NL1028990C2 - Inrichting voor het uitladen van een laadruimte II. - Google Patents

Inrichting voor het uitladen van een laadruimte II. Download PDF

Info

Publication number
NL1028990C2
NL1028990C2 NL1028990A NL1028990A NL1028990C2 NL 1028990 C2 NL1028990 C2 NL 1028990C2 NL 1028990 A NL1028990 A NL 1028990A NL 1028990 A NL1028990 A NL 1028990A NL 1028990 C2 NL1028990 C2 NL 1028990C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
arm
frame
stackable
arm part
head
Prior art date
Application number
NL1028990A
Other languages
English (en)
Inventor
Jozef Gerhardus Henr Schenning
Original Assignee
Copal Dev B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to NL1028990A priority Critical patent/NL1028990C2/nl
Application filed by Copal Dev B V filed Critical Copal Dev B V
Priority to SI200631625T priority patent/SI1885636T1/sl
Priority to PT67330464T priority patent/PT1885636E/pt
Priority to ES06733046T priority patent/ES2414504T3/es
Priority to PCT/NL2006/000242 priority patent/WO2006121329A1/en
Priority to PL06733046T priority patent/PL1885636T3/pl
Priority to EP06733046.4A priority patent/EP1885636B1/en
Priority to DK06733046.4T priority patent/DK1885636T3/da
Application granted granted Critical
Publication of NL1028990C2 publication Critical patent/NL1028990C2/nl
Priority to US11/938,122 priority patent/US20090067953A1/en
Priority to CY20131100611T priority patent/CY1114182T1/el

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G47/00Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
    • B65G47/74Feeding, transfer, or discharging devices of particular kinds or types
    • B65G47/90Devices for picking-up and depositing articles or materials
    • B65G47/91Devices for picking-up and depositing articles or materials incorporating pneumatic, e.g. suction, grippers
    • B65G47/914Devices for picking-up and depositing articles or materials incorporating pneumatic, e.g. suction, grippers provided with drive systems incorporating rotary and rectilinear movements
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G47/00Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
    • B65G47/74Feeding, transfer, or discharging devices of particular kinds or types
    • B65G47/90Devices for picking-up and depositing articles or materials
    • B65G47/91Devices for picking-up and depositing articles or materials incorporating pneumatic, e.g. suction, grippers
    • B65G47/918Devices for picking-up and depositing articles or materials incorporating pneumatic, e.g. suction, grippers with at least two picking-up heads
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G57/00Stacking of articles
    • B65G57/02Stacking of articles by adding to the top of the stack
    • B65G57/16Stacking of articles of particular shape
    • B65G57/20Stacking of articles of particular shape three-dimensional, e.g. cubiform, cylindrical
    • B65G57/22Stacking of articles of particular shape three-dimensional, e.g. cubiform, cylindrical in layers each of predetermined arrangement
    • B65G57/24Stacking of articles of particular shape three-dimensional, e.g. cubiform, cylindrical in layers each of predetermined arrangement the layers being transferred as a whole, e.g. on pallets
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G67/00Loading or unloading vehicles
    • B65G67/02Loading or unloading land vehicles
    • B65G67/04Loading land vehicles
    • B65G67/20Loading covered vehicles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G2201/00Indexing codes relating to handling devices, e.g. conveyors, characterised by the type of product or load being conveyed or handled
    • B65G2201/02Articles
    • B65G2201/0235Containers
    • B65G2201/025Boxes

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Aviation & Aerospace Engineering (AREA)
  • Stacking Of Articles And Auxiliary Devices (AREA)
  • Specific Conveyance Elements (AREA)
  • Ship Loading And Unloading (AREA)

