NL1025869C2 - Samenstel van kluis en daarbij te gebruiken verzegelbare flexibele waardehouders. - Google Patents

Description

SAMENSTEL VAN KLUIS EN DAARBIJ TE GEBRUIKEN VERZEGELBARE FLEXIBELE WAARDEHOUDERS

De uitvinding hee£t betrekking op een samenstel van 5 ten minste één kluis, omvattende een binnenruimte begrenzende wanden en een toevoeropening naar de binnenruimte, een aantal verzegelbare waardehouders, die elk voorzien zijn van een radio frequentie identificatie element (RFID element) en radio frequentie detectiemiddelen.

10 Met een dergelijk samenstel is het mogelijk om door mensen onbewaakt goederen van waarde, zoals geld over te brengen van bijvoorbeeld een bedrijf naar een bank, waar de kluis is opgesteld. De toevoeropening sluit aan op een opening in de muur van de bank, welke uiteraard voorzien is 15 van een geschikte afsluiting zoals een deur.

Een radio frequentie identificatie element (RFID element) zend een identificatie code uit. Deze code kan door de radio frequentie detectiemiddelen worden gedetecteerd en verder in verwerkingsmiddelen worden verwerkt.

20 Een RFID element kan batterij gevoed zijn, maar bij de onderhavige toepassing wordt bij voorkeur een als transponder uitgevoerd RFID element gebruikt, waarbij bedrijfsspanning wordt gekregen wanneer een afgestemde kring die van het element deel uit maakt, in een geschikt radio 25 frequent veld wordt geëxciteerd. Geschikte, op zichzelf bekende, RFID elementen kunnen al dan niet programmeerbaar zijn. Bij programmeerbare elementen kan de identificatie code worden ingesteld, terwijl bij niet-programmeerbare RFID elementen een bij de fabricage ingestelde code wordt 30 afgegeven.

Met behulp van de code kan de waardehouder, die van het betreffende RFID element is voorzien, eenduidig worden geïdentificeerd.

1025869 2

Een samenstel van de onderhavige soort wordt dan ook gebruikt om enerzijds een waardehouder op veilige wijze bij een bank te kunnen deponeren, waarbij zonder meneelijke tussenkomst geregistreerd kan worden op welk tijdstip welke 5 waardehouder in de kluis is gedeponeerd.

Bij een bekend samena tel van de onderhavige soort zijn de waardehouders uitgevoerd als koffers, waarbij in een bovenvlak van deze koffers de RFID elementen zijn aangebracht, op een nauwkeurig vooraf bepaalde plaats. De 10 binnenruimte van de bijbehorende kluis is zodanig uitgevoerd dat de koffer bij het via de toevoeropening in de binnenruimte plaatsen daarvan, nauwkeurig wordt gepositioneerd. In de betreffende positie bevindt het RFID element zich direct onder een spoel of dergelijke van de 15 radio frequentie detectiemiddelen zodat het RFID element kan worden uitgelezen. Na het uitlezen wordt de koffer verder in de binnenruimte getransporteerd, zodat een volgende koffer via de toevoeropening in de kluis kan worden geplaatst.

Hedentendage worden als verzegelbare waardehouders 20 veel voor eenmalig gebruik bestemde kunststof enveloppen gebruikt. Na sluiting kunnen dergelijke veiligheidsenveloppen niet zonder beschadiging geopend worden. De enveloppen zijn voorzien van een uniek nummer, wat bijvoorbeeld door middel van een streepjescode kan zijn aangebracht. Voor de 25 registratie van het af storten van een dergelijke veiligheidsenvelop, is in principe menselijke interventie nodig. Doordat de envelop niet vormvast is, een grotere of kleinere dikte kan hebben en op een verschillende wijze in de toevoeropening van een kluis geworpen kan worden, is het niet 30 mogelijk om te verzekeren dat de streepjescode van elke ingeworpen veiligheidsenvelop kan worden gelezën. Hierdoor zou discussie kunnen ontstaan tussen de deposant van de envelop en de beheerder van de kluis over de vraag of een 1025869 3 envelop werkelijk in de kluis geworpen is door de deposant, wanneer deze door de beheerder van de kluis niet wordt aangetroffen.

De uitvinding beoogt een samenstel van de in de 5 aanhef ontschreven soort te verschaffen die deze bezwaren wegneemt.

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt bij een samenstel waarbij de waardehouders flexibele waardehouders zijn die van een RFID element zijn voorzien, en waarbij in de 10 binnenruimte van de kluis tenminste één met detectiemiddelen verbonden antenne voor het in de binnenruimte opwekken van een radiofrequent veld is opgesteld, op een afstand van de wanden. Hierdoor kan in nagenoeg de gehele binnenruimte een radiofrequent veld worden opgewekt met een voldoende mate van 15 homogeniteit om elk RFID element dat zich in de binnenruimte bevindt op betrouwbare wijze te kunnen detecteren. Het is dus niet langer nopdzakelijk dat het RFID element voor het detecteren op een nauwkeurig vooraf bepaalde plaats in de binnenruimte wordt gepositioneerd.

