NL1027119C2 - Vouwfiets. - Google Patents

Vouwfiets. Download PDF

Info

Publication number
NL1027119C2
NL1027119C2 NL1027119A NL1027119A NL1027119C2 NL 1027119 C2 NL1027119 C2 NL 1027119C2 NL 1027119 A NL1027119 A NL 1027119A NL 1027119 A NL1027119 A NL 1027119A NL 1027119 C2 NL1027119 C2 NL 1027119C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
frame tube
connecting element
bicycle
face
rear frame
Prior art date
Application number
NL1027119A
Other languages
English (en)
Inventor
Min-Chang Chen
Original Assignee
Giant Mfg Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Giant Mfg Co filed Critical Giant Mfg Co
Priority to NL1027119A priority Critical patent/NL1027119C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1027119C2 publication Critical patent/NL1027119C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62KCYCLES; CYCLE FRAMES; CYCLE STEERING DEVICES; RIDER-OPERATED TERMINAL CONTROLS SPECIALLY ADAPTED FOR CYCLES; CYCLE AXLE SUSPENSIONS; CYCLE SIDE-CARS, FORECARS, OR THE LIKE
    • B62K15/00Collapsible or foldable cycles
    • B62K15/006Collapsible or foldable cycles the frame being foldable

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Motorcycle And Bicycle Frame (AREA)

