NL1025473C2 - Manoeuvreerinrichting en aanhanger voorzien van manoeuvreerinrichting. - Google Patents

Description

Aanhanger voorzien van manoeuvreerinrichting.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een Aanhanger, zoals een caravan, omvattende een chassis (3) en ten minste een van wielen (5,6) voorziene wielas alsmede 5 een nabij een wiel aangebrachte manoeuvreer-inrichting voor het in ontkoppelde toestand van die aanhanger manoeuvreren daarvan, welke manoeuvreerinrichting (17) omvat een ten opzichte van het chassis scharnierend frame (9) aan een uiteinde voorzien van een rol (7), een die rol aandrijvende elektromotor (10) en een dat scharnierende frame ten opzichte van dat chassis (3) verplaatsende actuator.

10

Een dergelijke manoeuvreerinrichting is in de stand der techniek algemeen bekend. Met name voor het manoeuvreren van zwaardere aanhangers en zwaardere caravans worden, indien deze ontkoppeld zijn van het trekkende voertuig, constructies toegepast waarbij rollen tegen de banden van de wielen gedrukt worden en vervolgens roterend 15 aangedreven worden. Op deze wijze kan een zware aanhanger en onafhankelijk van het trekkende voertuig verplaatst worden.

Indien voertuigen nog zwaarder worden, worden tandemassen gebruikt. Om een dergelijk voertuig te manoeuvreren en in het bijzonder te draaien, wordt bijzonder veel weer-20 stand van de vlak bij elkaar liggende niet stuurbare wielen van de tandemas ondervonden. Gebleken is dat het niet onder alle omstandigheden mogelijk is met gebruik van een enkele op een wiel aangrijpende motor een dergelijke rotatie te verwezenlijken.

Een alternatief zou zijn het gebruik van twee aandrijfrollen per zijde hetgeen in praktijk 25 niet blijkt te functioneren en aanzienlijke kosten met zich meebrengt.

US-A-4,616,723 toont een scharnierend voertuig, waarbij de achterwielen naar boven gebracht kunnen worden met een heffarmstelsel, zodat niet aangedreven rollen de bodem aangrijpen. De hartlijn van deze rollen bevindt zich onder een hoek met de hartlijn 30 van de wielen, zodat gemakkelijk draaien verwezenlijkt kan worden. Aandrijving vindt via de voorwielen plaats.

1 0 2 5 47 3 2 2 199 793 toont een voertuig met nabij de voorzijde daarvan een manoeuvreerin-iting omvattende een centrale rol die geplaatst moet worden tussen de voorwielen de voertuigen en voor die wielen. Aandrijving is via de achterwielen. Slechts een ele rol wordt gebruikt.

di US 4,616,723 noch GB 2 199 793 geeft een oplossing voor het probleem om een tandem as voorziene aanhanger te draaien.

is het doel van de onderhavige uitvinding deze problemen te vermijden en in een structie te voorzien waarmee het mogelijk is een één- of twee-assige aanhanger zo-een caravan losgekoppeld van een trekkend voertuig te manoeuvreren, ook in die allen waarin de ondergrond verhoudingsgewijs instabiel is.

doel wordt bij een hierboven beschreven manoeuvreerinrichting verwezenlijkt rdat dat scharnierende frame zodanig is uitgevoerd en zodanig ten opzichte van die las respectievelijk dat wiel (5,6) is aangebracht, dat bij het bedienen van die actua-die rol in de nabijheid van dat wiel het bodemoppervlak (15) aangrijpt en de aan-ger heft bij het ontlasten van dat wiel zonder dat die rol in aangrijping met dat wiel ït en dat de rol, in de werkzame positie aangebracht is tussen de wielen (5,6) van de e assen die achter elkaar aangebracht zijn.

