NL1030006C2 - Snelkoppeling, in het bijzonder tussen een truss en een koppeldeel, buisdeel, inzetstuk en werkwijze voor het vervaardigen van een truss. - Google Patents

Snelkoppeling, in het bijzonder tussen een truss en een koppeldeel, buisdeel, inzetstuk en werkwijze voor het vervaardigen van een truss. Download PDF

Info

Publication number
NL1030006C2
NL1030006C2 NL1030006A NL1030006A NL1030006C2 NL 1030006 C2 NL1030006 C2 NL 1030006C2 NL 1030006 A NL1030006 A NL 1030006A NL 1030006 A NL1030006 A NL 1030006A NL 1030006 C2 NL1030006 C2 NL 1030006C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bore
insert
coupling
truss
axial axis
Prior art date
Application number
NL1030006A
Other languages
English (en)
Inventor
Johann Harm Hondebrink
Original Assignee
Johann Harm Hondebrink
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Johann Harm Hondebrink filed Critical Johann Harm Hondebrink
Priority to NL1030006A priority Critical patent/NL1030006C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1030006C2 publication Critical patent/NL1030006C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B7/00Connections of rods or tubes, e.g. of non-circular section, mutually, including resilient connections
    • F16B7/04Clamping or clipping connections
    • F16B7/0406Clamping or clipping connections for rods or tubes being coaxial
    • F16B7/0413Clamping or clipping connections for rods or tubes being coaxial for tubes using the innerside thereof
    • F16B7/042Clamping or clipping connections for rods or tubes being coaxial for tubes using the innerside thereof with a locking element, e.g. pin, ball or pushbutton, engaging in a hole in the wall of at least one tube
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C3/00Structural elongated elements designed for load-supporting
    • E04C3/02Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces
    • E04C3/04Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces of metal
    • E04C3/08Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces of metal with apertured web, e.g. with a web consisting of bar-like components; Honeycomb girders
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G1/00Scaffolds primarily resting on the ground
    • E04G1/17Comprising essentially pre-assembled three-dimensional elements, e.g. cubic elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G7/00Connections between parts of the scaffold
    • E04G7/02Connections between parts of the scaffold with separate coupling elements
    • E04G7/06Stiff scaffolding clamps for connecting scaffold members of common shape
    • E04G7/20Stiff scaffolding clamps for connecting scaffold members of common shape for ends of members only, e.g. for connecting members in end-to-end relation
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G7/00Connections between parts of the scaffold
    • E04G7/30Scaffolding bars or members with non-detachably fixed coupling elements
    • E04G7/301Scaffolding bars or members with non-detachably fixed coupling elements for connecting bars or members which are parallel or in end-to-end relation
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/38Connections for building structures in general
    • E04B1/58Connections for building structures in general of bar-shaped building elements
    • E04B1/5825Connections for building structures in general of bar-shaped building elements with a closed cross-section
    • E04B1/5837Connections for building structures in general of bar-shaped building elements with a closed cross-section of substantially circular form
    • E04B1/585Connections for building structures in general of bar-shaped building elements with a closed cross-section of substantially circular form with separate connection devices
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C3/00Structural elongated elements designed for load-supporting
    • E04C3/02Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces
    • E04C3/04Joists; Girders, trusses, or trusslike structures, e.g. prefabricated; Lintels; Transoms; Braces of metal
    • E04C2003/0486Truss like structures composed of separate truss elements
    • E04C2003/0495Truss like structures composed of separate truss elements the truss elements being located in several non-parallel surfaces

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Joining Of Building Structures In Genera (AREA)

