NL1034632C2 - Machine voor het aanleggen van betonbanen. - Google Patents

Machine voor het aanleggen van betonbanen. Download PDF

Info

Publication number
NL1034632C2
NL1034632C2 NL1034632A NL1034632A NL1034632C2 NL 1034632 C2 NL1034632 C2 NL 1034632C2 NL 1034632 A NL1034632 A NL 1034632A NL 1034632 A NL1034632 A NL 1034632A NL 1034632 C2 NL1034632 C2 NL 1034632C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
machine
tractor
scraper
height
concrete
Prior art date
Application number
NL1034632A
Other languages
English (en)
Inventor
Francois Joseph Casters
Original Assignee
B A Consulting Casters B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by B A Consulting Casters B V filed Critical B A Consulting Casters B V
Priority to NL1034632A priority Critical patent/NL1034632C2/nl
Priority to PCT/EP2008/009269 priority patent/WO2009059734A1/en
Priority to EP08847095.0A priority patent/EP2229480B1/en
Priority to DK08847095.0T priority patent/DK2229480T3/en
Priority to PL08847095T priority patent/PL2229480T3/pl
Priority to HUE08847095A priority patent/HUE028900T2/en
Priority to US12/738,384 priority patent/US8256986B2/en
Priority to ES08847095.0T priority patent/ES2567204T3/es
Application granted granted Critical
Publication of NL1034632C2 publication Critical patent/NL1034632C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C19/00Machines, tools or auxiliary devices for preparing or distributing paving materials, for working the placed materials, or for forming, consolidating, or finishing the paving
    • E01C19/22Machines, tools or auxiliary devices for preparing or distributing paving materials, for working the placed materials, or for forming, consolidating, or finishing the paving for consolidating or finishing laid-down unset materials
    • E01C19/30Tamping or vibrating apparatus other than rollers ; Devices for ramming individual paving elements
    • E01C19/34Power-driven rammers or tampers, e.g. air-hammer impacted shoes for ramming stone-sett paving; Hand-actuated ramming or tamping machines, e.g. tampers with manually hoisted dropping weight
    • E01C19/40Power-driven rammers or tampers, e.g. air-hammer impacted shoes for ramming stone-sett paving; Hand-actuated ramming or tamping machines, e.g. tampers with manually hoisted dropping weight adapted to impart a smooth finish to the paving, e.g. tamping or vibrating finishers
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C2301/00Machine characteristics, parts or accessories not otherwise provided for
    • E01C2301/14Extendable screeds
    • E01C2301/16Laterally slidable screeds
    • E01C2301/18Laterally slidable screeds the whole machine being laterally slidable

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Road Paving Machines (AREA)
  • On-Site Construction Work That Accompanies The Preparation And Application Of Concrete (AREA)

