NL1033428C2 - Inrichting voor het in een ondergrond brengen van langgerekte elementen. - Google Patents

Inrichting voor het in een ondergrond brengen van langgerekte elementen. Download PDF

Info

Publication number
NL1033428C2
NL1033428C2 NL1033428A NL1033428A NL1033428C2 NL 1033428 C2 NL1033428 C2 NL 1033428C2 NL 1033428 A NL1033428 A NL 1033428A NL 1033428 A NL1033428 A NL 1033428A NL 1033428 C2 NL1033428 C2 NL 1033428C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
drive
coupling
elongated
guide
frame
Prior art date
Application number
NL1033428A
Other languages
English (en)
Inventor
Arie Van Hattem
Fenno Harm Leeuwerke
Original Assignee
Aribema B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Aribema B V filed Critical Aribema B V
Priority to NL1033428A priority Critical patent/NL1033428C2/nl
Priority to PCT/NL2008/000051 priority patent/WO2008103031A1/en
Priority to EP08712591A priority patent/EP2126226A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1033428C2 publication Critical patent/NL1033428C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D7/00Methods or apparatus for placing sheet pile bulkheads, piles, mouldpipes, or other moulds
    • E02D7/02Placing by driving
    • E02D7/06Power-driven drivers
    • E02D7/14Components for drivers inasmuch as not specially for a specific driver construction
    • E02D7/16Scaffolds or supports for drivers
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D7/00Methods or apparatus for placing sheet pile bulkheads, piles, mouldpipes, or other moulds
    • E02D7/02Placing by driving
    • E02D7/06Power-driven drivers
    • E02D7/08Drop drivers with free-falling hammer
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D7/00Methods or apparatus for placing sheet pile bulkheads, piles, mouldpipes, or other moulds
    • E02D7/20Placing by pressure or pulling power

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Placing Or Removing Of Piles Or Sheet Piles, Or Accessories Thereof (AREA)

