NL1036607C2 - Opblaasbare verpakking. - Google Patents

Description

Opblaasbare verpakking

De uitvinding heeft betrekking op een opblaasbare verpakking in de vorm van een doos vervaardigd op basis van twee op elkaar geplaatste flexibele folies die volgens een 5 bepaald patroon van lasnaden bestaande uit onderling evenwijdige engte naden en breedte naden met elkaar zijn verbonden waardoor een aantal opblaasbare langwerpige compartimenten is gevormd.

Dergelijke opblaasbare verpakkingen zijn algemeen bekend.

10

In de praktijk worden dergelijke verpakkingen gebruikt als buffer voor het beschermen van een product in een doos of dergelijke. Het grote voordeel van opblaasbare verpakkingen is dat zij in lege toestand kunnen worden getransporteerd en opgeblazen en pas op het moment van hun gebruik worden opgeblazen tot de vorm die gewenst is 15 in de verpakking.

Tot nog werden dergelijke verpakking praktisch uitsluitend gebruikt in de vorm van vlakke platen die tussen het te verpakken product en de binnenzijde van bijvoorbeeld de doos waarin het product moet worden getransporteerd werden aangebracht. Hoewel 20 dit op zich tot bevredigende resultaten leidde in een aantal toepassingen, kon niet altijd voldoende schokbestendigheid worden verkregen. Dit werd ten dele veroorzaakt doordat er een vlak contact ontstond tussen de binnenzijde van de doos, de buffer in de vorm van een opgeblazen verpakking en het product. In het geval van schuimkunststof zoals veel wordt toegepast in de verpakkingindustrie wordt dit 25 probleem opgelost door twee doosvormige elementen te produceren die gedeeltelijk over de zijdelingse delen van het product werden geschoven en aldus een ondersteuning gaven op de meest rigide plaatsen van het product.

Dergelijke verpakkingen worden op grote schaal gebruikt voor producten met een in hoofdzaak rechthoekige vorm zoals elektronische instrumenten en apparatuur. Een 30 dergelijke oplossing was echter niet direct aanwezig bij het gebruik van opblaasbare verpakkingen.

De uitvinding stelt zich tot doel een opblaasbare verpakking van het bovengenoemde type te verschaffen waarmede de bovengenoemde problemen kunnen worden 35 opgelost.

^ 0 3 6 60 7 2

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de wanden van de doos worden gevormd door de twee lagen gevormd door delen van de opblaasbare compartimenten nadat deze gevouwen zijn tot de vorm van een doos, en dat de vrije breedte randen van de folies in de gevormde doos met elkaar zijn verbonden.

5 Door aldus een doosvorm te realiseren kan de verpakking over gedeelten van het te verpakken worden geschoven waardoor het product alleen in de stevige delen wordt ondersteund en aldus in de doos zelf kan worden geplaatst en getransporteerd. Hierbij blijven de voordelen van de opblaasbare verpakkingen bewaard, terwijl een aanzienlijke verbetering werd verkregen ten aanzien van de schokbestendigheid. Dit wordt mede 10 veroorzaakt door de dubbele lagen van de opblaasbare compartimenten.

Andere kenmerken en voordelen van de uitvinding zullen duidelijk worden uit de hiernavolgende beschrijving waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekeningen. Hierin is: 15

Figuur 1 een plano aanzicht van twee op elkaar geplaatste folies voor het vormen van de verpakking volgens de uitvinding in zijn elementaire vorm,

Figuren 2A - 2F perspectieftekeningen van de verschillende fasen bij het vormen van 20 de verpakking volgens de uitvinding, en

Figuur 3, een plano aanzicht volgens figuur 1 van een gewijzigd uitvoeringsvorm van een verpakking volgens de uitvinding.

25 In figuur 1 zijn twee rechthoekige stukken kunststoffolie in op elkaar geplaatste vorm weergegeven, waarbij een aantal lasnaden is aangegeven waarmede de twee folies aan elkaar zijn bevestigd. De folies zijn vervaardigd uit een kunststof zoals polyethyleen of polypropyleen die voorzien is van een deklaag waardoor de folie ondoordringbaar wordt voor lucht. Dergelijke folies zijn algemeen bekend in dit soort toepassingen, maar 30 het is duidelijk dat de uitvinding niet beperkt is tot dit type kunststoffen, maar dat in principe elke soort kunststoffolie die ondoorlaatbaar is voor lucht kan worden gebruikt voor het vervaardigen van de verpakking volgens de uitvinding.