20 Volgens een verdere gunstige uitvoeringsvorm is de binnenruimte van de kluis voorzien van tenminste één voor radiofrequente straling van het radiofrequente veld doorzichtige hulpwand, die aangebracht is op een afstand van de wanden van de binnenruimte van de kluis. Zelfs wanneer het 25 RFID element van een flexibele waardehouder op een zeer ongunstige plaats direct tegen een wand van de binnenruimte aanligt, zal deze toch nog met grote betrouwbaarheid gedetecteerd kunnen worden, doordat het radiofrequente veld ook ter plaatse van de hulpwand waar het element dan tegen 30 aan ligt, een ongewijzigde veldsterkte heeft, doordat het veld zich door de hulpwand uitstrekt.

Een verder geschikte ontwikkeling is gekenmerkt in conclusie 3. Hoe meer de hulpwand zich op een positie 10?*«69 4 bevindt, waar zich gewoonlijk de flexibele waardehouders tegen aan of vlak langs zullen bewegen, kan op deze wijze met grote zekerheid worden bewerkstelligd dat het RFID element van elke houder wordt gedetecteerd.

5 Bij voorkeur wordt de maatregel van conclusie 4 toegepast. Elke waardehouder zal over de leidwand en dus over de hulpwand glijden, nadat deze door de toevoeropening in de kluis is gebracht. Hierbij beweegt het RFID element van de betreffende flexibele waardehouder op zekere wijze door het 10 in hoofdzaak uniforme radiofrequente veld.

Het radiofrequente veld kan een aanzienlijke grootte hebben, waardoor er een grote ongevoeligheid ontstaat voor de positie en wijze waarin de flexibele houder in de toevoeropening wordt geworpen, door toepassing van de 15 maatregel van conclusie 5. Over nagenoeg de volle breedte van de hulpwand zal zich een uniform veld instellen.

Een geschikte uitvoeringsvorm is gekenmerkt in conclusie 6.

Door toepassing van de maatregel van conclusie 7 20 wordt verder verzekerd dat het inwerpen van een flexibele waardehouder het RFID element zich op betrouwbare wijze binnen het opgewekte radiofrequente veld zal bevinden, teneinde op zekere wijze gedetecteerd te kunnen worden.

De uitvinding wordt verder toegelicht in de volgende 25 beschrijving aan de hand van de bij gevoegde figuren.

Figuur 1 toont een bovenaanzicht van een flexibele waardehouder volgens de uitvinding in de vorm van een envelop.

Figuur 2 toont de waardehouder van figuur 1 in 30 gesloten toestand.

Figuur 3 toont een RFID element zoals toegepast bij de flexibele waardehouder volgens figuur 1 en 2.

1025869 5

Figuur 4 toont een gedeeltelijk schematisch perspectivisch aanzicht van een kluis van een samenstel volgens een voorkeursuitvoering van de uitvinding.

Figuur 5 toont een met figuur 4 overeenkomend 5 aanzicht van een andere uitvoeringsvorm van een kluis van het samenstel volgens de uitvinding.

De in figuur 1 getoonde flexibele waardehouder van het uitvoeringsvoorbeeld van het samenstel volgens de uitvinding is een envelop 2 met platte zijden. De envelop 10 heeft een opening 3 waar doorheen waarde voorwerpen, en in het bijzonder geld, in de envelop 2 gestoken kan worden.

Zodra de envelop gevuld is, kan deze gesloten worden met de flap 4. Deze flap is voorzien van een aanvankelijk met een schermstrook afgedekte lijmlaag. Na het verwijderen van de 15 schermstrook kan de flap omgevouwen en vastgeplakt worden. De lijmsoort is hierbij zodanig gekozen, dat de strook 4 niet zoiider beschadiging kan worden geopend.

De waardehouder 1 omvat een etiket 5 die in dit uitvoeringsvoorbeeld een unieke identificatiecode met 20 overeenkomende streepjescode omvat.

Verder omvat de flexibele waardedrager een RFID element dat aangebracht is aan de binnenkant van een platte zijde van een envelop op een afstand van de randen daarvan. Door de keuze van deze positie wordt bereikt dat het RFXD 25 element ten alle tijden in de nog nader te bespreken kluis een relatief centrale positie in zal nemen, waardoor de detectie kan worden verzekerd.

