NL1032494C2 - Inrichting voor een kinderwagen en gebruik van een duwstang. - Google Patents

Inrichting voor een kinderwagen en gebruik van een duwstang. Download PDF

Info

Publication number
NL1032494C2
NL1032494C2 NL1032494A NL1032494A NL1032494C2 NL 1032494 C2 NL1032494 C2 NL 1032494C2 NL 1032494 A NL1032494 A NL 1032494A NL 1032494 A NL1032494 A NL 1032494A NL 1032494 C2 NL1032494 C2 NL 1032494C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
frame
push rod
sub
subframe
rod
Prior art date
Application number
NL1032494A
Other languages
English (en)
Inventor
Franciscus Johannes C Driessen
Original Assignee
Mutsy Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to NL1032494A priority Critical patent/NL1032494C2/nl
Application filed by Mutsy Bv filed Critical Mutsy Bv
Priority to US12/310,977 priority patent/US20100001492A1/en
Priority to AT07834543T priority patent/ATE460327T1/de
Priority to NZ575551A priority patent/NZ575551A/en
Priority to AU2007295169A priority patent/AU2007295169B2/en
Priority to DE602007005268T priority patent/DE602007005268D1/de
Priority to JP2009528187A priority patent/JP2010519094A/ja
Priority to CA2661000A priority patent/CA2661000C/en
Priority to PCT/NL2007/000227 priority patent/WO2008033014A2/en
Priority to EP07834543A priority patent/EP2066547B1/en
Priority to CN2007800413407A priority patent/CN101553391B/zh
Application granted granted Critical
Publication of NL1032494C2 publication Critical patent/NL1032494C2/nl
Priority to IL197598A priority patent/IL197598A/en
Priority to HK10100999.9A priority patent/HK1137395A1/xx

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B9/00Accessories or details specially adapted for children's carriages or perambulators
    • B62B9/10Perambulator bodies; Equipment therefor
    • B62B9/102Perambulator bodies; Equipment therefor characterized by details of the seat
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B7/00Carriages for children; Perambulators, e.g. dolls' perambulators
    • B62B7/04Carriages for children; Perambulators, e.g. dolls' perambulators having more than one wheel axis; Steering devices therefor
    • B62B7/14Carriages for children; Perambulators, e.g. dolls' perambulators having more than one wheel axis; Steering devices therefor with detachable or rotatably-mounted body
    • B62B7/142Means for securing the body to the frame
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B7/00Carriages for children; Perambulators, e.g. dolls' perambulators
    • B62B7/04Carriages for children; Perambulators, e.g. dolls' perambulators having more than one wheel axis; Steering devices therefor
    • B62B7/14Carriages for children; Perambulators, e.g. dolls' perambulators having more than one wheel axis; Steering devices therefor with detachable or rotatably-mounted body
    • B62B7/145Carriages for children; Perambulators, e.g. dolls' perambulators having more than one wheel axis; Steering devices therefor with detachable or rotatably-mounted body the body being a rigid seat, e.g. a shell
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B9/00Accessories or details specially adapted for children's carriages or perambulators
    • B62B9/10Perambulator bodies; Equipment therefor
    • B62B9/12Perambulator bodies; Equipment therefor involving parts that are adjustable, attachable or detachable
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B9/00Accessories or details specially adapted for children's carriages or perambulators
    • B62B9/20Handle bars; Handles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B9/00Accessories or details specially adapted for children's carriages or perambulators
    • B62B9/20Handle bars; Handles
    • B62B9/203Handle bars; Handles movable from front end to rear end position

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Carriages For Children, Sleds, And Other Hand-Operated Vehicles (AREA)
  • Handcart (AREA)
  • Toys (AREA)
  • Devices For Checking Fares Or Tickets At Control Points (AREA)
  • Seats For Vehicles (AREA)

