NL1033922C2 - Balenpers met excentrisch geplaatst kantelorgaan. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Balenpers met excentrisch geplaatst kantelorgaan

De uitvinding heeft betrekking op een balenpers voor het vormen van in hoofdzaak rechthoekige balen landbouwgewas, welke balenpers voorzien is van kantelmiddelen voor het een kwartslag doen kantelen van oorspronkelijk op hun onderzijde rustende geperste balen zodat 5 deze op één van hun zijvlakken komen te liggen.

Balenpersen zijn in vele uitvoeringsvormen in de praktijk bekend. Veelal wordt hierbij op het land liggend gewas met behulp van een opraper opgenomen en continu in een invoerkanaal gebracht. Via een invoeropening komt het gewas terecht in een perskamer alwaar een 10 bepaalde hoeveelheid gewas wordt samengeperst en samengebonden tot een baal. Via een persuitgang wordt de geperste baal vervolgens afgevoerd. Hierbij kunnen de geperste balen hetzij direct op het land. worden afgelegd, hetzij eerst worden verzameld op een zogenaamde balenverzamelaar om daar vanaf groepsgewijs periodiek te worden 15 afgelegd op het land. Een dergelijke balenverzamelaar is bijvoorbeeld vastgelegd in de Nederlandse octrooiaanvrage NL-8900682.

Bij de bekende balenpersen komen de geperste balen rustend op hun onderzijde uit de persuitgang van de perseenheid. In deze positie worden zij vervolgens direct of indirect onder tussenkomst van de 20 balenverzamelaar afgelegd op het land. Voor bepaalde gewassen kan deze oriëntatie van de balen tot gevolg hebben dat er schimmelvorming optreedt. Met name bij het gewas Luzerne bestaat dit risico. In de praktijk is gebleken dat deze schimmelvorming kan worden tegen gegaan door de balen een kwartslag te kantelen zodat zij op hun zijvlak 25 komen te rusten. Hierbij dient de baal dan wel zodanig te worden gekanteld, dat de gesneden kant van de beide zijvlakken naar boven komt te liggen (het andere zijvlak is alleen samengedrukt en is niet afgesneden). In de praktijk wordt dit kantelen veelal handmatig uitgevoerd nadat de balen zijn afgelegd op het land. Dit is een 30 tijdrovend en arbeidsintensief proces.

Het Amerikaanse octrooischrift US-4,310,275 toont een samenstel van een balenpers en een balenverzamelaar waarbij de balenverzamelaar achter de persuitgang van de balenpers is voorzien van een kantelplatform dat na ontvangst van twee balen wordt omgeklapt ten 35 einde de beide balen een kwartslag te kantelen en op hun zijvlakken 1033922 - 2 - op het naast gelegen verzamelplatform te plaatsen. Hiertoe is het kantelplatform uitgerust met sensoren die na detectie van de beide balen hydraulische cilinders aanstuurt die het kantelplatform omhoog doen klappen. Doel hiervan is het vergroten van de opslagcapaciteit 5 van het verzamelplatform doordat de balen smallere zijvlakken hebben dan dat de onderzijde breed is.

Nadelig hierbij is echter dat de constructie met het kantelplatform, de bijbehorende sensoren en de hydraulische cilinders duur, complex en storinggevoelig is. Verder kan het kantelplatform 10 alleen in combinatie met een zijdelings gelegen verzamelplatform worden toegepast. Het kantelplatform beperkt hierbij de laadcapaciteit aangezien de maximum breedte van het geheel binnen de wettelijke norm zal moeten blijven. Verder kan een nieuwe baal die uit de persuitgang al snel in de weg staan aan de kantelbeweging die 15 het kantelplatform dient uit te voeren. Tot slot worden met deze constructie de balen met de gesneden kant naar beneden gekanteld, hetgeen te maken heeft met de oriëntatierichting waarmee de balen uit de pers komen. Dit zorgt voor een verergering van het probleem van de schimmelvorming.