Description

Inrichting voor het uitladen van een laadruimte II
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het uitladen van stapelbare ladingseenheden uit een laadruimte, 5 waarbij de inrichting een frame omvat voorzien van een aandrijfbare transportbaan met een distaai uiteinde en een proximaal uiteinde, waarbij ten minste een deel van het frame met de aandrijfbare transportbaan zodanig is gedimensioneerd dat dit in de laadruimte kan worden gebracht.
10 Het uitladen van stapelbare ladingseenheden uit een laadruimte, zoals een laadruimte van een vrachtwagen of een zeecontainer, is een arbeidsintensief karwei. Voor het vergemakkelijken van dit zware werk is een inrichting van de bovengenoemde soort bekend, welke een transportbaan in de vorm van een lopende band omvat, waarbij de lopende 15 band kan worden verlengd en aldus tijdens het uitladen verder in de laadruimte kan worden gebracht. Op de lopende band geplaatste stapel-.
1 bare ladingseenheden worden door de lopende band in een gebouw, zoals een gebouw voor opslag of overslag, gevoerd. De stapelbare ladingseenheden zijn dozen, kratten, of dergelijke. Zij hebben gebruikelijk 20 hxbxl afmetingen tussen 15 en 80 cm.
De bekende lopende band maakt deel uit van een geautomatiseerd magazijn. Veel distributiecentra hebben niet de grootte om een dergelijk kostbaar systeem te installeren. Zij hebben behoefte aan een goedkope, flexibel inzetbare inrichting die weinig ruimte in beslag 25 neemt, en waarmee toch het uitladen voor het personeel kan worden vergemakkelijkt en bij voorkeur worden versneld.
De onderhavige uitvinding beoogt een inrichting volgens de aanhef te verschaffen waarmee een laadruimte, zoals van een vrachtwagen of een zeecontainer, sneller en met minder belasting van het perso- i 30 neel kan worden uitgeladen.
Hiertoe wordt de inrichting volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat het frame nabij het distale uiteinde is voorzien van een beweegbare arm, waarbij de beweegbare arm is voorzien van een kop voor het grijpen van ten minste een stapelbare ladingseenheid.
35 Aldus wordt een inrichting verschaft die het mogelijk maakt om binnen een zeer beperkte ruimte de stapelbare ladingseenheden af te voeren op een zodanige wijze dat het bedienend personeel weinig belast wordt. Dit gaat als volgt: De stapelbare ladingseenheden worden 1028990- 2 met de arm nabij het distale uiteinde van de transportbaan op de transportbaan van de inrichting volgens de uitvinding geplaatst en worden van het distale uiteinde in de richting van het proximale uiteinde gevoerd (d.w.z. in de eerste transportrichting), waarbij het 5 distale uiteinde van de transportbaan tijdens het uitladen in de laadruimte wordt gebracht. Het is denkbaar dat de inrichting een vaste inrichting is, en de laadruimte ten opzichte van de inrichting wordt bewogen. Echter, de inrichting is bij voorkeur verplaatsbaar, zodat deze op meer locaties, zoals meer docks van overslagstations, 10 kan worden gebruikt. Naarmate de laadruimte verder wordt uitgeladen wordt het distale uiteinde van de transportbaan dieper in de zeecontainer gebracht. De stapelbare ladingseenheden worden met voordeel tot een palletlaag gevormd. De palletlaag wordt dan op een pallet geplaatst tot de pallet vol is. De volle pallet wordt daarna afgevoerd, 15 bijvoorbeeld met een vorkheftruck, zoals deze op distributiecentra algemeen worden gebruikt. Deze vorkheftrucks kunnen de inrichting volgens de uitvinding uitstekend volgen terwijl de inrichting tijdens het uitladen verder in de laadruimte komt. De breedte van de inrichting kan zo gering zijn dat de inrichting smaller is dan de breedte 20 van een standaard laadruimte, zoals een zeecontainer. De inrichting kan door het gebruik van de arm aanmerkelijk korter zijn dan de lengte van de langste laadruimte (bijvoorbeeld aanmerkelijk korter dan een 40 voet zeecontainer). Dit vergroot de flexibiliteit van de inrichting aanmerkelijk. Doordat de stapelbare ladingseenheden door de 25 inrichting worden afgevoerd wordt een aanmerkelijke besparing op (zware) arbeid en tijdswinst bereikt. De arm is bij voorkeur een zelfdragende arm, dat wil zeggen een arm die zonder toevoer van energie (bijvoorbeeld in de vorm van stroom, perslucht, hydraulisch) in hoofdzaak op dezelfde hoogte blijft. Het gebruik van een arm maakt 30 het mogelijk om de lengte van de transportbaan, en daarmee de gehele inrichting, beperkt te houden, hetgeen het ook gemakkelijker maakt de inrichting te manoeuvreren of naar een andere locatie, zoals een ander doek van een overslagstation, te verplaatsen. In plaats daarvan of daarenboven hoeft de inrichting niet zover in de laadruimte te 35 worden gebracht. Ook maakt het gebruik van een arm het mogelijk om meer dan een stapelbare ladingseenheid tegelijk op te pakken. Tenslotte maakt een arm het mogelijk het gewicht van de stapelbare ladingseenheden te dragen, waardoor het personeel minder wordt belast HO28990- ! 3 en sneller kan werken. Met name indien de lading koud (bijvoorbeeld bevroren) is, kan met de inrichting een groot voordeel worden geboekt, aangezien het personeel anders met handschoenen aan zou moeten werken, welke handschoenen de grip verminderen en weliswaar het com-5 fort verhogen maar het uitladen bemoeilijken.
Een voorkeursuitvoering wordt hierdoor gekenmerkt dat het frame is voorzien van een eerste verticale as, de arm een scharnierende arm is die een eerste armdeel en een tweede armdeel omvat waarbij een eerste armdeel draaibaar rond de eerste verticale as is verbonden met 10 het frame, een tweede verticale as het eerste armdeel en tweede armdeel verbindt, en de kop via een derde verticale as met het tweede armdeel is verbonden.
Een dergelijke scharnierende arm is sterk en doelmatig. Met een scharnierende arm kan een grote afstand worden overbrugd. In het ka-15 der van de onderhavige uitvinding dient de term "verticaal" te worden begrepen als zijnde in hoofdzaak loodrecht op de bodem van de laadruimte, aangezien afwijkingen van de normaal toelaatbaar zijn zolang die afwijkingen het werken in de begrensde ruimte van de laadruimte, zoals een zeecontainer, niet hinderen.
20 Om het werk van het personeel verder te vergemakkelijken, is de inrichting bij voorkeur zodanig uitgevoerd dat het tweede armdeel nabij de tweede verticale as is voorzien van een geleider voor een kabel, de kabel een lengte heeft kleiner dan de som van de lengte van het eerste en het tweede armdeel, en het eerste uiteinde van de kabel 25 distaai aan het frame is bevestigd ten opzichte van de plaatsing van de eerste verticale as, en het tweede uiteinde van de kabel aan de kop is bevestigd aan de zijde van de kop gelegen tussen de derde en de eerste verticale as.
Aldus wordt de arm van de inrichting wanneer de kop zich nabij 30 het distale uiteinde van de transportbaan bevindt naar de transportbaan gedwongen, en wordt de kop naar de transportbaan gedraaid. Dit vermindert de fysieke belasting van het personeel, aangezien de arm zichzelf enigszins stuurt.
