NL1026962C2 - Interdentale reinigingsinrichting. - Google Patents

Description

. .r

Interdentale reinigingsinrichting

De uitvinding heeft betrekking op een interdentale reinigingsinrichting. De uitvinding heeft tevens betrekking op een handgreep ten gebruike in een dergelijke interdentale 5 reinigingsinrichting. De uitvinding heeft voorts betrekking op een houder voor interdentale reinigingsmiddelen ten gebruike in een dergelijke reinigingsinrichting. De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een tandzijdehouder.

10 Tandplaque op de tanden en kiezen veroorzaakt doorgaans tandvleesontsteking en tandbederf, hetgeen kan resulteren in het ontstaan van caviteiten (holten) in de tanden en kiezen. Met name in de interdentale ruimten tussen de tanden en.kiezen is het doorgaans lastig om het gevormde tandplaque middels een conventionele tandenborstel te verwijderen. Teneinde de interdentale ruimten tussen de gebitselementen te reinigen 15 wordt doorgaans, afhankelijk van de grootte van de interdentale ruimten, gebruik gemaakt van tandenstokers, ragers (interdentale (spiraal)borstels), en floss dat veelal tevens wordt aangeduid als tandzijde of tandgaren. Het Europese octrooi EP 0 610 227 beschrijft een interdentale reinigingsinrichting, omvattende een handgreep en een losneembaar met de handgreep gekoppelde tandzijdehouder. Een van de 20 tandzijdehouder deel uitmakend tongdeel kan daarbij lateraal worden opgenomen in een in de handgreep aangebrachte gleuf, waardoor een laterale koppeling kan worden gerealiseerd tussen de handgreep en de tandzijdehouder. Deze koppeling wordt verder gestabiliseerd door twee op de tandzijdehouder aangebrachte uitsteeksels ingericht voor samenwerking met de handgreep voor het fixeren van de onderlinge oriëntatie tussen de 25 handgreep en de tandzijdehouder, in het bijzonder tijdens het gebruik in mesio-distale en buccolinguale richting, en in de richting van de tandvleesinsnijdingen. Alhoewel de koppeling tussen de handgreep en de tandzijdehouder veelal betrouwbaar en solide is, is een belangrijk nadeel van de bekende reinigingsinrichting dat de onderlinge laterale koppeling per sé tussen de handgreep en de tandzijdehouder relatief moeizaam 30 realiseerbaar is, doordat de gleuf vooreerst op langs, en aldus lateraal ten opzichte van, de tandzijdehouder dient te worden gepositioneerd, waarna de tandzijdehouder en de gleuf op in hoofdzaak rechtlijnige wijze naar elkaar toe dienen te worden verplaatst, teneinde de solide snapkoppeling te kunnen realiseren. Afgezien van het feit dat een dergelijke koppeling slechts dubbelhandig kan worden gerealiseerd, hebben oudere 1026362 2 .1 r personen en minder valide personen veelal moeite met het uitvoeren van deze handeling, en daarmee met het onderling koppelen van de handgreep aan de tandzijdehouder.

5 De uitvinding heeft tot doel het, onder handhaving van het voordeel van de stand van techniek, het verschaffen van een verbeterde interdentale reinigingsinrichting, waarmee de verschillende componenten van de reinigingsinrichting op relatief eenvoudige en gebruiksvriendelijke wijze onderling losneembaar kunnen worden gekoppeld.

