NL1036519C2 - Stelelement, stelsysteem en werkwijze voor het stellen van een draagelement ten opzichte van een bouwconstructie. - Google Patents

Stelelement, stelsysteem en werkwijze voor het stellen van een draagelement ten opzichte van een bouwconstructie. Download PDF

Info

Publication number
NL1036519C2
NL1036519C2 NL1036519A NL1036519A NL1036519C2 NL 1036519 C2 NL1036519 C2 NL 1036519C2 NL 1036519 A NL1036519 A NL 1036519A NL 1036519 A NL1036519 A NL 1036519A NL 1036519 C2 NL1036519 C2 NL 1036519C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
basic body
plate
follower
adjusting
building construction
Prior art date
Application number
NL1036519A
Other languages
English (en)
Inventor
Reinier Aalsburg
Original Assignee
Vebo Staal B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vebo Staal B V filed Critical Vebo Staal B V
Priority to NL1036519A priority Critical patent/NL1036519C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1036519C2 publication Critical patent/NL1036519C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F13/00Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings
    • E04F13/07Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor
    • E04F13/08Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor composed of a plurality of similar covering or lining elements
    • E04F13/0801Separate fastening elements
    • E04F13/0832Separate fastening elements without load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements
    • E04F13/0857Supporting consoles, e.g. adjustable only in a direction parallel to the wall
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B43/00Washers or equivalent devices; Other devices for supporting bolt-heads or nuts
    • F16B43/005Washers or equivalent devices; Other devices for supporting bolt-heads or nuts engaging the bolt laterally to allow a quick mounting or dismounting of the washer, i.e. without the need to engage over the end of the bolt
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C3/00Structural elongated elements designed for load-supporting
    • E04C3/02Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces
    • E04C2003/023Lintels
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B43/00Washers or equivalent devices; Other devices for supporting bolt-heads or nuts
    • F16B43/009Washers or equivalent devices; Other devices for supporting bolt-heads or nuts with a wedging effect in order to adjust the height of the washer
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B5/00Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them
    • F16B5/02Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them by means of fastening members using screw-thread
    • F16B5/0216Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them by means of fastening members using screw-thread the position of the plates to be connected being adjustable
    • F16B5/0233Joining sheets or plates, e.g. panels, to one another or to strips or bars parallel to them by means of fastening members using screw-thread the position of the plates to be connected being adjustable allowing for adjustment perpendicular to the plane of the plates

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Finishing Walls (AREA)