Description

Snelkoppeling, in het bijzonder tussen een truss en een koppeldeel, buisdeel, inzetstuk en werkwijze voor het vervaardigen van een truss
Gebied van de uitvinding 5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een snelkoppeling, in het bijzonder tussen een truss en een koppeldeel, waarbij een inzetstuk ten minste voor een deel wordt ! opgenomen door een buisdeel, en een koppeldeel voor een deel wordt opgenomen door het inzetstuk, waarbij het inzetstuk een eerste boring omvat en het koppeldeel een tweede boring omvat, waarbij, althans in gekoppelde toestand, een fixatiemiddel in de eerste boring alsook 10 in de tweede boring is opgenomen. De onderhavige uitvinding betreft tevens een buisdeel, in het bijzonder geschikt voor toepassing in een snelkoppeling tussen een truss en een koppeldeel, welk buisdeel een inzetstuk kan opnemen, welk inzetstuk een koppeldeel kan opnemen, waarbij het inzetstuk een eerste boring omvat en het koppeldeel een tweede boring omvat, waarbij, althans in een toestand waarin het inzetstuk is gekoppeld aan het koppeldeel, 15 een fixatiemiddel in de eerste alsook in de tweede boring is opgenomen. Bovendien betreft de onderhavige uitvinding een inzetstuk, in het bijzonder geschikt voor toepassing in een snelkoppeling tussen een truss en een koppeldeel, welk inzetstuk een koppeldeel kan opnemen, waarbij het inzetstuk een eerste boring omvat en het koppeldeel een tweede boring omvat, waarbij, althans in een toestand waarin het inzetstuk is gekoppeld aan het koppeldeel, 20 een fixatiemiddel in de eerste alsook in de tweede boring is opgenomen. De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een truss.
Achtergrond van de uitvinding
Trussen zijn onderdelen van in het algemeen demonteerbare en modulaire 25 vakwerkconstructies die vooral in de standbouw en theaterbouw worden toegepast, bijvoorbeeld als verlichtingsplafonds, draagconstructies en decorconstructies voor concerten, modeshows, presentaties, beursstands en dergelijke, bijvoorbeeld om daaraan decorstukken, doeken, geluidsweergavekasten, belichtingsspots, podia en dergelijke te bevestigen. Een truss kan een rechte, driehoekige of vierkante dwarsdoorsnede hebben die respectievelijk uit 30 twee, drie en vier buizen is opgebouwd. Voor de gewenste rigiditeit, sterkte en vormvastheid bevinden zich stijlen tussen de evenwijdig aan elkaar lopende buizen. Aan het uiteinde van de buizen bevinden zich eindstijlen die gewoonlijk haaks staan op de buizen. Stijlen die een 10.? on ó6 _ 2 scherpe hoek maken met de buizen worden diagonaalstijlen genoemd. In de bekende trussen zijn de eindstijlen en de diagonaalstijlen aan de buizen gelast. Om de gewenste duurzaamheid en sterkte te verkrijgen zijn de buizen en stijlen van trussen gewoonlijk uit metaal vervaardigd. Daarbij wordt, vanwege zijn relatief lage gewicht gecombineerd met een 5 relatief grote mechanische sterkte en duurzaamheid, vaak aluminium als materiaal gekozen.
Bij het opbouwen van vakwerkconstructies waarbij gebruik wordt gemaakt van trussen, wordt een truss bij voorkeur handmatig en snel gekoppeld. Hierbij wordt vaak een buis van de ene truss gekoppeld aan een buis van een andere truss. Bij een bekende snelkoppeling 10 voor het koppelen van een truss, die is beschreven in het Nederlandse octrooischrift NL9300170, worden twee naar elkaar toegekeerde koppelbussen door middel van een los koppeldeel gekoppeld, waarbij het koppeldeel met twee van elkaar afgekeerde uiteinden in hoofdzaak passend in de naar elkaar toegekeerde koppelbussen is opgenomen, Hierbij omvatten het koppeldeel en de koppelbus allebei een boring waarvan de axiale hartlijn, 15 althans in gekoppelde toestand, samenvalt. In gekoppelde toestand kan door deze boringen een fixatiemiddel worden opgenomen. Deze koppelbussen zijn aan de te koppelen buisdelen gelast.
Door de verhitting van een buis voor het lassen van de buis aan een ander onderdeel, 20 ontstaan in de buis zwakke plekken. De draagkracht van vakwerkconstructies die zijn samengesteld uit trussen waarin de buizen zijn gelast, neemt daardoor beduidend af. Wanneer een truss breekt, is dat in de meerderheid van de gevallen in de nabijheid van de lasverbinding, waar zich de zwakke plek in de buis bevindt. Een ander nadeel van een gelaste verbinding is dat gedurende het intensieve gebruik van een truss tijdens transport of 25 tijdens het op- of afbreken van de vakwerkconstructies in de nabijheid van de las schade aan de buis kan ontstaan, bijvoorbeeld haarscheuren die niet zichtbaar zijn. Hierdoor neemt de levensduur van de truss aanzienlijk af. Schade die niet wordt waargenomen, kan zelfs leiden tot gevaarlijke situaties. Deze nadelen worden vooral ondervonden door bedrijven in de standbouw en de bedrijven die trussen verhuren. Weer een ander nadeel van een 30 lasverbinding tussen een buis en een koppelbus is de dikkere lasring die zich rondom de buis vormt. Deze lasring is bobbelig en ontsiert de truss. Bovendien zorgen deze oneffenheden 1030006" 3 voor hinder bij het bevestigen van onderdelen in de top van een truss-constructie waarbij gebruik wordt gemaakt van wielen die langs de buizen lopen.
De bekende werkwijzen voor het vervaardigen van een truss zijn geheel aangepast aan het 5 gebruik van metaal. Dat wil zeggen dat de verbindingen in een truss in het algemeen zijn | gelast. Een nadeel daarvan is dat andere materialen, welke materialen niet te lassen zijn, niet gebruikt kunnen worden. Het zou bijvoorbeeld zeer gunstig zijn om een truss te vervaardigen die is samengesteld uit een buis die is vervaardigd van met vezel versterkt composietmateriaal, zoals met carbonvezel versterkt composietmateriaal. Dit materiaal heeft 10 namelijk een relatief zeer laag gewicht en een relatief grote mechanische sterkte. Een voorbeeld van het gebruik daarvan in een truss wordt beschreven in WO99/49150. De truss die in WO99/49150 wordt beschreven kan echter niet snel en gemakkelijk gekoppeld worden.
15 Nog een ander nadeel van de gebruikelijke werkwijze voor het vervaardigen van een truss is dat het lassen veel handwerk vergt dat uitgevoerd dient te worden door een vakman. De kwaliteit van de lassen is daardoor afhankelijk van de ervaring en deskundigheid van de vakman en ook alleen door deskundigen in het vakgebied te controleren. Bovendien is een truss daardoor niet reproduceerbaar te vervaardigen.
