NL1027966C2

NL1027966C2 - Dorpel met afwatering.

Info

Publication number: NL1027966C2
Application number: NL1027966A
Authority: NL
Inventors: Henricus Johannes Antoni Smits
Original assignee: Henricus Johannes Antoni Smits
Priority date: 2005-01-06
Filing date: 2005-01-06
Publication date: 2006-07-10
Also published as: EP1679421B1; ATE510101T1; EP1679421A3; EP1679421A2

Description

*

Dorpel met afwatering

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een dorpel, zoals voor een buitendeur of ander gevelelement, omvattende een eerste langszijde en 5 tegenoverliggende tweede langszijde alsook een bovenzijde en onderzijde; waarbij, bij gebruik, de eerste langszijde naar buiten is gekeerd en de tweede langszijde naar binnen is gekeerd; waarbij de bovenzijde omvat: • een afwateringsdeel waarvan het bovenvlak naar de eerste langszijde toe 10 afwatert en met de lage kant aansluit op de eerste langszijde; • een verhoogd drempeldeel met een naar de eerste langszijde gekeerde, opstaande zijde, welke opstaande zijde onderaan aansluit op de hoge kant van het afwateringsdeel.

Dergelijke dorpels volgens de aanhef van conclusie 1 zijn in algemene zin bekend 15 en doorgaans vervaardigd uit massief steen of massief hout. Het drempeldeel heeft hierbij tot taak te voorkomen dat regenwater dat langs het afwateringsdeel naar binnen geblazen wordt en aldus het gebouw binnenkomt. Het drempeldeel gaat dit tegen doordat de opstaande zijde het binnenwaarts geblazen water tegenhoudt. Voorts zorgt het drempeldeel tezamen met een zogenaamde tochtstrip en een bewegend raam of deur 20 voor een beter buiten houden van tocht.

Voorts is een dorpel volgens de aanhef van conclusie 1 bekend uit EP 789.128. Aan de bovenzijde van deze dorpel zijn voorzien een schuin vlak 12 en een verhoogd (drempel)deel 26, 27. De dorpel is tweedelig en opgebouwd uit een lichtmetalen, hol extrusieprofiel 11,12,22,27 en een deksel 26. De bevestiging van deze dorpel aan de 25 ondergrond vindt plaats middels schroeven 24 en daartoe in het extrusieprofiel voorziene verticale boringen. Aan weerszijden van de boringen 24 zijn opstaande bevestigingslijven 27 voorzien om de deksel 26 te bevestigen. De deksel 26 heeft tot doel de schroeven en boringen te verbergen en aan het zicht te onttrekken. Het tussen de bevestigingslijven 27 liggende horizontale vlak waarin de boringen 24 voorzien zijn 30 ligt lager dan de hoge zijde van het schuine vlak 12.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel te verschaffen een dorpel van de in de aanhef genoemde soort met een verbeterd vermogen tot het buiten houden van (regen) water.

1027966- t 2

Dit doel wordt volgens de uitvinding bij een dorpel van de aan het begin aangegeven soort bereikt doordat het drempeldeel een hol kokerdeel is met een bodem, een bovenwand en twee tegenoverliggende zijwanden waarvan de eerste zijwand de opstaande zijde bepaalt; en doordat het bovenvlak van het bodemdeel hoger dan of 5 gelijk met de hoge kant van het afwateringsdeel ligt. Door het drempeldeel als kokerdeel uit te voeren, kan het dienen als verzamelorgaan voor opgevangen water dat toch is binnengedrongen of probeerde binnen te dringen. Door de bodem van het kokerdeel hoger dan of gelijk aan de hoge kant van het afwateringsdeel te voorzien, wordt afwatering vanuit het kokerdeel naar het afwateringsdeel mogelijk. Het 10 kokerdeel is voorts van toevoermiddelen voor het naar het inwendige van het kokerdeel voeren van op te vangen water voorzien alsmede van afvoermiddelen voor het vanuit het kokerdeel afvoeren van daarin verzameld water.