Volgens een belangrijke uitvoeringsvorm is het frame voorzien 35 van een actueerbare cilinder welke is verbonden met het eerste armdeel .
Aldus hoeft het personeel de arm, die eventueel de stapelbare ladingseenheden draagt, niet zelf te bewegen, doch alleen te sturen.
102899ÉH
4
Voor het soepel grijpen en afgeven van stapelbare ladingseenheden is de cilinder aan de uiteinden van zijn werkbereik gesmoord. Het smoor-bereik aan elke zijde is bij voorkeur ten minste 5 cm, en met meer voorkeur ca. 10 cm.
5 Voor het gemakkelijk kunnen grijpen van de stapelbare ladings eenheden, is de inrichting zodanig uitgevoerd dat de kop die via de derde verticale as draaibaar is bevestigd aan het tweede armdeel een eerste zuigerstangloze cilinder omvat, de zuigerstangloze cilinder een eerste tafel omvat welke is voorzien van een tweede zuiger-10 stangloze cilinder, en de tweede zuigerstangloze cilinder een tweede tafel omvat welke is voorzien van een middels de zuigerstangloze cilinders in verticale richting beweegbaar array van verticaal gerichte zuignappen voor het aan de bovenzijde van ten minste een stapelbare ladingseenheid aangrijpen van die ten minste ene stapelbare ladings-15 eenheid.
Het gebruik van twee als hiervoor beschreven gekoppelde zuigerstangloze cilinders maakt het mogelijk zowel stapelbare ladingseenheden vanaf de bodem van de laadruimte, zoals een zeecontainer, op te pakken, als die welke zich nabij de bovenzijde van de laadruimte be-20 vinden. Om kosten te sparen worden zeecontainers zeer vol geladen, en is er zeer weinig ruimte tussen de bovenste ladingseenheden en de bovenzijde van de container. Een array van verticaal gerichte zuignappen heeft een geringe hoogte en kan in deze geringe ruimte worden gebracht. Door de beschreven koppeling van de zuigerstangloze cilinders 25 kan deze hooggelegen ruimte worden bereikt. Door gebruik te maken van een array van zuignappen wordt bereikt dat meer kleine stapelbare ladingseenheden tegelijk kunnen worden opgepakt, terwijl grote stapelbare ladingseenheden - die veelal zwaarder zullen zijn - toch betrouwbaar kunnen worden opgepakt aangezien zij door meer zuignappen 30 worden vastgehouden dan kleine stapelbare ladingseenheden. In de onderhavige aanvraag wordt onder een zuignap een zuignap verstaan die tijdens bedrijf van onderdruk, ook wel aangeduid als vacuüm, wordt voorzien. De onderdruk kan worden bereikt door het lumen van de zuignap die afdicht tegen een stapelbare ladingseenheid te vergroten of, 35 bij voorkeur, door lucht uit het lumen van de zuignap af te voeren.
Een voorkeursuitvoering wordt hierdoor gekenmerkt dat de array van verticaal gerichte zuignappen is opgebouwd uit eenheden welke ten minste 1 verticaal gerichte zuignap omvatten, waarbij de eenheden on- 1028990- 5 afhankelijk van elkaar in een richting met een verticale component ; beweegbaar zijn ten opzichte van de tweede tafel.
Aldus wordt verzekerd dat stapelbare ladingseenheden waarvan de bovenzijde niet horizontaal is, bijvoorbeeld omdat zij scheef gezakt 5 zijn of ingezakt zijn, toch met de kop kunnen worden opgepakt. Dit bespaart handwerk door het personeel. Ook wordt hierdoor hét werkbe-reik (de hoogte waarover de array van zuignappen kan worden bewogen) vergroot. Dit maakt het mogelijk ook lage (kleine) stapelbare verpakkingseenheden van de bodem van de laadruimte op te pakken. Het met 10 een vertikale component bewegen wordt bij voorkeur bereikt met een scharnierende parallellogram-constructie.
Volgens een voorkeursuitvoering bezit elke eenheid een klep die in geval van vrije luchtaanvoer vanuit de ten minste ene verticaal gerichte zuignap van de eenheid zichzelf sluit.
15 Aldus wordt verzekerd dat de zuigkracht uitgeoefend door andere zuignappen niet onnodig wordt beperkt, wat anders het niet op kunnen pakken van lading (stapelbare ladingseenheid) of laten vallen van lading door de kop tot gevolg zou kunnen hebben.
Een voorkeursuitvoering wordt hierdoor gekenmerkt dat de kop 20 zuignappen omvat aangesloten op een met perslucht aangedreven vacuüm-generator.
Een dergelijke vacuümgenerator heeft een klein volume en maakt het mogelijk doelmatig nabij de zuignappen vacuüm te genereren, waardoor deze sneller zeker aan kunnen grijpen op de stapelbare ladings-25 eenheden.
Ofschoon de perslucht, net als elektriciteit, van elders kan worden aangevoerd, geniet het de voorkeur als de inrichting een compressor bezit voor het genereren van perslucht.
Aldus is geen aansluiting voor perslucht nodig, hetgeen het mo-30 gelijk maakt de inrichting gemakkelijker naar een andere plaats, zoals een ander laaddock, te vervoeren en daar weer te laten werken.
Volgens een gunstige uitvoeringsvorm is ten minste een deel van het frame hol en vormt het deel een persluchtdrukvat.
Aldus wordt op elegante wijze een deel van de inrichting voor 35 meer dan 1 doel benut.
De inrichting volgens de uitvinding is met voordeel zodanig uitgevoerd dat de transportbaan een breedte heeft van ten minste 40 1028990“ 6 cm en maximaal 100 cm, en de transportbaan een lengte heeft tussen 2 en 6 meter.
Aldus wordt een compacte inrichting verschaft waarmee zeecontainers van elke lengte doelmatig kunnen worden uitgeladen, terwijl 5 de inrichting niettemin relatief compact is. De hoogte is bij voorkeur kleiner dan de hoogste inwendige hoogte van een zeecontainer, d.w.z. kleiner dan 2m75.
Voor het verplaatsen van de inrichting volgens de uitvinding is deze bij voorkeur voorzien van wielen, waarbij, om de transportbaan 10 in hoofdzaak horizontaal te houden en te voorkomen dat enig deel van de inrichting met de bovenzijde van de zeecontainer in aanraking komt, met voordeel de proximaal geplaatste wielen in hoogte verstelbaar zijn.
Aldus kan de inrichting eenvoudig worden verplaatst, en in ge-15 val van plaatsing op een hellende bodem kan de inrichting in hoofdzaak horizontaal worden gehouden.
Tenslotte heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het uitladen van een laadruimte, welke hierdoor wordt gekenmerkt dat een inrichting volgens de uitvinding wordt toegepast.
20 De onderhavige uitvinding zal thans worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarin fig. 1 een zijaanzicht van de inrichting volgens de uitvinding toont; fig. 2 een bovenaanzicht van de in fig. 1 weergegeven inrich-25 ting laat zien; fig. 3a, 3b en 3c een optioneel vergaarstation van de inrichting volgens de uitvinding in respectievelijk bovenaanzicht, vooraanzicht en doorsnede tonen; fig. 4a en b een arm van de inrichting volgens de uitvinding in 30 twee verschillende standen tonen; fig. 5a en 5b de kop van de arm van fig. 4 in respectievelijk zijaanzicht en bovenaanzicht tonen; fig. 6a en 6b de kop van fig. 5a en 5 b in detail weergeven; en fig. 7a en 7b in een vooraanzicht respectievelijk een bovenaan-35 zicht een optioneel draaistation tonen, onderdeel van de inrichting van fig. 1.