Description

Inrichting voor een kindervragen en gebruik van een duwstang
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor een wagen, in het bijzonder een kinderwagen en op het gebruik van 5 een duwstang.
Een kinderwagen met een rijdend onderstel is algemeen bekend. De kinderwagen biedt plaats aan kind en geeft de ouder de mogelijkheid om de wagen voort te duwen rijdend over een ondergrond.
10 Een probleem aan de bekende kinderwagen is dat deze groot zijn. Daartoe zijn sommige kinderwagen opvouwbaar. Door de grootte van de kinderwagen zijn zij vaak onderhandelbaar en weinig functioneel.
Het doel van de uitvinding is een inrichting te 15 verschaffen waarmee een kinderwagen wordt verkregen die multifunctioneel is en waarmee in het bijzonder de mogelijkheid wordt verschaft het kind ook op minder toegankelijke plaatsen te kunnen meenemen.
Dit doel wordt bereikt volgens de uitvinding middels een 20 inrichting voor kinderwagen omvattende een inklapbaar onderstel voorzien van bewegingsmiddelen. Het inklapbare onderstel kan wanneer het niet wordt gebruikt, worden opgeborgen. Door middel van de bewegingsmiddelen is het onderstel in de uitgeklapte toestand beweegbaar over een 25 ondergrond.
Verder is het inklapbaar onderstel loskoppelbaar verbonden met een subgestel dat voorzien van middelen voor het ondersteunen van een kind. Het subgestel kan worden losgemaakt van het onderstel en kan zodoende van het 30 onderstel worden gehaald en is op zichzelf te gebruiken als gestel voor het ondersteunen van het kind. In het bijzonder wordt hierdoor een dragend gestel voor het kind verkregen.
Het subgestel is bijvoorbeeld dan door de ouder op te tillen 1 u 'ó L 4 9 4 2 en te verplaatsen naar een minder toegankelijke locatie, zoals naar een hogere verdieping en dergelijke. De twee losse onderdelen zijn licht en kunnen gemakkelijk worden getild. Bovendien zijn de afzonderlijke delen compacter dan wanneer 5 zij verbonden zijn met elkaar, waardoor de delen gemakkelijker zijn op te bergen.
Volgens de uitvinding is het subgestel voorzien van een kantelbare duwstang. In de gekoppelde toestand van onderstel aan subgestel is de duwstang naar een zijde koppelbaar, zodat 10 deze kan worden toegepast als duwstang voor de kinderwagen.
In de losgekoppelde toestand kan de duwstang naar een positie worden gekanteld, waarbij de duwstang bruikbaar is als tilstang voor het subgestel. Hierdoor wordt een inrichting verschaft waarbij de duwstang een dubbele functie heeft, ten 15 gevolg van de kantelbaarheid.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de duwstang overzetbaar. Hierdoor kan de duwstang verplaatst worden van een eerste zijde van de kinderwagen voor het duwen in een eerste richting en gekanteld worden naar een tweede zijde van 20 de kinderwagen voor duwen in de tweede richting, waarbij de eerste en tweede richting bij voorkeur tegengesteld zijn. Hierdoor wordt een multi-functionele kinderwagen verkregen. Wederom wordt met één stang, die zowel als duwstang voor de kinderwagen als draagstang van het subgestel is uitgerust, 25 meerdere functies uitgevoerd.
Het onderstel is voorzien van bewegingsmiddelen, bijvoorbeeld wielen, in het bijzonder nul, één, twee of meer zwenkwielen en nul, één, twee of meer vaste aan het gestel gelagerde wielen. In een voorkeursuitvoeringsvorm heeft het 30 onderstel vier wielen, waarvan twee gelagerde vaste wielen en twee zwenkwielen. De twee zwenkwielen bevinden zich aan een eerste zijde van het onderstel. Deze uitvoering wordt in het bijzonder toegepast in combinatie met middelen voor het 3 ondersteunen van het kind in een zittende houding, bijvoorbeeld op een zetel. Daarbij zijn bij voorkeur de middelen voor het ondersteunen van het kind eveneens overzetbaar, in het bijzonder verwisselbaar. In combinatie 5 met de overzetbare duwstang, wordt een inrichting, in het bijzonder een kinderwagen verkregen met vier toestanden, namelijk zwenkwielen naar voor, en kind kijkt naar voor; zwenkwielen naar voren, kind kijkt naar achter; zwenkwielen naar achter, kind kijkt naar voren; en zwenkwielen naar 10 achter, kind kijkt naar achter.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de duwstang voorzien van een getrapte verstelling voor het kantelen. Hierdoor is de duwstang positioneerbaar in vaste posities, bijvoorbeeld elke tien graden of elke vijftien 15 graden. Hierdoor kan de duwstang worden aangepast aan de lengte van de bediener, in het bijzonder de lengte van de duwende ouder.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft de inrichting tenminste twee bedieningsmiddelen voor het 20 kantelen van de duwstang. Hierdoor wordt het voor het kind lastig om de duwstang te kantelen. Voor het kantelen is bediening van de twee bedieningsmiddelen nodig. De bedieningsmiddelen zijn gekoppeld met een ontgrendeling. Bij bediening van de twee bedieningsmiddelen wordt de 25 ontgrendeling geactiveerd, waardoor kanteling van de duwstang mogelijk is.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is het bedieningsmiddel een verschuifbare mof. Bij voorkeur is de verschuifbare mof verschuifbaar langs of over de duwstang. De mof kan rondom de 30 duwstang zijn aangebracht. De gebruiker kan de mof bij voorkeur naar zich toe trekken, langs een stang van de duwstang waardoor de bedieningsmiddelen de ontgrendeling activeren.
4
Het is bijzonder voordelig wanneer de duwstang uitgevoerd als een U-vormige stang en de einden van de benen van de stang zijn met het subgestel verbonden. Daarbij zijn de benen van de U-vorm bij voorkeur verbonden met het koppelmiddel, of 5 ten minste een deel van het koppelmiddel voor het koppelen van het subgestel aan het onderstel.
De benen zijn bij voorkeur verlengbaar. Hierdoor wordt een duwstang verkregen waarvan de lengte instelbaar is. Hierdoor wordt de afstand van de basis van de duwstang tot de 10 kinderwagen en/of het subgestel instelbaar. Dit is bijzonder voordelig bij het dragen van het subgestel aan de duwstang. Door het verkorten van de duwstang, zal het kind hoger van de grond worden getild, waardoor botsingen van het subgestel met de grond, terwijl het wordt gedragen, worden verminderd.
15 In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de benen telescopisch uitgevoerd. Hierdoor zijn de benen verlengbaar. De telescopische uitvoering kan onzichtbaar vanaf een buitenzijde worden vervaardigd. Door de telescopische uitvoering grijpen de in elkaar liggende buisdelen in elkaar 20 en kan de vergrendeling in een bepaalde positie van de verlengbare benen gemakkelijk worden vormgegeven.
Bij voorkeur is de duwstang voorzien van een bedieningselement voor het ontgrendelen van de verlengbare benen. De verlengbare benen zijn in een standaardtoestand, 25 bij voorkeur door een voorspanning bij voorkeur door een veermiddel, telkens vergrendeld in de positie die zij hebben, waardoor de lengte vastligt. Door bediening van het bedieningselement, welke bij voorkeur op het duwelement geplaatst is, zal een ontgrendeling worden geactiveerd, 30 waardoor de benen verlengbaar zijn. Door het bedieningselement op de duwstang aan te brengen, in het bijzonder op de basis van de U-vormige duwstang, in het bijzonder in het midden van de basis, heeft de gebruiker 5 gemakkelijk toegang tot het bedieningselement en kan deze op een geschikt moment voor verlenging of verkorting van de benen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm en volgens een ander 5 aspect van de uitvinding omvat de inrichting vergrendelmiddelen voor het vergrendelen van de verbinding tussen onderstel en subgestel, wanneer de duwstang gekanteld is. In een gekoppelde toestand van subgestel aan onderstel kan een mechanisme zijn opgenomen dat afhankelijk van de 10 kanteling van de duwstang ontgrendeling van het subgestel van het onderstel mogelijk wordt. Hierdoor wordt een inrichting verkregen, waarbij slechts in een vaste positie, bij voorkeur de rechtopstaande positie van de duwstang, ontgrendeling mogelijk is, en alleen in die positie ontkoppeling van het 15 subgestel van het onderstel mogelijk is. Hierdoor wordt gewaarborgd dat de gebruiker het subgestel telkens los van het onderstel kan maken in een vaste positie van de duwstang, bij voorkeur de verticaal omhoog staande positie, waardoor een subgestel wordt verkregen waarvan de gewichtsverdeling 20 bij voorkeur symmetrisch is, waarvan het zwaartepunt bij voorkeur in het verlengde ligt van de verticaal gepositioneerde duwstang.
Door de ontkoppeling van subgestel en onderstel te koppelen aan een positie van de in de 25 voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding kantelbare duwstang, wordt de gebruiker duidelijk gemaakt dat de duwstang bedoeld is om te functioneren als duwstang in de gekoppelde positie en als draagstang in de ontkoppelde positie. In een andere uitvoering zijn de 30 ontgrendelingsmiddelen van de gekoppelde toestand subgestel/onderstel met een ander element, liefst een beweegbaar bij voorkeur kantelbaar element, in een uitvoering 6 met de kantelbaarheid van het frame voor het ondersteunen van het kind, verbonden.
