NL1028334C2 - Scharnierboutconstructie met borging. - Google Patents

Scharnierboutconstructie met borging. Download PDF

Info

Publication number
NL1028334C2
NL1028334C2 NL1028334A NL1028334A NL1028334C2 NL 1028334 C2 NL1028334 C2 NL 1028334C2 NL 1028334 A NL1028334 A NL 1028334A NL 1028334 A NL1028334 A NL 1028334A NL 1028334 C2 NL1028334 C2 NL 1028334C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
hinge bolt
nut
tool
locking ring
locking
Prior art date
Application number
NL1028334A
Other languages
English (en)
Inventor
Antonius Johannes Henri Bruurs
Original Assignee
Holmatro Ind Equip
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Holmatro Ind Equip filed Critical Holmatro Ind Equip
Priority to NL1028334A priority Critical patent/NL1028334C2/nl
Priority to CA 2599038 priority patent/CA2599038C/en
Priority to EP20060732927 priority patent/EP1848564B8/en
Priority to DK06732927T priority patent/DK1848564T3/da
Priority to AU2006214853A priority patent/AU2006214853B2/en
Priority to ES06732927.6T priority patent/ES2478641T3/es
Priority to JP2007556096A priority patent/JP5043687B2/ja
Priority to PCT/NL2006/000087 priority patent/WO2006088363A2/en
Priority to US11/884,232 priority patent/US8122797B2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1028334C2 publication Critical patent/NL1028334C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23DPLANING; SLOTTING; SHEARING; BROACHING; SAWING; FILING; SCRAPING; LIKE OPERATIONS FOR WORKING METAL BY REMOVING MATERIAL, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23D17/00Shearing machines or shearing devices cutting by blades pivoted on a single axis
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23DPLANING; SLOTTING; SHEARING; BROACHING; SAWING; FILING; SCRAPING; LIKE OPERATIONS FOR WORKING METAL BY REMOVING MATERIAL, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23D29/00Hand-held metal-shearing or metal-cutting devices
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23DPLANING; SLOTTING; SHEARING; BROACHING; SAWING; FILING; SCRAPING; LIKE OPERATIONS FOR WORKING METAL BY REMOVING MATERIAL, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23D31/00Shearing machines or shearing devices covered by none or more than one of the groups B23D15/00 - B23D29/00; Combinations of shearing machines
    • B23D31/008Cutting-up scrap
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T83/00Cutting
    • Y10T83/04Processes
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T83/00Cutting
    • Y10T83/869Means to drive or to guide tool
    • Y10T83/8821With simple rectilinear reciprocating motion only
    • Y10T83/8858Fluid pressure actuated
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T83/00Cutting
    • Y10T83/929Tool or tool with support
    • Y10T83/9411Cutting couple type
    • Y10T83/9447Shear type

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Clamps And Clips (AREA)
  • Pivots And Pivotal Connections (AREA)
  • Forklifts And Lifting Vehicles (AREA)