Description

STELELEMENT, STELSYSTEEM EN WERKWIJZE VOOR HET STELLEN VAN EEN DRAAGELEMENT TEN OPZICHTE VAN EEN BOUWCONSTRUCTIE
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 stelelement, een stelsysteem en een werkwijze voor het stellen van een draagelement ten opzichte van een bouwconstructie.
Tijdens het vervaardigen van bouwconstructies komt het regelmatig voor dat er behoefte is aan een geveldrager 10 voor het dragen van een gevel. Voor het constructief ondersteunen van een gevel die zich boven een opening, zoals een raam of een deur, bevindt, worden zogenaamde geveldragers toegepast. Tevens worden geveldragers toegepast voor bijvoorbeeld het opvangen van metselwerk aan de 15 onderzijde van een vloer of balkon. Daarnaast worden geveldragers om bouwfysische redenen toegepast bij een horizontale dilatatie in de gevel. De geveldrager wordt in de praktijk doorgaans bevestigd aan een betonnen achterconstructie en bestaat uit een geveldragend element 20 (geveldrager), welke bestaat uit een hoeklijn met daaraan bevestigde draagelementen welke ook wel brackets of consoles worden genoemd. Op de hoeklijn kan een gevel worden gedragen. Teneinde de gevel optimaal te kunnen laten aansluiten op de achterliggende bouwconstructie en het 25 overige metselwerk, dient de geveldrager in de richting van het liggende vlak van de bouwconstructie, zoals een vloer, instelbaar te zijn. Deze gewenste instelbaarheid dient om variaties in de exacte positie van de achterliggende bouwconstructie, en oneffenheden in de wand van de 30 achterliggende bouwconstructie waartegen de geveldrager bevestigd dient te worden, op te vangen.
GB-A-2 402 984 openbaart een vulplaat die samenwerkende vormen heeft, en waarbij meerdere vulplaten op 2 zodanige samenwerkende wijze tegenover elkaar plaatsbaar zijn, dat een gewenste diktemaat opvulbaar is.
Een doel van de onderhavige uitvinding is om een stelelement te verschaffen waarbij één of meer van de 5 bovengenoemde problemen althans gedeeltelijk zijn voorkomen, en welke in het bijzonder flexibeler en/of betrouwbaarder inzetbaar is.
Het genoemde doel is bereikt met het stelelement voor het stellen van een draagelement ten opzichte van een 10 bouwconstructie volgens conclusie 1.
Doordat het plaatvormig basislichaam tussen de bouwconstructie en het draagelement plaatsbaar is, en één of meer volglichamen op dit plaatvormig basislichaam aanbrengbaar zijn, kan een gewenste opvuldikte tussen de 15 bouwconstructie en het draagelement worden verschaft, zodat het draagelement ten opzichte van de bouwconstructie kan worden gesteld.
Op het plaatvormig basislichaam zijn tegelijkertijd ten minste één boven-volglichaam en ten 20 minste één onder-volglichaam aanbrengbaar. Doordat de door één of meerdere boven-volglichamen verkregen opvuldikte kan afwijken van de opvuldikte die wordt verkregen door één of meerdere onder-volglichamen, verschaft het stellichaam volgens de uitvinding voldoende stelflexibiliteit, waarbij 25 oneffenheden in de bouwconstructie kunnen worden opgevangen. De samenstelbare opvuldikte ter plaatse van de boven-volglichamen is onafhankelijk van de ter plaatse van de onder-volglichamen samenstelbare opvuldikte.
Het plaatvormig basislichaam omvat een uitsparing 30 waarmee het tussen het draagelement en de bouwconstructie aan een bevestigingsmiddel dat de verbinding daartussen verschaft aanbrengbaar is. Door de uitsparing kan het basislichaam om het bevestigingsmiddel dat de verbinding 3 tussen het draagelement en de bouwconstructie verschaft worden aangebracht.
De uitsparing in het plaatvormig basislichaam omvat een sleuf die zich in hoofdzaak vanaf een eerste rand 5 tot op enige afstand van een tegenover de eerste rand gelegen tweede rand van het plaatvormig basislichaam uitstrekt. Hoewel als uitsparing tevens een gat denkbaar is, heeft een sleuf die zich vanaf een eerste rand uitstrekt het voordeel dat het basislichaam ook achteraf, dat wil zeggen 10 wanneer het draagelement al op het bevestigingsmiddel is aangebracht, nog tussen de bouwconstructie en het bevestigingsmiddel plaatsbaar is.
De uitsparing strekt zich ten minste gedeeltelijk schuin in het vlak van het plaatvormig basislichaam uit, 15 zodat het basislichaam enigszins gezekerd via de zich tot de rand uitstrekkende sleuf tussen het draagelement en de bouwconstructie plaatsbaar is. De sleuf strekt zich enigszins schuin in de richting van de derde rand uit, welke derde rand zich in geplaatste toestand aan de bovenzijde 20 bevindt. Het basislichaam is hierdoor enigszins gezekerd, want het hangt in aangebrachte toestand immers met het hoogste punt van de sleuf over het bevestigingsmiddel. Het basislichaam zal daardoor niet eenvoudig meer zijwaarts via de sleuf van het bevestigingsmiddel af kunnen schuiven.
25 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm strekt de sleuf zich tot in hoofdzaak halverwege tussen de eerste en tweede rand uit, opdat het plaatvormig basislichaam in hoofdzaak gecentreerd over het bevestigingsmiddel aanbrengbaar is.