20 De onderhavige de uitvinding heeft tot doel de bovengenoemde nadelen ten minste gedeeltelijk te ondervangen, dan wel een bruikbaar alternatief te verschaffen. In het bijzonder heeft de uitvinding tot doel een robuuste en betrouwbare kantelconstructie voor een balenpers te verschaffen, waarmee geperste balen in gekantelde stand zowel 25 rechtstreeks op het land kunnen worden afgelegd dan wel eerst worden doorgevoerd naar een zich achter de balenpers bevindende balenverzamelaar.

Dit doel wordt bereikt door een verrijdbare balenpers volgens conclusie 1. Hierbij omvat de balenpers een geleideplatform 30 stroomafwaarts van de persuitgang, waarbij een uit het geleideplatform omhoogstekend en/of omhoogsteekbaar kantelorgaan is voorzien. Het kantelorgaan is hierbij op een excentrische positie geplaatst ten opzichte van een hartlijn van de onderzijde van een over het geleideplatform heen geleidde geperste baal. Tijdens het 35 over het geleideplatform heen geleiden van de baal oefent het kantelorgaan een excentrisch aangrijpende lokale kantelkracht uit op de onderzijde van de geperste baal, waardoor de baal een kwartslag kantelt en op één van zijn zijvlakken komt te rusten. De constructie met het excentrisch geplaatste kantelorgaan is relatief goedkoop te 40 vervaardigen en betrouwbaar tijdens gebruik. Met voordeel kan de - 3 - gekantelde baal vanaf het geleideplatform direct op het land worden afgelegd. Het is echter ook goed mogelijk om de gekantelde baal eerst door te geven naar een zich daarachter bevindende balenverzamelaar. Het kantelen van de balen heeft hierbij het voordeel dat meer balen 5 naast elkaar kunnen worden verzameld op de balenverzamelaar, doordat de op hun smallere zijvlakken rustende balen minder oppervlak nodig hebben. Het geleideplatform volgens de uitvinding kan eenvoudig worden aangebouwd, zowel voor bestaande als nieuw te bouwen balenpersen resp. balenverzamelaars.

10 In een uitvoeringsvorm strekt het kantelorgaan zich ten minste in een uitgangspositie, dat wil zeggen de positie waarin het kantelproces nog moet beginnen dan wel net is afgerond, naar boven toe uit vanaf het geleideplatform, in het bijzonder tot een hoogte die groter is dan de halve breedte van een geperste baal. Hierbij is 15 het zowel mogelijk dat het kantelorgaan vast omhoogstekend is opgesteld ten opzichte van het geleideplatform, dan wel op en neer beweegbaar ten opzichte daarvan.

Bij voorkeur is het kantelorgaan zodanig excentrisch geplaatst dat de baal met zijn gesneden kant naar boven wordt gekanteld. Voor 20 veel balenpersen zal dit betekenen dat het kantelorgaan, gezien in de voortbewegingsrichting van de baal over het geleideplatform, aan de linkerzijde van de hartlijn van de baal is opgesteld. Door het op deze wijze kantelen van de balen kan schimmelvorming doelgericht worden voorkomen zonder dat de balen daarvoor handmatig gekanteld 25 hoeven te worden.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het kantelorgaan ten opzichte van het geleideplatform op en neer beweegbaar opgesteld. De neerwaartse beweging kan hierbij plaatsvinden door toedoen van de zwaartekracht en/of de voortbewegingskracht van de baal die uit de 30 persuitgang komt. De opwaartse beweging kan hierbij plaatsvinden door toedoen van een bij de neerwaartse beweging gespannen veermiddel. Een of beide bewegingen kunnen echter ook aangestuurd worden van buitenaf, bijvoorbeeld hydraulisch.

In een verdere uitvoeringsvorm strekt het kantelorgaan zich 35 schuin naar boven toe uit in de voortbewegingsrichting van de baal over het geleideplatform. Dit vereenvoudigt het initiëren van de beoogde kantelbeweging, met name voor de variant waarbij het kantelorgaan zich ten minste in een uitgangspositie naar boven toe uitstrekt vanaf het geleideplatform.

