NL1024376C2

NL1024376C2 - Element voor het bekleden of afdekken van een regelwerk voor wanden en daken van bouwwerken.

Info

Publication number: NL1024376C2
Application number: NL1024376A
Authority: NL
Inventors: Joannes Augustinus An Hendriks
Original assignee: Joannes Augustinus An Hendriks
Priority date: 2003-09-25
Filing date: 2003-09-25
Publication date: 2005-03-29
Also published as: EP1518972A1; EP1518972B1

Description

9 ι

Korte aanduiding: Element voor het bekleden of afdekken van een regelwerk voor wanden en daken van bouwwerken.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een element 5 voor het bekleden of afdekken van een regelwerk voor wanden en daken van bouwwerken, welk element een laag isolatiemateriaal op een buigvaste dragerlaag omvat, waarbij zich in de laag isolatiemateriaal een of meer constructieve ribben bevinden. Verder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een bouwwerk voorzien van een dergelijk element.

10 In de huidige markt van industriële of bedrijfsgebouwen wordt in het algemeen gebruikgemaakt van een aantal typen dak- en wandbekledings- en isolatiesystemen. Het meest eenvoudige type omvat het monteren van binnenbeplating op een regelwerk waarna aansluitend isolatiemateriaal wordt aangebracht en tenslotte de buitenbeplating of 15 buitenhuid, bijvoorbeeld bitumen of een kunststoflaag. Een nadeel van een dergelijk systeem is dat de montage relatief arbeidsintensief is en derhalve duur.

Een ander type is het spandekensysteem dat bekend is uit het Nederlands octrooi 1013414, overeenkomend met het Amerikaans octrooi 20 6.596.348. Het daaruit bekende isolatiemateriaal omvat spandekens, welke spandekens langs de rand hiervan zijn voorzien van verbindingselementen voor het tot stand brengen van de onderlinge verbinding tussen afzonderlijke spandekens, waarbij als verbindingselement een zogenaamde ritssi uitingconstructie is toegepast. Een dergelijk ritssi uiting- 25 constructie omvat een spandeken voorzien van een eerste bevestigings-strook met een eerste profiel dat zich continu over de lengte van de eerste bevestigingsstrook uitstrekt, een spandeken voorzien van een tweede bevestigingsstrook met een tweede profiel dat zich continu over de lengte van de tweede bevestigingsstrook uitstrekt, waarbij de afmeting en 30 de vorm van het eerste en tweede profiel zodanig zijn gekozen dat het tweede profiel ingrijpbaar is in het eerste profiel, om de eerste 1024378-