10 De uitvinding verschaft daartoe een interdentale reinigingsinrichting volgens het in aanhef genoemde type, omvattende een handgreep voorzien van koppelmiddelen, en een wegwerpbare houder voor interdentale reinigingsmiddelen, waarbij de houder is voorzien van contra-koppelmiddelen, welke koppelmiddelen en contra-koppelmiddelen zijn ingericht voor het middels een snapverbinding onderling losneembaar koppelen van 15 de handgreep en de houder, waarbij de contra-koppelmiddelen ten minste één doorvoeropening omvatten voor het onder klempassing opnemen van ten minste een deel van de koppelmiddelen, zodanig dat de onderlinge oriëntatie van de handgreep en de houder in hoofdzaak wordt gefixeerd. Door althans een deel van de koppelmiddelen te steken in een in de houder aangebrachte doorvoeropening kan op relatief eenvoudige 20 en gebruiksvriendelijke wijze een relatief solide, stabiele en betrouwbare losneembare koppeling worden gegenereerd. Bij voorkeur is de doorvoeropening van de contra-koppelmiddelen daarbij toegankelijk vanuit een richting die een koppelingshoek insluit met een door ten minste een deel van de houder opgespannen vlak. Belangrijk voordeel van deze bijzondere toegankelijkheid van de doorvoeropening is dat de koppeling 25 tevens relatief eenvoudig door minder valide en oudere personen kan worden bewerkstelligd, doordat de handgreep en de houder niet vooreerst langs elkaar dienen te worden gebracht om de betreffende koppeling te kunnen realiseren. De losneembare koppeling kan daarbij in slechts één handeling reeds worden gerealiseerd door de handgreep in in hoofdzaak axiale richting te verplaatsen richting de houder en alzo vast 30 te klikken (snappen) in de doorvoeropening. Bij nadere voorkeur is de koppelingshoek in hoofdzaak loodrecht, waardoor de onderlinge koppeling tussen de handgreep en de houder zelfs enkelhandig kan worden gerealiseerd, door de houder af te laten steunen op een ondergrond, zoals bijvoorbeeld een voorraadhouder voor één of meerdere houder, waardoor de handgreep enkelhandig kan worden gekoppeld aan de houder.

1026962

t F

3

De interdentale reinigingsmiddelen kunnen zeer divers van aard zijn en beperken zich 5 niet tot tandzijde. De facto kan elk reinigingselement ingericht voor het reinigen van de interdentale ruimten worden toegepast in de reinigingsinrichting overeenkomstig de uitvinding, waarin de bijzondere voordelige wijze van koppelen van de handgreep aan de houder centraal staat In een voorkeursuitvoering omvatten de reinigingsmiddelen tandgaren, ten minste één rager en/of ten minste één tandenstoker. Het tandgaren wordt 10 daarbij tevens veelal aangeduid als tandzijde of als floss en is ingericht voor reinigen van de relatief nauwe tussenruimte. De rager wordt gevormd door een, veelal spiraalvormig, interdentaal borsteltje ingericht voor het reinigen van de bredere interdentale ruimten. Als alternatief voor de rager kan tevens een tandenstoker worden toegepast die via de contra-koppelmiddelen en de koppelmiddelen losneembaar kan 15 worden gekoppeld aan de handgreep.

Veelal zal de houder relatief plat zijn uitgevoerd om het ongewenst innemen van excessief volume tegen te gaan, en daarmee het volume te minimaliseren. Alzo kan een houder worden verkregen met een relatief handzaam formaat, onderwijl de hoeveelheid 20 materiaal benodigd voor het vervaardigen van een dergelijke houder kan worden geminimaliseerd. Daarbij strekt de handgreep zich bij voorkeur in hoofdzaak loodrecht uit ten opzichte van een door ten minste een deel van de houder opgespannen vlak, waardoor voor een gebruiker een relatief gunstige onderlinge oriëntatie tussen de handgreep en de houder kan worden verkregen voor het intensief en in hoofdzaak 25 volledig kunnen reinigen van de interdentale ruimten.

In een voorkeursuitvoering omvat de houder meerdere door de contra-koppelmiddelen onderling gekoppelde bekdelen, waarbij tussen de bekdelen tandgaren is aangebracht. Het tandgaren kan daarbij één onlosneembaar geheel met de bekdelen vormen, doch kan 30 tevens middels bijvoorbeeld kleefmiddel zijn bevestigd aan de bekdelen. Het tandgaren is bij voorkeur verbonden met of althans nabij vrije uiteinden van de bekdelen.

De doorvoeropening wordt bij voorkeur in hoofdzaak volledig begrensd door de houder, of althans de contra-koppelmiddelen. Door de doorvoeropening in hoofdzaak volledig te 1Ö 2.*6 2

I I

4 laten begrenzen door de houder of althans de contra-koppelmiddelen kan het contactoppervlak tussen de koppelmiddelen en de contra-koppelmiddelen worden gemaximaliseerd, hetgeen de stabiliteit van de koppeling doorgaans ten goede komt. De doorvoeropening kan daarbij worden gevormd door een in de houder aangebrachte 5 uitsparing.