- 4 -

Verdere voorkeursuitvoeringsvormen zijn vastgelegd in de onderconclusies.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een geleideplatform volgens conclusie 12, alsmede op een samenstel van een balenpers met 5 een daarachter gehangen verrijdbare balenverzamelaar volgens conclusie 13.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen, waarin: 10 Figuur la en lb schematische aanzichten zijn in perspectief van een balenpers met geleideplatform volgens de stand van de techniek;Figuur 2 een schematisch zijaanzicht toont van een achter een balenpers gehangen balenverzamelaar volgens de stand van de techniek; 15 Figuur 3 een bovenaanzicht is van figuur 2;

Figuur 4 een schematisch aanzicht is in perspectief van een geleideplatform met kantelorgaan volgens de uitvinding met een uit de persuitgang tredende baal;

Figuur 5, 6, 7 opvolgende stappen laten zien van het 20 voortschrijden over en tegelijkertijd verkantelen van de baal ten opzichte van het geleideplatform van figuur 4; en

Figuur 8 een aanzicht is overeenkomstig fig. 4 van een variant.

De verrijdbare balenpers is in figuur la en lb in zijn geheel 25 aangeduid met het verwijzingscijfer 1. De balenpers 1 kan worden gekoppeld met een trekker of dergelijke. De balenpers 1 omvat een in hoofdzaak horizontale langwerpige perskamer 3, die is voorzien van een invoeropening met snijmes. Verder is een in de perskamer 3 in langsrichting langs de invoeropening heen en weer beweegbare 30 perswagen aanwezig voor het tot balen vormen van via de invoeropening in de perskamer 3 gebracht gewas. Op de invoeropening van de perskamer 3 sluit een invoerkanaal aan dat zich uitstrekt naar een opneemgebied 9. In het opneemgebied 9 is een opraper 10 aangebracht, die gewoonlijk bestaat uit een van tanden voorziene, om een 35 horizontale as draaibare trommel. Met de opraper 10 wordt op het land liggend gewas opgenomen en in de invoeropening 4 gebracht.

In de perskamer 3 wordt toegevoerde gewas door de perswagen tot een baal samengeperst en samengebonden. Tijdens bedrijf raapt de machine bijvoorbeeld hooi of stro op dat vervolgens in de perskamer 40 onder hoge druk tot de baal wordt geperst. Tenslotte worden er - 5 - stevige koorden om deze baal gewikkeld en geknoopt, en wordt de baal uit de perskamer 3 gedrukt. Dit vindt plaats via een persuitgang 20 die aan de bovenzijde is voorzien van een al dan niet instelbare spendel 21 die aangrijpt op een scharnierend opgesteld bovengelegen 5 deel van een framewerk dat de persuitgang begrenst. Achter de persuitgang 20 bevindt zich een geleideplatform 22 via welke de geperste baal 6 kan worden afgegeven.

In figuur 2 en 3 is te zien dat achter de balenpers 1 een balenverzamelaar 25 is gehangen. Hierbij is de balenverzamelaar 25 10 middels een koppelpen 26 direct aan het geleideplatform 22 gehangen. Het geleideplatform 22 zorgt er hierbij voor dat de geperste balen 6 direct worden doorgevoerd naar de balenverzamelaar 25. Deze bestaat hier uit twee compartimenten. In het eerste vooraangelegen compartiment 27 worden de toegevoerde balen 1B, 2B, 3B naar rechts 15 verplaatst en aangevuld tot een volle rij waarna ze tezamen worden doorgevoerd naar het tweede achtergelegen compartiment 28. Alle acht balen worden tegelijk afgelegd op het land.

Figuur 4 toont een deelaanzicht van figuur 2 ter plaatse van de overgang van de balenpers naar de balenverzamelaar waarbij nu een 20 geleideplatform volgens de uitvinding is toegepast. Het geleideplatform 40 omvat een bodemplaat 41 met opstaande zijranden 42. Het geleideplatform 40 is middels een scharnieras 43 en twee zijarmen 44 verbonden met de persuitgang 20. De hellingshoek van het geleideplatform 40 is instelbaar door overeenkomstige aanpassing van 25 de zijarmen 44. Een geperste baal 6 die uit de persuitgang 20 gedrukt wordt schuift zich voort over het bodemvlak 41 en wordt daarbij aan weerszijden begrensd door de opstaande zijranden 42 en de armen 44. Verder wordt de baal 6 naar boven toe begrensd door een scharnierend opgesteld bovengelegen deel van een framewerk 45 dat rondom de 30 persuitgang 20 voorzien is respectievelijk de aldaar voorziene spendel 21.

