NL1036651C2 - Begroeibaar gevelsysteem en gaaswerk. - Google Patents

Begroeibaar gevelsysteem en gaaswerk. Download PDF

Info

Publication number
NL1036651C2
NL1036651C2 NL1036651A NL1036651A NL1036651C2 NL 1036651 C2 NL1036651 C2 NL 1036651C2 NL 1036651 A NL1036651 A NL 1036651A NL 1036651 A NL1036651 A NL 1036651A NL 1036651 C2 NL1036651 C2 NL 1036651C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
panel
mesh
panels
posts
facade system
Prior art date
Application number
NL1036651A
Other languages
English (en)
Inventor
Robert Smid
Mike Henrikus Panhuijzen
Original Assignee
Kultuurtechnisch Hoveniersbedrijf Du Pre B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kultuurtechnisch Hoveniersbedrijf Du Pre B V filed Critical Kultuurtechnisch Hoveniersbedrijf Du Pre B V
Priority to NL1036651A priority Critical patent/NL1036651C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1036651C2 publication Critical patent/NL1036651C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/12Supports for plants; Trellis for strawberries or the like

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Supports For Plants (AREA)

Description

Begroeibaar gevelsysteem en gaaswerk.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een begroeibaar gevelsysteem, omvattende een wand van een opstal en een aan een zichtzijde daarvan geplaatst 5 gaaswerk om daartegen ten minste één gewas althans ten dele te ontvangen.
Met name in stedelijke en andere dicht bebouwde gebieden is er in toenemende mate een gebrek aan groene ruimte. Niet alleen gaat dit ten koste van een verblijf- en broedplaats voor veel vogels, insecten en andere diersoorten, ook is daarmee het 10 leefklimaat van de inwoners in het geding. Niet alleen wordt een groene omgeving door veel mensen als behaaglijk ervaren, maar leveren planten ook een nuttige bijdrage aan een reductie van broeikasgassen, zoals met name kooldioxide, en fïjnstof in de lucht.
Om ondanks een gebrek aan vrij grondoppervlak niettemin te voorzien in deze groene voordelen, is het bekend om gebouwen te voorzien van zogenaamde groene gevels, 15 waarbij een blind verticaal oppervlak van een buitengevel van een opstal, zoals een flatgebouw, wordt voorzien van een gaaswerk met daartegen een geschikte begroeiing. Aldus wordt dit vrije verticale oppervlak nuttig aangewend voor een beter leefklimaat. Niet alleen bevorderen dergelijke groende gevels een groene totaalbeleving bij de bewoners van hun leefomgeving, ook wordt aldus alsnog voorzien in een verblijf- en 20 broedplaats voor stedelijke diersoorten.
Omdat hoegenaamd iedere opstal een eigen maatvoering en gevelconstructie kent, is het plaatsen van een dergelijke gaaswerk ten behoeve van een groene gevel in de praktijk maatwerk en mede daardoor arbeidsintensief. Bovendien wordt niet zelden bij eigenaren 25 van opstallen gevreesd voor een aantasting van de integriteit van de gevel op de lange duur, indien de begroeiing daarmee rechtstreeks in contact is, wat de animo om gevels beschikbaar te stellen negatief beïnvloedt.
Met de onderhavige uitvinding wordt onder meer beoogd te voorzien in een groen 30 gevelsysteem dat aan deze bezwaren althans in belangrijke mate tegemoet komt.
Om het beoogde doel te bereiken heeft een gevelsysteem van de in de aanhef beschreven soort volgens de onderhavige uitvinding als kenmerk dat het gaaswerk een stelsel van 1036651 -2- panelen omvat die ieder aan weerszijden losneembaar tussen opeenvolgende stijlen worden ontvangen, dat de panelen ieder een vormvast kader omvatten waarbinnen zich een gaas uitstrekt, dat de stijlen zijn voorzien van verbindingsmiddelen die bestemd en ingericht zijn om met een kader van een paneel samen te werken teneinde het paneel 5 losneembaar te ontvangen en dat het gaaswerk afstandhouders omvat waarmee de stijlen op een daardoor opgelegde afstand met de gevel zijn verbonden. Aldus is het gaaswerk volledig modulair van opbouw, waardoor met slechts een beperkt aantal standaardcomponenten, in het bijzonder stijlen en panelen, kan worden volstaan om daarmee een gaaswerk naar believen in een breedte- of hoogterichting uit te kunnen 10 bouwen om aldus welhaast ieder gewenst geveloppervlak volledig te kunnen beslaan. Een eventuele variatie in paneeluitvoeringen geeft daarbij bovendien flexibiliteit waar het gaat om de concrete invulling van het gaaswerk.