De twee op elkaar geplaatst kunststoffolies hebben in principe gelijke vorm en 35 afmetingen, waarbij de folies met de vier randen met elkaar zijn verbonden door middel van naden. Dergelijke naden kunnen worden verkregen door middel van lassen zoals algemeen gebruikelijk bij kunststoffolies (heat sealing), waardoor luchtdichte 3 verbindingen worden verkregen . Aldus zijn twee lengte naden 1 en 2 en twee breedte naden 3 en 4 gevormd. De termen lengte en breedte worden hierbij niet gebruikt voor het aangeven van de afmetingen of lengte van de naden, maar dienen veeleer ter aanduiding van de richting waarin de naden verlopen. Evenwijdig aan de breedte naad 5 3 en op een korte afstand hiervan is een breedte naad 5 gevormd, waardoor tussen de naden 3 en 5 een kanaal 6 wordt gevormd dat later gebruikt kan worden als verdeelkanaal voor de toe te voeren lucht. In dit kanaal kan een toevoeropening voor lucht worden gevormd, bijvoorbeeld door het aanbrengen van een vulnippel, die toelaat om op een eenvoudige wijze de verpakking te verbinden met een bron van lucht onder 10 druk.

In het overige deel van de op elkaar geplaatste folies, hierna aangeduid als de verpakking, is een aantal evenwijdige lengte naden 8 gevormd, waarbij de onderlinge afstand tussen deze naden niet onderling gelijk behoeft te zijn, zoals later nog wal 15 worden beschreven. In de meest eenvoudige uitvoeringsvorm zoals weergegeven in figuur 1, strekken de lengte naden 8 zihc uit over de volledige lengte van de folies minus de afmeting van het kanaal 6. Daarbij zijn alle lengte naden op onderling gelijke afstanden aangebracht. Aldus is een aantal langwerpige compartimenten 9 gevormd, waarvan één uiteinde aansluit op het kanaal 6 via een terugslagklep (niet 20 weergegeven), zodanig dat wanneer een compartiment eenmaal gevuld is met lucht, deze niet meer kan ontsnappen. Door aldus de compartimenten van elkaar te scheiden wordt verkregen dat wanneer een van de compartimenten lek geraakt, bijvoorbeeld door een punctie met een scherp voorwerp, de andere compartiment nog gevuld blijven en verder kunnen worden gebruikt voor het beschermen van het te verpakken product. 25 De gebruikte terugslagklep kan zeer eenvoudig zijn, bijvoorbeeld van het type van een fietsventiel, en kan op een eenvoudige wijze worden gevormd door middel van twee op elkaar geplaatste lippen die uitsteken binnen het compartiment en waartussen zich de toevoeropening bevindt. Dergelijke terugslagkleppen zijn eveneens algemeen bekend in dit type van verpakkingen.

30

In de breedte richting loodrecht op de lengte richting is eveneens een aantal naden gevormd die onderling evenwijdig zijn, maar die zich niet continu uitstrekken over de volledige breedte van de folies, maar zich telkens uitstrekken over een gedeelte van de breedte afmeting van de verschillende compartimenten, zodanig dat telkens in elk 35 compartiment weliswaar een vernauwing wordt gevormd, maar de lucht toch ongestoord het compartiment kan vullen wanneer die wordt toegevoerd via de bijbehorende terugslagklep. Door deze breedte naden wordt elk compartiment als het 4 ware onderverdeeld in een aantal subcompartimenten. Door het aanbrengen van de partiële breedte naden wordt verkregen dat na het opblazen van de compartimenten de subcompartiment als het ware een eigen ballon vormen die van de naburige subcompartimenten wordt gescheiden door de partiële naden waardoor in de 5 opgeblazen toestand de verpakking kan worden geplooid langs lijnen die samenvallen met de partiële breedte naden, Op deze wijze kan het systeem van twee op elkaar geplaatste folies later worden gevormd tot de verpakking waarvoor het systeem bedoeld is.

