NL1025584C2 - Oogstinrichting, inrichting voor het uitvoeren van een bed- en/of gewasbehandeling, kweekbedopbouw, transporteur en oogstwerkwijze. - Google Patents

Oogstinrichting, inrichting voor het uitvoeren van een bed- en/of gewasbehandeling, kweekbedopbouw, transporteur en oogstwerkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL1025584C2
NL1025584C2 NL1025584A NL1025584A NL1025584C2 NL 1025584 C2 NL1025584 C2 NL 1025584C2 NL 1025584 A NL1025584 A NL 1025584A NL 1025584 A NL1025584 A NL 1025584A NL 1025584 C2 NL1025584 C2 NL 1025584C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
harvesting device
harvesting
conveyor
crops
bed
Prior art date
Application number
NL1025584A
Other languages
English (en)
Inventor
Hendrik Van Den Top
Original Assignee
Hendrik Van Den Top
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hendrik Van Den Top filed Critical Hendrik Van Den Top
Priority to NL1025584A priority Critical patent/NL1025584C2/nl
Priority to EP05075466A priority patent/EP1568265B1/en
Priority to DE602005009757T priority patent/DE602005009757D1/de
Priority to AT05075466T priority patent/ATE408336T1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1025584C2 publication Critical patent/NL1025584C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D57/00Delivering mechanisms for harvesters or mowers
    • A01D57/20Delivering mechanisms for harvesters or mowers with conveyor belts
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G18/00Cultivation of mushrooms
    • A01G18/70Harvesting

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Mycology (AREA)
  • Harvesting Machines For Specific Crops (AREA)
  • Combines (AREA)
  • Hydroponics (AREA)
  • Harvesting Machines For Root Crops (AREA)