Description

Machine voor het aanleggen van betonbanen.
Oe uitvinding heeft betrekking op een machine voor het aanleggen van betonbanen, van het type waarbij een betonmengsel in plastische toestand over 5 een bepaalde breedte wordt verspreid en vervolgens op een bepaalde hoogte wordt afgestreken, waarbij de machine bestaat uit een tractor en een hiermede verbonden afstrijkdeel.
Een dergelijke inrichting is bekend uit WO-A-95/28525.
10
Bij deze bekende machine vormt het tractordeel en het afstrijkdeel één geheel waarvan de breedte kan worden aangepast aan de breedte van de aan te leggen beton baan.
15 Op zich heeft deze bekende machine grote voldoening geschonken en wordt zij nog op grote schaal toegepast. Niettemin zijn er enkele problemen bij het gebruik van deze machine. Een eerste probleem ontstaat doordat het steeds noodzakelijk is om ruimte te hebben langs de aan te leggen betonbaan. Die is niet altijd aanwezig bijvoorbeeld door de aanwezigheid van bebouwing of 20 beplanting die aanwezig onmiddellijk naast de aan te leggen betonbaan. Een andere moeilijkheid ontstaat bij het aanleggen van grotere oppervlaktes zoals pleinen of bredere wegen. Hier moet steeds zodanig worden gewerkt dat na het aanleggen van een eerste strook, de tweede aanliggende strook tijdelijk moet worden overgeslagen, maar begonnen wordt met de derde strook. Eerst nadat 25 de eerste en de derde strook voldoende zijn verhard kan dan de tweede strook worden aangelegd. Dit betekent vaak tijdverlies wegens de verhardingstijd en kan het onmogelijk maken dat de afzakking van de zijkanten worden weggewerkt. Tenslotte is de machine moeilijk te controleren en te besturen bij het aanleggen van bochten.
• 30
De uitvinding stelt zich tot doel een machine van de bovengenoemde soort te verschaffen waarbij deze nadelen worden vermeden.
1034632 2
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de instelling van va de werkbreedte van de tractor onafhankelijk is van de instelling van de werkbreedte van het afstrijkdeel.
5 Doordat de werkbreedte van de beide delen onafhankelijk van elkaar wordt gemaakt is het mogelijk de werkbreedte van de tractor kleiner te maken dan de werkbreedte van het afstrijkdeel of omgekeerd waardoor de bovengenoemde problemen kunnen worden vermeden of aanzienlijk kleiner worden.
10 Andere kenmerken en voordelen zullen duidelijk worden uit de hiernavolgende beschrijving waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekeningen. Hierin is:
Figuur 1 een zijaanzicht van een machine volgens de uitvinding, 15 Figuur 2 een bovenaanzicht van de machine van Figuur 1,
Figuur 3 een vooraanzicht van de machine van Figuur 1, en
Figuur 4een zijaanzicht van het afstrijksysteem van de machine volgens Figuur 20 1.
Zoals weergegeven in figuur 1 bestaat de machine volgens de uitvinding uit twee delen, het tractordeel 1 en het afstrijkdeel 2. Het tractordeel 1 is een door middel van twee rupsloopwerken 3, 4 verplaatsbaar deel, terwijl het afstrijkdeel 25 2 een hieraan gekoppeld deel is dat geen eigen aandrijfmiddelen heeft, maar samen met het tractordeel zal worden voortbewogen. In de hiernavolgende beschrijving zal gerefereerd worden naar horizontale en verticale richtingen, waarbij horizontaal overeenkomt met het vlak van het loopvalk van de rupsloopwerken 3, 4 en verticaal vlak als het vlak dat loodrecht hierop staat.
30
Elke rupsloopwerk 3 is gemonteerd op twee frameplaten die zich aan weerszijden van de rupsloopwerk 3 bevinden en binnen de rupsband 6 zijn opgenomen. In figuur 1 is alleen de frameplaat 5 weergegeven, waarbij de frameplaten gemonteerd zijn op de assen van het aandrijfwiel 7 en spanwiel 8 3 van de rupsband 6, terwijl tegen de onderzijde van de frameplaten 5 de loopwielen 9 zijn gemonteerd.
Boven elk rupsloopwerk 3,4 zijn telkens twee verticale kolommen 10, 11 5 respectievelijk 12,13 gemonteerd. De verticale kolommen 10,11,12,13 zijn identiek en hierna zal alleen de constructie van de verticale kolom 10 meer gedetailleerd worden beschreven.
Op de bovenzijde van de frameplaten behorende bij de rupsband 3 is ter hoogte 10 van de kolom 10 telkens een console (alleen console 15 is zichtbaar in figuur 1) aangebracht die elk een buiten de rupsband uitstekend aseinde dragen (alleen aseinde 16 is zichtbaar in figuur 1). Op deze aseinden 16 is een naar beneden in hoofdzaak U-vormig profiel 17 gemonteerd, waarvan de twee flensplaten 18, 19 zich uitstrekken aan weerszijden van de rupsband 3. Daarbij is de flensplaat 15 18 die zich aan de buitenzijde van de machine bevindt aanzienlijk korter dan de flensplaat 19. Zo strekt de flensplaat 18 zich uit tot iets boven het niveau van de assen van het aandrijtwiel 7 en spanwiel 8 van het rupsloopwerk 3, terwijl de flensplaat 19 zich uitstrekt tot iets boven het niveau van het steunvlak van de rupsband 6.
20
Op de lijfplaat 20 van het profiel 17 is een buiseinde 25 gemonteerd dat zich verticaal naar boven toe uitstrekt. Over het buiseinde 25 is een buiseinde 26 geschoven waarvan de binnenomtrek nagenoeg overeenstemt met de buitenomtrek van het buiseinde 25, zodat de twee buiseinden op een 25 telescopische wijze over elkaar kunnen schuiven.
Binnen de over elkaar geschoven buiseinden 25, 26 is een hydraulisch cilinder zuiger systeem gemonteerd, bestaande uit een cilinder 27 waarvan het gesloten einde scharnierend verbonden is met een plaat 28 die het boveneinde van het 30 buiseinde 26 afsluit, en een zuiger die via een zuigerstang 29 verbonden is met de lijfplaat 20. Op de plaat 28 is een verticale stang 30 gemonteerd op het boveneinde waarvan een detectiesysteem 31 is aangebracht met behulp waarvan de hoogte van het systeem 31 kan worden afgestemd op externe referentiesystemen. Dergelijke systemen zijn algemeen bekend bij dit soort 4 machines en zullen hier niet verder worden beschreven. Met behulp van het zuiger cilinder systeem 27, 29 is het mogelijk om de hoogte van het buiseinde 26 ten opzichte van het buiseinde 25 en daarmede ten opzichte van het grondniveau in te stellen, waarbij deze hoogte-instelling kan worden gestuurd 5 met behulp van het detectiesysteem 31.
Zoals reeds gezegd zijn de vier kolommen 10,11,12 en 13 identiek en derhalve elk van de vier kolommen eveneens voorzien van een zuiger cilinder systeem en middelen voor het detecteren van de hoogte.
10