10 De onderlinge afstand tussen de partiële breedte naden is zodanig gekozen dat de lengte van de diverse subcompartimenten is aangepast aan de uiteindelijke vorm van de doos, waarbij tijdnes het vormen van de breedte naden rekening kan worden gehouden met de afmetingen van de diverse zijwanden van de doosvorm en de dikte van de compartimenten in opgeblazen toestand. Aldus kan de plaats van de breedte 15 naden overeenkomstig worden gekozen.

Voor het vormen van een dubbelwandige doos met een hoofdzaak de vorm van een rechthoekig parallellepipedum dient de dubbel folie zoals weergegeven in figuur 1 op een bepaalde wijze zijn voorzien van partiële breedte naden en vervolgens op een 20 bepaalde wijze te worden gevouwen zoals hierna meer gedetailleerd zal worden beschreven. Hierbij wordt uitgegaan van het samenstel van folies volgens figuur 1, waarbij alle compartimenten dezelfde breedte hebben, maar het samenstel van folies zoals weergegeven in figuur 3 heeft een andere configuratie, die later ook meer gedetailleerd zal worden beschreven. Zoals weergegeven in figuur 1 zijn de partiële 25 breedte naden zodanig aangebracht dat acht delen 10, 11, 12,13, 14, 15, 16 en 17 worden gevormd, waarbij in de uiteindelijk gevormde doos de delen overeenkomen met bepaalde wanddelen van de doos.

In de weergeven uitvoeringsvorm komt het deel 10 overeen met de buitenzijde van een 30 lange zijde van de doos. De lengte hiervan is vrij te bepalen en is mede afhankelijk van het te verpakken product. Het deel 11 vormt de bovenzijde van deze eerste lange waad van de gevormde doos en heeft daartoe een lengte die in hoofdzaak overeenstemt met de dikt van een opgeblazen compartiment. Hierbij dient te worden overwogen dat een opgeblazen 35 compartiment een belangrijke mate van flexibiliteit heeft met betrekking tot zijn dikte.

Het deel 12 vormt de binnenzijde van de eerste lange wand en komt tegenover het deel 10 te liggen in de gevormde doos. Dit deel 12 heeft daartoe een lengte die nagenoeg 5 overeenstemt met de lengte van het deel 10 minus de dikte van een opgeblazen compartiment. Het deel 13 vormt de binnenzijde van de bodem van de gevormde doos en de lengte hiervan kan vrij worden gekozen in functie van het te verpakken product. De delen 14,15 en 16 corresponderen respectievelijk met de delen 12, 11 en 10 en 5 vormen respectievelijk de binnenzijde, de bovenzijde en de buitenzijde van de tweede lange wand van de gevormde doos. Het deel 17 ten slotte vormt de buitenzijde van de bodem van de gevormde doos en heeft een lengte die in hoofdzaak overeenstemt met de lengte van het deel 13 plus twee diktes van een opgeblazen compartiment. Nadat het aldus gevormde geheel in niet opgeblazen aldus is gevouwen worden de randen 3 10 en 4 met elkaar verbonden, teneinde de gevormde verpakking na opblazen voldoende stevigheid te geven.

Teneinde de doos in niet opgeblazen toestand te vormen dient een aantal vouwen en lasnaden te worden aangebracht in de op elkaar geplaatste en met elkaar verbonden 15 folies zoals weergegeven in figuur 1. Dit is weergegeven in de figuren 2A - 2F, waarbij niet exact de folies volgens figuur 1 zijn weergegeven, maar de folies volgens figuur 3, maar voor het principe van het vouwen en aanbrengen van lasnaden maakt dit geen verschil uit.