gens de uitvinding grijpt de rol niet langer op een band van een van de wielen van anhanger aan maar functioneert de rol zelf als wiel. Daardoor is het mogelijk het grijpoppervlak tussen rol en bodem te optimaliseren. Dat wil zeggen het is mogelijk ol met een verhoudingsgewijs grote breedte uit te voeren welke voor normaal rijden een caravan niet praktisch zou zijn. Immers de hierboven beschreven rol komt al-bij het stapvoets manoeuvreren in aangrijping met de bodem. Vanzelfsprekend kan epaalde gevallen met een smalle rol volstaan worden. Met de onderhavige uitvin-; wordt niet alleen in aangrijping met de bodem voorzien door de rol maar vindt ïeens een hefbeweging plaats. Daardoor wordt het chassis uit de veren van de wiel-f wielassen gedrukt. Volgens de onderhavige uitvinding is het gebleken dat het niet d noodzakelijk is dat het wiel of de wielen volledig loskomen van de bodem. Aan-lijke ontlasting van de wielen is al voldoende om het manoeuvreren van de aanhan- 3 3 ger met behulp van de rol mogelijk te maken. De wielen zullen vooral bij een draaibe-weging dan op eenvoudige wijze slippen ten opzichte van het bodemoppervlak. Dit gaat des te gemakkelijker indien de ondergrond minder stabiel is. Bij voorkeur is het verplaatsbare frame een scharnierend frame.

5

Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de onderhavige uitvinding omvat het hoofdframe een langsligger voorzien van een aan een zijde daarvan op afstand aangebrachte schamierdrager waarbij dat scharnierende frame zich vanaf die drager naar de andere zijde van die langsligger uitstrekt en die rol aan die andere zijde is aangebracht.

10

Volgens een verdere variant van de onderhavige uitvinding is de constructie zodanig uitgevoerd dat de rol in hoofdzaak niet onder het chassis van de caravan uitsteekt in de rijpositie met gekoppeld trekkend voertuig. Dit kan verwezenlijkt worden door het scharnierende frame langs het hoofdframe te laten bewegen.

15

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoe-ringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij tonen:

Fig. 1 schematisch in zijaanzicht een caravan voorzien van de manoeuvreerinrichting 20 volgens de uitvinding.

Fig. 2 een detail van de in fig. 1 getoonde constructie waarbij de manoeuvreerinrichting zich in ingeklapte positie bevindt.

25 Fig. 3 de manoeuvreerinrichting zoals afgebeeld in fig. 2 in werkzame positie; en

Fig. 4 in onderdelen de manoeuvreerinrichting volgens de onderhavige uitvinding.

In fig. 1 is met 1 een caravan aangegeven. Begrepen dient te worden dat de onder-30 havige uitvinding eveneens toepasbaar is bij allerlei andere soorten aanhangwagens die zonder trekkend voertuig geen eigen aandrijving hebben. De caravan 1 is voorzien van een opbouw 2 en een chassis 3. Aan de voorzijde gaat de chassis 3 over in een dissel 4 waarop een neuswiel 23 aangebracht is. De hier afgebeelde caravan is een tandemasser 1025473 4 3 voorzien van dicht bij elkaar liggende wielen 4 en 5. Met 7 is een rol aangegeven ïich tussen de wielen door kan bewegen zoals nader aan de hand van figuur 2 en 3 gegeven wordt. Aan beide zijden van de caravan bevindt zich een dergelijke rol en andrijving en beweging daarvan wordt beheerst door een gemeenschappelijke stu- 22.

g. 2 is aangegeven dat een dergelijke rol 7 via een schamieras 20 draaibaar beves-is aan een scharnierend frame 9. Aan dat scharnierende frame 9 is eveneens een Dr 10 bevestigd. Deze motor is bij voorkeur een elektromotor en op enigerlei in de d der techniek bekende wijze (ketting, tandwiel of as) vindt koppeling van de motor n de rol 7 plaats.

scharnierend frame 9 is met een schamieras 12 verbonden welke schamieras 12 irzijds afsteunt in een opbouw 11 van een langsligger 21. Opbouw 11 en langslig-ïl maken deel uit van een hoofdframe 8, Hoofdframe 8 is, zoals blijkt uit figuur 4 zien van bevestigingsplaten 16 voor bevestiging aan het chassis van een caravan of :re aanhanger, Begrepen dient te worden dat de constructie van het hoofdframe tegreerd kan worden in het chassis 3 van de aanhanger zodat een afzonderlijke con-;tie niet noodzakelijk is.