Bij voorkeur omvatten de contra-koppelmiddelen meerdere door ten minste één brug i onderling gescheiden doorvoeropeningen. Door meerdere doorvoeropeningen toe te | passen kan de onderlinge oriëntatie tussen de handgreep en de houder doorgaans op 10 verbeterde wijze worden gefixeerd, waarbij de brug de facto fungeert als een intermediair stabilisatieorgaan. Daarnaast kan de brug tevens dienen voor het onderling koppelen van meerdere houderdelen. In een bijzondere voorkeursuitvoering is de brug voorzien van een ten opzichte van het door ten minste een deel van de houder opgespannen vlak uitkragende tong, welke tong is ingericht om te worden opgenomen IS in een door de koppelmiddelen ingesloten holte. De tong fungeert daarbij als additioneel stabilisatieorgaan voor de onderlinge koppeling tussen de handgreep en de houder, waarbij met name op de reinigingsinrichting lateraal uitgeoefende belastingen relatief goed kunnen worden geabsorbeerd.

20 De koppelmiddelen zijn bij voorkeur voorzien van ten minste één radiaal uitkragend element, en dat de contra-koppelmiddelen zijn voorzien van ten minste één verzonken contra-element, waarbij het uitkragend element en het verzonken contra-element zijn ingericht voor onderlinge samenwerking onder vorming van de snapverbinding. Het radiaal uitkragend element van de koppelmiddelen wordt doorgaans gevormd door een 25 flens die zich uitstrekt langs een volledige omtrekszijde van de houder. Daarbij zal het contra-element doorgaans worden gevormd door een verdiepte ring ingericht voor samenwerking met de flens. Veelal zal de ring daarbij zijn gepositioneerd in de doorvoeropening van de contra-koppelmiddelen. De snapverbinding kan alzo worden gevormd tijdens axiale verplaatsing van de handgreep richting de houder, waardoor de 30 onderlinge oriëntatie van de houder en de daarmee gekoppelde reinigingsmiddelen ten opzichte van de handgreep in hoofdzaak wordt gefixeerd, in het bijzonder tijdens het bewegen van de reinigingsinrichting tijdens het gebruik in mesio-distale en buccolinguale richting, en in de richting van de tandvleesinsnijdingen of een combinatie van ten minste twee van deze richtingen. Ben dergelijke solide fixatie is doorgaans 1026962 2 _________ 5 tevens voordelig tijdens het in een interdentale ruimte brengen dan wel uit een interdentale ruimte verwijderen van althans een deel van de reinigingsmiddelen, daar veelal alsdan relatief hoge drukbelastingen op de houder kunnen worden uitgeoefend die door de houder dienen te worden geabsorbeerd. Daardoor kan de 5 reinigingsinrichting overeenkomstig de uitvinding in alle werkingsrichtingen relatief effectief en veilig worden toegepast. De distaal-mediale richting duidt daarbij op de richting over de zijde van een tand of kies over een in hoofdzaak horizontaal vlak, de buccolinguale richting duidt op de interproximale beweging in een in hoofdzaak horizontaal vlak, terwijl de beweging in de richting van de tandvleesinsnijdingen 10 verwijst naar de flosbeweging in een verticaal vlak.

Teneinde onderlinge (axiale) rotatie van de handgreep ten opzichte van de houder en vice versa tegen te gaan, zijn de doorvoeropening alsook een deel van de koppelmiddelen bij voorkeur ingericht om te worden opgenomen in de doorvoeropening 15 in dwarsdoorsnede anders dan cirkelrond zijn vormgegeven. De dwarsdoorsnede van beide componenten kan daarbij evenwel ellipsvormig of gehoekt zijn vormgegeven. Het is echter tevens denkbaar om de doorvoeropening te voorzien van ten minste één uitsparing ingericht voor opname van een van de koppelmiddelen deel uitmakend uitsteeksel om onderlinge rotatie van de handgreep en de houder tegen te kunnen gaan.