Opgemerkt wordt dat uit US 4.055.917 een dorpel bekend is met een afwateringssysteem. Verwijzend naar figuur 3 van deze US 4.055.917 is deze dorpel 15 opgebouwd uit twee onderling samengevoegde extrusieprofielen, een bovenste profieldeel en een onderste profïeldeel. Het bovenste profieldeel vormt de bovenzijde van de dorpel en heeft een bovenzijde met enerzijds rechts een van buiten/rechts naar binnen/links schuin oplopend lijf 70 en met anderzijds linke een verdieping waarin de onderzijde van de gesloten deur past. Deze verdieping sluit aan op de hoge zijde van 20 het schuine vlak 70. Er is hier geen sprake van een dorpelbovenzijde met een verhoogd drempeldeel dat aansluit pp de hoge zijde van een eveneens tot de bovenzijde van de drempel behorend schuin afwateringsdeel. US 4.055.917 betreft aldus een ander type dorpel.

Alhoewel de vakman op velerlei manieren afwatering vanuit het kokerdeel naar 25 het afwateringsdeel kan realiseren, bijvoorbeeld door middel van slangetjes, is het volgens de uitvinding van voordeel indien de eerste zijwand is voorzien van een of meer, van die afvoermiddelen vormende, eerste afwateringsdoorgangen welke het inwendige van het holle kokerdeel verbinden met de hoge kant van het afwateringsdeel. Dergelijke eerste afwateringsdoorgangen kunnen bijvoorbeeld gaten, boringen of 30 sleuven omvatten. Dergelijke eerste afwateringsdoorgangen kunnen al van fabriekswege zijn voorzien, maar kunnen ook in situ door de aannemer gemaakt worden.

3 ft

Teneinde tegen te gaan dat water overlangs het drempeldeel kan binnendringen is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer de bovenwand van het kokerdeel is voorzien van een of meer, van die toevoermiddelen vormende, tweede afwateringsdoorgangen die het uitwendige van de bovenwand van het kokerdeel met 5 het inwendige van het kokerdeel verbinden. Aldus wordt over het drempeldeel geblazen water via de tweede afwateringsdoorgangen naar het inwendige van het kokerdeel geleid om van daaruit weer afgevoerd te kunnen worden. Dergelijke tweede afwateringsdoorgangen kunnen bijvoorbeeld gaten, boringen of sleuven omvatten. Dergelijke tweede afwateringsdoorgangen kunnen al van fabriekswege zijn voorzien, 10 maar kunnen ook in situ door de aannemer gemaakt worden.

Teneinde water dat overlangs het drempeldeel wil binnendringen effectief op te vangen is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer de bovenwand van het kokerdeel uitwendig is voorzien van tenminste een in langsrichting van de koker verlopende groef, en wanneer een of meer van die tweede afwateringsdoorgangen in 15 die groef uitmonden. Het water wordt dan in de groef (welke in het bovenvlak verzonken is en dus geen hinderlijk obstakel aan het drempeldeel zal vormen) opgevangen en via de groef naar een of meer tweede afwateringsdoorgangen geleid om in het inwendige van het kokerdeel terecht te kunnen komen.

Een dorpel volgens de uitvinding laat zich eenvoudig vervaardigen, bijvoorbeeld 20 door zetten uit plaatmateriaal, door extrusie of door pultrusie, wanneer de dorpel is gevormd uit een in wezen U-vormig profieldeel, waarvan de benen de eerste en tweede langszijde van de dorpel bepalen en waarvan het lijf de bovenzijde van de dorpel bepaalt. Ingeval van pultrusie of extrusie kunnen het U-vormige profieldeel en het kokerdeel een eendelige pultrusie- respectievelijk extrusie-profiel zijn. Ten opzichte 25 van een massief houten of stenen dorpel zal een dergelijke dorpel bovendien zeer licht kunnen zijn. Immers het U-vormige profieldeel en het kokerdeel kunnen zijn vervaardigd uit een metaal, zoals aluminium of een aluminium legering, of een kunststof, zoals een glasvezelversterkte kunststof. Bij glasvezelversterkte kunststof kan men bijvoorbeeld denken aan glasvezelversterkte polyester. Belangrijk voordeel van 30 dergelijke materialen is dat ze goed zaagbaar, veelal zelfs met een handzaag, zijn, en dat ze relatief gemakkelijk schroefbaar (dwz er kunnen schroeven ingeschroefd worden) en spijkerbaar (dwz er kunnen spijkers ingedreven worden) zijn.