Volgens het andere aspect heeft de uitvinding betrekking op een inrichting voor het ondersteunen en verplaatsen van 5 een kind omvattende een onderstel met bewegingsmiddelen en een daarop koppelbaar subgestel voor het ondersteunen van het kind, waarbij het onderstel opvouwbaar is, waarbij de koppelmiddelen tussen onderstel en subgestel zijn ingericht om bij koppeling van onderstel aan subgestel de 10 opvouwbaarheid te blokkeren. Het onderstel is eveneens voorzien van middelen voor het vergrendelen van het onderstel in een ontvouwen, werkende toestand, waarbij het subgestel op het onderstel koppelbaar is en een opgevouwen of ingeklapte toestand. In feite wordt volgens dit aspect een twee traps 15 blokkering van de inrichting verkregen. Het onderstel is niet opvouwbaar vanwege de eigen vergrendeling in de uitgevouwen toestand, de welke ontgrendeld moet worden, en is tevens niet opvouwbaar omdat in de gekoppelde toestand een extra vergrendeling/blokkering wordt gevormd. Door het plaatsen van 20 het bovenframe/subgestel op het onderstel wordt deze tweede lock geactiveerd. Dit plaatsen is de handeling voor activering van de lock. Hiermee wordt het aantal handelingen voor het activeren van de extra lock geminimaliseerd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn koppelmiddelen 25 aangebracht voor het koppelen van het subgestel aan het onderstel, het heeft verder de voorkeur dat de koppelmiddelen losmaakbaar zijn. Daarbij zijn die koppelmiddelen voorzien bij voorkeur van een verticale geleider. Bij het ontkoppelen en koppelen van het subgestel aan het onderstel moet de 30 verticale geleider worden gevolgd waardoor het ontkoppelen en het koppelen alleen mogelijk is door middel van een verticale beweging van het subgestel ten opzichte van het onderstel.
Het is bij voorkeur het subgestel dat van het onderstel, dat 7 op de grond gepositioneerd is via de bewegingsmiddelen, wordt getild of geplaatst. Ook hierdoor wordt een meer evenwichtige, symmetrische toestand van het subgestel gewaarborgd.
5 Bij voorkeur omvat het subgestel een deel van het koppelmiddel, en omvat het onderstel een deel van het koppelmiddel. Hierdoor kunnen twee in elkaar grijpende delen samen het koppelmiddel vormen. Hierdoor is het mogelijk de mechanisme die gepaard gaan met het koppelmiddel, 10 bijvoorbeeld de vergrendeling van de opvouwbaarheid van het onderstel in de gekoppelde toestand, maar ook de vergrendeling van de gekoppelde toestand afhankelijk van een positie van een bepaald onderdeel van het subgestel, zoals de duwstang, in de koppelmiddelen worden opgenomen en zodoende 15 aan het oog worden onttrokken in combinatie met een verhoogde veiligheid. Door de twee delen samen een bij voorkeur gesloten huis vormen waarin de diverse mechanismen zijn opgenomen, bestaat er geen gevaar voor bijvoorbeeld kindervingers die in de mechanisme geraken, etc..
20 In een voorkeursuitvoeringsvorm is de verticale geleider aangebracht op het onderstel en omvat het subgestel een as die opneembaar is in de verticale geleider. De verticale geleider zorgt in samenwerking met de as ervoor dat het subgestel alleen in verticale richting beweegbaar is ten 25 opzichte van het onderstel, namelijk wanneer de as door de geleider heen wordt bewogen. Hierdoor kan het subgestel vanaf een initiële positie, waarbij het subgestel met het onderstel wordt uitgericht naar een positie worden bewogen, waarbij de koppelmiddelen voor het koppelen van het subgestel aan het 30 onderstel geactiveerd kunnen worden, en waardoor de koppeling vergrendeld kan worden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de as van het subgestel verbonden met de aan het subgestel kantelbaar 8 bevestigde duwstang. De kanteling van de duwstang zal de as verdraaien. In het bijzonder wanneer de as een rechthoekige doorsnede heeft, zal kanteling van de duwstang roteren van de rechthoekige doorsnede van de as tot gevolg hebben, waarvan 5 gebruik kan worden gemaakt, bijvoorbeeld voor de vergrendelfunctie. Wanneer de geleider een verticale baan is en de as een daarop vormsluitend gelijkende rechthoekige doorsnede heeft, kan de as in de verticale geleider niet worden gedraaid vanwege de onronde doorsnede. In een 10 voorkeursuitvoeringsvorm is aan een einde van de geleider, welke een kanaal vormt, een ronde uitsparing aangebracht waarin de as draaibaar kan worden opgenomen. Ook een rechthoekige doorsnede as kan draaibaar in een ronde uitsparing aan het einde van de geleider worden opgenomen en 15 kan daarin draaien. Wanneer de as echter gedraaid is, kan deze niet terug worden bewogen door het kanaal en kan de ontkoppeling van het subgestel van het onderstel niet plaatsvinden.
Het heeft verder de voorkeur dat de ronde uitsparing 20 omringt is door tenminste één lip, bij voorkeur twee lippen die in een gekantelde positie van de duwstang klemmend aanliggen op de as. Hierdoor wordt een verdere vergrendeling en koppeling van het subgestel aan het onderstel gewaarborgd. In samenwerking met de duwer, welke overzetbaar is en tevens 25 als lockmechanisme te gebruiken, kan de grote arm (afstand tussen bovenzijde arm en draaipunt van de arm) worden gebruikt om de speling uit het koppelmiddel te halen. Het koppelmiddel, aanweerszijde van het subgestel kan worden gezien als adapter. Doordat in het deel van de 30 adapter/koppelmiddel dat op het onderstel is aangebracht, lipjes beweegbaar zijn opgenomen, welke lipjes naar buiten te drukken zijn, wordt de speling in het daarop aangebrachte subgestel, verminderd.
9
Het is verder voordelig wanneer het onderstel in de gekoppelde toestand een uitgeklapte positie heeft, en dat in de gekoppelde toestand van het onderstel aan het subgestel, bediening van de inklapmiddelen van het onderstel wordt 5 geblokkeerd. Hierdoor kan het onderstel niet worden ingeklapt, terwijl het subgestel is gemonteerd, en in het bijzonder wanneer de ondersteuning van het kind plaatsvindt. Hiermee wordt een extra verzekering verkregen tegen kwetsuren van het kind, wanneer het onderstel onverhoeds zou worden 10 ingeklapt terwijl op het subgestel een kind is geplaatst.
Door de blokkering is dit niet mogelijk.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de inklapmiddelen een trekker, waarvan de beweegbaarheid in gekoppelde toestand van het onderstel aan het subgestel wordt 15 geblokkeerd. Door het plaatsen van het subgestel kan bijvoorbeeld een nok de trekker blokkeren.
In een voorkeursitvoeringsvorm is de trekker schuivend geleid in een geleidingsbaan van een koppelmiddel dat gemonteerd is op het inklapbare onderstel. Door het 20 aanbrengen van het subgestel in het koppelmiddel voor het koppelen van het subgestel aan het onderstel, kan bijvoorbeeld een nok van het subgestel de schuivende geleiding in de geleidingsbaan van de trekker blokkeren.
Het is verder voordelig volgens een andere 25 uitvoeringsvorm dat het subgestel een kantelbaar frame voor het ondersteunen van het kind omvat. Door het kunnen kantelen van het frame kan de ondersteuning van het kind bijvoorbeeld uit een horizontaal vlak naar een schuin vlak of een zelfs verticaal vlak worden gekanteld. In de horizontale positie is 30 het frame vooral bedoeld voor ondersteuning van bijvoorbeeld een wieg of dergelijke waarin het kind geplaatst kan worden. In de schuine stand kan bijvoorbeeld het frame worden gebruikt voor een zit voor het kind, welke op het frame plaatsbaar is. Hierdoor wordt een kinderwagen verkregen voor een ouder kind, bijvoorbeeld een kind van een jaar of twee - vier.
10
In een voorkeursuitvoeringsvorm is het frame raamvormig.
5 Hierdoor heeft het subgestel tevens een grote stijfheid, door het raamvormige frame wordt de buigstijfheid vergroot.
Het is verder voordelig wanneer het subgestel een vergrendelmiddel omvat voor het getrapt vergrendelen van het gekantelde frame. Hierdoor kan het frame telkens in 10 verstelbare hoeken gekanteld worden en bijvoorbeeld worden vastgezet in de horizontale positie, in de schuine positie of in een verticale positie. De vertrapte vergrendeling kan bijvoorbeeld om de tien of om de vijftien graden plaatsvinden.
15 De uitvinding heeft tevens betrekking op het gebruik van een stang op een inrichting voor een kinderwagen. Het gebruik van een stand wordt gekenmerkt doordat de stang een onderdeel is van een subgestel dat koppelbaar is met een onderstel voor een kinderwagen, waarbij het subgestel voorzien is van 20 middelen van het ondersteunen van het kind, waarbij die stang in de gekoppelde toestand van onderstel aan subgestel gebruikt wordt als duwstang van de kinderwagen, en waarbij de stang in de ontkoppelde toestand wordt gebruikt als draagstang van het subgestel. De stang van de kinderwagen 25 heeft zodoende een dubbele functie in gebruik. Hierdoor wordt een inrichting verkregen waarvan de vervaardigingskosten lager zijn dan de stand van de techniek, terwijl de inrichting meerdere functies heeft.
Het gebruik van de stang kan verder één van de 30 eigenschappen hebben, zoals aangegeven in de voorgaande beschrijving met betrekking tot de duwstang.
De uitvinding zal in het hierna volgende verder worden beschreven aan de hand van voorkeursuitvoeringsvormen en aan 11 de hand van specifieke voorbeelden met daarbij behorende voordelen. De uitvinding is echter niet beperkt tot de geschreven tekst. De uitvinding heeft tevens betrekking op niet genoemde voordelen. Het is mogelijk een afsplitsing in 5 te dienen op een onderstel of een subgestel met één van de genoemde of getoonde onderdelen zonder dat daarbij een specifiek voordeel is beschreven.
De uitvinding zal verder worden beschreven aan de hand van de voorkeursuitvoeringsvormen die getoond zijn in de 10 tekeningen, waarin:
Figuur 1 een perspectivisch aanzicht toont van een kinderwagen volgens een eerste uitvoeringsvorm,
Figuur 2 een ontkoppelde toestand toont van de 15 kinderwagen volgens de eerste uitvoeringsvorm,
Figuur 3 een zij aanzicht toont van de kinderwagen volgens de eerste uitvoeringsvorm,
Figuur 4 een zij aanzicht toont van verschillende 20 standen van de zwenkbare duwstang,
Figuur 5 een tweede uitvoeringsvorm toont van de kinderwagen volgens de uitvinding,