20

De koppelmiddelen kunnen zeer divers zijn vormgegeven en zijn ingericht om althans gedeeltelijk te worden opgenomen in de doorvoeropening. Een overig deel van de koppelmiddelen kan daarbij zijn ingericht voor andersoortige aangrijping op de houder, waarbij de houder bijvoorbeeld (deels) kan worden omgrepen door de koppelmiddelen. 25 Vanuit constructief oogpunt is het echter voordelig dat de ten minste ene doorvoeropening van de contra-koppelmiddelen is ingericht voor het in hoofdzaak volledig opnemen van de koppelmiddelen. Alzo kan een constructief relatief eenvoudige reinigingsinrichting worden verschaft, waarmee evenwel een solide en betrouwbare losneembare koppeling kan worden verschaft.

30

Bij voorkeur is de interdentale reinigingsinrichting in hoofdzaak vervaardigd uit kunststof. Kunststof is doorgaans relatief goedkoop en relatief eenvoudig te bewerken. In een bijzondere voorkeursuitvoering zijn de koppelmiddelen vervaardigd uit een ander kunststof dan de kunststof waaruit de contra-koppelmiddelen zijn vervaardigd. Door 1026962 ' / 6 verschillende kunststoffen op elkaar te laten aangrijpen kan doorgaans een verbeterde solide koppeling tussen de handgreep en de houder worden bereikt. Daarbij kunnen de koppelmiddelen (en de handgreep) bijvoorbeeld zijn vervaardigd uit polypropyleen (PP), onderwijl de contra-koppelmiddelen bijvoorbeeld kunnen zijn vervaardigd uit 5 acrylonitril butadieen styreen (ABS).

De uitvinding heeft tevens betrekking op een handgreep ten gebruike in een interdentale reinigingsinrichting overeenkomstig de uitvinding.

10 De uitvinding heeft voorts betrekking op een houder voor interdentale reinigingsmiddelen ten gebruike in een interdentale reinigingsinrichting overeenkomstig de uitvinding.

De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van 15 een tandzijdehouder overeenkomstig de uitvinding, omvattende de stappen: A) het onderling laten samenwerken van meerdere vormvaste matrijsdelen, B) het vullen van een door de vormvaste matrijsdelen ingesloten vormholte met in vloeibare toestand gebrachte kunststof, C) het laten uitharden van de kunststof onder vorming van de tandzijdehouder, en D) het uit de vormholte verwijderen van de gevormde 20 tandzijdehouder. De werkwijze overeenkomstig de uitvinding heeft als voordeel dat de tandzijdehouder - voorzien van de doorvoeropening en de contra-koppelmiddelen mede ter vorming van de snapverbinding - op relatief goedkope en eenvoudige wijze kan worden vervaardigd met behulp van vormvaste matrijsdelen zijnde matrijsdelen waarin geen, doorgaans complexe, bewegende componenten zijn opgenomen. Het is niet 25 noodzakelijk dat de tandzijdehouder tijdens de vervaardiging reeds wordt voorzien van tandzijde. Het is namelijk tevens denkbaar dat de tandzijde slechts juist voor gebruik door de gebruiker wordt opgespannen in of op de tandzijdehouder. Echter, in een voorkeursuitvoering omvat de werkwijze tevens stap E) omvattende het, voor het onderling laten samenwerken van de meerdere vormvaste matrijsdelen overeenkomstig 30 stap A), tussen de vormvaste matrijsdelen opspannen van tandzijde, waarbij de tandzijde tijdens het uitvoeren van stap A) wordt ingeklemd tussen de vormvaste matrijsdelen. Op deze wijze kan de tandzijde op voordelige wijze reeds tijdens het spuitgietproces in de kunststof tandzijdehouder worden aangebracht, waarbij de spanning van de tandzijde reeds op voorhand voor gebruik kan worden geoptimaliseerd.