20
Er bestaat derhalve behoefte aan een truss die snel en gemakkelijk te koppelen is aan een koppeldeel, waarin minder onderdelen aan elkaar zijn gelast en die zou kunnen bestaan uit een buis die is vervaardigd uit een ander materiaal dan metaal. Bovendien bestaat de behoefte aan een werkwijze voor het reproduceerbaar en gemakkelijk vervaardigen van een 25 truss.
j
Samenvatting van de uitvinding
Daartoe verschaft de onderhavige uitvinding een snelkoppeling, in het bijzonder tussen een truss en een koppeldeel, waarbij een inzetstuk ten minste voor een deel wordt opgenomen 30 door een buisdeel, en een koppeldeel ten minste voor een deel wordt opgenomen door het inzetstuk, waarbij het inzetstuk een eerste boring omvat en het koppeldeel een tweede boring 1030006’ ^---- " ---- 4 omvat, waarbij, althans in gekoppelde toestand, een fixatiemiddel in de eerste alsook in de tweede boring is opgenomen, met het kenmerk, dat het buisdeel een derde boring omvat waarvan, althans in gekoppelde toestand, de axiale hartlijn samenvalt met de axiale hartlijn van de eerste boring en de axiale hartlijn van de tweede boring, waarbij in de genoemde 5 gekoppelde toestand het fixatiemiddel tevens door de derde boring is opgenomen.
Onder “buisdeel” wordt zowel een buis verstaan alsook het deel van een buis dat zich aan het uiteinde van een buis bevindt In dit buisdeel behoeven, naast de boringen zoals die in deze aanvrage worden genoemd, voor de snelkoppeling volgens de onderhavige uitvinding verder 10 geen noemenswaardige veranderingen aangebracht te worden. Het buisdeel kan een ronde doorsnede hebben maar kan ook een hoekige doorsnede hebben, zoals driehoekig, vierhoekig, vijfhoekig, zeshoekig of achthoekig. De doorsnede van de buis kan ook een geheel andere doorsnede hebben. Het kan bijvoorbeeld instulpingen of uitstulpingen omvatten.
15
Met “inzetstuk” wordt een onderdeel van een truss-constructie bedoeld voor het koppelen van een buisdeel aan een koppeldeel. Vaak maakt een inzetstuk een buisdeel geschikt voor een specifieke snelkoppeling. Het kan bijvoorbeeld een verlengstuk van een buisdeel zijn met een conisch verlopend binnenvlak voor het koppelen van een buisdeel aan een ander 20 buisdeel met een overeenkomstig conisch verlopend buitenvlak, zoals de snelkoppeling voor de truss die door de Britse firma Slick op de markt wordt gebracht of de koppelbus zoals beschreven in het Nederlandse octrooischrift NL 193287. In trassen volgens de stand der techniek is een inzetstuk vaak aan een buisdeel buis gelast.
25 Met “koppeldeel” wordt een onderdeel van een truss-constructie bedoeld waarmee een buisuiteinde door middel van een inzetstuk gekoppeld dient te worden. Het kan een los onderdeel zijn, zoals bijvoorbeeld het tussendeel dat is beschreven in Nederlands octrooischrift NL193287 waarbij het koppeldeel een los onderdeel vormt. Het koppeldeel kan ook een buisuiteinde zijn of een ander inzetstuk zijn zoals in de truss die door de Britse 30 firma Slick op de markt wordt gebracht. Bij het koppelen van deze laatste truss is of omvat maar één van de twee uiteinden van de buizen in de trass het koppeldeel.
1030006 i 5
Met “fixatiemiddel” wordt een onderdeel bedoeld dat door de eerste en tweede boring kan worden opgenomen. Het kan bijvoorbeeld langwerpig zijn, zoals een metalen borgpen. Het fixatiemiddel kan ook weer een boring omvatten voor het opnemen van een borgmiddel, 5 welk borgmiddel voorkomt dat het fixatiemiddel uit de eerste en tweede boring valt. Dit borgmiddel kan ook een langwerpig deel zijn. Het fixatiemiddel kan ook schroefdraad omvatten voor het borgen van het fixatiemiddel door middel van een schroef.
Met “samenvalt” wordt “in wezen samenvalt” bedoeld. De eerste, tweede of derde boring 10 kan een verschillende vorm hebben waarvan de axiale hartlijn niet geheel samenvalt met de andere boringen. De boringen dienen het fixatiemiddel op te nemen. Bij voorkeur wordt het fixatiemiddel passend door de boringen opgenomen maar één van de boringen kan bijvoorbeeld een uitstulping of instulping omvatten waardoor de axiale hartlijn daarvan niet helemaal samenvalt met de axiale hartlijn van de andere boringen. Het is met name van 15 belang dat de wanden van de verschillende boringen zo veel mogelijk in elkaar doorlopen zodat het fixatiemiddel zo passend mogelijk opgenomen kan worden.
Het voordeel van de snelkoppeling volgens de onderhavige uitvinding is dat het niet nodig is dat het inzetstuk aan het buisdeel gelast wordt, zodat er in de buis door verhitting geen 20 zwakke plekken ontstaan. Bovendien is de snelkoppeling steviger omdat deze dubbelwandig wordt, dat wil zeggen dat de wand van het inzetstuk en ook de wand van het buisdeel nu aan het koppeldeel gekoppeld zijn in plaats van alleen de wand van het inzetstuk. Hierdoor wordt de levensduur van deze snelkoppeling langer en worden de toepassingsmogelijkheden van een constructie met deze snelkoppeling uitgebreid.
25
Deze snelkoppeling resulteert bovendien niet in een ontsierende lasnaad en de buizen kunnen nu als een geheel doorlopen. Dit is veel esthetischer. Bovendien wordt het gebruik van zo een truss gemakkelijker. Bij het toepassen van een truss-constructie kunnen nu bijvoorbeeld moeiteloos wieltjes langs de buizen lopen zonder hinder te ondervinden van een dikke 30 lasring.
1030000 6
De snelkoppeling volgens de onderhavige uitvinding is met name gunstig omdat het mogelijk wordt om een truss, ten minste gedeeltelijk, uit onderdelen te vervaardigen welke | onderdelen zijn vervaardigd uit materialen die niet te lassen zijn, zoals met vezel versterkt composietmateriaal.
5
