NL1024469C2 - Werkwijze en inrichting voor het met geconditioneerde lucht behandelen van een product. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het met geconditioneerde lucht behandelen van een product. Download PDF

Info

Publication number
NL1024469C2
NL1024469C2 NL1024469A NL1024469A NL1024469C2 NL 1024469 C2 NL1024469 C2 NL 1024469C2 NL 1024469 A NL1024469 A NL 1024469A NL 1024469 A NL1024469 A NL 1024469A NL 1024469 C2 NL1024469 C2 NL 1024469C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
air
product
treated
conveyor belt
treatment unit
Prior art date
Application number
NL1024469A
Other languages
English (en)
Inventor
Pieter Jellema
Jelle Luutzen Nijdam
Original Assignee
Solutherm B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Solutherm B V filed Critical Solutherm B V
Priority to NL1024469A priority Critical patent/NL1024469C2/nl
Priority to PCT/NL2004/000702 priority patent/WO2005033601A2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1024469C2 publication Critical patent/NL1024469C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B21/00Arrangements or duct systems, e.g. in combination with pallet boxes, for supplying and controlling air or gases for drying solid materials or objects
    • F26B21/02Circulating air or gases in closed cycles, e.g. wholly within the drying enclosure
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B15/00Machines or apparatus for drying objects with progressive movement; Machines or apparatus with progressive movement for drying batches of material in compact form
    • F26B15/10Machines or apparatus for drying objects with progressive movement; Machines or apparatus with progressive movement for drying batches of material in compact form with movement in a path composed of one or more straight lines, e.g. compound, the movement being in alternate horizontal and vertical directions
    • F26B15/12Machines or apparatus for drying objects with progressive movement; Machines or apparatus with progressive movement for drying batches of material in compact form with movement in a path composed of one or more straight lines, e.g. compound, the movement being in alternate horizontal and vertical directions the lines being all horizontal or slightly inclined
    • F26B15/18Machines or apparatus for drying objects with progressive movement; Machines or apparatus with progressive movement for drying batches of material in compact form with movement in a path composed of one or more straight lines, e.g. compound, the movement being in alternate horizontal and vertical directions the lines being all horizontal or slightly inclined the objects or batches of materials being carried by endless belts
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B17/00Machines or apparatus for drying materials in loose, plastic, or fluidised form, e.g. granules, staple fibres, with progressive movement
    • F26B17/02Machines or apparatus for drying materials in loose, plastic, or fluidised form, e.g. granules, staple fibres, with progressive movement with movement performed by belts carrying the materials; with movement performed by belts or elements attached to endless belts or chains propelling the materials over stationary surfaces
    • F26B17/04Machines or apparatus for drying materials in loose, plastic, or fluidised form, e.g. granules, staple fibres, with progressive movement with movement performed by belts carrying the materials; with movement performed by belts or elements attached to endless belts or chains propelling the materials over stationary surfaces the belts being all horizontal or slightly inclined
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B21/00Arrangements or duct systems, e.g. in combination with pallet boxes, for supplying and controlling air or gases for drying solid materials or objects
    • F26B21/004Nozzle assemblies; Air knives; Air distributors; Blow boxes

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Drying Of Solid Materials (AREA)
  • Separation By Low-Temperature Treatments (AREA)