De baal 6 die uit de persuitgang 20 komt rust in eerste instantie op zijn onderzijde en omvat zijvlakken die smaller zijn dan de onderzijde. De balen hebben veelal een breedte b van circa 50 cm, 35 een dikte d van circa 35 cm, en een lengte 1 van circa 110 cm. Het rechter zijvlak (in rijrichting gezien) dat in de tekening is aangeduid met het verwijzingscijfer 47 betreft hierbij de zogenaamde gesneden kant, dat wil zeggen de kant die in de balenpers met een snijmes is afgesneden. Aan deze kant bevinden zich veel gewasdelen 40 met afgesneden stengeleinden.

- 6 -

Het geleideplatform 40 is uitgerust met een kantelorgaan 50 dat hier wordt gevormd door een stangvormige hefboom 51 die zich met zijn vrije einde naar boven toe uitstrekt door een sleuf 52 in het bodemvlak 41 en die nabij zijn andere einde middels een scharnieras 5 53 draaibaar verbonden is met het platform 40. Een met het kantelorgaan 50 verbonden trekveer 55 zorgt er hierbij voor dat het kantelorgaan 50 onder voorspanning naar zijn meest omhoog gerichte positie staat. De veer 55 is hierbij middels een schroefstang 56 verbonden met het geleideplatform 40, waarbij de schroefstang 56 een 10 instelmiddel vormt voor het desgewenst aanpassen van de voorspanning van de veer 55. De voorspanning van de veer staat in relatie tot het gewicht van de baal. Een dergelijke aanpassing zal dan ook met name nodig zijn bij een zich veranderend gewicht van de geperste balen, bijvoorbeeld omdat een ander gewas tot balen wordt geperst.

15 Het vrije einde van het kantelorgaan 50 steekt uit het geleideplatform 40 naar boven toe uit en is tegen de veerspanning in op en neer beweegbaar ten opzichte van het bodemvlak 41. Het kantelorgaan 50 strekt zich hierbij schuin naar boven/achteren toe uit in de beoogde voortbewegingsrichting 60 van de baal 6. Aan zijn 20 vrije einde is het kantelorgaan 50 enigszins omgebogen en is aldaar voorzien van een verbreed geleidingsvlak 61.

Het kantelorgaan 50 is voorzien op een excentrische positie ten opzichte van de beoogde hartlijn 63 van de onderzijde van de baal 6 wanneer deze zich over het geleideplatform 40 voortbeweegt. Deze 25 hartlijn 63 bevindt zich bij voorkeur op de halve breedte ^b van de baal 6 ten opzichte van de linker zijrand 42 van het geleideplatform. Het kantelorgaan 50 bevindt zich bij voorkeur op een afstand van dezelfde linker zijrand 42 die kleiner is dan de breedte b van de baal 6. Bij voorkeur bevindt het kantelorgaan 50 zich op een afstand 30 k van de linker zijrand 42 die net iets groter is dan de dikte d van de baal 6.

Ter plaatse van de zijrand 42 is een flexibel begrenzings-element 65 voorzien dat hier wordt gevormd door een plaat uit verenstaal met een enigszins omgebogen eindrand.

35 Tijdens voortschrijden van de baal 6 naar achter toe in de richting 60 over het geleideplatform 40, zoals te zien in figuur 5, zal de baal 6 het kantelorgaan 50 tegen de veerspanning in naar beneden drukken zolang de baal 6 naar boven toe nog voldoende begrensd wordt door de persuitgang 20. Hierbij wordt veerdruk 40 opgebouwd in de veer 55. De veer 55 wordt op hoge trekspanning gezet.