Zoals weergegeven in figuur 2 hebben de kolommen 10,11,12 en 13 een vierkante doorsnede. In principe kunnen zij in doorsnede ook een andere vorm hebben, maar door het gebruik van een vierkante doorsnede, waarbij de diagonalen van het vierkant loodrecht en evenwijdig staan ten opzichte van de 15 bewegingsrichting van de machine wordt een betere stabiliteit verkregen tijdens het bewegen van de machine.
Tegen de naar elkaar toe gerichte zijden op de binnenzijden van de kolommen 10,11 respectievelijk 12,13 is een plaat 32 respectievelijk 33 bevestigd. De 20 platen 32 en 33 zijn daarbij direct tegen de hoeklijnen van de kolommem 10,11, 12 en 13 gelast. Op de van elkaar af gerichte zijden van de kolommen 10,11 respectievelijk 12,13 is eveneens een plaat 34 respectievelijk 35 bevestigd door middel van lassen tegen de hoeklijnen van de kolommen 10,11,12 en 13. De platen 32, 33,34 en 35 hebben een rechthoekige vorm waarbij twee randen 25 van elke plaat in een horizontaal vlak liggen en de andere twee randen verticaal zijn gericht. Daarbij zijn de bovenranden van de platen 32, 34 respectievelijk 33, 35 verbonden door middel van de platen 36, 37 respectievelijk 38, 39 telkens ter hoogte van de kolommen 10,11 respectievelijk 12,13. De verticale afmeting van de platen 32 en 33 is groter dan die van de platen 34, 35, waarbij de 30 onderrand van de platen 32, 33 ongeveer ter hoogte van de assen van de
aandrijfwielen 7 en loopwielen 8, terwijl de onderrand van de platen 34 en 35 ligt op een bepaalde hoogte boven het niveau van de flenspfaat 20. De onderrand van de platen 34, 35 is door middel van horizontale platen 40,41 verbonden met de platen 32, 33 die aldus evenwijdig zijn aan de platen 36, 37 38 en 39. IN
5 figuur 3 zijn slechts de platen 40 en 41 zichtbaar, maar gelijksoortige platen bevinden zich ter hoogte van de kolommen 11 en 13.
De platen 36, 37, 38, 39, 40, 41 zijn alle voorzien van een rechthoekige 5 uitsparing waardoor de kolommen 10,11,12 en 13 zich uitstrekken, en zijn daarbij door middel van lassen verbonden met de buiseinden 26 behorende bij die kolommen, zodat het geheel van de platen 32, 33, 34, 35 de bewegingen van de buiseinden 26 volgt.
10 Tussen de plaat 32 en de flensplaat 19 is een plaat 42 aangebracht die vast verbonden is met de flensplaat 19 en die zich uitstrekt vanaf de bovenzijde van het rupsloopwerk 3 tot nagenoeg het niveau van de bodem waarover de rupsband 6 zich verplaatst. Deze plaat 42 dient als zijdelingse begrenzing voor de beton die voor de machine wordt gestort en door de machine zal worden 15 verwerkt tot betonbanen, zodat deze niet direct onder de rupsband 6 terecht komt. De plaat 42 strekt zicht uit over de volledige lengte van het tractordeel en is tevens verbonden met het binnenste flensdeel van het U-profiel dat de kolom 11 draagt. Op dezelfde wijze is aan de zijde van de kolommen 12,13 een dergelijke plaat 43 gemonteerd om ook aan de zijde van het rupsloopwerk 4 de 20 beton zijdelings binnen de machine te houden.
Tegen de naar elkaar toe gerichte zijden of binnenzijden van de platen 32, 33 is nabij de onderrand hiervan telkens een U-vormig profiel 44, 45 gemonteerd. De U-vormige profielen 44, 45 zijn met een kops einde 46, 47 tegen de platen 32, 25 33 bevestigd en de andere kopse einden 48, 49 van deze profielen zijn op een bepaalde afstand van elkaar gelegen, waarvan de functie later zal duidelijk worden. De U-vormige profielen bestaan elk uit een lijfplaat 44, 45 die horizontaal gericht is en twee flensplaten waarbij alleen de voorlopende flensplaten 46, 47 zichtbaar zijn in Figuur 3.
30
Binnen de U-vormige profielen 44, 45 is een bak 60 in de vorm van een parallellepipedum geplaatst die met zijn bodemplaat 61 rust op de flensplaten 52, 53 van de U-vormige profielen 44,45. Twee evenwijdige zijwanden (in figuur 3 is slecht de zijwand 62 zichtbaar) liggen aan tegen de flensplaten van de U- 6 vormige profielen 44,45, zodanig dat de bak 60 zijdelings verplaatsbaar is ten opzichte van de U-vormige profielen die tegelijkertijd een geleiding vormen voor de bak 60.
De flensplaten 52, 35 van de U-vormige profielen hebben horizontale 5 bovenranden die ongeveer ter hoogte van de platen 40, 41 en de overeenkomstige platen van de kolommen 11 en 13 liggen. De evenwijdige zijwanden 62 van de bak 60 daarentegen hebben horizontale bovenranden die op het niveau liggen van de platen 36, 37, 38 en 39. Dit betekent dat de bak uitsteekt boven de U-vormige profielen.
10
De twee andere zijwanden 63 en 64 van de bak 60 strekken zich aldus uit in de bewegingsrichting van de machine. In de aldus gevormde bak is de hydraulische aandrijving voor de rupsloopwerken 3 en 4 opgenomen evenals de noodzakelijke stuur- en controle-middelen 53 voor het besturen van de machine 15 Dit zal hier niet verder worden beschreven aangezien dit voor de vakman zonder meer duidelijk is hoe een en ander kan worden uitgevoerd.
Boven de flensplaten 44,45 en tussen de platen 33, 34 zijn acht rechthoekige kokers 54, 55, 56,57 en 58, 59, 60, 61 aangebracht die zich uitstrekken in 20 horizontale richting en loodrecht staan op de platen 33, 34. De kokers 54, 55, 56 en 57 hebben een interne doorsnede waarin de kokers 58, 59, 60 en 61 glijdend passen. Een uiteinde van de kokers is 54, 55, 56, 57 is verbonden met de plaat 34, terwijl een uiteinde van de koekers 58, 59, 60, 61 is verbonden met de plaat 33. Aldus is een systeem van vier telescopisch in elkaar verschuifbare kokers 25 gevormd die aldus de platen 33 en 34 onderling verbinden waarbij niettemin de platen vrij zijn om evenwijdig aan elkaar ten opzichte van elkaar te bewegen.
Binnen elk paar telescopische kokers 54 en 58, 55 en 59, 56 en 60 en 57 en 61 is een zuiger cilinder systeem 63, 64,65 respectievelijk 66 aangebracht, waarbij 30 de zuigerdelen van de systemen 63 en 66 zijn verbonden met de plaat 33, terwijl de zuigerdelen van de systemen 64,65 verbonden zijn met plaat 34. De cilinderdelen van de systemen 63,66 daarentegen zijn verbonden met de plaat 34 en de cilinderdelen van de systemen 64,65 met de plaat 33. De zuiger cilinder systemen 63, 64, 65 en 66 zijn dubbelwerkend, dit wil zeggen dat aan 7 weerszijden van de zuiger een hydraulische druk kan worden opgewekt teneinde de zuiger naar de ene of de andere zijde te verplaatsen ten opzichte van de bijbehorende cilinder.
Ter hoogte van de kolommen 11 en 13 is een tweede systeem van kokers 81, 5 82 aangebracht die telescopisch samenwerken met kokers 83 en 84. Binnen de kokersystemen 81, 83 en 82, 84 zijn zuiger cilinder systemen aangebracht bestaande uit cilinders 85 respectievelijk 86 en zuigers met zuigerstangen 87 respectievelijk 88. De kokers 81, 82 zijn verder voorzien van sluitplaten 89 respectievelijk 90. De opstelling van de kokersystemen is zodanig dat in het ene 10 boven elkaar geplaatste paar kokers het zuiger cilinder systeem van het bovenste kokersysteem inwerkt op de platen 32, 34 en in het andere paar boven elkaar geplaatste kokers het zuiger cilinder systeem van de onderste koker inwerkt op de platen 32, 34 en vice versa.
