NL1027930C2

NL1027930C2 - Werkwijze en systeem voor het afdrukken van een document.

Info

Publication number: NL1027930C2
Application number: NL1027930A
Authority: NL
Inventors: Joop Gortemaker; Gerhard Hidding
Original assignee: Dutch Document Company B V
Priority date: 2004-12-31
Filing date: 2004-12-31
Publication date: 2006-07-03
Also published as: EP1683585A1; US20060165458A1

Description

Werkwijze en systeem voor het afdrukken van een document

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het afdrukken van een document voorzien van informatie-inhoud en ten minste één merkteken. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze als vermeld in de aan-5 hef van conclusie 1.

Voor het verzorgen relatief grootschalig postverkeer wordt gebruik gemaakt van couverteermachines, welke ervoor zorgdragen dat documenten, bijv. bankafschriften, facturen, mailings e.d., in enveloppen worden gedaan. De documenten ver-10 schillen dikwijls per geadresseerde in bijv. het aantal bladen dat een document omvat. Tijdens het afdrukken van de documenten kunnen fouten optreden, zoals het onbedoeld toevoegen van een extra, leeg, blad of het achterblijven van een bedrukt blad in de afdrukeenheid. Ook menselijke fouten tijdens het 15 herstapelen van de documenten voorafgaand aan het couverteren treden regelmatig op. Het is vanzelfsprekend ongewenst dat documenten op onjuiste wijze worden samengesteld doordat er bijv. bladen ontbreken en/of verkeerde bladen worden ingesloten in de enveloppe voor een bepaalde geadresseerde.

20 De stand van de techniek kent verschillende maatrege len om het couverteerproces te controleren ten einde deze ongewenste gebeurtenissen te voorkomen of te signaleren.

Het Nederlands octrooi NL 1000867 beschrijft daartoe een inrichting en werkwijze, waarbij uitgaande van sets print-25 instructies, verificatiegegevens worden vastgesteld welke worden vergeleken met aftastresultaten. De aftastresultaten worden verkregen door het scannen van een passerend document dat op weg is naar de couverteermachine met een aftasteenheid die is gekoppeld aan de couverteermachine. Wanneer de verge-30 lijking tussen de verificatiegegevens en het aftastresultaat voor een bepaald blad een bepaalde grenswaarde overschrijdt, wordt een verschil-meldingssignaal gegeneerd.

1027930 2 US 2003/0084068 beschrijft een werkwijze en systeem 'voor het wijzigen van een bestand en het toevoegen van merktekens voor besturing aan het bestand voor gebruik in een systeem voor de nabehandeling van documenten. Daartoe wordt 5 aan de printinstructies informatie ontrokken om geschikte codes te bepalen welke op het document ten behoeve van de nabehandeling worden afgedrukt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het gegeven dat documenten dikwijls een vergelijkbare informatie- inhoud bezitten, zoals een briefhoofd, een deel met 10 variabele informatie, een totaalsaldo, een klantnummer of een adres van de geadresseerde.

Een probleem van de geschetste stand van de techniek US 2003/0084068 is dat het aanbrengen van de merktekens op basis van de informatie-inhoud van het document weinig flexibel 15 is ten aanzien van documentwijzigingen en dikwijls maatwerk vereist. In hoofdzaak daardoor blijken gebruikers van couver-teermachines dikwijls niet in staat om de merktekens ter controle van het couverteerproces op de documenten af te drukken .

20 Het is een doel van de uitvinding een eenvoudige en flexibele werkwijze te verschaffen om documenten voor te bereiden op een nabehandelingsproces, bijv. het couverteren.

Dit doel wordt bewerkstelligd door een werkwijze voor het afdrukken op een afdrukeenheid van ten minste één document 25 voorzien van informatie-inhoud en ten minste één merkteken als vermeld in het kenmerkende deel van conclusie 1.