Description

VOUWFIETS
Deze uitvinding heeft betrekking op een rijwiel, en meer in het bijzonder op een vouwfiets.
Met verwijzing naar fig. 1, wordt aangegeven dat een conventionele vouwfiets 1 voorste en achterste framegedeelten 5 11, 12 omvat die onderling draaibaar zijn verbonden door middel van een verticale scharnierpen 13. Wanneer men het rijwiel zou willen opvouwen, kunnen de voorste en achterste framegedeelten 11, 12 verdraaien rondom de scharnierpen 13 en tegen elkaar aan komen te liggen. Het rijwiel 1 heeft het 10 nadeel dat gedurende het rijden de belastingen zich concentreren op de scharnierpen 13. Als gevolg daarvan heeft de scharnierpen 13 de neiging te breken.
Het doel van deze uitvinding is het beschikbaar maken van een vouwfiets waarin spanningsconcentraties op een 15 scharnierpen die voorste en achterste framebuizen onderling verbindt kan worden voorkomen.
Volgens deze uitvinding bezit de vouwfiets een frame-eenheid en een positioneereenheid. De frame-eenheid omvat een voorwieleenheid, die is geplaatst op een voorste framebuis, 20 een achterwieleenheid die is geplaatst op een achterste framebuis en dat in de langsrichting van het rijwiel gezien is opgelijnd met de voorwieleenheid, en een horizontale scharnierpen die de voorste en achterste framebuizen onderling draaibaar verbindt, zodat de scharnierpen en de 25 draaiassen van de voorwiel- en achterwieleenheden in het algemeen een gelijkzijdige driehoek vormen. De positioneereenheid bepaalt de plaats van de achterste framebuis achter de voorste framebuis, en het kan worden gebruikt om de voorste en achterste framebuizen te laten 1027119 2 draaien om de scharnierpen om zodoende het rijwiel in een opgevouwen toestand te brengen, waarbij de voorste en achterste wieleenheden onderling zijn opgelijnd in een dwarse richting van het rijwiel. Omdat de scharnierpen horizontaal 5 loopt, kan spanningsconcentratie op de scharnierpen worden voorkomen.
Deze en andere kenmerken en voordelen van deze uitvinding zullen duidelijk worden in de navolgende gedetailleerde beschrijving van voorkeursuitvoeringen van 10 deze uitvinding, met verwijzing naar de begeleidende tekeningen, waarin:
Fig. 1 een perspectivisch aanzicht is van een conventionele vouwfiets, die de opgevouwen toestand ervan verduidelij kt; 15 Fig. 2 een gedeeltelijk schematisch zijaanzicht is van de eerste voorkeursuitvoering van een vouwfiets volgens deze uitvinding;
Fig. 3 een gedeeltelijk bovenaanzicht is van de eerste voorkeursuitvoering; 20 Fig. 4 een gedeeltelijk schematisch bovenaanzicht is van de eerste voorkeursuitvoering, die verduidelijkt hoe een centrale as van een horizontale scharnierpen ten opzichte van de voorste en achterste framebuizen onder een hoek is geplaatst; 25 Fig. 5 een gedeeltelijk schematisch zijaanzicht is van de eerste voorkeursuitvoering, die verduidelijkt hoe de voorste en achterste framebuizen onderling zijn vergrendeld door een positioneereenheid;
Fig. 6 een gedeeltelijk bovenaanzicht is van de 30 eerste voorkeursuitvoering, die weergeeft hoe een beweegbaar scharnier in een uiterste onderste positie is gebracht, waarbij de voorste en achterste framebuizen onderling zijn vergrendeld door de positioneereenheid; 10271 1 9 3
Fig. 7 een schematisch aanzicht is van een uit vier stangen bestaand verbindingsmechanisme van de eerste voorkeursuitvoering, dat weergeeft hoe het beweegbare scharnier in de uiteirste onderste positie is gebracht; 5 Fig. 8 een schematisch aanzicht is van het uit vier stangen bestaande verbindingsmechanisme van de eerste voorkeursuitvoering, dat de loslaatpositie van het bedienbare scharnier weergeeft;
Fig. 9 een schematisch aanzicht is van het uit vier 10 stangen bestaande verbindingsmechanisme van de eerste voorkeursuitvoering, dat een uiterste bovenste positie weergeeft van het bedienbare scharnier, waarbij verdraaiing van de voorste en achterste framebuizen ten opzichte van elkaar mogelijk is geworden; 15 Fig. 10 een gedeeltelijk zijaanzicht is van de eerste voorkeursuitvoering, dat verduidelijkt hoe het beweegbare scharnier naar zijn bovenste uiterste positie is bewogen, zodat het rijwiel gereed is om te worden opgevouwen;