Η I

I 2 I

I bevestigingsstrook te verbinden met de tweede bevestigingsstrook voor het I

I tot stand brengen van een onderlinge verbinding tussen afzonderlijke I

I spandekens. Volgens het spandekensysteem wordt aldus over een regelwerk I

een flexibele spandeken aangebracht waarvan de dampremmende bekleding I

I 5 naar de binnenzijde wordt uitgerold waarna aansluitend een buitenhuid, in I

I het bijzonder beplating, wordt aangebracht. Een nadeel van een dergelijk I

I spandekensysteem is dat het isolatiemateriaal ter plaats van het I

I regelwerk wordt samengedrukt waardoor een koudebrug ontstaat, hetgeen een I

I nadelige invloed heeft op de warmte-isol erende eigenschappen. Daarnaast I

I 10 wordt de montage van de losse delen als arbeidsintensief ervaren, welke I

montage weer- en windgevoelig is. Bovendien is gekwalificeerd personeel I

I vereist om het spandekensysteem volgens de vereiste specificatie aan te I

I brengen. I

I Uit de Nederlandse terinzagelegging 9000797 is een I

I 15 sandwich-combi-element bekend, dat voor het bekleden of afdekken van een I

I regelwerk voor wanden en daken van bouwwerken, veelal daken van woningen, I

I wordt toegepast, waarbij het sandwich-combi-element is voorzien van een I

I buigvaste draagstructuur in de vorm van constructieve ribben, waarbij het I

I sandwich-combi-element een isolerende laag op een dragende laag omvat. De I

I 20 opbouw van het sandwich-combi-element, gezien vanaf de woonruimtezijde I

I naar de buitenluchtzijde, omvat achtereenvolgens ten minste een I

I lagenpakket, zoals een laag houtspaanplaat of triplex, een laag I

I kunststofschuimmateriaal, een laag minerale wol, waarbij het lagenpakket I

I tussen constructieve ribben is aangebracht, welke ribben in de I

I 25 lengterichting van het element lopen. Dergelijke panelen worden direct op I

I een regelwerk gemonteerd, waarbij als nadeel de kosten worden genoemd en I

I bovendien slechte akoestische eigenschappen worden verkregen. Sandwich I

I panelen van het type staal verzinkt en gecoat, polyurethan hard schuim en I

I staal verzinkt en gecoat zijn in de handel verkrijgbaar om als dakpanelen I

I 30 te worden toegepast. Soortgelijke isolatiepanelen zijn ook bekend uit het I

I Britse octrooi schrift 1 250 134 en het Duitse Offenlegungsschrift I

I 4*0243 70- I

t I

3 39 21 802.

Het Duitse Offenlegungsschrift DE 31 10 657 heeft betrekking op een zelfdragend, constructief tegen brand bestand zijnd dakpaneel, omvattende een starre onderplaat van silicaatmateriaal, zich 5 in de lengterichting daarop uitstrekkende ribben, ook van silicaatmateriaal, waarbij tussen de ribben een isolatiemateriaal van bijvoorbeeld mineraal vezels is aangebracht. De ribben en het isolatiemateriaal zijn bedekt met een star, uit staal vervaardigd profiel, waarbij door de ribben schroeven zijn aangebracht die het 10 staalprofiel met de onderplaat constructief verbinden. Dergelijke schroeven zijn noodzakelijk om het samenstel van onderplaat, isolatiemateriaal en staalprofiel onderling te verbinden.

Het Amerikaans octrooi schrift 4.837.999 heeft betrekking op een zelfdragende, constructieve prefabconstructie, die een starre, uit 15 staal vervaardigde bovenlaag en een starre, uit staal vervaardigde onderlaag, eventueel beide voorzien van golvingen, omvat, waarbij in de dwarsrichting profielen zijn aangebracht, waarbij tussen de profielen zich een isolatiemateriaal van bijvoorbeeld mineraal vezels bevindt. Om een constructieve prefabconstructie te verkrijgen dienen de boven- en 20 onderlaag via de profielen te worden verbonden waarvoor bekende schroefverbindingen zijn toegepast, welke zogenaamde C-profielen uit glasvezelmateriaal zijn vervaardigd.

Het Duitse Gebrauchsmuster DE 79 34 570 U heeft betrekking op een constructief, zelfdragend, uit meer lagen bestaand dakelement, 25 omvattende twee identieke, starre stalen profiel platen, uit hout vervaardigde lengteribben, uit hout vervaardigde dwarsribben, isolatiemateriaal en een dampremmende folie. Door de aanwezigheid van de dwarsribben wordt het isolatiemateriaal steeds als een rechthoekig orgaan in het roosterwerk van de lengteribben en de dwarsribben aangebracht. De 30 twee starre stalen profielplaten zijn via de dwarsribben constructief onder toepassing van bekende schroefverbindingen met elkaar duurzaam 1024376-