Description

Titel: Werkwijze en inrichting voor het met geconditioneerde lucht behandelen van een product
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het met geconditioneerde lucht behandelen van een product, waarbij het te behandelen product vanaf een doorvoer in en door een omsloten ruimte naar een op afstand van genoemde doorvoer gelegen verdere doorvoer wordt 5 getransporteerd en in langsrichting van de omsloten ruimte zonegewijs wordt behandeld door de geconditioneerde lucht, en waarbij de lucht geconditioneerd wordt in een buiten de omsloten ruimte opgestelde conditioneringsunit, in contact wordt gebracht met het te behandelen product in de omsloten ruimte en daarna gerecirculeerd wordt naar de 10 conditioneringsunit. De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van een dergelijke werkwijze alsmede op een behandelingsunit te gebruiken bij een dergelijke inrichting.
Voor het drogen dan wel koelen of vriezen van producten is het bekend deze liggend op een transportband, waarbij onder transportbanden 15 alle mogelijke langgerekte, eindloze transportelementen worden verstaan, door een tunnel te voeren en in die tunnel intensief in contact te brengen met voor het beoogde doel geconditioneerde lucht. Daarbij betreft het in het bijzonder producten met geometrische vormen met een relatief grote oppervlakte/volumeverhouding, waarbij gedacht kan worden aan IQF 20 (Individually Quickly Frozen) producten en vloeibare of gelei-vormige massa's, die in de vorm van een laag op de transportband zijn uitgespreid.
Teneinde een hoge contactintensiteit tussen geconditioneerde lucht en product te verkrijgen alsmede een goed beheersbaar temperatuurverloop is het bekend het te behandelen product zonegewijs met 25 geconditioneerde lucht in contact te brengen, dat wil zeggen dat de geconditioneerde lucht in een aantal in transportrichting elkaar opvolgende 1024469
I 2 I
I zones dwars op de transportrichting wordt toegevoerd, waarbij de lucht in I
I elke zone anders is geconditioneerd. Na contact met het product wordt de I
I lucht weer teruggevoerd naar de conditioneringsunit, waarbij elke zone zijn I
I eigen conditioneringsunit heeft. Het luchtdebiet van elke I
I 5 conditioneringsunit is derhalve gelijk aan of groter dan de hoeveelheid lucht I
I die nodig is voor het op de gewenste wijze aanblazen van het product. I
I Bij dit bekende type inrichtingen bedraagt de opwarming van de I
I lucht niet meer dan typisch 1 °C. Deze beperkte opwarming brengt met zich, I
I dat het recirculatiedebiet over elke conditioneringsunit groot is met een I
I 10 dienovereenkomstig grote omvang van de conditioneringsunit en een hoog I
I elektrisch vermogen voor het transporteren van de recirculatiestroom. I
I Verder betekent de geringe opwarming van de lucht in geval van toepassing I
I als vriezer dat de lucht snel oververzadigd raakt, hetgeen in het bijzonder I
I bij de producttoevoer, leidt tot sneeuwvorming en zodoende tot beperking I
I 15 van de maximale productietijd van de inrichting, dat wil zeggen de tijd dat I
I de inrichting zonder onderhoud te plegen continu kan blijven werken. I
I Het zonegewijs dwars aanstromen van het te behandelen product I
I met de geconditioneerde lucht houdt in dat de lucht aan één zijde van de I
I transportband wordt afgevoerd. Dit brengt indien de lucht loodrecht op het I
I 20 product wordt aangevoerd, een verstoring van het aanblaaspatroon bij I
I althans de afvoer zij de met zich en zodoende over het oppervlak een I
I ongelijkmatigheid van de behandeling. Verder wordt hierdoor een I
I drukgradiënt over het transportlichaam gecreëerd, waardoor zich nabij de I
I toevoer en de afvoer uitwisseling met omgevingslucht kan voordoen, hetgeen I
I 25 bij vriestoepassingen kan leiden tot extra sneeuwvorming en zodoende I
I beperking van de maximale productietijd van de inrichting. I
I Met de uitvinding wordt beoogd een inrichting van de in de I
I aanhef omschreven soort zodanig te verbeteren, dat bovenomschreven I
I nadelen zoveel als mogelijk worden vermeden, waarbij de inrichting in zijn I
I 30 totaliteit verder lichter en eenvoudiger is te realiseren. I
I 1024469 I
3
Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt, als de geconditioneerde lucht nabij een van de doorvoeren aan de omsloten ruimte wordt toegevoerd en nabij de andere doorvoer wordt teruggevoerd naar de conditioneringsunit, waarbij aan een aldus tussen beide doorvoeren 5 gecreëerde luchtstroom zonegewijs lucht wordt onttrokken, welke onttrokken lucht met verhoogde snelheid in de richting van het te behandelen product wordt geblazen, waarna die lucht weer deel gaat uitmaken van de luchtstroom.