Fig. 11 een gedeeltelijk bovenaanzicht is van de 20 eerste voorkeursuitvoering, dat verduidelijkt hoe er een hoek is ontstaan tussen de voorste en achterste framebuizen;
Fig. 12 een gedeeltelijk zijaanzicht is van de eerste voorkeursuitvoering, dat het rijwiel in opgevouwen toestand weergeeft; 25 Fig. 13 een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht is van de eerste voorkeursuitvoering dat het rijwiel in opgevouwen toestand weergeeft;
Fig. 14 een gedeeltelijk zijaanzicht is van de tweede voorkeursuitvoering van een vouwfiets volgens deze 30 uitvinding; en
Fig. 15 een gedeeltelijk zijaanzicht is van de tweede voorkeursuitvoering, dat het rijwiel in een opgevouwen toestand weergeeft.
1027119 4
Voordat de huidige uitvinding in meer detail zal worden beschreven in samenhang met de voorkeursuitvoeringen, wordt de aandacht erop gevestigd dat door de gehele beschrijving heen gelijksoortige elementen en constructies 5 worden aangeduid door dezelfde referentiegetallen.
Met verwijzing naar fig. 2, 3 en 4 wordt aangegeven dat de eerste voorkeursuitvoering van een vouwfiets volgens deze uitvinding een frame-eenheid 2 en een positioneereenheid 3 omvat.
10 Omdat het stuur en het zadel van het rijwiel niet van wezenlijk belang zijn voor de reikwijdte van deze uitvinding, zijn ze ter wille van de beknoptheid uit de tekeningen weggelaten.
De frame-eenheid 2 omvat een voorste framebuis 21, 15 een achterste framebuis 22, een voorwieleenheid 23, een achterwieleenheid 24, een uitstekende tong 25, een groef 26, en een horizontale scharnierpen 27. De voorste en achterste framebuizen 21, 22 lopen in een onder een hoek staande asrichting (X), en ze zijn onderling draaibaar verbonden door 20 de scharnierpen 27. De voorste framebuis 21 heeft een voorste einde 211, een achterste einde 212 en een achterste eindvlak 213. Het achterste eindvlak 213 bevindt zich direct boven de scharnierpen 27, en het is ten opzichte van de hellende asrichting (X) onder een hoek geplaatst. De achterste 25 framebuis 22 bevindt zich achter de voorste framebuis 21, en het heeft een achterste einde 221, een voorste einde 222 en een voorste eindvlak 223. Het voorste eindoppervlak 223 bevindt zich direct boven de scharnierpen 27, en het is ten opzichte van de hellende asrichting (X) onder een hoek 30 geplaatst, en het ligt aan tegen het achterste eindvlak 213 van de voorste framebuis 21. In directe samenhang hiermee kunnen het achterste eindvlak 213 van de voorste framebuis 21 en het voorste eindvlak 223 van de achterste framebuis 22 1027119 5 .gedurende het opvouwen van het rijwiel alleen maar neerwaarts verdraaien om de scharnierpen 27. De voorwieleenheid 23 is aangebracht aan het voorste eind van de voorste framebuis 21. De achterwieleenheid 24 is aangebracht aan het achterste eind 5 221 van de achterste framebuis 22, en het is in langsrichting van het rijwiel gezien opgelijnd met de voorwieleenheid 23.
De tong 25 vormt een integraal deel van het achterste eindvlak 213 van de voorste framebuis 21 en ze loopt door in de groef 26. De groef 26 is aangebracht in het voorste 10 eindvlak 223 van de achterste framebuis 22. De scharnierpen 27 verbindt het achterste einde 212 van de voorste framebuis 21 en het voorste einde 222 van de achterste framebuis 22 onderling draaibaar en het heeft een centrale as (C) (zie fig. 4) die ten opzichte van de hellende asrichting (X) onder 15 een hoek staan. In verband hiermee kan de achterste framebuis 22 om de scharnierpen 27 verdraaien en een hoek (Θ) vormen (zie fig. 11) tussen een centrale as van de achterste framebuis 22 en de hellende asrichting (X), waardoor de uitlijning van de achterwieleenheid 24 met de voorwieleenheid 20 23 in de langsrichting van het rijwiel wordt opgeheven. De scharnierpen 27 en de draaiassen (PI, P2) van de voor- en achterwieleenheden 23, 24 vormen in het algemeen een gelijkzijdige driehoek (T). Een lijn (B) die de draaiassen (BI, B2) van de voor- en achterwieleenheden 23, 24 onderling 25 verbindt, vormt de basis van de gelijkzijdige driehoek (T).