1026962 7 .1 f

Het opspannen van de tandzijde volgens stap E) geschiedt daarbij bij voorkeur op relatief intensieve wijze, waarbij de tandzijde op relatief strakke wijze wordt opgespannen, teneinde latere reiniging van de interdentale ruimte te vergemakkelijken en te verbeteren. Het relatief strak opspannen van de tandzijde vormt tevens een 5 bijzonder en belangrijk voordeel ten opzichte van de uit EP 0 610 227 bekende tandzijdehouder, waar de tandzijde nimmer op optimale wijze mag en kan worden opgespannen, teneinde de mogelijkheid te kunnen bieden de snapverbinding te kunnen realiseren door het tijdelijk deformeren van de tandzijdehouder waarbij de tandzijde tijdelijk strakker dient te worden opgespannen zonder dat daarbij draadbreuk optreedt. 10 De uit de stand van techniek bekende tandzijdehouder is derhalve noodzakelijkerwijs immer voorzien van relatief slap opgespannen tandzijde dat de reinigende werking van de tandzijdehouder nadelig beïnvloedt.

De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren 15 weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur 1 een perspectivisch aanzicht op een interdentale reinigingsinrichting overeenkomstig de uitvinding, figuur 2a een perspectivisch aanzicht op een handgreep ten gebruike in de reinigingsinrichting volgens figuur 1, 20 figuur 2b een vooraanzicht op een andere tandzijdehouder ten gebruike in de reinigingsinrichting volgens figuur 1, figuur 2c een bovenaanzicht op de tandzijdehouder volgens figuur 2a, figuur 3 een vooraanzicht op een andere interdentale reinigingsinrichting overeenkomstig de uitvinding, 25 figuur 4 een dwarsdoorsnede van weer een andere interdentale reinigingsinrichting overeenkomstig de uitvinding, en figuur 5 een dwarsdoorsnede van een alternatieve interdentale reinigingsinrichting overeenkomstig de uitvinding.

30 Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht op een interdentale reinigingsinrichting 1 overeenkomstig de uitvinding. De reinigingsinrichting 1 omvat een handgreep 2 en een losneembaar met de handgreep verbonden tandzijdehouder 3. De tandzijdehouder 3 is ingericht voor eenmalig gebruik, of althans ingericht om enkele keren te worden gebruikt, en omvat twee bekdelen 4 die onderling zijn verbonden door een 1026962 I ( 8 tussenliggende brug 5. Tussen de vrije uiteinden van de bekdelen 4 is een tandzijde 6 opgespannen, met behulp waarvan interdentale ruimten kunnen worden gereinigd. De bekdelen 4 en de brug 5 zijn daarbij zodanig vormgegeven dat de bekdelen 4 en de brug 5 onderling een tweetal doorvoeropeningen 7 insluiten voor opname van een deel van 5 de handgreep 2, in het bijzonder de van de handgreep 1 deel uitmakende koppelmiddelen 8. Zoals getoond omvat de koppelmiddelen 8 een tweetal onderling door een gleuf 9 gescheiden cirkelsegmentvormige klemorganen 10 die onder klempassing in de (niet volledig omsloten) doorvoeropeningen 7 zijn aangebracht, waarbij de brug 5 onder klempassing in de gleuf 9 is aangebracht. De onderlinge 10 koppeling tussen de handgreep 2 en de tandzijdehouder 3 wordt daarbij onder meer gestabiliseerd door een snapverbinding die wordt gevormd door onderlinge samenwerking van een van de koppelmiddelen 8 deel uitmakende radiaal naar binnen uitkragende rand (zie figuur 2a) en een van de van de tandzijdehouder 3 deel uitmakende verdiepte rand (zie figuren 2b en 2c). De klemorganen 10 sluiten een holte 15 (zie figuur 2a) in, waarin een met de brug 5 verbonden uitkragende tong (zie figuren 2b en 2c) is opgenomen, teneinde de onderlinge koppeling tussen de handgreep 2 en de tandzijdehouder 3 verder te stabiliseren, zodanig dat de onderlinge oriëntatie tussen de handgreep 2 en dat tandzijdehouder 3 in hoofdzaak wordt gefixeerd, in het bijzonder tijdens beweging van de reinigingsinrichting 1 tijdens gebruik in bucco-linguale, 20 gingivo-incisale en mesio-distale richtingen. De onderlinge koppeling tussen de handgreep 2 en de tandzijdehouder 3 is bijzonder voordelig, doordat de doorvoeropeningen 7 voor de klemorganen 10 vanuit een voordelige richting toegankelijk zijn die loodrecht staat op een door de tandzijdehouder 3 opgespannen vlak, waardoor een gebruiker de koppeling relatief eenvoudig en zelfs enkelhandig kan 25 realiseren.