Figuur 6 een ontkoppelde toestand van de tweede uitvoeringsvorm van de kinderwagen volgens de 25 uitvinding toont.
Figuren 7a-7c tonen doorsneden van het koppelmiddel voor het koppelen van het subgestel aan het onderstel,
Figuur 8 toont een aanzicht van een opgevouwen 30 onderstel volgens een uitvoeringsvorm,
Figuur 9 toont een opengewerkt aanzicht van een detail volgens IX in figuur 1, 12
Figuur 10 toont een opengewerkt aanzicht van een detail volgens X in figuur 1,
Figuur 1 toont een kinderwagen 1. De kinderwagen heeft een onderstel 2 en een daarop aangebracht subgestel 390.
5 Allereerst zal het onderstel worden beschreven.
Het onderstel bestaat uit een aantal buizen 3-6 die door middel van door spuitgieten gevormde koppelelementen 7,8 met elkaar verbonden zijn en waaraan de bewegingsmiddelen 9-12 gekoppeld zijn. De wielen 11 en 12 zijn via wiel subgestel 10 13,14 gelagerd gekoppeld met het onderstel en kunnen zodoende zwenken volgens pijlen 15,16. Het wiel subgestel 13,14 omvat een U-vormige arm die uitmondt in een as 17,18, welke de as is van de gelagerde wielen 11,12.
Nabij een uiteinde van de stangen 3 en 6 is een wiel 9,10 15 aangebracht en deze zijn gelagerd en kunnen draaien. Een dwarsverbinding 20 en een dwarsverbinding 21 koppelen de stangen 3,4 en 5,6.
Aan een uiteinde van de stangen 4,5 is het koppelmiddel 30,31 aangebracht. Het koppelmiddel 30,31 koppelt het 20 onderstel 2 aan het subgestel 390 dat in figuur 1 in de gekoppelde toestand is getoond. Details van het koppelmechanisme 30,31 zullen later worden uitgelegd.
Het subgestel 390 omvat een duwstang 40 en een frame 41, waarbij het frame 41 voorzien kan worden van een zetel 42 25 welke in stippellijnen is weergegeven en waarin een kind kan zitten.
In de getoonde uitvoeringsvorm is het frame 41 uit een horizontale positie gekanteld volgens pijl 45 naar een schuine positie, waarin een kinderwagen wordt gevormd. Stang 30 40 vormt een duwstang van de kinderwagen, welke geduwd kan worden volgens pijl 46. Een bediener van de kinderwagen 1 kan duwen tegen duwstang 40 en deze voortbewegen volgens pijl 46. De wielen 11,12 kunnen zwenken volgens pijl 15,16 en kunnen 13 zodoende gebruikt worden voor het sturen. Afhankelijk van de duwkracht kan een richting worden gegeven.
In het koppelmechanisme 30,31 is een vergrendeling opgenomen voor het vergrendelen van het frame 41 in de 5 getoonde positie.
De benen van het kind steken uit de zitting 42 en steunen op steunvlak 50. Een groter kind kan afzien van het steunvlak.
De verbinding tussen zetel 42 en frame 41 kan 10 bijvoorbeeld een naad zijn, bijvoorbeeld verstevigd met een plastic buis, welke wordt opgenomen in een niet-getoond kanaal in het frame 41, bijvoorbeeld door de plastic naad daarin op te nemen.
Het frame 41 kan zwenken volgens pijl 45 rondom as 51.
15 Duwstang 40 kan zwenken volgens pijl 45 eveneens rondom as 51. De as van de duwstang 40 en van het frame 41 zijn overeenkomstig. Het scharnier van het frame 41 wordt gevormd door element 53 en 54, terwijl het scharnier van duwstang 40 mede wordt gevormd door de koppelelementen 30,31.
20 Duwstang 40 is voorzien van een bedieningsknop 60, welke op de basis 61 van de ü-vormige duwstang 40 is aangebracht. Deze bedieningsknop 60 is ingericht voor het bedienen van de verlengbaarheid van de draagstang/duwstang 40. De benen van de duwstang zijn telescopisch uitgevoerd. Het telescopisch 25 element is vergrendelbaar in een bepaalde positie, bij voorkeur traploos, maar eventueel in vaste posities. De beweegbaarheid wordt ontgrendeld door bediening van knop 60.
De duwstang 40 omvat verder twee benen 62,63 welke verlengbaar zijn volgens pijl 64,65 doordat de buizen 30 telescopisch zijn uitgevoerd.
De duwstang 40 is kantelbaar, zoals getoond in figuur 6. De kanteling/overzetbaarheid kan worden geactiveerd door bediening van de elementen 66,67 door aangrijping onder de 14 flens 68,69 en verschuiven volgens pijl 70,71 over de respectievelijke buizen 62,63. De bediening is met twee handen. Wanneer de mof 66,67 volgens pijl 70,71 worden verschoven, kan de duwstang 40 worden gezwenkt volgens pijl 5 45, zoals getoond in figuur 4.
Het frame 41 dat een voorbeeld van een middel is dat een kind kan ondersteunen, kan worden gezwenkt/gekanteld volgens pijl 41 bijvoorbeeld na bediening van bedieningsknop 80 welke ingedrukt kan worden, waarna een vergrendeling wordt 10 vrijgegeven en de zwenking volgens pijl 45 rond as 51 mogelijk wordt. De bedieningsknop wordt verder getoond in figuur 10
In de getoonde uitvoeringsvorm is het frame 41 verder vergrendeld door middel van een blokkeerinrichting 90 15 voorzien van een haak 91 die rond een as 92 kan roteren volgens pijl 93. Door de bediening van dit vergrendelelement 90 kan frame 41 worden geblokkeerd. Dit zal verder worden uitgelegd aan de hand van figuur 9.
Aan een onderzijde van het koppelmiddel 30 bevindt 20 zich een trekker 100. Koppelmiddel 31 is voorzien van eenzelfde trekker 101. De trekker 100 is in een geleidingsbaan van het koppelmiddel opgenomen en kan daarin schuiven volgens pijl 102. Een gebruiker kan de trekker bedienen met de vinger, de trekker 100 is daartoe uitgevoerd 25 als een haak. De trekker is voorgespannen, bijvoorbeeld met een veer of met een rubber in de vergrendelende toestand.
Wanneer de trekker wordt bediend, wordt een ontgrendelmechanisme op het onderstel 2 geactiveerd, waarmee het onderstel 2 van de getoonde uitgevouwen/werkende toestand 30 gebracht kan worden naar een opgevouwen, meer compacte toestand, waarbij de stangen 4,5 meer nabij stangen 3,6 worden gebracht. De opgevouwen toestand is getoond in figuur 8. De stangen 4,5 kunnen scharnieren volgens pijl 108,109, 15 waarbij scharnieren 7,8 als gewrichten dienen. De as van de scharnierbeweging wordt gevormd langs de voetsteun 50.
Het ontgrendelmech.anisme van het onderstel is beter zichtbaar in figuur 3. De trekkers 100,101 zijn via een kabel 5 opgenomen in stang 4,5 verbonden met een scharnierende haken 111,112 die kunnen zwenken volgens pijl 113,114, waarbij voor haak 111 de as 115 met stippellijnen is getoond.
Daarbij wordt, wanneer de haak uit de stang wordt gezwenkt, het uiteinde 118 van een stangen 119 vrijgegeven, 10 en deze kan geleid in baan 120 langs de stang 3 bewegen naar het van het scharnier 7 verwijderde einde volgens pijl 121.
De stangen 119 kunnen zwenken volgens pijl 123 rond as 124. Daarbij zal het uiteinde van stang 4 voorzien van het koppelmiddel 30 naar de stang 3 toe bewegen.
15 Het uiteinde 118 wordt aan het einde van de baan 120 hakend opgevangen door niet getoonde haken van een verbindingsstang 130, hier een drukstang. De uiteinden zullen, bij het bereiken van het einde van de baan, de haken deels uit de baan verwijderen. De drukstang is voorgespannen 20 in de blokkerende positie, dat wil zeggen, met de haken in de baan. Wanneer de uiteinden eenmaal voorbij de haken zijn bewogen, zullen de haken de uiteinden blokkeren, en dient de verbindingsstang 130 als vergrendelmiddel voor de opgevouwen toestand van het onderstel 2. De verbindingsstang 130 kan 25 zwenken volgens pijl 131 rond as 132. In een andere uitvoeringsvorm is de verbindingsstang vast verbonden met het onderstel en dient deze slechts voor de stijfheid.
Een bedieningselement in de vorm van een drukelement 134 is verbonden met de verbindingsstang 130. Wanneer de 30 gebruiker het drukelement 134 bedient, wordt de constructie ontgrendeld, en kan het uiteinde 118 van de stangen 119 vrijgegeven worden en opnieuw vrij bewegen door de baan 120.
16
In figuur 2 wordt de ontkoppelde toestand van de inrichting volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding getoond. Het onderstel 2 is nu los van het subgestel 390. De duwstang 40 van de kinderwagen is naar de 5 verticale positie gezwenkt, bediend middels de moffen 66,67. In deze uitvoeringsvorm is ontkoppeling van het subgestel 390 van het onderstel alleen mogelijk in een voorafbepaalde positie, hier de verticale positie, van de duwstang 40.
Het subgestel 390 is nu een drager geworden, zonder 10 onderstel en zonder bewegingsmiddelen, van een baby of kind. Het frame 41 is nog steeds schuin geplaatst, maar wordt bij voorkeur horizontaal geroteerd. Het frame 41 kan een wieg 150, ondersteunen. Dit wordt getoond in figuur 5 en 6. In de wieg kan het kind zijn opgenomen.
15 In een andere uitvoeringsvorm is de wieg juist op het frame geplaatst. In deze uitvoering kan het frame kan op een ondergrond geplaatst worden, terwijl de wieg daarbovenop geplaatst is.
In de ontkoppelde toestand is de duwstang 40 verwoorden 20 tot een draagstang 40. Een gebruiker kan de draagstang tillen en heft daarbij het subgestel uit de respectievelijke koppelmiddelen 30,31.
Het ontkoppelde subgestel kan op een ander onderstel geplaatst worden, bij voorbeeld een niet rijdend onderstel, 25 zoals een autozit. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van hetzelfde koppelmiddel 30,31, maar er kunnen ook andere koppelmiddelen worden gebruikt voor de koppeling met een ander onderstel. Ook kan op het subgestel, in het bijzonder op het frame, de autostoel geplaatst worden. Ook kan een duo 30 zit voor kinderen wordt ondersteund met het frame. In nog een andere uitvoering kan op het frame een houder voor bijvoorbeeld boodschappen worden geplaatst.
17
Het koppelmiddel 30 bestaat uit twee elementen in getoonde uitvoeringsvorm van figuur 2. Koppelmiddel 30 heeft een eerste deel 200 dat een onderdeel is van het onderstel 2, dat is aangebracht op het uiteinde van stang 4. Het tweede 5 deel 201 van het koppelmiddel 30 is onderdeel van het subgestel 390. In samengestelde vorm is het koppelmiddel 30 cilindervormig.