4

Teneinde het U-vormige profieldeel meer stevigte te verschaffen is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer de tussen de benen van het U-vormige profieldeel gelegen holte gevuld is met een vulmiddel. Voor wat betreft het vulmiddel kan men hierbij denken aan vele in de bouw gebruikelijke vulmiddelen, zoals PUR-schuim, 5 betonmortel, hout etc. Het is hierbij volgens de uitvinding echter in het bijzonder van voordeel indien het vulmiddel een polystyreen-beton-mortel (PB-mortel) is. Een PB-mortel bevat als belangrijke bestanddelen: granulaat (geëxpandeerde polystyreen korrels van bijvoorbeeld 2-4 mm diameter, geëxpandeerd vermiculiet (bijvoorbeeld met een diameter tot 3 mm); cement; water; alsook hulpstoffen. Een dergelijke PB-mortel 10 heeft diverse voordelen. Het is licht van gewicht en zeer drukbestendig. Het is schroefbaar en spijkerbaar. Een zeer belangrijk voordeel is voorts dat het metselbaar is. Door de porositeit hecht het namelijk goed met cement en beton. In dit verband is het van belang op te merken dat men op een ondergrond, zoals een laag stenen, metselmortel kan leggen en vervolgens de dorpel volgens de uitvinding erop kan 15 plaatsen met de vrije-einden van het U-profiel naar beneden gekeerd, zodat de vooraf al aangebrachte en doorgaans al uitgeharde PB-mortel in contact komt met de metselmortel. Een voorbeeld van een PB-mortel is de onder de merknaam BETOPOR door Van Wylick Isolerende Mortels B.V. op de markt gebrachte mortel.

Teneinde de dorpel een natuurlijk voorkomen te verschaffen en bovendien zeer 20 slijtvast te maken, is het van voordeel wanneer de dorpel, in het bijzonder de bovenzijde daarvan en eventueel ook de eerste en/of tweede langszijde daarvan, is voorzien van een steenachtige bekleding. Een dergelijke steenachtige bekleding maakt bovendien dat de dorpel gemakkelijker in een gebouw verwerkbaar is, doordat metselspecie en betonspecie aan een steenachtige bekleding hechten.

25 Het is hierbij volgens de uitvinding van voordeel indien de bekleding korund omvat. Korund is een zeer slijtvast materiaal.

Met het oog op het aanbrengen van de bekleding is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer de bekleding een bindmiddel, zoals een epoxyhars, vermengd met korrels van een steenachtig materiaal, zoals korundkorrels, omvat. Aldus is de 30 bekleding aan te brengen als een vloeibare, althans smeerbare, massa die zich op de dorpel laat aanbrengen door smeren of spuiten. Ook is het mogelijk het bindmiddel op de dorpel aan te brengen en vervolgens hierop de korrels, bijvoorbeeld door strooien of door het van bindmiddel voorziene oppervlak in een bed van korrels te drukken.

5

Het is hierbij volgens de uitvinding van voordeel indien het korund tenminste 92 gewichtsprocent aan AI2O3 omvat, in het bijzonder ongeveer 95 gewichtsprocent, en/of 0,75 a 1,25 gewichtsprocent S1O2 omvat, en/of 2,5 a 3,0 gewichtsprocent T1O2 omvat.

Ter bevestiging van een loodslabbe of hoekprofiel is het volgens de uitvinding 5 van voordeel wanneer bij de eerste langszijde een zich langs in wezen geheel die langszijde uitstrekkende sleuf is voorzien. Teneinde te verhinderen dat water in de sleuf terecht kan komen en kan bevriezen (en daarbij door expansie vorstschade teweeg kan brengen) is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer die sleuf naar beneden toe opent en bij voorkeur in de onderzijde van de dorpel opent.

10 De uitvinding heeft verder betrekking op een samenstel omvattende een muur, een schamierbaar of verschuifbaar in die muur voorzien doorgangselement, zoals een raam of deur, alsmede een in die muur voorziene dorpel volgens de uitvinding, waarbij de dorpel zich, bij gesloten doorgangselement, onderlangs dat doorgangselement uitstrekt, waarbij dat doorgangselement aan de onderzijde is voorzien van een 15 afdichtstrip welke, bij gesloten doorgangselement op de dorpel afdicht, en waarbij die een of meer tweede afwateringsdoorgangen zich, bij gesloten doorgangselement, aan de buitenzijde van de afdichtstrip bevinden.