Dankzij de afstandhouders wordt het gehele gaaswerk bovendien op afstand van de 15 gevel gehouden, zodat een begroeiing van het gaaswerk niet rechtstreeks met de gevel in contact zal zijn en de gevel dus onaangetast zal blijven. Integendeel zal een geheel of gedeeltelijk begroeid gaaswerk zelfs in meer of mindere mate bescherming aan de gevel bieden tegen weersinvloeden en andere fysieke inwerkingen van buitenaf, waaronder niet in de laatste plaats het wederechtelijk aanbrengen van graffiti en andere 20 onwenselijke ontsieringen. De opgelegde sparing tussen het gaaswerk en de gevel biedt daarenboven een relatief stilstaande luchtlaag die in voorkomende gevallen een gunstige uitwerking heeft op de warmtehuishouding van de betreffende opstal met zijn omgeving. Aldus vertegenwoordigd een gevelsysteem volgens de uitvinding in uiteenlopende opzichten een niet weg te denken meerwaarde voor de betreffende opstal. 25
Een gevelsysteem volgens de uitvinding kan als duurzame beschutting van een gevel dienen, zowel bij bestaande als nieuw op te richten opstallen. In dat opzicht heeft een bijzondere uitvoeringsvorm van het gevelsysteem volgens de uitvinding als kenmerk dat het geheel althans in hoofdzaak uit al of niet verduurzaamd metaal, in het bijzonder 30 staal, is gevormd. Dit materiaalgebruik biedt ook voor de lange termijn een duurzaam, robuust en onderhoudsvriendelijk gevelsysteem.
-3-
Een voorkeursuitvoeringsvorm van het gevelsysteem volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat de stijlen ieder aan tegenoverliggende uiteinden zijn voorzien van bevestigingsflenzen. Dankzij de montageflens aan tegenoverliggende uiteinden kunnen stijlen bijvoorbeeld aan een eerste zijde worden verbonden met een basis, zoals een 5 geschikte betonvloer, fundering of een voorgaande stijl, terwijl aan de tegenoverliggende zijde door de andere flens een opvolgende bevestigingsbasis wordt geboden aan een opvolgende stijl, zodat in de hoogte naar wens kan worden doorgebouwd.
10 Op zichzelf kunnen verschillende uitvoeringen worden gegeven aan de panelen die binnen het gevelsysteem volgens de uitvinding worden toegepast. Uit logistiek oogpunt verdient daarbij een bijzondere uitvoeringsvorm van het gevelsysteem een voorkeur, gekenmerkt doordat het paneel is genomen uit een beperkte collectie van ten minste twee althans in hoofdzaak congruente panelen met ieder verschillende gazen. Aldus 15 behoeft slechts een beperkt aantal uitvoeringen aan panelen in voorraad te worden gehouden en kan niettemin, dankzij de modulaire opbouw van het gevelsysteem, een grote verscheidenheid aan gaaswerken worden gerealiseerd.
Voor wat betreft de panelen kan het daarin gaan om enkelvoudige gazen waartegen 20 bijvoorbeeld een klimmend gewas wordt ontvangen, maar een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het gevelsysteem is volgens de uitvinding gekenmerkt doordat ten minste één paneel aan een eerste zijde een eerste gaas en aan een tegenoverliggende zijde een tweede gaas omvat en dat tussen beide genoemde gazen een substraat is voorzien om daarin een wortelstelsel van het gewas te ontvangen. Aldus kunnen ook 25 niet klimmende gewassen in het gevelsysteem worden toegepast en kan op hoogte door een gewas worden geworteld, waardoor het systeem tot grote hoogtes toepasbaar is.
Ter verdere verfraaiing is een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het gevelsysteem volgens de uitvinding gekenmerkt doordat een langwerpige houder aan weerszijden 30 door middel van een daartoe voorzien beugel aan een gaas van een paneel is bevestigd. De houder biedt plaatst aan een teeltbodem of substraat voor losse planten die aldus -4- eenvoudig kunnen worden aangebracht en verwisseld. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om bloeiende gewassen die louter of voornamelijk in een bloeiend stadium in de houder worden geplaatst om na him bloei desgewenst te worden vervangen. Eén en ander geeft een bijzonder levendig beeld aan het geheel.
