NL1026020C2

NL1026020C2 - Bandschuurmachine met schuurdiepte-referentieorgaan.

Info

Publication number: NL1026020C2
Application number: NL1026020A
Authority: NL
Inventors: Peter Wanninkhof
Original assignee: Bosch Gmbh Robert
Priority date: 2004-04-23
Filing date: 2004-04-23
Publication date: 2005-10-25
Also published as: DE602005002360D1; WO2005102603A1; EP1737615A1; DE602005002360T2; RU2006141366A; CN1953841A; EP1737615B1; RU2342242C2

Description

"o I

' X

BJOTSCHÜÜSM&CHISÏE MET SCHÜÜSDIEPTE=E1FE1®3TI10EQAAM

5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een bandschuurmachine, omvattende een behuizing, twee in de behuizing gelagerde rollen, die zijn ingericht voor het geleiden van een schuurband, waarbij evenwijdig aan het gemeenschappelijke uitwendige tangentiele raakvlak van de 10 rollen een schuurvlak is gelegen en waarbij tussen de rollen in het schuurvlak een schuurgebied is gelegen, een tussen de rollen geplaatste steunstructuur voor het ondersteunen van de schuurband, en een schuurdiepte-referèntieorgaan dat zich aan tenminste één zijde van het schuurgebied uitstrekt ter 15 verkrijging van een referentievlak.

Dergelijke bandschuurmachines zijn algemeen bekend.

Dergelijke schuurmachines worden gebruikt voor het schuren van grote oppervlakken, bijvoorbeeld voor het vlak en glad maken hiervan of voor het verwijderen van een verf- of 20 laklaag. Hierbij is het van belang dat het geschuurde oppervlak zo vlak mogelijk blijft, of wordt.

Een uit de stand van de techniek bekend schuurdiepte-referentieorgaan of schuurraam voor het bepalen van de schuurdiepte voorkomt, dat de bandschuurmachine te lang op één 25 positie wordt gebruikt, zodat het te schuren oppervlak lokaal te diep wordt geschuurd, en het geschuurde oppervlak van verdiepingen is voorzien. Bekende schuurramen zijn gemonteerd op de behuizing. Ten Opzichte van de behuizing kunnen zij worden ingesteld om een vooraf bepaalde schuurdiepte te 30 bewerkstelligen of rekening te houden met de banddikte van de | schuurband. Vanwege toleranties in de behuizing, het schuurraam en de montage tussen de twee onderdelen, neemt het referent ievlak van het schuurraam dikwijle een stand in dat 11028020° . · i · 2 niet evenwijdig is aan het werkzame deel van de schuurband. Hierdoor kan niet verzekerd worden dat het geschuurde oppervlak vlak is.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het 5 verschaffen van een bandschuurmachine waarbij bovengenoemde bezwaren worden ondervangen.

Dit doel wordt bereikt door een bandschuurmachine van de in de inleiding beschreven soort met het kenmerk dat het schuurdiepte-referentieorgaan tegen de steunstructuur aanligt 10 en is ingericht voor het ondersteunen van de schuurband in het schuurgebied.

Doordat het schuurdiepte-referentieorgaan in gebruik tussen de steunstructuur en de schuurband i@ gelegen, ie verzekerd dat het referentievlak van het schuurdiepte-.

15 referentieorgaan en het werkzame deel van de schuurband evenwijdig aan elkaar verlopen en dat het geschuurde oppervlak vlak.is.

Volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm strekt het schuurdiepte-referentieorgaan zich aan twee tegenover 20 elkaar liggende zijden van het schuurgebied uit. Hierdoor wordt het maken van schuine verdiepingen in het te schuren oppervlak verhinderd. Bij voorkeur bevinden deze twee zijden of referentie-vlakken zich, gezien in schuurrichting, zijwaarts van de bandschuurmachine.

25 Een nog sterkere verbetering ontstaat wanneer het schuurdiepte-referentieorgaan zich aan vier zijden van het schuurgebied uitstrekt, zodat de referentievlakken aan de achter- resp. voorzijde van de bandschuurmachine bij het aanzetten daarvan op het werkstuk voorkomen dat afwijkingen 30 in het geschuurde oppervlak ontstaan.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het schuurdiepte-referentieorgaan eén verdieping voor het opriemen van de schuurband. Het steunvlak voor de schuurband ligt op 1026020- * ... i o '] 3 geringe afstand boven (d.w.z. in een richting naar de behuizing gekeerd) het referentievlak, waarmee wordt voorkomen dat dieper wordt geschuurd dan de afstand tussen het werkzame vlak van de schuurband en het referentievlak van 5 het schuurdiepte-referentieorgaan.

