NL1025360C2

NL1025360C2 - Warmtelasbaar reflectiemateriaal.

Info

Publication number: NL1025360C2
Application number: NL1025360A
Authority: NL
Inventors: Patrick Van Der Hoeff
Original assignee: Dox Vako Internat B V
Priority date: 2004-01-29
Filing date: 2004-01-29
Publication date: 2006-10-24
Also published as: NL1025360A1

Description

Warmtelasbaar reflectiemateriaal _________________De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een reflectielaag op een kunststof ondergrond.

5 De uitvinding heeft tevens betrekking op een reflectiemateriaal voor toepassing in de werkwijze en op een samenstel van reflectielaag en ondergrond gevormd volgens deze werkwijze.

Het is bekend om reflectiemateriaal te vormen door een laag uit aluminium, zilver, nikkel of chroom, etc., en glasparels met diameters tussen 55 μτη en 2000 μτα, 10 bij voorkeur tussen 70 μια en 500 /xm, als coating aan te brengen op een drager uit bijvoorbeeld geweven textiel.

Een dergelijk reflectiemateriaal is bijvoorbeeld beschreven in W003/009019 of wordt gevormd door het in de handel verkrijgbare Scotchlite® 8710 silver, geproduceerd door 3M, Zoeterwoude, Nederland. Alternatief reflectiemateriaal omvat 15 prisma’ s aangebracht in een kunststof drager, zoals de prismatische reflectors beschreven in US-6,626,544.

Het bekende reflectiemateriaal wordt in verschillende breedten als lint op de markt gebracht en bijvoorbeeld verwerkt in kledingstukken als reflectiemarkering of als reflectèrende bies. Hierbij wordt het reflectiemateriaal op de kleding gestikt, hetgeen 20 als nadelig gevolg heeft dat de waterdichte eigenschappen van de kleding verloren gaan, en dat afplakken van de binnenzijde van de kleding ter plaatse van de naad met een afzonderlijke afdichtstrook noodzakelijk is.

Verder is het stikproces ter bevestiging van het reflectiemateriaal relatief omslachtig en tijdrovend. Het stikproces is tevens minder geschikt voor bevestiging 25 van grotere oppervlakken en bereikt geen vlakdekkende bevestiging, zodat de verbinding zelf relatief zwak is.

Tevens kan het bekende reflectiemateriaal niet met voldoende hechtkracht worden aangebracht op specifieke voorwerpen zoals opblaasbare voorwerpen of rubberen voorwerpen.

30 Het is daarom een doel van de uitvinding te voorzien in een veelzijdige werkwijze voor de bevestiging van een reflectiemateriaal op een verscheidenheid aan ondergronden, en in een reflectiemateriaal voor toepassing bij deze werkwijze waarbij eventuele water- of luchtdichte eigenschappen van de ondergrond behouden blijven.

1025360 2

Het is tevens een doel van de uitvinding te voorzien in een werkwijze en reflectiemateriaal waarbij op snelle en eenvoudige wijze het reflectiemateriaal op een ondergrond met een relatief groot en/of moeilijk bereikbaar contactoppervlak kan worden aangebracht, en waarbij een sterke verbinding wordt verkregen.

5 Hiertoe is de werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de reflectielaag omvat: een kunststof dragerbaan met daarop een laag uit glasdeeltjes en metaal, waarbij de werkwijze de stappen omvat van: het op elkaar plaatsen van de ondergrond en de dragerbaan van de reflectielaag, 10 - het toevoeren van warmte aan en het uitoefenen van druk op de reflectielaag en de ondergrond en versmelting van de dragerbaan en de ondergrond waardoor een las wordt gevormd.

De uitvinder heeft vastgesteld dat de laag uit metaal en glasdeeltjes, die gebruikelijkerwijs wordt toegepast in reflectiematerialen, goed hecht aan lasbare of 15 warm-smeltbare materialen. Door de toepassing van een lasbaar materiaal als de dragerbaan kan de reflectielaag door toevoer van warmte (thermisch) of door toepassing van een ultrasone of hoog frequente lastechniek met de ondergrond worden verbonden, waarbij de dragerbaan en ondergrond deels versmelten. Hierdoor kan een zeer sterke verbinding worden verkregen, zonder dat de ondergrond wordt doórboord 20 en zonder dat water- en luchtdichte eigenschappen van de ondergrond verloren gaan.