Door deze maatregelen kan de geconditioneerde lucht door telkens 10 weer onttrekken en toevoegen aan de tussen beide doorvoeren gecreëerde luchtstroom naar behoefte meermalen met het te behandelen product in contact worden gebracht. Deze wijze van werken heeft een reeks van voordelen. Zo is door meer dan eenmaal gebruiken van de lucht het totale voor de behandeling te circuleren hoeveelheid lucht kleiner dan de totale 15 met het te behandelen product in contact te brengen hoeveelheid lucht. Vergeleken met de besproken stand van de techniek betekent dit een aanzienlijk kleiner benodigd ventilator- en elektrisch vermogen. De lucht zal door meermalig gebruik over het behandelingstraject een grotere temperatuurswijziging ondergaan dan de dan typische 1 °C bij de bekende 20 stand van de techniek. Gedacht kan worden aan een temperatuurswijziging van bijvoorbeeld 10 °C, hetgeen onder meer betekent, dat de lucht bijvoorbeeld in geval van vriestoepassingen aanzienlijk meer vocht kan opnemen en afvoeren naar de conditioneringsinrichting, waardoor sneeuwvorming wordt geminimaliseerd en de productietijd van de inrichting 25 wordt verlengd. De ten opzichte van de bekende stand van de techniek tien maal zo hoge temperatuurswijziging houdt verder in een afname met dezelfde factor in van het conditioneringsdebiet.
Verder zal het duidelijk zijn, dat bij de werkwijze volgens de uitvinding slechts één conditioneringsinrichting nodig is ongeacht het 30 aantal behandelingszones. Mede gezien ook de te verkrijgen debietverlaging 1 024469
I 4 I
I van de conditioneringslucht resulteert dit in een aanzienlijk lichtere, I
I eenvoudigere en minder omvangrijke inrichting. I
I Het zonegewijs behandelen van het product door het zonegewijs I
I stuwen van een deel van de circulerende geconditioneerde lucht in de I
I 5 richting van het product kan op meerdere wijzen worden verwezenlijkt. I
I Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding verdient I
I het evenwel de voorkeur, dat het zonegewijs onttrekken van lucht wordt I
I uitgevoerd door de lucht die aan de luchtstroom wordt onttrokken, in een I
I behandelingsunit te zuigen en verdeeld over een behandelingszone uit de I
I 10 behandelingsunit naar het te behandelen product af te blazen. Aldus is het I
I behandelen van het product nauwkeurig te regelen en te sturen alsmede een I
I intensief contact met het te behandelen product te bewerkstelligen, hetgeen I
I nog verder is te optimaliseren als er overeenkomstig een verdere I
I uitvoeringsvorm van de uitvinding in wordt voorzien, dat het afblazen uit de I
I 15 behandelingsunit geschiedt door de aan de luchtstroom onttrokken lucht I
I verdeeld over een groot aantal relatief fijne luchtstralen in hoofdzaak I
I loodrecht uit de behandelingsunit op het te behandelen product af te blazen. I
I Teneinde de gelijkmatigheid van het aanblazen van het gehele I
I deel- of zoneoppervlak van het product te bevorderen, wordt er I
I 20 overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding voor I
gezorgd, dat uit de behandelingsunit afgeblazen lucht na contact met het te I
behandelen product gezien in langsrichting van de omsloten ruimte naar I
links en rechts opzij wordt weggedrongen. Door het naar twee zijden I
afvoeren van de lucht wordt ten opzichte van de bekende stand van de I
25 techniek tevens nog bewerkstelligd, dat de snelheid van de zijdelings I
afgevoerde lucht wordt gehalveerd. Dit betekent dat het patroon van de uit I
de behandelingsunit uitgestoten luchtstraaltjes aanzienlijk minder wordt I
verstoord dan bij eenzijdig afgevoerde lucht. Tevens wordt hierdoor een I
symmetrisch stromingspatroon verkregen, waardoor bij de doorvoeren I
1024469 I
5 minimale menging met omgevingslucht plaatsvindt met als gevolg een verdere minimalisering van de sneeuwvorming.
Afhankelijk van het te behandelen product en de uitvoering van de transportband is het mogelijk, dat in een behandelingszone alleen lucht 5 van bovenaf in de richting van het te behandelen product wordt geblazen, dan wel dat in een behandelingszone lucht van zowel bovenaf als onderaf in de richting van het te behandelen product wordt geblazen. Daarbij is het verder mogelijk, dat de luchtstroom zich tegengesteld aan dan wel zich in dezelfde richting als het te behandelen product verplaatst, waarbij de 10 werkwijze zowel kan worden gebruikt voor het afkoelen, waaronder mede te verstaan invriezen, van het te behandelen product als voor het drogen van het te behandelen product. Het temperatuurprofiel over het gehele behandeltraject is desgewenst nog te beïnvloeden door aan de uit de conditioneringsunit afkomstige lucht vóór het via de doorvoer aan de 15 omsloten ruimte toevoeren ten minste een deelstroom te ontrekken die aan de omsloten ruimte wordt toegevoerd op een plaats gelegen tussen de beide doorvoeren.