Bij vele gebruikers leeft de wens met een verschillende diepte te kunnen schuren. Zo wil men in het algemeen met grof schuurpapier sneller schuren of meer afname bewerkstelligen dan met fijn schuurpapier. Om hiermee 10 rekening te houden is de schuurdiepte instelbaar doordat een deel van het schuurdiepte-referentieorgaan in hoogte (d.w.z. in een richting naar de behuizing toegekeerd) instelbaar is.

Omdat schuurhandelingen veelal strooksgewij ze achter elkaar worden uitgevoerd, is het aantrekkelijk wanneer het 15 schuurdiepte-referentieorgaan aan één zijde van het schuurgebied in hoogte instelbaar is. Hiermede kan het verschil tussen het reeds geschuurde deel van het oppervlak en het nog te schuren deel van het oppervlak worden ingesteld.

20 Er wordt een constructief simpele uitvoeringsvorm verkregen wanneer het schuurdiepte-referentieorgaan een gezette metalen plaat omvat.

Een specifieke voorkeursuitvoeringsvora verschaft de maatregel dat de plaat aan een zijde van het schuurgebied een 25 plaatstrook omvat, waarvan de lengte haaks op de hartlijn van elke rol groter is dan de overeenkomstige lengte van de steunstructuur. Hierdoor worden ongewilde beschadigingen aan het werkstuk voorkomen aangezien de bandschuurmachine niet meer met een rand van de steunstructuur op het werkstuk kan 30 worden geplaatst.

In een alternatieve uitvoeringsvorm omvat de plaat aan een zijde van het schuurgebied een plaatstrook, waarvan de lengte haaks op de hartlijn van elk rol hoofdzakelijk 1020020“ 9 4 gelijk of kleiner is dan de overeenkomstige lengte van. de steunstructuur. Hierdoor zal het eenvoudiger zijn een schuurband aan te brengen wanneer het referentieorgaan op de bandschuurmachine is gemonteerd» 5 Verder is dan bij voorkeur tegenover de plaatstrook een tweede plaatstrook gelegen, die is verbonden met zich aan de voor- en achterzijde van de rollen uitstrekkende plaatstroken. Hiermee wordt ook aan de voor- en achterzijde van het schuurgebied een referentievlak verkregen.

10 Het schuurdiepte-referentieorgaan wordt in verticale richting opgesloten tussen de steunstructuur en de schuurband. Voor het verhinderen van beweging in horizontal© richting, en met name in twee onderling loodrecht pp elkaar staande richtingen in het horizontale vlak, zijn specifieke 15 maatregelen noodzakelijk. Hiertoe verschaft de onderhavige uitvinding de maatregel dat het schuurdiepte-referentieorgaan omvat een zich naar de steunstructuur uitstrekkend fixatieoor»

Dit fixatieoor kan op eenvoudige wijze worden 20 bevestigd aan het schuurdiepte-referentieorgaan of het kan op eenvoudige wijze worden uitgestanst uit het schuurdiepte-referentieorgaan en richting de steunstructuur worden gebogen. Het fixatieoor kan aangrijpen in een speciaal hiertoe in de steunstructuur aangebrachte uitsparing.

25 Andere aantrekkelijke voorkeursuitvoeringsvormen blijken uit de overige conclusies.

Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van bijgaande figuren, waarin voorstellen? 30 Figuur 1 eèn perspectivisch aanzicht van een bandschuurmachine welke van een schuurdiepte-referentieorgaan volgens de uitvinding is voorzien; 1026020- * * .·' 4 5

Figuur 2 een met figuur 1 overeenkomend aanzicht van de onderzijde van de bandschuurmachine;

Figuur 3 een met figuur 1 overeenkomend aanzicht van een bandschuurmachine waarbij apart van de bandschuurmachine 5 de schuurband en het schuurdiepte-referentieorgaan ie afgebeeld;

Figuur 4A een zij-aanzicht van de in figuren 1-3 afgebeelde bandschuurmachine tijdens het begin van een schuurhandeling;' 10 Figuur 46 een met figuur 4A overeenkomend aanzicht tijdens het uitvoeren van een schuurhandeling?