Figuur 2a toont een perspectivisch aanzicht op de handgreep 2 ten gebruike in de reinigingsinrichting volgens figuur 1. De handgreep 2 is daarbij voorzien van een geprofileerd oppervlak 11 om de grip en daarmee de controle over de handgreep 2 te 30 kunnen optimaliseren. Het uiteinde van de handgreep 2 waarin de koppelmiddelen 8 zijn aangebracht is enigszins gekromd uitgevoerd, teneinde de ergonomie en het gebruiksgemak van de reinigingsinrichting 1 te kunnen optimaliseren. Zoals getoond omvatten de koppelmiddelen 8 twee door een gleuf 9 onderling gescheiden cirkelsegmentvormige klemorganen 10, waarbij het vrije uiteinde van elk klemorgaan is 1026962 ι ι 9 voorzien van een radiaal naar binnen uitkragende rand 12 irigericht voor het realiseren van een solide snapverbinding met de tandzijdehouder 3. Bij voorkeur is de handgreep 2 uit kunststof vervaardigd, in het bijzonder uit polypropyleen. De koppelmiddelen 8 zijn spiegelsymmetrisch uitgevoerd, waardoor de tandzijdehouder 3 of enig ander 5 reinigingselement in twee oriëntatietoestanden kan worden bevestigd aan de handgreep 2, waarbij de gebruiker een optimale oriëntatie tussen de handgreep 2 en het reinigingselement kan realiseren. Met name ingeval het reinigingselement wordt gevormd door een rager kan een dergelijke oriëntatiewijziging tussen de handgreep 2 en de rager bijzonder voordelig zijn, teneinde het verschaffen van toegang tot de 10 interdentale ruimten voor de gebruiker te faciliëren en te optimaliseren.

Figuur 2b toont een vooraanzicht op een andere tandzijdehouder 13 ten gebruike in de reinigingsinrichting volgens figuur 1. De tandzijdehouder 13 is constructief zeer gelijkend op de in figuur 1 weergegeven tandzijdehouder 3. De tandzijdehouder 13 omvat twee bekdelen 14 die middels een tussenbrug 15 alsook een bovenbrug 16 15 onderling zijn verbonden. De tussenbrug 15 en de bovenbrug 16 sluiten daarbij een eerste opneemruimte in 17 voor één van de klemorganen 10, onderwijl de tussenbrug 15 en de beide bekdelen 14 onderling een tweede opneemruimte 18 bepalen voor opname van het andere klemorgaan 10 van de koppelmiddelen 8 van de handgreep 2. In figuur 2b is duidelijk zichtbaar dat de tussenbrug 15 is voorzien van twee verdiept 20 aangebrachte randen 19, waarbij elke rand 19 naar één van beide opneemruimten 17,18 is toegekeerd. De randen 19 zijn ingericht voor samenwerking met bijvoorbeeld de flenzen of uitkragende randen 12 van de in figuur 2a getoonde handgreep 2 onder vorming van een solide snapverbinding.

25 Figuur 2c toont een bovenaanzicht op de tandzijdehouder 13 volgens figuur 2a, waarbij de bovenbrug 16 ter verduidelijking van de figuur is weggelaten. Thans is duidelijk zichtbaar dat de tussenbrug 15 eenzijdig uitkraagt ten opzichte van het door de bekdelen 14 opgespannen vlak, waarbij de tussenbrug 15 is voorzien van een centrale tong 20 en twee aan weerszijden van de tong 20 gepositioneerde vleugelelementen 21. De tong 20 30 is daarbij ingericht om onder klempassing te worden opgenomen in een door de klemorgaan 10 ingesloten holte, onderwijl de vleugelelementen 21 zijn ingericht om onder klempassing te worden opgenomen in de tussen de klemorganen 10 gelegen gleuf 9, teneinde een solide en betrouwbare koppeling te kunnen realiseren tussen de handgreep 2 en de tandzijdehouder 13. Een tandzijde 22 wordt doorgaans reeds tijdens 1026962

• I

10 het productieproces, in het bijzonder spuitgietproces, opgenomen in de bekdelen 14.