Description

SCHARNIERBOUTCONSTRUCTIE MET BORGING
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op gereedschap voor het op elkaar klemmen van ten opzichte van elkaar onder voorspanning staande scharnierbare delen. De uitvinding heeft tevens betrekking op een 5 scharnierboutconstructie met geïntegreerde borging, zoals bijvoorbeeld toegepast in genoemd gereedschap.
Een voorbeeld van dergelijk gereedschap betreft een hydraulische schaar. Hiermee wordt onder andere bedoeld een schaar met een voldoende knipkracht om objecten zoals 10 motorvoertuigen, treinen, boten e.d. open te knippen, bijvoorbeeld bij voertuigongevallen, zoek- en reddingsacties in een stedelijke omgeving, industriële toepassingen, en treinongevallen. In het geval van hydraulische scharen worden de scharnierbare delen (ook wel messen genoemd) van de schaar 15 door middel van een extern of intern aangedreven hydraulische cilinder verplaatst en kan hierdoor een zeer hoge knipkracht op het betreffende object uitgeoefend worden. Een ander voorbeeld van een dergelijk gereedschap betreft een hydraulische spreider waarmee delen van een object uit elkaar 20 kunnen worden gedrukt. Een ander voorbeeld van dergelijke gereedschap betreft een gecombineerde schaar en spreider.
In al deze gereedschappen wordt een scharnierboutconstructie toegepast om de genoemde, ten opzichte van elkaar scharnierbare delen om een centraal scharnierpunt te laten 25 draaien, terwijl tegelijkertijd de bewegende delen op elkaar worden geklemd om deze op een bepaalde voorspanning te houden. De voorspanning is belangrijk aangezien deze in grote mate bepalend is voor de effectiviteit van het gereedschap en de standtijd van de onderdelen.
2
Een algemeen toegepaste constructie is die waarin de bewegende delen in een vorkconstructie draaien om een scharnierbout, die aan een uiteinde voorzien is van een schroefdraad waarop een moer is geschroefd. Op deze manier 5 wordt het samendrukken van de bewegende delen en het daarmee op voorspanning houden van de bewegende delen tot stand gebracht. De vorkconstructie wordt dan samen met de scharnierbare delen op elkaar geklemd. Aan deze bekende constructie kleeft echter een aantal bezwaren.
10 Als gevolg van de moerhoogte en de boutkop ontstaat er bovendien een vrij groot uitstekend gedeelte aan de zijkant van het gereedschap. Als gevolg van het relatief grote uitstekende gedeelte, is het manoeuvreren van het gereedschap moeilijk, met name indien slechts weinig ruimte 15 in of bij het object beschikbaar is.
Een verder bezwaar is dat afhankelijk van de draairichting van de bewegende delen (messen van een schaar of de armen van een spreider) er een grote radiale kracht ontstaat op de scharnierbout en/of de moer, waardoor de moer 20 zich nog vaster of zelfs los kan draaien met als gevolg dat de voorspanning toeneemt of wegvalt. Het op deze wijze verliezen van de voorspankracht kan zeer nadelig zijn voor de werking van het gereedschap. Er is derhalve een borging noodzakelijk om te voorkomen dat de scharnierboutconstructie 25 de voorspanning verliest. In veel gevallen wordt de boutkop daarom zodanig uitgevoerd dat deze vorm-gesloten in een speciale uitsparing past en dus niet meer kan meedraaien. In een dergelijke constructie moet dan nog de moer van de scharnierbout geborgd worden tegen ongewild losgaan. Dit 30 wordt bijvoorbeeld opgelost door een tweede moer bovenop de eerste moer te draaien of door het gebruik van zogenaamde borgmoeren, borgplaten of borgringen.
1 Π η n λ 'j 3
Een bezwaar van een dergelijke krachtgesloten borgingsconstructie is dat deze zijn werking verkrijgt door middel van wrijving en deze zijn effect kan verliezen zodra er een grote axiale kracht ontstaat in de scharnier-5 constructie. Door eventuele vervorming ontstaat speling met als gevolg verlies van voorspanning. Verder zijn dit soort borgingsconstructies gevoelig voor trillingen en zijn borgringen bijvoorbeeld minder geschikt bij geharde onderdelen. Een ander bezwaar van deze gangbare 10 borgingsconstructies is het feit dat de noodzakelijke wrijving voor een goede werking ook een deel van het aangebrachte moment op de moer soupeert en er derhalve effectief een kleiner deel overblijft voor de eigenlijke voorspanning. Verder kan men niet objectief controleren welke 15 voorspanning resteerde als men een moer met een speciaal gereedschap los draait. De wrijving zal altijd een hogere waarde voor het losdraaien tonen dan het werkelijk aangebrachte moment.
Een verder bezwaar van de bestaande borgingscon-20 structies is dat dergelijke constructies zeer veel extra hoogte nodig hebben, hetgeen het werken in beperkte ruimtes verder bemoeilijkt.
Een nog verder bezwaar van het bekende gereedschap is het feit dat het op elkaar klemmen van de scharnierende delen 25 vaak geschiedt door het tevens op elkaar klemmen van een zogenaamde houder, dat wil zeggen het inklemmen van de vork van de houder van het gereedschap, waarbij de scharnierbare delen, bijvoorbeeld de spreidelementen of de schaarmessen, draaibaar aan de vork zijn bevestigd. De boutkop en de moer 30 oefenen derhalve een kracht uit op de houder, welke kracht wordt doorgegeven op de scharniermessen. Bij een extreme axiale belasting in de scharnierbout, onder andere veroorzaakt door het wijken van de schaarmessen tijdens het . Λ Λ Λ Λ Λ Λ 4 knippen van constructief sterke objecten, ontstaat een onevenredig verdeelde spanning in het materiaal van de genoemde houder met als gevolg dat de moer en boutkop van de scharnierboutconstructie eveneens onevenredig belast worden.
5 Dit kan resulteren in een breuk van de bout. Door de kinetische energie die is opgebouwd in de houder, de scharnierbout, de scharniermoer en de eventuele borgplaten of borgringen kunnen bij een eventuele overbelastingsbreuk in uitzonderlijke gevallen zelfs onderdelen van de 10 scharnierboutconstructie wegschieten, hetgeen gevaar voor de bedieningspersoon van het gereedschap en eventuele omstanders kan opleveren.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding om ten minste één van de bovengenoemde bezwaren van de bekende 15 gereedschappen of van de bekende gereedschappen en de bekende scharnierboutconstructies te ondervangen.
Het is een verder doel van de uitvinding compact en lichtgewicht gereedschap te verschaffen waarin het gevaar voor de gebruiker en eventuele omstanders bij breuk van de 20 scharnierboutconstructie is gereduceerd.
Volgens een eerste aspect van de onderhavige uitvinding wordt daartoe een gereedschap verschaft voor het op elkaar klemmen van ten opzichte van elkaar onder voorspanning scharnierbare delen, omvattende: 25 - een houder voorzien van een vork, waarbij elk van de uiteinden van de vork voorzien is van een opening; - twee tussen de uiteinden van de vork bevestigbare scharnierbare delen, welke ter plaatse van hun scharnierpunt zijn voorzien van openingen; 30 - een in de openingen in de vork en de scharnierbare delen aan te brengen scharnierboutconstructie voor bevestiging van de scharnierbare delen aan de vork van de houder, de scharnierboutconstructie omvattende: 5 - een scharnierbout met een aan een eerste uiteinde voorzien verbreed deel en aan het andere uiteinde voorzien van eerste bevestigingsmiddelen; - een moer voorzien van tweede bevestigingsmiddelen 5 voor bevestiging van de moer aan de eerste bevestigingsmiddelen aan het genoemde andere uiteinde van de scharnierbout; waarbij het verbrede deel van de scharnierbout en de moer zijn uitgevoerd om in gebruik aan te liggen tegen de 10 scharnierbare delen om deze met de vereiste voorspanning in te klemmen.