In fig. 2 zou strikt genomen de scharnierpen 27 moeten zijn aangegeven als een kort recht lijnstuk en niet als een punt, maar de lengte van het korte rechte lijnstuk is ten opzichte van de lengten van de zijden en van de basis van de 30 gelijkzijdige driehoek (T) minimaal, en ze is daarom verwaarloosd.
Uit fig. 2, 5 en 6 blijkt hoe de positioneereenheid 3 de plaats van de achterste framebuis 22 achter de voorste 1027119 6 framebuis 21 bepaalt/ en ze omvat een horizontaal voorste scharnier 31/ een horizontaal bewegend scharnier 32, een horizontaal achterste scharnier 33, een eerste verbindingselement 34, een tweede verbindingselement 35, een 5 bedieningshendel 36, een sluitring 37, en een sluithaak 38.
Het eerste verbindingselement 34 is boven de scharnierpen 27 aangebracht, en ze heeft een achterste einde 341, dat draaibaar is verbonden met de voorste framebuis 21 door middel van het voorste scharnier 31 op een plek nabij 10 het achterste eindvlak 213 van de voorste framebuis 21, en een achterste einde 342.
Het tweede verbindingselement 35 is boven de scharnierpen 27 aangebracht, en het heeft een integrale bovenwand 350, een op enige afstand daarvan gelegen einde 15 351, een voorste eindgedeelte 352, dat zich achter het op enige afstand gelegen voorste einde 351 bevindt en dat draaibaar is verbonden met het voorste einde 342 van het eerste verbindingselement 34 door middel van het beweegbare scharnier 32, en een achterste einde 353, dat is voorzien van 20 een holte 354 voor een kogelscharnier.
Het achterste scharnier 33 is aangebracht achter het voorste scharnier 31, het loopt door de achterste framebuis 22 op een plek vlakbij het voorste eindvlak 223 van de achterste framebuis 22, en het heeft in het algemeen een 25 bolvormig einde 331 dat nauw sluitend en draaibaar kan worden ingebracht in de holte 354 van het tweede verbindingselement 35 voor een kogelscharnier om zodoende het achterste einde 353 van het tweede verbindingselement 35 te verbinden met de achterste framebuis 22.
30 Het beweegbare scharnier 32 verbindt het voorste einde 342 van het eerste verbindingselement 34 en het voorste eindgedeelte 352 van het tweede verbindingselement 35 onderling draaibaar, en het kan ten opzichte van de voorste 10271V9 7 framebuis 21 worden bewogen tussen een onderste uiterste positie, zoals is aangegeven in fig. 6 en 7, waarbij het beweegbare scharnier 32 zich bevindt onder een rechte lijn (D) (zie fig. 7 en 9), die loopt door de voorste en achterste 5 scharnieren 31, 33 en waarbij onderlinge verdraaiing van de voorste en achterste framebuizen 21, 22 is verhinderd, en een bovenste uiterste positie zoals is aangegeven in fig. 9 en 10, waarbij het beweegbare scharnier 32 zich bevindt boven de rechte lijn (D) (zie fig. 7 en 9), die loopt door de voorste 10 en achterste scharnieren 31, 33 en waarbij de voorste en achterste framebuizen 21, 22 om de scharnierpen 27 kunnen verdraaien. Wanneer het beweegbare scharnier 32 in de onderste uiterste positie is gebracht, loopt de bovenplaat 350 van het tweede verbindingselement 35 horizontaal, en het 15 eerste verbindingselement 34 ligt aan tegen een onderste oppervlak van de bovenplaat 350 van het tweede verbindingselement 35 en het bepaalt op deze wijze de onderlinge positie van de eerste en tweede verbindingselementen 34, 35. Bijgevolg vormen de eerste en 20 tweede verbindingselementen 34, 35 en de voorste en achterste framebuizen 21, 22 een uit vier stangen bestaand verbindingsmechanisme, zoals is aangegeven in fig. 7, 8 en 9.
