, het antidrupoppervlak (5) een in hoofdzaak lineair verloop heeft, waarvan de hoek a in hoofdzaak constant is.
14. Schenkmond volgens één van der voorgaande conclusies, waarbij 30 de drupopvanggoot (7), gezien in langsdoorsnede van de schenkmond, in hoofdzaak scherp gevormde inwendige hoeken (18, 19) tussen de buitenwand van schenktuit en de gootbodem en/of tussen de gootbodem en de gootrand bezit.
15. Schenkmond volgens één van der voorgaande conclusies, waarbij de gootbodem is voorzien van één of meer in hoofdzaak concentrische groeven (20) en/of ruggen.
16. Schenkmond volgens conclusie 15, waarbij één of meer groeven en/of ruggen, gezien in langsdoorsnede van de schenkmond, in hoofdzaak scherp gevormde inwendige hoeken bezitten.
17. Schenkmond volgens één van der voorgaande conclusies, waarbij 10 de gootrand (9) aan zijn binnenzijde en/of kopse zijde is voorzien van één of meer groeven (21, 22) en/of ruggen.
18. Schenkmond volgens conclusie 17, waarbij één of meer groeven en/of ruggen, gezien in langsdoorsnede van de schenkmond, in 15 hoofdzaak scherp gevormde inwendige hoeken bezitten.
19. Schenkmond volgens één van der voorgaande conclusies, waarbij van de uitstroomzijde van de gootrand de binnenste rand (23) scherp gevormd is. 20
20. Schenkmond volgens één van der voorgaande conclusies, waarbij van de uitstroomzijde van de gootrand de buitenste rand (24) scherp gevormd is.
21. Schenkmond volgens één van der voorgaande conclusies, uitgevoerd als geprofileerde ring voorzien van genoemde schenktuit (3) met antidrupoppervlak (5) dat genoemde hoek a maakt met het vlak (4) van die ring, en voorts voorzien van genoemde opvanggoot (7), gootbodem (8) en gootrand (9). 30
22. Schenkmond volgens conclusie 21, uitgevoerd als vlaksymmetrische, dubbele geprofileerde ring die aan twee zijden is voorzien van genoemde schenktuit (3,3') met antidrupoppervlak (5,5') dat genoemde hoek a maakt met het 35 vlak (4,4') van die ring, en die voorts aan beide zijden is voorzien van genoemde opvanggoot (1,1'), gootbodem (8) en gootrand (9,9'). 1039168
NL1039168A 2011-11-15 2011-11-15 Schenkinrichting voor vloeistofcontainer. NL1039168C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1039168A NL1039168C2 (nl) 2011-11-15 2011-11-15 Schenkinrichting voor vloeistofcontainer.
NL1039234A NL1039234C2 (nl) 2011-11-15 2011-12-09 Afsluiting van de uitstroomopening van een vloeistofcontainer.
PCT/NL2012/000071 WO2013073933A1 (en) 2011-11-15 2012-11-12 System for enhancing outflow properties of a bottle

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1039168A NL1039168C2 (nl) 2011-11-15 2011-11-15 Schenkinrichting voor vloeistofcontainer.
NL1039168 2011-11-15

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1039168C2 true NL1039168C2 (nl) 2013-05-21

Family

ID=45615011

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1039168A NL1039168C2 (nl) 2011-11-15 2011-11-15 Schenkinrichting voor vloeistofcontainer.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1039168C2 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7015839A (nl) * 1970-10-28 1972-05-03
DE2060993A1 (de) * 1970-12-11 1972-06-15 Ludwig Bieber Doseneinsatz,insbesondere fuer Farb- und Lackdosen
NL7109306A (nl) * 1971-07-06 1973-01-09
WO2004103839A1 (en) * 2003-05-23 2004-12-02 Michel Morin Container with a non-drip pouring lip

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7015839A (nl) * 1970-10-28 1972-05-03
DE2060993A1 (de) * 1970-12-11 1972-06-15 Ludwig Bieber Doseneinsatz,insbesondere fuer Farb- und Lackdosen
NL7109306A (nl) * 1971-07-06 1973-01-09
WO2004103839A1 (en) * 2003-05-23 2004-12-02 Michel Morin Container with a non-drip pouring lip

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7870980B2 (en) Non-drip spout closure
US8651304B2 (en) Dispensing closure
US8313001B1 (en) Container closure with stored scoop
EP2254804B1 (en) Closure having a drip minimizing lid
US10106300B2 (en) Pour lip closure with drain back
EP3207819A1 (en) Tube container provided with metal applicator
US9056699B2 (en) Pouring spout for container
US20050230440A1 (en) Container sealing system
US20190315532A1 (en) Pour spout
NL1022297C2 (nl) Uitschenkinrichting.
US20150053277A1 (en) Drip catcher apparatus and method
US9376241B2 (en) Clog-resistant closures for adhesive containers
US7841489B2 (en) Container sealing system
NL1039168C2 (nl) Schenkinrichting voor vloeistofcontainer.
US20160340169A1 (en) Combination dispenser drinking cup holder and drip collector apparatus
AU2012375336A1 (en) Closure with sliding seal member
US20180009580A1 (en) Spout assembly
US20090277865A1 (en) Reusable bottle mouthpiece and cap
US20230283056A1 (en) Cable tray isolation pad
US20140319187A1 (en) Pour spout
US10486871B2 (en) Hanging container lid assembly
RU213578U1 (ru) Крышка для бутылки с держателем
AU2015100400B4 (en) Attachment for pouring liquids from a tin
US9549605B2 (en) Liquid container
NL2011828C2 (nl) Houder voor viskeuze vloeistoffen, alsmede werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20151201