Description

OOGSTINRICHTING, INRICHTING VOOR HET UITVOEREN VAN EEN BED-EN/OF GEWASBEHANDELING, KWEEKBEDOPBOUW, TRANSPORTEUR EN
OOGSTWERK WIJZE
5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een oogstinrichting, inrichting voor het uitvoeren van een bed-en/of gewasbehandeling, kweekbedopbouw, transporteur en oogstwerkwijze. Dergelijke gewassen zijn bijvoorbeeld nabij de grond afsnijbare gewassen. Dergelijke gewassen omvatten 10 paddestoelen en meer in het bijzonder champignons en andere zwammen.
Voor het oogsten van dergelijke gewassen heeft de aanvrager van de onderhavige octrooiaanvrage reeds meerdere ontwikkelingen op zijn naam staan. Oogstmachines die zijn 15 voortgekomen uit deze eerdere ontwikkelingen worden inmiddels succesvol toegepast voor een deel van de champignonoogsten.
Teneinde de bekende oogstinrichting te verbeteren, betreft de onderhavige uitvinding een oogstinrichting voor gewassen, zoals paddestoelen, omvattende: 20 - een gestel met wielen voor het verrijden daarvan; - een in hoofdzaak overdwars op de oogstrichting geplaatst scheidingsorgaan zich uitstrekkend over in hoofdzaak de gehele breedte van de inrichting voor het scheiden van te oogsten delen van de gewassen; 25 - een afvoertransporteur voor het afvoeren van middels het scheidingsorgaan geoogste gewassen, en - een tussentransporteur die zich uitstrekt van het scheidingsorgaan tot de afvoertransporteur.
Met behulp van de tussentransporteur kunnen de 30 gewassen op een schonende wijze worden overgebracht vanaf het scheidingsorgaan naar de afvoertransporteur. Voorts kan het scheidingsorgaan, zoals een afsnijorgaan of een mes in voorkeursuitvoeringsvormen in de snij richting gezien smal .. 1025584 2 worden uitgevoerd, waarbij de tussentransporteur dient voor het transport vanaf het scheidingsorgaan nabij het groeiniveau van de gewassen tot de afvoertransporteur. In bekende inrichtingen geschiedt dit transport vanaf het 5 groeiniveau naar de afvoertransporteur middels een schokkende beweging over een transportplaat die aan de voorzijde als mes dienst deed. Hierbij worden bijvoorbeeld paddestoelen zoals champignons dusdanig gekneusd dat deze relatief snel dienen te worden geconserveerd. Gezien de tijdsduur van enkele dagen 10 die vaak noodzakelijk is voor het vers, via bijvoorbeeld een winkelkanaal, ter beschikking stellen aan de consument van de paddestoelen, zijn deze door de door de plaat aangebrachte kneuzingen veelal niet meer geschikt voor verkoop aan de, kritische,.consument.
15 Door middel van de tussentransporteur die zich uitstrekt van het scheidingsorgaan tot de afvoertransporteur, welke tussentransporteur een scheidingsorgaan van geringe afmeting in de scheidingsrichting mogelijk maakt, wordt een schonend transport naar het niveau van de afvoertransporteur 20 mogelijk. Hierdoor kunnen ongekneusde paddestoelen na geruime tijd, zoals enkele dagen of weken, via het winkelkanaal ter beschikking worden gesteld aan de, kritische, consument.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de tussentransporteur geleidingsmiddelen voor het behouden van 25 de oriëntatie van de tussentransporteur ten opzichte van de overdwarse richting daarvan. Relatief korte doch brede transportbanden hebben de neiging om in de overdwarse richting van hun gewenste baan af te wijken. Dit zogenoemde 'lopen' van de band wordt voorkomen of verminderd door middel 30 van de geleidingsmiddelen. Hierdoor wordt het gemakkelijker een in deze uitvoeringsvorm gewenste korte doch relatief brede tussentransporteur toe te passen. Een voorbeeld van een dergelijke breedte is een transporteur van bijvoorbeeld 1025584 3 ongeveer 1.20 m - 1.40 τη over een lengte van bijvoorbeeld ongeveer 20 - 40 cm. Andere lengte-breedteverhoudingen zijn eveneens mogelijk. Hierbij wordt de breedte van de transporteur bij voorkeur aangepast aan de breedte van de 5 oogstinrichting.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de tussentransporteur aan de zijde van het afsnijorgaan een diameter die kleiner is dan de hoogte van het gewas of bij voorkeur 0,1 tot 5 cm, bij grotere voorkeur 1 tot 3 cm of 1 10 tot 2 cm. Bijvoorbeeld bij het oogsten van champignons van enkele centimeters hoogte heeft dit als voordeel dat deze voor het bereiken van de tussentransporteur slechts een geringe hoogte behoeven te overwinnen, waardoor bijvoorbeeld het scheidingsorgaan gering kan worden uitgevoerd. Voorts 15 worden hierdoor kneuzingen aan de vrucht verder verminderd door het geringe hoogteverloop.
De tussentransporteur omvat aan de zijden van het scheidingsorgaan een retourgeleidestaaf met geleidesleuven.
Door de toepassing van een dergelijke staaf met ongeveer een 20 diameter zoals in het voorgaande is aangeduid, kan de tussentransporteur de gewenste geringe retourdiameter verkrijgen. Voorts bieden de geleidesleuven het in het voorgaande genoemde gewenste effect voor het geleiden van de j tussentransporteur.
25 Bij voorkeur omvat de tussentransporteur een gaasband. Bijvoorbeeld een gaasband biedt de mogelijkheid de geringe gewenste diameter die in het voorgaande is omschreven te bereiken. Een dergelijke gaasband kan bijvoorbeeld retourneren om de geringe diameter van de retourbocht die 30 bijvoorbeeld middels de retourgeleidestaaf kan worden vormgegeven. Een verder voordeel van de gaasband is dat vuil zoals zand of compostresten er door kan vallen.
1025584 4
