NL1026256C2 - Geprefabriceerd bouwelement. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Geprefabriceerd bouwelement i- · : ‘ t' i | , De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een ! geprefabriceerd bouwelement dat een eerste betonplaat omvat.

Dergelijke geprefabriceerde bouwelementen zijn algemeen bekend in de techniek. De geprefabriceerde bouwelementen worden 5 toegepast voor vloeren en wanden. Dergelijke geprefabriceerde vloerelementen zijn betonplaten die een overspanning kunnen vormen tussen twee muren door de vloerelementen aan ten minste twee van de zijden op of tegen een muur of andere constructie te leggen.

Verticale plaatsing van de bouwelementen maakt de toepassing als wand 10 mogelijk. Dergelijke constructies worden zowel bij woningbouw als bij de bouw van kantoren en bedrijfspanden toegepast.

Om een vloer te vormen worden vloerelementen aan de randen daarvan tegen elkaar gelegd, waarna een dekvloer over de vloerelementen wordt aangebracht. De dekvloer is bedoeld voor 15 constructieve stevigheid en afwerking van de vloer.

Een nadeel van een dergelijke vloerconstructie is dat er na vervaardiging van de vloerelementen geen mogelijkheid meer bestaat voor het willekeurig aanbrengen van leidingen in de vloer. Bij de vervaardiging van de vloerelementen kan een vloerelement voorzien 20 worden van bijvoorbeeld een centrale elektrische verbindingsdoos en leidingen daar naar toe kunnen later in de dekvloer opgenomen worden. Daarnaast kunnen in de dekvloer leidingen met een relatief kleine hoogte aangebracht zijn voor bijvoorbeeld vloeraansluitingen voor computernetwerken e.d., maar de plaatsen voor dergelijke 25 aansluitingen kunnen slechts voorafgaand aan het aanbrengen van de dekvloer bepaald worden. Na aanbrengen van de dekvloer zijn de aansluitingen niet meer te verplaatsen.

In veel gebouwen lopen echter ook leidingen met een grote dwarsdoorsnede zoals bijvoorbeeld rioolleidingen en airconditionings-30 leidingen door verschillende ruimtes. Dergelijke leidingen worden dan onder de vloer aangebracht en onder de leidingen wordt vervolgens een wegneembaar systeemplafond aangebracht, zodat de leidingen aan het zicht worden onttrokken, maar nog wel bereikbaar zijn voor 1 026256 - 2 - aanpassingen of voor het verhelpen van storingen. Ook voor flexibiliteit van de plaats van aansluitingen voor een computernetwerk of dergelijke kunnen leidingen met een kleine dwarsdoorsnede overigens onder de vloer, maar boven het 5 systeemplafond aangebracht worden.

De bekende constructie van een vloer uit geprefabriceerde vloerelementen en een verlaagd systeemplafond vergt bijkomend werk voor het bevestigen van leidingen aan de vloerelementen en voor het aanbrengen van het plafond daaronder. Daarnaast dienen voor 10 aansluitingen zoals computeraansluitingen verbindingskabels naar beneden gebracht te worden in bijvoorbeeld verticale kabelgoten. Voor rioolleidingen dienen echter veelal juist gaten in de vloerelementen gemaakt te worden om bijvoorbeeld een toiletpot boven het vloerelement aan te sluiten op een rioolleiding onder het 15 vloerelement. Dit kan hinderlijke geluiden in de daaronder gelegen verdieping opleveren.

Leidingen worden vaak in de wanden aangebracht om ze aan het zicht te onttrekken. Daartoe worden speciale kanalen in het ontwerp van het gebouw opgenomen of worden sleuven in de wanden 20 gemaakt om daar de leidingen in aan te brengen en de sleuven vervolgens weer weg te werken, bijvoorbeeld bij het stukadoren van de wand.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding een bouwelement te verschaffen waarbij leidingen eenvoudig in een vloer 25 of wand verwerkt kunnen worden en waarbij, desgewenst, de leidingen bereikbaar blijven voor het wijzigen van bestaande aansluitingen, het maken van nieuwe aansluitingen of het verhelpen van storingen.