In het navolgende zal de onderhavige uitvinding aan de hand van de bijgaande tekening nader worden toegelicht. Hierin toont: 20 Figuur 1 een dwarsdoorsnedeaanzicht van een dorpel volgens de uitvinding; en

Figuur 2 schematisch en perspectivisch aanzicht van een dorpel, welke door het ontbreken van het drempeldeel en afwateringsdeel niet overeenkomstig de uitvinding is, maar overigens door de perspectivische weergave inzichtelijk maakt dat een dorpel volgens de uitvinding een balkachtig lichaam is alsmede de bekleding volgens een 25 voorkeursuitvoering veraanschouwelijkt.

De dorpel in figuur 1 is in zijn geheel met 1 aangeduid. De dorpel in figuur 2 is om het onderscheid tussen de twee dorpels duidelijk te maken met 30 aangeduid. Voor het overige zijn in figuur 1 en figuur 2 voor overeenkomstig delen overeenkomstige verwijzingsnummers en tekens gebruikt.

30 De in figuur 1 en 2 getoonde dorpels 1 en 30 omvatten beide een eerste langszijde 2, een tegenoverliggende langszijde 3, een onderzijde 6 en een bovenzijde 5. In beide gevallen is de dorpel 1, 30 opgebouwd uit een U-vormig profieldeel waarvan het eerste been 23 telkens de eerste langszijde 2 bepaalt en het tweede been 22 telkens de tweede •o 6 langszijde 3. Het lijf 24 bepaalt in beide gevallen de bovenzijde van de dorpel 1 respectievelijk 30.

Bij de dorpel volgens figuur 1 is de bovenzijde 5, c.q. het lijf 24, opgebouwd uit een afwateringsdeel 7 en een verhoogd drempeldeel 8. Een dergelijke opbouw van de 5 bovenzijde 5 uit afwateringsdeel 7 en een drempeldeel 8 is als zodanig bekend uit de stand van de techniek. Het drempeldeel 8 heeft een naar buiten, dat wil zeggen naar de eerste langszijde 2, gekeerde opstaande zijde 9. Het drempeldeel 8 houdt met de opstaande zijde 9 eventueel langs het afwateringsdeel volgens pijl A in binnenwaartse richting geblazen water alsook stof en zand tegen opdat het niet onder de deur 4 door 10 gaat. Het afwateringsdeel is hierbij doorgaans niet veel meer dan een vlak onder afschot (in figuur 1 is het afschot circa 4°), waarvan de hoge kant 10 naar de binnenzijde 3 van de dorpel gekeerd is en de lage kant 11 naar de buitenzijde 2 van de dorpel.

Volgens de uitvinding is nu dit drempeldeel uitgevoerd als kokerdeel 8. De koker, 15 die zich loodrecht op het vlak van tekening van figuur 1 uitstrekt langs in wezen de gehele dorpel, heeft een bodem 12, een bovenwand 13 en twee tegenoverliggende zijwanden 14,15. De eerste zijwand 14 hiervan bepaalt de opstaande zijde 9. De tweede zijwand maakt, in dit voorbeeld, deel uit van de tweede langszijde 3 van de dorpel. Opgemerkt zij echter dat de tweede zijwand ook op enige afstand van de tweede 20 langszijde 3 van de dorpel kan liggen, of te wel naar rechts (volgens figuur 1) teruggesprongen kan zijn voorzien.

De bodem 12 van de koker 8 heeft een bovenvlak 16 dat hoger ligt dan of gelijk ligt aan de hoge kant 10 van het afwateringsdeel. Dit verzekert dat er onder invloed van de zwaartekracht afwatering vanaf dat bovenvlak 16 naar het afwateringsdeel 7 kan 25 plaatsvinden. Voordeel van de koker 8 is dat hierin water, dat langs de deur wil binnendringen, kan worden verzameld en eventueel tijdelijk kan worden gebufferd.

Dit water kan als zodanig op diverse plaatsen langs de deur zijn opgevangen en vanaf die plaats(en) naar en in de koker 8 geleid zijn. In het bijzonder is het uit de praktijk bekend dat water op het drempeldeel gedreven kan worden onder invloed van 30 wind. Dit water laat zich volgens de uitvinding in het inwendige 19 van de koker 8 verzamelen door de bovenwand 13 van de koker 8 te voorzien van tweede afwateringsdoorgangen 17. (De term tweede afwateringsdoorgangen wordt hier gebezigd om te onderscheiden van verderop nog te bespreken eerste ' ..... — • 7 afwateringsdoorgangen). Teneinde het water efficiënter op te vangen is in het uitwendige van de bovenwand 13 van het kokerdeel 8 een groef 21 voorzien. Eventueel kan nog een tweede groef 20 zijn voorzien met verdere tweede afwateringsdoorgangen, welke met hartlijn 29 zijn aangeduid. Deze tweede groeikan bijvoorbeeld zorgen voor 5 opvang van water dat de tocht-/afdichtstrip 28 onderaan de deur 4 toch passeert.