De figuren 1 en 2 tonen in een zijaanzicht respectievelijk een bovenaanzicht een inrichting 1 volgens de uitvinding voor het uitla- 1028990* 7 den van een laadruimte, in het bijzonder een laadruimte die aan de bovenzijde begrensd is, zoals een zeecontainer F. De inrichting 1 omvat een frame 2 dat is voorzien van een transportbaan 3, hier in de vorm van een rollenbaan 3. De transportbaan 3 heeft een distaai uit-5 einde 4 en een proximaal uiteinde 5. Bij gebruik van de inrichting 1 worden stapelbare ladingseenheden A, bijvoorbeeld dozen, nabij het distale uiteinde 4 op de transportbaan 3 geplaatst. Van daar af worden de stapelbare ladingseenheden A in de richting van het proximale uiteinde 5 getransporteerd. Deze eerste transportrichting is aange-10 duid met pijl B. De transportbaan 3 omvat volgens een voorkeursuitvoering twee trajecten, 3a en 3b, waarbij het transport in het distaai gelegen traject 3a met geringere snelheid plaatsvindt dan het transport in het proximaal gelegen traject 3b. Hierdoor wordt de afstand tussen de stapelbare ladingseenheden A vergroot. Het doel hier-15 van zal later worden uiteengezet. De transportbaan 3, hier in de vorm van een rollenbaan 3, omvat rollen 6 waarvan in fig. 2 drie zijn weergegeven. Ten minste een deel van deze rollen 6 staat onder een hoek (zie fig. 2) met een geleiderail 7, waardoor de stapelbare ladingseenheden A bij transport in de eerste transportrichting B tegen 20 de geleiderail 7 zullen worden gedrukt. Aldus worden de stapelbare ladingseenheden A tegen de geleiderail 7 uitgelijnd, hetgeen helpt bij het vergaren van de ladingseenheden A, zoals later zal worden uiteengezet. De stapelbare ladingseenheden A worden bij voorkeur zodanig op de transportbaan 3 geplaatst dat deze, eventueel door het 25 transport in de eerste transportrichting B, 1 rij dik tegen de gelei derail 7 aankomen.
Aansluitend op de transportbaan 3, of daarmee geïntegreerd, bevindt zich in de hier beschreven voorkeursuitvoering een optioneel vergaarstation 8. Dit vergaarstation 8 omvat een eerste aanslag 9. 30 Deze aanslag 9 vergaart ten minste 1, maar meestal meer, stapelbare ladingseenheden A, waarbij de afstand tussen de stapelbare ladingseenheden A (weer) tot nul wordt teruggebracht, onder vorming van een kolom van vergaarde stapelbare ladingseenheden A. Het vergaarstation 8 is zodanig uitgevoerd dat de vergaarde stapelbare ladingseenheden A 35 in een transportrichting C dwars op de eerste transportrichting B kunnen worden gevoerd. In de hier beschreven uitvoeringsvorm van de inrichting 1 zijn daartoe afwisselend rollen 10 en transportriemen 11 voorzien (fig, 3a) . Deze zijn ten opzichte van elkaar in hoogte ver- 1023990- 8 stelbaar, waarbij voor transport in de eerste transportrichting B 1 van i) de rollen 10 en ii) de transportriemen 11 zich hoger dan de andere bevindt, terwijl die zich voor transport in de tweede transportrichting C juist lager bevindt. Daartoe is 1 van i) de rollen 10 5 en ii) de transportriemen 11, bijvoorbeeld, op een subframe 12 gemonteerd (fig. 3b) , welk subframe 12 ten opzichte van het frame 2 in hoogte verstelbaar is. Een dergelijke constructie voor het in twee richtingen kunnen transporteren is in het vak bekend, en behoeft geen verdere toelichting.
10 Het frame 2 is bij voorkeur ook voorzien van een tweede aanslag 13, welke ten minste 1, maar meestal meer, kolommen van vergaarde stapelbare ladingseenheden A vergaart, onder oplevering van een pal-letlaag D van vergaarde stapelbare ladingseenheden A. Deze palletlaag D kan op diverse wijzen op een pallet E worden gestapeld. Bij de 15 weergegeven inrichting 1 wordt als stapelstation 31 gebruik gemaakt van een in hoogte instelbaar en verplaatsbaar array van zuignappen 14, waarmee de palletlaag D kan worden opgepakt, verplaatst en neergelaten op een pallet E, of op reeds daarop gestapelde andere pallet-lagen D' . Zodra de pallet E vol is, kan deze op gebruikelijke wijze 20 worden afgevoerd, in het bijzonder met een vorkheftruck.
Stapelbare ladingseenheden A hebben meestal een rechthoekige, niet-vierkante doorsnede. Het is algemeen bekend dat voor het vormen van stabiel gestapelde pallets de ladingseenheden overlappend moeten worden gestapeld. Het is met de inrichting volgens de uitvinding zeer 25 goed mogelijk dit te bereiken, met een minimale hoeveelheid werk voor het personeel. Daartoe is de inrichting 1 voorzien van een besturingseenheid 15, die op basis van de ingevoerde grootte van de stapelbare ladingseenheden A en de grootte van de gebruikte pallet E stapelpatronen kiest of berekend, waarbij voor opeenvolgende pallet-30 lagen indien mogelijk steeds wisselende stapelpatronen worden gekozen zodanig dat ladingseenheden van aanliggende palletlagen D overlappend worden gestapeld. Dit is op zich in het vak bekend, bijvoorbeeld uit US 6.257.826.
Ofschoon het mogelijk is stapelbare ladingseenheden A op de 35 transportbaan 3 handmatig te draaien, geniet het sterk de voorkeur dit automatisch en onder controle van de besturingseenheid 15 te doen. Hiertoe bevindt zich stroomopwaarts van het vergaarstation 8 een draaistation 16 (fig. 7a, welke een detail weergeeft van de in- 1028990“ 9 richting 1, volgens lijn VII-VII in fig. 2). Dit draaistation 16 omvat bijvoorbeeld een in hoogte instelbare kop 17 met zuignappen 18.
De kop 17 pakt een ladingseenheid A op en draait deze over 90° en plaatst de ladingseenheid weer op de transportbaan 3, tegen de gelei-5 dingsrail 7 aan. Doordat, door het gebruik van een tweetal trajecten j 3a en 3b (fig. 2) de ladingseenheden A op afstand van elkaar zijn gebracht, hoeft de te draaien ladingseenheid niet tot boven de andere ladingseenheden op de transportbaan 3 te worden opgetild, hetgeen de i constructie en het bedrijf van de inrichting 1 vereenvoudigt. De aan- j 10 wezigheid van de geleiderail 7 vergemakkelijkt de bepaling van de i plaats van de te draaien ladingseenheid, aangezien de kop 17 de te draaien ladingseenheid A bij voorkeur nabij het midden ervan vast dient te houden. Dit omdat er dan minder kracht nodig is, en het risico van voortijdig loslaten van de stapelbare ladingseenheid door de 15 kop 17 wordt verkleind.
Bij voorkeur is het frame 2 boven de transportbaan 3 ter plaat- ! se van het draaistation 16 van een array van fotocellen 19 voorzien (fig. 7b toont, ondanks het feit dat dit een bovenaanzicht is, de plaats waar de fotocellen 19 zich aan de naar de transportbaan 3 ge-20 keerde zijde bevinden), waarmee de breedte en/of oriëntatie en/of j aanwezigheid van een eventueel te draaien ladingseenheid kan worden vastgesteld. Voor het kunnen oppakken van een stapelbare ladingseenheid is de kop 17 in hoogte beweegbaar, en ook de afstand tot de geleiderail 7 kan worden gevarieerd, om de plaats waar de kop op een 25 stapelbare ladingseenheid A aangrijpt aan die ladingseenheid A aan te kunnen passen.