Figuur 5 een doorsnede volgens V-V in figuur 4A?

Figuur 6 een detailaanzicht van een constructie welke kan worden gebruikt voor het verstéllen van de hoogte van het 15 schuurdiepte-referentieorgaan;

Figuur 7 een perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een schuurdiepte-referentieorgaan, en

Figuur 8 een perspectivisch aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van een s chuurd i ep t e - re f er ent i eorgaan volgens 20 de uitvinding.

In figuur 1 is een in zijn geheel met 1 aangeduide bandschuurmachine afgebeeld. Dè bandschuurmachine 1 is voorzien van een behuizing 2. In deze behuizing 2 zijn twee rollen 3, 4 gelagerd. Rondom deze rollen 3, 4 is een 25 schuurband 5 geleid. Tenminste één van de rollen 3, 4 ie in rotatie aandrijf baar door middel van een in de behuizing 2 opgenomen elektromotor.

Voor het beperken van de schuurdiepte, en voor het daardoor makkelijker vlak schuren, is de bandschuurmachine 1 30 voorzien van een als een plaat uitgevoerd, in zijn geheel met 6 aangeduid schuurdiepte-referentieorgaan. Het schuurdiepte-referentieorgaan 6 is eveneens zichtbaar in figuur 2 waarin een afbeelding van de onderzijde van de bandschuurmachine 1 '3 §2$02,Q.t __:_:_: ·. .....- ----- j 6 • .

wordt getoond. Hieruit blijkt, dat het schuurdiepte-referentieorgaan 6 zich gedeeltelijk onder de schuurband 5 uitstrekt. Het schuurdiepte-referentieorgaan 6 is in verticale richting opgesloten tussen de schuurband 5 en een 5 steunorgaan 7.

In figuur 3 is weergegeven hoe de diverse onderdelen zijn samengesteld. Ook is de constructie van de als een plaat uitgevoerde schuurdiepte-referentieorgaan 6 beter weergegeven. Het schuurdiepte-referentieorgaan 6 omvat een 10 plaatstuk 8, dat is ingericht om te worden opgesloten tussen het steunorgaan 7 en de schuurband 5. Voor opsluiten in horizontale richting is het plaatstuk 8 voorzien van twee omgebogen randen 9, 10. De omgebogen randen 9, 10 strekken zich aan weerszijden van het steunorgaan 7 uit en werken 15 daarmee samen om te verhinderen dat het referentieorgaan 6 in bewegingsrichting van de bandschuurmachine 1 kan verplaatsen. De buitenranden van de ongebogen randen 9, 10 kunnen echter ook gebruikt worden voor opsluiting dwars op de bewegingsrichting van de bands chuurmachine 1.

20 Een andere mogelijkheid voor opsluiting in horizontale richting van het referentieorgaan 6 zijn. fixatieoren 11, die steken in uitsparingen van het steunorgaan 7. De drie fixatieoren 11 in figuur 3 bewerkstelligen een opsluiting van het referentieorgaan S in 25 twee haaks op elkaar staande richtingen in het horizontale vlak. In plaats van het steunorgaan 7 kan hiervoor bijvoorbeeld ook gebruik gemaakt kunnen worden van de behuizing 2 van de schuurband 5 of eventueel van enige andere vast met de schuurband 5 verbonden delen.

30 Het plaatstuk 8 vormt een geheel met een plaat strook 12, welke zich aan één zijde van het plaatstuk 8 uitetrekt. Hierdoor vormt de plaatstrook 12 een referentievlak aan een zijde van de schuurband 5. De plaatstrook 12 heeft een lengte 1020020- . 7 ’ • * haaks op de hartlijn van de rollen 3,4, die nagenoeg gelijk is aan de overeenkomstige lengte van de steunstructuur 7. Hierdoor is het immers mogelijk de band 5 over de plaatstrook 12 heen te bewegen.

5 Aan de van de plaatstrook 12 afgekeerde rand van het plaatstuk 8 is een U-vormige plaatstuk 13 gevormd. Ook het plaatstuk 13 vormt één geheel met het plaatstuk 8. Het heeft de specifieke vorm om een referentievlak te verschaffen aan zowel de zijde van de schuurband tegenover de plaatstrook 12, 10 alsook in de bewegingsrichting van de schuurband 5 aan de voor- een achterzijde daarvan. Hiertoe zijn de plaatstroken 13A en 13B voorzien.