De werkwijze volgens de uitvinding maakt het mogelijk om een document of documenten die vanuit de eerste afdrukin-structie worden afgedrukt, van een merkteken, code of 30 afwerkingsinstructie te voorzien onafhankelijk van de wijze waarop het document zelf tot stand is gekomen. De merktekenmo-dule voegt zelfstandig een merkteken toe zonder dat gekeken wordt naar de informatie-inhoud van het document, zoals briefhoofd, klantnummer of adres van de geadresseerde, en brengt 35 daarmee een voordeel qua flexibiliteit met zich doordat geen rekening behoeft te worden gehouden met de plaats of het for-! mat van deze informatie-inhoud. Daarnaast wordt deze i functionaliteit toegevoegd door eenvoudig een merktekenmodule 1027930 3 te installeren, zodat gebruikers van couverteermachines geen moeite meer hebben om hun documenten van merktekens te voorzien. De merktekenmodule maakt daartoe bijv. gebruik van functionaliteit die standaard in een afdrukeenheid is inge-5 bouwd.

De van de informatie-inhoud onafhankelijke merktekens betreffen bijv. een geordende reeks merktekens welke kunnen doorlopen van het ene naar het andere document ten einde de juiste volgorde van de documenten, of bladen daarvan, tijdens 10 het couverteren te kunnen bewaken. De merktekens verschaffen een volledigheidscontrole door te bewaken dat bladen van documenten in de juiste volgorde aan de couverteermachine worden aangeboden. Hierdoor kan worden voorkomen dat foute documenten of bladen bij elkaar in een enveloppe terecht komen. Het zal 15 de vakman duidelijk zijn dat deze merktekens verschillen van conventionele paginanummering van documenten aangezien deze paginanummering niet doorlopend is maar per document opnieuw aanvangt. Een dergelijke nummering verschaft geen volledigheidscontrole. De merktekens volgens de uitvinding omvatten 20 bij voorkeur numerieke merktekens, d.w.z. volgorde aangevende merktekens zoals volgnummers, maar kunnen ook andere tekens omvatten welke zich laten ordenen. Deze merktekens worden bij voorkeur in een streepjescode, bitcode of ander soor code gerepresenteerd .

25 Een ander voorbeeld betreft het gebruik maken van voorraadstations of vellenbakken voor verschillende bladen, waarbij het af te drukken merkteken afhankelijk is van uit welk voorraadstation een blad wordt betrokken bij het afdrukken. Op deze wijze kan een gebruiker zeer eenvoudig het begin 30 en/of einde van een document (een set bladen) aangeven door bijv. een eerste blad van een document uit een eerste voor-raadstation te betrekken waarop een eerste merkteken wordt afgedrukt en volgbladen uit een tweede voorraadstation waarop tweede merktekens worden afgedrukt. Hierdoor kunnen documenten 35 met verschillende aantallen bladen door elkaar worden verwerkt. Een leesstation gekoppeld aan de couverteermachine kan daartoe op basis van de eerste en/of tweede merktekens het begin en/of einde van een set bepalen.

1027930 i 4

Beide merktekens uit de hierboven genoemde voorbeelden kunnen voordelig worden gecombineerd. Andere merktekens zijn eveneens mogelijk. In het bijzondere geval waarin documenten uit een vast aantal bladen bestaan, kan een teller in 5 een couverteermachine worden gebruikt om met behulp van de volgorde-informatie het einde van een document of het begin van een nieuw document te bepalen. Wanneer het eerste blad van een document steeds uit een ander voorraadstation wordt betrokken dan (eventuele) volgbladen, kan het eerste blad zijn 10 voorzien van voorgedrukte merktekens om documenten te onderscheiden.

Voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn verder beschreven in de afhankelijke conclusies.

De uitvinding heeft ook betrekking op een afdrukeen-15 heid, een systeem en een merktekenmodule als resp.

gedefinieerd in de onafhankelijke conclusies 11, 15 en 16.

Opgemerkt wordt dat de werkwijze, de afdrukeenheid, het systeem en de merktekenmodule volgens de onderhavige uitvinding ook buiten het couverteren van poststukken toepassing 20 kunnen vinden. Te denken valt bijvoorbeeld aan het van een merkteken voorzien van stickers welke vervolgens op een product kunnen worden aangebracht opdat de nabehandeling van de sticker de nabehandeling, bijv. selectie in een logistiek proces, van het product met zich brengt. Ook valt te denken aan 25 een gepersonaliseerde krant of gepersonaliseerd tijdschrift als document, waarbij afzonderlijke bladen een merkteken krijgen dat wordt toegepast om kranten of tijdschriften met verschillende informatie-inhoud samen te stellen.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de 30 hand van de bijgevoegde Figuren, welke uitvoeringsvormen volgens de uitvinding tonen. Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding geenszins tot deze voorkeursuitvoeringsvormen is beperkt.