Description

INRICHTING VOOR HET IN EEN ONDERGROND BRENGEN VAN LANGGEREKTE ELEMENTEN
5 De uitvinding betreft een inrichting voor het in een ondergrond brengen van langgerekte elementen, zoals heipalen, boorelementen etc., omvattende een verplaatsbaar gestel, een langgerekte geleider, ten minste één koppeling, waarmee althans in gebruik het gestel en de langgerekte geleider zijn 10 gekoppeld, stuwmiddelen waarmee de langgerekte elementen in de ondergrond worden gebracht, welke stuwmiddelen verplaatsbaar zijn langs de langgerekte geleider, en een aandrijving, waarmee de stuwmiddelen langs de langgerekte geleider te verplaatsen zijn.
15 Dergelijke inrichtingen zijn bekend voor bijvoorbeeld het in een ondergrond brengen van heipalen, welke dienen als fundering van bijvoorbeeld gebouwen. Deze zogenaamde heimachines zijn over het algemeen omvangrijke machines, met een lange als heimast vormgegeven langgerekte geleider en een 20 zwaar en omvangrijk gestel om de heimast stabiel in de gebruiksstand daarvan te ondersteunen. Het transport van dergelijke machines en het opbouwen daarvan op de bouwplaats zijn onder andere als gevolg van de omvang van de heimast en het gestel complexe operaties, welke veel tijd in beslag 25 nemen. Daarnaast zijn de bekende heimachines over het algemeen geschikt voor slechts een specifiek heiwerk.
Hierdoor zijn, in het bijzonder op een bouwplaats waar meerdere soorten heiwerk moeten worden verricht, verschillende heimachines nodig, die elk naar de bouwplaats 30 moeten worden getransporteerd en moeten worden opgebouwd. Het is daarmee van belang, dat een heimachine zo breed mogelijk inzetbaar is.
1033428 2
De inzetbaarheid van de bekende heimachines wordt onder andere beperkt door de aandrijving, welke dient voor het langs de langgerekte geleider verplaatsen van de stuwmiddelen, zoals bijvoorbeeld een heiblok waarmee een 5 heipaal in een ondergrond wordt gebracht. Een dergelijke aandrijving, bijvoorbeeld in de vorm van een lierenpakket, is over het algemeen omvangrijk en heeft een aanzienlijk gewicht. Om de invloed van de krachten die bij het in de ondergrond brengen van de heipalen optreden, op de 10 langgerekte geleider te verminderen, is het bekend om de aandrijving op de langgerekte geleider aan te brengen. Het gewicht van de aandrijving geeft de langgerekte geleider extra stabiliteit. Nadeel van het aanbrengen van de aandrijving op de langgerekte geleider is echter, dat het als 15 gevolg van de omvang van de aandrijving bijvoorbeeld niet mogelijk om de langgerekte geleider in een nauwe put te laten zakken om in de ondergrond op de bodem daarvan een heipaal te brengen. Bij het in de put laten zakken van de langgerekte geleider loopt de aandrijving dan bijvoorbeeld vast tegen het 20 gestel van de inrichting of tegen de rand van de put. In een dergelijk geval is dan een speciaal daarvoor geschikte heimachine nodig. Een ander nadeel van het aanbrengen van de aandrijving op de langgerekte geleider treedt op in het geval dat de langgerekte geleider omhoog gebracht moet worden. In 25 dat geval loopt de aandrijving bij het omhoog brengen daarvan bijvoorbeeld vast tegen de daarboven gelegen koppeling van de langgerekte geleider met het gestel. Ook is het mogelijk dat de inrichting door het omhoog verplaatsen van het gewicht van de aandrijving instabiel wordt. Ook in een dergelijk geval is 30 een speciaal daarvoor geschikte heimachine nodig.
Met de uitvinding is beoogd de nadelen van de bestaande inrichtingen te verhelpen of althans te verminderen en daarmee de inzetbaarheid van dergelijke inrichtingen te 3 vergroten. Hiertoe onderscheidt de uitvinding zich, doordat de aandrijving verplaatsbaar is langs de langgerekte geleider. Deze maatregel maakt het bijvoorbeeld mogelijk om de langgerekte geleider in een put te laten zakken, terwijl 5 de aandrijving boven de put gepositioneerd blijft. Daarnaast maakt deze maatregel het mogelijk om bij het omhoog brengen van de langgerekte geleider, de aandrijving op de gewenste positie te houden of te brengen. Deze maatregel heeft aldus als voordeel, dat geen speciale heimachine ingezet hoeft te 10 worden, wanneer het omlaag of omhoog verplaatsen van de langgerekte geleider ten opzichte van het gestel gewenst is.