Het eerste deel 200 omvat verticaal opstaande geleiders 204,205. Deze kunnen samenwerken met verticaal naar beneden 10 wijzende geleiders 206 van het tweede deel 201. Zij kunnen op elkaar worden geplaatst. Vanuit de gekoppelde positie kunnen de geleiders langs elkaar bewegen, waarbij een verticaal gerichte beweging mogelijk is.
Tussen de geleiders 204,205 is een kanaal aanwezig. Het 15 kanaal 208 wijst ook omhoog. Aan het einde van het kanaal is een ronde opening 209 gevormd. In het kanaal 208 en uiteindelijk in de opening 209 is een as op te nemen, welke as onderdeel vormt van het tweede deel 201 van het koppelmiddel 30. De as is in figuur 2 niet zichtbaar.
20 Figuur 4 toont vier standen van de duwstang 40, welke tevens draagstang 40 is van het subgestel 390. De as van de zwenking wordt gevormd door as 51.
In de gekoppelde toestand van de inrichting zoals getoond in figuur 4, is de duwstang 40 overzetbaar volgens pijlen 25 250, 251. Hierdoor is het mogelijk de duwrichting van de inrichting te wijzigen. Hierdoor kan het kind van de duwende persoon af gericht zijn of juist naar de duwende persoon kijken.
De wielen 11,12 kunnen zwenken, waardoor sturen met de 30 kinderwagen mogelijk is. In een uitvoeringsvorm is een vergrendelelement aanwezig, bij voorkeur onder de voetsteun 50 voor het vergrendelen van de wielen in een toestand parallel aan de wielen 9,10. Dit is in het bijzonder nuttig, 18 wanneer de duwstang wordt overgezet en de kinderwagen een stoep of een andere hindernis op moet rijden. Verdere details met betrekking tot het vergrendelelement zullen bekend zijn bij de vakman.
5 Figuren 7a-c tonen drie toestanden van het koppelmiddel 30. Getoond worden dwarsdoorsneden, en figuur 7a toont het koppelmiddel 30 met duwstang 40 in een gekantelde positie. Verder is het subgestel gekoppeld aan het onderstel.
Het koppelmiddel 30 bestaat uit twee elementen 200, 201. 10 Element 201 omvat een as 270. De as 270 heeft een doorsnede met ten minste twee parallelle zijden 271,272, die parallel zijn aan de benen van de U-vormige duwstang .40. Hierdoor is deze as alleen in het kanaal 208 tussen de geleiders 204,205 opneembaar wanneer deze zijden 271,272 verticaal zijn. Door 15 de directe koppeling aan de duwstang 40 zal dit alleen het geval zijn wanneer de duwstang de verticale positie inneemt. Hiermee wordt een mechanisme verkregen waarbij het ontkoppelen of koppelen van het subgestel aan het onderstel alleen mogelijk is wanneer de duwstang uit de gekantelde 20 positie naar een verticale positie is gebracht, waarbij deze als draagstang kan dienen.
De trekker 100 is getoond. Het lichaam van de trekker 100 omvat een tand 280, die in de getoonde uitvoeringsvorm omhoog uitsteekt. De trekker is beweegbaar volgens pijl 102 in het 25 koppelmiddel 30 opgenomen. Het koppelmiddel omvat een geleidende pen 281. De trekker 100 kan verbonden zijn met een draad 279, de welke verbonden is met een ontgrendel/vergrendelmiddel voor het opvouwen van het onderstel 2.
30 De trekker kan in figuren 7a en 7b niet volgens pijl 102 bewegen. De beweging wordt geblokkeerd door het einde 284 dat omlaag naar beneden uitsteekt van het tweede element 201 van het koppelmiddel. Na het verwijderen van het uiteinde 284, 19 zoals getoond in figuur 7c kan de tand 280 onbelemmerd opzij bewegen. Hierdoor wordt een mechanisme verkregen waarbij, als het subgestel op het onderstel is gekoppeld, het onderstel niet kan worden opgevouwen.
5 In de doorsnede volgens de figuren 7a-7c zijn op het tweede onderdeel 201 van het koppelmiddel 30 drie groeven 290,291,292 aangebracht. In de groeven/verdiepingen kan een punt 294 de welke is verbonden met de mof 66 uitsteken. In de uitstekende positie, daarbij voorgespannen door een geschikt 10 veermiddel 295 of een ander voorspanmiddel, vormt de punt en groef een blokkeermiddel of traphebbende instelling voor de positie van de kantelbare duwstang 40. Wanneer de gebruiker de mof tegen de voorspanning in beweegt kan de punt 294 uit de respectievelijke groef worden getrokken en kan de duwstang 15 worden overgezet/gekanteld.
De duwstang 40 is kantelbaar ten opzichte van het lichaam 299, welke een onderdeel vormt van element 201. Lichaam 299, waarop de geleiders 206 zijn aangebracht, zal bij elke draaiing van duwstang 40 of frame 41, niet bewegen 20 en houdt zijn oorspronkelijke positie ten opzichte van het eerste deel 200 van het koppelmiddel 30.
Het lichaam 299 vormt een gewricht waaromheen de duwstang 40 deels beweegbaar is. Lichaam 299 vormt tevens het ophangpunt voor het scharnier van het frame 41.
25 Rondom de as 270 zijn geleidende armen 301,302 aangebracht. Bij koppeling van het subgestel aan het onderstel drukken deze armen 301,302 op overeenkomstige lippen 303,304 van het eerste deel 200 van het koppelmiddel. De lippen 303,304 kunnen bij draaiing van de as op de as 270 30 geduwd worden, waardoor een natuurlijke weerstand bij de draaiing wordt verkregen.
Figuur 7b toont de vergrendelde toestand van de duwstang 40 in een verticale positie.
20
Figuur 8 toont een opgevouwen onderstel 2. Doordat het onderstel en subgestel van elkaar losmaakbaar zijn, kunnen twee aparte onderdelen verkregen worden welke beide makkelijker handelbaar zijn en bijvoorbeeld gemakkelijker 5 kunnen worden opgeborgen.
Zichtbaar in figuur 8 is dat de stangen 119 zich in een andere positie bevinden dan in figuur 3. Door het opvouwen is het uiteinde 118 langs de stang 4 geschoven.
Figuur 9 toont een perspectivisch uiteengenomen 10 aanzicht van het tweede deel 201 van het koppelmiddel 30 alsmede van de daaraan verbonden delen voor het zwenken van het frame 41.
Lichaam 299 is opgenomen in als gewricht van de kantelbare duwstang 40 in het met stippellijnen aangegeven 15 huis 320 dat met het uiteinde van het been van duwstang 40 is verbonden. Het is het verlengde van het kantelmechanisme waaronder de mof 66 van de duwstang.
In het huis 320 is een opening 321 aangebracht, waarin het huis 322 van hendel 91/blokkeerinrichting 90 is 20 opgenomen. De opening is deels rechthoekig, overeenkomstig het huis 322. Hierdoor wordt een draaivaste verbinding gemaakt tussen de kantelbare duwstang en de blokkeerinrichting 90.
Een deel van het huis 320 vormt de as 270 van het 25 tweede deel 201 van het koppelmiddel. De as 270 wordt aangebracht door de opening 321. Door de as 270 loopt een pen 330, welke gekoppeld is met hendel 91. Bij zwenken van de hendel 91, zal de pen 330 meer of minder uitsteken van de as 270/het huis 322. Het uiteinde 331 van de pen 330 wordt 30 verbonden met het bij voorkeur plastic deel 336 dat aan de van hendel 90 afgekeerde zijde voorzien is van een vertanding 340. De vertanding kan samenwerken met vertanding 341 van onderdeel 342, eveneens een spuitgiet onderdeel.
21
Het uiteinde 331 wordt voorzien van moer 338 en ring 337 terwijl het uiteinde 331 door opening 348 van onderdeel 336 heen steekt.
Deel 336 is opgenomen in mof 335/ waardoor de pen 330 5 steekt. Deel 336 wordt geleid in de mof en kan daarin bewegen. De binnenzijde van de mof vormt een geleiding voor het beweegbare deel 336. Mof 335 is bij voorkeur draaivast verbonden met het huis 299. Tussen deel 336 en deel 342 zijn bij voorkeur veermiddelen zoals een spiraalveer 339 10 aangebracht. Mof 335 vormt tevens een afstandmiddel tussen het beweegbare frame 41 dat verbindbaar is met de kokers 350/351 van spuitgietdeel 345, en het lichaam 299. In het vlak van lichaam 299 ligt tevens duwstang 40 en stangen 4,5 van het onderstel. Mof 335 bepaalt de afstand tussen het 15 zwenkende frame en die stangen. Mof 335 waarborgt een grote genoege afstand zodat bijvoorbeeld kindervingers niet tussen de zwenkende delen kunnen knellen.
Deel 342 wordt vastverbonden met deel 345 en vastgeschroef aan deksel 346, zodat het wordt opgesloten 20 tussen mof 335 in de ruimte 349 van deel 345.
Wanneer uiteinde 331 maximaal uitsteekt, dat wil zeggen in de getoonde figuur maximaal naar rechts uitsteekt, zal vertanding 340 op vertanding 342 gedrukt worden. Wanneer de hendel 91 naar de andere positie wordt bewogen, wordt het 25 uiteinde enigszins ingetrokken, en komt de vertanding los. Hierdoor zou het frame, verbonden via deel 345 aan de vertanding verdraaid kunnen worden.
Figuur 10 toont een vergelijkbaar aanzicht van het koppelmiddel 31. Hier wordt een duwknop 400 opgenomen in het 30 spuitgiet deel 401. De duwknop kan tegen de veerspanning van veer 402 worden geduwd, en zal daarbij de vertanding 404 van vertanding 405 verwijderen, waardoor rotatie van deze delen ten opzichte van elkaar mogelijk wordt. Mof 406 is aanwezig 22 als afstandmiddel. Vertandingsdeel 405 is nu vastverbonden via een bout 410, welke draaivast is opgenomen in het as-deel 411, dat vergelijkbaar is opgebouwd als het as-deel van koppelmiddel 30 volgens figuur 9. De veer spant de vertande 5 delen voor naar elkaar toe. Door bediening kan de veerkracht worden overwonnen en kunnen de delen uit eikaars aangrijping gebracht worden.
Alhoewel de uitvinding is weergegeven aan de hand van een aantal voorkeursuitvoeringsvormen zal het de vakman 10 duidelijk zijn dat verschillende andere uitvoeringen mogelijk zijn. Alhoewel de uitvinding beschreven is aan de hand van kenmerkende maatregelen, waarvan sommige met voordelen en andere zonder voordelen zijn aangegeven, zal het de vakman duidelijk zijn dat het tot de mogelijkheden hoort dat 15 afsplitsingen worden ingediend op specifieke uitvoeringen, waarvan de voordelen zijn aangegeven, of zelfs niet zijn aangegeven.
103249*