In de Figuren toont: 35 Fig. 1 een schematische illustratie van een opstel ling voor het couverteren van documenten; 1027930 5

Figs. 2A-2C een drietal mogelijke systemen voor het afdrukken van documenten volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding;

Fig. 3 een stappenschema dat een deel van de werkwij-5 ze volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding illustreert, en

Figs. 4A en 4B een voorbeeld van een document voorzien van merktekens, aangebracht volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding.

10 Fig. 1 toont een opstelling of postsamenstellingsin- richting 1 omvattende een couverteermachine 2 met enveloppen

3. Documenten D omvattende verschillende sets bladen worden aageboden bij een toevoerstation 5 op een transportband 6. Een merkteken Ml, M2 (zie Figs. 4A en 4B) op een blad van een do-15 cument D wordt optisch gelezen, dikwijls aangeduid als OMR

(optical mark recognition), door een afleesstation 7 ter controle van de juiste samenstelling van de documenten D voorafgaand aan het couverteren en verder getransporteerd naar een vouwstation 8. Eventueel kunnen bijlagen worden toegevoegd 2 0 via een bij lage-station 9. Ieder document D, eventueel voorzien van een bijlage, wordt in de machine 2 toegevoerd aan een enveloppe 3 welke daartoe open klaarligt. Een voorbeeld van een dergelijke opstelling 1 betreft het systeem SI92 van Neo-post. Andere, kleinschaliger, couverteersystemen zijn eveneens 25 bekend, zoals de SI 72 van Neopost.

De uitvinding heeft betrekking op het aanbrengen van het merkteken Ml, M2 op de documenten D voordat deze worden gelezen bij het afleesstation 7 in de opstelling 1.

Figs. 2A-2C tonen schematisch een drietal variaties 30 van een systeem 20 omvattende een documentgenerator 21, een merkteken module 22 en een afdrukeenheid 23, welke communicatief gekoppeld zijn. De documentgenerator 21 kan bijv. een eenvoudige personal computer omvatten. De afdrukeenheid 23 omvat bijv. een printer van Hewlett Packard. De afdrukeenheid 23 35 is voorzien van één of meer voorraadstations of veilenbakken A en B voor bladen van de documenten D en een uitvoerbak voor de documenten D.

1 027930 ^_Hl· ·ι 11 m_ 6

Als getoond in Fig. 2A kan de merktekenmodule 22 een afzonderlijke eenheid tussen of gekoppeld aan de verbinding 24 tussen de documentgenerator 21 en de afdrukeenheid 23 omvatten.

5 De merktekenmodule 22 kan onderdeel uitmaken van of verbonden zijn met de afdrukeenheid 23, bijv. als insteekkaart voorzien van software voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding. Dit is getoond in Fig. 2B.

De merktekenmodule 22 kan ook, zoals getoond in Fig.

10 2C, zijn geïntegreerd met de documentgenerator 21, bijv. via een communicatieve verbinding 25 met de documentgenerator 21 of als software op de documentgenerator 21.

De functies van de merktekenmodule 22 kunnen ook gedistribueerd zijn over de genoemde of andere componenten van 15 het systeem 20. De communicatieve verbinding tussen de documentgenerator 21, de merktekenmodule 22 en de afdrukeenheid 23 kan plaatsvinden over een, eventueel draadloos, netwerk.

Fig. 3 toont een stroomschema 30 dat een deel van de werkwijze volgens de uitvinding. Figs. 4A en 4B tonen een do-20 cument afgedrukt via de werkwijze volgens de uitvinding. De gebruiker van het systeem 20 heeft de veilenbak A gevuld met eerste bladen voor de documenten D voorzien van een logo van de gebruiker van het systeem 20. Vellenbak B is gevuld met volgbladen voor de documenten D.