In een aanvullende uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat de langgerekte geleider een aandrijvingsgeleiding, waarlangs de aandrijving verplaatsbaar 15 is. Deze maatregel heeft als voordeel dat de aandrijving snel en eenvoudig langs de langgerekte geleider te verplaatsen is, zonder dat deze van de langgerekte geleider hoeft te worden afgehaald.
In een aanvullende uitvoeringsvorm van de inrichting 20 volgens de uitvinding is de aandrijving langs de langgerekte geleider verplaatsbaar is middels een verplaatsingsaandrijving. Deze maatregel maakt een eenvoudige en snelle verplaatsing van de aandrijving langs de langgerekte geleider mogelijk. Zo is de inrichting snel aan 25 een gebruikssituatie aan te passen. In een aanvullende uitvoeringsvorm daarvan omvat de aandrijving de verplaatsingsaandrijving. Deze maatregel vormt een eenvoudige en compacte verwezenlijking van de verplaatsingsaandrijving.
In een aanvullende uitvoeringsvorm van de inrichting 30 volgens de uitvinding is de langgerekte geleider verlengbaar. Deze maatregel maakt het mogelijk om de inrichting aan te passen aan bijvoorbeeld de diepte van een put of de lengte van een heipaal. Dit heeft als voordeel, dat de inrichting in 4 meer gebruikssituaties inzetbaar is. In een aanvullende uitvoeringsvorm daarvan is de langgerekte geleider verlengbaar middels daarmee koppelbare verlengelementen. Met behulp van deze verlengelementen is het bijvoorbeeld mogelijk 5 de langgerekte geleider, terwijl deze gekoppeld is met het gestel, van onderaf te verlengen door de langgerekte geleider omhoog te brengen en vervolgens een verlengelement daaronder te plaatsen en deze met de langgerekte geleider te koppelen. Deze maatregel maakt het mogelijk op eenvoudige snelle wijze 10 de langgerekte geleider te verlengen en aan te passen aan de gebruikssituatie, zonder dat de langgerekte geleider van het gestel losgekoppeld hoeft te worden. Doordat de aandrijving langs de langgerekte geleider verplaatsbaar is, kan de aandrijving bij het verlengen van de langgerekte geleider op 15 de gewenste positie langs de langgerekte geleider worden gehouden of gebracht om bijvoorbeeld de stabiliteit van de verlengde langgerekte geleider te verbeteren.
In een aanvullende uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat het gestel ten minste één arm, 20 welke de ten minste ene koppeling ondersteunt. In een aanvullende uitvoeringsvorm daarvan is de lengte van de arm instelbaar. Deze maatregel maakt het bijvoorbeeld mogelijk om de positie van de door de arm ondersteunde koppeling en daarmee de oriëntatie van de langgerekte geleider ten 25 opzichte van het gestel aan te passen aan de gebruiksituatie. In een aanvullende uitvoeringsvorm daarvan is de lengte van de arm instelbaar middels een lengte-aandrijving. Deze maatregel maakt een snelle en eenvoudige verlenging van de arm mogelijk. In een aanvullende of alternatieve 30 uitvoeringsvorm daarvan, is de hoekstand van de arm instelbaar. Deze maatregel maakt het bijvoorbeeld mogelijk om de positie van de door de arm ondersteunde koppeling en daarmee de oriëntatie van de langgerekte geleider ten 5 opzichte van het gestel aan te passen aan de gebruikssituatie. In een aanvullende uitvoeringsvorm daarvan is de hoekstand van de arm ten opzichte van het gestel instelbaar middels een hoekstand-aandrijving. Deze maatregel 5 maakt een snelle en eenvoudige aanpassing van de hoekstand van de arm mogelijk.
In een aanvullende uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding met ten minste één arm omvat de arm hijsmiddelen. Deze maatregel maakt het mogelijk om het gestel 10 te gebruiken om de daarvan losgekoppelde langgerekte geleider en de benodigde verlengelementen naar de gewenste plaats te brengen vóór het in een gebruikstoestand brengen van de inrichting. Deze maatregel heeft aldus als voordeel, dat geen extra hijsmachines nodig zijn.