5
Teneinde de gevel bereikbaar te houden voor eventueel onderhoud of andere werkzaamheden en bovendien te verzekeren dat het gewas daarmee niet rechtstreeks in aanraking komt heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het gevelsysteem volgens de uitvinding als kenmerk dat de afstandhouders een lengte hebben van ieder 10 tussen circa 40 en 80 centimeter. Aldus blijft een mansbreed pad tussen het gaaswerk en de gevel gehandhaafd, terwijl niettemin voldoende stabiliteit van het geheel uitgaat.
Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het gevelsysteem volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat de bevestigingsmiddelen pennen omvatten die uit gaan van een 15 eerste van een paneel en een aangrenzende stijl alsmede daarmee corresponderende sleuven in een tweede van het paneel en de aangrenzende stijl, welke sleuven aan een onderzijde openen en bestemd en ingericht zijn om daarin de pennen te ontvangen teneinde het paneel neerwaarts naar een rustpositie te geleiden. Een dergelijke pen-gat verbinding voorziet in een snelmontage van de panelen die daarbij onder invloed van de 20 zwaartekracht vanzelf naar hun gewenste rustpositie zakken. Hierdoor kunnen de panelen gemakkelijk en snel door slechts één persoon worden aangebracht, waardoor de installatie van het systeem relatief weinig arbeidsuren vergt.
Een eerste bijzondere uitvoeringsvorm van het gevelsysteem heeft daarbij volgens de 25 uitvinding als kenmerk dat de sleuven de pennen over een eerste verticale afstand geleiden en dat de boven elkaar geplaatste panelen onderling een tweede verticale afstand bewaren, die ten minste gelijk is aan de eerste verticale afstand. Aldus is de sparing tussen opeenvolgende panelen in een hoogterichting toereikend om een paneel zover op te lichten dat de pennen door de sleufgaten worden vrijgegeven en het paneel 30 kan worden uitgenomen. Aldus kan ook naderhand binnen het gevelsysteem betrekkelijk eenvoudig vrijelijk worden gevarieerd waar het gaat om de plaatsing en aard van de -5- daarin toegepaste panelen, zonder dat daarvoor een overig deel van het systeem behoeft te worden afgebroken. Om daarbij tegen te gaan dat panelen door onbevoegden worden uitgenomen, heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm in dit opzicht als kenmerk dat de panelen zijn voorzien van borgmiddelen om de panelen ten opzichte van de 5 stijlen te borgen, en meer in het bijzonder dat de borgmiddelen klembeugels omvatten die met een stijl zijn verbonden en in een borgende toestand klemmend aanliggen op een daardoor geborgd paneel. Dergelijk borgmiddelen kunnen eventueel van sloten of andere beveiligingsvoorzieningen worden voorzien en fixeren bovendien het daardoor geborgde paneel althans praktisch onwrikbaar in het systeem.
10
Een tweede bijzondere uitvoeringsvorm van het gevelsysteem heeft daarbij als kenmerk dat de sleuven de pennen over een eerste verticale afstand geleiden en dat de boven elkaar geplaatste panelen onderling een tweede verticale afstand bewaren, die kleiner is dan de eerste verticale afstand en in het bijzonder dusdanig dat opeenvolgende paneel 15 althans nagenoeg op elkaar stuiten. In dit geval staat de relatief geringe onderlinge tussenruimte tussen boven elkaar geplaatste panelen niet toe dat de verbindingsmiddelen van een onderste paneel individueel worden opgeheven, waardoor individuele borgmiddelen overbodig zijn om te vermijden dat een paneel wederechtelijk wordt uitgenomen. Het verwisselen van een individueel paneel of anderszins aanpassen van de 20 paneelconfiguratie binnen het gaaswerk is aldus echter wel omslachtiger.
De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een gaaswerk voor toepassing in het hiervoor beschreven gevelsysteem volgens de uitvinding en zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en een bijbehorende tekening. In 25 de tekening toont: figuur 1 een vooraanzicht van een uitvoeringsvorm van een gevelsysteem volgens de uitvinding; figuur 2 een zijaanzicht van het gevelsysteem van figuur 1; figuur 3 in perspectief een gewashouder zoals toegepast in het gevelsysteem van 30 figuur 2; -6- figuur 4 een perspectivische weergave van de basisonderdelen van het gevelsysteem van figuur 1; figuur 5 een zijaanzicht van een paneel zoals toegepast in het gevelsysteem van figuur 1; 5 figuur 6 een klembeugel voor toepassing in het gevelsysteem van figuur 1; figuur 7 een dwarsdoorsnede, gedeeltelijk bovenaanzicht, van een deel van het gevelsysteem van figuur 1; en figuur 8 een alternatieve uitvoeringsvorm van een paneel voor toepassing in een gevelsysteem volgens de uitvinding.