Figuur 4 toont een arm 20 volgens de uitvinding, welke een eerste armdeel 21, een tweede armdeel 22 en een kop 23 voor het grijpen van stapelbare ladingseenheden A. De arm 20 is via een staander 24 30 aan het frame 2 bevestigd. Het geheel is zodanig uitgevoerd dat de totale hoogte van de inrichting 1 minder is dan de inwendige hoogte van een zeecontainer, d.w.z. lager dan 275 cm, bij voorkeur lager dan 245 cm. Het eerste armdeel 21 is aan een proximaal uiteinde (bezien vanuit de staander 24) draaibaar rond een eerste verticale as 25 met 35 de staander 24 verbonden. Het tweede armdeel 21 is met een proximaal uiteinde draaibaar rond een tweede verticale as 26 met het distale uiteinde van het eerste armdeel 21 verbonden. De kop 23 is draaibaar rond een derde verticale as 27 met het distale uiteinde van het twee- 1028990“ 10 de armdeel 22 verbonden. Verticaal betekent hier dat de afwijking van de verticale assen ten opzichte van de normaal maximaal 10" is, bij voorkeur minder dan 7', en met de meeste voorkeur minder dan 4'.
Teneinde het werk voor personeel dat de arm bedient te verge-5 makkelijken is de arm 20 volgens een voorkeursuitvoering zelfsturend uitgevoerd. Daartoe is, volgens de hier weergegeven uitvoeringsvorm (fig, 4a en 4b) het tweede armdeel 22 nabij het proximale uiteinde ervan, dat wil zeggen nabij de tweede verticale as 26, voorzien van een geleider 28 voor een kabel 29. Deze bevindt zich in de beschreven 10 uitvoeringsvorm onder het tweede armdeel 22, maar is niettemin in fig. 4a en 4b weergegeven. De geleider 28 heeft om wrijving te beperken bij voorkeur de vorm van een draaibaar wiel 28. De kabel 29 is met een eerste uiteinde ervan bovenstrooms (betrokken op de eerste transportrichting) van eerste verticale as 25 aan de staander 24 be-15 vestigd, en met het tweede uiteinde ervan aan de kop 23 aan de zijde van de kop 23 gelegen tussen de derde en de eerste verticale as (26 respectievelijk 25). De kabel 29 heeft een lengte kleiner dan de som van de lengte van het eerste en het tweede armdeel (21 respectievelijk 22) en wordt gespannen gehouden met een veer 30. Het effect van 20 deze constructie is dat de arm 20 van de inrichting 1 wanneer de kop 23 zich nabij het distale uiteinde van de transportbaan 3 bevindt naar de transportbaan 3 gedwongen, en de kop 23 naar de transportbaan wordt gedraaid. Dit is weergegeven in fig. 4a en 4b. De door het personeel op de arm 20 uit te oefenen kracht kan worden verlaagd door de 25 inrichting 1 te voorzien van een onder gebruikmaking van een pneumatisch of hydraulisch aangedreven cilinder 32. Deze is bovenstrooms (betrokken op de eerste transportrichting) aan de drager 24 bevestigd en aan het eerste armdeel 21. Aan elk uiteinde van het werktraject van deze cilinder bevindt zich een smoortraject van 100 mm voor het 30 dempen van de uiterste bewegingen van de arm 20. Het bedienen van de cilinder 32 geschiedt met een bedieningseenheid 33 welke aan de kop 23 van de arm 20 is bevestigd.
Figuur 5a toont in een zijaanzicht de kop 23 van de inrichting 1. De kop 23 die via de derde verticale as 27 draaibaar is bevestigd 35 aan het distale uiteinde van het tweede armdeel 22 (niet weergegeven) omvat een eerste zuigerstangloze cilinder 34. De zuigerstangloze cilinder 34 omvat een eerste tafel 35 welke is voorzien van een tweede zuigerstangloze cilinder 36, en de tweede zuigerstangloze cilinder 36 1028990- 11 een tweede tafel 37 omvat. Deze tweede tafel 37 is voorzien van een array 38 van in hoofdzaak horizontaal verlopende elementen 39, waarbij in de weergegeven uitvoeringsvorm elk element 39 is voorzien van twee verticaal gerichte zuignappen 40 voor het aan de bovenzijde van 5 ten minste een stapelbare ladingseenheid A aangrijpen van die ten minste ene stapelbare ladingseenheid A. De elementen 39 zijn middels een scharnierende parallellogram-constructie 41 en een pneumatische cilinder 42 onafhankelijk van de overige elementen 39 in verticale richting verplaatsbaar (fig. 5a en 5b), waardoor zij in hoofdzaak ho-10 rizontaal blijven en ook in contact kunnen komen met de bovenzijde van een ladingseenheid A wanneer deze niet horizontaal staat of ingezakt is. Een zeer belangrijk aspect is dat met een dergelijke constructie de hoogste stapelbare ladingseenheden A kunnen worden opgepakt, en toch nog kleine stapelbare ladingseenheden A van de vloer 15 van de laadruimte kunnen worden opgepakt.
De bedieningseenheid 33 heeft geschikt 2 knoppen voor het naar boven en beneden bewegen van de array van elementen 39, en twee knoppen voor het bedienen van de cilinder 32 voor het intrekken en strekken van de arm 20, en twee knoppen voor het in- en uitschakelen van 20 het vacuüm voor de elementen 39.
De elementen 39 zijn via vacuümslangen 43 (fig. 6, niet in de overige figuren) met een vacuümgenerator (niet weergegeven) verbonden. Deze vacuümgenerator is met voordeel een van het type dat met perslucht werkt, zoals model PVP50MD verkrijgbaar bij de firma Hem-25 mes, Hengelo, Nederland. Dergelijk vacuümgeneratoren zijn klein en kunnen dicht bij de kop of in of aan de kop worden bevestigd. Doordat zij zich dan dicht bij de zuignappen 40 bevinden, kunnen deze snel werken (geringe latentietijd). De vacuümgenerator is op zijn beurt met een compressor 44 verbonden (fig. 1). Bij voorkeur wordt gebruik 30 gemaakt van een drukvat, en verkrijgt de vacuümgenerator de perslucht uit het drukvat, welk drukvat door de compressor 44 wordt gevuld. De compressor 44 wordt bijvoorbeeld elektrisch aangedreven. In de weergegeven uitvoeringsvorm is het frame 2 hol en wordt dit als drukvat gebruikt. In de praktijk is gebruik gemaakt van een druk van 10 bar. 35 Fig. 6a en 6b tonen een doorsnede door de kop 23. Te zien is een element 39 met twee zuignappen 40. Het element 39 is hol, en elk lumen van de zuignappen 40 is middels een holle schroef 45 (zie inzet bij fig. 6a) met het lumen van het element 39 verbonden. Het lumen 1028990“ 12 van het element 39 staat via een vacuümslang 43 in verbinding met een zelfsluitende afsluiter 46. Een zelfsluitende afsluiter 46 is een afsluiter die bij een te groot luchtdebiet zichzelf afsluit (zoals model 63.005 verkrijgbaar bij de firma Hemmes, Hengelo, Nederland). Al-5 dus wordt bereikt dat, als element 39 geen grip krijgt op een verpakkingseenheid A, het door de vacuümgenerator gegenereerde vacuüm van andere elementen 39 niet in gevaar wordt gebracht.
De inrichting 1 is verplaatsbaar door middel van wielen 47 (fig. 1). Ten minste 1 paar, bijvoorbeeld het proximaal gelegen paar, 10 is met voordeel in vertikale richting beweegbaar, bij voorkeur hydraulisch .
De inrichting volgens de uitvinding kan, binnen het kader van de bijgaande conclusies, op diverse wijzen worden uitgevoerd. Zo kan deze de vorm hebben van een T, waarbij zich aan het proximale uitein-15 de aan weerszijden van de transportbaan twee tweede aanslagen bevinden. Hiermee kan afwisselend een palletlaag bij de ene of de andere tweede aanslag worden opgebouwd, en een pallet worden gevuld. Ook kunnen op deze manier gemakkelijk twee verschillende ladingseenheden apart tot palletlagen worden gevormd.
20 i i 1028990-