4 I

verbonden. I

Het Amerikaans octrooischrift 5.640.824 heeft betrekking op I

een isolatiepaneel, omvattende een starre bovenplaat en een starre I

onderplaat, waartussen zich isolatiemateriaal bevindt. Op regelmatige I

5 afstand is in de dwarsrichting een rib geplaatst, welke rib via een I

spacer is verbonden met een volgende rib, waarbij de ene rib tegen de I

bovenplaat en de andere rib tegen de onderplaat aanligt. Als rib wordt I

een stalen C-profiel toegepast dat via bekende schroefverbindingen de I

boven- en onderplaat en het isolatiemateriaal onderling duurzaam I

10 verbindt. I

Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen I

van een element voor het bekleden of afdekken van een regelwerk voor I

wanden en daken van bouwwerken, welk element de hiervoor genoemde nadelen I

ontbeert. I

15 Een ander doel van de onderhavige uitvinding is het I

verschaffen van een element voor het bekleden of afdekken van een I

regelwerk voor wanden en daken van bouwwerken, waarbij gebruik wordt I

gemaakt van constructieve onderdelen op een positie waar constructieve I

eigenschappen vereist zijn en waar sprake is van niet-constructieve delen I

20 op een positie waar dergelijke niet-constructieve delen vereist zijn. I

Nog een ander doel van de onderhavige uitvinding is het I

verschaffen van een element voor het bekleden of afdekken van een I

regelwerk voor wanden en daken van bouwwerken waarbij sprake is van een I

snelle en eenvoudige montage zonder dat hoogwaardig gekwalificeerd I

25 personeel is vereist. I

Een ander doel van de onderhavige uitvinding is het I

verschaffen van een element voor het bekleden of afdekken van een I

regelwerk voor wanden en daken van bouwwerken waarbij voortreffelijke I

warmte-isol erende en akoestische eigenschappen worden verkregen onder I

30 toepassing van relatief lichte en goedkope materialen. I

Een doel van de onderhavige uitvinding is tevens het I

1024376- I

• * 5 verschaffen van een element voor het bekleden of afdekken van een regelwerk voor wanden en daken van bouwwerken waarbij de buigvaste drager als buitenhuid fungeert.

Tenslotte is een doel van de onderhavige uitvinding het 5 verschaffen van een element voor het bekleden of afdekken van een regelwerk voor wanden en daken van bouwwerken waarbij een element wordt verkregen dat de beschikking heeft over een hoge brandwerende eigenschap.

Het element zoals vermeld in de aanhef wordt volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de constructieve ribben zich in 10 de breedterichting van het element uitstrekken.

Onder toepassing van het onderhavige element» waarbij de constructieve ribben zich in de breedterichting van het element uitstrekken, is een zodanige constructie verkregen dat slechts constructieve ribben aanwezig zijn op die positie in het element waar 15 constructieve eigenschappen zijn vereist.

In een bijzondere uitvoeringsvorm is het aldus gewenst dat de constructieve ribben uit een zodanig niet-samendrukbaar isolatiemateriaal bestaan dat de op de constructieve ribben uitgeoefende krachten worden overgebracht naar het onder de dragerlaag bevindende 20 regelwerk, zodat het ongewenst samendrukken van isolatiemateriaal, waardoor koudebruggen kunnen worden gevormd, wordt voorkomen.

Voor een optimale verschaffing van constructieve eigenschappen aan het onderhavige element is het gewenst dat de constructieve ribben zich over de gehele breedte van het element 25 uitstrekken, waarbij het in een bepaalde uitvoeringsvorm ook mogelijk is dat de constructieve ribben zich slechts bevinden op de dragerlaag waar constructieve eigenschappen zijn vereist, bijvoorbeeld door de ribben slechts aan de omtrekranden van het element te positioneren.

Om de dragerlaag voldoende buigvast uit te voeren is het 30 gewenst dat de dragerlaag aan de van de laag isolatiemateriaal afgekeerde zijde is voorzien van op regelmatige afstand van elkaar gelegen 1024376-