Deze gaasband is bij voorkeur vervaardigd uit metaal en/of kunststof. Een dergelijke gaasband biedt de eigenschap dat deze met een geschikt vormgevingspatroon aan ten minste een zijde spoorvormige uitstulpingen omvat, welke bij een 5 geschikte keuze van vormgeving van de gaasband en de positionering van geleidesleuven in bijvoorbeeld een retourgeleidestaaf in deze geleidesleuven past waardoor de gaasband in de gewenste sporing zal omlopen. Voorts is de retourgeleidestaaf bij voorkeur ten minste deels of aan het 10 oppervlak voorzien van glad metaal en/of een kunststof zoals bijvoorbeeld teflon. Hierdoor zal de retourgeleiding van de transporteur soepel en slijtage-arm verlopen.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het scheidingsorgaan een spanframe. Hierdoor wordt het mogelijk 15 een afsnij orgaan zoals een mes onder voorspanning te brengen. Hierdoor wordt het mogelijk een dergelijk mes met een in de snij richting geringe omvang toe te passen. Voordelen hiervan zijn in het voorgaande omschreven. Het spanframe is eveneens geschikt voor het onder spanning houden van bijvoorbeeld een 20 afsnij lint of een afsnij draad welke snijmiddelen op alternatieve wijze kunnen worden overwogen.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de inrichting een zich ten minste boven het scheidingsorgaan en/of de tussentransporteur uitstrekkend steunorgaan voor het 25 ondersteunen van de gewassen voor, tijdens en/of na het afsnijden daarvan en/of tijdens het transport middels de tussentransporteur. Dit steunorgaan biedt als voordeel dat de gewassen rechtop worden gehouden of ten minste zoveel mogelijk rechtop worden gehouden tijdens het afsnijden en het 30 transport daarvan. Hierdoor wordt het kneuzen van de gewassen verder beperkt, hetgeen de verkoopkwaliteit daarvan verhoogt, ook na enige dagen.
1025584 5
Bij voorkeur omvat het steunorgaan een oneindige band. Hierdoor wordt het mogelijk het steunorgaan tijdens het ondersteunen een in hoofdzaak gelijke snelheid te geven als de voortbewegingsrichting van de oogstinrichting tijdens het 5 oogsten. Hierdoor bevindt zich het steunorgaan ten opzichte van de paddestoel in een bewegingloze positie, waardoor de paddestoel wordt gefixeerd en stabiel wordt ondersteund waardoor eventuele kneuzingen verder worden beperkt.
Gewassen zoals paddestoelen worden over het algemeen 10 geteeld in kweekbedden. Dergelijke kweekbedden zijn voor efficiënt ruimtegebruik in een kweekruimte over het algemeen in lagen boven elkaar geplaatst. Hierdoor kan een kweekruimte efficiënt worden benut. Een nadeel van een dergelijke stapeling van kweekbedden is dat staanders dienen te worden 15 gebruikt voor het ondersteunen van de kweekbedhoüders. Een probleem is dat door de toepassing van deze staanders bij het lossen van champignons schade, zoals kneuzingen, wordt veroorzaakt onder meer doordat champignons stoten tegen de staanders en doordat de champignons over een relatief grote 20 afstand een vallende beweging maken.
Een verder aspect van de onderhavige uitvinding betreft de afvoertransporteur voor het afvoeren van middels het scheidingsorgaan geoogste gewasdelen waarbij deze is ingericht de gewassen afwisselend aan de ene zijde en de 25 andere zijde van de inrichting af te voeren. De oplossing volgens dit aspect van de onderhavige uitvinding is dat, doordat de afvoertransporteur van richting kan wisselen, de gewassen afwisselend aan de ene zijde of aan de andere zijde van de inrichting worden afgevoerd.
30 In een voorkeursuitvoeringsvorm hiervan omvat de afvoertransporteur een transportband die twee richtingen op kan bewegen. Een dergelijke transportband kan gedurende een deel van de tijd de gewassen aan de ene zijde uitstoten en 1025584 6 gedurende een ander deel van de tijd de gewassen aan de andere zijde uitstoten. In de periode waarin van richting wordt gewisseld, dient de transporteur als opslagbuffer.
Bij voorkeur is de afvoertransporteur ingericht voor 5 het afwisselend aan weerszijden van de oogstinrichting uitsteken daarvan. Hierbij is de afvoertransporteur om enige afstand breder dan de breedte van de inrichting. De transporteur zal bij voorkeur bewegen in de richting waar de transporteur uitsteekt uit de oogstinrichting. Hierdoor is de 10 inrichting aangepast voor het afvoeren van de gewassen richting een opvangmiddel zoals een bak of een verdere afvoertransporteur. De afvoertransporteur van de inrichting kan hierbij tijdens het vooruit bewegen van de oogstinrichting nauw aansluitend passen aan deze verdere 15 afvoertransporteur, waardoor een eventuele vallende beweging tot een minimum kan worden beperkt, waardoor beschadiging zoals kneuzing van gewassen kan worden geminimaliseerd.
Een verder aspect van de uitvinding betreft een inrichting voor het uitvoeren van een bed- en/of 20 gewasbehandeling omvattende een oogstinrichting omvattende maatregelen volgens afzonderlijke eerdere aspecten en/of combinaties daarvan, omvattende: - een gestel voorzien van voorste en achterste wielen voor het verrijden daarvan, en 25 - hoogte-instelmiddelen voor het instellen van de werkhoogte van de inrichting, waarbij het gestel van de oogstinrichting verbindbaar is met het gestel van de inrichting. Hierdoor wordt het mogelijk verschillende in het voorgaande beschreven maatregelen te combineren tot een in 30 hoogte instelbare oogstinrichting. Een voordeel hiervan is dat de inrichting kan worden toegepast bij kweekbedhouders waarin het kweekbed zich op variabele hoogte bevindt. Tevens wordt opgemerkt dat de combinatie van verschillende aspecten 1025584 7 volgens de onderhavige uitvinding vrijelijk zijn te combineren, evenzeer zonder verrijdgestel en/of hoogte-instelmiddelen.
Een verder aspect van de onderhavige uitvinding 5 betreft een kweekbedopbouw voor gewassen, zoals paddestoelen, omvattende: - een aantal kweekbedhouders die boven elkaar zijn gerangschikt, - een aantal in hoofdzaak verticale staanders waaraan 10 de kweekbedhouders zijn bevestigd, - waarbij de verticale staanders afwisselend aan weerszijden van de kweekbedopbouw zijn gerangschikt. Een dergelijke kweekbedopbouw heeft als voordeel dat een oogstinrichting met een uitstekende afvoertransporteur kan 15 worden toegepast. Hierbij kan tijdens het vooruitrijden, tijdens het oogsten de uitstekende transporteur afwisselend aan de ene zijde en aan de andere zijde naar buiten worden gebracht. Hierdoor kan het oogsten continu worden voortgezet terwijl de afvoertransporteur afwisselend aan de ene en aan 20 de andere zijde uitsteekt, waarbij de afwisselend gerangschikte verticale staanders van de kweekbedopbouw wordt omzeild. Hierdoor wordt het mogelijk dat zelfs bijvoorbeeld champignons die aan de hoogste kwaliteitseisen dienen te voldoen op een schonende wijze kunnen worden afgevoerd en dat 25 hierdoor bijvoorbeeld kneuzingen en andere beschadigingen kunnen worden voorkomen.
Bij voorkeur zijn de bovenranden van de kweekbedhouders geschikt voor het ondersteunen van wielen van een oogstinrichting.