30 Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het volglichaam plaatvormig en met zijn achterzijde in vormpassende aangrijping aanbrengbaar op de voorzijde van het plaatvormig basislichaam. Met yin vormpassende aangrijping' wordt bedoeld dat het volglichaam en het 4 basislichaam samenwerkende vormen hebben die in elkaar passen en zo een verbinding kunnen vormen. Ofwel, ze zijn qua vorm passend. Het volglichaam heeft bijvoorbeeld een uitstekend deel dat past in een in het basislichaam 5 aangebrachte uitsparing. Bijvoorbeeld de verbinding tussen LEGO®-stenen is vormpassend volgens de betekenis zoals bedoeld in deze octrooiaanvrage.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het volglichaam plaatvormig, en met een pen-gat-10 verbinding op de voorzijde van het plaatvormig basislichaam aangrijpbaar. Een dergelijke pen-gat-verbinding verschaft een effectieve klempassing voor de verbinding tussen het volglichaam en het basislichaam. Doordat de qua vorm passende verbinding nu ook klemt, blijven de volglichamen 15 ten opzichte van het basislichaam geklemd zitten.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de volglichamen onderling (d.w.z. de onder-volglichamen onderling, en/of de boven-volglichamen onderling) in vormpassende aangrijping bevestigbaar, zodanig dat de 20 achterzijde van het ene volglichaam op qua vorm passende wijze (bijvoorbeeld met een pen-gat-verbinding) aangrijpt op de voorzijde van het andere volglichaam. Wanneer ook de volglichamen onderling qua vorm passend aangrijpbaar zijn, is het mogelijk om meerdere volglichamen op het basislichaam 25 aan te brengen, waarbij het eerste volglichaam op het basislichaam aangrijpt en ieder volgend volglichaam op het laatste reeds aangebrachte volglichaam aangrijpt.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het boven-volglichaam ingericht om als afstandhouder 30 tussen het draagelement en de bouwconstructie te fungeren. Omdat ter plaatse van het boven-volglichaam een trekkracht op de verbinding tussen de bouwconstructie en het draagelement wordt uitgeoefend, volstaat het wanneer het 5 boven-volglichaam is ingericht om als afstandhouder te fungeren.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het boven-volglichaam plaatvormig, hetgeen het voordeel 5 heeft dat de plaatvorm voldoende oppervlak kan verschaffen voor het opvangen van de drukkrachten die op de één of meer boven-volglichamen worden uitgeoefend wanneer de verbinding tussen de bouwconstructie en het draagelement wordt voorgespannen.
10 Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het plaatvorming basislichaam tegenover elkaar gelegen derde en vierde randen en is het plaatvormig boven-volglichaam in hoofdzaak aansluitend op de eerste, tweede en derde rand op het basislichaam aanbrengbaar. Hierdoor wordt 15 het maximaal benutbare oppervlak voor het opvangen van krachten benut.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het boven-volglichaam eveneens voorzien van een uitsparing, opdat in een toestand waarbij één of meer boven-20 volglichamen op het basislichaam zijn aangebracht een doorgaande uitsparing gewaarborgd blijft.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het onder-volglichaam in hoofdzaak plaatvormig en ingericht om een drukkrachten absorberend oppervlak tussen 25 het draagelement en de bouwconstructie te verschaffen. Wanneer het draagelement een gevel ondersteunt zal ten gevolge van de door de gevel op het draagelement uitgeoefende zwaartekracht een zodanig krachtmoment ontstaan dat ter plaatse van de onder-volglichamen een drukkracht 30 tussen het draagelement en de bouwconstructie optreedt. Deze drukkracht wordt door de onder-volglichamen van het draagelement naar de bouwconstructie doorgeleid, terwijl de onder-volglichamen tevens de gewenste afstand tussen het draagelement en de bouwconstructie verschaffen. Teneinde de 6 drukkrachten die hier kunnen optreden optimaal op te vangen, heeft het onder-volglichaam een voldoende groot oppervlak nodig, hetgeen wordt verkregen door de onder-volglichamen plaatvormig uit te voeren.
5 Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het plaatvorming basislichaam tegenover elkaar gelegen derde en vierde randen, en is het onder-volglichaam in hoofdzaak aansluitend op de eerste, tweede en vierde rand op het basislichaam aanbrengbaar. Hierdoor wordt het maximaal 10 bruikbare oppervlak voor het hierop kunnen absorberen van de drukkrachten gebruikt.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn ten minste op de voorzijde van het plaatvormig basislichaam meerdere aangrijpingspunten voor het daarop 15 aangrijpen van een volglichaam aangebracht. De aangrijpingspunten zijn in de lengterichting van de plaat op enige afstand van elkaar aangebracht. Hoewel het denkbaar en zelf wenselijk is dat het plaatvormig basislichaam in verschillende lengtes (bijvoorbeeld 140 mm, 190 mm, 240 mm 20 en 340 mm) wordt geleverd, is het bijzonder voordelig om in de lengterichting meerdere aangrijpingspunten aan te brengen. De keuze voor een basislichaam met een bepaalde lengte is de grove instelling, terwijl de keuze voor een bepaald aangrijpingspunt als een fijne instelling kan worden 25 opgevat.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het basislichaam en/of het volglichaam vervaardigd van kunststof. Kunststof verschaft een gewenste isolerende laag tussen de geveldragerconstructie en de bouwconstructie, 30 waardoor een koudebrug zoals die bijvoorbeeld bij een metalen basislichaam en metalen volglichamen, zou optreden, voorkomen wordt. Kunststof is bovendien eenvoudig te fabriceren door middel van spuitgiettechnieken, en is 7 zodanig licht dat het makkelijk te hanteren en te vervoeren is. Daarnaast is kunststof makkelijk bewerkbaar.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de kunststof een van de materialen hoog slagvast PVC 5 (polyvinylchloride), ABS (acrylonitril butadieen styreen), POM (polyacetaal), HDPE (hoge-dichtheid polyethyleen), PE (polyethyleen), glasgevuld PA (polyamide) of vezelversterkte combinaties hiervan. In tegenstelling tot bijvoorbeeld polystyreen, is bijvoorbeeld hoog slagvast PVC geschikt voor 10 een belasting van lange duur. Uit de genoemde kunststoffen kunnen permanent aan te brengen stelelementen worden vervaardigd.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de breedte van het basislichaam en/of het volglichaam 15 tussen de 40-80 mm, is deze breedte meer in het bijzonder tussen de 50-70 mm, en nog meer in het bijzonder bij voorkeur in hoofdzaak 60 mm.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de dikte van het basislichaam tussen de 1-5 mm is, is 20 deze dikte meer in het bijzonder tussen de 2-4 mm is, en nog meer in het bijzonder bij voorkeur in hoofdzaak tussen 2,5-3 mm. Bij een dikte in de boven op de ordergrootte is het kunststof nog knipbaar.