Aan zijn buitenranden is het referentieorgaan 6 iets omgezet om gemakkelijker te kunnen glijden over het te 15 schuren oppervlak, en om dè overigens vlakke structuur te verstijven.

In figuur 4A is getoond hoe een dergelijke bandschuurmachine 1 kan worden gehanteerd. Hiertoe wordt de bandschuurmachine 1 aanvankelijk met de voorrand van het 20 schuurdiepte-referent ieorgaan 6 op een werkstuk' 15 geplaatst. Vervolgens wordt de bandschuurmachine 1 aan de achterzijde naar beneden bewogen in dè richting van de pijl 16, tot de situatie van figuur 4B is verkregen. Het omgekeerde is echter ook mogelijks de bandschuurmachine wordt met de achterrand 25 van het referentieorgaan 6 op het werkstuk 15 geplaatst waarna de voorzijde van de bandschuurmachine 1 op het werkstuk wordt gezet. Tenslotte is het ook mogelijk de . bandschuurmachine 1 eerst aan de linkerzijde en vervolgen® aan de rechterzijde op het werkstuk, of omgekeerd, of in één 30 keer plat op het werkstuk te plaatsen.

In figuur 5 is het effect van het schuurdiepte-referentieorgaan 6 meer in detail weergegeven. Hierbij is zichtbaar, dat het plaatstuk 8 verdiept ten opzichte van de ·Ί02@©2'Θ° • β 8 plaatstukken 12, 13 is aangebracht. Hierdoor bevindt de schuurband 5 zich tot onder het niveau van het schuurdiepfce-aanslagorgaan 6, waarbij een gedefinieerde schuurdiepte wordt verkregen, welke overeenkomt met dé maat "Ύ” zoals deze in 5 figuur 5 is weergegeven. Op deze wijze kan rekening worden gehouden met de banddikte van de schuurband 5.

Tenslotte toont figuur 6 een constructie voor het instelbaar maken van de hoogte van een deel van het schuurdiepte-referentieorgaan 8. Zó is bijvoorbeeld mogelijk 10 alleen dat deel van het schuurdiepte-referentieorgaan 6 dat bedoeld is om af te steunen op hét nog niet geschuurde deel, bijvoorbeeld aan de voorzijde en één zijkant, instelbaar te maken ten opzichte van het deel dat bedoeld is af. të steunen op het reeds geschuurde oppervlak.

15 Bij voorkeur wordt hierbij gebruik gemaakt van twee parallelle platen 17, 18, welke door middel van tenminste twee schuine vlakken 17A, 17B; 18A, 18B met elkaar zijn gekoppeld, en waarbij de schuine vlakken op elkaar rusten. Be schuine vlakken zorgen voor een omzetting van een horizontale 20 beweging naar een verticale bewèging. De horizontale beweging wordt geleverd door middel van een instelschroef 20. Het zal duidelijk zijn dat ook andere mogelijkheden aanwezig zijn voor een schuurdiepte-instelling.

Tenslotte worden in ffiguren 7 en 8 uitvoërings-25 varianten van een schuurdiepte-referentieorgaan 6 volgens de uitvinding getoond. Met de uitvoeringsvorm van figuur 3 overeenkomstige onderdelen zijn met overeenkomstige verwij zingscijfére aangeduid. In de uitvoeringsvorm van figuur 7 is het plaat stuk 8 slechts gekoppeld met het ü= 30 vormige plaatstuk 13. Ten opzichte van de uitvoeringsvorm van figuur 3 zijn de plaatstroken 13A, 13B verlengd totdat de vrije rand daarvan hoofdzakëlijk op een lijn ligt met de vrije rand van het plaatstuk 8. Dit referentieorgaan 6 biedt 1026020- 9 referentievlakken aan één zijde en de voor- en achterzijde van de schuurband 5. Hierdoor is het mogelijk tot aan een uit het te schuren vlak stekend obstakel, zoals een muur, kolom of een plint, te kunnen schuren.