Het koppeldeel wordt bij voorkeur passend door het inzetstuk opgenomen. Het binnenvlak van het inzetstuk kan bijvoorbeeld voor een deel conisch verlopen waarbij het buitenvlak van het koppeldeel overeenkomstig conisch verloopt. Hierdoor kunnen het inzetstuk en het koppeldeel niet ten opzichte van elkaar bewegen. Dit maakt de constructie steviger en beter 10 bestand tegen slijtage. Bovendien kan het fixatiemiddel beter door de genoemde boringen worden opgenomen. De eerste boring, de tweede boring en de derde boring kunnen ook conisch verlopen waarbij dan bij voorkeur het fixatiemiddel overeenkomstig conisch verloopt. Door een dergelijk fixatiemiddel en de aanwezigheid van de genoemde boringen kan de koppeling handmatig en snel uitgevoerd worden en zijn de bewegingsmogelijkheden 15 van het inzetstuk, buisdeel, koppeldeel en fixatiemiddel ten opzichte van elkaar minimaal.
Bij voorkeur wordt het inzetstuk ten minste voor het grootste deel door het buisdeel opgenomen. Dit is met name gunstig omdat dan het buisdeel wordt verstevigd. Bij voorkeur wordt het inzetstuk passend opgenomen. De wand van het inzetstuk geeft daardoor optimale 20 versteviging aan de wand van het buisdeel. Doordat het inzetstuk voor het grootste deel door het buisdeel wordt opgenomen, is het inzetstuk ook minder zichtbaar en lopen de buizen zo veel mogelijk zonder onderbreking door, wat het uiterlijk van de truss enorm verbeterd. Bij voorkeur wordt het inzetstuk om deze laatste reden geheel opgenomen. Het is echter nog wel j praktisch om een uitkragend deel van het inzetstuk niet door het buisdeel te laten opnemen.
25 Het inzetstuk kan door dat uitkragend deel namelijk beter in het buisdeel gepositioneerd worden.
In een voorkeuruitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zijn het buisdeel en het inzetstuk door middel van lijm verbonden. Hierdoor wordt de koppeling nog steviger. Het 30 inzetstuk is niet alleen met het buisdeel gekoppeld door middel van het fixatiemiddel, “de eerste borging”, maar ook door middel van de verlijming, de “tweede borging”. Deze 1030006 ~ 7 ; snelkoppeling is met name geschikt voor verlijming omdat het relatief grote buitenvlak van het inzetstuk een groot oppervlak vormt voor de hechting van de lijm. Bij voorkeur is dus ook het buitenvlak van het inzetstuk verlijmd met het binnenvlak van het buisdeel. De totale trekkracht van de truss-constructie wordt zo veel hoger waardoor de 5 toepassingsmogelijkheden nog verder worden uitgebreid. Er kunnen bijvoorbeeld zwaardere objecten aan zo een constructie gehangen worden. Het inzetstuk is na het lijmen een geheel geworden met de truss en is geen los onderdeel meer. Het enige losse onderdeel is dan eventueel het koppeldeel. De lijm die gebruikt wordt, kan een methacryiaat zijn. Ook een twee componentenlijm kan voor deze verbinding toegepast worden. Indien het inzetstuk is 10 vastgelijmd aan het buisdeel vormt het inzetstuk tevens een bescherming voor het buisdeel.
In weer een andere uitvoeringsvorm van een snelkoppeling volgens de onderhavige uitvinding omvat het inzetstuk een vierde boring en het buisdeel een vijfde boring, waarbij, althans in gekoppelde toestand, de axiale hartlijn van de vierde boring in hoofdzaak 15 samenvalt met de axiale hartlijn van de vijfde boring, waarbij een uiteinde van een stijl door de vierde boring alsook door de vijfde boring is opgenomen. De snelkoppeling van het buisdeel met het inzetstuk wordt hierdoor beter geborgd, de “derde borging”. In deze uitvoeringsvorm is bovendien geen laswerk nodig zodat de bovengenoemde nadelen van lassen niet van toepassing zijn. Verder heeft zo een snelkoppeling een strak en modem 20 uiterlijk. Deze uitvoeringsvorm is bovendien zeer gunstig omdat de stijl uit een ander materiaal, zoals met vezel versterkt composietmateriaal, kan zijn vervaardigd. Bij voorkeur is de stijl een eindstijl en is de eindstijl zowel aan de ene zijde alsook aan de andere zijde op deze wijze aan een inzetstuk en buisdeel verbonden. Bij een truss met een driehoekige of vierkante doorsnede heeft het inzetstuk bij voorkeur twee vierde boringen en het buisdeel bij 25 voorkeur twee vijfde boringen. Het is zelfs mogelijk om ook diagonaalstijlen te plaatsen in een vierde en vijfde boring. Hiervoor dienen de axiale hartlijnen van de vierde en vijfde boring een scherpe hoek te maken met respectievelijk het inzetstuk en het buisdeel. Bij voorkeur loopt de vijfde boring niet geheel door de wand van het inzetstuk maar vormt het een uitsparing in deze wand zodat de stijl beter gepositioneerd kan worden.
30 1030006' 8
Het uiteinde van de stijl wordt bij voorkeur door middel van lijm in de vierde alsook in de vijfde boring vastgezet. Dit maakt de verbinding van de stijl en daarmee de truss nog steviger. De lijm heeft een groot oppervlak voor het hechten, namelijk de wanden van de vierde alsook de wanden van de vijfde boring. Met name het inzetstuk heeft vaak een dikke 5 wand waardoor de vierde boring een groot oppervlak heeft voor het hechten van de lijm. Bij voorkeur worden alle delen van de truss-constructie gelijmd zodat laswerk niet nodig is. Het geheel krijgt daardoor ook een strakker en moderner uiterlijk. Een lijm die kan worden gebruikt is methacrylaat. Ook een twee componentenlijm kan voor deze verbinding toegepast worden.
10
In een gunstige uitvoeringsvorm is het buisdeel en bij voorkeur tevens de stijl, met name de eindstijl, vervaardigd van met vezel versterkt composietmateriaal, zoals met carbonvezels versterkt composietmateriaal. Dit materiaal is veel lichter en sterker dan aluminium dus zeer geschikt voor het vervaardigen van een truss-constructie.
15
De uitvinding verschaft tevens een buisdeel, in het bijzonder geschikt voor toepassing in een truss-constructie, welk buisdeel een inzetstuk kan opnemen, welk inzetstuk een koppeldeel kan opnemen, waarbij het inzetstuk een eerste boring omvat en het koppeldeel een tweede boring omvat, waarbij, althans in een toestand waarin het inzetstuk is gekoppeld aan het 20 koppeldeel, een fixatiemiddel in de eerste alsook in de tweede boring is opgenomen, met het kenmerk, dat het buisdeel een derde boring omvat waarvan, althans in een toestand waarin het buisdeel is gekoppeld aan het inzetstuk en het koppeldeel, de axiale hartlijn samenvalt met de axiale hartlijn van de eerste boring en de axiale hartlijn van de tweede boring, waarbij in de genoemde gekoppelde toestand het fixatiemiddel tevens door de derde boring is 25 opgenomen.