15 Door een geschikte toepassing van een hydraulische druk in de zuiger cilinder systemen in de kokers kunnen de platen 32, 34 en 33, 35 van elkaar weg worden bewogen en daarmede tevens de rupsloopwerken 3 en 4, zodat het tractordeel 1 breder wordt of kunnen de platen 32, 34 en 33, 35 naar elkaar toe worden verplaatst, zodat het tractordeel 1 smaller wordt. Aldus kan het 20 tractordeel op elke gewenste breedte worden ingesteld. Tijdens deze beweging zal de bak 60 zich verplaatsen binnen de U-vormige profielen 44 en 45, waarbij het bodemvlak en het voorlopende vlak gevormd door de flensplaten 44, 45 en de zijwand 62 een nagenoeg gesloten vlak blijft vormen.
25 In de zijwanden 63 en 64 van de bak 60 zijn uitsparingen aangebracht waardoor de kokers 72, 73 en 83, 84 vrij beweegbaar kunnen passeren terwijl deze zijwanden voorde kokers 70, 71 en 81, 82 kunnen dienen als sluitplaat. Aldus vormen de kokers 70, 71 en 81, 82 een geheel.
30 Teneinde voldoende stevigheid te verkrijgen zijn stangen 94, 95 aangebracht die de bovenwand van de koker 70 verbinden met de bovenwand van de koker 81. Een tweede paar stangen 96, 97 verbindt de bovenwand van de koker 81 met de bovenrand van een verticale plaat 98 die een achterwand van de bak 60 vormt. Door deze constructie worden tussen de plaat 98, waarvan de onderrand 8 aansluit op de bodemplaat 61 en de zijwanden 62 en 63 ruimtes vrij gehouden waardoor de hydraulische leidingen vanuit de bak naar de diverse hydraulische apparaten buiten de bak kunnen worden gevoerd.
Tegen de achterwand 98 zijn nabij het boveneinde en aan de buitenzijde van de 5 bak 60 twee zuiger cilinder systemen 100,101 gemonteerd met een verticale werking. De zuiger bevindt zich hierbij nabij de bovenrand van de plaat 98, terwijl het naar beneden toe uitsteken uiteinde van de zuigerstang verbonden is met een plaat 103 die evenwijdig is aan de plaat 98 en hierlangs kan worden verschoven door middel van de genoemde zuiger cilinder systemen 100,101.
10
De plaat 103 heeft een rechthoekige vorm en bevindt zich tegenover het onderste deel van de plaat 98. Door middel van de zuiger cilinder systemen 110 en 101 kan de plaat 1-3 verticaal op en neer worden verplaatst, waardoor de hoogte van de doorgang 103 kan worden ingesteld en daarmee de hoeveelheid 15 beton die wordt doorgelaten naar het afstrijkdeel.
Tegen de naar buiten en naar achter gerichte wand van de buiseinden van de kolommen 11 en 13 welke buiseinde corresponderen met het buiseinde 16 van de kolom 10 is een U-vormige console 106 respectievelijk 107 aangebracht, 20 waarin een verticaal gerichte rotatie-as 108,109 is geplaatst die verbonden is met een uiteinde van een cilinder van een zuiger cilinder systeem waarvan het uiteinde van de zuigerstang 112,113 via een console 114,115 met verticale rotatie-as 116,117 is verbonden met een subframe 118.
25 Het subframe 118 is tevens via een tweede paar zuiger cilinder systemen 120, 121 verbonden met de achtereinden van de platen 32, 37 respectievelijk de platen 33, 39. Daartoe is tegen de achtereinden van de platen 32, 37 een steunplaat 122 en tegen de achtereinden van de platen 33, 39 een steunplaat 123 bevestigd waarop een console 124 respectievelijk 125 is aangebracht met 30 horizontale rotatie-assen 126,127 als bevestigingspunt van een van de uiteinden van de zuiger cilinder systemen 120,121. Eventueel kunnen de steunplaten 122 en 123 eveneens tegen de plaat 98 zijn bevestigd.
9
Het subframe 118 bestaat uit een bak in de vorm van een parallellepipedum, met een horizontale bodem 129, een verticale achterwand 130, twee verticale zijwanden 131, 132 en een voorlopende wand 133. De verbinding tussen de voorlopende wand 133 en de zijwanden 131, 132 wordt gevormd door schuine 5 wanddelen waartegen de consoles 116 en 117 zijn bevestigd. Het tweede uiteinde van de zuiger cilinder systemen 120,121 is verbonden met de horizontale rotatie-as 134, 135 opgenomen in de consoles 136, 137 die zijn verbonden met de bak 118. Op deze wijze is het subframe 118 op een rigide wijze verbonden met de loopwerken van het tractordeel 1.
10
Tegen de binnenzijde van de zijwand 131 is een rechthoekige koker 138 gevormd die zich uitstrekt in verticale richting over de hoogte van de zijwand 131. De rechthoekige koker 138 ligt met een in doorsnede lange zijde aan tegen de binnenzijde van de zijwand 131. Binnen de koker 138 is tegen elke korte 15 zijde een vierkante koker 139, 140 gevormd, welke kokers zich eveneens uitstrekken in verticale richting en tot op zekere hoogte uitsteken boven het niveau van de zijwand 131. De boveneinden van de kokers 139, 140 zijn onderling verbonden door middel van een brug 141 die een verticale stang 142 draagt waarop een systeem 143 voor het detecteren van de hoogte is geplaatst.
20
In de kokers 139 en 140 zijn vierkante kokers 144, 145 glijdend passend opgenomen die naar beneden toe uitsteken buiten de kokers 139, 140 en met hun onderste uiteinden verbonden zijn met een subframe 146 dat onder het subframe 118 is aangebracht en dat later meer gedetailleerd zal worden 25 beschreven. Tussen de kokers 139, 140 bevindt zich een verticaal gericht zuiger cilinder systeem waarvan de cilinder 147 verbonden is met de koker 138 en het naar beneden uitstekend einde van de zuigerstang verbonden is met het subframe 146. Op deze wijze kan de hoogte van het subframe 146, geleide door de kokers 139, 140 en 144, 145 verticaal op en neer worden verplaatst en op de 30 gewenste hoogte worden ingesteld.
Op vergelijkbare wijze is tegen de binnenzijde van de zijwand 132 een rechthoekige koker 148 gevormd waarin twee kokers 149 en 150 zijn aangebracht, waarvan de boveneinden onderling zijn verbonden door een brug 10 die een verticale stang draagt waarop een systeem voor het detecteren van de hoogte is geplaatst. Twee kokers 154 en 155 zijn verschuifbaar binnen de kokers 149,150 opgenomen en zijn met hun ondereinden verbonden met een subframe dat vergelijkbaar is met het subframe 146. De beweging van dit 5 subframe wordt gecontroleerd door middel van een zuiger cilinder systeem 157. Het subframe 146 is meer gedetailleerd weergegeven in figuur 4. Praktisch is het andere subframe dat verbonden is met de zijwand 132 identiek maar spiegelsymmetrisch uitgevoerd.