10 De tekening is overigens schematisch en niet op schaal getekend. Met name kunnen terwille van de duidelijkheid sommige dimensies in meer of mindere mate overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren zoveel mogelijk met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.
15 Het in figuur 1 en 2 getoonde gevelsysteem omvat een gaaswerk 1 dat aan een zichtzijde voor een al of niet blinde gevel 2 van een opstal is geplaatst. Het gaaswerk omvat een stelsel van een aantal afzonderlijke, althans nagenoeg congruente, rechthoekige panelen 10 van typisch circa 140 centimeter breed en circa 75 centimeter hoog. De panelen 10 omvatten ieder een vormvast kader 11 dat uit staal is gelast en waarbinnen zich een gaas 20 in de vorm van een stalen draadrooster 12 uitstrekt. De stalen delen zijn in dit voorbeeld verduurzaamd doordat daarop naderhand een poedercoating of verzinklaag werd aangebracht. Het kader 11 heeft een relatief geringe breedte van de orde van 20-40 millimeter, waardoor de panelen overwegend een open roosterstructuur kennen met een maaswijdte van de orde van 50x50 millimeter die een goed houvast biedt aan een 25 daartegen groeiende beplanting. Overigens kan eventueel worden gekozen voor panelen met een raster met verticale mazen van 50x100 millimeter als variatie op of alternatief voor de getoonde panelen of voor een diagonaal of transversaal vlechtwerk binnen de panelen 10. Aldus kan steeds in ieder specifiek geval een concrete invulling worden gegeven aan het op te richten gevelsysteem, waarbij bovendien desgewenst op sommige 30 posities 17 panelen 10 achterwege kunnen worden gelaten om bijvoorbeeld een -7- aanwezig venster 18 in de gevel vrij te laten of een speels karakter aan het geheel te geven. Het gevelsysteem leent zich aldus ook voor niet-blinde gevels.
De panelen 10 zijn opgebouwd tussen verticale stijlen 31,32 met een hoogte van circa 5 300 centimeter. Ook voor de stijlen is in dit voorbeeld uitgegaan van verduurzaamde staaldelen waartegen aan tegenoverliggende uiteinden bevestigingsflenzen 35 zijn gelast. Aan een onderzijde vormt een dergelijke flens een voetplaat die met behulp van draadeinden of bouten 23 aan een geschikte betonpoer 22 is verankerd. De betonpoer 22 zorgt voor een adequate fundering in een ondergrond 21. Aan een bovenzijde biedt de 10 bevestigingsflens 35 een bevestigingsbasis voor een volgende stijl om het systeem desgewenst in een hoogterichting te kunnen uitbreiden. Tevens biedt deze flens 35 een bevestigingsbasis voor een dwarsverband in de vorm van een strip 33 die de stijlen 31,21 onderling verbindt en voor een verhoogde stabiliteit zorgt. De stijlen 31,32 zijn ieder voor zich door middel van een aantal afstandhouders 40 in de vorm van 15 draadeinden met de gevel 2 verbonden, waardoor een bijzonder sterk en stabiel geheel wordt verkregen. De draadeinden 40 hebben een lengte van de orde van tussen 40 en 80 centimeter en vermijden dat een tegen het gaas 12 groeiend gewas rechtstreeks met de gevel in aanraking komt. Bovendien blijft de gevel aldus bereikbaar voor onderhoud of andere werkzaamheden. Aan de gevelzijde worden de afstandhouders door middel van 20 pluggen en boorgaten in de gevel 2 verankerd, terwijl de stijlen 31,32 op regelmatige plaatsen zijn voorzien van bevestigingsplaten 36, zie ook figuur 4 en 7, waaraan een draadeinde 40 door middel van bevestigingsmoeren 41 op de gewenste afstand kan worden vastgezet.
25 Naar wens kunnen op geselecteerde posities houders 50 in het gaaswerk worden aangebracht die op hoogte voorzien in plantenbakken, zie ook figuur 3, waarin bijvoorbeeld potplanten kunnen worden ondergebracht. Ter bevestiging omvatten de bevestigingsgaten 51 voor niet nader getoonde schroefbouten en beugels waarmee de houder 50 eenvoudig aan het gaas 12 kan worden bevestigd.