15 In een aanvullende uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is de ten minst ene koppeling verplaatsbaar langs de langgerekte geleider. Deze maatregel maakt het bijvoorbeeld mogelijk om de plaats waar de koppeling aangrijpt op de langgerekte geleider aan te passen 20 bij het omhoog of omlaag brengen van de langgerekte geleider. Dit heeft bijvoorbeeld als voordeel, dat een arm van dezelfde lengte kan worden gebruikt voor een langere langgerekte geleider, en dat de lengte van de arm bij het verlengen van de langgerekte geleider niet hoeft te worden aangepast. In 25 een aanvullende uitvoeringsvorm daarvan omvat de langgerekte geleider een koppelingsgeleiding, waarlangs de koppeling verplaatsbaar is. Deze maatregel maakt het mogelijk de plaats waar de koppeling aangrijpt op de langgerekte geleider op snelle en eenvoudige wijze aan te passen, zonder de koppeling 30 van de langgerekte geleider af te halen.
In een aanvullende uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding met aandrijvingsgeleiding en koppelingsgeleiding zijn de aandrijvingsgeleiding en de 6 koppelingsgeleiding een eenheid. Deze maatregel maakt een eenvoudige verwezenlijking van de beide geleidingen mogelijk.
In een aanvullende uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding met de ten minst ene verplaatsbare 5 koppeling is de ten minste ene koppeling verplaatsbaar langs de langgerekte geleider middels een koppelingsaandrijving. Deze maatregel maakt een snelle eenvoudige verplaatsing van de koppeling langs de langgerekte geleider, of verplaatsing van de langgerekte geleider langs de koppeling mogelijk. In 10 een aanvullende uitvoeringsvorm daarvan omvat de aandrijving de koppelingsaandrijving. In een alternatieve uitvoeringsvorm daarvan omvatten de hijsmiddelen de koppelingsaandrijving.
De uitvinding betreft tevens een inrichting voor het in een ondergrond brengen van langgerekte elementen, zoals 15 heipalen, boorelementen etc., omvattende een verplaatsbaar gestel, een langgerekte geleider, ten minste één koppeling, waarmee althans in gebruik het gestel en de langgerekte geleider zijn gekoppeld, stuwmiddelen waarmee de langgerekte elementen in de ondergrond worden gebracht, welke 20 stuwmiddelen verplaatsbaar zijn langs de langgerekte geleider, waarbij de langgerekte geleider is opgesteld aan een voorzijde van het gestel en de inrichting stelmiddelen omvat, waarmee de langgerekte geleider verplaatsbaar is ten opzichte van het gestel in een vlak loodrecht op de met de 25 voorzijde samenhangende voorwaartse richting van het gestel. Deze maatregel maakt het mogelijk om de inrichting in te zetten op plaatsen, waar het gestel als gevolg van de afmetingen in de voorwaartse richting daarvan niet zodanig te positioneren is, dat de gewenste oriëntatie van de heipaal in 30 de ondergrond te verwezenlijken is. In een aanvullende uitvoeringsvorm daarvan omvat de verplaatsing van de langgerekte geleider een translatie. In een verdere aanvullende of alternatieve uitvoeringsvorm daarvan omvat de 7 verplaatsing van de langgerekte geleider een rotatie. Deze maatregel maakt het mogelijk om schuin naast de langgerekte geleider heipalen in een ondergrond te brengen.
In een aanvullende uitvoeringsvorm van de inrichting 5 volgens de uitvinding, waarbij de langgerekte geleider verplaatsbaar is ten opzichte van het gestel in een vlak loodrecht op de met de voorzijde samenhangende voorwaartse richting van het gestel, werken de stelmiddelen in op de ten minste ene koppeling. In een aanvullende uitvoeringsvorm 10 daarvan is middels de stelmiddelen de ten minste ene koppeling te verplaatsen in het vlak loodrecht op de met de voorzijde samenhangende voorwaartse richting van het gestel.
De onderhavige uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, dat in 15 de bijgevoegde figuren schematisch is getoond. Het betreft een niet limitatief uitvoeringsvoorbeeld. In de figuren toont: - figuur 1 een zijaanzicht van de inrichting volgens de uitvinding, 20 - figuur 2 een zijaanzicht van de inrichting van figuur 1 tijdens het verlengen van de langgerekte geleider, - figuur 3 een zijaanzicht van de inrichting van figuur 1, na het verlengen van de langgerekte geleider, - figuur 4 een zijaanzicht van de inrichting volgens de 25 uitvinding met verlengde langgerekte geleider in gebruikstoestand, - figuur 5 een vooraanzicht van de inrichting van figuur 4, - figuur 6 een zijaanzicht van de inrichting van figuur 1 30 vóór het in een verticale oriëntering brengen van de langgerekte geleider, 8 - figuur 7 een zijaanzicht van de inrichting van figuur 1 tijdens het in een verticale oriëntering brengen van de langgerekte geleider.