De uitvinding heeft verder betrekking op een inrichting voor het met geconditioneerde lucht behandelen van een product, welke inrichting is 20 voorzien van een tunnelvormige omsloten ruimte met een, een toevoer vormende doorvoer en een, een af voer vormende doorvoer voor het te behandelen product, een transportband die althans een part heeft dat te behandelen product kan dragen en zich vanaf de toevoer tot de af voer aandrijfbaar in langsrichting door de tunnel vormige omsloten ruimte 25 uitstrekt, een conditioneringsunit die buiten de tunnelvormige omsloten ruimte is opgesteld en via een leiding is verbonden met zowel ten minste een inlaat naar als ten minste een uitlaat vanuit de tunnelvormige omsloten ruimte. Bij een dergelijke inrichting wordt overeenkomstig de uitvinding voorgesteld, dat in de tunnelvormige omsloten ruimte tussen de ten minste 30 ene inlaat en de ten minste ene uitlaat ten minste een behandelingsunit is 1024469 I 6
I opgesteld, die voorzien is van luchtaanzuigmiddelen die in hoofdzaak van de I
I transportband af zijn gericht en van luchtuitblaasmiddelen, die naar de I
transportband toe zijn gericht, waarbij de behandelingsunit zodanig is I
I vormgegeven en is opgesteld, dat een luchtstroming van de ten minste ene I
I 5 inlaat naar de ten minste ene uitlaat niet wordt geblokkeerd en uitgeblazen I
I lucht in hoofdzaak onbelemmerd kan stromen van een niveau waarop zich I
I de luchtuitblaasmiddelen van de behandelingsunit bevinden, naar een I
I niveau waarop zich de luchtaanzuigmiddelen van de behandelingsunit I
bevinden. Door deze maatregelen wordt een inrichting met een eenvoudige, I
I 10 modulaire en universele bouwwijze verkregen, waarin een circulerende I
I luchtstroom in lengterichting van de tunnelvormige omsloten ruimte is te I
I creëren, aan welke luchtstroom op de gewenste plaatsen en in de gewenste I
I mate deelluchtstromen kunnen worden onttrokken en daar weer aan I
I kunnen worden toegevoegd. I
I 15 Daarbij is bij een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de I
uitvinding de behandelingsunit voorzien van een holle kast met een wand I
I die in hoofdzaak van genoemd transportbandpart af is gericht en een I
I ventilator voor het tot in de holle kast aanzuigen van lucht draagt, en met I
I een wand die een deeloppervlak van genoemd transportbandpart I
I 20 bestrijkend daar naar toe is gericht en voorzien is van over het I
I deeloppervlak verdeelde luchtuitblaasopeningen. Op deze wijze is een I
I relatief hoge contactintensiteit van lucht en product te verkrijgen, doordat I
I de luchtstralen met hoge snelheid, bijvoorbeeld in de orde van grootte van I
I 20 m/s, loodrecht op het product kunnen worden gericht. Aldus kunnen I
I 25 relatief hoge convectievewarmteoverdrachtscoëfficiënten worden bereikt in I
I de orde van grootte van 150 tot 250 W/m2.°C bij een beperkt aanblaasdebiet I
I in de orde van grootte van 1500 tot 2500 m3/h per m2 aanblaasoppervlak. I
I Hoge luchtsnelheden kunnen worden verkregen als de I
I luchtuitblaasopeningen bestaan uit gaatjes met relatief kleine doorlaat, I
I 30 waarbij de weerstand laag kan worden gehouden, als elk gaatje een I
I t 024 4 6g 7 omtreksrandgebied heeft dat is uit· en doorgebogen in de richting van genoemd transportbandpart. Hierbij wordt opgemerkt, dat het de voorkeur kan verdienen nabij een doorvoer luchtuitblaasopeningen in de vorm van spleten aan te brengen, waardoor per m3 oppervlak meer lucht aan het te 5 behandelen product kan worden toegevoerd, hetgeen sneeuwvorming kan verminderen. Overigens heeft een dergelijke maatregel geen invloed op de conditioneringsunit vanwege de overeenkomstig de uitvinding verkregen onafhankelijkheid van het recirculatiedebiet.
Zoals reeds is vermeld, biedt het bijzondere voordelen als de lucht 10 na contact met het product zowel naar links als naar rechts opzij wordt afgevoerd. Om die voordeelbiedende luchtstroming te bevorderen wordt overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding voorgesteld, dat de wand, die naar genoemd transportbandpart toe is gekeerd voorzien is van ten minste een groef die gevormd is uit niet van luchtuitblaasopeningen 15 voorzien wandmateriaal en die zich in hoofdzaak dwars op de langsrichting van genoemd transportbandpart en de holle kast in reikend uitstrekt. De gewenste zijdelingse stroming is verder te bevorderen door een aantal behandelingsunits in hoofdzaak op elkaar aansluitend in de langsrichting van genoemd transportbandpart in de tunnelvormige omsloten ruimte op te 20 stellen.
