NL1030582C2

NL1030582C2 - Method and device for identity verification of animals.

Info

Publication number: NL1030582C2
Application number: NL1030582A
Authority: NL
Inventors: Woltherus Karsijns; Albertino Bernardo Ma Verstege
Original assignee: Nedap N V Agri
Priority date: 2005-12-02
Filing date: 2005-12-02
Publication date: 2007-06-05
Also published as: WO2007064202A1

Description

» ·»·

Titel: Werkwijze en inrichting voor identiteitscontrole van dierenTitle: Method and device for identity verification of animals

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor identiteitscontrole van dieren, waarbij van een elektronisch identifïcatielabel voorziene dieren langs een antenne-inrichting van een elektronisch identificatiesysteem worden geleid. De uitvinding heeft voorts 5 betrekking op een inrichting voor toepassing van de werkwijze, welke inrichting tenminste één van een antenne-inrichting voorziene doorgang voor dieren omvat, welke antenne-inrichting is verbonden met een zend-/ontvanginrichting van een elektronisch identificatiesysteem, dat is ingericht voor het herkennen van die gegevens die in een aan een passerend 10 dier bevestigd elektronisch identificatie label zijn opgeslagen.The invention relates to a method for identity verification of animals, wherein animals provided with an electronic identification tag are guided along an antenna device of an electronic identification system. The invention furthermore relates to a device for applying the method, which device comprises at least one passage provided with an antenna device for animals, which antenna device is connected to a transmitting / receiving device of an electronic identification system which is arranged for recognizing those data which are stored in an electronic identification tag attached to a passing animal.

Elektronische identificatiesystemen voor dieren zijn reeds lang bekend. Dergelijke systemen worden onder meer door aanvraagster op de markt gebracht en omvatten in het algemeen een zend-/ontvanginrichting voorzien van één of meer antennes, met behulp waarvan in een detectiezone 15 een ondervragingsveld kan worden opgewekt. Een identifïcatielabel dat in elektronische vorm diergegevens bevat, zoals een identificatiecode, zal, indien het label, en dus ook een het label dragend dier, zich in een dergelijk ondervragingsveld bevindt, het ondervragingsveld op een van de specifieke identificatiecode afhankelijke wijze het ondervragingsveld beïnvloeden. Als 20 gevolg hiervan kan de zend-/ontvanger van het identificatiesysteem de code van het label, en derhalve de identiteit van het dier dat het label draagt, bepalen.Electronic identification systems for animals have long been known. Such systems are, inter alia, marketed by the applicant and generally comprise a transmitting / receiving device provided with one or more antennas, with the aid of which an interrogation field can be generated in a detection zone 15. An identification tag which contains animal data in electronic form, such as an identification code, if the label, and therefore also an animal bearing the label, is in such an interrogation field, the interrogation field will influence the interrogation field in a manner dependent on the specific identification code. As a result, the sender / receiver of the identification system can determine the code of the tag, and therefore the identity of the animal carrying the tag.

Opgemerkt wordt, dat dergelijke identificatielabels ook met diverse andere termen worden aangeduid, zoals bijvoorbeeld identificatieplaatje, 25 tag, responder, transponder, chip etc. Dergelijke identificatielabels kunnen voorts op verschillende plaatsen aan een dier worden bevestigd, zodat dan sprake kan zijn van bijvoorbeeld een halsbandresponder of -label, een 1030582 2 oorresponder, oorlabel of oorknop, een pootresponder. In geval van een geïmplanteerde responder wordt vaak de benaming chip gebruikt. In het kader van de uitvinding kunnen al deze verschillende typen labels, onafhankelijk van de uitvoeringsvorm of benaming worden toegepast.It is noted that such identification labels are also indicated by various other terms, such as, for example, identification plate, tag, responder, transponder, chip, etc. Such identification labels can furthermore be attached to an animal at different places, so that there can then be talk of, for example, a collar responder. or -label, a 1030582 2 ear responder, ear tag or ear bud, a leg responder. In the case of an implanted responder, the name chip is often used. In the context of the invention, all of these different types of labels can be applied independently of the embodiment or denomination.