Verder kan door de werkwijze volgens de uitvinding een nagenoeg vlakdekkende verbinding tussen de reflectielaag en de ondergrond worden verkregen zodat de hechting bijzonder sterk is.

De werkwijze volgens de uitvinding is snel en kan op posities worden uitgevoerd 25 die met de conventionele stiktechniek moeilijk toegankelijk zijn en op voorwerpen die met de gebruikelijke technieken niet kunnen worden voorzien van een reflectielaag, zoals opblaasbare voorwerpen opblaasboten of drijvende barrières, rubber laarzen, vrachtwagenoverkappingen en dergelijke. Verder is toepassing mogelijk in de offshore technologie onder zeer ruwe en veeleisende omstandigheden, zoals voor opblaasbare 30 oliebarrières, reddingsvesten, overalls, laarzen, jacks, broeken etc, als contourmarkering voor dekkleden voor paarden, ruiterkleding, op kinderwagens, invalidenvoertuigen en andere voertuigen, op verkeersobjecten zoals wegmarkering, pylonen, verkeersborden, etc.

1025360__ 3

Bij voorkeur wordt de warmte aan de dragerbaan toegevoerd via de laag uit metaal en glasdeeltjes. Door de goede geleidbaarheid kan hiermee in de onderliggende dragerbaan en ondergrond een las worden verkregen, zonder dat warmte de gehele dikte van de ondergrond hoeft te passeren, zodat een eenzijdig opbrengen van de 5 reflectielaag mogelijk is, bijvoorbeeld met behulp van een föhn, en de warmtebelasting van de ondergrond relatief gering kan blijven.

Voor het aanbrengen van de reflectielaag op de ondergrond kan een gebruikelijke ultrasone transducent worden toegepast een hoog frequente transducent die elektromagnetische straling uitzendt of een föhn of soortgelijke warmtebron. Tevens 10 kan de ondergrond en de laag reflectiemateriaal tussen een kneep van twee drakrollen worden geleid, waarvan ten minste een rol wordt verwarmd.

Het materiaal van de laag uit metaal en glasdeeltjes is bijvoorbeeld van het type Scotchlite® zoals in de handel verkrijgbaar van 3M, Zoeterwoude, Nederland.

Het materiaal van de dragerbaan omvat bijvoorbeeld polypropeen , polyetheen , 15 pvc, polyurethaan, polyamide of polyester, of combinaties daarvan met een dikte tussen 50 μιη en 2000 /mi,. De dragerbaan heeft bij voorkeur een smeltpunt tussen 90°C en 130°C, bij voorkeur tussen 100°C en 125°C, zoals 120°C.

Het materiaal van de ondergrond omvat bijvoorbeeld PE, PP, PVC, PU, PA of PES of laminaten van kunststof en geweven materiaal en combinaties daarvan. Het 20 smeltpunt van de ondergrond is bij voorkeur gelijk aan of lager dan het smeltpunt van de dragerbaan.

Een bijzonder geschikte toepassing van het reflectiemateriaal volgens de uitvinding is in een bies voor de bevestiging langs naden van kleding, ter verkrijging van een reflecterende rand zoals bijvoorbeeld langs naden van mouwen of broekspijpen 25 in regenpakken, overalls, jassen etc. Hiertoe is een van de reflectielaag, zoals de laag uit glasdeeltjes en metaal, afgekeerde zijde van de dragerbaan dubbelgevouwen en begrenst deze een kokervormige ruimte met een daarlangs gelegen hechtstrook, in welke kokervormige ruimte een vulmateriaal is aangebracht, en waarbij de hechtstrook via een warmtelas kan worden verbonden met de ondergrond.