Het bovenstaande doel wordt bereikt met een geprefabriceerd bouwelement dat een eerste betonplaat met een eerste lengte en eerste 30 breedte omvat, en dat verder een tweede betonplaat met een tweede lengte en een tweede breedte omvat, waarbij de eerste en de tweede betonplaat op afstand van alsmede in hoofdzaak parallel ten opzichte van elkaar geplaatst zijn en door een draagconstructie verbonden zijn.

35 In een geprefabriceerd bouwelement volgens de onderhavige uitvinding, dat toegepast wordt als vloerelement, kan de van de tweede betonplaat afgekeerde zijde van de eerste betonplaat als plafond en de van de eerste betonplaat afgekeerde zijde van de tweede 1026256 - 3 - betonplaat als vloer fungeren. Verder kan het bouwelement door verticale plaatsing als wand fungeren. Aangezien de betonplaten op afstand van elkaar geplaatst zijn, is er een ruimte tussen de twee betonplaten. Deze ruimte kan benut worden voor het aanbrengen van 5 leidingen. De afstand tussen de platen kan tijdens het vervaardigen van de bouwelementen bijna geheel willekeurig gekozen worden bijvoorbeeld afhankelijk van de leidingen die erin geplaatst dienen (kunnen) te worden.

De draagconstructie heeft een zodanig groot draagvermogen, 10 dat de ruimte tussen de platen niet gevuld behoeft te worden met enig ander materiaal om een voldoende draagvermogen te verkrijgen, zowel in de toepassing als vloerelement en als wandelement. Derhalve kunnen de leidingen in de ruimte tussen de eerste en tweede betonplaat geplaatst worden. Leidingen kunnen aldus te allen tijde verplaatst, 15 vervangen, gerepareerd of toegevoegd worden. Ook kunnen er na het plaatsen van de bouwelementen op willekeurige plaatsen vloer- of wandaansluitingen op de in de vloer of wand geplaatste leidingen gemaakt worden. |

Bij voorkeur is de tweede lengte kleiner dan de eerste 20 lengte en/of is de tweede breedte kleiner is dan de eerste breedte. j

Wanneer een aantal vloerelementen zijdelings naast elkaar geplaatst 1 worden om een plafond en vloer te vormen, waarbij de eerste betonplaten op een muur of andere ondersteuningsconstructie steunen en zijdelings tegen elkaar liggen, blijft er een opening tussen de 25 naast elkaar liggende tweede betonplaten. Deze opening zorgt ervoor dat de ruimte eenvoudig bereikbaar is, ook na het plaatsen van de vloerelementen. Genoemde opening kan eenvoudig met een daartoe geschikte plaat afgedekt worden, zodat een vlakke vloer en/of een gesloten plafond ontstaat.

30 Uiteraard is het ook mogelijk de tweede betonplaat groter te kiezen dan de eerste, waarbij er na plaatsing van het vloerelement een opening bestaat tussen naast elkaar liggende eerste betonplaten, zodat de ruimte tussen de betonplaten van onderaf bereikbaar is. Het vloerelement kan dan met een betonplaat op een 35 ondersteuningsconstructie steunen of het vloerelement kan steunen op de ondersteuningsconstructie via een of meer randen van een betonplaat.

De draagconstructie is met voordeel vervaardigd uit een metaal en heeft een open structuur in de richting van de eerste en 1026256 - 4 - tweede lengte en/of in de richting van de eerste en tweede breedte. Uit metaal is eenvoudig een stevige open draagconstructie te vervaardigen. Een dergelijke open structuur van de draagconstructie maakt het mogelijk leidingen door de draagconstructie te leggen. Hoe ' 1 5 meer openingen en hoe groter de openingen in de draagconstructie ' ' i , zijn, des te eenvoudiger kunnen leidingen langs een willekeurige baan gelegd worden in de ruimte tussen de eerste en de tweede betonplaat.

Bij voorkeur bestaat de draagconstructie uit een aantal draagelementen, waarbij elk draagelement een eerste en een tweede 10 metalen ligger en daartussen aangebrachte metalen staven omvat, waarbij elk paar opeenvolgende staven met een van de metalen liggers een driehoek vormt, en waarbij de eerste metalen ligger althans gedeeltelijk in de eerste betonplaat en de tweede metalen ligger althans gedeeltelijk in de tweede betonplaat is aangebracht.