Desgewenst kunnen in een verdere 25 voorkeursuitvoeringsvorm vooraf verzwakkingen zijn aangebracht voor het daarop breken of doorknippen van het basislichaam. Het basislichaam kan dan eenvoudig op de gewenste lengte worden gebracht.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm 30 is de dikte van het volglichaam tussen de 2-10 mm, is deze dikte meer in het bijzonder tussen de 3-7 mm, en nog meer in het bijzonder bij voorkeur in hoofdzaak tussen 3,5-5 mm. Bij voorkeur zijn de volglichamen in ten minste 2 diktematen leverbaar, zoals 3,5 mm en 5 mm, waardoor respectievelijk 8 aan afmeting kan worden opgevuld: dikte basislichaam; dikte basislichaam +3,5 mm; dikte basislichaam + 5 mm; dikte basislichaam + 7 mm (2 x 3,5 mm); dikte basislichaam +8,5 mm (3,5 mm + 5 mm); dikte basislichaam + 10 mm (2 x 5 mm); 5 dikte basislichaam + 11,5 mm; (3 x 3,5 mm); etcetera. De op deze wijze verkregen variëteit is voldoende om in de bouw een gewenste nauwkeurigheid van instelling te verkrijgen.
Verder heeft de uitvinding betrekking op een stelsysteem voor het stellen van een geveldragerconstructie, 10 omvattende ten minste één stelelement zoals hierboven beschreven, en een draagelement omvattende ten minste een element voor het dragen van een gevel.
Tevens heeft de uitvinding betrekking op een stelwerkwijze voor het stellen van een draagelement ten 15 opzichte van een bouwconstructie, omvattende de stappen van: - het aan de bouwconstructie aanbrengen van een bevestigingsmiddel; - het over het bevestigingsmiddel, en tussen het draagelement en de bouwconstructie aanbrengen van een 20 stelelement, het stelelement omvattende een plaatvormig basislichaam met een voor- en achterzijde; - het op het bevestigingsmiddel plaatsen van het draagelement; en - het op het plaatvormig basislichaam aanbrengen 25 van één of meer volglichamen, zodanig dat door het basislichaam en de één of meer daarop aangebrachte volglichamen een gewenste opvuldikte tussen de bouwconstructie en het draagelement wordt verschaft.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de 30 stelwerkwijze wordt het basislichaam aan de zijde van het draagelement geplaatst, en worden de één of meer volglichamen aan de zijde van de bouwconstructie geplaatst. Hierdoor wordt het basislichaam tegen de vlakke achterzijde van de geveldrager geplaatst, en kan er desgewenst een 9 afwijkende dikte worden samengesteld van boven- en onder-volglichamen, waardoor oneffenheden in de bouwconstructie kunnen worden opgevangen.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm 5 van de stelwerkwijze wordt een stelelement of een stelsysteem zoals in dit document beschreven toegepast.
In de navolgende beschrijving worden voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding aan de hand van de tekening verder verklaard, waarin tonen: 10 Figuur 1: een zijaanzicht van een geveldragerconstructie die is aangebracht op een bouwconstructie en een gevel draagt;
Figuur 2: een perspectivisch detailaanzicht van de in figuur 1 getoonde geveldragerconstructie; en 15 Figuur 3: een perspectivisch detailaanzicht van een voorkeursuitvoeringsvorm van het stelelement volgens de onderhavige uitvinding.
De uitvoeringsvorm zoals getoond in de figuren 1 tot en met 3 omvat een geveldragerconstructie 2, omvattende 20 een stelelement 1 en een draagelement 66. Zoals getoond in figuur 1 wordt in een bouwconstructie 4, zoals bijvoorbeeld een betonnen vloer, een bevestigingslocatie 84 zoals bijvoorbeeld een bout aangebracht. In de in figuur 1 getoonde voorkeursuitvoeringsvorm is in de bouwconstructie 4 25 een ankerrail 90 aangebracht. Voor aangrijping met deze ankerrail 90 worden hamerkopbouten 92 ter plaatse van de bevestigingslocatie 84 toegepast. Het draagelement 66 omvat een hoeklijn 68 voor het dragen van een gevel 70. Teneinde het draagelement 66 en daarmee de hoeklijn 68 met de daarop 30 te plaatsen gevel 70 te kunnen verstellen is tussen het draagelement 66 en de bouwconstructie 4 ter plaatse van de bevestigingslocatie 84 een stelelement 1 geplaatst. Dit stelelement 1 kan variaties in de exacte positie van de bouwconstructie 4, en oneffenheden in de wand van deze 10 bouwconstructie 4 waartegen de geveldragende constructie 2 bevestigd dient te worden, opgevangen.
In het in figuur 1 getoonde zijaanzicht is het stelelement 1 opgebouwd uit een basislichaam 6 en drie 5 daarop aangebrachte boven-volglichamen 26, alsmede drie onder-volglichamen 46. Hiermee wordt voor de getoonde uitvoeringsvorm de gewenste opvulling verschaft. In het zijaanzicht van figuur 1 wordt de bevestigingslocatie 84, die hier een ankerrail 90, een hamerkopbout 92 en over de 10 schroefdraad daarvan een aangebrachte moer 86 omvat, voorgespannen. Doordat de bevestigingslocatie 84 wordt voorgespannen, zal aanvankelijk een drukbelasting op de boven-volglichamen 26 plaatsvinden. Het draagelement 66 dat op zijn hoeklijn 68 een gevel 70 draagt zal door de 15 belasting van de gevel 70 een neerwaartse kanteling ondervinden, waarbij ter plaatse van de boven-volglichamen 26 de bevestigingslocatie 84 op trek wordt belast en de onder-volglichamen 46 op druk zullen worden belast. Teneinde deze drukkrachten goed te kunnen opvangen zijn de onder-20 volglichamen 26 bij voorkeur voorzien van een voldoende groot werkzaam contactoppervlak, en derhalve bij voorkeur plaatvormig uitgevoerd.