Claims (21)

1. Inrichting voor een kinderwagen omvattende een inklapbaar onderstel voorzien van bewegingsmiddelen en ten 5 minste een van het onderstel loskoppelbaar subgestel dat voorzien is van middelen voor het ondersteunen van een kind, en waarbij het subgestel voorzien is van een kantelbare duwstang.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de duwstang overzetbaar is.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de duwstang voorzien is van een getrapte verstelling voor het 15 kantelen.
4. Inrichting volgens een van de conclusies 1-3, waarbij de inrichting twee bedieningsmiddelen heeft voor het kantelen van de duwstang. 20
5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij het bedieningsmiddel ten minste een verschuifbare mof omvat.
6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij de mof 25 verschuifbaar is over de duwstang.
7. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de duwstang in hoofdzaak U-vormig is en waarbij de einden van de benen met het subgestel zijn verbonden en 30 waarbij de benen van de U-vorm verlengbaar zijn.
8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de benen telescopisch uitgevoerd zijn. 10324g4
9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, waarbij de duwstang een bedieningselement omvat voor het ontgrendelen van de verlengbare benen.
10. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de inrichting vergrendelmiddelen omvat voor het vergrendelen van de verbinding tussen onderstel en subgestel wanneer de duwstang gekanteld is.
11. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de inrichting koppelmiddelen omvat voor het koppelen van het subgestel aan het onderstel, waarbij de koppelmiddelen losmaakbaar zijn, en voorzien zijn van een verticale geleider. 15
12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij het onderstel een verticale geleider omvat en het subgestel een as opneembaar in de verticale geleider
13. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij de geleider een kanaal omvat dat uitloopt in een in hoofdzaak ronde uitsparing, waarin de as draaibaar wordt opgenomen.
14. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij de ronde 25 uitsparing wordt omringd door een lip die in de gekantelde positie van de duwstang klemmend aanligt op de as.
15. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij in de gekoppelde toestand van onderstel en subgestel 30 bediening van de inklapmiddelen van het onderstel worden geblokkeerd.
16. Inrichting volgens conclusie 15, waarbij de inklapmiddelen een trekker omvat, waarvan de beweegbaarheid in gekoppelde toestand wordt geblokkeerd.
17. Inrichting volgens conclusie 16, waarbij de trekker schuivend geleid is in een geleidingsbaan van een koppelmiddel gemonteerd op het inklapblare onderstel.
18. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, 10 waarbij het subgestel een kantelbaar frame voor het ondersteunen van het kind omvat.
19. Inrichting volgens conclusie 18, waarbij het frame raamvormig is. 15
20. Inrichting volgens conclusie 18 of 19, waarbij het subgestel een vergrendelmiddel omvat voor het getrapt vergrendelen van het gekantelde frame.
21. Gebruik van een stang op een inrichting voor het verplaatsen van een kind, zoals een kinderwagen, waarbij de stang een onderdeel is van een subgestel dat koppelbaar is met een onderstel voor een kinderwagen, waarbij het subgestel voorzien is van middelen van het ondersteunen van een kind, 25 waarbij de stang in de gekoppelde toestand van onderstel aan subgestel gebruikt wordt als duwstang, en waarbij de stang in de ontkoppelde toestand wordt gebruikt als draagstang van het subgestel. Ί ü 3 2 4 9 4
NL1032494A 2006-09-14 2006-09-14 Inrichting voor een kinderwagen en gebruik van een duwstang. NL1032494C2 (nl)