15 Een dergelijk draagelement is stijf en heeft een groot draagvermogen. Het metaal is bij voorkeur staal en in het bijzonder wapeningstaal. Verder heeft het de voorkeur dat het metaal, in het bijzonder staal, buisvormig is, wat de sterkte van de constructie verder vergroot.

20 Verder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een vloer en een wand die respectievelijk althans een vloerelement en een wandelement volgens de onderhavige uitvinding omvatten.

Bij voorkeur is op een vlak gevormd door een aantal betonplaten van een aantal bouwelementen na plaatsing als 25 vloerelementen een betonlaag aangebracht. De betonlaag zorgt voor een schijfwerking, waardoor de constructie verder verstevigd is, geluidisolatie en/of thermische isolatie.

Indien de leidingen na plaatsing niet meer bereikbaar hoeven te zijn, of wanneer een zeer zware of zeer sterke vloer 30 gewenst is, kan de ruimte tussen de eerste en tweede betonplaten ten minste gedeeltelijk gevuld worden met constructiebeton of schuimbeton.

Voor een verdere versteviging van de vloer kan in na plaatsing van een bouwelement aangebracht beton een wapening 35 aangebracht zijn. De wapening zorgt voor een betere schijfwerking.

In een wand omvattende althans een bouwelement volgens de onderhavige uitvinding is de ruimte tussen de eerste en de tweede betonplaat ten minste gedeeltelijk gevuld met schuimbeton of constructiebeton. Aldus wordt een sterke wand verkregen. Verder kan 1ü 26 25 6 - 5 - in de ruimte tussen de eerste en tweede betonplaat thermisch of geluid isolerend materiaal eenvoudig worden aangebracht.

Verder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een t afdekplaat die kennelijk bestemd is voor afdekken van openingen , !'1 5 tussen vloerelementen in een vloer volgens de onderhavige uitvinding.

i : : De afdekplaten hebben een afmeting die overeenkomt met de afmeting j ' van de opening tussen de eerste of tweede betonplaten na plaatsing daarvan. Daarbij kan een afdekplaat de lengte van de opening tussen de betonplaten hebben of een kleinere lengte, zodat de gehele lengte 10 van de betonplaten afgedekt kan worden met een aantal afdekplaten.

Indien de bouwelementen als vloer gebruikt worden, dienen de afdekplaten geschikt te zijn om een vooraf bepaald minimaal gewicht te kunnen dragen. Een dergelijke afdekplaat kan voorzien zijn van bij vervaardiging reeds gemonteerde aansluitdozen, bijvoorbeeld 15 voor een computernetwerkaansluiting, voor luchttoevoer en/of -afvoer of voor een elektriciteitsaansluiting.

Verder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van vloerelement volgens de onderhavige uitvinding, omvattende het vervaardigen van een 20 draagelement voor een draagconstructie, het vervaardigen van een eerste betonplaat in verbinding met genoemde draagconstructie, en het vervaardigen van éen tweede betonplaat in verbinding met genoemde draagconstructie, waarbij genoemd draagelement een eerste en een tweede metalen ligger en daartussen aangebrachte metalen staven 25 omvat, waarbij elk paar opeenvolgende staven met een van de metalen liggers een driehoek vormt. Het vervaardigen van het draagelement omvat het in hoofdzaak simultaan aan de eerste ligger en aan de tweede ligger lassen van een staaf, waardoor voorkomen wordt dat de staven krom trekken tijdens het lassen.

30 Bij voorkeur wordt elke staaf langs twee naden aan elke ligger gelast voor een sterke verbinding. Elke staaf wordt met zijn, bij voorkeur schuine, kopse zijde aan een ligger bevestigd. Met een enkele lasnaad kan een staaf om de lasnaad buigen of scharnieren en zelfs afbreken. Met twee lasnaden, bij voorkeur tegenover elkaar 35 geplaatst gezien op de kopse zijde van de staaf, kunnen de lasnaden niet als scharnier functioneren en tevens wordt een sterkere verbinding verkregen. Simultaan lassen van de twee naden voorkomt krom trekken van de staaf tijdens het lassen.