Een dergelijk buisdeel kan gebruikt worden voor het vervaardigen van een truss die gemakkelijk en snel gekoppeld kan worden aan een koppeldeel, bijvoorbeeld een andere truss of een los koppeldeel, door middel van een fixatiemiddel dat door de boringen 30 opgenomen dient te worden. Met hetzelfde fixatiemiddel als het inzetstuk aan het koppeldeel wordt gekoppeld, kan het buisdeel aan het inzetstuk worden gekoppeld. Het buisdeel wordt 1030006' 9 !
J
daardoor niet verhit en krijgt zodoende dus ook geen zwakke plekken. Dit buisdeel kan vervolgens door middel van lijm met het inzetstuk worden verbonden.
Dit buisdeel omvat bij voorkeur een vijfde boring voor het opnemen van een uiteinde van 5 een stijl. Een dergelijk buisdeel kan dienen voor het koppelen van een stijl aan een buisdeel zonder dat de stijl aan het buisdeel gelast dient te worden. Bij voorkeur is er een inzetstuk in het buisdeel opgenomen, welk inzetstuk een vierde boring omvat waarvan de axiale hartlijn, althans in gekoppelde toestand, samenvalt met de axiale hartlijn van de vijfde boring. Bij voorkeur is het uiteinde van de stijl door middel van lijm in de vijfde boring vastgezet. Een 10 dergelijk uiteinde van een stijl vormt een extra borging voor de koppeling van het buisdeel met het koppeldeel, met andere woorden voor het koppelen van trussen. Bij voorkeur omvat het buisdeel twee vijfde boringen in het geval het een driehoekige of een vierkante truss-constructie betreft.
15 Bovendien verschaft de uitvinding een inzetstuk, in het bijzonder geschikt voor toepassing in een truss-constructie, welk inzetstuk een koppeldeel kan opnemen, waarbij het inzetstuk een eerste boring omvat en het koppeldeel een tweede boring omvat, waarbij, althans in een toestand waarin het inzetstuk is gekoppeld aan het koppeldeel, een fixatiemiddel in de eerste alsook in de tweede boring is opgenomen, met het kenmerk, dat het inzetstuk ten minste 20 voor het grootste deel in een buisdeel is opgenomen en dat het een vierde boring omvat voor het opnemen van een uiteinde van een stijl. De stijl is bij voorkeur een eindstijl omdat een dergelijke stijl haaks staat op het buisdeel. Een dergelijk inzetstuk hoeft niet aan een buisdeel te worden gelast indien het inzetstuk in een zodanig buisdeel wordt opgenomen, welk buisdeel een vijfde boring omvat waarvan de axiale hartlijn, althans in gekoppelde toestand, 25 samenvalt met de axiale hartlijn van de vijfde boring. Bij voorkeur loopt de boring niet door de gehele wand van het inzetstuk maar vormt het een uitsparing zodat de stijl beter gepositioneerd kan worden. Wanneer het een driehoekige of een vierkante truss-constructie betreft kan het inzetstuk twee vierde boringen omvatten. Het inzetstuk kan een uitkragend deel omvatten dat niet door het buisdeel kan worden opgenomen. Dat is gunstig voor het 30 positioneren van het inzetstuk in het buisdeel. Bovendien beschermd het uitkragend deel, wanneer het inzetstuk in het buisdeel is verlijmd, het uiteinde van het buisdeel tijdens het 1030006* 10 gebruik van het buisdeel, bijvoorbeeld tijdens het opbouwen en afbouwen van een truss-constructie waarbij de buisdelen nog wel vaak zodanig kunnen vallen dat de uiteinden beschadigd raken.
5 Voorts verschaft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een truss-constructie omvattende, het ten minste voor het grootste deel opnemen van een inzetstuk door een buisdeel, waarbij het inzetstuk een koppeldeel kan opnemen, waarbij het inzetstuk een eerste boring omvat en het koppeldeel een tweede boring omvat, waarbij, althans in een toestand waarin het inzetstuk is gekoppeld aan het koppeldeel, een fixatiemiddel in de eerste 10 alsook in de tweede boring is opgenomen, en het vervaardigen van een derde boring in het buisdeel, waarvan, althans in een toestand waarin het buisdeel is gekoppeld aan het inzetstuk en koppeldeel, de axiale hartlijn samenvalt met de axiale hartlijn van de eerste boring en de axiale hartlijn van de tweede boring. Deze werkwijze maakt lassen overbodig. Laswerk is arbeidsintensief werk dat door een vakman uitgevoerd dient te worden. Hierdoor nemen de 15 arbeidskosten af en kan de prijs van de truss-constructie omlaag. Deze werkwijze is bovendien reproduceerbaar uit te voeren. Het vervaardigen van de boringen kan automatisch worden uitgevoerd.
In een voorkeuruitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding omvat 20 de werkwijze verder het door middel van lijm verbinden van het inzetstuk aan het buisdeel. Het lijmen kan, in verhouding tot lassen, veel sneller worden uitgevoerd en het vereist bovendien geen deskundige. Bovendien zit er door het lijmen veel minder speling in de truss-constructie en kan de truss-constructie beter gehanteerd worden. Het inzetstuk is na het lijmen een geheel geworden met de truss en vormt dus geen los onderdeel meer. Dit is 25 handiger bij het maken van een constructie van een dergelijke truss. Het enige losse onderdeel is dan eventueel het koppeldeel en het fixatiemiddel. Belangrijk bij het verlijmen is het gedoseerd opbrengen van de lijm en het drogen van de lijm. Bij voorkeur wordt de lijm op het inzetstuk aangebracht en wordt vervolgens het inzetstuk in het buisdeel gebracht. Bij lijmen hoeft er minder naar de positionering gekeken te worden omdat die bij een passende 30 constructie waarbij de delen passend in elkaar worden gezet, altijd gelijk is. Dit in tegenstelling tot lassen waarbij buisdelen altijd enigszins korter worden. In het Amerikaanse 1030006' I --- 11 octrooischrift US2004134155 zijn verschillende voorbeelden beschreven van het lijmen van metalen buizen.
De werkwijze kan verder omvatten, het vervaardigen van een vierde boring in het inzetstuk, 5 het vervaardigen van een vijfde boring in het buisdeel waarvan de axiale hartlijn althans in een toestand waarin het inzetstuk is gekoppeld aan het buisdeel samenvalt met de axiale hartlijn van de vierde boring. Hierbij is geen lasser vereist. De vierde boring vormt bij voorkeur geen opening in de wand maar slechts een uitsparing. Dit is eenvoudig voor het positioneren van de stijl.
10
Bij voorkeur omvat de werkwijze het door middel van lijm verbinden van een uiteinde van een stijl met de wand van de vierde boring en bij voorkeur ook de wand van de vijfde boring.
Het oppervlak van de wand van de vierde boring is vaak groter dus vormt de boring een groter oppervlak voor het hechten van de lijm. Bovendien zorgt deze verlijming voor de 15 extra borging van de snelkoppeling.