10 Het subframe 146 bestaat uit een verticale in hoofdzaak rechthoekige zijwand 160 die onder de zijwand 131 ligt. Tegen verticale voorlopende rand van de zijwand en de onderrand, waarbij de hoek tussen deze twee randen is afgerond, is een gebogen plaat 161 bevestigd die zich uitstrekt van de zijwand tot op een afstand naar binnen toe hiervan. De plaat 161 vormt een gedeelte van de 15 afstrijkplaat zoals hierna zal worden beschreven. De afstrijkplaten 161 in de twee subframes liggen aldus tegenover elkaar en dragen samen een centrale afstrijkplaat 162 die op de platen 161 rust.
Op de plaat 162 zijn twee rechthoekige kokers 163 en 164 gemonteerd, 20 bijvoorbeeld door middel van lassen. Deze kokers zijn horizontaal gericht en staan loodrecht op de zijwanden 160 van de subframes 146. Tegen een van de verticale wanden van de koker 163 is een verticale plaat 165 bevestigd die zich uitstrekt tot nabij de bovenrand van de zijwand 160. Nabij de bovenrand is aan de andere zijde van de plaat 165 ten opzichte van de koker 163 eveneens een 25 rechthoekig koker 166 gemonteerd die volledig gelijk gericht is met de kokers 163 en 164. Op dezelfde wijze is tegen een verticale zijwand van de koker 164 een plaat 167 bevestigd, waarbij nabij de bovenrand van de plaat 160 tegen de plaat 167 een koker 168 is gemonteerd die ligt aan de andere zijde van de plaat 167 ten opzichte van de koker 164 en die dezelfde oriëntatie en constructie 30 heeft. De vier kokers 163,164,166 en 168 zijn op deze wijze vast verbonden met de centrale afstrijkplaat.
Binnen de kokers zijn telkens rechthoekige kokers 170,171,172 en 173 glijdend passend opgenomen, zodanig dat de kokers 170,171,172 en 173 zich 11 horizontaal kunnen verplaatsten binnen de kokers 163,164,166 en 168 en hiermede als het ware telescopische systemen vormen. De buiten de kokers 163 en 168 uitstekende uiteinden van de kokers 171 en 173 zijn verbonden met de zijwand 160 van het subframe 146, terwijl de buiten de kokers 164 en 166 5 uitstekende uiteinden van de kokers 170 en 172 zijn verbonden met de zijwand van het anders subframe.
Eveneens verbonden met de centrale afstrijkplaat 162, waarbij de details van die verbinding niet nader zijn weergegeven, zijn twee cilinders 174,175 van 10 twee cilinder zuiger systemen, waarbij het uiteinde van de zuigerstang 176 behorende bij de cilinder 174 verbonden is met de zijwand 160 terwijl het uiteinde van de zuigerstang 177 behorende bij de cilinder 175 verbonden is met de zijwand van het andere subframe. Via de cilinder zuiger systemen is het mogelijk om de subframes 146 zijdelings te verplaatsen ten opzichte van het 15 centrale gedeelte dat de afstrijkplaat 162 draagt, en daar door kan de breedte van het afstrijken door de platen 161,162 traploos worden ingesteld. Daarbij de platen 161 en 162 uitgevoerd zoals meer gedetailleerd beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage op naam van aanvraagster en ingediend op 12.10.2007. Dit geldt in het bijzonder voor het achterlopende einde van de 20 afstrijkplaten 161 en 162 die zodanig zijn afgeschuind dat de afstrijkhoogte van de platen 161 en 162 gelijk is.
Op het achtereinde van de plaat 162 is een scharnier 180 gemonteerd, met behulp waarvan een afwerkplaat 181 scharnierend verbonden is met de 25 afwerkplaat 162. Op de bovenzijde van de afwerkplaat 181 is een aantal verstevigingribben 182 aangebracht die de plaat 181 goed vlak houden. De afwerkplaat dient om kleine onregelmatigheden die niet gecorrigeerd kunnen worden door de afstrijkplaten alsnog te corrigeren en strekt zich uit over de maximale breedte van de machine. Daarbij is de afwerkplaat 181 lichtjes schuin 30 geplaatst met de voorlopende rand iets hoger dan de achterlopende rand.
Teneinde de plaat 181 verder in de gewenste stand te houden, is een ketting of snaar 183 aangebracht tussen die enerzijds bevestigd is tegen de verticale achterrand van de zijwand 160 nabij het boveneinde hiervan en anderzijds aan 12 een punt 184 van de afwerkplaat in de nabijheid van de achterrand van de plaat 181. Bij voorkeur is een aantal van dergelijke kettingen of snaren aangebracht verdeeld over de breedte van de machine. Door het instellen van de lengte van de snaar of ketting 183 kan de helling van de plaat 181 worden ingesteld.
5 Anderzijds kan de plaat 181 wegdraaien enerzijds voor eventueel onderhoud of schoonmaken, maar ook in geval zich een onverwacht obstakel in betonmassa bevindt.
Teneinde voldoende druk op de afwerkplaat te zetten is een zuiger cilinder 10 systeem 185 aangebracht tussen enerzijds de zijwand 160 en anderzijds de plaat 181. Dit systeem is zodanig geplaatst dat het een bepaalde druk uitoefent op de plaat 181, maar tevens toelaat dat de plaat zich verplaatst bij aanwezigheid van obstakels. Dit is mogelijk door gebruik te maken van zogenaamde gasveren die een samendrukking van het gas toelaten en dus een 15 wegdraaien van de plaat 181. In plaats van gasveren kan ook gebruik worden gemaakt van op druk gecompenseerde hydraulische cilinders.
In de ruimte tussen de platen 98,103 en de platen 133 en het verticale deel van de platen 161,162 zijn een aantal inrichtingen aangebracht voor het 20 homogeniseren van de beton vooraleer deze wordt afgestreken door de platen 161, 162.
Deze inrichtingen bestaan enerzijds uit twee mengschroeven 189 en 190 De mengschroeven bestaan uit een as 191 respectievelijk 192 waarrond 25 spiraalvormig een stang 193 respectievelijk 194 is gewikkeld. De assen 191 en 192 zijn enerzijds draaibaar gelagerd tegen de zijwanden 131 respectievelijk 132 en anderzijds in consoles bevestigd tegen de subframes 146 en 156. Verder zijn niet weergegeven aandrijfmiddelen voor het draaiend aandrijven van de assen 191 en 192 aanwezig.
30
Daarnaast zijn er trilstaven 199 aangebracht. De trilstaven zijn staven bestaande uit een vertikaal opgehangen deel en een onder een schuine hoek hierop aansluitend deel, waarbij dit laatste deel zich gezien in de bewegingsrichting van de machine naar achteren toe uitstrekt. Elke trilstaaf 199 13 is met het boveneinde van het verticaal deel verbonden met een verend element dat verder via een niet weergegeven staaf is opgehangen aan hetzij de afstrijkwanden 161 en 169, hetzij aan de afstrijkwand 162. Daartoe zijn achter de bovenrand van die platen opvangkokertjes aangebracht waarin deze staven 5 kunne worden opgehangen. Bij de minimale breedte van de machine zullen alle trilstaven opgehangen zijn aan de afstrijkplaten 161 en 169. Wordt de machine breder gemaakt dan kunnen bijkomen trilstaven worden geplaatst op de afstrijkplaat 162. De trilling van deze trilstaven 199 wordt verkregen door de beweging van de machine, maar het is eveneens mogelijk om hydraulisch of 10 elektrisch aangedreven trilstaven te gebruiken.