1026256 - 6 -

Het simultaan lassen volgens bovenstaande werkwijze gebeurt bij voorkeur door een lasrobot, die niet alleen simultaan last, maar ook gedurende een zelfde periode en over een zelfde lengte van elke lasnaad. Daarmee worden gelijke en sterke lasverbindingen vervaardigd 5 die zo min mogelijk spanning in de staven genereren.

Hierna zal de uitvinding in meer detail worden toegelicht aan de hand van een niet-beperkende voorkeursuitvoeringsvorm die in de aangehechte tekening is getoond, waarin fig. 1 een doorsnede van een bouwelement volgens de 10 onderhavige uitvinding toont, fig. 2 een aanzicht van een draagelement van een draagconstructie voor een bouwelement volgens de onderhavige uitvinding, fig. 3 een doorsnede van een vloer volgens de 15 onderhavige uitvinding toont, fig. 4 een doorsnede van een wand en een vloer gedragen door genoemde wand toont, waarbij beide een bouwelement volgens de onderhavige uitvinding omvatten, fig. 5 een doorsnede van een uitvoeringsvorm van een 20 oplegging van een vloerelement op een wandelement toont, en fig. 6 een vloer volgens de onderhavige uitvinding, waarbij de ruimte tussen de betonplaten van het vloerelement van onderaf bereikbaar is.

Fig. 1 toont een bouwelement 2 dat is opgebouwd uit een 25 eerste betonplaat 4 en een tweede betonplaat 6. In het getoonde bouwelement 2 heeft de tweede betonplaat 6 een kleinere breedte dan de eerste betonplaat 4. De lengte van de eerste betonplaat 4 en de lengte van de tweede betonplaat 6 kunnen gelijk zijn of een van beide lengten kan kleiner zijn afhankelijk van de toepassing en de gekozen 30 constructie.

Tussen de eerste en de tweede betonplaat 4, 6 is een stalen draagconstructie aangebracht. De draagconstructie omvat een eerste draagelement 8a en een tweede draagelement 8b. De twee draagelementen 8a en 8b staan onder een hoek ten opzichte van elkaar voor 35 constructieve stijfheid en stevigheid.

Een bouwelement 2 kan ook meer dan twee draagelementen omvatten afhankelijk van de gewenste breedte van het bouwelement 2, een minimaal te dragen gewicht, een te overspannen lengte en mogelijk andere aspecten die afhankelijk zijn van het afzonderlijke geval. Elk 1026256 - 7 - bouwelement 2 kan namelijk per afzonderlijk geval ontworpen worden op basis van een te overspannen lengte, een minimaal te dragen gewicht en andere wensen, zoals aan te brengen leidingen.

Fig. 2 toont een draagelement 8 met twee liggers 10a en 10b 5 en daartussen aangebrachte staven 12. Elk paar opeenvolgende staven 12 vormen samen met een van de liggers 10a, 10b een driehoek. De geometrie van de driehoek kan gekozen worden op basis van de gewenste hoogte van het bouwelement en de gewenste sterkte. De liggers 10a en 10b zijn aangebracht in de betonplaten 4, 6.

10 Fig. 2 toont een bouwelement dat geplaatst is als een vloerelement en steunt op een muur 14. Het draagelement 8 volgens de onderhavige uitvinding is in de betonplaat 6 opgenomen die geplaatst is op een ondersteunend lichaam, zoals de dragende muur 14. Op ten minste een ander punt van het vloerelement wordt deze verder 15 ondersteund. Bij voorkeur is het vloerelement ondersteund op punten waar een of twee staven 12 met de ligger 10b zijn verbonden, zoals in fig. 2 getoond is. In fig. 2 is het vloerelement namelijk aan een einde ondersteund door de muur 14 en op het ondersteuningspunt is een staaf 12a verbonden met de ligger 10b. Daarmee wordt voorkomen dat de 20 ligger 10b op het ondersteuningspunt buigt onder het te dragen gewicht.