30 Bij voorkeur omvat de kweekbedopbouw afvoertransporteurs voor het afvoeren van middels een oogstinrichting zoals in het voorgaande is omschreven aangevoerde gewassen. Het heeft hierbij de voorkeur dat deze 1025584 8 afvoertransporteurs van de kweekbedopbouw in hoogte aansluiten op de afvoertransporteurs van de oogstinrichting voor een schonende, kneuzingen voorkomende aansluiting.
Een verder aspect van de onderhavige uitvinding 5 betreft een transporteur, omvattende - een eerste retourorgaan voor het geleiden van een transportorgaan, - een tweede retourorgaan voor het geleiden van het transportorgaan, waarbij 10 - het transportorgaan een gaasband omvat. Een voordeel van een dergelijke gaasband is dat middels bijvoorbeeld een dergelijke gaasband een retourorgaan met een zeer geringe diameter kan worden toegepast. Dit is voordelig met diametergroottes zoals in het voorgaande is aangeduid, in 15 toepassingen zoals in het voorgaande zijn omschreven.
Een verder aspect volgens de onderhavige uitvinding betreft een oogstwerkwijze voor het oogsten van gewassen uit kweekbedden met afwisselend aan weerszijden staanders, waarbij een afvoertransporteur van een oogstinrichting 20 afwisselend de gewassen afvoert aan beide zijden van het gewasbed. Een voordeel van een dergelijke werkwijze is dat de oogstbewerking op continue wijze kan worden uitgevoerd waarbij geen hinder wordt ondervonden van de staanders tijdens het afvoeren van de gewassen waardoor kneuzingen en 25 andere schade aan de gewassen wordt voorkomen.
Bij voorkeur omvat de werkwijze stappen voor het afwisselend laten uitsteken van de afvoertransporteur aan beide zijden van het gewasbed. Hierdoor wordt het mogelijk de j i afvoertransporteur nauw aan te laten sluiten aan een 30 afvoerbak of verdere afvoertransporteur, waardoor verdere schade en/of kneuzingen aan de gewassen worden voorkomen.
1025584 9
Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen nader worden beschreven aan de hand van de aangehechte figuren, waarin: - figuur 1 een deels opengewerkt, deels schematische 5 weergave is van een eerste uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding; - figuur 2 een detail is van de uitvoeringsvorm van figuur 1; - figuur 3 een verder detail is van de 10 uitvoeringsvorm van figuur 1; - figuur 4 een verder detail is van de uitvoeringsvorm van figuur 1; - figuur 5 een zijaanzicht is van een verder detail -van-de uitvoeringsvorm van figuur 1; 15 - de figuren 6A en 6B deels schematische, deels opengewerkte bovenaanzichten zijn van een verdere uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding.
Een uitvoeringsvorm (fig. 1) volgens de onderhavige uitvinding betreft een paddestoeloogstmachine 2. Deze 20 inrichting 2 omvat een aandrijfgestel 3 alsmede een behandelings- ofwel oogstgedeelte 4. Dit oogstgedeelte 4 is verwijderbaar van het gestel 3 voor het aankoppelen van een ander behandelingsdeel zoals een egaliseerinrichting of een opruwinrichting. Het gestel 3 wordt gevormd door een aantal 25 platen 101, 102, 103, 104 alsmede een bodemplaat 105. Het gestel is voorzien van een aantal aandrijfmotoren 24, 26, 28, 22, 30, 72. Deze motoren zullen nader worden beschreven tezamen met de onderdelen die zij aandrijven. De onderdelen zijn in alle figuren gelijk genummerd.
30 Aan weerszijden van het gestel 3 bevinden zich hoogte-instelmiddelen 5 voor het in hoogte instellen van het gestel. Deze zijn middels assen 56, 59, 59' verbonden met zijplaten 101, 103 van het gestel. As 56 functioneert 1 02 5 5 8 4 10 eveneens als aandrijfas voor de aandrijving van de wielen, hetgeen in het navolgende nader zal worden beschreven.
Het is van belang dat champignons die worden geoogst met behulp van de paddestoeloogstmachine 2 zo onbeschadigd 5 mogelijk de transportband 90 bereiken. Hiertoe is het oogstdeel 4 voorzien van een relatief smal mes 6 in de rijrichting B (fig. 6) weergegeven. Dit mes wordt onder voorspanning gebracht ten opzichte van spanframe 60 middels aanspanschroef 127. Een zekere spanning heeft de voorkeur, 10 aangezien het mes mede hierdoor een gewenste stijfheid verkrijgt. Voorts is het mes voorzien van een horizontaal voorste deel met de snij rand en een schuin naar boven lopend achterdeel dat zich uitstrekt tot nabij de gaasband 61 van een-gaasbandtransporteur . (zie onder meer fig. 5). Een knik of 15 bocht tussen het horizontale deel en het schuine deel in het mes draagt bij aan de stevigheid of stabiliteit van het mes. Het spanframe 60 is in zijn lengterichting aandrijfbaar gemonteerd in het frame van het oogstgedeelte 4. Hierdoor beweegt het mes met een snijbeweging in de dwarsrichting van 20 de voorwaartse richting B van de oogstmachine.
Voor het aandrijven van het spanframe 60 wordt gebruik gemaakt van een aandrijfkabel 111, 112. Dit is één aandrijfkabel waarvan de delen 111, 112 in tegengestelde richting bewegen. Een kabelklem 113 is bevestigd aan het 25 spanframe 60. Deze kabelklem 113 is eveneens bevestigd aan kabeldeel lil of 112. De kabel 111, 112 wordt aangedreven door middel van motor 72. Motor 72 drijft middels een excentriek stang 108 aan welke middels een transmissie 110 is verbonden met kabeldeel 111 en 112. Dit transmissiedeel 110 30 is zodanig gerangschikt dat de kabeldelen 111 en 112 een tegengestelde beweging maken. De kabel loopt vervolgens via geleidingswielenpaar 114 en geleidingswielenpaar 115 naar een keerwiel 116 dat in het oogstgedeelte 4 nabij de achterzijde 1025584 11 van het spanframe 60 is gemonteerd (fig. 5). Door de geschetste beweging van de sandrijfkabel 111, 112 wordt de aandrijving van het spanframe en daarmee van het mes 6 geëffectueerd.
5 In de rijrichting gezien aan de achterzijde van het mes bevindt zich de transporteur voor de gaasband 61. Deze transporteur omvat een retourstaaf 62 alsmede een aandrijfstaaf 63. Deze aandrijfstaaf 63 is voorzien van aandrijfflenzen of -ringen 66 die zijn geribbeld teneinde aan 10 te grijpen op overdwars lopende gaasdelen (fig. 4). In de retourstang 62 zijn op vooraf bepaalde locaties sleuven 67 aangebracht. In deze sleuven vallen tijdens het retourneren van de gaasband 61 de zich spoorsgewijs in de gaasband 61 bevindende segmentovergangen van de gaasband. Van belang is 15 dat hierdoor de gaasband tijdens het transport daarvan in de juiste overdwarse oriëntatie ten opzichte van de retourstaaf 62 wordt gehouden. Een voordeel van de veelvoudig aanwezige geribbelde of getande aandrijfringen 66 om retourstaaf 63 is dat de gaasband op gelijkmatige wijze wordt aangedreven 20 hetgeen bij draagt aan het behouden van de juiste oriëntatie van de gaasband ten opzichte van de sleuven 67. Hierdoor wordt voorkomen dat de gaasband de juiste oriëntatie zal verlaten en een onregelmatige slingerbeweging zal maken over de retourstangen 62 en 63. De gaasband 61 wordt aangedreven 25 middels aandrijfstaaf 63 die middels tandwiel 64 en ketting 65 wordt aangedreven. Ketting 65 wordt aangedreven middels tandwiel 126 dat is geplaatst aan het eind van as 123. Voorts loopt ketting 65 om geleidingswiel 125. De aandrijfas 123 wordt aangedreven door middel van ketting 58 die op zijn 30 beurt wordt aangedreven door motor 28.