20 In een eerste stap, weergegeven in figuur 2A, worden de op elkaar geplaatste folies dubbel gevouwen langs een lijn evenwijdig aan de breedterichting van de folie, welke lijn in het midden ligt tussen de twee partiële breedte naden van het deel 13, dit wil zeggen de binnenzijde van de bodem. Door het aanbrengen van deze vouw komen de binnenzijde van de lange wanden exact tegenover elkaar te liggen. Het vouwen is 25 weergegeven in figuur 2B, terwijl het resultaat is weergegeven in figuur 2C. In de volgende stap worden twee lasnaden 20, 21 gevormd waardoor de binnenzijden van de lange wanden met elkaar worden verbonden. Deze lasnaden worden aangebracht op de twee buitenste lange naden over een afstand die overeenstemt met de lengte van de delen 12 en 14. Deze lasnaden 20, 21 vormen als het ware de korte wanden van de 30 te vormen doos, die aldus niet exact de vorm heeft van een parallellepipedum, maar door vervorming als gevolg van het verpakken van het product deze vorm toch zeer sterk benadert. Deze vorm van verbinding tussen de twee binnenzijden van de lange wanden verdient de voorkeur aangezien hierdoor wordt bereikt dat de verkregen verpakking in de niet opgeblazen toestand volledig vlak kan worden opgeslagen en 35 getransporteerd, hetgeen een belangrijke ruimtebesparing betekent. Ide volgende stap weergegeven in figuur 4D worden delen in omgekeerde richting teruggevouwen. Enerzijds betreft dit het deel bevattende de delen 16 en 17 dat rond de lijn die 6 samenvalt met de partiële lasnaad tussen de delen 15 en 16 wordt gevouwen en anderzijds betreft dit het deel omvattende het kanaal 6 en het deel 10 dat rond een lijn die samenvalt met de partiële lasnaad tussen de delen 10 en 11 wordt gevouwen. Bij een geschikte keuze van de diverse afmetingen waarbij eventueel de afmeting van het 5 deel dat het kanaal 6 bevat in de richting van de lengte kan worden aangepast, kan worden bereikt dat de lengte randen 3 en 4 nagenoeg op elkaar komen te liggen en kunnen deze delen volgens deze lijn aan elkaar worden gelast. Op deze wijze ontstaat het product weergegeven in figuur 2E, dat een volmaakt vlakke vorm kan aannemen. Hierdoor worden de reeds eerder genoemde voordelen bij opslag en transport 10 verkregen, waarbij de verpakking slechts effectief wordt opgeblazen op het moment dat het product hierin moet worden opgenomen. Door het opblazen krijgt het product de vorm weergegeven in figuur 2F.

In de uitvoeringsvorm weergegeven in figuur 3 zijn de delen 10-17 eveneens 15 aanwezig, maar hier is gekozen voor een aangepaste vormgeving van de compartimenten. In het bijzonder is de breedte van het ene compartiment niet steeds gelijk aan die van een ander compartiment. Aldus zijn de compartimenten 30 tot en met 40 gevormd die op zichzelf symmetrisch zijn ten opzichte van de centrale lijn in de lengte richting van de folies.

20 Zo hebben de compartimenten 30 en 40 nagenoeg dezelfde breedte. En hetzelfde geldt voor de compartimenten 31 en 39. In het deel 13 echter is de lengte naad aangebracht tussen de delen 30, 31 respectievelijk 39, 40 vervangen door twee lengte naden die samen met de breedte naden een eilandje 41,42 vormen dat niet verbonden is met een der compartimenten en derhalve niet gevuld gaat worden met lucht. Een dergelijk 25 eiland geeft een grotere flexibiliteit aan het geheel in opgeblazen toestand en vergemakkelijkt het aannemen van de gewenste vorm in opgeblazen toestand. Dit is vooral belangrijk omdat de naden tussen de compartimenten 30, 31 en 39, 40 gebruikt worden om de lange wanden met elkaar te verbinden, en een zekere flexibiliteit van de bodem dan gewenst is. De compartimenten 32 en 38 hebben dan weer een kleinere 30 breedte waardoor hun dikte in opgeblazen toestand eveneens kleiner wordt, hetgeen eveneens een aanpassing van de vorm in opgeblazen toestand betekent. Teneinde het bufferend vermogen van de verpakking te vergroten zijn sommige compartimenten geheeld of gedeeltelijk smaller gemaakt. Aldus zijn de compartimenten 33 en 37 ter hoogte van de delen 12 en 14, de binnenzijde van de lange wanden gehalveerd door 35 het aanbrengen van een extra lasnaad in deze delen in deze compartimenten. In de compartimenten 34 en 36 heeft hetzelfde plaatsgevonden, maar dan ter hoogte van de delen 10 en 16, de buitenzijde van de lange wanden, terwijl dit in het compartiment 35 7 over de volledige lengte heeft plaatsgevonden, behalve voor de 11, 15 en 17. Hierdoor wordt een kleinere dikte van de opgeblazen compartimenten verkregen ter hoogte van deze extra naden, waardoor de krachten die overgebracht worden op het te verpakken product kunnen worden gecontroleerd.