Met behulp van de huidige configuratie van de tandzijdehouder 13 overeenkomstig de uitvinding kan het spuitgieten van de tandzijdehouder 13 inclusief de verzonken randen 19 relatief snel, eenvoudig en goedkoop in een enkele processtap plaatsvinden, waarbij 5 slechts een vormvaste matrijsvorm (zonder bewegende componenten) benodigd is.

Figuur 3 toont een vooraanzicht op een andere interdentale reinigingsinrichting 23 overeenkomstig de uitvinding. De reinigingsinrichting 23 omvat daarbij een handgreep 24 die op losneembare, doch solide wijze is gekoppeld met een tandzijdehouder 25. De 10 handgreep 24 is daartoe voorzien van een koppelelement 26 dat onder klempassing en middels een snapverbinding is opgenomen in een in de tandzijdehouder 25 aangebrachte in hoofdzaak gelijkvormige en als contra-koppelelement fungerende doorvoeropening 27. In dwarsdoorsnede zijn het koppelelement 26 alsook het contra-koppelelement 27 daarbij gedeeltelijk cirkelrond voorzien van een uitsteeksel 28 respectievelijk uitsparing 15 29 vormgegeven, teneinde onderlinge rotatie tussen de handgreep 24 en de tandzijdehouder 25 met name tijdens gebruik van de reinigingsinrichting 23 te kunnen voorkomen.

Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede van weer een andere interdentale 20 reinigingsinrichting 30 overeenkomstig de uitvinding. De reinigingsinrichting 30 omvat daarbij een handgreep 31 en een losneembaar met de handgreep 31 gekoppelde wegwerpbare tandenstoker 32. De tandstoker 32 is daarbij voorzien van een dubbele opneemruimte 33 voor twee aan een versmald uiteinde de handgreep 31 gelegen vingers 34. Elke vinger 34 is daarbij voorzien van een naar binnen uitkragende flens 35 25 ingericht voor samenwerking van een in elke opneemruimte 33 aangebrachte gleuf 36, teneinde een snapverbinding te kunnen realiseren tussen de handgreep 31 en de tandenstoker 32. Middels de combinatie van de insteekverbinding en de snapverbinding tussen de handgreep 31 en de tandenstoker 32 kan een relatief solide, betrouwbare koppeling worden verkregen, waarbij zowel de koppeling als de ontkoppeling van beide 30 componenten 31,32 relatief eenvoudig realiseerbaar zijn.

Figuur 5 toont een dwarsdoorsnede van een alternatieve interdentale reinigingsinrichting 37 overeenkomstig de uitvinding. De reinigingsinrichting 37 omvat een handgreep 38 en een losneembaar met de handgreep 38 gekoppelde interdentale 1026962 • 1 11 spiraalvormige borstel 39, veelal tevens aangeduid als rager. De borstel 39 omvat een doorvoer 40 voor een koppeldeel 41 van de handgreep 38, waarbij een in de doorvoer 40 aangebrachte uitkragende flens 42 is ingericht voor samenwerking met een in het koppeldeel 41 aangebrachte verzonken rand 43, teneinde een solide snapverbinding 5 tussen de handgreep 38 en de borstel 39 te kunnen realiseren. Bij voorkeur zijn de doorvoer 40 en het koppeldeel 41 in dwarsdoorsnede anders dan cirkelrond vormgegeven, teneinde onderlinge rotatie tussen beide onderdelen 40,41 te kunnen voorkomen. De handgreep 38 en de borstel 39 sluiten in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld een hoek in, teneinde de ergonomie en het gebruiksgemak van de 10 reinigingsinrichting 37 te kunnen optimaliseren.

Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand 15 zullen liggen.