25 Vanuit de documentgenerator 21 wordt een eerste af- drukinstructie I verschaft welke de op de documenten Dl, D2 en D3 af te drukken informatie-inhoud omvat. De informatie-inhoud omvat een briefhoofd 41, een tekstdeel 42 en een voetdeel 43.

Deze informatie-inhoud is gegenereerd door een gebruiker van 30 de documentgenerator 21 met bijv. met Microsoft Word en opgemaakt volgens de wensen van deze gebruiker. Wanneer de eerste afdrukinstructie I naar de afdrukeenheid 23 wordt gestuurd, genereert de merktekenmodule 22 een tweede afdrukinstructie.

De merktekenmodule 22 is transparant voor de eerste afdrukin-35 structie, d.w.z. dat de merktekenmodule de eerste afdrukinstructie ongewijzigd laat. De eerste afdrukinstructie en tweede afdrukinstructie kunnen bijv. worden samengevoegd 1 027930 7 tot een enkele afdrukinstructie voor de afdrukeenheid 23 of sequentieel door de afdrukeenheid 23 worden verwerkt.

De tweede afdrukinstructie 0(tn) omvat een merkteken Ml(tn) met volgorde-informatie, i.c. een volgnummer tn, in de 5 vorm van een binaire overlay 0(tn) . Dienovereenkomstig wordt tegelijkertijd met maar onafhankelijk van het afdrukken van de informatie-inhoud 41, 42, 43 op het betreffende blad van het document D een merkteken Ml(tn) met volgorde-informatie afgedrukt bij de afdrukeenheid 23.

10 Wanneer het af te drukken merkteken Ml is bepaald, wordt vervolgens op basis van een hulpsignaal in stap <V(A)?> vastgesteld uit welke vellenbak A, B van de afdrukeenheid 23 een blad van een document D wordt betrokken. Het hulpsignaal kan met de eerste afdrukinstructie I zijn meegestuurd naar de 15 afdrukeenheid 23 of op andere wijze bij de afdrukeenheid 23 bekend zijn. Ook is het mogelijk dat de afdrukeenheid 23 slechts een enkele veilenbak heeft en dat op basis van een virtueel hulpsignaal toch voor ieder document D onderscheid wordt gemaakt tussen eerste bladen en volgbladen uit een en 20 dezelfde vellenbak.

Wanneer een blad van het document D uit (virtuele) vellenbak A wordt gehaald, wordt een tweede afdrukinstructie O(A) omvattende een merkteken M2(A) in de vorm van een overlay 0(M2(A)) gegenereerd door de merktekenmodule 22. Wanneer een 25 blad niet uit vellenbak A, en dus in casu uit vellenbak B, wordt gehaald wordt een tweede afdrukinstructie 0(B) omvattende een merkteken M2(B) in de vorm van een overlay 0(M2(B)) gegenereerd. Dientengevolge kan tegelijk met, maar onafhankelijk van, de informatie-inhoud 41, 42, 43 een merkteken M2 30 worden aangebracht dat aangeeft of een blad van een document D een eerste blad of een volgblad is.

Vervolgens wordt in < η < N ?> vastgesteld of de teller n gereset moet worden. Immers, wanneer het aantal bladen van de documenten D groter is dan het aantal verschillende 35 eerste merktekens Ml, zal een verder blad van een reeds eerder aangebracht merkteken worden voorzien. Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding zal voor een bitcode bij voorkeur 2-5 bits, zoals 3 bits worden toegepast. Een 3-bit code zal 1 027930 ^......................

8 voldoende veiligheid ten aanzien van de bladvolgorde opleveren. Indien het maximale aantal bits niet wordt overschreden, wordt de teller n verhoogd en wordt het stroomdiagram 30 opnieuw doorlopen.