5

In de uitvoeringsvormen weergegeven in de figuren 1 en 3 is er van uitgegaan dat het kanaal 6 langs de rand 6 is gelegen en naast het deel 10 ligt waaruit de buitenzijde van de lange wand wordt gevormd. Op deze wijze wordt een sluitnaad 3,4 verkregen die zich in de bodem van de verkregen verpakking bevindt. Het is echter mogelijk om de 10 volgorde te veranderen, zodanig dat de sluitnaad 3,4 op een andere plaats komt in de uiteindelijke verpakking, bijvoorbeeld nabij de bovenzijde van een van de lange wanden, of zelfs in de holte van de verpakking. Een en ander is afhankelijk van de gewenste toepassing.

15 Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de beschreven en weergegeven uitvoeringsvormen, maar dat binnen het kader van de conclusies talrijke wijzigingen kunnen worden aangebracht. Zoals reeds eerder gezegd geldt dit voor de gebruikte materialen, maar tevens voor de wijze waarop de naden zijn gevormd. Verder is de uitvinding niet beperkt tot het maken van een parallellepipedum vorm, maar 20 kunnen andere vormen worden verkregen. Zo kunnen meer in het bijzonder meer dan acht delen worden gemaakt in de folie, waardoor bijvoorbeeld een in doorsnede vijf- of zeshoekige vorm kan worden verkregen of zelfs nog meerhoekig. Tevens is het mogelijk om de vormgeving van de folies zodanig uit te voeren dat een niet rechtlijnige bovenzijde wordt verkregen.

25 1036607

Claims (9)

1. Opblaasbare verpakking in de vorm van een doos vervaardigd op basis van twee op elkaar geplaatste flexibele folies die volgens een bepaald patroon van 5 lasnaden bestaande uit onderling evenwijdige engte naden en breedte naden met elkaar zijn verbonden waardoor een aantal opblaasbare langwerpige compartimenten is gevormd, met het kenmerk, dat de wanden van de doos worden gevormd door de twee lagen gevormd door delen van de opblaasbare compartimenten nadat deze gevouwen zijn tot de vorm van een doos, en dat de 10 vrije breedte randen van de folies in de gevormde doos met elkaar zijn verbonden.

2. Opblaasbare verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk dat voor twee lengte naden twee delen van telkens dezelfde lengte naad met elkaar zijn 15 verbonden.

3. Opblaasbare verpakking volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de breedte afmeting van de verschillende compartimenten is aangepast aan de positie van het compartiment in de verpakking en aan het te verpakken product. 20

4. Opblaasbare verpakking volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat elk compartiment is onderverdeeld in subcompartimenten door partiële breedte naden waarbij de positie van elk subcompartiment overeenkomt met een bepaalde plaats in de uiteindelijke verpakking, en de afmeting van het 25 subcompartiment is bepaald in functie van die plaats.

5. Opblaasbare verpakking volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een subcompartiment in breedte kan verschillen van de rest van het compartiment waarvan het deel uitmaakt. 30

6. Opblaasbare verpakking volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat in bepaalde delen van een compartiment ten minste een lengte naad is gevormd die dat deel van het compartiment verdeelt in een aantal parallelle subcompartimenten.

7. Opblaasbare verpakking volgens een de conclusies 1-6, met het kenmerk, dat elk compartiment is verdeeld in ten minste acht subcompartimenten. 1036607

8. Opblaasbare verpakking volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het aantal subcompartimenten gelijk is aan acht en dat van deze acht compartimenten twee compartimenten dienen voor het vormen van de buitenzijde van de lange wanden van de doos, twee compartimenten dienen voor het vormen van de 5 binnenzijde van de lange wanden, twee compartiment dienen voor het vormen van de binnenzijde respectievelijk buitenzijde van de bodem van de doos, en twee compartimenten dienen voor het vormen van de bovenzijde van de lange wanden.

9. Opblaasbare verpakking volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de lengte van de compartimenten bestemd voor de binnen zijde van de lange wanden en de lengte van de compartimenten bestemd voor de buitenzijde van de lange wanden op elkaar zijn afgestemd in functie van de dikte van de opgeblazen compartimenten. 15 1036607