Hierdoor worden de scharnierbare delen al dan niet direct op elkaar geklemd zonder tussenkomst van bijvoorbeeld de vork van de houder. Dit heeft als eerste voordeel dat de 15 onderhavige scharnierboutconstructie zeer compact kan worden uitgevoerd en hierdoor tevens lichter in gewicht kan zijn. Zowel de scharnierbout als de moer van de scharnierboutconstructie blijven binnen de vork van de houder van het gereedschap zodat er nagenoeg geen uitstekende delen meer 20 zijn en hantering van het gereedschap in beperkte ruimtes vergemakkelijkt wordt.
Volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm liggen het verbrede deel van de scharnierbout en de moer in gebruik direct aan tegen de naar de vorkuiteinden gerichte zijden van 25 de scharnierbare delen. In deze voorkeursuitvoering zijn geen onderdelen aangebracht tussen de scharnierbout en moer enerzijds en de scharnierbare delen anderzijds. Hierdoor kan de scharnierboutconstructie nog compacter en lichter worden uitgevoerd dan in de uitvoering waarin de scharnierbout en 30 moer op indirecte wijze aanliggen tegen de scharnierbare delen.
In een verdere voorkeursuitvoerinsgvorm is aan de scharnierbout een niet-cilindrische vorm aangebracht welke 4 A * .
6 overeenkomt met een uitsparing in de vork van de houder zodat de scharnierbout zelf niet kan draaien. De moer moét uiteraard wel kunnen draaien om de voorspanning op de scharnierbare delen over te brengen. Aan zowel de 5 scharnierbout als aan de moer is verder een verbreding aangebracht zodat rekening houdend met enige speling ook de vork van de houder bij elkaar wordt gehouden
Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten het verbrede deel van de scharnierbout en/of de moer een ten 10 minste gedeeltelijk conusvormig deel voor het vormen van een schuin aanlegvlak op de scharnierbare delen. Door deze conische vorm van de scharnierbout en de moer verlopen de contactvlakken tussen scharnierbout/moer enerzijds en de scharnierende delen anderzijds op schuine wijze en kan de 15 effectieve afstand tussen de twee effectieve krachtlijnen groter worden, waardoor bij eenzelfde kracht een groter houdkoppel op de scharnierdelen ontstaat.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding omvat het gereedschap borgmiddelen voor het borgen 20 van de scharnierboutconstructie, waarbij de borgmiddelen in de scharnierboutconstructie zijn aangebracht. Hiermee wordt bedoeld dat de borgmiddelen minder of zelfs geheel niet uitsteken buiten de scharnierbout en de moer zelf, zoals bijvoorbeeld het geval is bij toepassing van een tweede 25 borgmoer op de moer, zoals eerder beschreven is. Hiermee kan men voorkomen dat de scharnierboutconstructie ter plaatse van de borgring te zeer uitstekende delen heeft hetgeen de hanteerbaarheid van het gereedschap in een beperkte ruimte zou verminderen.
30 Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het gereedschap borgmiddelen voor het borgen van de moer van de scharnierboutconstructie, omvattende: i i 7 - een aan het van bevestigingsmiddelen voorziene uiteinde van de scharnierbout aangebracht uitstekend deel; - een onverdraaibaar aan het uitstekende deel van de scharnierbout bevestigbare eerste borgring, welke borgring 5 voorzien is van een uitwendige vertanding; - een aan de moer onverdraaibaar bevestigbare en tussen de moer en de eerste borgring plaatsbare tweede borgring, wélke tweede borgring voorzien is van een op de uitwendige vertanding van de eerste borgring aangrijpbare 10 inwendige vertanding.
Door het op juiste wijze plaatsen van de tweede borgring en door de uitwendige vertanding daarvan aan te laten grijpen of de inwendige vertanding van de eerste borgring, kan de borging verzekerd worden nadat de moer op de 15 juiste, vooraf bepaalde voorspanning is gebracht.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de vertandingen zodanig uitgevoerd dat met relatief kleine hoekverdraaiingsstappen (Δα) de moer ten opzichte van de scharnierbout geborgd kan worden. De verdraaiingsstappen 20 worden bij voorkeur zo klein mogelijk gemaakt, zoals een hoekverdraaiingsstap (Δα)tussen 1° en 5° en bij voorkeur tussen 1° en 3°. Door de vertandingen op deze wijze uit te voeren, behoeft de moer wanneer de scharnierboutconstructie op de juiste voorspanning is gebracht niet meer verdraaid te 25 worden om een juiste borging te verzekeren.
In een nog meer bevoorkeurde uitvoeringsvorm wordt is de tweede borgring aangepast om in een vooraf bepaald aantal verdraaiingsstanden aan de moer bevestigd te kunnen worden. Wanneer nu ervoor gezorgd wordt, dat, uitgaande van speling 30 die er bestaat in de borgmiddelen, dat wil zeggen tussen het uitsteeksel aan de scharnierbout, de beide borgringen en de moer, welke speling nodig is om de borgringen gemakkelijk aan te kunnen brengen of te verwijderen, het aantal tanden van de 8 eerste en tweede borgring ongelijk is aan een veelvoud van het genoemde aantal verdraaiingsstanden en bovendien de waarde 360/(aantal tanden * aantal verdraaiingsstanden) kleiner is dan de genoemde speling, kunnen als gevolg van de 5 optredende verspringing van de tanden de borgringen in praktisch iedere willekeurige stand van de moer en derhalve bij exact de gewenste voorspanning aangebracht worden om de moer aan de scharnierbout te borgen.
In een constructietechnisch voordelige 10 uitvoeringsvorm is het uitstekende deel van de scharnierbout zodanig gevormd dat het past in een of meer corresponderende inwendige uitsparingen die zijn voorzien in de eerste borgring voor het onverdraaibaar bevestigen van de eerste borgring aan de scharnierbout.
15 Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de moer voorzien van een rij uitsparingen waarin aan de tweede borgring voorziene uitwendige nokken aan kunnen grijpen voor het in een aantal standen onverdraaibaar kunnen bevestigen van de tweede borgring aan de moer. Wanneer de tweede 20 borgring ten minste een uitsteeksel omvat dat in gemonteerde toestand uitsteekt vanaf de moer, bijvoorbeeld wanneer de genoemde nokken zijn voorzien aan het omtreksoppervlak van de tweede borgring, de uitsparingen zijn voorzien in omtreksrand van de moer en de nokken in gemonteerde toestand buiten de 25 moer uitsteken, kan de tweede borgring gemakkelijk met de hand uitgenomen worden. Een verder voordeel is dat zolang de tweede borgring aanwezig is, er geen handgereedschap, zoals bijvoorbeeld een veelhoekige dopsleutel, gebruikt kan worden om de moer los te draaien. Dit dwingt een logische volgorde 30 af waarbij eerst de borgring verwijderd wordt voordat de moer losgedraaid kan worden.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zijn over de openingen in de uiteinden van de vork 9 afdekelementen plaatsbaar. De afdekelementen hebben ondermeer als functie eventuele wegschietende delen van de scharnierboutconstructie als gevolg van breuk veroorzaakt door extreme axiale overbelasting tegen te houden, waardoor 5 de kans op verwonding van de bedieningspersoon en zijn omstanders sterk gereduceerd wordt. Een verdere functie van de afdek- elementen betreft de afscherming van de scharnierbout-constructie van de buitenwereld, zodat de kans op het eventueel binnendringen van vocht of vuil in de 10 scharnier-boutconstructie verder gereduceerd wordt.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de uiteinden van de scharnierbout voorzien van bevestigingsmiddelen voor het in gebruik bevestigen van de afdekelementen aan de respectievelijke uiteinden van de scharnierbout.
15 Hierdoor kunnen de afdekelementen aan het stuk gereedschap geborgd worden.
In een bepaalde voorkeursuitvoeringsvorm is bijvoorbeeld een afdekelementen voorzien van een opening, waarin in ingeschoven toestand een op de scharnierbout en het 20 betreffende afdekelement aangrijpende bevestigingsgroef kan worden aangebracht.
Volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding wordt een scharnierboutconstructie met geïntegreerde borging verschaft, bijvoorbeeld in het hierin 25 beschreven gereedschap, waarbij de scharnierboutconstructie omvat: - een scharnierbout; - een aan de kopse zijde van een uiteinde van de scharnierbout voorzien uitstekend deel; 30 - een aan het genoemde uiteinde van de scharnierbout bevestigbare moer; 10 - een onverdraaibaar aan het uitstekende deel van de scharnierbout bevestigbare eerste borgring, welke borgring voorzien is van een uitwendige vertanding; - een aan de moer onverdraaibaar bevestigbare en 5 tussen de moer en de eerste borgring plaatsbare tweede borgring, waarbij de tweede borgring voorzien is van een op de uitwendige vertanding van de eerste borgring aangrijpbare inwendige vertanding.
Verdere voordelen, kenmerken en details van de 10 onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de hand van de navolgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan. In de beschrijving wordt verwezen naar de bij gevoegde figuren, waarin tonen:
Figuur 1 een geëxplodeerd aanzicht in perspectief van 15 de voorkeursuitvoeringsvorm van de scharnierboutconstructie in een hydraulische schaar;
Figuur 2 een geëxplodeerd aanzicht van de voorkeursuitvoeringsvorm van de scharnierboutconstructie;
Figuren 3A en 3B detailaanzichten in perspectief van 20 de borging van de voorkeursuitvoeringsvorm van figuur 1, respectievelijk in ongeborgde en geborgde toestand;
Figuur 3C een bovenaanzicht van de borging in de in figuur 3B getoonde geborgde toestand;
Figuur 4 een detail van de in figuren 1-3 weergegeven 25 voorkeursuitvoeringsvorm;
Figuur 5 een detail waarin een andere voorkeursuitvoering met afgeschuinde contactvlakken van de scharnierbout en moer is weergegeven.
Figuren 1 en 2 tonen een voorbeeld van gereedschap 30 waarin een voorkeursuitvoeringsvorm van de scharnierboutconstructie volgens de uitvinding is aangebracht. De uitvoeringsvorm betreft een hydraulische schaar 1 waarmee objecten, zoals personenvoertuigen, treinen, 11 boten en dergelijke, opengeknipt kunnen worden. De met de schaar uit te oefenen knipkracht varieert, afhankelijk van het type schaar, kenmerkend (maar niet beperkend) tussen 100-500 kN. In andere, niet-weergegeven uitvoeringen is het stuk 5 gereedschap een spreider of een combinatie van een spreider en een schaar. De spreidkracht kan in deze uitvoeringen variëren, kenmerkend (maar niet beperkend) tussen 20 kN en 100 kN.
De schaar 1 omvat een huis 2 voorzien van een houder 10 waarin op bekende wijze een hydraulische cilinder (niet weergegeven) met een tweetal drukstangen is aangebracht waarmee de messen van de schaar bediend kunnen worden. Aan het uiteinde van de houder is een vorkconstructie voorzien waarvan het bovenste uiteinde 20 en het onderste uiteinde 19 15 in de figuren en met name in figuren 1 en 4, zijn weergegeven. De uiteinden 19,20 strekken zich uit ter weerszijden van een eerste schaarmes 5 en een tweede schaarmes 6. De schaarmessen 5,6 zijn voorzien van een snijkant 4 en kunnen ten opzichte van elkaar scharnieren door 20 middel van een scharnierboutconstructie zoals is getoond in de figuren.
De schaarmessen 5,6 omvatten respectievelijke uitsteeksels 7,8 waarin openingen 9,10 zijn aangebracht. Openingen 9,10 zijn voorzien om daarin de eerder genoemde 25 (niet-getekende) drukstangen van de hydraulische cilinder aan te bevestigen. De schaarmessen 5,6 zijn voorts voorzien van scharnieropeningen 2 respectievelijk 11 waarin de eerdergenoemde scharnierboutconstructie 25 gestoken kan worden. De schaarmessen 5,6 zijn zodanig ten opzichte van de 30 scharnierboutconstructie 25 scharnierbaar, dat door bediening van de hydraulische cilinders, die elk door een drukstang met de uitsteeksels 7,8 gekoppeld zijn, de messen 5,6 open en dicht (richting Plf figuur 1) gedraaid kunnen worden.
12
In figuren 2 en 4 is de onderhavige voorkeursuitvoeringsvorm van de scharnierboutconstructie 25 in meer detail weergegeven. De scharnierboutconstructie 25 omvat een scharnierbout 26 en een daarbij behorende moer 32.
5 De scharnierbout 26 is opgebouwd uit een langgerekt lijf met een relatief kleine diameter, waarbij aan een eerste uiteinde 29 een verbreed element 27, hierin ook wel houtkop genoemd, is voorzien. Aan het tegenoverliggende uiteinde 30 van de scharnierbout 26 is uitwendig schroefdraad 31 voorzien, 10 waarop aan de binnenzijde van de moer 32 voorzien inwendig schroefdraad 33 kan aangrijpen. Langs de omtrek van het uiteinde 29 is het verbrede element 27 voorts voorzien van een enigszins uitstekende flens 28, terwijl aan de tegenoverliggende kopse zijde van de scharnierbout 26 een 15 stervormig uitstekend deel 49, ook wel borgelement 49 genoemd.
De buitendiameter van het verbrede deel 27 van de scharnierbout 26 komt nagenoeg overeen met de binnendiameter van opening 21 in het onderste deel 19 van de houder zodat 20 het verbrede deel 27 daarin passend kan worden aangebracht.
De uitstekende flens 28 heeft een zodanige niet-cilindrische vorm, bijvoorbeeld de in figuur 1 getoonde veelhoekige vorm, die overeenkomt met de vorm van de opening in het uiteinde 19 van de vork van de houder, zodat de scharnierbout 25 niet ten 25 opzichte van dit uiteinde 19 kan verdraaien. Evenzo komt de buitendiameter van de moer 32 overeen met de binnendiameter van opening 22 welke opening 22 voorzien is in het bovenste deel 20 van de houder. Als gevolg hiervan zal in gemonteerde toestand (zoals is weergegeven in figuur 4) de buitenomtrek 30 van het verbrede deel 27 en de buitenomtrek van de moer 32 aanliggen tegen het binnenoppervlak van respectievelijk het onderste deel 19 en het bovenste deel 20 van de houder. Zoals eerder is vermeld, heeft het langgerekte lijfgedeelte 26 een 1 Λ λ λ « 13 kleinere diameter, die vergelijkbaar is met de diameter van de openingen 11 en 2 in respectievelijke scharniermessen 5,6. Dit betekent dat in gemonteerde toestand de buitenomtrek van het langgerekte deel 26 aanligt tegen de binnenzijde van de 5 genoemde openingen 11 en 2.
Om te voorkomen dat bij het onderaf (P2) insteken van de scharnierbout 25 te ver doorschiet, komt de flens 28 van de scharnierbout terecht op een (niet-weergegeven) aanslagvlak dat voorzien is langs de rand van de opening 11 10 in het onderste deel 19 van de houder.
Nadat de scharnierbout 25 aldus door de openingen 21,11,2,22 gestoken is, wordt de moer 32 op het van schroefdraad voorziene uiteinde 30 van de scharnierbout 25 geschroefd. De moer 32 wordt hierbij aangedraaid met een 15 voorgeschreven moment. Aldus kan een voor het specifieke type schaar geschikte voorspanning op de schaarmessen 5,6 uitgeoefend worden. In vastgeschroefde toestand worden nu de scharniermessen 5,6 opgesloten door respectievelijk het verbrede deel 27 van de scharnierbout 25 en de moer 32.
20 Doordat de scharnierboutconstructie 25 volgens de uitvinding direct aangrijpt op de schaarmessen 5,6 en er derhalve geen andere delen (bijvoorbeeld delen van de vork van de houder) meer vastgeklemd worden, wordt het op de moer aangebrachte moment optimaal omgezet in de gewenste voorspanning op de 25 schaarmessen.
Zoals zichtbaar is in met name figuur 4 is in de voorkeursuitvoering het overgangsdeel 37 ter plaatse van de overgang tussen het verbrede deel 27 en het relatief smalle langgerekte deel 26 van de scharnierbout 25 in hoofdzaak 30 recht uitgevoerd. In een andere uitvoering, zoals bijvoorbeeld is weergegeven in figuur 5, heeft het overgangsdeel 39 echter een conische vorm. De vorm van het Λ — 14 overgangsdeel 39 is hierbij aangepast aan het overgangsdeel dat zich uitstrekt langs de opening 11 in het schaarmes 6.