Afhankelijk van behandeling, bijvoorbeeld drogen, koelen of vriezen en van het te behandelen product alsmede de uitvoering van de transportband kan ervoor worden gekozen, dat het transportbandpart tussen twee behandelingsunits door loopt dan wel dat de behandelingsunits 25 zich aan een zijde van het transportbandpart bevinden.
Mede gezien de gewenste compactheid van de totale inrichting, de vorming van een luchtstroom in langsrichting van de tunnelvormige omsloten ruimte en het relatief kleine recirculatiedebiet is het volgens de uitvinding verder mogelijk, dat de conditioneringsunit is geplaatst in een 30 kanaal dat door een zelfde omhulling wordt omgeven als de tunnelvormige, 1024469
I 8 I
I omsloten ruimte, bijvoorbeeld in een afgescheiden ruimte boven de I
I tunnelvormige omsloten ruimte. I
De uitvinding heeft verder betrekking op een behandelingsunit I
I voor gebruik bij een werkwijze of inrichting volgens de uitvinding, zoals I
I 5 bovenstaand besproken. Een behandelingsunit volgens de uitvinding is I
I voorzien van een holle kast met een eerste wand die een ventilator voor het I
I de holle kast in zuigen van lucht draagt, en een tweede wand die ten minste I
I een oppervlak omvat, dat voorzien is van over dat oppervlak verdeelde I
I luchtuitblaasopeningen. Met een dergelijke behandelingsunit wordt een I
I 10 eenvoudige, modulaire en optimaal op het beoogde doel afgestemde I
I bouwwijze van de inrichting mogelijk gemaakt. Daarbij verdient het de I
I voorkeur, dat bij een tweede wand die meer dan een oppervlak met over dat I
I oppervlak verdeelde luchtuitblaasopeningen, zoals geponste gaatjes en/of I
I spleten met ten opzichte van het inwendige van de holle kast naar buiten I
I 15 doorgedrukt en uitgebogen omtreksrandgebied, bevat, die meerdere I
I oppervlakken in een gezamenlijk vlak liggen en verdere, die wand vormende I
I oppervlakken ten opzichte van genoemde meerdere oppervlakken de holle I
I kast in terugwijken, waarbij het dan verder de voorkeur verdient, dat I
I genoemde verdere oppervlakken evenwijdige groeven vormen en niet zijn I
I 20 voorzien van luchtuitblaasopeningen. I
I Onder verwijzing naar de bijgaande tekening zal thans, zij het I
I uitsluitend bij wijze van niet beperkend voorbeeld, een mogelijke I
I uitvoeringsvorm van de uitvinding worden besproken. Daarbij toont: I
I Fig. 1 schematisch in zijaanzicht een langsdoorsnede door een I
I 25 inrichting volgens de uitvinding; I
I Fig. 2 een doorsnede volgens de lijn A-Λ in Fig. 1; I
I Fig. 3 op vergrote schaal een zijaanzicht van een behandelingsunit; I
I Fig. 4 een onderaanzicht van de behandelingsunit van Fig. 3; I
I Fig. 5 op vergrote schaal detail A van Fig. 4; en I
I 30 Fig. 6 een doorsnede volgens de lijn B-B in Fig. 5. I
I 1024469 I
9
In Fig. 1 is een omkasting 1 weergegeven, die een omsloten tunnelvormige ruimte 2 met een toevoer 3 en een afvoer 4 bepaalt. Doör de tunnelvormige omsloten ruimte 2 strekt zich een transportband 5 uit, die een part 5a heeft dat van de toevoer 3 naar de afvoer 4 beweegbaar is voor 5 het door de tunnelvormige omsloten ruimte 2 transporteren van een te behandelen, niet weergegeven product. Boven het part 5a is elkaar opvolgend een aantal behandelingsunits 6 opgesteld, die elk bestaan uit een holle kast 7 met een bovenwand die een ventilator 8 draagt en een onderwand voorzien van verderop te bespreken luchtuitblaasopeningen.
10 Tegenover elke behandelingsunit 7 is aan de onderzijde van het part 5a gespiegeld een soortgelijke unit 9 op gesteld.
Boven de tunnelvormige omsloten ruimte 2 bevindt zich, door een plafond 10 afgescheiden, een kanaal 11, dat via een inlaat 12 en een uitlaat 13 verbonden is met de tunnelvormige omsloten ruimte 2. In het kanaal 11 15 zijn een conditioneringsinrichting 14 en een ventilator 15 opgesteld.
Zoals uit Fig. 2 blijkt zijn de behandelingsunits 6 en 9 en de transportband 5 zodanig gevormd en gedimensioneerd, dat er links en rechts naast deze inrichtingselementen een vrije ruimte aanwezig is.