30 Enkele uitvoeringsvormen van een werkwijze en van een reflectiemateriaal volgens de uitvinding zullen nader worden toegelicht aan de hand van de bij gevoegde tekening. In de tekening toont: 1025360 4

Fig. 1 een schematische doorsnede door een samenstel van een reflectielaag en een ondergrond volgens de uitvinding,

Fig. 2 een schematisch aanzicht van een werkwijze voor het verbinden van een reflectielaag volgens de uitvinding en een ondergrond, door middel van een verwarmde 5 kneep,

Fig. 3 een geïntegreerde productiestraat voor de vormen van een reflectiemateriaal volgens de uitvinding en voor verbinding daarvan met de ondergrond,

Fig. 4 een bovenaanzicht van een reflectiemateriaal ter vorming van een 10 reflecterende bies, en

Fig. 5 een perspectivisch aanzicht van een bies gevormd uit het vlakke materiaal volgens fig. 4.

Figuur 1 toont een samenstel 1 uit een reflectielaag 2 en een ondergrond 3. De reflectielaag 2 omvat een laag 4 uit metaal en glasparels, een verstevigingslaag 5 en een 15 dragerbaan 6. Deze laag 4 is bijvoorbeeld gevormd uit aluminium en glasparels met een diameter tussen 50 μιη en 2000 μιη. De laag 4 is verbonden met de verstevigingslaag 5 bijvoorbeeld door middel van hechtmiddel of door de laag in warme toestand op de verstevigingslaag 5 aan te brengen. De verstevigingslaag 5 kan bijvoorbeeld een geweven materiaal omvatten, een kunststof of een combinatie daarvan. De 20 verstevigingslaag 5 is verbonden met een dragerbaan 6, uit een materiaal met een relatief laag smeltpunt dat door warmtelassen, ultrasoon lassen of hoog frequent lassen gemakkelijk kan worden verbonden met de ondergrond 3.

Een geschikt samenstel van de laag 4 uit metaal en glas en de verstevingingslaag 5 is bijvoorbeeld het onder de handelsnaam Scotchlite® reflectiematerial 8710 silver 25 verkrijgbare materiaal, geproduceerd door 3M te Zoeterwoude, Nederland. Een geschikte dragerbaan 6 is in de handel verkrijgbaar onder de handelsnaam Hevaseal H41 op de markt gebracht door Plast Nederland te Baam. Door middel van een warmtelas kan de dragerbaan 6 worden verbonden met de ondergrond 3, bijvoorbeeld door toepassing van een thermische of ultrasone lasinrichting zoals op de markt 30 verkrijgbaar. Een geschikte ondergrond 3 wordt gevormd door PVC zeildoek 600 g/m2, verkrijgbaar van Bezouw te Goirle, Nederland.

Figuur 2 toont de toevoer van de reflectielaag 2 volgens de uitvinding vanaf voorraadrol 10 naar de kneep 13. De ondergrond 3 wordt bijvoorbeeld toegevoerd 1025360 5 vanaf rol 11, via geleiderol 12 naar de kneep 13. De kneep 13 wordt gevormd door een verwarmde drukrol 14 en een steunrol 15. Het verwarmingselement van de drukrol 14 ______ _______is verbonden met een regeleenheid 16. die de temperatuur van de drukrol 14 constant ________ houdt. Door instelling van de draaisnelheid van de rollen 14, 15 in de richting van de 5 pijlen en door de temperatuurinstelling van de drukrol 14 kan, afhankelijk van het materiaal van de ondergrond 3 en van de dragerbaan 2, de sterkte van de las worden geregeld.

In Fig. 3 wordt een productiestraat getoond waarbij in een eerste kneep 20 de verstevigingslaag 5 en de dragerbaan 6 worden gelamineerd, door toevoer van warmte 10 via de drukrol 21 en regeleenheid 22. Vervolgens wordt door een spuitneus 25 de metaal-glaslaag 4 op de verstevigingslaag 5 gesproeid, en wordt de aldus gevormde reilectielaag 2 toegevoerd aan de kneep 13 om daar te worden verbonden met de ondergrond 3.