De werking van de machine is als volgt.
Afhankelijk van de breedte van de aan te leggen beton wordt de breedte van het 15 tractordeel en van het afstrijkdeel ingesteld. De breedte van het tractordeel wordt ingesteld via de zuiger cilinder systemen 77, 79; 78; 86, 88 en 85. Welke breedte wordt gekozen is afhankelijk van de omstandigheden, in de praktijk zal vaak een breedte worden gekozen die kleiner is dan de breedte van de aan te leggen betonbaan aangezien die een gangpad garandeert dat vrij is van 20 obstakels. Tevens wordt de hoogte van bak 60 samen met de U-vormige profielen 44 en 45 ingesteld. De instelling is een functie van de uiteindelijk gewenste dikte van de betonbaan zoals hierna zal worden beschreven.
Onafhankelijk van de breedte van het tractordeel 1 wordt de breedte van het 25 afstrijkdeel 2 ingesteld door het bekrachtigen van de zuiger cilinder systemen 174,176 en 175,177. Deze wordt zo nauwkeurig mogelijk op de gewenste breedte ingesteld waarbij het bijzondere voordeel van de constructie volgens de uitvinding bestaat in de volledige symmetrie van de instelling van de breedte waardoor de stabiliteit van de machine wordt verbeterd en de kwaliteit van het 30 eindproduct beter wordt. Tevens wordt de dikte van de betonbaan ingesteld door middel van het zuiger cilinder systeem 147.
Nadat deze instelling zijn gebeurd kan de machine worden gestart. Voor het leggen van een betonbaan wordt een hoeveelheid beton voor de machine 14 gelegd waar de machine over en tegen gaat bewegen. Enerzijds zullen de platen 52, 53 en 62 samen het bovenste gedeelte van de neergelegde betonmassa vooruitduwen, terwijl anderzijds een hoeveelheid onder de U-vormige profielen 44, 45 en de bak 60 zal worden doorgelaten. Door het duwen 5 ontstaat een verdelend effect op de betonmassa, zodat deze zich ook in de breedte zal verspreiden. De afstelling van de hoogte van de U-vormige profielen 44, 45 en de bak 60 wordt bij voorkeur zodanig gekozen dat de hoeveelheid doorgelaten beton iets groter is dan de hoeveelheid beton nodig voor het maken van de betonbaan. Dit heeft eveneens een verspreidend effect in de breedte op 10 de betonmassa en het teveel dat wordt toegelaten wordt eenvoudig vooruit geduwd door de massa van de beton die zich voor de afstrijkplaten 161, 169 en 162 bevindt. Eventuele afwijkingen in de hoogte van de machine ten opzichte van loopvlak waarop de betonmassa moet worden uitgestreken en afgestreken kunnen worden gecompenseerd door de hoogtebepalingen en bijsturing van de 15 hoogte instellingen van de U-vormige profielen 44, 45 en de bak 60.
Vervolgens komt de betonmassa ter hoogte van de plaat 103, die is ingesteld op een hoogte die vrij nauwkeurig overeenstemt met de hoeveelheid beton noodzakelijk voor het aanleggen van de betonbaan. Dit kan worden verkregen 20 door een continue in hoogte instellen van de plaat 103 op basis van een bepaling van de hoogte van de betonmassa in de ruimte tussen de plaat 103 en de plaat 133. Binnen deze ruimte is op een bepaalde hoogte een hoogtesensor geplaatst die kan worden bediend door de betonmassa in die ruimte. Wanneer de betonmassa in deze ruimte te groot wordt dan stijgt de hoogte van de 25 betonmassa en wordt de sensor bediend , met als gevolg dat de plaat 103 verder naar beneden wordt gelaten en de hoeveelheid beton toegevoerd aan de ruimt waar de sensor is geplaatst vermindert. Zodra de hoogte van de betonmassa in de ruimte beneden een bepaald niveau is gedaald dan wordt de sensor niet langer bediend en zal de plaat 103 naar boven worden verplaatst 30 waardoor de toegelaten betonmassa weer stijgt. Aldus kan de hoeveelheid beton in de ruimte tussen de platen 103 en 133 nagenoeg constant worden gehouden, waardoor een zeer uniforme betonlaag kan worden verkregen tijdens het daaropvolgend afstrijken van de beton door middel van de afstrijkplaten 161, 169 en 162. In de praktijk wordt de plaat 103 op een bepaalde hoogte ingesteld 15 die overeenstemt met het verwachte betonverbruik en zal de regeling via de sensor kleine variaties rond die instelling regelen.
Vervolgens komt de beton onder het afstrijkdeel waar de beton egaal wordt 5 afgestreken doordat de eindranden van de afstrijkplaten 61, 69 en 62 op eenzelfde horizontale lijn liggen. Hoogtevariaties van de machine kunnen worden gecompenseerd door de inrichting 143, die de hoogte van de afstrijkplaten aanpast en eventuele locale onregelmatigheden in de hoogte.
Met behulp van deze machine wordt niet alleen in een bewerking een betonlaag 10 met een constante hoogte aangelegd, maar wordt de betonmassa gehomogeniseerd, verspreid en verdeeld op een zeer efficiënte wijze.
Doordat de totale machine slechts is voorzien van een enkel loopwerk bestaande uit de twee rupsloopwerken kan de machine eenvoudig worden 15 bijgeregeld wanneer de betonbaan een bocht beschrijft. In de beschreven en weergegeven uitvoeringsvorm kan een bijstelling van de positie van het afstrijkgedeelte worden verkregen door de juiste bediening van de zuiger cilinder systemen 110, 112, 120 111,113en 121. Dit dient eventueel gepaard gaan met het opnieuw instellen van de positie van de randplaten 202, 203 via de zuiger 20 cilinder systemen174, 176; 175, 177. Dit is een belangrijk voordeel ten opzichte van de thans bekende machines die alle een dubbel loopwerk hebben en waarbij een dergelijke bijstelling in de bochten op aanzienlijke problemen stuit.
Voor het bijstellen van het afstrijkdeel in de bochten kan ook voor een andere 25 constructie worden gekozen, waarbij het subframe is geplaatst op een draaikrans die via een telescopisch systeem dat bedient kan worden door middel van een zuiger cilinder systeem verbonden is met de bak 60. Door het in of uitschuiven van het telescopisch systeem en het verdraaien van de draaikrans kan het afstrijkgedeelte steeds in de juiste oriëntatie en positie 30 worden gehouden. Dit systeem kan speciale voordelen hebben bij gebruik van GPS-systemen.
16
Het is duidelijk dat de uitvinding niet beperkt is tot de beschreven en weergegeven uitvoeringsvorm, maar dat binnen de bewoordingen van de conclusies talrijke wijzigingen kunnen worden aangebracht.
1*34632