Fig. 3 toont op vergrote schaal een behandelingsunit 6 (of 9) met 20 de holle kast 7, waarvan bovenwand 7a de ventilator 8 draagt, via welke lucht de holle kast 7 in kan worden gezogen. De holle kast 7 heeft een onderwand 7b, die voorzien is van een aantal de holle kast 7 inspringende groeven 16, die zich dwars op de transportband 5 over de volle breedte van de onderwand 7b uitstrekken. De deeloppervlakken van de onderwand 7b 25 aansluitend op de inspringende groeven 16 zijn, zoals in Fig. 5 is aangeduid, voorzien van een patroon uit luchtuitblaasopeningen 17, gevormd door in de onderwand geponste gaatjes, welke, zoals Fig. 6 toont, bij het ponsen ietwat zijn doorgedrukt in de richting van de transportband 5 ter vermindering van de uitstroomweerstand uit de holle kast 7.
1024469
10 I
Voor het behandelen van een product met de in het voorgaande I
omschreven inrichting wordt als volgt te werk gegaan. I
Met behulp van de ventilator 15 wordt een circulerende I
luchtstroom door de conditioneringsinrichting 14, het kanaal 11, de inlaat I
5 12, de tunnelvormige omsloten ruimte 2, de uitlaat 13 en wederom het I
kanaal 11 gecreëerd. Met de conditioneringsinrichting 14 wordt de I
circulerende lucht in de voor de gewenste behandeling geschikte conditie I
gebracht, waarna het te behandelen product op het part 5a via de toevoer 3 I
in de tunnelvormige omsloten ruimte wordt gebracht. De ventilatoren 8 van I
10 de behandelingsunits 6 en 9 worden zodanig geactiveerd, dat telkens een I
vooraf bepaalde hoeveelheid lucht aan de circulerende luchtstroom wordt I
onttrokken door het in een holle kast 7 zuigen daarvan. Vanuit de holle kast I
7 wordt de lucht door de gaatjes 17 als fijne luchtstralen met hoge snelheid I
uitgestoten in de richting van het op het part 5a liggende product, dat aldus I
15 met de geconditioneerde lucht wordt behandeld. I
Na contact met het te behandelen product wordt de lucht naar I
links en naar rechts opzij weggedrongen, hetgeen wordt vergemakkelijkt I
door de zich in die richting uitstrekkende groeven 16. Via de vrije ruimten I
opzij van de transportband 5 en de behandelingsunits 6 en 9 kan de I
20 verdrongen lucht zich weer voegen bij en mengen met de van de inlaat 12 I
naar de uitlaat 13 circulerende luchtstroom, zodat die lucht weer deel kan I
uitmaken Van de bij een volgende behandelingsunit aan die circulerende I
luchtstroom onttrokken en in een holle kast gezogen deelstroom. De aldus I
door de tunnelvormige omsloten ruimte 2 bewegende lucht wordt bij de I
25 uitlaat 13 weer afgezogen en naar de conditioneringsinrichting 14 geleid. I
Het spreekt voor zich, dat er binnen het kader van de uitvinding, I
zoals neergelegd in de bijgaande conclusies, nog vele wijzigingen en I
varianten mogelijk zijn ten opzichte van het uitsluitende bij wijze van niet I
beperkend voorbeeld weergegeven uitvoeringsvorm. Bij wijze van voorbeeld I
30 wordt onderstaand een aantal mogelijke uitvoeringsvarianten vermeld. I
1024469 I
11
Zo is bij de weergegeven uitvoeringsvorm een circulerende luchtstroom aangeduid die tegengesteld loopt aan de productstroom; luchtstroom en productstroom kunnen ook een gelijke bewegingsrichting hebben. Ook twee tegenover elkaar opgestelde behandelingsunits is slechts 5 een mogelijke uitvoeringsvorm. Afhankelijk van toepassing en uitvoering kan er ook voorzien zijn in behandelingsunits aan slechts een zijde van het transportbandpart 5a of kunnen behandelingsunits afwisselend onder en boven het transportbandpart 5a zijn opgesteld. Het kanaal 11 is geheel boven de tunnelvormige omsloten ruimte 2 gesitueerd. Dit kanaal kan zich 10 ook onder of mede onder de transportband 5 bevinden. Verder is het ook mogelijk op een of meerdere plaatsen tussen de inlaat 12 en de uitlaat 13 deelstromen aan de luchtstroom door de tunnelvormige omsloten ruimte 2 toe te voeren. Het bovenpart 5a van de transportband 5 dient door de tunnelvormige omsloten ruimte 2 te lopen. Dit geldt niet voor het onderpart. 15 Dit zou ook buiten de omkasting 1 van de afvoer 4 naar de toevoer 3 kunnen lopen, in welk geval de omkasting 1 kleiner kan worden uitgevoerd en zelfs, in geval de behandelingsunits 9 zouden ontbreken, direct onder het part 5a kunnen eindigen.
In geval, bijvoorbeeld ter vermindering van sneeuwvorming bij de 20 toevoer 3 of de afvoer 4, een groter uitgestoten volume lucht wordt gewenst, is dit te realiseren door de gaatjes 17 aldaar groter uit te voeren door deze bijvoorbeeld de vorm van sleufgaten te geven. De sleuven 16 zijn in Fig. 3 en 4 weergegeven met een over de breedte gelijkblijvende doorlaat. De doorlaat zou ook vanuit het midden naar opzij groter, bijvoorbeeld dieper, wordend 25 kunnen zijn uitgevoerd. Hoewel het aanblazen van het te behandelen product met fijne luchtstraaltjes de voorkeur verdient, is het ook mogelijk dat op andere wijze uit te voeren, bijvoorbeeld door het weglaten van de althans delen van de onderwand 7b van de holle kast 7.
ï 024469