5 De uitvoeringsvorm van figuur 8 toont een referentieorgaan 6 dat is gevormd uit een hoofdzakelijk rechthoekig plaatstuk 21. In het plaatstuk 21 zijn openingen 22 voorzien voor het in gebruik doorlaten van de schuurband 5. De omgebogen randen 9, 10 dienen naast het fixeren van het 10 referentieorgaan 6, zoals hierboven reeds vermeld, tevens voor het geleiden van de schuurband 5. Het referent ieorgaan € biedt referent ievlakken rondom de schuurband 5 en laat op twee locaties 23 een relatief kleine doorgang voor het aanbrengen van de schuurband 5.

15 Hoewel het in de tekeningen getoonde schuurdiepte- referentieorgaan 6 als een gezette metalen plaat is uit gevoerd, kan een dergelijk referent ieorgaan ook op andere wijzen en van andere materialen zijn vervaardigd. Zo is het mogelijk het referentieorgaan van kunststof te epuitgieten.

20 Een ander voorbeeld is het referentieorgaan als aluminium gietstuk uit te voeren.

1020020=

Claims

1. Bandschuurmachine, omvattend©s - een behuizing? 5. twee in de behuizing gelagerde rollen, die zijn ingericht voor het geleiden van een schuurband, waarbij evenwijdig aan het gemeenschappelijke uitwendige tangentiele raakvlak van de rollen eén schuurvlak is gelegen en waarbij tussen de rollen in het schuurvlak een schuurgebied is 10 gelegen; - een tussen de rollen geplaatste steuhstructuur voor het ondersteunen van de schuurband, en - een schuurdiepte-referentieorgaan dat zich aan tenminste één zijde van het schuurgebied uitstrekt ter 15 verkrijging van een referentièvlak, met het kenmerk dat het‘schuurdiepte-referentieorgaan tegen de steunstructuur aanligt én is ingericht voor het ondersteunen van de schuurband in het schuurgebied.

2. Bandschuurmachine volgens conclusie 1, met het 20 kenmerk, dat het schuurdiepte-referentieorgaan zich aan twee tegenover elkaar liggende zijden van het schuurgebied uitstrekt.

3. Bandschuurmachine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het schuurdiepte-referentieorgaan zich aan 25 vier zijden van het schuurgebied uitstrekt.

4. Bandschuurmachine volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het schuurdiepte- . referentieorgaan een verdieping voor het opnemen van de schuurband omvat.

5. Bandschuurmachine volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een deel van het schuurdiepte-referentieorgaan in hoogte instelbaar is. 1026020- o

6. Bandschuürmachine volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het schuurdiepte-referentieorgaan aan tenminste een zijde van het schuurgebied in hoogte instelbaar is.

7. Bandschuürmachine volgens een van de voorgaande conclusies, mét het kenmerk, dat het schuurdiepte-referentieorgaan een gezette metalen plaat omvat.

8. Bandschuürmachine volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de plaat aan een zijde van het schuurgebied een 10 plaatstrook omvat, waarvan de lengte haaks op de hartlijn van elke rol groter is dan de overeenkomstige lengte van de steunstructuur.

9. Bandschuürmachine volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de plaat aan een zijde van het schuurgebied een 15 plaatstrook omvat, waarvan de lengte haaks op de hartlijn van elk rol hoofdzakelijk gelijk of kleiner is dan de overeenkomstige lengte van de steunstructuur.

10. Bandschuürmachine volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat tegenover de plaatstrook een tweede 20 plaatstrook is gelegen, die is verbonden met zich aan de voor- en achterzijde van de rollen uitstrekkende plaatstroken.

11. Bandschuürmachine volgens een van de voorgaande conclusies, m®t het kenmerk, dat het schuurdiepte- 25 referentieorgaan omvat een zich naar de steunstructuur uitstrekkend fixatieoor.

12. Bandschuürmachine volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bandschuürmachine een parketschuurmachins is,

13. Bandschuürmachine volgens een van da voorgaand© conclusies, met het kenmerk, dat het schuurdiepte-referentieorgaan onlosmakelijk met de steunstructuur van de is verbonden. 3 026020° . O·

14. Samenstel van een bandschuurmachine volgens een van de conclusies 1-13 en een schuurband, waarbij het schuurdiepte-referentieorgaan zich tussen de steunstructuur en de schuurband uitstrekt.

15. Schuurdiepte-referëntieorgaan voor een bandschuurmachine volgens een van conclusie® 1=13 of een samenstel volgens conclusie 14. 1026020-