5 Voorts wordt opgemerkt, dat ook diverse typen identificatiesystemen binnen het kader van de uitvinding kunnen worden toegepast. Van belang is slechts, dat de identificatiesystemen de identificatielabels kunnen uitlezen en in sommige gevallen ook nog de bijbehorende diergegevens kunnen vaststellen.It is further noted that various types of identification systems can also be used within the scope of the invention. It is only important that the identification systems can read the identification labels and in some cases also be able to determine the associated animal data.

10 Identificatie van dieren kan op verschillende plaatsen en met verschillende oogmerken geschieden. Zo kan vee (koeien, schapen etc) bijvoorbeeld op een veiling of bij het betreden van een laadruimte van bijvoorbeeld een vrachtwagen, en/of met het doel sommige dieren te separeren, middels een automatisch identificatiesysteem worden 15 geïdentificeerd. Koeien worden gebruikelijk ook in de melkstal geïdentificeerd.10 Identification of animals can take place in different places and with different aims. For example, cattle (cows, sheep, etc.) can be identified by means of an automatic identification system at an auction or upon entering a loading space of, for example, a truck, and / or with the aim of separating some animals. Cows are usually also identified in the milking parlor.

Het identificeren van de dieren kan bijvoorbeeld plaatsvinden door de dieren door een doorloopgang of poort o.d. te laten lopen, waarbij in of nabij de gang of poort o.d. een antenne-inrichting met één of meer antennes 20 van een identificatiesysteem is opgesteld. Het registreren van de geïdentificeerde dieren kan gebruikt worden om bijvoorbeeld vast te stellen welke dieren de poort, gang, etc. hebben gepasseerd en/of in welke volgorde dat is geschied.The animals can for instance be identified by the animals through a passage or gate or the like. to run, whereby in or near the corridor or gate or the like. an antenna device with one or more antennas 20 of an identification system is arranged. The registration of the identified animals can be used, for example, to determine which animals have passed the gate, corridor, etc. and / or in which order this has happened.

In de praktijk blijkt, dat vaak niet alle dieren, die een antenne van 25 een identificatiesysteem passeren, geïdentificeerd kunnen worden. Hiervoor kunnen diverse oorzaken bestaan. Een dier kan bijvoorbeeld geen label ‘ dragen, bijvoorbeeld doordat het nooit van een label voorzien is of doordat 1 het label is losgeraakt. Ook kan sprake zijn van een defect label, een zwak label, meerdere labels in een ondervragingsveld, een onjuist gepositioneerd 30 label, onvoorspelbaar diergedrag, omgevingsstoringen etc.In practice it appears that often not all animals that pass through an antenna of an identification system can be identified. There can be various reasons for this. For example, an animal cannot carry a label, for example because it has never been provided with a label or because the label has become detached. There may also be a defective label, a weak label, multiple labels in an interrogation field, an incorrectly positioned label, unpredictable animal behavior, environmental disturbances, etc.

1030582 ' _-- * » 31030582 3

Derhalve bestaat behoefte aan een methode en inrichting om automatisch te kunnen vaststellen dat een dier niet kan worden geïdentificeerd, zodat vervolgens passende maatregelen kunnen worden genomen.There is therefore a need for a method and device for automatically determining that an animal cannot be identified, so that appropriate measures can then be taken.

5 De uitvinding beoogt in deze behoefte te voorzien. Hiertoe wordt volgens de uitvinding een werkwijze van de bovenbeschreven soort daardoor gekenmerkt, dat de dieren door één of meer van een antenne-inrichting van een elektronisch identificatiesysteem voorziene doorgangen worden geleid en dat de passage van een dier door de doorgang wordt gedetecteerd met 10 behulp van één of meer aanwezigheidsdetectoren.The object of the invention is to meet this need. To this end, according to the invention, a method of the type described above is characterized in that the animals are guided through one or more passages provided with an antenna device of an electronic identification system and that the passage of an animal through the passage is detected by means of one or more presence detectors.