- 7 -

De aankomende baal 6 geeft, zolang deze naar boven toe nog wordt begrensd door het scharnierend framewerk 45, het kantelorgaan geen andere keuze dan zich naar beneden te laten drukken. Zodra de baal 6 de persuitgang 20 voldoende ver heeft verlaten, zoals te zien is in 5 figuur 6, zorgt de veer 55 ervoor dat het kantelorgaan 50 een locale opwaarts gerichte kantelkracht uitoefent op de onderzijde van de baal 6. Het kantelorgaan 50 grijpt hierbij aan op de onderzijde van de baal 6 op een positie die zijdelings van het midden van de baal 6 gelegen is, en wel aan die zijde waar zich ook de gesneden kant 47 10 bevindt. De kantelkracht is groter dan de gewichtsbelasting van de baal 6 op dat punt. Hierdoor begint de baal 6 te kantelen, waarbij hij aan de linker zijde op een flexibele wijze begrensd wordt door het begrenzingselement 65. Tezamen met de zwaartekracht zorgt dit ervoor dat de baal 6 een kwartslag gekanteld wordt in de richting 70, 15 dat wil zeggen rondom zijn lengte-as, en tenslotte met zijn tegenover de gesneden kant 47 liggende zijvlak op het bodemvlak 41 komt te liggen. De oorspronkelijke bovenzijde van de baal 6 wordt in deze gekantelde stand zijdelings begrensd door de zijrand 42 en het begrenzingselement 65, terwijl de oorspronkelijke onderzijde van de 20 baal 6 in deze gekantelde stand met voordeel begrensd wordt door het kantelorgaan 50. Dit is duidelijk te zien in figuur 7. In deze gekantelde stand wordt de baal 6 vervolgens verder voort geduwd in de richting van de balenverzamelaar 25.

Het verbrede geleidingsvlak 61 zorgt er met voordeel voor dat 25 het stangvormige kantelorgaan 50 niet in de baal 6 naar binnen drukt, maar daarop de vereiste kantelkracht uitoefent. Daarnaast voorkomt het verbrede geleidingsvlak 61 dat het kantelorgaan 50 achter één van de touwtjes haakt van de baal 6.

In figuur 8 is een variant getoond waarbij het kantelorgaan 80 30 aan zijn vrije einde is voorzien van een geleidingsrol 81 die draaibaar verbonden is met het kantelorgaan 80. De geleidingsrol 81 vermindert de wrijving tussen de baal en het kantelorgaan 80 tijdens de kantelbeweging van de baal. De geleidingsrol 81 is tevens voorzien van een afgeschuind deel 82 teneinde het voortbewegen van de baal 35 daaroverheen verder te vereenvoudigen.

Naast de getoonde uitvoeringsvorm zijn vele varianten mogelijk. Zo kan het kantelorgaan andersvormig worden uitgevoerd dan wel op een andere excentrische positie worden opgesteld. Ook is het mogelijk om een excentrisch vast opgesteld naar achteren toe schuin oplopend 40 kantelorgaan te gebruiken. Mits op voldoende grote afstand van de - 8 - persuitgang geplaatst zal ook deze er voor kunnen zorgen dat de baal een kwartslag kantelt. De op en neer beweegbare variant heeft echter als voordeel dat de constructie compact gehouden kan worden doordat deze op een afstand van de persuitgang kan worden geplaatst die 5 kleiner is dan de lengte 1 van de baal. In plaats van een veer kan de scharnierbaar opgestelde hefboom ook op een andere wijze omhoog en omlaag worden bewogen. Te denken valt aan een aanstuurbaar zuiger-cilindersysteem dat aangrijpt op het ondereinde van de hefboom en dat eerst in werking treedt nadat de zich naar achteren toe 10 voortbewegende baal een sensor of aanslag geactiveerd heeft. In weer een andere variant kan als kantelorgaan ook een ten opzichte van het geleideplatform op en neer beweegbaar element worden toegepast dat wederom excentrisch is geplaatst ten opzichte van de hartlijn van de baal, en dat eerst omhoog wordt bewogen nadat de baal daarboven 15 terecht gekomen is. Te denken valt aan een pneumatisch uitdrukorgaan dat zich in de neergelaten stand met zijn vrije einde uitstrekt in of onder het bodemvlak van het geleideplatform en dat na activering middels bijvoorbeeld een aanslag of sensor omhoog beweegt en daarbij de vereiste excentrische kantelkracht uitoefent op de onderzijde van 20 de baal.