In figuur 1 is een inrichting 1 getoond met een 5 gestel 2, dat verplaatsbaar is over een ondergrond 3 met behulp van rupsbanden 4. Het gestel heeft aan de voorzijde daarvan een bestuurderscabine 5. Aan de achterzijde heeft gestel 2 een ballast 6 en steunstempel 7, welke het voorover en achterover kantelen van de inrichting 1 voorkomen. Het 10 gestel 2 heeft een eerste arm 8, welke middels een bovengelegen koppeling 9 is gekoppeld met een als heimast 10 vormgegeven langgerekte geleider, en een tweede arm 11, welke middels een ondergelegen koppeling 12 is gekoppeld met de heimast 10. De bovengelegen koppeling 9 en de ondergelegen 15 koppeling 12, grijpen aan en zijn verplaatsbaar langs een als geleiderails 13 vormgegeven koppelingsgeleiding. De eerste arm 8 is middels een niet getoonde lengte-aandrijving in lengte instelbaar en is daartoe vanuit de getoonde stand in de richting van pijl A als een telescoop uitschuifbaar. De 20 hoekstand van de arm 8 is middels de als hefcilinder 14 uitgevoerde hoekstand-aandrijving instelbaar. Een verlenging van hefcilinder 14 heeft bijvoorbeeld een rotatie van de arm 8 in de richting van pijl B als gevolg.
Aan de heimast 10 is een als lierenpakket 15 25 vormgegeven aandrijving aangebracht, welke aangrijpt aan en verschuifbaar is langs de als geleiderails 13 vormgegeven aandrijvingsgeleiding. Het lierenpakket 15 is middels als hijskabel 24 en in gestel 2 gelegen hijslier vormgegeven verplaatsingsaandrijving langs de heimast 10 verplaatsbaar.
30 Het lierenpakket 15 is getoond met twee heilieren 16 en 17 en hulplier 18, waarmee via kabelbundel 19 en katrollen 20,21,22 en 23 een niet getoond stuwmiddel, zoals bijvoorbeeld een 9 heiblok, aan te drijven is. Als alternatieve verplaatsingsaandrijving kan hulplier 18 gebruikt worden.
De verplaatsing van het lierenpakket 15 langs de heimast 10 is middels blokkeermechanisme 25 blokkeerbaar.
5 Door de verplaatsing van het lierenpakket 15 te blokkeren en tegelijkertijd middels de in het gestel 2 gelegen hijslier de hijskabel 24 in te halen is de heimast 10 ten opzichte van het gestel omhoog te bewegen om bijvoorbeeld de heimast te kunnen verlengen.
10 In de figuren 2 en 3 is het verlengen van de heimast 10 van inrichting 1 van figuur 1 getoond. In figuur 2 is door verlenging van de arm 8 en vergroting van de hoekstand van de arm 8 ten opzichte van de situatie zoals getoond in figuur 1, de bovengelegen koppeling 9 omhoog gebracht. Door tijdens het 15 omhoog brengen van deze koppeling de verplaatsing van het lierenpakket 15 te blokkeren middel blokkeermechanisme 25 worden daarbij tevens de heimast 10 en ondergelegen koppeling 12 omhoog gebracht en verlengt de tweede arm 11. Daardoor is het mogelijk geworden om verlengelement 26 met de heimast 10 20 te koppelen en in de richting van pijl C in het verlengde van de heimast 10 te brengen, waarmee het verlengelement 26 één wordt met de heimast 10. Door vervolgens, terwijl de heimast 10 op de ondergrond 3 steunt, de ondergelegen koppeling 12 langs de heimast 10 omlaag te brengen, de blokkering van het 25 lierenpakket 15 op te heffen, de arm 8 te verkorten en de hoekstand van de arm 8 te verkleinen, worden de bovengelegen koppeling 6 en het lierenpakket 15 langs de heimast 10 omlaag gebracht. Daarmee wordt de situatie zoals getoond in figuur 3 verwezenlijkt. Vanuit deze situatie is het vervolgens 30 mogelijk om door het blokkeren van het lierenpakket 15, het verlengen van de arm 8 en het vergroten van de hoekstand van arm 8 de bovenste koppeling 9 en daarmee de heimast 10 omhoog te brengen, om deze vervolgens te verlengen met een volgend 10 verlengelement. Zo is de situatie als getoond in figuur 4 te verwezenlijken, waarin de inrichting 1 is getoond met de heimast 7, welke is verlengd middels de verlengelementen 26, 27, 28 en 29. Tevens is in figuur 4 getoond, dat de onderste 5 heilier 16 van het lierenpakket 15 in de richting van pijl D is verplaatst om de heikabel 19a van kabelbundel 19 vrij te maken van de heikabel 19b van heilier 17. Zo zijn de als heiblok 30 vormgegeven stuwmiddelen aan te drijven. De inrichting 1 is dan in gebruikstoestand.