Voorts is het oogstdeel 4 voorzien van een aangedreven borstelband 9. Deze band dient ervoor de champignons voor, tijdens en na het afsnijden rechtop te 1025584 12 houden teneinde beschadigingen aan de champignon te voorkomen. De werking hiervan is goed waarneembaar in de figuren 4 en 5. De borstelband loopt om omloopstaven 121 en 122, waarbij omloopstaaf 121 wordt aangedreven middels 5 aandrijfketting 65 en tandwiel 124. De borstelband is aan de binnenzijde voorzien van snaarachtige elementen (niet getoond) voor het in de juiste positionering houden van de borstelband. Deze snaarachtige elementen worden geleid door sleuven in de geleidingsringen 123 om de omloopstaven 121 en 10 122. Bij voorkeur is de snelheid van de borstelband gelijk aan de voorwaartse snelheid van de oogstinrichting als geheel zodanig dat de champignons door de borstelband worden vastgehouden en worden gestabiliseerd tijdens het afsnij- en transportproces middels het mes en de gaasband 61.
15 De werking van de hoogte-instelling zal nader worden beschreven aan de hand van figuur 3. De werking van de hoogte-instelling aan de andere zijde van de inrichting, zoals deze is getoond in figuur 2, functioneert op dezelfde wijze.
20 Vanaf de assen 56, 59' strekken zich aan weerszijden twee draagarmen 41, 43 uit. Aan het einde van de draagarmen 41, 43 zijn wielsteunen 51, 52 aangebracht op soortgelijke wijze als de beter zichtbare wielsteun 32 die is bevestigd aan draagarm 11a zoals getoond in figuur 2. Aan wielsteunen 25 51, 52 zijn wielen 91, 92 middels een as bevestigd.
Aan de naar elkaar toegekeerde zijden van de draagarmen 41 en 43 bevinden zich twee getande koppelstukken 44, 46. Deze koppelstukken zijn middels de vertanding aan elkaar gekoppeld zodat zij met elkaar mee moeten bewegen.
30 Hierdoor zullen beide draagarmen naar beneden kantelen indien een van beide naar beneden wordt gedrongen. In dit geval zal het gestel 3 omhoog bewegen. In het omgekeerde geval zal het gestel omlaag bewegen.
1025584 13
Het ten opzichte van het gestel naar beneden dringen van draagarm 43 geschiedt middels het naar beneden draaien van pen 38. Pen 38 steekt vanaf het gestel in sleuf 39 van draagarm 43. Pen 38 is excentrisch aangebracht op schijf 36 5 die is gekoppeld aan motor 24 van het gestel. Door schijf 36 te laten roteren middels motor 24 wordt ten opzichte van het gestel pen 38 bewogen. Hiermee zal eveneens draagarm 43 ten opzichte van het gestel bewegen. Door de koppeling middels koppelstukken 44 en 46 en de onderlinge vertanding daarvan 10 zal eveneens draagarm 41 roteren, waardoor het gestel in verticale richting zal bewegen terwijl het zelf horizontaal gepositioneerd blijft.
Aan de andere zijde van de inrichting, zoals is weergegeven in figuur 2, is eveneens een zelfde, zij het 15 gespiegeld, hoogte-instelmechanisme aanwezig. Het hoogte-instelmechanisme voor deze zijde wordt bediend middels aandrijfmotor 22. De door deze motor aangedreven pen 27 beweegt in sleuf 29 voor het instellen van de hoogte van deze zijde van de machine. De beide zijden van de machine kunnen 20 derhalve onafhankelijk van elkaar in hoogte worden ingesteld. Hierdoor wordt het mogelijk indien het bed enigszins scheef is de machine de scheefte van dit bed te laten volgen. In draagarm 11, 11a is eveneens een kantelinstelling aangebracht op soortgelijke wijze als in draagarm 41, 41a.
25 Teneinde een rotatie ten opzichte van het horizontale vlak van het gestel te bewerkstelligen, kan draagarm 41 ten opzichte van 41a worden verschoven. Hierdoor kan het gestel enigszins worden gekanteld, hetgeen bijvoorbeeld als voordeel heeft dat het mes ten opzichte van het bed enigszins kan 30 worden gekanteld voor een specifieke aansnijdhoek van de gewassen.
Aan de voorzijde van het gestel 3 is oogstinrichting 4 geplaatst. Deze oogstinrichting 4 is te vervangen door 1025584 14 grondbehandelingsinrichtingen voor het bijvoorbeeld opruwen of egaliseren van de grond van een bed. In deze oogstmodule 4 is een afsnijmes 6 aangebracht. Doordat de gehele oogstmodule voor de voorste wielen van gestel 3 is geplaatst, kan de 5 werkbreedte van het mes de volledige breedte van het bed beslaan. Het mes is voorzien van een aandrijfinrichting (niet getoond) voor het heen-en-weer bewegen van het mes ten behoeve van het afsnijden. Deze aandrijfinrichting voor het mes wordt middels motor 72 en de via een excentriek door de 10 motor aangedreven stang 108 aangedreven.
Boven het mes is een borstel 7 gepositioneerd. Deze borstel is roteerbaar voor het met de voortbewegingssnelheid van de machine vasthouden van de paddestoelen zodanig dat deze niet voorwaarts omvallen bij het afsnijden door het mes. 15 De aandrijving van de wielen van het gestel geschiedt door motor 26 die middels een aandrijfriem is verbonden met aandrijfas 56. Het aandrijfmechanisme is op soortgelijke wijze als de hoogte-instelling aan de linker- en rechterzijde van de machine soortgelijk. Het aandrijfmechanisme van de 20 wielen zal beschreven worden aan de hand van figuur 2 en 3.