Een inrichting voor identiteitscontrole van dieren van de bovenbeschreven soort wordt volgens de uitvinding gekenmerkt door in, aan of nabij de doorgang aangebrachte detectiemiddelen voor de detectie van de aanwezigheid van het dier, waarbij de aanwezigheidsdetectiemiddelen en de 15 zend-/ontvanginrichting communicatief zijn verbonden met een verwerkingseenheid.A device for checking identity of animals of the above-described type is characterized according to the invention by detection means arranged in, at or near the passage for detecting the presence of the animal, wherein the presence detection means and the transmitting / receiving device are communicatively connected to a processing unit.

In het volgende zal de uitvinding nader worden toegelicht met verwijzing naar de bijgevoegde tekening van een uitvoeringsvoorbeeld.In the following, the invention will be further elucidated with reference to the accompanying drawing of an exemplary embodiment.

De enkele figuur toont schematisch een voorbeeld van een 20 inrichting 1 voor identiteitscontrole van dieren. De getoonde inrichting omvat een door afscheidingen zoals hekken, wanden o.d., aangegeven met 2 en 3, gevormde doorloopgang of sluis of corridor 4. In of nabij de corridor 4 zijn één of meer antenne-inrichtingen 5, die één of meer antennes 6 kunnen omvatten, aangebracht. In het getoonde voorbeeld is een antenne 6 langs de 25 zijwand 3 van de corridor aangebracht en wel op een zodanige hoogte, dat een identificatielabel 7 dat in dit voorbeeld als oorlabel is uitgevoerd, van een door de corridor lopend dier 8, zich door het door de antenne in bedrijf opgewekte ondervragingsveld beweegt. Het ondervragingsveld wordt opgewekt onder besturing van een zendinrichting 8, die in dit voorbeeld 30 tevens een ontvanginrichting voor de door het oorlabel 7 of een ander 1 0 3 0 5 8 2 i y 4 identificatielabel gegenereerd identificatiesignaal vormt. De zend-/ontvanginrichting 9 is in dit voorbeeld voorts verbonden met een verwerkingseenheid 10, waaraan de door de zend-/ontvanginrichting ontvangen signalen worden toegevoerd en die deze signalen verder kan 5 verwerken. De verwerkingsinrichting 10 kan bijvoorbeeld de identiteit van de door de corridor lopende en geïdentificeerde dieren registreren, het aantal dieren tellen etc. De verwerkingseenheid kan bijvoorbeeld een computer zijn. Ook kunnen zend-/ontvanginrichting en verwerkingseenheid een geïntegreerde eenheid vormen.The single figure schematically shows an example of a device 1 for identity verification of animals. The device shown comprises a passageway or lock or corridor 4 formed by partitions such as fences, walls, indicated by 2 and 3. In or near the corridor 4 there are one or more antenna devices 5, which can comprise one or more antennas 6. , applied. In the example shown, an antenna 6 is arranged along the side wall 3 of the corridor and at a height such that an identification label 7, which in this example is designed as an ear tag, of an animal 8 running through the corridor extends through the the antenna in operation generated interrogation field moves. The interrogation field is generated under the control of a transmitting device 8, which in this example also forms a receiving device for the identification signal generated by the ear tag 7 or another identification label. The transmitting / receiving device 9 is in this example further connected to a processing unit 10, to which the signals received by the transmitting / receiving device are supplied and which can further process these signals. The processing device 10 can, for example, register the identity of the animals walking and identified through the corridor, count the number of animals, etc. The processing unit can for instance be a computer. Transmitter / receiver device and processing unit may also form an integrated unit.

10 Indien een dier 8 de antenne 6 passeert, kan het zijn, dat het dier niet door de verwerkingseenheid 10 herkend wordt, bijvoorbeeld doordat het dier geen identificatielabel of een defect identificatielabel draagt. Om passende maatregelen te kunnen nemen is het dan van belang, dat de aanwezigheid van een dier wel gedetecteerd wordt. Hiertoe zijn middelen 15 voor aanwezigheidsdetectie aangebracht in, aan of nabij de corridor, of andere doorgang.If an animal 8 passes the antenna 6, it may be that the animal is not recognized by the processing unit 10, for example because the animal does not carry an identification label or a defective identification label. In order to be able to take appropriate measures, it is then important that the presence of an animal is detected. To this end, means for presence detection are provided in, at or near the corridor, or other passage.