Korte beschrijving van de figuren
De uitvinding wordt in het navolgende toegelicht aan de hand van niet-beperkende voorkeursuitvoeringen van een snelkoppeling, een buisdeel en een inzetstuk volgens de 20 uitvinding. Daarin toont: - figuur 1 een perspectivisch aanzicht op een truss, welke truss door middel van een fixatiemiddel is gekoppeld aan een andere truss; - figuur 2a een dwarsdoorsnede van een snelkoppeling volgens de onderhavige uitvinding; - figuur 2b een dwarsdoorsnede van een snelkoppeling volgens de stand der techniek; 25 - figuur 3a een vooraanzicht op een buisdeel; - figuur 3b een vooraanzicht op een inzetstuk; figuur 3c een vooraanzicht op een snelkoppeling waarbij het uiteinde van een stijl door I een vierde en vijfde boring is opgenomen; figuur 3d een dwarsdoorsnede van een snelkoppeling waarbij het uiteinde van een stijl 30 door een vierde en vijfde boring is opgenomen.
1 n ^ on or * 12
Beschrijving van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding
De in figuur 1 getoonde constructie met een truss (2) laat zien dat door de snelkoppeling (1) volgens de onderhavige uitvinding de buizen als één geheel doorlopen en er geen lelijke las 5 is te zien. De truss (2) omvat drie evenwijdige buizen (14) die een driehoekige dwarsdoorsnede vormen. Te zien is dat de eindstijlen (13a) in de nabijheid van de snelkoppeling de buizen met elkaar verbinden en bovendien haaks staan op de buizen. De diagonaalstijlen (13b) maken een scherpe hoek met de buizen (14). Het buisdeel (5) is in deze truss (2) het uiteinde van een buis (14). In deze figuur is alleen het deel van het 10 inzetstuk (4) aangegeven dat niet in het buisdeel (5) is opgenomen.
De in figuur 2 getoonde snelkoppeling (1) bestaat uit zes delen en koppelt twee buisdelen (5) met elkaar, waarbij in ieder buisdeel (5) het grootste deel van een inzetstuk (4) is opgenomen. De twee inzetstukken (4) nemen tezamen ieder een helft van een koppeldeel (3) op. Bij het maken van een dergelijke snelkoppeling kunnen de inzetstukken (4) het 15 koppeldeel (3) en het fixatiemiddel losse elementen zijn die bij het maken van de snelkoppeling gebruikt worden. De voorkeur gaat uit naar dat de inzetstukken al door de buisdelen zijn opgenomen en bij voorkeur door middel van lijm zijn verbonden zodat alleen het koppeldeel en het fixatiemiddel losse elementen vormen. Het koppeldeel (3) in deze uitvoeringsvorm kan inzetstukken (4) met eenzelfde binnenvlak met elkaar koppelen. De 20 linkerkant van de figuur toont de eerste boring (6) in het inzetstuk (4), de tweede boring (7) in het koppeldeel (3) en de derde boring (9) in het buisdeel (5). De rechterkant van de figuur toont een fixatiemiddel (8) dat door deze boringen is opgenomen. Het inzetstuk is in deze uitvoeringsvorm cilindervormig zodat het passend in het buisdeel opgenomen kan worden, het is echter niet massief zodat het inzetstuk niet onnodig duur en zwaar wordt. Het is tevens 25 voorzien van een uitkragend deel (15) dat dezelfde omtrek heeft als het buisdeel (5). Hierdoor lopen het buisdeel (5) en het inzetstuk (4) in een lijn door. Het positioneren van het inzetstuk (4) in het buisdeel (5) kan door het uitkragend deel (15) gemakkelijk en reproduceerbaar worden uitgevoerd. Het inzetstuk (4) heeft een conisch verlopend binnenvlak en het koppeldeel (3) omvat een overeenkomstig verlopend conisch buitenvlak 30 zodat het inzetstuk (4) passend door het buisdeel (5) is opgenomen. De boringen zijn zodanig conisch dat een overeenkomstig conisch verlopend fixatiemiddel (8) passend door 1030006' 13 i i | de boringen is opgenomen zodat een onwrikbare en spelingvrije toestand wordt verkregen. Het buisdeel (5) en het inzetstuk (4) omvatten respectievelijk twee eerste boringen (6) en twee derde boringen (9). Hierdoor steekt het fixatiemiddel (8) dwars door het buisdeel (5) en het inzetstuk (4) waardoor het fixatiemiddel vaster zit en de koppeling beter is geborgd.
5 De in figuur 2b getoonde snelkoppeling volgens de stand der techniek toont een koppelbus (16) die is gelast aan het buisdeel. De wand van de buis wordt niet verstevigd door de koppelbus (16) omdat de koppelbus (16) maar voor een klein deel door het buisdeel (5) wordt opgenomen. De koppelbus (16) kan net als het inzetstuk (4) volgens de onderhavige uitvinding een koppeldeel (3) opnemen. Het fixatiemiddel (8) dient voor het koppelen van de 10 koppelbus (16) aan het koppeldeel (3) en de las (17) dient voor de bevestiging van de koppelbus (14) aan het buisdeel. De las (17) is duidelijk te zien. De zwakke plekken zijn niet zichtbaar maar hebben betrekking op de structuur van het metaal.
Het in figuur 3a getoonde buisdeel (5) omvat een derde boring (9) en twee vijfde boringen (11). De derde boring (9) is voor opname van het fixatiemiddel (8) en de vijfde boring (11) is 15 voor het vastzetten van een uiteinde (12) van een stijl (13), met name een eindstijl.
Het in figuur 3b getoonde inzetstuk (4) omvat een eerste boring (6) en twee vierde boringen (10). De eerste boring (6) dient voor opname van een fixatiemiddel (8) en de vierde boringen (10) dienen voor het vastzetten van een uiteinde (12) van een stijl (13), met name een eindstijl, aan het inzetstuk (4). De vierde boringen (10) gaan niet geheel door de wand heen 20 en vormen een uitsparing in de wand van het inzetstuk (4). Dit inzetstuk is tevens voorzien van een uitkragend deel (15) voor het positioneren van het inzetstuk (4) in het buisdeel (5). Het in figuur 3c getoonde samenstel van buisdeel (5), inzetstuk (4) en eindstijlen (13) toont hoe door het opnemen van het inzetstuk (4) door het buisdeel (5) de boringen samenvallen en kunnen dienen voor het opnemen van het uiteinde (12) van de stijl (13), met name een 25 eindstijl.
In het in figuur 3d getoonde samenstel van buisdeel (5), inzetstuk (4), fixatiemiddel (8) en eindstijl (13) is te zien dat de axiale hartlijnen van de vierde boringen (10) en vijfde boringen (11) een scherpe hoek kunnen maken met de axiale hartlijnen van de eerste boring (6), tweede boring (7) en derde boring (9) in het geval het een driehoekige truss betreft.
30 1030006'_