Priority Applications (13)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1032494A NL1032494C2 (nl) 2006-09-14 2006-09-14 Inrichting voor een kinderwagen en gebruik van een duwstang.
PCT/NL2007/000227 WO2008033014A2 (en) 2006-09-14 2007-09-14 Device for a pram and use of a push bar
NZ575551A NZ575551A (en) 2006-09-14 2007-09-14 A pram with a removeable sub-frame
AU2007295169A AU2007295169B2 (en) 2006-09-14 2007-09-14 Device for a pram and use of a push bar
DE602007005268T DE602007005268D1 (de) 2006-09-14 2007-09-14 Vorrichtung für einen kinderwagen und verwendung einer druckstange
JP2009528187A JP2010519094A (ja) 2006-09-14 2007-09-14 乳母車のための装置および押し棒の使用
US12/310,977 US20100001492A1 (en) 2006-09-14 2007-09-14 Device for a pram and use of a push bar
AT07834543T ATE460327T1 (de) 2006-09-14 2007-09-14 Vorrichtung für einen kinderwagen und verwendung einer druckstange
EP07834543A EP2066547B1 (en) 2006-09-14 2007-09-14 Device for a pram and use of a push bar
CN2007800413407A CN101553391B (zh) 2006-09-14 2007-09-14 婴儿车的装置及推杆的使用
CA2661000A CA2661000C (en) 2006-09-14 2007-09-14 Device for a pram and use of a push bar
IL197598A IL197598A (en) 2006-09-14 2009-03-15 Device for baby stroller and use of its push rod
HK10100999.9A HK1137395A1 (en) 2006-09-14 2010-01-29 Device for a pram and use of a push bar

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1032494 2006-09-14
NL1032494A NL1032494C2 (nl) 2006-09-14 2006-09-14 Inrichting voor een kinderwagen en gebruik van een duwstang.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1032494C2 true NL1032494C2 (nl) 2008-03-17

Family

ID=39064370

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1032494A NL1032494C2 (nl) 2006-09-14 2006-09-14 Inrichting voor een kinderwagen en gebruik van een duwstang.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US20100001492A1 (nl)
EP (1) EP2066547B1 (nl)
JP (1) JP2010519094A (nl)
CN (1) CN101553391B (nl)
AT (1) ATE460327T1 (nl)
AU (1) AU2007295169B2 (nl)
CA (1) CA2661000C (nl)
DE (1) DE602007005268D1 (nl)
HK (1) HK1137395A1 (nl)
IL (1) IL197598A (nl)
NL (1) NL1032494C2 (nl)
NZ (1) NZ575551A (nl)
WO (1) WO2008033014A2 (nl)