In fig. 4 wordt het bovenaanzicht getoond van een baan uit reflectiemateriaal 2 15 volgens de uitvinding, geschikt voor de vorming van een reflecterende bies 30, zoals getoond in fig. 5. Een relatief smalle strook 4 uit glas en metaal is aangebracht op een relatief brede dragerbaan 6 die in de zijrandgebieden 34, 35 zijdelings voorbij de strook 4 uitsteekt. De strook 4 heeft bijvoorbeeld een breedte van ca. 1 cm, terwijl de dragerbaan 5 een breedte heeft van ca. 2 cm. Door dubbelvouwen van de dragerbaan 5 20 en het tegen elkaar plaatsen van de zijrandgebieden 34, 35, kan een kokervormige ruimte 31 worden gevormd, zoals getoond in fig. 5 en een zich langs de kokervormige ruimte 31 uitstrekkende hechtstrook 33 uit dragerbaanmateriaal. Door een hechtmiddel 32, zoals een stiknaad, worden de zijrandgebieden 34, 35 van de reilectielaag 2 onderling verbonden, waarbij voorafgaand daaraan een vulmateriaal, zoals een koord 25 34 in de kokervormige ruimte kan zijn opgenomen ter vorming van een reflecterende bies 30. De hechtstrook 33 kan door warmtelassen worden verbonden met een kunststof ondergrond, zoals van een kledingsstuk, om een reflecterende bies te vormen.

.1025360

Claims

1. Werkwijze voor het aanbrengen van een reflectielaag (2) op een kunststof ondergrond (3), met het kenmerk dat de 5 reflectielaag omvat: een kunststof dragerbaan (6), met daarop een laag uit glasdeeltjes en metaal (4), waarbij de werkwijze de stappen omvat van: het op elkaar plaatsen van de ondergrond (3) en de dragerbaan (6) van de 10 reflectielaag (2), het toevoeren van warmte aan en het uitoefenen van druk op de reflectielaag (2) en de ondergrond (3) en versmelting van de dragerbaan en de ondergrond waardoor een las wordt gevormd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij warmte via de zijde van de glasdeeltjes en het metaal via de dragerbaan (6) aan de ondergrond (3) wordt toegevoerd.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de ondergrond (3) en de reflectielaag (2) tussen een kneep (13) van twee drukrollen (14, 15) worden geleid, 20 waarbij de warmte via ten minste een van de drukrollen wordt toegevoerd.

4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies waarbij de warmte via een ultrasone transducent wordt toegevoerd.

5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de dragerbaan (6) omvat bijvoorbeeld polypropeen, polyetheen, pvc, polyurethaan, polyamide of polyester of combinaties daarvan.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij de dragerbaan (6) een smeltpunt heeft 30 tussen 90 °C en 130 °C, bij voorkeur tussen 100 °C en 125 °C en waarbij de temperatuur van de dragerbaan beperkt blijft tot ten hoogste 120 °C. 1025360

7. Reflectiemateriaal omvattende een dragerbaan (6) met daarmee verbonden een laag (4) uit glasdeeltjes en metaal, waarbij de dragerbaan kan worden verbonden met een ondergrond (3) door een warmtelas.

8. Reflectiemateriaal volgens conclusie 7, waarbij een van de laag (4) uit glasdeeltjes en metaal afgekeerde zijde van de dragerbaan (6) is dubbelgevouwen en een kokervormige ruimte (31) begrenst met een daarlangs gelegen hechtstrook (33), in welke kokervormige ruimte een vulmateriaal (34) is aangebracht, en waarbij de hechtstrook (33) via een warmtelas kan worden verbonden met de ondergrond (3). 10

9. Samenstel van een reflectiemateriaal (2) volgens conclusie 7 of 8, en een ondergrond (3), onderling verbonden door een warmtelas.

10. Samenstel volgens conclusie 9, waarbij de ondergrond (3) deel uitmaakt van een 15 overkapping van een vrachtwagen, een waterwerend kledingstuk, een band of een opblaasbaar voorwerp. 1025360