Claims (15)

1. Inrichting voor het uitladen van stapelbare ladingseenheden uit 5 een laadruimte, waarbij de inrichting een frame omvat voorzien van een aandrijfbare transportbaan met een distaai uiteinde en een proxi-maal uiteinde, waarbij ten minste een deel van het frame met de aandrijfbare transportbaan zodanig is gedimensioneerd dat dit in de laadruimte kan worden gebracht, met het kenmerk, dat het frame nabij 10 het distale uiteinde is voorzien van een beweegbare arm, waarbij de beweegbare arm is voorzien van een kop voor het grijpen van ten minste een stapelbare ladingseenheid.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het frame is 15 voorzien van een eerste verticale as, de arm een scharnierende arm is die een eerste armdeel en een tweede armdeel omvat waarbij een eerste armdeel draaibaar rond de eerste verticale as is verbonden met het frame, een tweede verticale as het eerste armdeel en tweede armdeel verbindt, en de kop via een derde verticale as met het tweede armdeel 20 is verbonden.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het tweede armdeel nabij de tweede verticale as is voorzien van een geleider voor een kabel, de kabel een lengte heeft kleiner dan de som van de 25 lengte van het eerste en het tweede armdeel, en het eerste uiteinde van de kabel distaai aan het frame is bevestigd ten opzichte van de plaatsing van de eerste verticale as, en het tweede uiteinde van de kabel aan de kop is bevestigd aan de zijde van de kop gelegen tussen de derde en de eerste verticale as. 30
4. Inrichting volgens een van de conclusies 2 of 3, met het kenmerk, dat het frame is voorzien van een actueerbare cilinder welke is verbonden met het eerste armdeel
5. Inrichting volgens een van de conclusies 2 tot 4, met het kenmerk, dat de kop die via de derde verticale as draaibaar is bevestigd aan het tweede armdeel een eerste zuigerstangloze cilinder omvat, de zui-gerstangloze cilinder een eerste tafel omvat welke is voorzien van 1028990·: een tweede zuigerstangloze cilinder, en de tweede zuigerstangloze cilinder een tweede tafel omvat welke is voorzien van een middels de zuigerstangloze cilinders in verticale richting beweegbaar array van verticaal gerichte zuignappen voor het aan de bovenzijde van ten min-5 ste een stapelbare ladingseenheid aangrijpen van die ten minste ene stapelbare ladingseenheid.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de array van verticaal gerichte zuignappen is opgebouwd uit eenheden welke ten 10 minste 1 verticaal gerichte zuignap omvatten, waarbij de eenheden onafhankelijk van elkaar in een richting met een verticale component beweegbaar zijn ten opzichte van de tweede tafel.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat elke eenheid 15 een klep bezit die in geval van vrije luchtaanvoer vanuit de ten minste ene verticaal gerichte zuignap van de eenheid zichzelf sluit.
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het frame is voorzien van een geleiderail voor de stapelbare ladingseenhe- 20 den, en de transportbaan een rollenbaan is waarvan ten minste een deel van de rollen onder een zodanige hoek ten opzichte van de geleiderail zijn geplaatst dat bij transport in de eerste transportrich-ting de stapelbare ladingseenheden in contact met de geleiderail worden gebracht. 25
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kop zuignappen omvat aangesloten op een met perslucht aangedreven vacuümgenerator.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de inrich ting een compressor bezit voor het genereren van perslucht.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat ten minste een deel van het frame hol is en een persluchtdrukvat vormt. 35
12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het ken-' merk, dat de transportbaan een breedte heeft van ten minste 40 cm en »1028990* maximaal 100 cm, en de transportbaan een lengte heeft tussen 3 en 6 meter.
13. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de in-5 richting is voorzien van wielen.
14. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij proximaal geplaatste wielen in hoogte verstelbaar zijn.
15. Werkwijze voor het uitladen van een laadruimte, met het kenmerk, dat een inrichting volgens een der voorgaande conclusies wordt toege- I past. i i 1028990-
NL1028990A 2005-05-09 2005-05-09 Inrichting voor het uitladen van een laadruimte II. NL1028990C2 (nl)