De bedieningshendel 36 heeft een scharnierend einde 361 dat scharnierend is verbonden met het op enige afstand 25 gelegen einde 351 van het tweede verbindingselement 35, een haakgedeelte 362 dat ingrijpt in het achterste einde 353 van het tweede verbindingselement 35, en een vrij einde dat is voorzien van een handgreep 363 (zie fig. 3 en 10). De handgreep 363 loopt horizontaal en loopt in een dwarse 30 richting van het rijwiel.
De sluitring 37 is aan de voorste framebuis 21 bevestigd op een plek in de buurt van het achterste eindvlak 213 van de voorste framebuis 21.
1027119 8
De sluithaak 38 is vast bevestigd aan de achterste framebuis 22 op een plek in de buurt van het voorste eindvlak 223 van de achterste framebuis 22.
Omdat het voorste eindvlak 223 van de achterste 5 framebuis 21 aanligt tegen het achterste eindvlak 213 van de voorste framebuis 21, kunnen de voorste en achterste framebuizen 21, 22 niet om de scharnierpen 27 heen naar boven draaien. In deze situatie zijn, omdat het eerste j verbindingselement 34 aan ligt tegen het onderste oppervlak j 10 van de bovenplaat 350 van het tweede verbindingselement 35, en omdat het bewegend scharnier 32 zich bevindt boven de rechte lijn (D) (zie fig. 7 en 9) die loopt door de voorste en achterste scharnieren 31, 33, zoals is aangegeven in fig.
7, de eerste en tweede verbindingselementen 34, 35 gefixeerd 15 ten opzichte van de voorste en achterste framebuizen 21, 22.
Daarom zijn zoals is aangegeven in fig. 2, 5 en 6, de voorste en achterste framebuizen 21, 22 door de positioneereenheid 3 ten opzichte van elkaar vergrendeld. Het beweegbare scharnier 32 kan in de richting die is aangegeven door een pijl in fig.
20 5 met kracht worden geplaatst naar een losse positie die is aangegeven in fig. 8, en die zich direct boven de rechte lijn (D) bevindt (zie fig. 7 en 9). Wanneer het beweegbare scharnier 32 zich in de lossende positie bevindt, zijn de voorste en achterste framebuizen 21, 22 ten opzichte van 25 elkaar gelost.
Wanneer men het rijwiel wil opvouwen wordt het handvat 363 van de bedieningshendel 36 vanaf het achterste einde 353 van het tweede verbindingselement 35 verwijderd en naar boven getrokken om zodoende het beweegbare scharnier 32 30 te verplaatsen naar de bovenste uiterste positie die is aangegeven in fig. 9. Daarna zal, als gevolg van het gewicht van de voorste en achterste wieleenheden 23, 24, een nog verder naar boven bewegen van het handvat 363 resulteren in 1 0271 1 9 9 een verdraaiing van de voorste en achterste framebuizen 21, 22, ten opzichte van elkaar rondom de scharnierpen 27 en tot het naar elkaar toe bewegen van de voorste en achterste wieleenheden 23, 24 totdat de voorste en achterste 5 wieleenheden 23, 24 onderling zijn opgelijnd in een dwarse richting van het rijwiel, zoals is aangegeven in fig. 12 en 13.
Vervolgens wordt de sluithaak 38 verplaatst tot ze ingrijpt in de sluitring 37 om het verdraaien van de voorste 10 en achterste framebuizen 21, 22 ten opzichte van elkaar te voorkomen, zoals is aangegeven in fig. 12.
Fig. 14 toont een tweede voorkeursuitvoering van een vouwfiets volgens deze uitvinding, die qua constructie gelijk is aan de vorige uitvoeringsvorm, behalve dat deze 15 uitvoeringsvorm verder een bagagedrager 28 omvat. De bagagedrager 28 omvat een steunstang 280, die vanaf de achterste framebuis 22 naar achteren toeloopt en een achterste uiteinde 281 heeft, die is voorzien van een frame 282 en meerdere rollen 283 (waarvan er hier maar één is 20 aangegeven), die wanneer het rijwiel zich in de opgevouwen positie bevindt, kunnen rollen op een vlak oppervlak tezamen met de voorste en achterste wieleenheden 23, 24, zoals is aangegeven in fig. 15. Zodoende kan de vouwfiets gemakkelijk worden verplaatst.
25 De vouwfiets volgens deze uitvinding heeft de volgende voordelen: (1) Omdat de scharnierpen 27 horizontaal is geplaatst, kunnen spanningsconcentraties daarop worden voorkomen.
30 (2) Het rijwiel kan gemakkelijk en gerieflijk worden opgevouwen door het handvat 363 naar boven te trekken.
1027119