Een voorbeeld van een bij de waardehouder volgens de uitvinding te gebruiken RFID element, is getoond in figuur 3. 30 Dit element, dat op zichzelf in de handel verkrijgbaar is, is aangebracht op een buigzame kleeffolie, waardoor het element aan de binnenzijde van de envelop geplakt kan worden. Op de buigzame folie is een geïntegreerde 1025869 6 schakeling 10 aangebracht. Verder is op de folie een flexibele gedrukte bedrading gevormd in de vorm van een spoel respectievelijk antenne 11. De twee einden van de spoel 12, 13 zijn galvanisch verbonden met betreffende 5 aansluitelementen van de geïntegreerde schakeling 10.

Wanneer nu dit element 6 in een radiofrequent veld komt, met een frequentie waarvoor de spoel 11 is af gestemd, zal aan de einden 12, 13 een elektrische wisselspanning ontstaan, die als voedingsspanning voor de geïntegreerde 10 schakeling 10 dient. De geïntegreerde schakeling is zodanig ontworpen dat wanneer deze in een wisselspanning wordt aangelegd, een digitaal signaal wordt opgewekt en door middel van de spoel wordt uitgezonden. Dit digitale signaal omvat een in de geïntegreerde schakeling vastgelegde unieke 15 identificatiecode.

Het uitgezonden digitale signaal kan door geschikte middelen, die nog nader beschreven zullen worden, worden gedetecteerd, zodat vastgesteld kan worden welke code in het RFID element is opgeslagen respectievelijk welke code bij de 20 betreffende flexibele waardedrager behoort.

Figuur 4 toont een kluis met een geschikte uitvoeringsvorm voor het samenstel volgens de uitvinding. De kluis 20 heeft een binnenruimte 19, die wordt begrensd door zijwanden 21, 22, een bodemwand 23 en, in dit geval, een deur 25 24. In één van de zijwanden is een toevoeropening 25 gevormd, waardoor heen de eerder besproken waardehouders in de kluis gestort kunnen worden teneinde daar veilig bewaard te blijven, totdat deze uit de kluis genomen kunnen worden door een medewerker van de bank of dergelijke.

30 Van de toevoeropening 25 strekt zich schuin benedenwaarts een leidwand uit. De via de toevoeropening in de kluis geworpen waardehouders glijden langs deze leidwand naar beneden.

1025869 7

Een deel van de leidwand wordt gevormd door een hulpwand 26 die van materiaal is vervaardigd dat doorzichtig is voor radiofrequente straling van het radiofrequente veld dat op nog nader te beschrijven wijze wordt opgewekt voor het 5 detecteren van het RFID element. Deze hulpwand kan bijvoorbeeld van een kunststof zijn vervaardigd.

Aan deze hulpwand 26 is een antenne 27 aangebracht die een lus vorm heeft en zich over tenminste nagenoeg de volle breedte van de hulpwand 26 uitstrekt. De antenne 27 is 10 aangesloten op een elektronische schakeling die de voeding van de antenne verzorgd en deze schakeling 31 ie via een verbindingsleiding 28 verbonden met verwerkingsmiddelen van de detectiemiddelen 29.

De detectiemiddelen 29 die behalve de 15 verwerkingsmiddelen dus eveneens de antenne 27 en de schakeling 31 omvat, is verder voorzien van een verbinding 30 naar een PC, waarmee de gedetecteerde gegevens kunnen geregistreerd en eventueel verder bewerkt worden.

Doordat de antenne 26 aangebracht is asui de 20 doorzichtige hulpwand 26, zal het door de suitenne 27 opgewekte radiofrequente veld zich ongehinderd door de hulpwand uitstrekken en derhalve terplekke van deze hulpwand een gewenste homogeniteit hebben. Een RFID element dat zich vlak langs deze wand beweegt, zal hierdoor goed gedetecteerd 25 kunnen worden.

De vorm van de antenne 27 kan sterk variëren, al naar gelsuig de omstandigheden en zal in hoofdzaak proefondervindelijk worden bepaald. In plaats van de hier getoonde smalle lus vorm, kan de suitenne ook een brede lus 30 vorm hebben en bijvoorbeeld zich langs de randen van de hulpwand 26 uitstrekken.

De in figuur 5 getoonde kluis 35 is in zijn binnenruimte voorzien van een hulpwand 36 die zich op een 1025869 8 zekere afstand van de wanden 21, 23 van de binnenruimte van de kluis uitstrekt. De hulpwand 36 vormt aldus een enigszins kleinere binnenruimte waar de ingebrachte waardehouders worden verzameld.

5 Het materiaal van de dubbele wand 36 is eveneens doorzichtig voor de radiofrequente straling van het radiofrequente veld. Dit veld zal zich dus door deze dubbele wand kunnen uitstrekken, zodat zich op de meest ongunstige plaatsen bevindende RFID elementen van de ingeworpen 10 waardehouders, namelijk tegen de wanden aanliggend, nog in een goed homogeen veld liggen en aldus goed functioneren en gedetecteerd kunnen worden.