In het getoonde voorbeeld zijn nabij het begin van de corridor aanwezigheidssensoren 11 toegepast, de aanwezigheidssensoren kunnen bijvoorbeeld drukgevoelige schakelaars of matten, infraroodsensoren of een 20 lichtbarrière o.d. omvatten. In de figuur is voorts een camera 12 getoond, die in plaats van of in combinatie met aanwezigheidssensoren kan worden toegepast. Het is desgewenst mogelijk meerdere camera's en/of meerdere (typen) aanwezigheidssensoren toe te passen. Dit geldt ook voor infrarood camera's, die de mogelijkheid hebben om warmtebeelden vast te leggen.In the example shown, presence sensors 11 are used near the start of the corridor, the presence sensors can for instance be pressure-sensitive switches or mats, infrared sensors or a light barrier or the like. include. The figure furthermore shows a camera 12 which can be used instead of or in combination with presence sensors. If desired, it is possible to use several cameras and / or several (types of) presence sensors. This also applies to infrared cameras, which have the ability to capture thermal images.

25 De aanwezigheidssensoren en/of de camera's zijn via verbindingslijnen 13, 14, 15 of eventueel draadloos, communicatief verbonden met de verwerkingseenheid 10.The presence sensors and / or the cameras are communicatively connected to the processing unit 10 via connecting lines 13, 14, 15 or optionally wireless.

Indien een dier de corridor betreedt wordt de aanwezigheid van het dier gedetecteerd door de sensoren 11 en/of de camera's 12 en wordt een 30 aanwezigheidssignaal aan de verwerkingseenheid toegevoerd. Als 1030582 / 5 vervolgens het dier middels het oorlabel of een ander label herkend wordt, kan registratie o.d. van het dier plaatsvinden. Indien echter de verwerkingseenheid geen (herkenbaar) signaal van de zend-/ontvanginrichting 9 ontvangt, terwijl wel een signaal is ontvangen via de 5 verbindingslijn 15, is sprake van een dier zonder label of met een defect label, of van een dier dat niet verder loopt, of van een andere storing. De verwerkingseenheid is ingericht om in een dergelijke situatie een signalering, zoals bijvoorbeeld een alarmsignaal af te geven en/of aan te geven in een melkstal dat mogelijk één of meer dieren niet op bepaalde 10 melkplaatsen herkend zijn en/of het dier met behulp van een markeerinrichting, bijvoorbeeld met kleurstof, te markeren en/of de corridor met behulp van één of meer bestuurbare poorten aan het eind en bij voorkeur ook aan het begin af te sluiten, zodat het dier afgezonderd wordt en alsnog van een (juist) label voorzien kan worden o.d. Het is ook mogelijk 15 het dier via één of meer bestuurbare poorten voor nadere inspectie o.d. naar een separatieruimte te leiden, en/of het dier terug te leiden naar het begin van de corridor o.d. en vervolgens door de corridor o.d. om nogmaals de werking van het identificatielabel te controleren.If an animal enters the corridor, the presence of the animal is detected by the sensors 11 and / or the cameras 12 and a presence signal is applied to the processing unit. If 1030582/5 subsequently recognizes the animal through the ear tag or another label, registration or the like can be registered. of the animal. However, if the processing unit does not receive a (recognizable) signal from the transmitting / receiving device 9, while a signal has been received via the connecting line 15, it is an animal without a label or with a defective label, or with an animal that does not continue or another malfunction. In such a situation, the processing unit is arranged to give a signaling, such as for instance an alarm signal, and / or indicate in a milking parlor that possibly one or more animals have not been recognized at certain milking parlors and / or the animal with the aid of a marking device, for example with dye, and / or closing the corridor with one or more controllable gates at the end and preferably also at the start, so that the animal is isolated and can still be provided with a (correct) label become od It is also possible for the animal to be inspected via one or more controllable gates for further inspection or the like. to lead to a separation area, and / or to lead the animal back to the start of the corridor or the like. and then through the corridor o.d. to check the operation of the identification label again.