Zoals in figuur 2 weergegeven kan in plaats van een ankerrail 90 met bijbehorende hamerkopbout 92, eveneens 25 een spreidanker 94 of een combinatie van een chemisch anker 96 met een capsule 98 als bevestigingslocatie 84 worden toegepast. Op deze bevestigingslocatie 84 kan vervolgens een draagelement 66 worden aangebracht door deze met een sleuf 78 in de achterwand 76 van de U-console 72 over de 30 bevestigingslocatie 84 aan te brengen. De U-console 72 heeft verder zijwanden 74 waaraan aan de voorzijde een hoeklijn 68 voor het dragen van een gevel 70 is vastgelast. In de zijwanden 74 zijn nabij de achterwand 76 uitsparingen 80 11 aangebracht waar doorheen een hoogte-stelelement 82 plaatsbaar is.
Teneinde het draagelement 66 op een gewenste afstand van de bouwconstructie 4 te kunnen plaatsen, is 5 volgens de onderhavige uitvinding een stelelement 1 voorzien dat tussen de achterwand 76 van het draagelement 66 en de bouwconstructie 4 aanbrengbaar is.
Het stelelement 1 voor het stellen van het draagelement 66 ten opzichte van de bouwconstructie 4 omvat 10 een plaatvormig basislichaam 6 met een voorzijde 8 en een achterzijde 10, alsmede een eerste rand 12, een tweede rand 14, een derde rand 16 en een vierde rand 18 (figuur 3). Op het basislichaam 6 zijn één of meer volglichamen 26, 46 aanbrengbaar, bij voorkeur doordat het volglichaam 26, 46 15 met zijn achterzijde 30, 50 in vormpassende aangrijping aanbrengbaar is op de voorzijde 8 van het basislichaam 6.
Met 'in vormpassende aangrijping' wordt bedoeld dat er een zodanig corresponderende vorm is dat het basislichaam 6 en het volglichaam 26, 46 qua vorm in elkaar passen en daarbij 20 een verbinding vormen, die bij voorkeur doch niet noodzakelijk enigszins klemmend is. Een dergelijke klemmende verbinding kan bijvoorbeeld worden verkregen met een pen-gat-verbinding, waarbij een op een achterzijde 30, 50 van een volglichaam 26, 46 aangebracht uitstekend deel 42, 60 op 25 klemmende wijze aangrijpbaar is met een qua vorm overeenkomstige uitsparing, ofwel uitholling 22, 24, 44, 62 in een voorzijde 28, 48 van een ander volglichaam 26, 46 of de voorzijde 8 van het basislichaam 6.
Op het plaatvormig basislichaam zijn 30 tegelijkertijd ten minste een samenstelling uit één of meer boven-volglichamen 26, en een samenstelling uit één of meer onder-volglichamen 46 aanbrengbaar. Hierdoor is het mogelijk om uit een combinatie van boven-volglichamen 26 een andere opvuldikte samen te stellen dan uit de combinatie van onder- 12 volglichamen 46. Door dit verschil kunnen oneffenheden in het contactvlak van de bouwconstructie 4 opgevangen worden.
Zoals getoond in figuren 2 en 3 omvat het basislichaam 6 een uitsparing waarmee het tussen het 5 draagelement 68 en de bouwconstructie 4, aan het bevestigingsmiddel 84 dat de verbinding tussen draagelement 66 en de bouwconstructie 4 verschaft, aanbrengbaar is. Bij voorkeur is deze uitsparing in het basislichaam 6 een sleuf 20 die zich in hoofdzaak vanaf de eerste rand 12 van het 10 basislichaam 6 tot op enige afstand een tegenover de eerste rand 12 gelegen tweede rand 14 van het plaatvormig basislichaam 6 uitstrekt. Bij voorkeur strekt de sleuf zich uit tot in hoofdzaak halverwege tussen de eerste rand 12 en tweede rand 14, waardoor het basislichaam 6 in hoofdzaak 15 gecentreerd zal worden geplaatst. Doordat de sleuf 20 zich uitstrekt vanaf de eerste rand 12 is het stelelement 1 volgens de onderhavige uitvinding ook achteraf nog over de bevestigingslocatie 84 aanbrengbaar, dat wil zeggen ook nog nadat een draagelement 66 reeds over de bevestigingslocatie 20 84 is aangebracht. Door de schuine stand van de sleuf 20 die zich uitstrekt in de richting van de derde rand 16, hangt het basislichaam 6 enigszins gezekerd. De schuine stand voorkomt dat het basislichaam 6 eenvoudig van het bevestigingsmiddel 84 zou kunnen schuiven.
25 Weliswaar worden de boven-volglichamen 26 door middel van het aandraaien van de moer 86 op de bevestigingslocatie 84 onder druk voorgespannen, doch vervolgens wordt de bevestigingslocatie 84 op trek belast wanneer de gevel 70 door de hoeklijn 68 van het draagelement 30 66 wordt ondersteund. De boven-volglichamen 26 dienen derhalve voornamelijk als afstandhouder tussen het draagelement 66 en de bouwconstructie 4. Hoewel in een voorkeursuitvoeringsvorm het boven-volglichaam 26 plaatvormig is en een voorzijde 28, een achterzijde 30 13 alsmede een eerste rand 32, een tweede rand 34, een derde rand 36 een vierde rand 38 omvat, is het tevens denkbaar dat het boven-volglichaam 26 ringvormig is uitgevoerd.
Een voordeel van het plaatvormig uitvoeren van het 5 boven-volglichaam 26 is dat er hierin een uitsparing kan worden aangebracht, zoals de sleuf 40 die overeenkomt met de sleuf 20 van het basislichaam 6. Op deze wijze kunnen de plaatvormige basislichamen 26 ook achteraf nog over de bevestigingslocatie 84 heen worden geplaatst, hetgeen met 10 een ringvormig element niet mogelijk zou zijn.
Bij voorkeur heeft het plaatvormig bovenlichaam 26 zodanige afmetingen dat het in hoofdzaak aansluitend op de eerste rand 12, de tweede rand 14 en de derde rand 16 van het basislichaam 6 aanbrengbaar is. Dat wil zeggen dat de 15 eerste rand 32 van het boven-volglichaam 30 in hoofdzaak aansluit met een eerste rand 12 van het basislichaam 6, en respectievelijk de tweede en derde rand 34, 36 van het boven-volglichaam 26 in hoofdzaak aansluiten met de tweede en derde rand 14, 16 van het basislichaam 6.