1026962

Claims (18)

1. Dentale reinigingsinrichting, omvattende: - een handgreep voorzien van koppelmiddelen, en 5 - een wegwerpbare houder voor dentale reinigingsmiddelen, waarbij de houder is voorzien van contra-koppelmiddelen, welke koppelmiddelen en contra-koppelmiddelen zijn ingericht voor het middels een snapverbinding onderling losneembaar koppelen van de handgreep en de houder, waarbij de contra-koppelmiddelen ten minste één doorvoeropening omvatten voor het 10 onder klempassing opnemen van ten minste een deel van de koppelmiddelen, zodanig dat de onderlinge oriëntatie van de handgreep en de houder in hoofdzaak wordt gefixeerd.

2. Dentale reinigingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 15 doorvoeropening van de contra-koppelmiddelen toegankelijk is vanuit een richting die een koppelingshoek insluit met een door ten minste een deel van de houder opgespannen vlak.

3. Dentale reinigingsinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de 20 koppelingshoek in hoofdzaak loodrecht is.

4. Dentale reinigingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de handgreep zich in hoofdzaak loodrecht uitstrekt ten opzichte van een door ten minste een deel van de houder opgespannen vlak. 25

5. Dentale reinigingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de reinigingsmiddelen tandgaren, ten minste één rager en/of ten minste één tandenstoker omvatten.

6. Dentale reinigingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de houder meerdere door de contra-koppelmiddelen onderling gekoppelde bekdelen omvat, waarbij tussen de bekdelen tandgaren is aangebracht. 1026962 t é

7. Dentale reimgingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de doorvoeropening in hoofdzaak volledig wordt begrensd door de houder.

8. Dentale reimgingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de contra-koppelmiddelen meerdere door een brug onderling gescheiden doorvoeropeningen omvatten.

9. Dentale reimgingsinrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de brug 10 is voorzien van een ten opzichte van het door ten minste een deel van de houder opgespannen vlak uitkragende tong, welke tong is ingericht om te worden opgenomen in een door de koppelmiddelen ingesloten holte.

10 A) het onderling laten samenwerken van meerdere vormvaste matrijsdelen, B) het vullen van een door de vormvaste matrijsdelen ingesloten vormholte met in vloeibare toestand gebrachte kunststof, C) het laten uitharden van de kunststof onder vorming van de tandzijdehouder, en D) het uit de vormholte verwijderen van de gevormde tandzijdehouder. 15

10. Dentale reimgingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het 15 kenmerk, dat de koppelmiddelen zijn voorzien van ten minste één radiaal uitkragend element, en dat de contra-koppelmiddelen zijn voorzien van ten minste één verzonken contra-element, waarbij het uitkragend element en het verzonken contra-element zijn ingericht voor onderlinge samenwerking onder vorming van de snapverbinding.

11. Dentale reimgingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de doorvoeropening alsook een deel van de koppelmiddelen ingericht om te worden opgenomen in de doorvoeropening in dwarsdoorsnede anders dan cirkelrond zijn vormgegeven.

12. Dentale reimgingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ten minste ene doorvoeropening van de contra-koppelmiddelen is ingericht voor het in hoofdzaak volledig opnemen van de koppelmiddelen.

13. Dentale reimgingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het 30 kenmerk, dat de dentale reimgingsinrichting in hoofdzaak is vervaardigd uit kunststof.

14. Dentale reimgingsinrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de koppelmiddelen zijn vervaardigd uit een ander kunststof dan de kunststof waaruit de contra-koppelmiddelen zijn vervaardigd. 102ego2 t * t

15. Handgreep ten gebruike in een dentale reinigingsinrichting volgens een der conclusies 1-14.

16. Houder voor dentale reinigingsmiddelen ten gebruike in een dentale reinigingsinrichting volgens een der conclusies 1-14.

17. Werkwijze voor het vervaardigen van een tandzijdehouder volgens conclusie 16, omvattende de stappen:

18. Werkwijze volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de werkwijze tevens omvat stap E) omvattende het, voor het onderling laten samenwerken van de meerdere vormvaste matrijsdelen overeenkomstig stap A), tussen de vormvaste matrijsdelen opspannen van tandzijde, waarbij de tandzijde tijdens het uitvoeren van stap A) wordt 20 ingeklemd tussen de vormvaste matrijsdelen. 1026962