Teneinde in de koker 8 verzamelt water vanuit de koker naar het afwateringsdeel 7 toe af te voeren, zijn in de opstaande wand een of meer eerste afwateringsdoorgangen 18 voorzien.

Het zal de vakman duidelijk zijn dat de afwateringsdoorgangen al van bij 10 vervaardiging in de fabriek aangebracht kunnen worden, maar ook ter plaatse op de bouwplaats eenvoudig door boren zijn te voorzien.

Opgemerkt zij dat in figuur 1 een zogenaamde binnendraaiende deur 4 is afgebeeld, doch dit zou evengoed een zogenaamde buitendraaiende deur kunnen zijn.

De dorpel volgens de uitvinding is evenzeer toepasbaar bij een buitendraaiende deur.

15 Overigens zij opgemerkt dat de dorpel volgens de uitvinding ook zeer wel toepasbaar is bij een schuifdeur, buiten- of binnendraaiend raam of schuifraam.

Zoals in figuur 1 en 2 verder te zien is de holte tussen de benen 22 en 23 van het U-vormige profiel gevuld met een vulmiddel 25, in het bijzonder een polystyreen-beton-mortel. Een dergelijke mortel is licht van gewicht en zeer drukvast. Bovendien 20 zorgt een dergelijke mortel ervoor dat de onderzijde van de dorpel metselbaar is, dat wil zeggen middels metselspecie op een ondergrond, zoals een laag stenen, is vast te kleven.

Zoals in figuur 2 middels het aanzetten van de buitencontour van het voorste kopse eind nader veraanschouwelijkt is het volgens de uitvinding van voordeel indien 25 het uitwendige van de dorpel, althans de langszijden en bovenzijde, met een steenachtige bekleding 26 (welke referentie nummer ook in figuur 1 is aangeduid) is bekleed. Dit verschaft grotere slijtvastheid alsook een aanhechtingsmogelijkheid voor metselspecie. In het bijzonder heeft het de voorkeur indien de bekleding korund, bij voorkeur in de vorm van korrels, omvat. Korundkorrels kunnen middels een 30 bindmiddel op het oppervlak van het metalen of kunststoffen U-profiel gebonden worden.

Figuur 1 toont verder nog een sleuf 31 en schroefopnames 32. De sleuf 31 dient voor het opnemen van een slabbe, zoals een loodslabbe, of een profieldeel. De - ---------- -_ ? 8 schroefopnames dienen voor het vastschroeven van verdere delen tegen de kopse einden van de dorpel.

i ! 1027966- i

Claims

1] Dorpel (1), zoals voor een buitendeur (4), omvattende een eerste langszijde (2) en tegenoverliggende tweede langszijde (3) alsook een bovenzijde (5) en onderzijde (6); 5 waarbij, bij gebruik, de eerste langszijde (2) naar buiten is gekeerd en de tweede langszijde (3) naar binnen is gekeerd; waarbij de bovenzijde (5) omvat: • een afwateringsdeel (7) waarvan het bovenvlak naar de eerste langszijde (2) toe afwatert en met de lage kant (11) aansluit op de eerste langszijde (2); 10. een verhoogd drempeldeel (8) met een naar de eerste langszijde (2) gekeerde, opstaande zijde (9), welke opstaande zijde (9) onderaan aansluit op de hoge kant (10) van het afwateringsdeel (7); met het kenmerk. dat het drempeldeel een hol kokerdeel (8) is met een bodem (12), een bovenwand (13) 15 en twee tegenoverliggende zijwanden (14,15) waarvan de eerste zijwand (14) de opstaande zijde (9) bepaalt; dat het bovenvlak (16) van het bodemdeel (12) hoger dan of gelijk met de hoge kant (10) van het afwateringsdeel (7) ligt; en dat het kokerdeel (8) is voorzien van toevoermiddelen (17,18) voor het naar het 20 inwendige van het kokerdeel (8) toevoeren van op te vangen water alsmede van afvoermiddelen (18) voor het vanuit het kokerdeel (8) afvoeren van daarin verzameld water.