Priority Applications (10)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1028990A NL1028990C2 (nl) 2005-05-09 2005-05-09 Inrichting voor het uitladen van een laadruimte II.
PT67330464T PT1885636E (pt) 2005-05-09 2006-05-08 Aparelho para descarregar um espaço de carga
ES06733046T ES2414504T3 (es) 2005-05-09 2006-05-08 Aparato para la descarga de una bodega de carga
PCT/NL2006/000242 WO2006121329A1 (en) 2005-05-09 2006-05-08 Apparatus for unloading a cargo space
SI200631625T SI1885636T1 (sl) 2005-05-09 2006-05-08 Naprava za razkladanje tovornega prostora
PL06733046T PL1885636T3 (pl) 2005-05-09 2006-05-08 Aparat do rozładowywania przestrzeni ładunkowej
EP06733046.4A EP1885636B1 (en) 2005-05-09 2006-05-08 Apparatus for unloading a cargo space
DK06733046.4T DK1885636T3 (da) 2005-05-09 2006-05-08 Apparatur til at aflæsse et fragtrum
US11/938,122 US20090067953A1 (en) 2005-05-09 2007-11-09 Apparatus for unloading a cargo space
CY20131100611T CY1114182T1 (el) 2005-05-09 2013-07-17 Συσκευη για την εκφορτωση ενος χωρου φορτιου

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1028990A NL1028990C2 (nl) 2005-05-09 2005-05-09 Inrichting voor het uitladen van een laadruimte II.
NL1028990 2005-05-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1028990C2 true NL1028990C2 (nl) 2006-11-13

Family

ID=36950873

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1028990A NL1028990C2 (nl) 2005-05-09 2005-05-09 Inrichting voor het uitladen van een laadruimte II.

Country Status (10)

Country Link
US (1) US20090067953A1 (nl)
EP (1) EP1885636B1 (nl)
CY (1) CY1114182T1 (nl)
DK (1) DK1885636T3 (nl)
ES (1) ES2414504T3 (nl)
NL (1) NL1028990C2 (nl)
PL (1) PL1885636T3 (nl)
PT (1) PT1885636E (nl)
SI (1) SI1885636T1 (nl)
WO (1) WO2006121329A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN108466836A (zh) * 2018-05-22 2018-08-31 云浮市新飞龙机械有限公司 一种多板紧叠自动分离翻板机

Families Citing this family (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102010015299A1 (de) * 2010-04-15 2011-10-20 BIBA - Bremer Institut für Produktion und Logistik GmbH System zum Handhaben von Stückgütern für das, vorzugsweise automatische, Be- und Entladen eines Laderaumes
ITFI20120172A1 (it) * 2012-08-30 2014-03-01 Kpl Packaging Spa "macchina per il confezionamento di prodotti disposti in gruppi ordinati"
NL2009929C2 (nl) * 2012-12-04 2014-06-10 Copal Dev B V Inrichting voor het hanteren van stapelbare ladingseenheden in een laadruimte, alsmede een werkwijze voor het hanteren van stapelbare ladingseenheden.
NL2009928C2 (nl) * 2012-12-04 2014-06-10 Copal Dev B V Inrichting voor het hanteren van stapelbare ladingseenheden in een laadruimte, alsmede een werkwijze voor het hanteren van stapelbare ladingseenheden.
CA2912528A1 (en) 2013-05-17 2014-11-20 Intelligrated Headquarters, Llc Robotic carton unloader
US9650215B2 (en) 2013-05-17 2017-05-16 Intelligrated Headquarters Llc Robotic carton unloader
US10807805B2 (en) 2013-05-17 2020-10-20 Intelligrated Headquarters, Llc Robotic carton unloader
EP2805903B1 (en) * 2013-05-22 2015-10-14 Cartonmover B.V. Method and device for unloading stacked objects, like boxes
WO2015031668A1 (en) 2013-08-28 2015-03-05 Intelligrated Headquarters Llc Robotic carton unloader
NL2011602C2 (en) * 2013-10-11 2015-04-14 Copal Dev B V A method for moving a stackable cargo unit from a first location to a second location, a device and an apparatus.
US9623569B2 (en) 2014-03-31 2017-04-18 Intelligrated Headquarters, Llc Autonomous truck loader and unloader
US9950881B2 (en) 2014-09-05 2018-04-24 Bastian Soluitons, LLC Robotic trailer loading device with telescoping robot
US9868596B2 (en) * 2014-09-30 2018-01-16 Amazon Technologies, Inc. Automated loading system
US10597235B2 (en) 2016-10-20 2020-03-24 Intelligrated Headquarters, Llc Carton unloader tool for jam recovery
JP7186697B2 (ja) 2016-10-27 2022-12-09 バスティアン・ソリューションズ,エルエルシー 自動荷降ろし積載ロボットシステム
EP3636566B1 (en) * 2018-10-10 2023-03-22 Tata Consultancy Services Limited Apparatus for loading and unloading of freight
CA3139864A1 (en) 2019-05-31 2020-12-03 Joe G. Zoghzoghy Automated unloading and loading robot system with telescoping mast and z-axis control
WO2021260412A1 (en) 2020-06-23 2021-12-30 Haddad & Co S.A.L. (Holding Company) Device and process for automated loading and unloading of parcels