Aldus is volgens de uitvinding een eenvoudig inpasbaar kantelmechanisme voor een balenpers verschaft waarmee balen telkens gegarandeerd een kwartslag kunnen worden gedraaid zonder dat daarvoor aansturing van buitenaf dan wel verdere toevoer van energie voor 25 nodig is.

1033922

Claims (13)

1. Balenpers voor het vormen van in hoofdzaak rechthoekige balen landbouwgewas, omvattende: - een invoeropening voor het toevoeren van het gewas; - een perseenheid voor het samenpersen en samenbinden van toegevoerd 5 gewas tot een baal; - een persuitgang voor het afvoeren van de geperste baal, waarbij stroomafwaarts van de persuitgang een geleideplatform is voorzien voor het daaroverheen geleiden van de geperste baal, en waarbij kantelmiddelen zijn voorzien voor het een kwartslag doen 10 kantelen van de oorspronkelijk op zijn onderzijde rustende geperste baal naar één van zijn zijvlakken, met het kenmerk, dat een uit het geleideplatform omhoogstekend resp. omhoogsteekbaar kantelorgaan is voorzien voor het uitoefenen van een lokale 15 kantelkracht op de onderzijde van de geperste baal, waarbij het kantelorgaan voorzien is op een excentrische positie ten opzichte van een hartlijn van de onderzijde van een daaroverheen geleide geperste baal.

2. Balenpers volgens conclusie 1, waarbij het kantelorgaan ten opzichte van het geleideplatform op en neer beweegbaar is.

3. Balenpers volgens conclusie 2, waarbij het kantelorgaan onder voorspanning naar boven toe staat. 25

4. Balenpers volgens conclusie 3, waarbij instelmiddelen zijn voorzien voor het instellen van de voorspanning.

5. Balenpers volgens één van de conclusies 2-4, waarbij het 30 kantelorgaan een draaibaar met het geleideplatform verbonden hefboom omvat.

6. Balenpers volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het kantelorgaan nabij zijn vrije uiteinde is voorzien van een verbreed 35 geleidingsvlak. 1033922 - 10 -

7. Balenpers volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het kantelorgaan nabij zijn vrije uiteinde is voorzien van een rolgeleiding.

8. Balenpers volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het kantelorgaan zich schuin naar boven toe uitstrekt in de geleidingsrichting van de geperste baal over het geleideplatform.

9. Balenpers volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de 10 balenpers is ingericht voor het persen van balen met zijvlakken die smaller zijn dan de onder- en bovenzijde, en waarbij het kantelorgaan zodanig excentrisch geplaatst is dat het kantelorgaan na kantelen naar één van zijn zijvlakken van de geperste baal een begrenzing vormt voor de gekantelde baal. 15

10. Balenpers volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het geleideplatform aan de zijde tegenover het excentrisch voorziene kantelorgaan begrensd wordt door ten minste één flexibel begrenzingselement. 20

11. Balenpers volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de persuitgang ten minste aan de bovenzijde begrensd wordt door een framewerk, en waarbij het kantelorgaan in de geleidingsrichting van de geperste baal over het geleideplatform gelegen is op een afstand 25 van het vrije einde van het genoemde framewerk die kleiner is dan de lengte van de geperste baal.

12. Geleideplatform voorzien van een excentrisch geplaatst kantelorgaan kennelijk bestemd voor een balenpers volgens één van de 30 voorgaande conclusies.

13. Samenstel van een balenpers volgens één van de voorgaande conclusies met een daarachter gehangen verrijdbare balenverzamelaar, waarbij het van het excentrisch geplaatste kantelorgaan voorziene 35 geleideplatform voorzien is tussen de persuitgang en de balenverzamelaar. 1033922