20 Verder is op het basislichaam 6 een in hoofdzaak plaatvormig onder-volglichaam 46 aanbrengbaar. Dit plaatvormig onder-volglichaam 46 heeft een voorzijde 48, een achterzijde 50, een eerste rand 52, een tweede rand 54, een derde rand 56 en een vierde rand 58.
25 Daar het plaatvormig onder-volglichaam 46 op druk zal worden belast, en dient om een drukkrachten absorberend oppervlak tussen het draagelement 66 en de bouwconstructie 4 te verschaffen, wordt bij voorkeur een groot oppervlak gecreëerd. Derhalve is in een bijzonder voordelige 30 voorkeursuitvoeringsvorm het onder-volglichaam 46 in hoofdzaak met zijn eerste rand 52, tweede rand 54 en vierde rand 58 aansluitend aanbrengbaar aan respectievelijk de eerste rand 12, tweede rand 14 en vierde rand 18 van het basislichaam 6. Op deze wijze wordt een zo groot mogelijk 14 contactoppervlak benut voor het absorberen van de drukkrachten.
Om een efficiënte krachtenabsorptie te laten plaatsvinden is het gewenst dat de onder-volglichamen 46 5 zich nabij de onderzijde van de U-console 72 bevinden. De momentwerking is daar immers het grootst. Teneinde een variëteit in hoogtemaat van de u-vormige console 72 op te kunnen vangen, wordt het basislichaam 6 bij voorkeur in verschillende lengtematen, zoals bijvoorbeeld met een lengte 10 van 140 mm, 190 mm, 240 mm en 340 mm, geleverd. Voorts worden bij voorkeur in de lengterichting meerdere uitsparingen 24 aangebracht zodat het onder-volglichaam 46 op een gewenste plaats aanbrengbaar is.
Bij voorkeur is het basislichaam 6 en/of de 15 volglichamen 26, 46 vervaardigd uit een kunststof die geschikt is voor een lange duur belasting, zoals bijvoorbeeld hoog slagvast PVC (polyvinylchloride), ABS (acrylonitril butadieen styreen), POM (polyacetaal), HDPE (hoge-dichtheid polyethyleen), PE (polyethyleen), glasgevuld 20 PA (polyamide) of vezelversterkte combinaties hiervan.
Het basislichaam 6 is in een voorkeursuitvoeringsvorm bijvoorbeeld 60 mm breed en ongeveer 2,5 mm dik. Wanneer de dikte van het basislichaam 6 gering is, dan kan het basislichaam 6 tevens op de gewenste 25 lengte worden geknipt.
Door volglichamen 26, 46 in verschillende dikten te leveren, zoals bijvoorbeeld een dikte van 3,5 mm en een dikte van 5 mm, kan door het combineren van meerdere volgplaten 26, 46 een grote opeenvolging aan opvulmaten 30 worden gekregen.
Het stelsysteem volgens de onderhavige uitvinding is samengesteld uit ten minste één stelelement 1 en een draagelement 66 dat ten minste een element 68 voor het dragen van een gevel 70 omvat.
15
De werkwijze voor het stellen van een draagelement 66 ten opzichte van een bouwconstructie 4 omvat allereerst de stap van het aan de bouwconstructie 4 aanbrengen van een bevestigingsmiddel 84. Over het bevestigingsmiddel 84, en 5 tussen het draagelement 66 en de bouwconstructie 4, wordt een stelelement 1 aangebracht waarbij het stelelement 1 een plaatvormig basislichaam 6 met een voorzijde 8 en een achterzijde 10 omvat. Wanneer het basislichaam 6 van het stelelement 1 verder een sleufvormige uitsparing 20 omvat 10 die zich vanaf een rand 12 van het basislichaam 6 uitstrekt, dan kan het stelelement 1 ook nog worden aangebracht nadat op het bevestigingsmiddel 84 een draagelement 66 is aangebracht. Om het draagelement 66 op een gewenste afstand van de bouwconstructie 4 aan te brengen worden op het 15 plaatvormig basislichaam 6 één of meer volglichamen 26, 46 aangebracht, zodanig dat door het basislichaam 6 en de één of meer daarop aangebrachte volglichamen 26, 46 een gewenste opvuldikte tussen de bouwconstructie 4 en het draagelement 66 wordt verschaft.
20 In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt het basislichaam 6 aan de zijde van het draagelement 66 geplaatst, d.w.z. met de achterzijde 10 van het basislichaam tegen de achterwand 76 van de U-console 72 van het draagelement 66. De één of meer volglichamen 26, 46 worden 25 aan de zijde van de bouwconstructie 4 geplaatst, d.w.z. met hun voorzijde 28, 48 tegen de bouwconstructie 4. Hierdoor is het mogelijk om uit een combinatie van boven-volglichamen 26 een andere opvuldikte samen te stellen dan uit de combinatie van onder-volglichamen 46. Door dit verschil 30 kunnen oneffenheden in de bouwconstructie opgevangen worden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is er een vormpassende verbinding mogelijk tussen enerzijds de boven-volglichamen 26 onderling, de onder-volglichamen 46 onderling, en anderzijds de volglichamen 26, 46 met het 16 basislichaam. Deze vormpassende verbinding kan bijvoorbeeld worden verkregen door een zogenaamde pen-gat-verbinding, die in de in figuur 3 getoonde uitvoeringsvorm als volgt wordt verkregen. Het basislichaam 6 heeft een uitsparing 22 waarin 5 een uitstekend deel 42 dat zich op de achterzijde 30 van het boven-volglichaam 26 bevindt, plaatsbaar is. Deze vormpassende verbinding kan in een voordelige voorkeursuitvoeringsvorm enigszins klemmend zijn uitgevoerd, opdat de lichamen 6, 26, 46 - eenmaal bevestigd - onderling 10 geklemd blijven zitten. In de voorzijde 28 van het boven-volglichaam 26 bevindt zich een uitholling 44 waarin een uitstekend deel 42 van een volgend boven-volglichaam 26 aanbrengbaar is. Op vergelijkbare wijze zijn de onder-volglichamen 46 aan de achterzijde 50 voorzien van een 15 uitstekend deel 60, en aan de voorzijde 48 van een uitholling 62.
De hierboven beschreven uitvoeringsvormen zijn, hoewel ze voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding tonen, enkel bedoeld om de onderhavige uitvinding te 20 illustreren en niet om op enigerlei wijze de omschrijving van de uitvinding te beperken. De omvang van de uitvinding wordt dan ook uitsluitend bepaald door de nu volgende conclusies.