De signalering kan een licht- en/of geluidssignaal omvatten en/of 20 een aanduiding op een beeldscherm en/of het printen van een actielijst etc.The signaling may comprise a light and / or sound signal and / or an indication on a screen and / or the printing of an action list etc.

Op deze wijze kan een dier dat niet van een identificatielabel of dat van een defect label is voorzien, of waarmee anderszins iets niet in orde is, snel en doeltreffend worden getraceerd en kunnen passende correctiemaatregelen worden genomen.In this way, an animal which is not provided with an identification label or with a defective label, or with which something else is not in order, can be traced quickly and efficiently and appropriate corrective measures can be taken.

25 Opgemerkt wordt, dat in plaats van een corridor ook een korte doorgang in de vorm van een detectiepoort kan worden toegepast. Ook kunnen verschillende poorten, corridors o.d. naast elkaar worden gebruikt.It is noted that instead of a corridor a short passage in the form of a detection gate can also be used. Different gates, corridors and the like can also be used. used side by side.

jj

De doorgang kan een reeds voor andere doeleinden aanwezige doorgang zijn, zoals bijvoorbeeld een melkbox, of een speciaal voor het beschreven doel 30 geplaatste doorgang. Voorts kunnen verschillende soorten antennes worden 1 0 3 0 58 2 I v 6 toegepast, mede afhankelijk van de bevestigingsplaats van de identificatielabels aan de dieren. Zo kunnen bijvoorbeeld één of meer raamantennes worden toegepast waar de dieren doorheen lopen, of één of meer in de bodem en/of langs de zijkanten van de doorgang aangebrachte 5 antennes worden toegepast.The passage can be a passage already present for other purposes, such as for instance a milk box, or a passage specially placed for the purpose described. Furthermore, different types of antennas can be used, partly depending on the place of attachment of the identification labels to the animals. For example, one or more window antennas can be used through which the animals walk, or one or more antennas arranged in the bottom and / or along the sides of the passage can be used.

Deze en soortgelijke modificaties liggen na het voorgaande voor de deskundige voor de hand.These and similar modifications are obvious to the skilled person after the foregoing.

10305821030582

Claims

1. Werkwijze voor identiteitscontrole van dieren waarbij van een elektronisch identifïcatielabel voorziene dieren langs een antenne-inrichting van een elektronisch identificatiesysteem worden geleid, met het kenmerk, dat de dieren door één of meer van een antenne-inrichting van 5 een elektronisch identificatiesysteem voorziene doorgangen worden geleid en dat de passage van een dier door de doorgang wordt gedetecteerd met behulp van één of meer aanwezigheidsdetectoren.1. Method for identity verification of animals in which animals provided with an electronic identification tag are guided past an antenna device of an electronic identification system, characterized in that the animals are passed through one or more passages provided with an antenna device of an electronic identification system and that the passage of an animal through the passage is detected with the aid of one or more presence detectors.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een dier, waarvan de aanwezigheid is gedetecteerd, doch dat door het elektronische 10 identificatiesysteem niet is herkend opnieuw door de doorgang wordt geleid.2. Method as claimed in claim 1, characterized in that an animal whose presence has been detected, but which has not been recognized by the electronic identification system, is again guided through the passage.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk, dat een dier waarvan de aanwezigheid is gedetecteerd, doch dat door het elektronische identificatiesysteem niet is herkend, wordt afgezonderd voor nadere inspectie.Method according to claim 1 or 2, characterized in that an animal whose presence has been detected, but which has not been recognized by the electronic identification system, is isolated for further inspection.

4. Werkwijze volgens conclusie 1,2 of 3 toegepast voor koeien in een melkstal, waarbij in het geval dat een koe niet door het identificatiesysteem wordt herkend een signalering wordt gegeven, die tevens aangeeft op welke melkplaats de niet herkende koe is gedetecteerd.A method according to claim 1, 2 or 3 applied to cows in a milking parlor, wherein in the case that a cow is not recognized by the identification system a signaling is given which also indicates at which milking parlor the unrecognized cow has been detected.