Claims (9)

1. Vouwfiets gekenmerkt door: een frame-eenheid (2), die een voorste framebuis (21) omvat, een achterste framebuis (22), die is aangebracht achter de voorste framebuis (21), een voorwieleenheid (23), 5 die is geplaatst aan een voorste einde (211) van de voorste framebuis (21), een achterwieleenheid (24), die is aangebracht aan een achterste einde (221) van de achterste framebuis (22) en die gezien in langsrichting van het rijwiel is opgelijnd met de voorwieleenheid (23), en een horizontale 10 scharnierpen (27), die een achterste einde (221) van de voorste framebuis (21) en een voorste einde (222) van de achterste framebuis (22) onderling draaibaar verbindt, zodat de scharnierpen (27) en de draaiassen (PI, P2) van de voor-en achterwieleenheden (23, 24) in het algemeen een 15 gelijkzijdige driehoek (T) vormen, waarbij een lijn (B) die de draaiassen (Pl, P2) van de voor- en achterwieleenheden (23, 24) onderling verbindt, een basis vormt van de gelijkzijdige driehoek (T); en een positioneereenheid (3), die de plaats van de 20 achterste framebuis (22) achter de voorste framebuis (21) bepaalt en die gebruikt kan worden om de voorste en achterste framebuizen (21, 22) te laten verdraaien rondom de scharnierpen (27) om zodoende het rijwiel in een opgevouwen toestand te brengen, waarbij de voor- en achterwieleenheden 25 (23, 24) onderling zijn opgelijnd langs een dwarsrichting van het rijwiel.
2. Vouwfiets volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de voorste en achterste framebuizen (21, 22) in een hellende asrichting (X) lopen, waarbij de voorste framebuis 30 (21) een achterste eindoppervlak (213) heeft, dat is aangebracht boven de scharnierpen (27) en dat ten opzichte 1 0271 19 .van de hellende asrichting (X) onder een hoek staat, waarbij de achterste framebuis (22) een voorste eindvlak (223) heeft, dat is aangebracht boven de scharnierpen (27), dat ten opzichte van de hellende asrichting (X) onder een hoek staat, 5 en dat aanligt tegen het achterste eindvlak (213) van de voorste framebuis (21), waarbij de positioneereenheid (3) zo bediend kan worden, dat het achterste eindvlak (213) van de voorste framebuis (21) en het voorste eindvlak (223) van de achterste framebuis (22) omlaag kunnen verdraaien, waardoor 10 het rijwiel wordt opgevouwen.
3. Vouwfiets volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het voorste eindvlak (223) van de achterste framebuis (22) is voorzien van een groef (26), dat het achterste eindvlak (213) van de voorste framebuis (21) is voorzien van 15 een integrale uitstekende tong (25), die doorloopt in de groef (26) in het voorste eindvlak (223) van de achterste framebuis (22), dat de scharnierpen (27) door het voorste einde (222) van de achterste framebuis (22) en door de tong (25) van de voorste framebuis (21) loopt en een centrale as 20 (C) heeft, die ten opzichte van de hellende asrichting (X) onder een hoek staat, waardoor het mogelijk wordt dat de voorste en achterste wieleenheden (23, 24) worden uitgelijnd langs een dwarse richting van het rijwiel, wanneer het rijwiel wordt opgevouwen.
4. Vouwfiets volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de positioneereenheid (3) omvat: een eerste verbindingselement (34) dat is aangebracht boven de scharnierpen (27) en dat een voorste einde (342) en een achterste einde (341) heeft; 30 een horizontale voorste scharnier (31) dat het achterste einde (341) van het eerste verbindingselement (34) draaibaar verbindt met de voorste framebuis (21) op een plek die vlak bij het achterste eindvlak (213) van de voorste 1027119 framebuis (21) ligt; een tweede verbindingselement (35) dat is aangebracht boven de scharnierpen (27) en dat een voorste eindgedeelte (352) en een achterste einde (353) heeft; 5 een horizontale achterste scharnier (33) dat is geplaatst achter het voorste scharnier (31) en dat het achterste einde (353) van het tweede verbindingselement (35) draaibaar verbindt met de achterste framebuis (22) op een plek die vlak bij het voorste eindvlak (223) van de achterste 10 framebuis (22) ligt; een horizontaal verplaatsbaar scharnier (32) dat het voorste einde (342) van het eerste verbindingselement (34) en het achterste eindgedeelte (352) van het tweede verbindingselement (35) onderling draaibaar verbindt en dat 15 ten opzichte van de voorste framebuis (21) heen en weer kan worden bewogen kunnen een onderste uiterste positie, waarbij het beweegbare scharnier (32) zich bevindt onder een rechte lijn (D) die loopt door de voorst een achterste scharnieren (31, 33) en waarbij verdraaiing van de voorste en achterste 20 framebuizen (21, 22) ten opzichte van elkaar wordt verhinderd, en een bovenste uiterste positie, waarbij het verplaatsbare scharnier (32) zich bevindt boven de rechte lijn (D) die loopt door de voorste en achterste scharnieren (31, 33) en waarbij de voorste en achterste framebuizen (21, 25 22) rondom de scharnierpen (27) kunnen verdraaien.
5. Vouwfiets volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het achterste einde (353) van het tweede verbindingselement (35) is voorzien van een ligplaats (354) voor een kogelscharnier, dat het achterste scharnier (33) een 30 in het algemeen kogelvormig einde (331) heeft, dat nauw sluitend en draaibaar past in de ligplaats voor het kogelscharnier (354) van het tweede verbindingselement (35). 1027119
6. Vouwfiets volgens conclusie 4, met het kenmerk/ dat het tweede verbindingselement (35) verder een op enige afstand gelegen einde (351) heeft, dat zich bevindt voor het voorste eindgedeelte (352) van het tweede verbindingselement 5 (35), dat de positioneereenheid (3) verder een bedieningshendel (36) omvat, waarbij de bedieningshendel (36) een scharnierend einde (361) heeft, dat scharnierend is verbonden met het op enige afstand gelegen voorste einde (351) van het tweede verbindingselement (35), een 10 haakgedeelte (362) dat valt in het achterste einde (353) van het tweede verbindingselement (35), en een vrij einde dat voorzien is van een vast handvat (363), dat omhoog kan worden getrokken teneinde het verplaatsbare scharnier (32) naar de bovenste uiterste positie te brengen.
7. Vouwfiets volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het tweede verbindingselement (35) een integrale bovenplaat (350) heeft, dat het eerste verbindingselement (34) aanligt tegen een onderoppervlak van de bovenplaat van het tweede verbindingselement (35) om de eerste en tweede 20 verbindingselementen (34, 35) ten opzichte van elkaar te positioneren wanneer het beweegbare scharnier (32) in zijn onderste uiterste positie is gebracht.
8. Vouwfiets volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de frame-eenheid (2) verder een bagagedrager (28) omvat, 25 waarbij de bagagedrager (28) een ondersteuningsstang (280) omvat, die vanaf de achterste framebuis (22) naar achteren loopt en die een achterste einde (281) heeft, die voorzien is van een bagageframe (282) en meerdere rollen (283), waarbij de rollen (283) zo zijn uitgevoerd, dat ze wanneer het 30 rijwiel zich in de opgevouwen toestand bevindt, kunnen rollen over een vlak oppervlak tezamen met de voorste en achterste wieleenheden (23, 24). j 1 0271 1 9 i ,
9. Vouwfiets volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de positioneereenheid (3) omvat: een sluitring (37) die is bevestigd aan de voorste framebuis (21) op een plek dicht bij het achterste eindvlak 5 (213) van de voorste framebuis (21); en een sluithaak (38) die vast is bevestigd aan de achterste framebuis (22) op een plek vlak bij het voorste eindvlak (223) van de achterste framebuis (22) en die valt in de sluitring (37) teneinde verdraaiing van de voorste en 10 achterste framebuizen (21, 22) ten opzichte van elkaar te voorkomen wanneer het rijwiel in de opgevouwen toestand is gebracht. 1 0271 1 9
NL1027119A 2004-09-27 2004-09-27 Vouwfiets. NL1027119C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1027119A NL1027119C2 (nl) 2004-09-27 2004-09-27 Vouwfiets.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1027119 2004-09-27
NL1027119A NL1027119C2 (nl) 2004-09-27 2004-09-27 Vouwfiets.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1027119C2 true NL1027119C2 (nl) 2006-03-29