De aandrijfas 56 is verbonden met de achterste draagarmen 11, 41, waarin deze gelagerd is bevestigd. Voorts zijn de voorste draagarmen 13, 43 verbonden middels hulpasjes 59 met het gestel. De hulpasjes 59 zijn middels aandrijfriem 57 25 verbonden met de aandrijfas. Hulpasjes zijn eveneens gelagerd aangebracht in draagarmen 13 en 11. Aan het einde van de draagarmen bevinden zich tandwielen 17, 18, 47, 48. Deze tandwielen worden vanaf de aandrijfas 56 en hulpas 59 middels aandrijfriemen of -kettingen 55 aangedreven. Zoals het beste 30 te zien is bij wiel 91 van figuur 3, grijpen de tanden van tandwiel 48 aan in aandrijfpennen 35 van wiel 91. Hierdoor wordt wiel 91 aangedreven. Doordat dit op soortgelijke wijze is uitgevoerd bij alle vier wielen, is vierwielaandrijving 1025584 15 van de machine gerealiseerd. Zoals reeds in het voorgaande is beschreven, is deze aandrijfconstructie zeer ongevoelig voor vervuiling en zeer eenvoudig schoon te maken. Teneinde eventuele vervuiling verder te voorkomen zijn rakelings aan 5 de aandrijfpennen 35 afschraapblokjes 49 gepositioneerd. Er is één blokje 49 getoond; bij voorkeur worden per wiel twee van dergelijke afschraapblokjes gepositioneerd. De afschraapblokjes 49 dienen voor het afschrapen van zand en voornamelijk veenresten van de pennen 35. Na het afschrapen 10 van veenresten door afschraapblokjes 49 zullen eventuele overblijvende veendelen door de tanden van tandwiel 48 tussen de pennen worden uitgeduwd.
In de dagelijkse praktijk rijden de wielen over randen van het-bed.-Dit-kunnen bedkastranden zijn of 15 bijvoorbeeld een rails. Het rijdoppervlak van de wielen is hier weergegeven als een U-vorm met schuine zijwanden. Het is eveneens mogelijk rubber wielen, stalen wielen of tandwielen te gebruiken voor de voortstuwing van het gestel. De keuze van de wielen zal worden geoptimaliseerd aan de hand van het 20 oppervlak waarover zij dienen te rijden.
Voorts is de machine voor energietoevoer voorzien van een kabelhaspel 8. Deze kabelhaspel wordt in een uitvoeringsvorm aangedreven middels motor 30. Motor 30 is via aandrijfriem of -ketting 54 verbonden met de kabelhaspel. Een 25 normale elektromotor zou bij tijdelijk stoppen van de machine door het blokkeren van de haspel kunnen oververhitten. Teneinde dergelijk oververhitten te voorkomen, wordt een zogenoemde stilstandsmotor toegepast. Een dergelijke motor is voorzien van middelen voor het voorkomen van oververhitting 30 tijdens stilstand, waarbij toch een zekere kracht dient te worden geleverd ter voorkoming van het opnieuw uitrollen van de haspel. Tijdens het uitrollen van de haspel is de motor uitgeschakeld. Tijdens het terugrijden van de machine over 1 02 5 5 8 4 16 het bed na het oogsten zal de haspel onder spanning van de motor de kabel terug oprollen. Het gebruik van een dergelijke haspel met motor verdient de voorkeur, aangezien de oprolkrachten bij een relatief lange kabel van bijvoorbeeld 5 meer dan 20, 30 of 40 meter zeer groot worden.
Voorts ten behoeve van de besturing van de machine omvat deze voor elke elektromotor afzonderlijke aanstuurmiddelen in een behuizing (107). Deze aanstuurmiddelen kunnen alle aandrijfmotoren afzonderlijk 10 aanschakelen en een afzonderlijke snelheid geven. Hierdoor wordt het mogelijk de rijsnelheid, de bewegingssnelheid van het mes en de draaisnelheid van de borstel optimaal op elkaar af te stemmen ten behoeve van een oogstwerkwijze waarbij de paddestoelen bijvoorbeeld zo onbeschadigd mogelijk en toch 15 met een relatief hoge snelheid kunnen worden geoogst.
In de figuren 6A en 6B in een verdere uitvoeringsvorm van de oogstinrichting weergegeven. In deze uitvoeringsvorm is de afvoertransporteur 90 breder dan.de oogstinrichting waardoor deze uitsteekt. In fig. 6A steekt de 20 afvoertransporteur uit aan de zijde van staanders 94 en 96, terwijl in fig. 6B de afvoertransporteur uitsteekt aan de zijde van de staanders 95 en 98.
Voorts is een staanderrangschikking van de kweekbedhouders weergegeven staanders 94 en 96 aan de ene 25 zijde van het kweekbed en staanders 95 en 98 aan de andere zijde van het kweekbed zijn onderling versprongen en afwisselend gerangschikt. De staanders dragen een aantal kweekbedden boven elkaar. Door de onderlinge verspringing van de staanders aan weerszijden van het kweekbed kan de 30 oogstinrichting waarbij de afvoertransporteur 90 uitsteekt aan de zijde van de staanders 94 en 96 (fig. 6A) langs de staander 95 rijden. In de andere positie van de afvoertransporteur (fig. 6B) steekt de afvoertransporteur uit 1 0 2 5 5 8 4 17 aan de zijde van staanders 95 en 98 en kan deze langs de staander 96 rijden. Door de afvoertransporteur tijdens het oogsten afwisselend aan de ene zijde en afwisselend aan de andere zijde te laten uitsteken kan de oogstinrichting op 5 continue wijze het gehele kweekbed afrijden en alle champignons oogsten. Hierbij dient de afvoertransporteur 90 tijdens het wisselen van de richting van beweging en uitsteken als opvangbuffer voor de champignons.
Een alternatieve uitvoeringsvorm voor de uitstekende 10 afvoertransporteur is weergegeven in fig. 1. Twee kantelbare kleppen 127,128 zijn gerangschikt nabij de beide einden van een afvoertransporteur die in hoofdzaak zo lang is als de machine breed is. Beide kleppen zijn neerlaatbaar middels een -daartoe geschikt mechaniek voor het afvoeren van champignons 15 richting opvangbakken of verdere transporteurs zoals bijvoorbeeld in de situatie van fig. 6 A of B.
In het geval van fig. 6A beweegt de transporteur in de richting van de pijl A'. In het geval van fig. 6B beweegt de transporteur in de richting van pijl A. In beide gevallen 20 rijdt de oogstinrichting in de richting van pijl B. Voor het opvangen van de champignons vanaf de afvoertransporteur 90 is er voorzien in transportbanden 91 en 92 aan weerszijden van het kweekbed. In plaat van transportbanden zijn ook opvangbakken toe te passen. Van belang is dat de hoogte 25 hiervan aanpasbaar is aan de hoogte van de afvoertransporteur 90 van de oogstinrichting zodat de champignons in een zo geleidelijk mogelijke beweging worden verzameld. De transportband 92 beweegt in de richting van de pijl D. De transportband 91 beweegt in de richting van de pijl C.
30 Met behulp van een dergelijke inrichting is het zelfs mogelijk champignons te oogsten die moeten voldoen aan de hoogste kwaliteit voor wat betreft afzonderlijke verkoop aan 1025584 18 consumenten. Dergelijke champignons worden tot op heden handmatig geoogst, hetgeen zeer kostbaar is.
De vakman zal aan de hand van de verschillende aspecten van de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm velerlei 5 modificaties kunnen aanbrengen. De gevraagde rechten worden bepaald door de aangehechte conclusies.
1025584