5 Opgemerkt wordt dat de uitvinding ook betrekking heeft op het aanbrengen van óf het eerste merkteken Ml omvattende een doorlopende reeks volgorde-informatie óf het tweede merkteken M2 omvattende de "eerste blad" of "volgblad" indicatie. Overigens wordt opgemerkt dat het tweede merkteken M2 ook 10 vooraf op de bladen kan worden gedrukt, zodat de hierboven beschreven functionaliteit kan worden verkregen zonder gebruikmaking van het hulpsignaal wanneer de eerste vellen van een document D altijd uit de veilenbak A van de afdrukeenheid 23 worden betrokken. Duidelijk zal verder zijn dat de afdruk-15 eenheid 23 ook meer dan twee vellenbakken A, B kan omvatten en het tweede merkteken M2 voor verdere toepassing geschikt kan worden gemaakt. Ook kan voor grotere series documenten D de afdrukeenheid 23 zijn voorzien van bijv. vier vellenbakken A, B, C, D, waarbij bijv. bakken A en B "eerste bladen" en bakken 20 C en D "volgbladen" bevatten. De overgang bij de afdrukeenheid 23 van bijv. veilenbak A naar vellenbak B, wanneer bijv. veilenbak A leeg is, heeft dan geen gevolg voor het af te drukken merkteken M2(A). Dit merkteken M2(A) wordt dan ook afgedrukt op "eerste bladen" uit vellenbak B.

25 Als voorbeeld wordt uitgegaan van een eerste afdruk- instructie I waarin drie documenten Dl, D2 en D3 worden afgedrukt, omvattende respectievelijk 1, 5 en 3 bladen, welke documenten Dl, D2 en D3 worden nabehandeld in de postsamen-stellingsinrichting 1 door deze documenten Dl, D2 en D3 onder 30 te brengen in drie verschillende enveloppen 3. Figs. 4A en 4B tonen het eerste blad van het derde document D3. De volgorde-informatie wordt gerepresenteerd door een 3-bit code. Het zal duidelijk zijn dat het in de praktijk veelal om grotere aantallen documenten D zal gaan en het gekozen voorbeeld enkel 35 dient ter illustratie van de werkwijze volgens de onderhavige uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Blad 1 van Dl krijgt als merkteken Ml(tn) een 0 in bitcode; bladen 1, 2, 3, 4 en 5 van D2: 1, 2, 3, 4 en 5 en 1 027930 9 bladen 1 en 2 van D3: 6, 7 en 0. Aldus wordt de volgorde-informatie van het eerste document Dl naar het tweede document D2 en van het tweede document D2 naar het derde document D3 in een doorlopende reeks van volgnummers op de bladen van de do-5 cumenten Dl, D2 en D3 afgedrukt. De 3-bit code brengt met zich dat het laatste blad van document D3 evenals het eerste blad van Dl een 0 als merkteken Ml(tn) krijgt.

Evenzo worden de bladen 0, 1 en 6 van resp. documenten Dl, D2 en D3 als merkteken M2 een A in bitcode als zijnde 10 eerste bladen van de document, betrokken uit vellenbak A van de afdrukeenheid 23. De bladen 2, 3, 4, 5, 7 en 0 (van D3) krijgen als merkteken M2 een B, als zijnde volgblad betrokken uit vellenbak B.

De tabel toont een schematisch overzicht van de merk-15 tekens Ml, M2 aangebracht in bitcode op de documenten Dl, D2 en D3 .

Document__Dl __ D2 __ D3

Blad__1__1 2 1 3 4 5 \ 1 | 2 3 M2__A__A B__B__B__B A B__B_

Ml (tn)__0 1 2 3 4 5 1 1 β | 7 | 0 I

De merktekens Ml, M2 worden afgedrukt op de documenten Dl, D2 20 en D3 door de afdrukeenheid 23, tezamen met, maar onafhankelijk van, de informatie-inhoud 41, 42, 43. Het OMR-afleesstation 5 uit de opstelling 1 kan de merktekens Ml, M2 vervolgens aanwenden voor controle van het couverteerproces op op zichzelf bekende wijze.