Family

ID=34955651

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1027119A NL1027119C2 (nl) 2004-09-27 2004-09-27 Vouwfiets.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1027119C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2012037800A1 (zh) * 2010-09-21 2012-03-29 Lu I-Shyong 可推拖折叠式自行车

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3374009A (en) * 1965-03-24 1968-03-19 Jeunet Andre Folding bicycle
US5052706A (en) * 1990-06-05 1991-10-01 Tsai Duan Huey Foldable bicycle
EP1142780A2 (en) * 2000-04-03 2001-10-10 Sony Corporation Bicycle and bicycle folding method
US6336649B1 (en) * 2000-03-02 2002-01-08 Chin-Chuan Lin Structure of foldable bicycle

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3374009A (en) * 1965-03-24 1968-03-19 Jeunet Andre Folding bicycle
US5052706A (en) * 1990-06-05 1991-10-01 Tsai Duan Huey Foldable bicycle
US6336649B1 (en) * 2000-03-02 2002-01-08 Chin-Chuan Lin Structure of foldable bicycle
EP1142780A2 (en) * 2000-04-03 2001-10-10 Sony Corporation Bicycle and bicycle folding method

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2012037800A1 (zh) * 2010-09-21 2012-03-29 Lu I-Shyong 可推拖折叠式自行车

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4895386A (en) Bicycle with a collapsible frame
US4440414A (en) Foldable bicycle
NL1032036C2 (nl) Elektrische vouwfiets.
US6733026B1 (en) Folding cart
US4362316A (en) Folding trailer
US6616154B1 (en) Kick scooter
US20100066053A1 (en) Foldable frame for a vehicle with two or more wheels
JP2009263136A (ja) 建設機械用の折り畳み式輸送コンベヤ、建設機械車両、および、輸送コンベヤを枢動させるための方法
US7140629B2 (en) Foldable bicycle
EP0502144A1 (en) Trailer for cycles
NL1027119C2 (nl) Vouwfiets.
FR2581358A1 (fr) Chariot de service a escabeau incorpore
FR2706882A1 (nl)
JP2010001018A5 (nl)
NL1034591C2 (nl) Staande draagconstructie voor een kermisattractie, in het bijzonder een reuzenrad.
WO2015124843A1 (fr) Structure d'abri, en particulier d'un plateau de charge, tel qu'une plateforme de camion, de remorque ou similaire, et abri intégrant une telle structure
EP1031530A1 (fr) Dispositif de dépliage ou repliage simultané d'éléments de pointe d'une flèche de grue
US6402186B1 (en) Collapsible stroller
US20050110317A1 (en) Child carrier frame with folding system
WO2023240932A1 (zh) 一种童车
US2966219A (en) Harrow drag cart
EP2107033B1 (fr) Flèche de grue à tour avec mécanisme de pliage-dépliage
EP3634842B1 (fr) Velo pliant
EP0870726B1 (fr) Grue à montage automatisé à flèche pliable, avec repliage latéral pour transport
CZ116294A3 (en) Bicycle

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20090401