Claims (13)

1. Machine voor het aanleggen van betonbanen, van het type waarbij een betonmengsel in plastische toestand over een bepaalde breedte wordt 5 verspreid en vervolgens op een bepaalde hoogte wordt afgestreken, waarbij de machine bestaat uit een tractor en een hiermede verbonden afstrijkdeel, waarbij de werkbreedte van tractor en afstrijkdeel instelbaar zijn, met het kenmerk, dat de instelling van de werkbreedte van de tractor onafhankelijk is van de instelling van de werkbreedte van het afstrijkdeel. 10
2. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tractor voorzien is van een in breedte instelbaar afstrijkelement dat de het betonmengsel over een bepaalde breedte en met een bepaalde hoogte verdeelt.
3. Machine volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het afstrijkelement van de tractor bestaat uit een vast centraal deel met een vlakke bodemplaat, die dient als afstrijkplaat voor het betonmengsel, en twee zijdelingse platen die zich aan weerszijden van de vlakke bodemplaat bevinden en die zijdelings verplaatsbaar zijn ten opzichte van de centrale bodemplaat. 20
4. Machine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tractor voorzien is van een loopwerk en het afstrijkdeel is opgehangen aan de tractor.
5. Machine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tractor aan weerszijden voorzien is van een enkelvoudig loopwerk, bij voorkeur in de vorm van een rupsloopwerk.
6. Machine volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het centraal gedeelte 30 van de tractor gelegen tussen de loopwerken in hoogte instelbaar is.
7. Machine volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het centraal gedeelte is voorzien van middelen die de doorlaathoogte voor de voor de machine geplaatste beton bepalen. 1034632
8. Machine volgens een der conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat de hoogte van het afstrijkdeel instelbaar is.
9. Machine volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de instelling van de hoogte van het afstrijkdeel onafhankelijk is van de instelling van de hoogte van het centrale deel van de tractor.
10. Machine volgens een der conclusies 7 tot 9, met het kenmerk, dat tussen de 10 tractor en het afstrijkdeel een in hoogte instelbaar orgaan is aangebracht, en dat middelen aanwezig zijn voor het instellen van die hoogte in functie van de door het afstrijkdeel doorgelaten hoeveelheid beton en de door het orgaan doorgelaten hoeveelheid beton.
11. Machine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afstand tussen het afstrijkdeel en de tractor kan worden ingesteld, en dat de hoek die het afstrijkdeel maakt ten opzichte van de bewegingsrichting van de tractor kan worden ingesteld.
12. Machine volgens conclusie 11, met het kenmerk dat afstrijkdeel is opgehangen aan de tractor via twee paar zuiger cilinder systemen, waarbij aan elke zijde ene paar is aangebracht en dat elke zuiger cilinder systeem een hoek maakt ten opzichte van de bewegingsrichting van de tractor.
13. Machine volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het afstrijkdeel via een zuiger cilinder systeem is verbonden met de tractor en een tussen dit zuiger cilinder systeem en het afstrijkdeel aangebrachte draaikrans. 1 0 3 4 6 3 2 30
NL1034632A 2007-11-05 2007-11-05 Machine voor het aanleggen van betonbanen. NL1034632C2 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1034632A NL1034632C2 (nl) 2007-11-05 2007-11-05 Machine voor het aanleggen van betonbanen.
PCT/EP2008/009269 WO2009059734A1 (en) 2007-11-05 2008-11-04 Machine for paving concrete paths
EP08847095.0A EP2229480B1 (en) 2007-11-05 2008-11-04 Machine for paving concrete paths
DK08847095.0T DK2229480T3 (en) 2007-11-05 2008-11-04 Machine for the installation of concrete tracks
PL08847095T PL2229480T3 (pl) 2007-11-05 2008-11-04 Urządzenie do utwardzania ścieżek betonowych
HUE08847095A HUE028900T2 (en) 2007-11-05 2008-11-04 Machine for laying concrete tracks
US12/738,384 US8256986B2 (en) 2007-11-05 2008-11-04 Machine for paving concrete paths
ES08847095.0T ES2567204T3 (es) 2007-11-05 2008-11-04 Máquina para la pavimentación de caminos de hormigón