Op soortgelijke wijze kan de moer 32 voorzien zijn van een recht overgangsdeel 38, zoals is weergegeven in 5 figuur 4, of van een conisch overgangsdeel 41, zoals is weergegeven in figuur 5. De vorm van het overgangsdeel 38 resp. 41 is aangepast aan het zich recht respectievelijk conisch uitstrekkende randdeel van de opening 11 van het andere schaarmes 5.
10 In de uitvoering met conische overgangsdelen 39,41 zorgen de overgangsdelen voor conisch verlopende contactoppervlakken tussen de scharnierbout- en moer enerzijds en de schaarmessen 5,6 anderzijds. De voorspanning kan nu via de conische contactvlakken van de boutkop 27 en de 15 moer 32 onder een hoek op de scharnierende delen 5,6 worden overgebracht, hetgeen het mogelijk maakt een hogere voorspanning te verkrijgen.
Om de moer 32 aan de scharnierbout 26 te borgen is in getoonde uitvoeringsvorm een speciale borgconstructie 20 voorzien. De toestand vóór borging is getoond in figuur 3A, terwijl de geborgde toestand in figuren 3B en 3C is getoond. Zoals eerder is vermeld, is de scharnierbout 26 aan het uiteinde 30 voorzien van een bijvoorbeeld stervormig borgelement 49, uitgevoerd met een zestal uitsteeksels 61 25 (figuur 3A). Evenzo is de moer 32 voorzien van een aantal nokken 34, waartussen uitsparingen zijn gedefinieerd. Wanneer de moer 32 eenmaal met een momentsleutel ver genoeg is aangedraaid om de vereiste voorspanning op de schaarmessen 5,6 te verzekeren, wordt de moer 32 op de volgende wijze ten 30 opzichte van de scharnierbout 26 geborgd.
Op het stervormige borgelement 49 wordt een van een inwendige passende vorm 57 en een uitwendige vertanding 44 voorziene binnenring 43 passend aangebracht. Vervolgens wordt 4 Λ Λ - .
15 om de binnenring 43 een buitenring 40 aangebracht waarvan de inwendige vertanding 58 overeenkomt met de uitwendige vertanding 44 van de binnenring 43. De buitenring 40 is voorzien van uitwendige nokken 42 die passen in de 5 eerdergenoemde uitsparingen aan de bovenzijde van de moer 32.
De borgconstructie is zodanig uitgevoerd, dat er een vooraf bepaalde minimale speling is tussen borgelement 49 op de scharnierbout 25, de binnenste borgring 43, de buitenste borgring 40 en de vatting in de moer 32, dat wil zeggen de 10 nokken 34 en de daarmee corresponderende uitsparingen aan de bovenzijde van de moer 32.
Deze speling heeft bijvoorbeeld een waarde van S-graden, stel S = 1,5 graad. Beide borgringen 40,43 zijn verder uitgevoerd met een vertanding waarmee de borgringen 15 ten opzichte van elkaar gefixeerd kunnen worden. Er zijn N-tanden gebruikt welke een complete omwenteling verdelen in XI (= 360/N) graden. Wanneer bijvoorbeeld N = 67, is XI = 5,37 graden. Voor wat betreft de vatting in de moer 32 kan de grote borgring 40 in X2 standen gemonteerd worden. In het 20 weergegeven voorbeeld kan de grote borgring 40 in zes standen gemonteerd worden, zodat X2 = 6. Wanneer nu het aantal tanden van de uitwendige vertanding 44 van de kleine borgring 43 en de inwendige vertanding 58 van de grote borgring 40 gelijk wordt gekozen aan N = k + een veelvoud van X2, heeft dit tot 25 gevolg dat wanneer de grote borgring 40 één positie van X2 wordt verdraaid, de vertanding effectief X (= k*Xl/X2) graden opschuift. Hierbij geldt dat k een geheel getal moet zijn en dat -X2/2 < k < +X2/2. In het voorbeeld waarbij k=l komt dit overeen met X = 0,89 graden. Wanneer X niet kleiner gekozen 30 is dan S, houdt dit in dat de borgringen in praktisch iedere willekeurige stand van de moer 32 ten opzichte van de bout 25 past (X = 0,89 graden kleiner dan S = 1,5 graad). Hiermee kan 16 de moer nadat deze exact op het vereiste moment gebracht is, altijd geborgd worden.
Wanneer de scharnierboutconstructie 25 op de eerder beschreven wijze is aangebracht en de moer 32 op de eerder 5 beschreven wijze ten opzichte van de scharnierbout 26 geborgd is, wordt tenslotte een tweetal afdekkappen 50,51 aan weerszijden van de houder aangebracht. Hiertoe zijn de kappen 50.51 voorzien van langsranden 52 die zijdelings langs de onderrand van respectievelijk het onderste deel 19 en het 10 bovenste deel 20 van de vork verschoven kunnen worden. In figuur 1 is de situatie weergegeven waarin de afdekpakken 50.51 nog niet zijn gemonteerd. Wanneer de afdekkappen in de in figuur 1 getoonde stand in de richting van pijl P3 verplaatst worden, kunnen deze eenvoudig over de uiteinden 15 van het onderste en het bovenste deel 19,20 geschoven worden. Om te verzekeren dat de afdekpakken in gebruik altijd op hun plaats blijven, kunnen deze nog geborgd worden. Daartoe zijn de kappen 50,51 voorzien van een opening 53, waar een borgschroef 46 kan worden aangebracht. De borgschroeven 46 20 kunnen vastgeschroefd worden in corresponderende openingen 47 die in de scharnierboutkop 27 en in het uiteinde van de scharnierbout nabij het borgelement 49 zijn voorzien. Andere wijzen van borging van de afdekkappen aan de houder zijn echter evenzeer denkbaar.
25 In de in figuren 3A, 3B en 3C weergegeven uitvoeringsvorm is sprake van een binnenring 43 en een buitenring 40. In een andere, niet weergegeven uitvoeringsvorm is de binnenring 43 uit een stuk gevormd met het uiteinde van de scharnierbout in plaats van het 30 borgelement 49. Er is in deze uitvoeringsvorm slechts sprake van een enkele borgring. De wijze van borging van de moer 32 komt overeen met hetgeen hiervoor beschreven is. De hierboven 1 Π 9 fl 9 o a 17 beschreven uitvoeringsvorm met losse binnenring 43 heeft als voordeel dat deze tamelijk eenvoudig geproduceerd kan worden.
De scharnierboutconstructie volgens de uitvinding wordt op de hierna te beschrijven wijze toegepast. Na het op 5 het gewenste moment aandraaien van de moer kan de eerste borgring op het uitstekende deel van de scharnierbout geplaatst worden. Vervolgens kan de tweede borgring aangebracht worden en wel zodanig dat de inwendige vertanding van de tweede borgring ergens ingrijpt op de uitwendige 10 vertanding van de eerste borgring terwijl gelijktijdig de uitstekende delen van de tweede borgring in de uitsparingen van de moer passen. Hierbij mag uiteraard de positie van de moer niet beïnvloed worden. Bij eerdere borgingsconstructies zijn het aantal tanden en aangrijpingspunten op de moer 15 willekeurig gekozen waardoor het mogelijk is dat de tweede borgring niet altijd zal passen. Volgens de onderhavige uitvinding is daarom juist gekozen voor een vertanding die altijd een veelvoud is van het aantal uitsparingen in de moer vermeerderd of verminderd met een geheel getal. Hierdoor is 20 er praktisch altijd een stand te vinden waarbij de uitwendige uitsteeksels van de tweede borgring zullen passen in de uitsparingen van de moer, terwijl tegelijkertijd de vertandingen van de eerste en tweede borgringen in elkaar passen. Op deze wijze wordt de moer volledig vormgesloten 25 geborgd tegen ongewild losdraaien. Door de uitwendige uitsteeksels van de tweede borgring iets te laten uitsteken buiten de moer kan men de borgring gemakkelijk verwijderen. Daarnaast is men hierdoor verplicht om de tweede borgring eerst te verwijderen alvorens men een dopsleutel kan 30 plaatsen. Dit dwingt een logische en veilige werkwijze af.
De uitvinding is niet beperkt tot de hierin beschreven voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding.
Zoals reeds eerder is aangegeven, omvat het hierin beschreven 18 gereedschap bijvoorbeeld naast de beschreven hydraulische scharen, ook spreiders of gecombineerde inrichtingen die zowel kunnen spreiden als kunnen knippen. De gevraagde rechten worden veeleer bepaald door de navolgende conclusies, 5 binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.
1 Π O Ω O rt λ