Claims (19)

1. Oogstinrichting voor gewassen, zoals paddestoelen, 5 omvattende: - een gestel met wielen voor het verrijden daarvan; - een in hoofdzaak overdwars op de oogstrichting geplaatst scheidingsorgaan zich uitstrekkend over in hoofdzaak de gehele breedte van de inrichting voor het 10 scheiden van te oogsten delen van de gewassen; - een afvoertransporteur voor het afvoeren van middels het scheidingsorgaan geoogste gewassen, en - een tussentransporteur die zich uitstrekt van het scheidingsorgaan.tot de afvoertransporteur. 15
2. Oogstinrichting volgens conclusie 1 waarbij de tussentransporteur geleidingsmiddelen omvat voor het behouden van de oriëntatie van de tussentransporteur ten opzichte van de overdwarse richting daarvan. 20
3. Oogstinrichting volgens conclusie 1 of 2 waarbij de tussentransporteur aan de zijde van het scheidingsorgaan een retourbocht omvat met een diameter die kleiner is dan de hoogte van het gewas of bij voorkeur 0,1-5 centimeter bij 25 grotere voorkeur 1-3 centimeter of 1-2. centimeter.
4. Oogstinrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies waarbij de tussentransporteur aan de zijde van het scheidingsorgaan een retourgeleidestaaf met 30 geleidesleuven omvat. 1025584
5. Oogst inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies waarbij de tussentransporteur een gaasband omvat.
6. Oogstinrichting volgens conclusie 5 waarbij de gaasband is vervaardigd uit metaal en/of kunststof.
7. Oogstinrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies waarbij het scheidingsorgaan een 10 spanframe omvat.
8. Oogstinrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies waarbij het scheidingsorgaan een mes omvat. 15
9. Oogstinrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies omvattende een zich ten minste boven het scheidingsorgaan en/of de tussentransporteur uitstrekkend steunorgaan voor het ondersteunen van de gewassen voor, 20 tijdens en/of na het afsnijden daarvan en/of tijdens het transport middels de tussentransporteur.
10. Oogstinrichting conclusie 9 waarbij het steunorgaan een eindloze band omvat. 25
11. Oogstinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de afvoertransporteur voor het afvoeren van middels het scheidingsorgaan geoogste gewasdelen is ingericht de gewassen afwisselend aan de ene zijde en de 30 andere zijde van de inrichting af te voeren. 1 0 2 5 5 8 4
12. Oogstinrichting volgens conclusie 11 waarbij de afvoertransporteur een transportband omvat die twee richtingen op kan bewegen.
13. Oogstinrichting volgens conclusie 11 of 12 waarin de afvoertransporteur is ingericht voor het afwisselend aan weerszijden van de oogstinrichting uitsteken daarvan.
14. Inrichting voor het uitvoeren van een bed- en of 10 gewasbehandeling omvattende een oogstinrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, omvattende - een gestel voorzien van voorste en achterste wielen voor het verrijden daarvan; hoogte-instellingsmiddelen voor het instellen van 15 de werkhoogte van de inrichting, waarbij het gestel van de oogstinrichting verbindbaar is met het gestel van de inrichting.
15. Kweekbedopbouw voor gebruik in de inrichting 20 volgens één of meer van conclusies 1-14 omvattende, - een aantal kweekbedhouders die boven elkaar zijn gerangschikt; - een aantal in hoofdzaak verticale staanders waaraan de kweekbedhouders zijn bevestigd; 25. waarbij de verticale staanders afwisselend aan weerszijden van de kweekbedopbouw zijn gerangschikt.
16. Kweekbedopbouw volgens conclusie 15 waarbij de bovenranden van de kweekbedhouders geschikt zijn voor het 30 ondersteunen van wielen van een oogstinrichting.
17. Kweekbedopbouw volgens conclusie 15 of 16 waarbij deze afvoertransporteurs omvat voor het afvoeren van middels 1025584 een oogstinrichting volgens één of meer van de conclusies 1-14 aangevoerde gewassen.
18. Oogstwerkwijze voor gewassen uit kweekbedden 5 volgens één of meer van de conclusies 15-17 met afwisselend aan weerszijden staanders waarbij een afvoertransporteur van een oogstinrichting afwisselend de gewassen afvoert aan de beide zijden van het gewasbed.
19. Werkwijze volgens conclusie 18 omvattende stappen voor het afwisselend laten uitsteken van de afvoertransporteur aan beide zijden van het gewasbed. 1025584
NL1025584A 2004-02-26 2004-02-26 Oogstinrichting, inrichting voor het uitvoeren van een bed- en/of gewasbehandeling, kweekbedopbouw, transporteur en oogstwerkwijze. NL1025584C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025584A NL1025584C2 (nl) 2004-02-26 2004-02-26 Oogstinrichting, inrichting voor het uitvoeren van een bed- en/of gewasbehandeling, kweekbedopbouw, transporteur en oogstwerkwijze.
EP05075466A EP1568265B1 (en) 2004-02-26 2005-02-25 Harvesting device, device for performing a bed and/or crop treatment, and harvesting method
DE602005009757T DE602005009757D1 (de) 2004-02-26 2005-02-25 Erntevorrichtung, Vorrichtung zum Durchführen einer Bett- und/oder Gewachsbehandlung, und Ernteverfahren
AT05075466T ATE408336T1 (de) 2004-02-26 2005-02-25 Erntevorrichtung, vorrichtung zum durchführen einer bett- und/oder gewachsbehandlung, und ernteverfahren