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1034632A NL1034632C2 (nl) 2007-11-05 2007-11-05 Machine voor het aanleggen van betonbanen.
NL1034632 2007-11-05

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1034632C2 true NL1034632C2 (nl) 2009-05-07

Family

ID=39387461

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1034632A NL1034632C2 (nl) 2007-11-05 2007-11-05 Machine voor het aanleggen van betonbanen.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US8256986B2 (nl)
EP (1) EP2229480B1 (nl)
DK (1) DK2229480T3 (nl)
ES (1) ES2567204T3 (nl)
HU (1) HUE028900T2 (nl)
NL (1) NL1034632C2 (nl)
PL (1) PL2229480T3 (nl)
WO (1) WO2009059734A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AU2016232989B2 (en) * 2015-03-16 2020-08-27 Tynab Pty Ltd Wheel track renovator and method of use
CN111074730B (zh) * 2019-12-26 2021-08-24 湖南省通泰工程有限公司 一种道路施工用双层连铺施工工艺

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4778305A (en) * 1987-03-27 1988-10-18 Rexworks Inc. Slip-form paver with laterally moveable paving tool
US5039249A (en) * 1989-08-18 1991-08-13 Hansen Joel D Apparatus for screening and trowelling concrete
US20020044831A1 (en) * 2000-05-11 2002-04-18 John Leone Zero clearance variable width paving machine
EP1256657A1 (en) * 2000-02-07 2002-11-13 Conrado Pont Feixes Machine for leveling materials on the ground

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3533337A (en) * 1968-03-04 1970-10-13 Cmi Corp Slip form paving apparatus
US4379653A (en) * 1981-06-01 1983-04-12 White Consolidated Industries, Inc. Asphalt paver with telescoping screed
US4749304A (en) 1986-09-15 1988-06-07 White Consolidated Industries, Inc. Variable width material distribution system for asphalt pavers and the like
US4900186A (en) * 1988-10-31 1990-02-13 Swisher Jr George W Three-track zero clearance paver
GB9015505D0 (en) * 1990-07-13 1990-08-29 A D Hydraulics Inc Screeding apparatus
DE4408282A1 (de) 1994-03-11 1995-09-14 Heiner Oetjen Vorrichtung für die stufenlose Verstellung der Arbeitsbreiten eines Straßenfertigers
BE1008262A6 (nl) 1994-04-19 1996-02-27 Casters Francois Verbeteringen aan betonnivelleermachines.
US5857804A (en) * 1996-08-20 1999-01-12 Cedarapids, Inc. Asphalt paver having auger extensions for extended screeds
US7311465B2 (en) * 2005-03-10 2007-12-25 Guntert & Zimmerman Const. Div., Inc. Strike-off beam and spreader plow assembly for placer/spreader

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4778305A (en) * 1987-03-27 1988-10-18 Rexworks Inc. Slip-form paver with laterally moveable paving tool
US5039249A (en) * 1989-08-18 1991-08-13 Hansen Joel D Apparatus for screening and trowelling concrete
EP1256657A1 (en) * 2000-02-07 2002-11-13 Conrado Pont Feixes Machine for leveling materials on the ground
US20020044831A1 (en) * 2000-05-11 2002-04-18 John Leone Zero clearance variable width paving machine

Also Published As

Publication number Publication date
US8256986B2 (en) 2012-09-04
EP2229480B1 (en) 2016-01-13
HUE028900T2 (en) 2017-02-28
ES2567204T3 (es) 2016-04-20
EP2229480A1 (en) 2010-09-22
WO2009059734A1 (en) 2009-05-14
PL2229480T3 (pl) 2016-08-31
DK2229480T3 (en) 2016-04-18
US20100247241A1 (en) 2010-09-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9637872B1 (en) Methods for paving a trail between obstacles
US7748789B2 (en) Pavement profiler
US3540359A (en) Paving material distribution apparatus
BE1011289A3 (nl) Betonneermachine.
US3221618A (en) Pavement laying and finishing apparatus
US9534348B2 (en) Paver transition mark reduction
US4068970A (en) Concrete finishing machines
US4320987A (en) Concrete vibrator machine
JPS596964B2 (ja) 護岸舗装用装具
NL1034632C2 (nl) Machine voor het aanleggen van betonbanen.
BE1014211A5 (nl) Betonneermachine en werkwijze voor het vormen van een betonbaan.
US5492432A (en) Concrete vibrating machine
JP3943243B2 (ja) 弾性舗装材類の舗装施工装置
NL9001726A (nl) Vloeregalisatie-inrichting.
US6386793B1 (en) Device for smoothing a concrete paving surface
FI126262B (fi) Tienrakennusmassan levityslaite
US4101237A (en) Method of slip-forming roadbeds and apparatus therefor
NL8901393A (nl) Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een betonvloer.
EP2317009A2 (en) Screed working apparatus
RU2740596C1 (ru) Агрегат для укладки тротуарных плиток
CN211171639U (zh) 一种用于桥面防水层施工的设备
DE3036234C2 (de) Vorrichtung zum Glätten einer Betonbelagsoberfläche
US3381595A (en) Joint forming apparatus for concrete surfaces
JP2005504200A (ja) 地表面を平らにする方法及び装置
JPH0724410Y2 (ja) 半剛性舗装機

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20140601