Families Citing this family (27)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US8251382B2 (en) * 2007-06-06 2012-08-28 Wonderland Nurserygoods Co., Ltd. Stroller and seat assembly mechanism for a stroller
US8231136B2 (en) * 2008-08-21 2012-07-31 Wonderland Nurserygoods Company Limited System and method for mounting different types of infant carriers on a support structure
GB0818605D0 (en) * 2008-10-10 2008-11-19 Scs London Ltd Apparatus and method
JP2011079514A (ja) * 2009-09-11 2011-04-21 Phil & Teds Most Excellent Buggy Co Ltd 小児運搬用押し車、モジュラー支持システム、および構成部品
CN102101489B (zh) 2009-12-18 2013-07-03 明门香港股份有限公司 具可调整推杆的婴儿承载装置
CN102101490B (zh) 2009-12-18 2014-07-16 明门香港股份有限公司 可收合式婴幼儿承载装置
CN102100463B (zh) 2009-12-18 2014-03-26 明门香港股份有限公司 婴幼儿承载装置及具有安全锁的操作机构
US8827283B2 (en) * 2010-04-01 2014-09-09 Nuna International B.V. Mounting system and method of installing a child support accessory on a stroller frame
US8382149B1 (en) * 2011-06-21 2013-02-26 Cheh-Kang Liu Baby trailer frame mounting structure
CN202251415U (zh) 2011-09-30 2012-05-30 白斌 一种转动连接结构
CN103318242B (zh) 2012-03-19 2015-11-25 珠海优力创工贸有限公司 具有换向座位的可收合婴儿车
US9216755B2 (en) 2012-03-30 2015-12-22 Kolcraft Enterprises, Inc. Foldable strollers
NL2009460C2 (nl) * 2012-09-13 2014-03-18 Mutsy Bv Gesteldeel, gestel en kinderwagen of buggy voorzien van een telescopische duwstang.
US9868456B2 (en) * 2012-10-31 2018-01-16 Austlen Baby Co. Stroller with secondary seating
US8720936B1 (en) * 2013-02-11 2014-05-13 Chin-I Lai Twin baby carriage
CN103241274B (zh) * 2013-04-24 2015-09-23 姚玥 折叠式婴儿推车
KR101621896B1 (ko) 2015-02-09 2016-05-31 김용범 힌지장치
NL2016449B1 (nl) * 2016-03-17 2017-10-05 Mutsy Bv Inrichting voor het vervoeren van een kind.
US10994763B2 (en) 2016-07-27 2021-05-04 Kolcraft Enterprises, Inc. Foldable strollers with removeable seats and related methods
CN109715473B (zh) 2016-07-27 2022-03-04 考可拉夫特公司 具有可移除座椅的童车和相关方法
EP3490874A4 (en) 2016-07-27 2020-04-15 Kolcraft Enterprises, Inc. FOLDABLE STROLLERS AND RELATED METHODS
CN109982914A (zh) * 2016-08-01 2019-07-05 全日设计有限公司 运输设备
CN106741086B (zh) * 2016-12-12 2022-12-23 统资婴童用品(太仓)有限公司 一种高空间利用率的婴幼儿双人座手推车
EP3523178A4 (en) 2017-07-27 2020-07-01 Kolcraft Enterprises, Inc. FOLDING BABIES AND RELATED PROCEDURES
CN115571212A (zh) * 2019-01-29 2023-01-06 明门瑞士股份有限公司 载体转换机构
CN112572585B (zh) * 2020-12-21 2023-04-18 重庆第二师范学院 一种便携式旅行用儿童辅助移动装置
EP4262484A1 (en) * 2020-12-21 2023-10-25 Wonderland Switzerland AG Travel system having a child carrier with handle that extends and/or rotates

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1421918A (fr) * 1965-01-22 1965-12-17 Muenchener Kinderwagenfabrik G Voiture d'enfant repliable
GR75106B (nl) * 1980-10-10 1984-07-13 Maclaren Ltd Andrews
US4664396A (en) * 1985-07-30 1987-05-12 Eugene Doll & Novelty Co., Inc. Multi-function baby doll accessory
NL9400645A (nl) * 1994-04-22 1995-12-01 Driessen Beheer Bv Kinderwagen.
FR2775241B1 (fr) * 1998-02-26 2000-04-21 Team Tex Poussette pour enfant en bas age
JP2002002497A (ja) * 2000-06-21 2002-01-09 Combi Corp 手押し車
JP2002087277A (ja) * 2000-09-20 2002-03-27 Toyota Industries Corp ベビーカー
JP2002096734A (ja) * 2000-09-21 2002-04-02 Toyota Industries Corp ベビーカー
DE20016909U1 (de) * 2000-09-30 2001-01-25 Joh Georg Hartan Fa Kinder- oder Puppenwagen
CN2780577Y (zh) * 2005-01-20 2006-05-17 徐银昌 一种可换向的婴儿推车
US7367581B2 (en) * 2005-08-26 2008-05-06 Link Treasure Limited Baby stroller frame with seat direction changing mechanism
CN1751936A (zh) * 2005-10-18 2006-03-29 好孩子儿童用品有限公司 一种儿童推车
TWM288610U (en) * 2005-10-19 2006-03-11 Link Treasure Ltd Collapsible framework structure for infant jogging stroller
US7267359B1 (en) * 2006-06-08 2007-09-11 Link Treasure Limited Collapsible stroller frame

Also Published As

Publication number Publication date
AU2007295169B2 (en) 2012-07-12
CA2661000A1 (en) 2008-03-20
HK1137395A1 (en) 2010-07-30
WO2008033014A3 (en) 2009-04-09
IL197598A (en) 2012-12-31
AU2007295169A1 (en) 2008-03-20
NZ575551A (en) 2012-05-25
JP2010519094A (ja) 2010-06-03
IL197598A0 (en) 2009-12-24
CN101553391B (zh) 2011-01-19
EP2066547A2 (en) 2009-06-10
ATE460327T1 (de) 2010-03-15
CN101553391A (zh) 2009-10-07
US20100001492A1 (en) 2010-01-07
EP2066547B1 (en) 2010-03-10
DE602007005268D1 (de) 2010-04-22
CA2661000C (en) 2012-01-24
WO2008033014A2 (en) 2008-03-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1032494C2 (nl) Inrichting voor een kinderwagen en gebruik van een duwstang.
US7775547B2 (en) Collapsible stroller
US7694980B2 (en) Handle for collapsible stroller
US7766367B2 (en) Adjustable handle assembly
US7523954B2 (en) Collapsible stroller with foot rest
NL2009460C2 (nl) Gesteldeel, gestel en kinderwagen of buggy voorzien van een telescopische duwstang.
NL1031214C2 (nl) Wandelwagen.
NL2005363C2 (nl) Inrichtingen voor het ondersteunen van een kind.
NZ553817A (en) Collapsible carriage, typically infant buggy, with pusher arms and/or wheeled legs connected to further pivoted link(s)
NL1035581C2 (nl) Wandelwagen.
EP1970283A2 (en) Device for transporting a child
US6428020B1 (en) Wheeled conveyance
NL9400645A (nl) Kinderwagen.
US11052932B2 (en) Foldable tricycle
US11840273B2 (en) Foldable frame assembly and stroller
KR19980018060A (ko) 접는 식 좌석장치
NL2009461C2 (nl) Zitje en kinderwagen of buggy voorzien van een dergelijk zitje.
AU2004269033A1 (en) Modular stroller
NL2005387C2 (nl) Aan een rolstoel toe te voegen hulpinrichting met opsta-hulp, een met een dergelijke hulpinrichting geintegreerde rolstoel en werkwijze voor het vervaardigen hiervan.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20140401