Claims (35)

1. Gereedschap voor het op elkaar klemmen van ten opzichte van elkaar onder voorspanning staande scharnierbare delen, omvattende: - een houder voorzien van een vork, waarbij elk van 5 de uiteinden van de vork voorzien is van een opening; - twee tussen de uiteinden van de vork bevestigbare scharnierbare delen, welke ter plaatse van hun scharnierpunt zijn voorzien van openingen; - een in de openingen in de vork en de scharnierbare 10 delen aan te brengen scharnierboutconstructie voor bevestiging van de scharnierbare delen aan de vork van de houder, de scharnierboutconstructie omvattende: - een scharnierbout met een aan een eerste uiteinde voorzien verbreed deel en aan het andere uiteinde voorzien 15 van eerste bevestigingsmiddelen; - een moer voorzien van tweede bevestigingsmiddelen voor bevestiging van de moer aan de eerste bevestigingsmiddelen aan het genoemde andere uiteinde van de scharnierbout; 20 waarbij het verbrede deel van de scharnierbout en de moer zijn uitgevoerd om in gebruik aan te liggen tegen de scharnierbare delen om deze met de vereiste voorspanning in te klemmen.
2. Gereedschap volgens conclusie 1, waarbij het 25 verbrede deel van de scharnierbout en de moer in gebruik direct aanliggen tegen de naar de vorkuiteinden gerichte zijden van de scharnierbare delen.
3. Gereedschap volgens conclusie 1 of 2, waarbij de eerste en tweede bevestigingsmiddelen inwendig respectievelij 30 uitwendig schroefdraad omvatten. < Λ Λ · .
4. Gereedschap volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het verbrede deel van de scharnierbout en/of de moer een ten minste gedeeltelijk recht deel omvatten voor het vormen van een recht aanlegvlak op de scharnierbare 5 delen.
5. Gereedschap volgens een van de conclusies 1-3, waarbij het verbrede deel van de scharnierbout en/of de moer een ten minste gedeeltelijk conusvormig deel omvatten voor het vormen van een schuin aanlegvlak op de scharnierbare 10 delen.
6. Gereedschap volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de scharnierbout een scharnierboutkop omvat waarvan ten minste een deel een niet-cilindrische uitwendige vorm heeft, welke vorm onverdraaibaar past in de 15 bijbehorende opening in de vork van de houder.
7. Gereedschap volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de scharnierbare delen aan hun naar de vorkuiteinden gerichte zijden een ten minste gedeeltelijk conusvormig deel omvatten.
8. Gereedschap volgens conclusie 5, waarbij de respectievelijke conusvormig delen zodanig met elkaar overeenkomen dat een schuin contactoppervlak tussen de scharnierboutconstructie en de scharnierbare delen verschaft wordt.
9. Gereedschap volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende borgmiddelen voor het borgen van de scharnierboutconstructie, waarbij de borgmiddelen in de scharnierboutconstructie zijn aangebracht.
10. Gereedschap volgens een van de voorgaande 30 conclusies, omvattende borgmiddelen voor het borgen van de moer van de scharnierboutconstructie, de borgmiddelen omvattende: Λ Λ a λ « . - een aan het van bevestigingsmiddelen voorziene uiteinde van de scharnierbout aangebracht uitstekend deel; - een onverdraaibaar aan het uitstekende deel van de scharnierbout bevestigbare eerste borgring, welke borgring 5 voorzien is van een uitwendige vertanding; - een aan de moer onverdraaibaar bevestigbare en tussen de moer en de eerste borgring plaatsbare tweede borgring, welke voorzien is van een op de uitwendige vertanding van de eerste borgring aangrijpbare inwendige 10 vertanding.
11. Gereedschap volgens conclusie 10, waarbij de vertandingen zijn uitgevoerd om met relatief kleine hoekverdraaiingsstappen (Δα) de moer ten opzichte van de scharnierbout te kunnen borgen.
12. Gereedschap volgens conclusie 10, waarbij de tweede borgring is aangepast om in een aantal (X2) verdraaiingsstanden aan de moer bevestigd te kunnen worden.
13. Gereedschap volgens conclusie 12, waarbij het aantal (N) tanden van de eerste en tweede borgring gelijk is 20 aan k plus een veelvoud van het genoemde aantal verdraaiingsstanden (X2), met k een geheel getal en -X2/2 < k < +X2/2.
14. Gereedschap volgens conclusie 13, waarbij het aantal (N) tanden gelijk is aan k plus een veelvoud van X2, 25 waarin k een geheel getal is en -X2/2 < k < +X2/2.
15. Gereedschap volgens een van de conclusies 12-14, waarbij de speling (S graden) in de borgmiddelen groter of gelijk is aan 360/(k*N*X2) graden.
16. Gereedschap volgens een van de conclusies 10-15, 30 waarbij de tweede borgring ten minste een uitsteeksel omvat dat in gemonteerde toestand uitsteekt vanaf de moer.
17. Gereedschap volgens een van de conclusies 10-16, waarbij het uitstekend deel zodanig gevormd is dat het past in een of meer corresponderende inwendige uitsparingen die zijn voorzien in de eerste borgring voor het onverdraaibaar bevestigen van de eerste borgring aan de scharnierbout.
18. Gereedschap volgens een van de conclusies 10-17, 5 waarbij de moer is voorzien van een rij uitsparingen waarin aan de tweede borgring voorziene uitwendige nokken aan kunnen grijpen voor het in een vooraf bepaald aantal (X2) standen onverdraaibaar kunnen bevestigen van de tweede borgring aan de moer.
19. Gereedschap volgens conclusie 18, waarbij de nokken zijn voorzien aan het omtreksoppervlak van de tweede borgring en de uitsparingen zijn voorzien in omtreksrand van de moer, waarbij de nokken in gemonteerde toestand buiten de moer uitsteken.
20. Gereedschap volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij over de openingen in de uiteinden van de vork afdekelementen plaatsbaar zijn.
21. Gereedschap volgens conclusie 20, waarbij de uiteinden van de scharnierbout zijn voorzien van 20 bevestigingsmiddelen voor het in gebruik bevestigen van de afdekelementen aan de respectievelijke uiteinden van de scharnierbout.
22. Gereedschap volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij in de houder hydraulische 25 aandrijfmiddelen zijn voorzien welke bevestigd zijn aan de scharnierbare delen voor het doen bewegen van de delen.
23. Gereedschap volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het gereedschap een hydraulische schaar is waarvan de scharnierdelen worden gevormd door 30 schaarmessen.
24. Gereedschap volgens een van de conclusies 1-23, waarbij het gereedschap een hydraulische spreider is waarvan de scharnierbare delen gevormd worden door spreidelementen. 1. h η λ « j
25. Scharnierboutconstructie met geïntegreerde i borging, omvattende: - een scharnierbout; - een aan de kopse zijde van een uiteinde van de 5 scharnierbout voorzien uitstekend deel; - een aan het genoemde uiteinde van de scharnierbout bevestigbare moer; - een onverdraaibaar aan het uitstekende deel van de scharnierbout bevestigbare eerste borgring, welke borgring 10 voorzien is van een uitwendige vertanding; - een aan de moer onverdraaibaar bevestigbare en tussen de moer en de eerste borgring plaatsbare tweede borgring, waarbij de tweede borgring voorzien is van een op de uitwendige vertanding van de eerste borgring aangrijpbare 15 inwendige vertanding.
26. Scharnierboutconstructie volgens conclusie 25, waarbij de vertandingen zijn uitgevoerd om met relatief kleine hoekverdraaiingsstappen (Δα) de moer ten opzichte van de scharnierbout te kunnen borgen.
27. Scharnierboutconstructie volgens conclusie 26, waarbij de tweede borgring is aangepast om in een aantal (X2) verdraaiingsstanden aan de moer bevestigd te kunnen worden.
28. Scharnierboutconstructie volgens een van de conclusies 25-27, waarbij het aantal (N) tanden van de eerste 25 en tweede borgring gelijk is aan k plus een veelvoud van het genoemde aantal verdraaiingsstanden (X2), waarin k een geheel getal is en -X2/2 < k < +X2/2.
29. Scharnierboutconstructie volgens conclusie 28, waarbij het aantal (N) tanden gelijk is aan 1+veelvoud van X2 30 of aan -1+veelvoud van X2.
30. Scharnierboutconstructie volgens een van de conclusies 25-29, waarbij de speling (S graden) in de | borgmiddelen groter of gelijk is aan 360/(k*N*X2) graden. i | 1 Π O o n « i
31. Scharnierboutconstructie volgens een van de conclusies 25-30, waarbij de tweede borgring ten minste een uitstekend deel omvat dat in gemonteerde toestand uitsteekt vanaf de moer. 5
32.Scharnierboutconstructie volgens een van de conclusies 25-32, waarbij het uitstekende deel van de scharnierbout zodanig is gevormd dat het past in een of meer corresponderende inwendige uitsparingen die zijn voorzien in de eerste borgring voor het onverdraaibaar bevestigen van de 10 eerste borgring aan de scharnierbout.
33. Scharnierboutconstructie volgens een van de conclusies 25-32, waarbij de moer is voorzien van een rij uitsparingen waarin aan de tweede borgring voorziene uitwendige nokken aan kunnen grijpen voor het in een vooraf 15 bepaald aantal (X2) standen onverdraaibaar kunnen bevestigen van de tweede borgring aan de moer.
34. Scharnierboutconstructie volgens conclusie 33, waarbij de nokken zijn voorzien aan het omtreksoppervlak van de tweede borgring en de uitsparingen zijn voorzien in 20 omtreksrand van de moer, waarbij de nokken in gemonteerde toestand buiten de moer uitsteken.
35. Gebruik van het gereedschap of de scharnierboutconstructie volgens een van de voorgaande conclusies. 1028334
NL1028334A 2005-02-18 2005-02-18 Scharnierboutconstructie met borging. NL1028334C2 (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1028334A NL1028334C2 (nl) 2005-02-18 2005-02-18 Scharnierboutconstructie met borging.
CA 2599038 CA2599038C (en) 2005-02-18 2006-02-20 Pivot of a pivoting tool, and locking means
EP20060732927 EP1848564B8 (en) 2005-02-18 2006-02-20 Tool with pivoting parts
DK06732927T DK1848564T3 (da) 2005-02-18 2006-02-20 Værktøj med drejelige dele
AU2006214853A AU2006214853B2 (en) 2005-02-18 2006-02-20 Pivot of a pivoting tool, and locking means
ES06732927.6T ES2478641T3 (es) 2005-02-18 2006-02-20 Herramienta con partes pivotantes
JP2007556096A JP5043687B2 (ja) 2005-02-18 2006-02-20 スイングボルト構造を含む工具
PCT/NL2006/000087 WO2006088363A2 (en) 2005-02-18 2006-02-20 Pivot of a pivoting tool, and locking means
US11/884,232 US8122797B2 (en) 2005-02-18 2006-02-20 Tool incorporating a locking swing bolt construction with associated method