Claims (24)

1. Werkwijze voor het met geconditioneerde lucht behandelen van I I een product, waarbij het te behandelen product vanaf een doorvoer in en I I door een omsloten ruimte naar een op afstand van genoemde doorvoer I I gelegen verdere doorvoer wordt getransporteerd en in langsrichting van de I I 5 omsloten ruimte zonegewijs wordt behandeld door de geconditioneerde I I lucht, en waarbij de lucht geconditioneerd wordt in een buiten de omsloten I I ruimte opgestelde conditioneringsunit, in contact wordt gebracht met het te I I behandelen product in de omsloten ruimte en daarna gerecirculeerd wordt I I naar de conditioneringsunit, met het kenmerk, dat de geconditioneerde I I 10 lucht nabij een van de doorvoeren aan de omsloten ruimte wordt toegevoerd I I en. nabij de andere doorvoer wordt teruggevoerd naar de I I conditioneringsunit, waarbij aan een aldus tussen beide doorvoeren I I gecreëerde luchtstroom zonegewijs lucht wordt onttrokken, welke I I onttrokken lucht met verhoogde snelheid in de richting van het te I I 15 behandelen product wordt geblazen, waarna die lucht weer deel gaat I I uitmaken van de luchtstroom. I
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat zonegewijs I I onttrekken van lucht wordt uitgevoerd door de lucht die aan de luchtstroom I I wordt onttrokken, in een behandelingsunit te zuigen en verdeeld over een I I 20 behandelingszone uit de behandelingsunit naar het te behandelen product I I af te blazen. I
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het afblazen I I uit de behandelingsunit geschiedt door de aan de luchtstroom onttrokken I I lucht verdeeld over een groot aantal relatief fijne luchtstralen in hoofdzaak I I 25 loodrecht uit de behandelingsunit op het te behandelen product af te blazen. I
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat uit de I I behandelingsunit afgeblazen lucht na contact met het te behandelen product I •24469 I gezien in langsrichting van de omsloten ruimte naar links en rechts opzij wordt weggedrongen.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in een behandelingszone alleen lucht van bovenaf in de 5 richting van het te behandelen product wordt geblazen.
6. Werkwijze volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat in een behandelingszone lucht van zowel bovenaf als onderaf in de richting van het te behandelen product wordt geblazen.
7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusie, met het 10 kenmerk, dat aan de uit de conditioneringsunit afkomstige lucht vóór het via de doorvoer aan de omsloten ruimte toevoeren ten minste een deelstroom wordt onttrokken die aan de omsloten ruimte wordt toegevoerd op een plaats gelegen tussen de beide doorvoeren.
8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het 15 kenmerk, dat de luchtstroom zich tegengesteld aan het product verplaatst.
9. Werkwijze volgens een der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de luchtstroom zich in dezelfde richting als het product verplaatst.
10. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geconditioneerde lucht wordt gebruikt voor het afkoelen, 20 waaronder mede te verstaan invriezen, van het te behandelen product.
11. Werkwijze volgens een der conclusies 1-9, met het kenmerk, dat de geconditioneerde lucht wordt gebruikt voor het drogen van het te behandelen product.
12. Inrichting voor het met geconditioneerde lucht behandelen van 25 een product, welke inrichting is voorzien van een tunnelvormige omsloten ruimte met een, een toevoer vormende doorvoer en een, een afvoer vormende doorvoer voor te behandelen product, een transportband die althans een part heeft dat te behandelen product kan dragen en zich vanaf de toevoer tot de afvoer aandrijfbaar in langsrichting door de tunnelvormige 30 omsloten ruimte uitstrekt, een conditioneringsunit die buiten de 1024469 I 14 I I tunnelvormige omsloten ruimte is opgesteld en via een leiding is verbonden I I met zowel ten minste een inlaat naar als ten minste een uitlaat vanuit de I I tunnelvormige omsloten ruimte, met het kenmerk, dat in de tunnelvormige I I omsloten ruimte tussen de ten minste ene inlaat en de ten minste ene I I 5 uitlaat ten minste een behandelingsunit is opgesteld, die voorzien is van I I luchtaanzuigmiddelen die in hoofdzaak van de transportband af zijn gericht I I en van luchtuitblaasmiddelen, die naar de transportband toe zijn gericht, I I waarbij de behandelingsunit zodanig is vormgegeven en is opgesteld, dat I I een luchtstroming van de ten minste ene inlaat naar de ten minste ene I I 10 uitlaat niet wordt geblokkeerd en uitgeblazen lucht in hoofdzaak I I onbelemmerd kan stromen van een niveau waarop zich de I I luchtuitblaasmiddelen van de behandelingsunit bevinden, naar een niveau I I waarop zich de luchtaanzuigmiddelen van de behandelingsunit bevinden. I
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de I I 15 behandelingsunit is voorzien van een holle kast met een wand die in I I hoofdzaak van genoemd transportbandpart af is gericht en een ventilator I I voor het tot in de holle kast aanzuigen van lucht draagt, en met een wand I I die een deeloppervlak van genoemd transportbandpart bestrijkend daar I I naar toe is gericht en voorzien is van over het deeloppervlak verdeelde I I 20 luchtuitblaasopeningen. I
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de I I luchtuitblaasopeningen bestaan uit gaatjes met relatief kleine doorlaat. I
15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat elk gaatje I I een omtreksrandgebied heeft dat is uit- en doorgebogen in de richting van I I 25 genoemd transportbandpart. I
16. Inrichting volgens een der conclusies 13-15, met het kenmerk, dat I I de wand, die naar genoemd transportbandpart toe is gekeerd voorzien is van I ten minste een groef, die gevormd is uit niet van luchtuitblaasopeningen I I voorzien wandmateriaal en die zich in hoofdzaak dwars op de langsrichting I I 30 van genoemd transportbandpart en de holle kast in reikend uitstrekt. I i 02,4 4 β g I
17. Inrichting volgens een der conclusies 12-16, met het kenmerk, dat een aantal behandelingsunits in hoofdzaak op elkaar aansluitend in de langsrichting van genoemd transportbandpart in de tunnelvormige omsloten ruimte is op gesteld.
18. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat het transportbandpart tussen twee behandelingsunits door loopt.
19. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de behandelingsunits zich aan een zijde van het transportbandpart bevinden.
20. Inrichting volgens een der conclusies 12-19, met het kenmerk, dat 10 de conditioneringsunit is geplaatst in een kanaal dat door een zelfde omhulling wordt omgeven als de tunnelvormige, omsloten ruimte.
21. Behandelingsunit voor gebruik bij een inrichting volgens een der conclusies 12-20, voorzien van een holle kast met een eerste wand die een ventilator voor het de holle kast in zuigen van lucht draagt, en een tweede 15 wand die ten minste een oppervlak omvat, dat voorzien is van over dat oppervlak verdeelde luchtuitblaasopeningen.
22. Behandelingsunit volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat bij een tweede wand die meer dan een oppervlak met over dat oppervlak verdeelde luchtuitblaasopeningen bevat, die meerdere oppervlakken in een 20 gezamenlijk vlak liggen en verdere, die wand vormende oppervlakken ten opzichte van genoemde meerdere oppervlakken de holle kast in terugwijken.
23. Behandelingsunit volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat genoemde verdere oppervlakken evenwijdige groeven vormen en niet zijn voorzien van luchtuitblaasopeningen.
24. Behandelingsunit volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de luchtuitblaasopeningen geponste gaatjes en/of spleten met ten opzichte van het inwendige van de holle kast naar buiten doorgedrukt en uitgebogen omtreksrandgebied. 1024469
NL1024469A 2003-10-06 2003-10-06 Werkwijze en inrichting voor het met geconditioneerde lucht behandelen van een product. NL1024469C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1024469A NL1024469C2 (nl) 2003-10-06 2003-10-06 Werkwijze en inrichting voor het met geconditioneerde lucht behandelen van een product.
PCT/NL2004/000702 WO2005033601A2 (en) 2003-10-06 2004-10-06 Method and apparatus for treating a product with conditioned air