De in fig. 2 getoonde configuratie van de liggers 10a, 10b en de staven 12 in de vorm van naast elkaar liggende driehoeken is gekozen vanwege de constructieve stevigheid en stijfheid die met een 25 dergelijke driehoeksconfiguratie gepaard gaan, zoals bekend is in de techniek. Andere configuraties zijn echter ook mogelijk, zolang de sterkte van de constructie voldoende blijft.

In het in fig. 2 getoonde draagelement 8 zijn de staven 12 aan de liggers 10 gelast. Voor een sterke constructie is elke staaf 30 12 op twee punten, of langs twee naden, aan elke ligger gelast.

Wanneer een staaf 12 op een punt, of langs een naad gelast wordt, kan de staaf 12 vervormen en daarmee het lassen langs de tweede naad of aan de tweede ligger moeilijk of onmogelijk maken, en indien het nog mogelijk is, ontstaan ongewenste spanningen in het draagelement 8. Om 35 dit probleem te voorkomen, worden bij voorkeur de staven op de twee punten of langs de twee naden simultaan aan een ligger gelast.

Daarbij is het voordelig dit lassen door een automatische lasinrichting te laten uitvoeren, omdat een dergelijke inrichting twee (óf meer) in hoofdzaak gelijke lassen vervaardigd, waardoor 1026256 - 8 - spanningen in de betreffende materialen verder worden verminderd. Vervormen van de staven 12 wordt verder verminderd door aan beide einden de in totaal vier lassen aan de twee liggers simultaan aan te brengen, bij voorkeur met behulp van een automatische lasinrichting.

• i' 5 Met deze werkwijze is het mogelijke rechte en sterke draagelementen t i , te vervaardigen, wat het mogelijk maakt vloerelementen volgens de ; 1 onderhavige uitvinding te vervaardigen.

Fig. 3 toont een uitvoeringsvorm van een vloer uit bouwelementen 2 volgens de onderhavige uitvinding, waarbij gebruik is 10 gemaakt van een draagconstructie omvattende drie draagelementen 20a, 20b, 20c. De toepassing van drie draagelementen kan zorgen voor een groter draagvermogen en/of een grotere stijfheid van het bouwelement. Daardoor is het mogelijk bredere en/of langere betonplaten 4, 6 te construeren en toe te, passen. Ook kan een dergelijke draagconstructie 15 toegepast worden om een grotere belasting van een vloer mogelijk te maken.

In fig. 3 zijn een aantal bouwelementen 2 volgens de uitvinding getoond. De bouwelementen 2 zijn naast elkaar geplaatst en vormen aan de zijde van de betonplaten 6 een gesloten vlak. Dit 20 gesloten vlak kan, zoals getoond, zich aan de onderzijde bevinden en als plafond fungeren, maar afhankelijk van de toepassing ook aan enige andere zijde.

Nadat de bouwelementen 2 naast elkaar geplaatst zijn, is een betonlaag 22 in de ruimte tussen de twee betonplaten 4, 6 25 aangebracht op de betonplaten 6. In de betonlaag 22 is een wapening 24 aangebracht boven een voeg tussen aangrenzende bouwelementen 2. De betonlaag 22 zorgt voor een schijfwerking, waardoor de gehele constructie wordt versterkt. Overigens kan afhankelijk van de toepassing de gehele ruimte tussen de betonplaten 4, 6 gevuld zijn 30 met beton, schuimbeton, of een ander materiaal, bijvoorbeeld een geluid- of trillingsdempend materiaal en/of een thermische isolerend materiaal.

Openingen tussen de betonplaten 4 zijn afgedekt met een afdekplaat 26. De afdekplaat 26 kan van willekeurig materiaal 35 vervaardigd zijn afhankelijk van de gewenste sterkte en toepassing.

De afdekplaten 26 en de betonplaten 4 vormen samen een vlak, waarbij de afdekplaten, indien gewenst, verwijderbaar zijn om de ruimte tussen de betonlaag 22 en de betonplaten 4 te bereiken.