Claims (20)

1. Stelelement voor het stellen van een draagelement ten opzichte van een bouwconstructie, 5 omvattende: - een tussen de bouwconstructie en het draagelement plaatsbaar plaatvormig basislichaam met een voor- en achterzijde; - ten minste één op het plaatvormig basislichaam 10 aanbrengbaar volglichaam met een voor- en achterzijde; - waarbij het plaatvormig basislichaam een uitsparing omvat waarmee het tussen het draagelement en de bouwconstructie aan een bevestigingsmiddel dat de verbinding daartussen verschaft aanbrengbaar is; 15. waarbij de uitsparing in het plaatvormig basislichaam een sleuf omvat die zich in hoofdzaak vanaf een eerste rand tot op enige afstand van een tegenover de eerste rand gelegen tweede rand van het plaatvormig basislichaam uitstrekt; met het kenmerk, dat 20. op het plaatvormig basislichaam tegelijkertijd ten minste één boven-volglichaam en ten minste één onder-volglichaam aanbrengbaar zijn; en - waarbij de uitsparing zich ten minste gedeeltelijk schuin in het vlak van het plaatvormig 25 basislichaam uitstrekt, zodat het basislichaam via de zich tot de rand uitstrekkende sleuf tussen het draagelement en de bouwconstructie plaatsbaar is.
2. Stelelement volgens conclusie 1, waarbij het 30 volglichaam plaatvormig is en met zijn achterzijde op vormpassende wijze aangrijpbaar aanbrengbaar is op de voorzijde van het plaatvormig basislichaam.
3. Stelelement volgens conclusie 1 of 2, waarbij het volglichaam plaatvormig is, en met een pen-gat-verbinding op de voorzijde van het plaatvormig basislichaam aangrijpbaar is. 5
4. Stelelement volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de volglichamen onderling op vormpassende wijze aangrijpbaar bevestigbaar zijn.
5. Stelelement volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij boven-volglichaam is ingericht om als afstandhouder tussen het draagelement en de bouwconstructie te fungeren.
6. Stelelement volgens conclusie 5, waarbij het boven-volglichaam plaatvormig is.
7. Stelelement volgens conclusie 6, waarbij het plaatvorming basislichaam tegenover elkaar gelegen derde en 20 vierde randen omvat, en waarbij het plaatvormig boven- volglichaam in hoofdzaak aansluitend op de eerste, tweede en derde rand op het basislichaam aanbrengbaar is.
8. Stelelement volgens één van de voorgaande 25 conclusies, waarbij het boven-volglichaam eveneens is voorzien van een uitsparing.
9. Stelelement volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het onder-volglichaam plaatvormig is, en 30 is ingericht om een drukkrachten absorberend oppervlak tussen het draagelement en de bouwconstructie te verschaffen.
10. Stelelement volgens conclusie 9, waarbij het plaatvorming basislichaam tegenover elkaar gelegen derde en vierde randen omvat, en waarbij het onder-volglichaam in hoofdzaak aansluitend op de eerste, tweede en vierde rand op 5 het basislichaam aanbrengbaar is.
11. Stelelement volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste op de voorzijde van het plaatvormig basislichaam meerdere aangrijpingspunten voor 10 het daarop aangrijpen van een volglichaam zijn aangebracht.
12. Stelelement volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het basislichaam en/of het volglichaam is vervaardigd van kunststof. 15
13. Stelelement volgens conclusie 12, waarbij de kunststof hoog slagvast PVC, ABS, POM, HDPE, PE, glasgevuld PA of vezelversterkte combinaties hiervan omvat.
14. Stelelement volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de breedte van het basislichaam en/of het volglichaam tussen de 40-80 mm is, meer in het bijzonder tussen de 50-70 mm is, en nog meer in het bijzonder bij voorkeur in hoofdzaak 60 mm is. 25
15. Stelelement volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de dikte van het basislichaam tussen de 1-5 mm is, meer in het bijzonder tussen de 2-4 mm is, en nog meer in het bijzonder bij voorkeur in hoofdzaak tussen 2,5-3 30 mm i s.
16. Stelelement volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de dikte van het volglichaam tussen de 2-10 mm is, meer in het bijzonder tussen de 3-7 mm is, en nog meer in het bijzonder bij voorkeur in hoofdzaak tussen 3,5-5 mm is.
17. Stelsysteem voor het stellen van een geveldragerconstructie, omvattende: - ten minste één stelelement volgens één van de conclusies 1-16; - een draagelement omvattende ten minste een 10 element voor het dragen van een gevel.
18. Stelwerkwijze voor het stellen van een draagelement ten opzichte van een bouwconstructie, omvattende de stappen van: 15. het aan de bouwconstructie aanbrengen van een bevestigingsmiddel; - het over het bevestigingsmiddel, en tussen het draagelement en de bouwconstructie aanbrengen van een stelelement volgens één van de conclusies 1-16, het 20 stelelement omvattende een plaatvormig basislichaam met een voor- en achterzijde; - het op het bevestigingsmiddel plaatsen van het draagelement; en - het op het plaatvormig basislichaam aanbrengen 25 van één of meer volglichamen, zodanig dat door het basislichaam en de één of meer daarop aangebrachte volglichamen een gewenste opvuldikte tussen de bouwconstructie en het draagelement wordt verschaft.
19. Stelwerkwijze volgens conclusie 20, waarbij het basislichaam aan de zijde van het draagelement wordt geplaatst, en waarbij de één of meer volglichaam aan de zijde van de bouwconstructie worden geplaatst.
20. Stelwerkwijze volgens conclusie 18, waarbij een stelsysteem volgens conclusies 17 wordt toegepast. 5
NL1036519A 2009-02-05 2009-02-05 Stelelement, stelsysteem en werkwijze voor het stellen van een draagelement ten opzichte van een bouwconstructie. NL1036519C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1036519A NL1036519C2 (nl) 2009-02-05 2009-02-05 Stelelement, stelsysteem en werkwijze voor het stellen van een draagelement ten opzichte van een bouwconstructie.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1036519 2009-02-05
NL1036519A NL1036519C2 (nl) 2009-02-05 2009-02-05 Stelelement, stelsysteem en werkwijze voor het stellen van een draagelement ten opzichte van een bouwconstructie.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1036519C2 true NL1036519C2 (nl) 2010-08-09