5. Inrichting voor identiteitscontrole van dieren, waarbij van een 20 elektronisch identificatielabel voorziene dieren langs een antenne-inrichting van een elektronisch identificatiesysteem worden geleid, welke inrichting ten minste één van een antenne-inrichting voorziene doorgang voor dieren omvat, welke antenne-inrichting is verbonden met een zend-/ontvanginrichting van een elektronisch identificatiesysteem, dat is 25 ingericht voor het herkennen van diergegevens, die in een aan een passerend dier bevestigd elektronisch identificatielabel zijn opgeslagen, gekenmerkt door in, aan of nabij de doorgang aangebrachte 1030582 * * 8 : j detectiemiddelen voor de detectie van de aanwezigheid van het dier, waarbij de aanwezigheidsdetectiemiddelen en de zend-/ontvanginrichting communicatief zijn verbonden met een verwerkingseenheid.5. Device for checking identity of animals, wherein animals provided with an electronic identification label are guided past an antenna device of an electronic identification system, which device comprises at least one passage for animals provided with an antenna device, which antenna device is connected with a transmitting / receiving device of an electronic identification system, which is adapted to recognize animal data stored in an electronic identification label attached to a passing animal, characterized by 1030582 * * 8: j arranged in, at or near the passage detection means for detecting the presence of the animal, the presence detection means and the transmitting / receiving device being communicatively connected to a processing unit.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de 5 aanwezigheidsdetectiemiddelen één of meer detectiemiddelen uit een groep omvattende camera's, lichtbarrières, infraroodsensoren, drukgevoelige schakelaars of matten omvatten.Device according to claim 5, characterized in that the presence detection means comprise one or more detection means from a group comprising cameras, light barriers, infrared sensors, pressure-sensitive switches or mats.

7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de verwerkingseenheid is ingericht om een signalering af te geven als de 10 aanwezigheidsdetectiemiddelen een dier detecteren, terwijl de verwerkingseenheid geen of geen herkenbaar signaal ontvangt van de zend-/ontvanginrichting.7. Device as claimed in claim 5 or 6, characterized in that the processing unit is arranged for issuing a signaling if the presence detection means detect an animal, while the processing unit receives no or no recognizable signal from the transmitting / receiving device.

8. Inrichting volgens één der conclusies 5 t/m 7, met het kenmerk, dat de verwerkingseenheid is ingericht om één of meer bestuurbare poorten 15 te bedienen teneinde een dier dat niet door het elektronische identificatiesysteem is herkend, doch waarvan wel de aanwezigheid is gedetecteerd, af te zonderen.Device as claimed in any of the claims 5 to 7, characterized in that the processing unit is adapted to operate one or more controllable ports 15 in order to detect an animal that is not recognized by the electronic identification system, but whose presence has been detected , to isolate.

9. Inrichting volgens één der conclusies 5 t/m 8, gekenmerkt door een door de verwerkingsinrichting bestuurbare markeerinrichting.Device as claimed in any of the claims 5 to 8, characterized by a marking device controllable by the processing device.

10. Inrichting volgens één der conclusies 5 t/m 9, met het kenmerk, dat de doorgang een doorlooppoort omvat.Device according to one of claims 5 to 9, characterized in that the passage comprises a passage gate.

11. Inrichting volgens één der conclusies 5 t/m 9, met het kenmerk, dat de doorgang een door afscheidingen gevormde doorloopgang omvat.Device according to one of claims 5 to 9, characterized in that the passage comprises a passage formed by separations.

12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de 25 doorloopgang is voorzien van tenminste één bestuurbare poort.12. Device as claimed in claim 11, characterized in that the walk-through passage is provided with at least one controllable gate.

13. Melkstal voorzien van tenminste één inrichting volgens één der conclusies 5 t/m 12. 1030582A milking parlor provided with at least one device according to any one of claims 5 to 12. 1030582