2] Dorpel (1) volgens conclusie 1, waarbij de afvoermiddelen omvatten een of meer, 25 in de eerste zijwand (14) voorziene, eerste afwateringsdoorgangen (18) welke het inwendige (19) van het holle kokerdeel (8) verbinden met de hoge kant (10) van het afwateringsdeel (7).

3] Dorpel (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij toevoermiddelen omvatten een of 30 meer, in de bovenwand (13) van het kokerdeel voorziene, tweede afwateringsdoorgangen (17,29) die het uitwendige van de bovenwand (13) van het kokerdeel (8) met het inwendige (19) van het kokerdeel (8) verbinden. 1027966- o

4] Dorpel (1) volgens conclusie 3, waarbij de bovenwand (13) van het kokerdeel (8) uitwendig is voorzien van tenminste een in langsrichting van de koker verlopende groef (20,21), en waarbij een of meer van die tweede afwateringsdoorgangen (17,29) in die groef (20,21) uitmonden.

5 5] Dorpel (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de dorpel is gevormd uit een in wezen U-vormig profïeldeel (22,23, 24), waarvan de benen (22, 23) de eerste en tweede langszijde (2 respectievelijk 3) van de dorpel (1) bepalen en waarvan het lijf (24) de bovenzijde (5) van de dorpel bepaalt.

6] Dorpel (1) volgens conclusie 5, waarbij het U-vormige profïeldeel (22, 23,24) en het kokerdeel (8) daarvan een eendelig extrusie of pultrusie profiel zijn.

7] Dorpel (1) volgens conclusie 5 of 6, waarbij het U-vormige profieldeel (22,23, 15 24) en het kokerdeel (8) daarvan zijn vervaardigd uit een metaal, zoals aluminium of een aluminiumlegering, of een kunststof, zoals een glasvezel versterkte kunststof.

8] Dorpel (1) volgens een der conclusies 5-7, waarbij de tussen de benen van het U-vormige profieldeel (22, 23) gelegen holte gevuld is met een vulmiddel (25). 20

9] Dorpel (1) volgens conclusie 8, waarbij het vulmiddel (25) een polystyreen-beton-mortel omvat.

10] Dorpel (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het uitwendig 25 oppervlak van de bovenzijde (5) van de dorpel is voorzien van een steenachtige bekleding (26).

11] Dorpel (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het uitwendig oppervlak van de eerste (2) en/of tweede (3) langszijde is voorzien van een steenachtige 30 bekleding (26).

12] Dorpel (1) volgens conclusie 10 of 11, waarbij de bekleding (26) korund omvat.

13] Dorpel (1) volgens een der conclusies 10-12, waarbij de bekleding (26) een bindmiddel, zoals en epoxyhars, vermengd met korrels van een steenachtig materiaal, zoals korundkorrels, omvat. 5

14] Dorpel (1) volgens conclusie 12 of 13, waarbij het korund tenminste 92 gewichtsprocent aan AI2O3 omvat, in het bijzonder ongeveer 95 gewichtsprocent.

15] Dorpel (1) volgens een der conclusies 12-14, waarbij het korund 0,75 έ 1,25 gewichtsprocent S1O2 omvat. 10

16] Dorpel (1) volgens een der conclusies 12-15, waarbij het korund 2,5 ά 3,0 gewichtsprocent T1O2 omvat.

17] Dorpel (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij bij de eerste 15 langszijde (2) een zich langs in wezen geheel die langszijde (2) uitstrekkende sleuf (31) is voorzien. 1 2 1027966- Dorpel (1) volgens conclusie 17, waarbij die sleuf (31) naar beneden toe opent en bijvoorkeur in de onderzijde (6) van de dorpel (1) opent. 20 2 Samenstel omvattende een muur, een schamierbaar of verschuifbaar in die muur voorzien doorgangselement (4), zoals een raam of deur (4), alsmede een in die muur voorziene dorpel (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de dorpel (1) zich, bij gesloten doorgangselement (4), onderlangs dat doorgangselement (4) uitstrekt, 25 waarbij dat doorgangselement (4) aan de onderzijde is voorzien van een afdichtstrip (28) welke, bij gesloten doorgangselement (4) op het drempeldeel (8) van de dorpel (1) afdicht, en waarbij die een of meer tweede afwateringsdoorgangen (17) zich, bij gesloten doorgangselement (4), aan de buitenzijde van de afdichtstrip (28) bevinden.