30 -8-
In dit voorbeeld omvatten de stijlen 31,32 twee eindstijlen 31 waartussen het gaaswerk zich uitstrekt alsmede één tussenstijl 32 die een zijdelingse uitbreiding van het systeem met telkens circa een paneelbreedte toestaat. Voor een grotere totale breedte kunnen overeenkomstig meer van dergelijke tussenstijlen 32 worden toegepast. De basisdelen 5 31,32,10 van het gaaswerk zijn ter verdere verduidelijking in figuur 4 afzonderlijk weergegeven. Ten behoeve van een snelmontage zijn de stijlen voorzien van pennen 34 die bij de eindstijlen 31 eenzijdig zijdelings daarvan uitgaan en bij de tussenstijl 32 aan weerszijden uitsteken. In het kader van de panelen 10 zijn aan weerszijden overeenkomstige sleuven 13 voorzien waarin de pennen 34 vallen indien een paneel met 10 de stijlen wordt samengevoegd. Onder invloed van de zwaartekracht valt een paneel 10 vervolgens vanzelf over een eerste afstand dl, zie figuur 5, neerwaarts in een rustpositie. Daarin bewaren in een hoogterichting opeenvolgende panelen 10 onderling een tweede afstand d2, zie figuur 4, die groter is dan de eerste afstand dl. Aldus blijven de panelen ook naderhand individueel vrij uitneembaar zonder dat een overig deel van het gaaswerk 15 behoeft te worden afgebroken.
Om de panelen 10 niettemin in het gaaswerk te borgen en fixeren zijn borgmiddelen voorzien in de vorm van klembeugels 60, zie figuur 6 en 7, die op de in figuur 7 aangegeven wijze met de bevestigingsplaten 36 van de stijlen 31,32 kunnen worden 20 verbonden. Daaraan zijn aan weerszijden vleugels 62 voorzien die in gemonteerde toestand, zie figuur 7, klemmend aanliggen op een paneel 10 c.q. panelen 10, in het geval van de tussenstijl 32. Niet alleen vermijden de klembeugels 60 aldus een vrije uitneembaarheid van de panelen 10, ook fixeren ze de panelen 10 in het gaaswerk die anders als gevolg van een onvermijdelijke tolerantie in de maatvoering en montage 25 mogelijk beweeglijk zouden kunne zijn. De beugels 60 voorzien in een extra opening 61, opdat ook een afstandhouder 40 met dezelfde bevestigingsplaat 36 kan worden verbonden.
Figuur 8 geeft tot slot een alternatieve uitvoeringsvorm van een paneel voor opname in 30 het gevelsysteem volgens de uitvinding. In dit geval omvat het paneel een tweetal draadroosters 11 waartussen een substraat 15,16 is voorzien waarin tijdens gebruik een -9- wortelstelsel van een gewas kan worden ontvangen. Het substraat omvat in dit voorbeeld een kokosvezeldoek 15 of ander voor wortels doordringbaar textiel, dat een wortelsubstraat 16 insluit, zoals kleikorrels, glas- of steenwol, gruis of dergelijke. Het geheel is rondom gevat in een lijst 14, waarin op de juiste posities sleufgaten zijn 5 voorzien, gelijk de eerdere getoonde panelen.
Hoewel de uitvinding aldus aan de hand van louter een enkel uitvoeringsvoorbeeld nader werd toegelicht, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt. Integendeel zijn voor een gemiddelde vakman binnen het kader van de 10 uitvinding nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk. Zo is in het voorbeeld uitgegaan van een vlakke opstelling, dat wil zeggen in slecht één zijdelingse richting, maar kan in de praktijk ook om een hoek worden doorgebouwd door middel van daaraan aangepaste stijlen die in twee orthogonale richtingen in geschikte bevestigingsmiddelen voor de panelen voorzien. Tevens kunnen stijlen niet alleen naast 15 elkaar maar ook op elkaar worden bevestigd om het systeem in een hoogterichting verder uit te breiden. In het getoonde voorbeeld werd een houder als plantenbak aan een achterzijde aan het systeem toegevoegd, maar in plaats daarvan kan eenzelfde of andere houder eventueel ook aan een zichtzijden van het systeem worden bevestigd en bijvoorbeeld worden voorzien van een bloeiend gewas. Het gaaswerk biedt daarnaast 20 een bevestigingsbasis voor andere toevoegingen aan het systeem. Al met al biedt de uitvinding aldus een modulair gevelsysteem dat op basis van slechts een beperkt aantal onderdelen niettemin bijzonder flexibel is.
25 1036651