10 In figuur 5 is de inrichting 1 van figuur 4 getoond met gestel 2 en de heimast 10, welke in drie standen a,b en c is getoond, waarin de heimast 10 te oriënteren is. De heimast 10 is met gestel 2 verbonden middels de bovengelegen koppeling 9 en de ondergelegen koppeling 12. De bovenste 15 koppeling 9 koppelt de heimast 10 met de niet zichtbare arm 8. De ondergelegen koppeling 12 is verbonden met als schuiftafel 31 uitgevoerde instelmiddelen. Door vanuit de stand a van de heimast 10 de ondergelegen koppeling 9 in de richting van pijl E te verplaatsen wordt stand b en 20 vervolgens de stand c van de heimast 10 verwezenlijkt. In stand a van de heimast 10 is het bijvoorbeeld mogelijk om de richting van pijl F een niet getoonde heipaal in de ondergrond 3 te brengen.
In figuur 6 is inrichting 1 van figuur 1 getoond 25 vóórdat de heimast 10 in verticale oriëntering is gebracht. Getoond is, dat de heimast 10 middels de als de in het gestel 2 gelegen hijslier, de hijskabel 24 en de hijshaak 32 vormgegeven hijsmiddelen van de ondergrond 3 te tillen en middels gestel 2 over de ondergrond 3 te verplaatsen is.
30 In figuur 7 is inrichting 1 van figuur 1 getoond tijdens het in verticale oriëntering brengen van de heimast 10. Door vanuit de getoonde toestand de arm 8 in de richting van pijl G te verkorten en tegelijkertijd hoekstand van de 11 arm 8 in de richting van pijl H te vergroten, roteert de heimast 10 in de richting van pijl I, waarmee de situatie zoals getoond in figuur 1 te verwezenlijken is.
In figuur 1 is de heimast met het gestel gekoppeld 5 middels twee koppelingen. Dat kunnen ook meer of minder koppelingen zijn. Bijvoorbeeld kan de heimast alleen met de bovenste koppeling met het gestel verbonden zijn.
In figuur 1 is het lierenpakket aan de achterzijde van de heimast getoond. Het lierenpakket kan echter ook aan 10 de voorzijde of andere zijde van de heimast zijn aangebracht.
In figuur 1 is het lierenpakket verplaatsbaar getoond middels lieren en kabels. De verplaatsing van het lierenpakket langs de heimast kan bijvoorbeeld ook middels een tandrad-systeem geschieden.
15 In figuur 1 is de bovengelegen koppeling vrij verplaatsbaar langs de heimast getoond. Ook kan de bovengelegen koppeling voorzien zijn van een blokkeermechanisme of van een koppelingsaandrijving zoals een tand-rad systeem. Dan kan bijvoorbeeld de heimast omhoog 20 worden gebracht door de bovengelegen koppeling op één positie te houden en de heimast middels deze koppelingsaandrijving langs de koppeling te verplaatsen.
In figuur 1 is het gestel getoond op rupsbanden. Ook kan het gestel bijvoorbeeld wielen hebben of kan het gestel 25 bijvoorbeeld een drijvend ponton zijn.
In figuur 1 is de lengte van de eerste arm en de hoekstand daarvan instelbaar. De eerste arm kan bijvoorbeeld niet verstelbaar zijn.
In figuur 1 is het lierenpakket getoond met drie 30 lieren. Ook kunnen meer of minder lieren zijn verschaft. Bijvoorbeeld kan een extra lier zijn aangebracht, die gebruikt kan worden om het lierenpakket langs de heimast te kunnen verplaatsen als door een horizontale oriëntering van 12 de heimast verplaatsing met behulp van de zwaartekracht niet mogelijk is.
In figuur 2 is de heimast verlengbaar met verlengelementen. De heimast kan echter ook bijvoorbeeld 5 telescopisch verlengbaar zijn.
In figuur 4 is de heimast in verticale oriëntatie getoond. Door bijvoorbeeld de hoekstand van de eerste arm te vergroten kantelt de heimast naar achter en kan een heipaal schuin de ondergrond in worden gebracht.
10 In figuur 5 werken de stelmiddelen in op de ondergelegen koppeling. Ook kunnen de stelmiddelen bijvoorbeeld inwerken op de bovengelegen koppeling. Daarbij kan de ondergelegen koppeling bijvoorbeeld weggelaten zijn.
In figuur 5 is de heimast in 3 standen getoond.
15 Echter zijn alle tussen de getoonde standen gelegen standen mogelijk.
In figuur 5 omvattende de getoonde standen een rotatie van de heimast in het vlak van de tekening. Een translatie in het vlak van de tekening is bijvoorbeeld ook 20 mogelijk, als bijvoorbeeld de bovengelegen koppeling ook op een schuiftafel is aangebracht.
1033428