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1028334 2005-02-18
NL1028334A NL1028334C2 (nl) 2005-02-18 2005-02-18 Scharnierboutconstructie met borging.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1028334C2 true NL1028334C2 (nl) 2006-08-21

Family

ID=34978621

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1028334A NL1028334C2 (nl) 2005-02-18 2005-02-18 Scharnierboutconstructie met borging.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US8122797B2 (nl)
EP (1) EP1848564B8 (nl)
JP (1) JP5043687B2 (nl)
CA (1) CA2599038C (nl)
DK (1) DK1848564T3 (nl)
ES (1) ES2478641T3 (nl)
NL (1) NL1028334C2 (nl)
WO (1) WO2006088363A2 (nl)

Families Citing this family (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1028334C2 (nl) * 2005-02-18 2006-08-21 Holmatro Ind Equip Scharnierboutconstructie met borging.
ES1064828Y (es) * 2007-02-16 2007-08-01 Bellota Herramientas Sa Dispositivo de ajuste en herramientas manuales de corte
US9486864B2 (en) 2007-07-03 2016-11-08 Milwaukee Electric Tool Corporation Pipe cutter
WO2009006588A1 (en) * 2007-07-03 2009-01-08 Milwaukee Electric Tool Corporation Pipe cutter
TWM376132U (en) * 2009-11-06 2010-03-21 Natura Innovation Ltd High lopper
WO2012045900A1 (es) * 2010-10-04 2012-04-12 Mut Botella Francisco Jose Cizalla manual con cuchillas de corte contínuo
DE202010014880U1 (de) * 2010-10-29 2012-01-30 Novopress Gmbh Pressen Und Presswerkzeuge & Co. Kg Schneidwerkzeug
FR3007070B1 (fr) * 2013-06-12 2016-10-07 Snecma Ensemble pour turbomachine
DE102014116227A1 (de) * 2014-11-06 2015-04-30 Zollmann Gmbh Sicherungselement und Sicherungssystem
GB201505247D0 (en) * 2015-03-27 2015-05-13 Short Brothers Plc Dual load path fastener system
JP1544593S (nl) * 2015-05-18 2016-02-29
EP3359340B1 (en) * 2015-10-05 2022-07-27 Hytorc Division Unex Corporation Apparatus for tightening threaded fasteners
FR3078118B1 (fr) * 2018-02-20 2020-02-21 Jpb Systeme Dispositif de retenue pour organe filete, notamment pour ecrou
CN110919059B (zh) * 2019-12-11 2021-04-23 南京禹智智能科技有限公司 一种液压螺帽破切机

Citations (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4506445A (en) * 1983-02-22 1985-03-26 Hale Fire Pump Company Rescue cutter tool
FR2611549A3 (fr) * 1987-03-06 1988-09-09 Varime Srl Cisaille motorisee auto-alimentee
US4829672A (en) * 1987-10-06 1989-05-16 Greenlee Textron Inc. Protective boot for tool mechanism
DE9116332U1 (de) * 1991-06-05 1992-07-30 Schäfer, Paul, 5630 Remscheid Vorrichtung zum Trennen oder Spreizen von Stäben, Holmen, Blechen u.dgl.
US5272811A (en) * 1991-06-20 1993-12-28 Hydr'am Hydraulically controlled self-contained multifunctional tool such as shears/separator
WO1996034657A1 (de) * 1995-05-04 1996-11-07 Weber-Hydraulik Gmbh Verformungswerkzeug
EP0812044A1 (en) * 1996-06-04 1997-12-10 Izumi Products Company Electric cable cutter
WO2000009286A1 (en) * 1998-08-13 2000-02-24 Nike Hydraulics Ab A fluid actuated rescue tool
DE19915117A1 (de) * 1999-04-01 2000-10-12 Lukas Hydraulik Gmbh & Co Kg Tragbares Rettungswerkzeug mit Stromisolierung
US20010010168A1 (en) * 1999-07-19 2001-08-02 Parker James R. Method of securing workpieces together
DE20214242U1 (de) * 2002-09-13 2002-12-05 Trumpf Gruesch Ag Gruesch Hand-Schlitzschere mit drehbarem Werkzeugträger
WO2003106086A1 (ja) * 2002-06-14 2003-12-24 株式会社オグラ 油圧作動装置
WO2004082878A1 (ja) * 2003-03-20 2004-09-30 Nishida, Hiromi 電動工具ヘッド及び電動工具
US20050028391A1 (en) * 2003-02-25 2005-02-10 Peterson Eric L. Heavy duty drill shear attachment