1026256_ ! i i - 9 - |

Tussen de betonlaag 22 enerzijds en de betonplaten 4 en afdekplaten 26 anderzijds is ruimte aanwezig om elektrische leidingen 29 en andere leidingen 30 en dergelijke te plaatsen. Indien de afdekplaten 26 verwijderbaar en herplaatsbaar aangebracht zijn, zijn 5 de leidingen 29, 30 eenvoudig bereikbaar in geval van storingen of kunnen eenvoudig nieuwe leidingen en/of buizen in de tussenruimte geplaatst worden. In fig. 3 zijn de elektrische leidingen 29 verbonden met een elektrische verbindingsdoos, welke in een betonplaat 6 is aangebracht.

10 Afhankelijk van de keuze van de draagconstructie, dat wil zeggen de configuratie daarvan, de gebruikte materialen en vorm van de doorsnede van de staven 12 en de liggers 10, etc., kunnen de bouwelementen 2 ten minste overspanningen tot 20 meter overbruggen.

Fig. 4 illustreert een vloerelement 2 en een wandelement 42 15 volgens de onderhavige uitvinding. Het vloerelement 2 omvat een eerste betonplaat 4 en een tweede betonplaat 6, waarbij de eerste betonplaat 4 breder is dan de tweede betonplaat 6. Door het uitsteken van de eerste betonplaat 4 ten opzichte van de tweede betonplaat 6 kan het vloerelement 2 eenvoudig op een dragende constructie 20 geplaatst worden.

In de in fig. 4 getoonde uitvoeringsvorm rust de eerste betonplaat 4 op een eerste betonplaat 44 van het wandelement 42 volgens de onderhavige uitvinding. De tweede betonplaat 46 is hoger dan de eerste betonplaat 44 en wel zodanig dat de kopse zijde van de 25 tweede betonplaat 46 gelijk is aan de bovenzijde van de eerste betonplaat 4 van het vloerelement 2.

In fig. 4 is duidelijk zichtbaar dat het vloerelement 2 een grotere ruimte tussen de eerste en de tweede betonplaat 4, 6 heeft dan het wandelement 42. Verder heeft het vloerelement 2 dikkere 30 betonplaten 4, 6 dan het wandelement 42. Een dergelijk verschil tussen afmetingen is niet noodzakelijk, maar slechts afhankelijk van de gewenste sterkte. Alle afmetingen van de bouwelementen kunnen afhankelijk van functie en gewenste sterkte en ruimte en andere parameters gekozen worden.

35 Naast de reeds in de voorgaande figuren getoonde liggers 10, staven 12, betonlaag 22 en leidingen 30 toont fig. 4 een wapening 24 die tevens een verbinding creëert tussen de betonlaag 22 en de eerste betonplaat 44 van het wandelement 42. Daarmee ontstaat een stevige verbinding tussen het vloerelement 2 en het wandelement 42.

1026256 - 10 -

De leidingen 30 die zijn aangebracht tussen de betonplaten 4, 6 van het vloerelement 2 zijn via een koppelstuk 31 verbonden met de leidingen 30 in het wandelement 42. Een koppelstuk 31 is evenwel niet essentieel, maar vereenvoudigt het plaatsen van de leidingen 30.

, 5 De ruimte tussen de betonplaten 44, 46 van het wandelement tij ; 42 kan leeg blijven (met uitzondering van de daarin aangebrachte leidingen 30) of deze ruimte kan gevuld worden met enig materiaal, bijvoorbeeld geluidsisolerend, thermisch isolerend materiaal, zand of beton, afhankelijk van de gewenste eigenschappen van de wand.

10 Fig. 5 toont een andere uitvoeringsvorm van een verbinding tussen een wand- en een vloerelement 42, 2 volgens de onderhavige uitvinding. In deze uitvoeringsvorm steunt een eerste, grotere betonplaat 6 op een wandelement 42Ά, terwijl een tweede kleinere betonplaat 4 daarboven een vloer vormt. In het eerste wandelement 42A 15 is een vulmateriaal 22, bijvoorbeeld beton, aangebracht.

Een tweede wandelement 42B is geplaatst op het eerste wandelement 42A. Het wandelement 42B heeft twee betonplaten 44, 46 die in de getoonde positie in de hoogte een gelijke afmeting hebben.