Claims (23)

1. Inrichting voor het in een ondergrond brengen van langgerekte elementen, zoals heipalen, boorelementen etc., 5 omvattende: - een verplaatsbaar gestel; - een langgerekte geleider; - ten minste één koppeling, waarmee althans in gebruik het gestel en de langgerekte geleider zijn gekoppeld; 10. stuwmiddelen waarmee de langgerekte elementen in de ondergrond worden gebracht, welke stuwmiddelen verplaatsbaar zijn langs de langgerekte geleider; en - een aandrijving, waarmee de stuwmiddelen langs de langgerekte geleider te verplaatsen zijn; 15 met het kenmerk, dat - de aandrijving verplaatsbaar is langs de langgerekte geleider.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 20 de langgerekte geleider een aandrijvingsgeleiding omvat, waarlangs de aandrijving verplaatsbaar is.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de aandrijving langs de langgerekte geleider verplaatsbaar is 25 middels een verplaatsingsaandrijving.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de aandrijving de verplaatsingsaandrijving omvat.
5. Inrichting volgens één van de voorgaande 30 conclusies, met het kenmerk, dat de langgerekte geleider verlengbaar is.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat 1033428 de langgerekte geleider verlengbaar is middels daarmee koppelbare verlengelementen.
7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, 5 met het kenmerk, dat het gestel ten minste één arm omvat, welke de ten minste ene koppeling ondersteund.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat 10 de lengte van de arm instelbaar is.
9. Inrichting volgens conclusies 8, met het kenmerk, dat de lengte van de arm instelbaar is middels een lengte-aandrijving.
10. Inrichting volgens één van de conclusies 7 tot en met 9, met het kenmerk, dat de hoekstand van de arm instelbaar is.
11. Inrichting volgens conclusie 10, 20 met het kenmerk, dat de hoekstand van de arm instelbaar is middels een hoekstand-aandrijving.
12. Inrichting volgens één van de conclusies 7 tot en met 11, 25 met het kenmerk, dat de arm hijsmiddelen omvat.
13. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat 30 de ten minste ene koppeling verplaatsbaar is langs de langgerekte geleider.
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de langgerekte geleider een koppelingsgeleiding omvat, waarlangs de ten minste ene koppeling verplaatsbaar is.
15. Inrichting volgens ten minste conclusies 2 en 14, met het kenmerk, dat 5 de aandrijvingsgeleiding en de koppelingsgeleiding een eenheid zijn.
16. Inrichting volgens één van de conclusies 13 tot en met 15, met het kenmerk, dat 10 de ten minste ene koppeling verplaatsbaar is langs de langgerekte geleider middels een koppelingsaandrijving.
17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de aandrijving de koppelingsaandrijving omvat.
18. Inrichting volgens ten minste conclusies 12 en 16, met het kenmerk, dat de hijsmiddelen de koppelingsaandrijving omvatten.
19. Inrichting voor het in een ondergrond brengen van 20 langgerekte elementen, zoals heipalen, boorelementen etc., omvattende: - een verplaatsbaar gestel; - een langgerekte geleider; - ten minste één koppeling, waarmee althans in gebruik het 25 gestel en de langgerekte geleider zijn gekoppeld; - stuwmiddelen waarmee de langgerekte elementen in de ondergrond worden gebracht, welke stuwmiddelen verplaatsbaar zijn langs de langgerekte geleider; met het kenmerk, dat 30 de langgerekte geleider is opgesteld aan een voorzijde van het gestel en de inrichting stelmiddelen omvat, waarmee de langgerekte geleider verplaatsbaar is ten opzichte van het gestel in een vlak loodrecht op de met de voorzijde samenhangende voorwaartse richting van het gestel.
20. Inrichting volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat 5 de verplaatsing van de langgerekte geleider een translatie omvat.
21. Inrichting volgens één van de conclusies 19 en 20, met het kenmerk, dat 10 de verplaatsing van de langgerekte geleider een rotatie omvat.
22. Inrichting volgens één van de conclusies 19 tot en met 21, met het kenmerk, dat 15 de stelmiddelen inwerken op de ten minste ene koppeling.
23. Inrichting volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat middels de stelmiddelen de ten minste ene koppeling te verplaatsen is in het vlak loodrecht op de met de voorzijde 20 samenhangende voorwaartse richting van het gestel. 1033428
NL1033428A 2007-02-20 2007-02-20 Inrichting voor het in een ondergrond brengen van langgerekte elementen. NL1033428C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1033428A NL1033428C2 (nl) 2007-02-20 2007-02-20 Inrichting voor het in een ondergrond brengen van langgerekte elementen.
PCT/NL2008/000051 WO2008103031A1 (en) 2007-02-20 2008-02-20 Apparatus for driving elongated elements into the ground
EP08712591A EP2126226A1 (en) 2007-02-20 2008-02-20 Apparatus for driving elongated elements into the ground