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1024469A NL1024469C2 (nl) 2003-10-06 2003-10-06 Werkwijze en inrichting voor het met geconditioneerde lucht behandelen van een product.
NL1024469 2003-10-06

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1024469C2 true NL1024469C2 (nl) 2005-04-07

Family

ID=34420821

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1024469A NL1024469C2 (nl) 2003-10-06 2003-10-06 Werkwijze en inrichting voor het met geconditioneerde lucht behandelen van een product.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL1024469C2 (nl)
WO (1) WO2005033601A2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN105964518A (zh) * 2016-07-12 2016-09-28 浙江兜兰智能设备股份有限公司 一种连续式自动烘干固化装置

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ITMO20140017U1 (it) * 2014-06-13 2015-12-13 Officine Smac S P A Apparato per raffreddare manufatti ceramici
CN107490284A (zh) * 2017-08-15 2017-12-19 合肥横冲机械科技有限公司 一种粮食烘干机用传送烘干装置
CN111076498B (zh) * 2019-12-25 2021-06-11 广东利元亨智能装备股份有限公司 电芯的干燥方法

Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE834250C (de) * 1950-02-17 1952-03-17 Linde Eismasch Ag Verfahren zum Gefrieren von Massengefriergut
GB978508A (en) * 1960-05-10 1964-12-23 Helsingborgs Fryshus Aktiebola Improvements in or relating to a freezing plant for bulk products
GB1090063A (en) * 1964-04-18 1967-11-08 Buckau Wolf Maschf R Improvements in or relating to methods and apparatus for drying moist sugar cubes
DE29505846U1 (de) * 1994-04-11 1995-08-31 Keller GmbH, 49479 Ibbenbüren Tunneltrockner zum Trocknen keramischer Formlinge
DE29611123U1 (de) * 1995-07-11 1996-10-10 Hans Lingl Anlagenbau Und Verfahrenstechnik Gmbh & Co Kg, 89231 Neu-Ulm Vorrichtung zur Verbesserung des Wärme- und Stoffüberganges in Tunneltrocknern
EP0895048A1 (de) * 1997-07-30 1999-02-03 Keller GmbH Verfahren zum Trocknen von Dachziegel-Formlingen sowie Anlage zur Durchführung
GB2329698A (en) * 1997-09-30 1999-03-31 Pladrest Heating Limited Conditioning apparatus for textiles
US6131308A (en) * 1999-09-10 2000-10-17 Ingenieurgemeinschaft Wsp, Prof. Dr.-Ing C Kramer, Prof. Dipl.-Ing H.J. Gerhardt M.S. Apparatus for levitational guidance of web material
JP2001120243A (ja) * 1999-10-29 2001-05-08 Takahashi Kogyo Kk 食品の連続式急速凍結装置

Patent Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE834250C (de) * 1950-02-17 1952-03-17 Linde Eismasch Ag Verfahren zum Gefrieren von Massengefriergut
GB978508A (en) * 1960-05-10 1964-12-23 Helsingborgs Fryshus Aktiebola Improvements in or relating to a freezing plant for bulk products
GB1090063A (en) * 1964-04-18 1967-11-08 Buckau Wolf Maschf R Improvements in or relating to methods and apparatus for drying moist sugar cubes
DE29505846U1 (de) * 1994-04-11 1995-08-31 Keller GmbH, 49479 Ibbenbüren Tunneltrockner zum Trocknen keramischer Formlinge
DE29611123U1 (de) * 1995-07-11 1996-10-10 Hans Lingl Anlagenbau Und Verfahrenstechnik Gmbh & Co Kg, 89231 Neu-Ulm Vorrichtung zur Verbesserung des Wärme- und Stoffüberganges in Tunneltrocknern
EP0895048A1 (de) * 1997-07-30 1999-02-03 Keller GmbH Verfahren zum Trocknen von Dachziegel-Formlingen sowie Anlage zur Durchführung
GB2329698A (en) * 1997-09-30 1999-03-31 Pladrest Heating Limited Conditioning apparatus for textiles
US6131308A (en) * 1999-09-10 2000-10-17 Ingenieurgemeinschaft Wsp, Prof. Dr.-Ing C Kramer, Prof. Dipl.-Ing H.J. Gerhardt M.S. Apparatus for levitational guidance of web material
JP2001120243A (ja) * 1999-10-29 2001-05-08 Takahashi Kogyo Kk 食品の連続式急速凍結装置

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 2000, no. 22 9 March 2001 (2001-03-09) *

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN105964518A (zh) * 2016-07-12 2016-09-28 浙江兜兰智能设备股份有限公司 一种连续式自动烘干固化装置

Also Published As

Publication number Publication date
WO2005033601A3 (en) 2005-06-30
WO2005033601A2 (en) 2005-04-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6263680B1 (en) Modular apparatus for cooling and freezing of food product on a moving substrate
EP3105522B1 (en) Hybrid continuous flow grain dryer
US6354196B1 (en) Apparatus for gas treatment of products
CA2736843C (en) Apparatus and method for fluidized bed treatment of materials
RU2017114380A (ru) Установка и способ воздушной сушки для воздушной сушки разрезанных пищевых продуктов
CA2152285C (en) Apparatus for gas treatment of products
CN1073836C (zh) 用于烟草的低滞留时间再干燥的方法和装置
NL1017040C2 (nl) Oven met luchtstraalinrichting.
NL1024469C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het met geconditioneerde lucht behandelen van een product.
JP5075827B2 (ja) コンディショニングされた空気流により、細長い食品を処理するための装置
KR20060086949A (ko) 처리된 물품들을 건조시키기 위한 기구와 그 방법
US2257487A (en) Bread cooler
US4750416A (en) Air head module
KR20200130728A (ko) 플레이트를 건조하기 위한 방법 및 장치
CN115003974A (zh) 用于瓷砖或板坯的干燥器
CN115769039A (zh) 具有冷却功能的干燥机
RU2048117C1 (ru) Устройство для охлаждения кондитерских изделий
RU2006770C1 (ru) Устройство для сушки волокнистого материала
EA040356B1 (ru) Способ и устройство для сушки плит
MXPA01007346A (en) Apparatus for gas treatment of products
JPH079336B2 (ja) 冷却又は凍結装置
JP2012097944A (ja) 冷却装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20080501