Ook het tweede wandelement 42B is met een materiaal 48 gevuld. Bij 20 voorkeur is dit materiaal 48 hetzelfde als het vulmateriaal 22 waarmee het eerste wandelement 42A is gevuld en zorgt het materiaal 48 voor een verbinding met het vulmateriaal 22. Hoewel dit niet getoond is, kan een wapeningsmateriaal in het vulmateriaal 22, 48 aangebracht zijn om de verbinding verder te verstevigen.

i 25 Fig. 6 toont een verdere uitvoeringsvorm van een bouwelement volgens de onderhavige uitvinding welke fungeert als ! vloerelement. Het vloerelement omvat een eerste betonplaat 6, welke met naastgelegen vloerelementen een gesloten vloeroppervlak vormt.

Het vloerelement omvat verder twee betonplaten 4A en 4B die elk 30 afzonderlijk door middel van een draagconstructie met draagelementen 20 volgens de onderhavige uitvinding met de eerste betonplaat 4 zijn verbonden. De betonplaten 4A en 4B vormen een plafond voor een onder de vloerelementen aanwezige verdieping, waarbij afdekplaten 26 het plafondoppervlak sluiten. De afdekplaten 26 zijn verwijderbaar, zodat 35 leidingen 30 eenvoudig bereikbaar zijn. In de afdekplaten 26 zijn eenvoudig aansluitingen op de leidingen 30 aan te brengen, alsmede bijvoorbeeld een elektrische verbindingsdoos 28.

Voor een stevige constructie door de vorming van een schijf die zorgt voor een schijfwerking kan een deklaag 32 aan de bovenzijde 1026256_ - 11 - van het vloerelement aangebracht worden. In de deklaag 32 kan verder een wapening worden aangebracht.

De bouwelementen volgens de onderhavige uitvinding zijn bijzonder geschikt voor toepassing in bedrijfsgebouwen waar veel met } ' 5 leidingen wordt gewerkt, zoals bijvoorbeeld in ziekenhuizen, waar

! i I

, , l veel elektrische apparatuur vaak wordt verplaatst en verder leidingen ! ' voor luchtbehandeling, zuurstof en dergelijke bij elk bed bereikbaar dienen te zijn. Ook in kantooromgevingen waar steeds meer elektrische apparatuur op elke werkplek benodigd is en steeds meer 10 luchtbehandeling wordt toegepast, biedt ruimte in de vloeren en/of in de wanden mogelijkheden. Een vloer en/of wand volgens de onderhavige uitvinding maakt bijvoorbeeld de algemeen bekende kabelgoten langs wanden van kantoren overbodig.

1026256

Claims (15)

1. Vloer omvattende een geprefabriceerd bouwelement (2, 42) dat een eerste betonplaat (4, 44) met een eerste lengte en een eerste breedte en een tweede betonplaat (6, 46) met een tweede lengte en een tweede breedte omvat, waarbij de eerste en de tweede betonplaat (4, 5 6, 44, 46) op afstand van alsmede in hoofdzaak parallel ten opzichte van elkaar geplaatst zijn en door een draagconstructie verbonden zijn, waarbij tussen in een vlak naast elkaar geplaatste betonplaten (4, 4A, 4B, 44, 6, 46) een opening gevormd is.

2. Vloer volgens conclusie 1, waarbij op een vlak gevormd door 10 een aantal betonplaten (4, 6, 44, 46) na plaatsing een betonlaag (22, 32. aangebracht is.

3. Vloer volgens conclusie 1 of 2, waarbij de ruimte tussen de eerste en tweede betonplaten (4, 6, 44, 46) ten minste gedeeltelijk gevuld is met schuimbeton, constructiebeton, thermisch isolerend 15 materiaal of geluidsisolerend materiaal.

4. Vloer volgens conclusie 2 of 3, waarbij in na plaatsing van een bouwelement (2) aangebracht beton een wapening (24) aangebracht is.