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1033428 2007-02-20
NL1033428A NL1033428C2 (nl) 2007-02-20 2007-02-20 Inrichting voor het in een ondergrond brengen van langgerekte elementen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1033428C2 true NL1033428C2 (nl) 2008-08-21

Family

ID=38564562

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1033428A NL1033428C2 (nl) 2007-02-20 2007-02-20 Inrichting voor het in een ondergrond brengen van langgerekte elementen.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP2126226A1 (nl)
NL (1) NL1033428C2 (nl)
WO (1) WO2008103031A1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102009025084A1 (de) * 2009-06-16 2010-12-23 Liebherr-Werk Nenzing Gmbh, Nenzing Ramm- und Bohrgerät mit klappbarer Umlenkvorrichtung
CN102888844A (zh) * 2012-10-24 2013-01-23 山河智能装备股份有限公司 引孔式静压桩机
JP6351477B2 (ja) * 2014-10-14 2018-07-04 日本車輌製造株式会社 下部リーダの着脱方法
CN105545206B (zh) * 2016-01-28 2018-01-23 国家电网公司 旋挖钻机按压护筒装置

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2134989A (en) * 1936-05-11 1938-11-01 John B Templeton Pile-driving attachment for booms
US3827508A (en) * 1973-01-05 1974-08-06 Foundation Equipment Corp Mechanical safety pile monkey
GB2060742A (en) * 1979-10-12 1981-05-07 Sanwa Kizai Co Ltd Driving sheet piles
EP0902128A2 (en) * 1997-09-11 1999-03-17 Van Splunder Funderingstechniek B.V. Method for installing a foundation for a traffic course as well as device
EP1118718A2 (en) * 2000-01-20 2001-07-25 Compagnie Du Sol Rotary displacement piling equipment

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1458698A (fr) * 1965-10-05 1966-03-04 Raymond Int Inc Derricks et appareils de levage transportables
DE2201134C2 (de) * 1972-01-11 1985-05-02 Heinz 3320 Salzgitter Manten Ramm- und Ziehvorrichtung
US3768575A (en) * 1972-06-14 1973-10-30 Foundation Equipment Corp Joint construction for sectional lead
JPS584025A (ja) * 1981-06-30 1983-01-11 Nippon Sharyo Seizo Kaisha Ltd 杭打機のフロントアタツチメント格納方法及びその装置
US5216867A (en) * 1991-11-04 1993-06-08 Sundowner Offshore Services, Inc. Well mast structure

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2134989A (en) * 1936-05-11 1938-11-01 John B Templeton Pile-driving attachment for booms
US3827508A (en) * 1973-01-05 1974-08-06 Foundation Equipment Corp Mechanical safety pile monkey
GB2060742A (en) * 1979-10-12 1981-05-07 Sanwa Kizai Co Ltd Driving sheet piles
EP0902128A2 (en) * 1997-09-11 1999-03-17 Van Splunder Funderingstechniek B.V. Method for installing a foundation for a traffic course as well as device
EP1118718A2 (en) * 2000-01-20 2001-07-25 Compagnie Du Sol Rotary displacement piling equipment

Also Published As

Publication number Publication date
EP2126226A1 (en) 2009-12-02
WO2008103031A1 (en) 2008-08-28
WO2008103031A8 (en) 2010-01-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP3095956B1 (en) Coiled tubing injector handler
US4382591A (en) Clamping means for trough of pipe handling apparatus
US20080138174A1 (en) Pick-up and lay-down system and method
NL1033428C2 (nl) Inrichting voor het in een ondergrond brengen van langgerekte elementen.
US20090053013A1 (en) Portable drill pipe handling apparatus for use with oil and gas well drilling rigs
EA014597B1 (ru) Строительная машина с выдвижной мачтой и способ эксплуатации такой машины
US9080397B2 (en) Pipe handling apparatus
BE1026895B1 (nl) Inrichting voor het vanaf een dek van een vaartuig met een hefmiddel oprichten van een langwerpig element
KR102252210B1 (ko) 표면하 채광 차량을 물 속으로 런칭하고 또한 물로부터 회수하기 위한 장치
KR20060050400A (ko) 토양 작업을 위한 절단기 및 방법
WO2010046757A1 (en) Self-propelled drilling machine for core sampling
NL2013675B1 (en) Offshore Drilling Vessel.
EP3659949A1 (en) Stacker with wheel assembly
EP2354438B1 (en) A core sampling apparatus
BR102012013656A2 (pt) aparelho para trabalho em obras e processo para levantamento de um mastro
US4586572A (en) Well drilling apparatus
NL8102907A (nl) Baggermolen.
EP0139237A1 (en) Apparatus for transferring pipe
NL9102091A (nl) Spudsamenstel voor baggerwerktuigen.
US4491450A (en) Pick-up and laydown machine
US3550693A (en) Pile driver
GB2461777A (en) Improvements in and relating to post drivers
NL1043730B1 (en) Pile driving apparatus
KR102230046B1 (ko) 차량 탑재형 러버콘 회수장치
US3172484A (en) Pile driving apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150901