Bij de hier getoonde uitvoeringsvorm is de antenne 37 over een groot oppervlak aangebracht tegen de voor de 15 betreffende radiostraling doorzichtige dubbele wand. Aldus wordt in de gehele binnenruimte een min of meer homogeen veld opgewekt, waardoor alle zich binnen deze binnenruimte bevindende RFID elementen kunnen worden geëxciteerd.

Het zail duidelijk zijn dat aldus gelijktijdig een 20 aantal RFID elementen een code zal kunnen uitzenden, het is echter met een geschikte programmering van de verwerkingsmiddelen eenvoudig mogelijk om deze verschillende signalen van elkaar te scheiden.

Bij de uitvoeringsvorm van figuur 4 zal hoofdzakelijk 25 alleen een RFID element van een waardehouder die over de hulpwand 26 schuift worden gedetecteerd en zullen de zich reeds in de binnenruimte bevindende, eerder ingeworpen waardehouders niet of met een minder sterk signaal worden gedetecteerd.

30 De uitvinding is niet beperkt tot de in de figuren getoonde uitvoeringsvormen. Zo kunnen de flexibele waardehouders op veel verschillende wijzen worden uitgevoerd. Ook de kluis van het samenstel volgens de uitvinding kan op 1025869 9 veel verschillende wijzen worden uitgevoerd. Van belang ie dat de antenne zodanig is gepositioneerd en gedimensioneerd dat zich over een aanzienlijk deel van de binnenruimte een in hoofdzaak homogeen radiofrequent veld instelt. Daarbij is van 5 belang dat het gebied waarover zich dit veld instelt, op zekere wijze doorkruist wordt door ingeworpen flexibele waardehouders.

Met het samenstel volgens de uitvinding kan dus geregistreerd worden op welk moment een bepaalde waardehouder 10 in de kluis wordt geworpen. De deposant zal het transport van de waardehouder tot aan de kluis documenteren en de kluisbeheerder, in het bijzonder de bank, zal de aanwezigheid van de houder in de kluis documenteren. Aldus is een ononderbroken aanwezigheidscontrole van de waardehouder 15 mogelijk, die onrechtmatige handelingen met betrekking tot de houder zeer sterk bemoeilijken, zo niet onmogelijk maken.

Binnen de context van de Uitvinding vallen ook tweewegsystemen. Dat wil zéggen systemen, waarbij zowel van een RFID element voorziene flexibele waardehouders in de 20 kluis gedeponeerd kunnen worden als daaruit genomen kunnen worden. De radio frequente detectiemiddelen detecteren en registeren daarbij welke houders in en uit de kluis bewegen.

Bovendien valt binnen de context van de uitvinding systemen waarbij de binnenruimten van de kluis beweegbaar is 25 en bijvoorbeeld een aantal compartimenten bevat. De antenne kan bevestigd zijn aan de bewegende elementen of aan de wand van de kluis.

1025869

Claims (7)

1. Samenstel van ten minste een kluis omvattende een 5 binnenruimte begrenzende wanden en een toevoeropening naar de binnenruimte, een aantal verzegelbare waardehouders, die elk voorzien zijn van een radio frequentie identificatie element (RFID element) en radio frequentie detectiemiddelen, met het kenmerk dat de waardehouders flexibele waardehouders of seal 10 bags zijn en dat in de binnenruimte ten minste één met de detectiemiddelen verbonden antenne voor het in de binnenruimte opwekken van een radio-frequent veld is opgesteld, op een afstand van de wanden.

2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij de 15 binnenruimte voorzien is van ten minste een voor radiofrequente straling van het radio-frequente veld doorzichtige hulpwand, die aangebracht is op een afstand van dè wanden.

3. Samenstel volgens conclusie 2, waarbij de antenne aangebracht is aan de hulpwand.

4. Samenstel volgens conclusie 2 of 3, waarbij de hulpwand ten minste een gedeelte vormt van een zich schuin benedenwaarts van de toevoeropening uit strekkende leidwand.

5. Samenstel volgens conclusie 3 of 4, waarbij de antenne een lusvorm heeft en zich over ten minste nagenoeg de 25 volle breedte van de hulpwand uit strekt.

6. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de antenne gevormd wordt door gedrukte bedrading op en gedrukte bedradingen bord.

7. Samenstel volgens één van de voorgaande 30 conclusies, waarbij de waardehouders enveloppen met platte zijden zijn en het RFID element aangebracht is aan de binnenkant van èen platte zijde, op een afstand van de randen daarvan. 1025869