Family

ID=41278226

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1036519A NL1036519C2 (nl) 2009-02-05 2009-02-05 Stelelement, stelsysteem en werkwijze voor het stellen van een draagelement ten opzichte van een bouwconstructie.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1036519C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2612115A (en) * 2021-10-22 2023-04-26 Masonry Support Systems Ltd A masonry support system

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4558548A (en) * 1983-11-16 1985-12-17 H. H. Robertson Company Non-displaceable shim
GB2204620A (en) * 1987-05-13 1988-11-16 Expamet U K Limited Masonry support for cladding forming an outer skin of a cavity wall
EP0486816A1 (de) * 1990-11-21 1992-05-27 PESTALOZZI & CO. AG Stapelbarer Abstandhalter zur Bestimmung des Abstands zwischen zwei zusammenpressbaren Wandungen
JP2001182155A (ja) * 1999-12-22 2001-07-03 Ohbayashi Corp ボルト接合部の制振構造
DE102004021902A1 (de) * 2003-05-20 2004-12-16 Küwi Befestigungstechnik R. Kühnis + M. Willi U-förmige Einsatzstücke
GB2402984A (en) * 2003-06-16 2004-12-22 Lameek Ltd Spacers having co-operating formations

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4558548A (en) * 1983-11-16 1985-12-17 H. H. Robertson Company Non-displaceable shim
GB2204620A (en) * 1987-05-13 1988-11-16 Expamet U K Limited Masonry support for cladding forming an outer skin of a cavity wall
EP0486816A1 (de) * 1990-11-21 1992-05-27 PESTALOZZI & CO. AG Stapelbarer Abstandhalter zur Bestimmung des Abstands zwischen zwei zusammenpressbaren Wandungen
JP2001182155A (ja) * 1999-12-22 2001-07-03 Ohbayashi Corp ボルト接合部の制振構造
DE102004021902A1 (de) * 2003-05-20 2004-12-16 Küwi Befestigungstechnik R. Kühnis + M. Willi U-förmige Einsatzstücke
GB2402984A (en) * 2003-06-16 2004-12-22 Lameek Ltd Spacers having co-operating formations

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2612115A (en) * 2021-10-22 2023-04-26 Masonry Support Systems Ltd A masonry support system

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5720571A (en) Deflection slide clip
BE1020433A3 (nl) Paneel.
US8776477B2 (en) Architectural alignment system
US8082714B2 (en) Rotatable wedge tile spacer having a curved body
CN101370984A (zh) 样板横档
NL1036519C2 (nl) Stelelement, stelsysteem en werkwijze voor het stellen van een draagelement ten opzichte van een bouwconstructie.
WO2010004539A1 (en) A decking assembly and a securing device for securing a decking plank to a support element
US8240111B2 (en) Holding device for a balustrade
US20010017015A1 (en) Device for forming expansion joints between covered floor or wall area sections
WO2005081734A3 (en) Elevator rail support bracket
AU2007200753A1 (en) A Panel Attachment Clip
JPS60261846A (ja) フアサードなどの板石被覆用アンカー
US5167106A (en) Fixing structure of wall materials
GB2485277A (en) A building member
CA2475339A1 (en) Slab formwork systems
EP0498761B1 (fr) Dispositif de fixation d'un rail sur une dalle en béton
KR101637527B1 (ko) 난간 브라켓
JP6556464B2 (ja) アンカーボルト調整治具及びこれを用いたアンカーボルト支持装置
WO2008136690A1 (en) Armour joint assembly support apparatus
JP4698805B2 (ja) エレベーターかご装置
NL1032496C2 (nl) Stelelement, stelsysteem en werkwijze voor het stellen van een draagelement ten opzichte van een bouwconstructie.
FR2764316A1 (fr) Dispositif de fixation ajustable d'un rail
DK2937490T3 (en) Overlying structure with retaining device
NL1005692C2 (nl) Consolesamenstel.
NL2006491C2 (nl) Paneelbevestigingssamenstel.

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200301