Claims (14)

1. Snelkoppeling (1), in het bijzonder tussen een truss (2) en een koppeldeel (3) , waarbij een inzetstuk (4) ten minste voor een deel wordt opgenomen 5 door een buisdeel (5), en het koppeldeel (3) voor een deel wordt opgenomen door het inzetstuk (4), waarbij het inzetstuk (4) een eerste boring (6) omvat en het koppeldeel (3) een tweede boring (7) omvat, waarbij, althans in gekoppelde toestand, een fixatiemiddel (8) in de eerste boring (6) alsook in de tweede boring (7) is opgenomen, met het kenmerk, 10 dat het buisdeel (5) een derde boring (9) omvat waarvan, althans in gekoppelde toestand, de axiale hartlijn samenvalt met de axiale hartlijn van de eerste boring (6) en de axiale hartlijn van de tweede boring (7), waarbij in de genoemde gekoppelde toestand het fixatiemiddel (8) tevens door de derde boring (9) is opgenomen. 15
2. Snelkoppeling (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het inzetstuk (4) , althans in gekoppelde toestand, ten minste voor het grootste deel door het buisdeel (5) wordt opgenomen.
3. Snelkoppeling (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het buisdeel (5) en het inzetstuk (4) door middel van lijm zijn verbonden.
4. Snelkoppeling (1) volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het inzetstuk (4) een vierde boring (10) omvat en het buisdeel (5) een vijfde 25 boring (11) omvat, waarbij, althans in gekoppelde toestand, de axiale hartlijn van de vierde boring (10) in hoofdzaak samenvalt met de axiale hartlijn van de vijfde boring (11), waarbij een uiteinde (12) van een stijl (13) door de vierde boring (10) alsook de vijfde boring (11) is opgenomen. 10 300 0 6 “
5. Snelkoppeling (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het uiteinde (12) van de stijl (13) door middel van lijm in de vierde boring (10) alsook ; inde vijfde boring (11) is vastgezet.
6. Snelkoppeling (1) volgens één der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het buisdeel (5) is vervaardigd van met vezel versterkt composietmateriaal, zoals met carbonvezels versterkt composietmateriaal.
7. Snelkoppeling (1) volgens één der conclusies 4-6, met het kenmerk, dat 10 de stijl (13) is vervaardigd van met vezel versterkt composietmateriaal, zoals met carbonvezels versterkt composietmateriaal.
8. Buisdeel (5), in het bijzonder geschikt voor toepassing in een snelkoppeling (1) tussen een truss (2) en een koppeldeel (3), welk buisdeel (5) een 15 inzetstuk (4) kan opnemen, welk inzetstuk (4) een koppeldeel (3) kan opnemen, waarbij het inzetstuk (4) een eerste boring (6) omvat en het koppeldeel (3) een tweede boring (7) omvat, waarbij, althans in een toestand waarin het inzetstuk (4) is gekoppeld aan het koppeldeel (3), een fixatiemiddel (8) in de eerste alsook in de tweede boring (7) is opgenomen, 20 met het kenmerk, dat het buisdeel (5) een derde boring (9) omvat waarvan, althans in een toestand waarin het buisdeel (5) is gekoppeld aan het inzetstuk (4) en het koppeldeel (3), de axiale hartlijn in hoofdzaak samenvalt met de axiale hartlijn van de eerste boring (6) en de axiale hartlijn van de tweede boring (7), waarbij in de genoemde gekoppelde 25 toestand het fixatiemiddel (8) tevens door de derde boring (9) is opgenomen.
9. Buisdeel (5) volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het een vijfde boring (11) omvat voor het opnemen van een uiteinde (12) van een stijl 30 (13). 1 0 3 0 0 0 6 ~
10. Inzetstuk (4), in het bijzonder geschikt voor toepassing in eer snelkoppeling (1) tussen een truss (2) en een koppeldeel (3), welk inzetstul (4) een koppeldeel (3) kan opnemen, waarbij het inzetstuk (4) een eerste boring (6) omvat en het koppeldeel (3) een tweede boring (7) omvat 5 waarbij, althans in een toestand waarin het inzetstuk (4) is gekoppeld aar het koppeldeel (3), een fixatiemiddel (8) in de eerste alsook in de tweede boring (7) is opgenomen met het kenmerk» dat het inzetstuk ten minste voor het grootste deel in een buisdeel (5) is opgenomen en dat het eer vierde boring (10) omvat voor het opnemen van een uiteinde (12) van eer 10 stijl (13).
11. Werkwijze voor het vervaardigen van een truss (2), met het kenmerk, dai de werkwijze omvat, - het ten minste voor het grootste deel opnemen van een inzetstuk (4; 15 door een buisdeel (5), waarbij het inzetstuk (4) een koppeldeel (3] kan opnemen, waarbij het inzetstuk (4) een eerste boring (6) omvat er het koppeldeel (3) een tweede boring (7) omvat, waarbij, althans ir een toestand waarin het inzetstuk (4) is gekoppeld aan het koppeldeel (3), een fixatiemiddel (8) in de eerste alsook in de tweede boring (7^ 20 is opgenomen, en - het vervaardigen van een derde boring (9) in het buisdeel (5). waarvan, althans in een toestand waarin het buisdeel (5) is gekoppeld aan het inzetstuk (4) en koppeldeel (3), de axiale hartlijn samenval· met de axiale hartlijn van de eerste boring (6) en de axiale hartlijn var 25 de tweede boring (7).
12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de werkwijze verder omvat het door middel van lijm verbinden van het inzetstuk (4) aar het buisdeel (5). 30 1030006‘
13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat de werkwijze verder omvat, - het vervaardigen van een vierde boring (10) in het inzetstuk (4), - het vervaardigen van een vijfde boring (11) in het buisdeel waarvan 5 de axiale hartlijn althans in een toestand waarin het inzetstuk is gekoppeld aan het buisdeel samenvalt met de axiale hartlijn van de vierde boring (10).
14. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de werkwijze 10 verder omvat, - het door middel van lijm verbinden van een uiteinde (12) van een stijl (13) met de wand van de vierde boring (10). | 1030006~
NL1030006A 2005-09-22 2005-09-22 Snelkoppeling, in het bijzonder tussen een truss en een koppeldeel, buisdeel, inzetstuk en werkwijze voor het vervaardigen van een truss. NL1030006C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030006A NL1030006C2 (nl) 2005-09-22 2005-09-22 Snelkoppeling, in het bijzonder tussen een truss en een koppeldeel, buisdeel, inzetstuk en werkwijze voor het vervaardigen van een truss.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1030006A NL1030006C2 (nl) 2005-09-22 2005-09-22 Snelkoppeling, in het bijzonder tussen een truss en een koppeldeel, buisdeel, inzetstuk en werkwijze voor het vervaardigen van een truss.
NL1030006 2005-09-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1030006C2 true NL1030006C2 (nl) 2007-03-23