1027930

Claims

1. Een werkwij ze voor het afdrukken op een afdrukeen-heid (23) van ten minste één document (Dl, D2, D3) voorzien van informatie-inhoud (41, 42, 43) en ten minste één merkteken (Ml; M2), welk merkteken is ingericht voor nabehandeling van 5 het document in bijvoorbeeld een postsamenstellingsinrichting (1) , omvattende de stappen van: - het vanuit een documentgenerator (21) verschaffen van ten minste een eerste afdrukinstructie (I) omvattende de op het document (Dl, D2, D3) af te drukken informatie-10 inhoud; het door een merktekenmodule (22) genereren van ten minste een tweede afdrukinstructie (O(tn) ;0 (A);0(B)) voor het afdrukken van ten minste één merkteken (Ml; M2) op het document; 15. het door de afdrukeenheid (23) verwerken van de eerste en tweede afdrukinstructie voor het afdrukken van de informatie-inhoud en het merkteken op het document met het kenmerk dat het genereren en verwerken van de tweede afdrukinstructie 20 (0(t„); O(A); O(B)) voor het afdrukken van het merkteken (Ml; M2) plaatsvindt onafhankelijk van de informatie-inhoud (41, 42, 43) van de eerste afdrukinstructie (I).

2. De werkwijze volgens conclusie 1, verder omvattende de stappen van: 25. het genereren door de merktekenmodule (22) van een tweede afdrukinstructie (0{tn)) met merktekens (Ml(t„)) omvattende een ononderbroken reeks volgorde-informatie; het afdrukken van ten minste een eerste (Dl; D2) en een tweede document (D2; D3), welke bestemd zijn om verschil-30 lend te worden nabehandeld, waarbij de volgorde- informatie van het eerste (Dl; D2) naar het tweede document (D2; D3) een doorlopende reeks vormt.

3. De werkwijze volgens conclusie 2, waarbij ten minste het eerste document (Dl; D2) of het tweede document (D2;

35 D3) meer dan één blad omvat en waarbij de reeks doorlopend 1027930 wordt afgedrukt op de bladen van het eerste en tweede document .

4. De werkwijze volgens conclusie 3, waarbij de bladen van het document (Dl, D2, D3) met meer dan één blad naast 5 een door de merktekenmodule (22) gegenereerde tweede afdrukin-structie (0(tn)) voor het afdrukken van een merkteken (Ml(tn)) met volgorde-informatie tevens ten minste een eerste voorgedrukt merkteken (M2(A)) of een tweede, van het eerste verschillend, voorgedrukt merkteken (M2(B)) bevatten. 10 5 . De werkwijze volgens één of meer van de conclusies 2-4, waarbij het merkteken (Ml(tn), M2(A), M2(B)) een numeriek merkteken is, bij voorkeur in de vorm van een streepjescode of bitcode.

6. De werkwij ze volgens één of meer van de voorgaande 15 conclusies, verder omvattende de stappen van: het door de merktekenmodule (22) genereren van een tweede afdrukinstructie (0(A); O(B)), in respons op een hulpsig-naal voor het afdrukken van ten minste een eerste of tweede blad van het document (Dl, D2, D3), voor het af- 20 drukken van ten minste een eerste merkteken (M2(A)) voor het eerste blad en een tweede, van het eerste merkteken verschillend, merkteken (M2(B)) voor het tweede blad; - het afdrukken van het eerste merkteken (M2(A)) op het eerste blad of het tweede merkteken (M2(B)) op het tweede 25 blad op het document.

7. De werkwijze volgens conclusie 6, waarbij de af-drukeenheid ten minste een eerste voorraadstation (A) voor eerste bladen van het document en een tweede voorraadstation (B) voor tweede bladen van het document omvat, verder omvat- 30 tende de stappen van: - het door de merktekenmodule (22) genereren van de tweede afdrukinstructie (O(A), O(B)), wanneer op basis van het hulpsignaal een blad uit het eerste voorraadstation respectievelijk het tweede voorraadstation wordt genomen; 35. het afdrukken van ten minste het eerste merkteken (M2(A)) en het tweede merkteken (M2(B)) op respectievelijk een eerste blad en een tweede blad. 1027930 ^----

8. De werkwijze volgens conclusie 7, waarbij de eerste afdrukinstructie (I) naast de op het document af te drukken informatie-inhoud (41, 42, 43), het hulpsignaal omvat voor het selecteren van het ten minste eerste (A) of tweede 5 voorraadstation (B).

9. De werkwijze volgens conclusie 6, waarbij de af-drukeenheid een enkel voorraadstation (A) omvat voor eerste en tweede af te drukken bladen van het document (Dl, D2, D3) en op basis van een virtueel hulpsignaal ten minste het eerste 10 merkteken (M2(A)) en het tweede merkteken (M2(B)) afdrukt op respectievelijk een eerste blad en een tweede blad.