actuator 13 is aanwezig die enerzijds scharnierend bevestigd is aan het hoofdframe meer in het bijzonder de langsligger 21 en anderzijds aangrijpt op de schamieras an de rol 5. Verplaatsing van de actuator vindt plaats in de richting van pijl 14. De itor 13 kan een hydraulische, pneumatische of elektrische actuator zijn. In het laat-eval kan de beweging verwezenlijkt worden met behulp van een elektrisch aange-en schroefspindel die al dan niet telescoperend uitgevoerd kan zijn.

s uit figuur 4 blijkt bestaat de rol 7 uit een eerste roldeel 18 en een tweede roldeel let oppervlak daarvan is steeds zodanig uitgevoerd dat in maximale aangrijping het aardoppervlak voorzien wordt. De totale rol 7 kan een aanzienlijke breedte 'en. Als voorbeeld wordt een breedte van 20 cm genoemd. De diameter kan even-ongeveer 20 cm zijn.

3 5

In de "normale" dat wil zeggen rijpositie van de caravan bevindt de rol zich in de in fig. 2 getoonde positie. Doordat het scharnierende frame 9 binnen het hoofdframe 8 kan scharnieren, zullen in ingeklapte positie de actuator 13 en de rol 7 niet of nauwelijks onder het chassis 3 van het voertuig uitsteken zodat de bodemvrijheid daarvan niet ne-5 gatief beïnvloed wordt.

Eenmaal ontkoppeld van het trekkende voertuig kan de rol 7 werkzaam worden. Daartoe wordt de actuator 13 bediend en beweegt de rol 7 naar de positie zoals getoond in fig. 3. Daarbij wordt de afstand van de schamieras 20 van de rol 7 ten opzichte van de 10 langsligger 21 groter hetgeen in heffen van het hoofdframe 21 en zo het chassis 3 resul teert. Daardoor worden de wielen 6 en 7 uit de veren getrokken bij het in contact komen van de rol 7 met de bodem 15. Indien vervolgens aandrijving van de rol 7 plaats vindt kan het manoeuvreren van de aanhanger verwezenlijkt worden. Door het gewicht van de aanhanger hoofdzakelijk via de rol 7 naar de bodem geleid wordt is de aangrij-15 ping van de wielen 6 en 7 met de bodem gering zodat deze eenvoudig over de bodem zullen slippen.

Hoewel de uitvinding hierboven aan de hand van een voorkeursuitvoering beschreven is, dient begrepen te worden dat daaraan talrijke wijzigingen aangebracht kunnen wor-20 den zonder buiten het bereik van de onderhavige uitvinding te geraken. Met name is combinatie met andere in de stand der techniek bekende constructies mogelijk. Bovendien kan de actuator die steeds voor bediening van een rol aanwezig is, vervangen worden door een ander hefinechanisme met hefbomen en dergelijke. Bovendien kan een gemeenschappelijke actuator met bijbehorend hefboommechanisme gebruikt worden 25 om twee tegenover elkaar liggende rollen aan te drijven. Deze en verdere wijzigingen liggen binnen het bereik van de bijgaande conclusies.

1 0 2 5 4 7 3

Claims (2)

1. 8. Aanhanger volgens een van de voorgaande conclusies, waaibij dat hoofdframe een langsligger (21) omvat en bij volledig ingetrokken scharnierend frame de schamieras (20) van die rol in hoofdzaak met die langsligger samenvalt.
2. 9. Werkwijze voor het verplaatsen van een aanhangwagen, zoals een caravan, omvat-10 tende het nabij een wiel daarvan neerlaten van een op het frame van die aanhangwagen afsteunende rol, op zodanige wijze dat dat wiel ten minste gedeeltelijk ontlast wordt, en het roterend aandrijven van die rol waardoor die aanhangwagen verplaatst wordt. 1025473