Claims (13)

1. Begroeibaar gevelsysteem omvattende een wand van een opstal en een aan een zichtzijde daarvan geplaatst gaaswerk om daartegen ten minste één gewas althans ten 5 dele te ontvangen met het kenmerk dat het gaaswerk een stelsel van panelen omvat die ieder aan weerszijden losneembaar tussen opeenvolgende stijlen worden ontvangen, dat de panelen ieder een vormvast kader omvatten waarbinnen zich een gaas uitstrekt, dat de stijlen zijn voorzien van verbindingsmiddelen die bestemd en ingericht zijn om met een kader van een paneel samen te werken teneinde het paneel losneembaar te 10 ontvangen en dat het gaaswerk afstandhouders omvat waarmee de stijlen op een daardoor opgelegde afstand met de gevel zijn verbonden.
2. Gevelsysteem volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het geheel althans in hoofdzaak uit al of niet verduurzaamd metaal, in het bijzonder staal, is gevormd. 15
3. Gevelsysteem volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat de stijlen ieder aan tegenoverliggende uiteinden zijn voorzien van bevestigingsflenzen.
4. Gevelsysteem volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk 20 dat het paneel is genomen uit een beperkte collectie van ten minste twee althans in hoofdzaak congruente panelen met ieder verschillende gazen.
5. Gevelsysteem volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat ten minste één paneel aan een eerste zijde een eerste gaas en aan een 25 tegenoverliggende zijde een tweede gaas omvat en dat tussen beide genoemde gazen een substraat is voorzien om daarin een wortelstelsel van het gewas te ontvangen.
6. Gevelsysteem volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de stijlen twee eindstijlen en ten minste één daartussen geplaatste tussenstijl 30 omvatten, waarbij ten minste één dwarsverband de stijlen onderling verbindt.
7. Gevelsysteem volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat een langwerpige houder aan weerszijden door middel van een daartoe voorzien beugel aan een gaas van een paneel is bevestigd. 1036651 -11-
8. Gevelsysteem volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de afstandhouders een lengte hebben van ieder tussen circa 40 en 80 centimeter.
9. Gevelsysteem volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk 5 dat de bevestigingsmiddelen pennen omvatten die uit gaan van een eerste van een paneel en een aangrenzende stijl alsmede daarmee corresponderende sleuven in een tweede van het paneel en de aangrenzende stijl, welke sleuven aan een onderzijde openen en bestemd en ingericht zijn om daarin de pennen te ontvangen teneinde het paneel neerwaarts naar een rustpositie te geleiden. 10
10. Gevelsysteem volgens conclusie 9 met het kenmerk dat de sleuven de pennen over een eerste verticale afstand geleiden en dat de boven elkaar geplaatste panelen onderling een tweede verticale afstand bewaren, die ten minste gelijk is aan de eerste verticale afstand. 15
11. Gevelsysteem volgens conclusie 9 met het kenmerk dat de panelen zijn voorzien van borgmiddelen om de panelen ten opzichte van de stijlen te borgen.
12. Gevelsysteem volgens conclusie 11 met het kenmerk dat de borgmiddelen 20 klembeugels omvatten die met een stijl zijn verbonden en in een borgende toestand klemmend aanliggen op een daardoor geborgd paneel.
13. Gevelsysteem volgens conclusie 9 met het kenmerk dat de sleuven de pennen over een eerste verticale afstand geleiden en dat de boven elkaar geplaatste panelen 25 onderling een tweede verticale afstand bewaren, die kleiner is dan de eerste verticale afstand en in het bijzonder dusdanig dat opeenvolgende paneel althans nagenoeg op elkaar stuiten. 1 1036651 Gaaswerk voor toepassing in het gevelsysteem volgens één of meer der 30 voorgaande conclusies.
NL1036651A 2009-03-02 2009-03-02 Begroeibaar gevelsysteem en gaaswerk. NL1036651C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1036651A NL1036651C2 (nl) 2009-03-02 2009-03-02 Begroeibaar gevelsysteem en gaaswerk.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1036651 2009-03-02
NL1036651A NL1036651C2 (nl) 2009-03-02 2009-03-02 Begroeibaar gevelsysteem en gaaswerk.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1036651C2 true NL1036651C2 (nl) 2010-09-03