Family Cites Families (32)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3893237A (en) * 1973-08-03 1975-07-08 Donald E Jahnke Poultry cutter
US4198747A (en) * 1978-11-22 1980-04-22 Labounty Roy E Hydraulic shear
NZ208927A (en) * 1983-07-26 1987-04-30 Kazimir Stolfa Power driven sheet metal shears; blade configuration allows cutting of left and right curves
US4616417A (en) * 1985-01-07 1986-10-14 Aaa Steel And Enterprises Corp. Hydraulic shear head attachment for backhoe or the like
FR2580215B1 (fr) * 1985-04-15 1989-06-16 Black & Decker Inc Secateur a moteur
US5060378A (en) * 1989-12-15 1991-10-29 Labounty Manufacturing, Inc. Demolition tool for a hydraulic excavator
IT1244052B (it) * 1990-08-03 1994-07-05 M A I Bo Srl Sistema per la disinfezione di rami o tralci potati applicato o applicabile ad una cesoia pneumatica.
US5172479A (en) * 1991-05-16 1992-12-22 Keeton J Herbert Pneumatic scissors
US5384962A (en) * 1992-04-20 1995-01-31 Pemberton, Inc. Apparatus for shearing a material mass
US5187868A (en) * 1992-06-16 1993-02-23 Hall Charlie R Metal demolition shear
USD355575S (en) * 1992-11-13 1995-02-21 Cooper Industries, Inc. Pneumatic scissors
US5454754A (en) * 1993-03-23 1995-10-03 Baertlein; Lee A. Toe web gland cutting tool
JPH0760535A (ja) * 1993-08-31 1995-03-07 Kobe Steel Ltd 建築構造物圧砕機用複合切断刃
USD361027S (en) * 1994-08-22 1995-08-08 Gerald Striffler Hydraulic cutter for a grating
US5474242A (en) * 1994-10-11 1995-12-12 The Stanley Works Demolition tools with jaws having replaceable working surfaces
AT403491B (de) * 1996-02-15 1998-02-25 Wimmer Alois Ing Betonbrechzange mit schneidschere
AUPN851696A0 (en) * 1996-03-07 1996-03-28 Gasweld Pty. Ltd. A shearing device
US6092290A (en) * 1996-12-24 2000-07-25 Rescue Technology, Inc. Rescue tool
US5894666A (en) * 1997-03-17 1999-04-20 Npk Research, Inc. Cutting and piercing tips for a metal cutting shear
US6202308B1 (en) * 1997-03-26 2001-03-20 Allied Gator, Inc. Metal cutting shear with inner bolt support for indexable blade insert
US5918370A (en) * 1997-10-09 1999-07-06 Jarvis Products Corporation Hand held power assisted shears
US6994284B1 (en) * 1999-10-15 2006-02-07 Ramun John R Multiple tool attachment system
EP1239965A4 (en) * 1999-10-15 2009-08-05 John R Ramun MULTIPLE TOOL FIXING SYSTEM
DE59904659D1 (de) * 1999-12-30 2003-04-24 Franz Muri Betonbrechzange
US6298560B1 (en) * 2000-03-23 2001-10-09 Daemo Engineering Co., Ltd. Shear assembly
JP2001327882A (ja) * 2000-05-19 2001-11-27 Oyodo Diesel Kk 鋼材剪断用ブレード
ATE277508T1 (de) * 2000-12-05 2004-10-15 Hispaes S A Tragbare schere mit motorantrieb
US7216575B2 (en) * 2004-03-29 2007-05-15 Genesis Attachments, Llc Heavy-duty demolition apparatus with blade stabilizing puck
ES1058462Y (es) * 2004-09-15 2005-04-01 Molins Josep Gurri Cabezal de corte para tijera motorizada.
NL1028334C2 (nl) * 2005-02-18 2006-08-21 Holmatro Ind Equip Scharnierboutconstructie met borging.
US8104384B2 (en) * 2007-10-09 2012-01-31 Stanley Black & Decker, Inc. Serviceable pivot for shears
US7971360B2 (en) * 2008-05-02 2011-07-05 Kett Tool Company Powered hand-held metal cutter

Patent Citations (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4506445A (en) * 1983-02-22 1985-03-26 Hale Fire Pump Company Rescue cutter tool
FR2611549A3 (fr) * 1987-03-06 1988-09-09 Varime Srl Cisaille motorisee auto-alimentee
US4829672A (en) * 1987-10-06 1989-05-16 Greenlee Textron Inc. Protective boot for tool mechanism
DE9116332U1 (de) * 1991-06-05 1992-07-30 Schäfer, Paul, 5630 Remscheid Vorrichtung zum Trennen oder Spreizen von Stäben, Holmen, Blechen u.dgl.
US5272811A (en) * 1991-06-20 1993-12-28 Hydr'am Hydraulically controlled self-contained multifunctional tool such as shears/separator
WO1996034657A1 (de) * 1995-05-04 1996-11-07 Weber-Hydraulik Gmbh Verformungswerkzeug
EP0812044A1 (en) * 1996-06-04 1997-12-10 Izumi Products Company Electric cable cutter
WO2000009286A1 (en) * 1998-08-13 2000-02-24 Nike Hydraulics Ab A fluid actuated rescue tool
DE19915117A1 (de) * 1999-04-01 2000-10-12 Lukas Hydraulik Gmbh & Co Kg Tragbares Rettungswerkzeug mit Stromisolierung
US20010010168A1 (en) * 1999-07-19 2001-08-02 Parker James R. Method of securing workpieces together
WO2003106086A1 (ja) * 2002-06-14 2003-12-24 株式会社オグラ 油圧作動装置
DE20214242U1 (de) * 2002-09-13 2002-12-05 Trumpf Gruesch Ag Gruesch Hand-Schlitzschere mit drehbarem Werkzeugträger
US20050028391A1 (en) * 2003-02-25 2005-02-10 Peterson Eric L. Heavy duty drill shear attachment
WO2004082878A1 (ja) * 2003-03-20 2004-09-30 Nishida, Hiromi 電動工具ヘッド及び電動工具

Also Published As

Publication number Publication date
WO2006088363A3 (en) 2006-10-12
CA2599038A1 (en) 2006-08-24
ES2478641T3 (es) 2014-07-22
JP2008530478A (ja) 2008-08-07
DK1848564T3 (da) 2014-07-21
US8122797B2 (en) 2012-02-28
CA2599038C (en) 2013-11-12
US20080289465A1 (en) 2008-11-27
JP5043687B2 (ja) 2012-10-10
WO2006088363A2 (en) 2006-08-24
AU2006214853A1 (en) 2006-08-24
EP1848564B1 (en) 2014-04-09
EP1848564A2 (en) 2007-10-31
EP1848564B8 (en) 2014-06-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1028334C2 (nl) Scharnierboutconstructie met borging.
RU2444433C2 (ru) Стяжное устройство с поворотным рычагом и оборудование, содержащее такое устройство
FI124639B (en) cutting Tool
US20070274777A1 (en) Connecting Unit
DE10248866A1 (de) Handwerkzeugmaschine
CA2845667A1 (fr) Systeme mecanique comprenant un dispositif de liaison entre une piece d&#39;usure et son support, godet d&#39;engin de travaux publics et procede de mise en oeuvre d&#39;un tel systeme
EP1186227B1 (fr) Sécateur
WO2013030335A1 (fr) Système mécanique comprenant un dispositif de liaison entre une pièce d&#39;usure et son support, godet d&#39;engin de travaux publics et procédé de mise en oeuvre d&#39;un tel système
US5573230A (en) Device for blocking a piece on a support plane like a table for operating machines
WO2014142738A1 (en) Chainsaw with self-locking knob assembly
DE102005023339A1 (de) Schlegel für Rotorschredder
US7461675B2 (en) Barking device and barking tool
US3882599A (en) Pruning shears
EP2902573A1 (en) Locking device with security clamp and such a security clamp
WO1996000678A1 (de) Verriegelungsvorrichtung für fahrräder
JP2000273895A (ja) 結合片
AU2006214853B2 (en) Pivot of a pivoting tool, and locking means
DE3603461A1 (de) Arretiervorrichtung fuer eine werkzeugmaschine, insbesondere eine elektrische handwerkzeugmaschine
EP2230411A1 (fr) Système d&#39;écrou de sécurité
FR2802233A1 (fr) Barillet de surete muni d&#39;un moyen anti-vibreur
RU2264287C2 (ru) Ручная пила
EP1690636A1 (de) Werkzeug zur Montage oder Demontage einer Riemenscheibe auf einer Welle mittels eines Befestigungselements
FR2473968A1 (fr) Dispositif antivol pour les plaques mineralogiques des vehicules automobiles
KR200273673Y1 (ko) 가위
DE1478785C (de) Schraubenschlüssel mit einem kraftbetätigten Schlaghammer

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up