5. Wand omvattende een geprefabriceerd bouwelement (2, 42) dat 20 een eerste betonplaat (4, 44) met een eerste lengte en een eerste breedte en een tweede betonplaat (6, 46) met een tweede lengte en een tweede breedte omvat, waarbij de eerste en de tweede betonplaat (4, 6, 44, 46) op afstand van alsmede in hoofdzaak parallel ten opzichte van elkaar geplaatst zijn en door een draagconstructie verbonden j 25 zijn, waarbij tussen in een vlak naast elkaar geplaatste betonplaten (4, 4A, 4B, 44, 6, 46) een opening gevormd is. i

6. Wand volgens conclusie 5, waarbij de ruimte tussen de eerste en tweede betonplaten (44, 46) ten minste gedeeltelijk gevuld is met schuimbeton, constructiebeton, thermisch isolerend materiaal 30 of geluidsisolerend materiaal.

7. Wand volgens conclusie 6, waarbij in na plaatsing van een bouwelement (42) aangebracht beton (48) een wapening (24) aangebracht is.

8. Geprefabriceerd bouwelement (2, 42) kennelijk bestemd voor 35 gebruik in een vloer volgens een van de conclusies 1 - 4 of een wand volgens een van de conclusies 5-7. 1026256 - 13 -

9. Geprefabriceerd bouwelement (2, 42) volgens conclusie 8, waarbij het bouwelement (2, 42) een eerste betonplaat (4A) met een eerste lengte en een eerste breedte, een tweede betonplaat (6) met een tweede lengte en een tweede breedte en een derde betonplaat (4B) 5 met een derde lengte en een derde breedte omvat, waarbij de tweede betonplaat (6) op afstand van alsmede in hoofdzaak parallel ten opzichte van de eerste en de derde betonplaat (4A, 4B) geplaatst zijn en door een draagconstructie verbonden zijn, waarbij tussen de eerste en de derde betonplaten (4A, 4B) een opening gevormd is.

10. Geprefabriceerd bouwelement volgens conclusie 9, waarbij de draagconstructie (8) een open structuur heeft in de richting van de eerste, tweede en derde lengte en/of in de richting van de eerste, tweede en derde breedte.

11. Geprefabriceerd bouwelement volgens conclusie 9 of 10, 15 waarbij de draagconstructie een aantal draagelementen (8, 20) omvat, waarbij elk draagelement (8) een eerste en een tweede metalen ligger (10) en daartussen aangebrachte metalen staven (12) omvat, waarbij elk paar opeenvolgende staven (12) met een van de metalen liggers (10) een driehoek vormt, en waarbij de eerste metalen ligger (10) 20 althans gedeeltelijk in de eerste betonplaat (4) en de tweede metalen ligger (10) althans gedeeltelijk in de tweede betonplaat (6) is aangebracht.

12. Geprefabriceerd bouwelement volgens een van de voorgaande conclusies 9-11, waarbij de draagconstructie vervaardigd is uit 25 staal, in het bijzonder uit wapeningstaal.

13. Afdekplaat kennelijk bestemd voor afdekken van openingen tussen bouwelementen (2, 42) in een vloer volgens een van de conclusies 1 - 4 of een wand volgens een van de conclusies 5-7.

14. Werkwijze voor het vervaardigen van een bouwelement voor 30 gebruik in een vloer volgens een van de conclusies 1 - 4 of een wand volgens een van de conclusies 5-7, waarbij de werkwijze omvat: het vervaardigen van een draagelement (8) voor een draagconstructie, het vervaardigen van een eerste betonplaat (4, 44) in 35 verbinding met genoemde draagconstructie, en het vervaardigen van een tweede betonplaat (6, 46) in verbinding met genoemde draagconstructie, waarbij genoemd draagelement (8) een eerste en een tweede metalen ligger (10) en daartussen aangebrachte metalen staven (12) 1 0 2 6 25 6 - 14 - omvat, waarbij elk paar opeenvolgende staven (12) met een van de metalen liggers (10) een driehoek vormt, en waarbij het vervaardigen van het draagelement (8) het in hoofdzaak simultaan aan de eerste ligger (10) en aan de tweede ligger (10) lassen van een staaf (12) • i'5 omvat. I * j

15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij het lassen van een ; 1 staaf (12) aan een ligger (10) het simultaan langs twee naden lassen omvat. 1026256