Family

ID=41151957

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1036651A NL1036651C2 (nl) 2009-03-02 2009-03-02 Begroeibaar gevelsysteem en gaaswerk.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1036651C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN102177821A (zh) * 2011-04-01 2011-09-14 中国建筑股份有限公司 一种结合功能挡板的立体绿化装置及方法

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3935671A (en) * 1974-02-11 1976-02-03 Olaf Soot Modular planter panel system
GB2192663A (en) * 1986-07-14 1988-01-20 Traditional Trellis Ltd Trellis
FR2707135A1 (fr) * 1993-07-09 1995-01-13 Bertrand Christophe Support de croissance pour des plantes grimpantes.
US6311428B1 (en) * 1999-01-12 2001-11-06 Vegherb, Llc Garden trellis wall system
DE202006004802U1 (de) * 2006-03-25 2006-06-01 Projekt W Systeme Aus Stahl Gmbh Rankgitter für Begrünungszwecke o.dgl.

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3935671A (en) * 1974-02-11 1976-02-03 Olaf Soot Modular planter panel system
GB2192663A (en) * 1986-07-14 1988-01-20 Traditional Trellis Ltd Trellis
FR2707135A1 (fr) * 1993-07-09 1995-01-13 Bertrand Christophe Support de croissance pour des plantes grimpantes.
US6311428B1 (en) * 1999-01-12 2001-11-06 Vegherb, Llc Garden trellis wall system
DE202006004802U1 (de) * 2006-03-25 2006-06-01 Projekt W Systeme Aus Stahl Gmbh Rankgitter für Begrünungszwecke o.dgl.

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN102177821A (zh) * 2011-04-01 2011-09-14 中国建筑股份有限公司 一种结合功能挡板的立体绿化装置及方法

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7627983B1 (en) Modular, wall-mounted plant growing system
US20070199241A1 (en) Structure For Planted Wall
CN110381731B (zh) 模块式格架和栅栏***
JP2006262712A (ja) 緑化構造および緑化方法
NL2004060C2 (nl) Bouwblok en wand opgebouwd uit een veelvoud van deze bouwblokken.
WO1986002523A1 (en) Plant arrangement
NL1036651C2 (nl) Begroeibaar gevelsysteem en gaaswerk.
JP5448294B2 (ja) 立壁植栽装置と立壁状植栽構造
JP2018007650A (ja) 緑化構造体及び簡易フェンス又は広告表示体
JP2008125389A5 (nl)
JP2007154634A (ja) ベランダ用美観構造物
JP4783132B2 (ja) 緑化ユニット
KR101876139B1 (ko) 스프링 쿨러를 이용하는 녹화 지붕을 갖는 방음 터널 및 이의 시공 방법
JP2006304743A (ja) 植生ユニット
JPH09140266A (ja) 住宅の外側に設けるつる植物の登攀ガイド
NL2007822C2 (nl) Geluidwerend paneel.
JP4465896B2 (ja) 緑化装置
JP4247176B2 (ja) 建築物等の緑化植栽方法
JP3228872U (ja) 組立式園芸用ハウス
JP2006112129A (ja) 壁面緑化構造
KR100436517B1 (ko) 환경 친화성 녹화방음벽
JP3152566U (ja) グリーンハウス
JP4326550B2 (ja) 嵩上げ土壌台と嵩上げ土壌台による強風対策法
JP2017127196A (ja) バルコニーの緑化構造
JP2005042338A (ja) ツル科植物育成用装置

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20170401