Family Cites Families (23)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3757966A (en) * 1971-03-12 1973-09-11 J & J Manuf Co Palletizing apparatus
US4065001A (en) * 1976-06-15 1977-12-27 Shiroyama Kogyo Co., Ltd. Manipulator
US4251029A (en) * 1978-12-12 1981-02-17 Miles T. Carson Underground service module
GB2042460B (en) * 1979-01-18 1983-04-13 Lumbard A Mobile apparatus forstacking blocks
US4281955A (en) * 1979-10-31 1981-08-04 Mcwilliams Joseph E Method and apparatus for unloading bulk mail vans
US4466764A (en) * 1982-04-29 1984-08-21 Physical Systems, Inc. Apparatus for separating and lifting units from a stack
NL8302803A (nl) * 1983-08-09 1985-03-01 Hulo Pannerden B V Inrichting voor het verplaatsen van voorwerpen zoals voor het laden en lossen van een pallet en dergelijke.
US5088873A (en) * 1988-12-06 1992-02-18 Yellow Freight System, Inc. Manipulator mixed freight handling system
US5015145A (en) * 1989-10-06 1991-05-14 R. J. Reynolds Tobacco Company Automated cargo loading system
US5125789A (en) * 1990-01-02 1992-06-30 Peerless Automation Molded parts removal and transfer robot
DE4118640C2 (de) * 1990-06-28 1994-10-20 Focke & Co Vorrichtung zum Beladen von Paletten mit Kartons
US5256021A (en) * 1991-06-04 1993-10-26 Wolf James M Telescope vehicle loading and unloading system
DE19815434A1 (de) * 1998-04-07 1999-10-14 Focke & Co Hubvorrichtung (Palettierer) mit Schwenkarm
US6257826B1 (en) 1998-09-18 2001-07-10 Kisters Kayat, Inc. Package handling apparatus and method
US6253905B1 (en) * 1999-02-26 2001-07-03 Rapistan Systems Advertising Corp. Unscrambling and aligning conveyor
US6149375A (en) * 1999-03-18 2000-11-21 Embrex, Inc. Egg removal apparatus
US6439631B1 (en) * 2000-03-03 2002-08-27 Micron Technology, Inc. Variable-pitch pick and place device
JP2002211747A (ja) * 2001-01-15 2002-07-31 Murata Mach Ltd コンベヤ装置
NL1017970C2 (nl) * 2001-05-01 2002-11-05 Chord Projects Inrichting, samenstel en werkwijze voor het in- en uitladen van stukgoederen in een laadruimte.
DE20202926U1 (de) 2002-02-21 2002-05-16 Deutsche Post AG, 53175 Bonn Einrichtung zum Be- und Entladen von Transportbehältern
DE10324755A1 (de) * 2003-03-04 2004-09-16 K-Robotix GmbH Vorrichtung zum Stapeln und/oder Entstapeln von Gegenständen
US7000964B1 (en) * 2004-03-31 2006-02-21 Bakery Holdings Llc Vacuum flow suction cup assembly
DE202004009581U1 (de) * 2004-04-01 2004-10-14 Farrenkopf, Christine Transportvorrichtung

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN108466836A (zh) * 2018-05-22 2018-08-31 云浮市新飞龙机械有限公司 一种多板紧叠自动分离翻板机
CN108466836B (zh) * 2018-05-22 2024-01-26 云浮市新飞龙机械有限公司 一种多板紧叠自动分离翻板机

Also Published As

Publication number Publication date
ES2414504T3 (es) 2013-07-19
US20090067953A1 (en) 2009-03-12
PT1885636E (pt) 2013-07-23
PL1885636T3 (pl) 2013-09-30
WO2006121329A1 (en) 2006-11-16
EP1885636A1 (en) 2008-02-13
EP1885636B1 (en) 2013-04-17
DK1885636T3 (da) 2013-07-08
CY1114182T1 (el) 2016-10-05
SI1885636T1 (sl) 2013-12-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1028990C2 (nl) Inrichting voor het uitladen van een laadruimte II.
NL2009928C2 (nl) Inrichting voor het hanteren van stapelbare ladingseenheden in een laadruimte, alsmede een werkwijze voor het hanteren van stapelbare ladingseenheden.
JP5814472B2 (ja) 荷積スペースから貨物を荷卸しするための装置及びプロセス
US11702296B2 (en) Conveying system for conveyable and non-conveyable articles
AU2006243566B2 (en) System for unloading or loading of cargo
CN209796921U (zh) 一种具有多层投放装置的装载设备
NL2009929C2 (nl) Inrichting voor het hanteren van stapelbare ladingseenheden in een laadruimte, alsmede een werkwijze voor het hanteren van stapelbare ladingseenheden.
CN103043356A (zh) 货架服务单元和拣选仓库
US20090139188A1 (en) Separate Packing Station
CN107406196A (zh) 储存和提取***的输送车辆
CN101657370B (zh) 封装大型饮料包装的方法和装置
CN112978278B (zh) 货物托盘分离处理设备和自动装车设备
CN109691946A (zh) 容器餐具清洗设备
FR2814161A1 (fr) Dispositif de palettisation a tetes de depose multiples
CN210438034U (zh) 物品分离装置
JPH10236642A (ja) 農産物を載せた受皿の搬送合流装置
NL1028989C2 (nl) Inrichting voor het uitladen van een laadruimte I.
BE1026369B1 (nl) Buisrailwagen en werkwijze voor het oogsten van vruchten of groenten met behulp van zulke buisrailwagen
JPH10278905A (ja) 農産物の選別包装装置
US2350449A (en) Machine for handling boxes and similar articles
US1574143A (en) Conveyer system
CN214527939U (zh) 用于自带储存位的堆垛机的载货台
CN213833707U (zh) 用于产品箱叠层和拆箱的叠箱拆箱机
US3181684A (en) Transfer mechanism for conveyor keg palletizing device
JP2000079945A (ja) 農産物の選別包装装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20131201