Family

ID=36228576

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1030006A NL1030006C2 (nl) 2005-09-22 2005-09-22 Snelkoppeling, in het bijzonder tussen een truss en een koppeldeel, buisdeel, inzetstuk en werkwijze voor het vervaardigen van een truss.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1030006C2 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN106245845A (zh) * 2016-08-29 2016-12-21 安徽饰界广告有限公司 一种圆管桁架的组装方式
CN110145069A (zh) * 2019-05-30 2019-08-20 攀枝花攀钢集团设计研究院有限公司 自稳定檩条组件

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2997317A (en) * 1957-11-01 1961-08-22 Dorr Oliver Inc Coupling device for tubular members having internal wedge means
US3612581A (en) * 1969-11-18 1971-10-12 Fleco Corp Canopy mount
US4017199A (en) * 1974-12-09 1977-04-12 Syma Intercontinental S.A. Elastically-deformed adjustable T-joint
EP0226654A1 (de) * 1985-12-20 1987-07-01 PAN Bausysteme GmbH Verbinder für Rohre und rohrartige Hohlprofile
DE4439513A1 (de) * 1993-11-05 1995-05-18 Harasco Metaalbewerking Bv Koppelung zwischen zwei Gegenständen

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2997317A (en) * 1957-11-01 1961-08-22 Dorr Oliver Inc Coupling device for tubular members having internal wedge means
US3612581A (en) * 1969-11-18 1971-10-12 Fleco Corp Canopy mount
US4017199A (en) * 1974-12-09 1977-04-12 Syma Intercontinental S.A. Elastically-deformed adjustable T-joint
EP0226654A1 (de) * 1985-12-20 1987-07-01 PAN Bausysteme GmbH Verbinder für Rohre und rohrartige Hohlprofile
DE4439513A1 (de) * 1993-11-05 1995-05-18 Harasco Metaalbewerking Bv Koppelung zwischen zwei Gegenständen

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN106245845A (zh) * 2016-08-29 2016-12-21 安徽饰界广告有限公司 一种圆管桁架的组装方式
CN110145069A (zh) * 2019-05-30 2019-08-20 攀枝花攀钢集团设计研究院有限公司 自稳定檩条组件

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US2242427A (en) Tubular railing and fence construction
US6685154B1 (en) Connector and method for assembling structural elements together without the use of weldments
US20170073971A1 (en) Lightweight Semi-Permanent Truss System
NL1030006C2 (nl) Snelkoppeling, in het bijzonder tussen een truss en een koppeldeel, buisdeel, inzetstuk en werkwijze voor het vervaardigen van een truss.
EP2715008A1 (en) Nodes in a truss work or a truss work like structure
CA2556582A1 (en) Automotive chassis
AU2019239014A1 (en) A structural support system and a method for providing a node section for use in a structural support system
US4008971A (en) Joint for rattan poles
GB2335669A (en) Structural truss
GB2471040A (en) Bicycle frame incorporating tension members
CN214574600U (zh) 一种具有防腐性能便于安装的建筑钢结构
NL193287C (nl) Snelkoppeling voor een trus-systeem.
KR200273496Y1 (ko) 조립식 진열장
US5564822A (en) Lantern stand
JP3797959B2 (ja) 組み立てテントの骨組み
WO2007028213A1 (en) Metal roof bracket and hip plate assembly
CN212984182U (zh) 一种装配式钢结构桁架节点处的连接结构
JP5856602B2 (ja) 骨格用自在継ぎ手
CN221347559U (zh) 一种钢结构节点锁紧螺栓
CN212938962U (zh) 一种方便收纳的沙发
CN212561894U (zh) 一种装配式钢管桁架加强节点连接结构
CN219411236U (zh) 一种多方式钢结构衔接处的加强钢结构
EP0797715B1 (fr) Structure deformable
BE509274A (nl)
KR200275250Y1 (ko) 가로등 지주

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20120401