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025584A NL1025584C2 (nl) 2004-02-26 2004-02-26 Oogstinrichting, inrichting voor het uitvoeren van een bed- en/of gewasbehandeling, kweekbedopbouw, transporteur en oogstwerkwijze.
NL1025584 2004-02-26

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1025584C2 true NL1025584C2 (nl) 2005-08-30

Family

ID=34748213

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1025584A NL1025584C2 (nl) 2004-02-26 2004-02-26 Oogstinrichting, inrichting voor het uitvoeren van een bed- en/of gewasbehandeling, kweekbedopbouw, transporteur en oogstwerkwijze.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP1568265B1 (nl)
AT (1) ATE408336T1 (nl)
DE (1) DE602005009757D1 (nl)
NL (1) NL1025584C2 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN106612924A (zh) * 2017-02-09 2017-05-10 黑龙江贵龙食用菌设备有限公司 菌包木耳采摘机
CN108901640A (zh) * 2018-07-23 2018-11-30 黑龙江省乐丰科技有限公司 木耳流水线自动化采摘装置

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN100428877C (zh) * 2005-10-25 2008-10-29 上海丰科生物科技股份有限公司 一种食用菌采收方法
FR2899764B1 (fr) * 2006-04-12 2010-04-23 France Champignon Dispositif de coupe de matiere organique
FR2950780A1 (fr) * 2009-10-01 2011-04-08 France Champignon Dispositif et procede de decrochage automatique de champignons
JP6148694B2 (ja) * 2015-04-27 2017-06-14 有限会社新潟システム制御 茸収穫機
BE1025829B1 (nl) 2018-03-06 2019-07-25 Eurochampignon Bvba Plantenkweekinrichting
CN108739082A (zh) * 2018-06-25 2018-11-06 洛阳理工学院 双孢蘑菇菇床用割菇车
CN109122059B (zh) * 2018-10-29 2023-07-21 上海创灵包装机械制造有限公司 一种虫草收割装置
CA3081056A1 (en) 2019-05-20 2020-11-20 Jacobus Alexander Jozef Lemmen Device for growing mushrooms
NL2023168B1 (en) 2019-05-20 2020-12-01 Alexander Jozef Lemmen Jacobus Device for growing mushrooms
NL2024383B1 (en) 2019-12-04 2021-08-31 Gerardus Maria Van Doremaele Marcus Device with coupled beds for growing mushrooms

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3636687A (en) * 1969-10-09 1972-01-25 Bilt Ag Asparagus-harvesting machine and method
US4480430A (en) * 1982-12-08 1984-11-06 Wahls Stephen L Asparagus picking machine
EP0421522A1 (en) * 1989-10-05 1991-04-10 Van den Top, Hendrik Apparatus for harvesting mushrooms

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DK145211C (da) * 1980-06-12 1983-03-07 Taarup As Maskinfab Hoestmaskine,navnlig groenthoester
NL8201720A (nl) * 1982-04-26 1983-11-16 Alcoa Nederland Bv Verwarmde stelling voor het kweken van champignons en dergelijke.
NL8701239A (nl) * 1987-05-22 1988-12-16 Top Hendrik Van Den Inrichting voor het kweken van tuinbouwproducten, in het bijzonder champignons.
DE3910230C1 (en) * 1989-03-30 1990-01-18 Josef 4419 Laer De Kuehlmann Apparatus for collecting, transporting and discharging mushrooms

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3636687A (en) * 1969-10-09 1972-01-25 Bilt Ag Asparagus-harvesting machine and method
US4480430A (en) * 1982-12-08 1984-11-06 Wahls Stephen L Asparagus picking machine
EP0421522A1 (en) * 1989-10-05 1991-04-10 Van den Top, Hendrik Apparatus for harvesting mushrooms

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN106612924A (zh) * 2017-02-09 2017-05-10 黑龙江贵龙食用菌设备有限公司 菌包木耳采摘机
CN108901640A (zh) * 2018-07-23 2018-11-30 黑龙江省乐丰科技有限公司 木耳流水线自动化采摘装置

Also Published As

Publication number Publication date
EP1568265A2 (en) 2005-08-31
EP1568265B1 (en) 2008-09-17
ATE408336T1 (de) 2008-10-15
DE602005009757D1 (de) 2008-10-30
EP1568265A3 (en) 2006-01-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1568265B1 (en) Harvesting device, device for performing a bed and/or crop treatment, and harvesting method
US10377054B2 (en) Seed potato cutting system with potato positioning mechanism
NL8402133A (nl) Getrokken of voor de driepuntaansluiting aan de trekker uitgeruste machine voor het oogsten van mais of dergelijk stengelvormig oogstmateriaal.
US10744667B2 (en) Seed potato cutting system with blade positioning mechanism
US5697451A (en) Crop cleaner
EP0678234A1 (en) Crop cleaner
EP0613616B1 (fr) Récolteuse de salade du genre mâche
BR102019009981A2 (pt) Alimentador de colheitadeira, e, método para alimentar material de cultivo de um cabeçote de colheitadeira em uma colheitadeira
BE1029605B1 (nl) Machine en werkwijze voor het verwerken van vezelplanten
NL1023463C2 (nl) Inrichting voor het uitvoeren van een bed- en/of gewasbehandeling voor gewassen.
NL2002065C2 (nl) Oogstmachine.
JP2020120694A (ja) サトウキビ収穫機
BE1013579A3 (nl) Aardappelrooimachine.
JPH1098927A (ja) 農産物選別装置
NL1033797C2 (nl) Aardappelrooimachine.
US11980129B2 (en) Device for harvesting asparagus growing from an asparagus field
JP3334832B2 (ja) 農産物収穫機
US121005A (en) Improvement in harvesters
NL1016185C2 (nl) Inrichting voor het gelijktijdig reinigen en transporteren van bol- of knolgewassen en zelfrijdende rooi-inrichting.
US795100A (en) Harvester.
US147821A (en) Improvement in cane-harvesters
JP2000004628A (ja) 収穫機
JP3386996B2 (ja) 収穫機の搬送装置
US222772A (en) Improvement in combined reaper, thrasher, and separator
JP3305795B2 (ja) 結球野菜収穫機

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20190301