10. De werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de afdrukeenheid (23) gebruik maakt van een overlay voor het afdrukken van ten minste één merkteken 15 (O(tn) ; O(A); O(B)) op het document (Dl, D2, D3) .

11. Een afdrukeenheid (23) voor het afdrukken van ten minste één document (Dl, D2, D3) voorzien van informatie-inhoud (41, 42, 43) en ten minste één merkteken (Ml, M2), welk merkteken is ingericht voor nabehandeling van het document in 20 bijvoorbeeld een postsamenstellingsinrichting (1), waarbij de afdrukeenheid is ingericht voor het ontvangen van een eerste afdrukinstructie (I) omvattende de op het document af te drukken informatie-inhoud met het kenmerk dat 25 de afdrukeenheid een merktekenmodule (22) omvat welke is ingericht voor het genereren van ten minste een tweede afdrukinstructie (0(tn); O(A); 0(B)) voor het afdrukken van ten minste één merkteken (Ml, M2) op het document, onafhankelijk van de informatie-inhoud (41, 42, 43) van de eerste afdrukin- 30 structie en waarbij de afdrukeenheid (22), in gebruik, de informatie-inhoud (41, 42, 43) en het merkteken (Ml, M2) afdrukt op het document.

12. De afdrukeenheid (23) volgens conclusie 11, waarbij de afdrukeenheid is voorzien van een merktekenmodule (22) 35 voor het toepassen van de werkwijze volgens één of meer van de conclusies 2-10.

13. De afdrukeenheid (23) volgens conclusie 11 of 12, waarbij de merktekenmodule (22) software code delen omvat voor 1027930 het uitvoeren van de werkwijze volgens een of meer van de conclusies 2-10 omvat.

14. De afdrukeenheid (23) volgens conclusie 11, 12 of 13, waarbij de merktekenmodule (22) een fysieke module, bijv. 5 een insteekkaart, omvat.

15. Een systeem (20) voor het afdrukken van ten minste één document (Dl, D2, D3) voorzien van informatie-inhoud (41, 42, 43) en ten minste één merkteken (Ml, M2), welk merkteken is ingericht voor nabehandeling van het document in 10 bijvoorbeeld een postsamenstellingsinrichting (1), omvattende: een documentgenerator (21) voor het verschaffen van ten minste een eerste afdrukinstructie (I) omvattende de op het document af te drukken informatie-inhoud; een merktekenmodule (22) ingericht voor het genereren van 15 ten minste een tweede afdrukinstructie (0(tn); O(A); O(B)) voor het afdrukken van ten minste één merkteken op het document; een afdrukeenheid (23) voor het verwerken van de eerste (I) en tweede afdrukinstructie (0(tn); O(A) ; O(B)) voor 20 het afdrukken van de informatie-inhoud en het merkteken op het document met het kenmerk dat het systeem (20) is ingericht voor het genereren en verwerken van de tweede afdrukinstructie (0(tn); O(A); O(B)) voor het af-25 drukken van het merkteken, onafhankelijk van de informatie-inhoud (41, 42, 43) van de eerste afdrukinstructie (I).

16. Een merktekenmodule (22) voor het genereren van een tweede afdrukinstructie (0(tn); O(A); 0(B)) voor het afdrukken van ten minste één merkteken (Ml, M2) op een document 30 met het kenmerk dat de merktekenmodule in ingericht om samen te werken met ten minste een documentgenerator (21) of een afdrukeenheid (23) voor het verschaffen van een eerste afdrukinstructie (I) omvattende op het document af te drukken informatie-inhoud (41, 35 42, 43) respectievelijk het afdrukken van de informatie-inhoud en het merkteken, waarbij de merktekenmodule (22) verder is ingericht om de tweede afdrukinstructie (0(tn); 0(A); 0(B)) on- 1027930 afhankelijk van de informatie-inhoud van de eerste afdrukin-structie (I) te genereren.

17. De merktekenmodule (22) volgens conclusie 16 ingericht voor gebruik in een werkwijze volgens conclusies 2-10. 1027930