6 I

profielen, welke profielen zich in de lengterichting van het element I

uitstrekken, waarbij voor optimaal isolerende eigenschappen het gewenst I

is dat het isolatiemateriaal, in het bijzonder het isolatiemateriaal I

toegepast voor de constructieve ribben, met name de ribben gelegen aan de I

5 kopse zijden, zich ook in de profielen bevindt. Als geschikte dragerlaag I

kan staal dat verzinkt en van een coating is voorzien, bijvoorbeeld een I

polyestercoating, worden genoemd. I

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de hoogte van de I

constructieve ribben op de dragerlaag zodanig uitgevoerd dat de hoogte I

10 hiervan samenvalt met de hoogte van het isolatiemateriaal ter verkrijging I

van een nagenoeg vlak bovenvlak. I

Ter bescherming van de laag isolatiemateriaal en de I

constructieve ribben is het gewenst dat een folie of dun plaatmateriaal I

zich bevindt op het bovenvlak gevormd door het isolatiemateriaal en de I

15 zich daarin bevindende constructieve ribben, waarbij met name de folie of I

dun plaatmateriaal zodanig is aangebracht dat het isolatiemateriaal en de I

constructieve ribben volledig zijn omsloten door de folie of het dunne I

plaatmateriaal. I

Ter verkrijging van dampremmende eigenschappen is een folie I

20 of dun plaatmateriaal van het type dampremmend toegepast, waarbij met I

name aluminiumfolie als geschikt materiaal wordt genoemd. I

Het in het onderhavige element toegepaste isolatiemateriaal I

is gekozen uit de groep van polyurethanschuim (PUR) of een afgeleide I

hiervan (PIR), polystyreen, steenwol en glaswol, of combinaties hiervan. I

25 Zoals reeds eerder is vermeld, dienen de constructieve I

ribben met name voor bevestiging van het onderhavige element aan I

regelwerk, waarbij de constructieve ribben bij voorkeur een zodanige I

afmeting bezitten dat bevestigingsmiddelen, bijvoorbeeld schroeven, hier I

doorheen kunnen worden geleid. Een geschikte constructieve rib bezit bij I

30 voorkeur een breedte van ten minste 4 cm, waarbij de breedte is I

gedefinieerd als de kortste zijde van het contactvlak gevormd tussen de I

1024376- I

7 * constructieve ribben en de dragerlaag.

De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een bouwwerk voorzien van een element zoals hiervoor omschreven.

De onderhavige uitvinding zal hierna aan de hand van een 5 aantal figuren worden toegelicht, waarbij echter dient te worden opgemerkt dat de onderhavige uitvinding in geen geval tot een dergelijke bijzondere uitvoeringsvorm is beperkt. In de tekeningen zullen dezelfde verwijzingscijfers voor overeenkomstige onderdelen worden toegepast.

Figuur 1 is een schematisch aanzicht van het element 10 volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 2 is een aanvullende uitvoeringsvorm van het in Figuur 1 weergegeven element.

Figuur 3 is een bijzondere uitvoeringsvorm van het onderhavige element.

15 Figuur 4 is een schematisch aanzicht van een bouwwerk waarin het onderhavige element is verwerkt.

In Figuur 1 is een element 1 volgens de onderhavige uitvinding schematisch weergegeven, welk element 1 een buigvaste dragerlaag 2, voorzien van profielen 3 die zich in de lengterichting van 20 element 1 uitstrekken, omvat. Op de buigvaste dragerlaag 2 is een laag isolatiemateriaal 4 aangebracht, waarbij zich in isolatiemateriaal 4 op regelmatige afstand constructieve ribben 5 bevinden, welke constructieve ribben 5 zich in de breedtenchting van element 1 uitstrekken.

In Figuur 2 is schematisch weergegeven dat een folie of dun 25 plaatmateriaal 6 zich bevindt op een bovenvlak gevormd door isolatiemateriaal 4 en de zich daarin bevindende constructieve ribben 5.

In Figuur 3 is een bijzondere uitvoeringsvorm van element 1 schematisch weergegeven, waarbij folie of dun plaatmateriaal 6 zodanig is aangebracht dat isolatiemateriaal 4 en constructieve ribben 5 aan de 30 lengtezijden van element 1 volledig zijn omsloten door folie of dun plaatmateriaal 6. Bovendien zijn de zich in de lengterichting van element 1024376-

8 I

1 uitstrekkende profielen opgevuld met het materiaal waaruit de I

constructieve ribben 5 zijn vervaardigd, welke constructieve ribben 5 in I

het bijzonder zijn vervaardigd uit een niet-samendrukbaar I

isolatiemateriaal. I

5 In Figuur 4 is een zijaanzicht van een bouwwerk schematisch I

weergegeven, waarbij op regelwerk 7 het onderhavige element 1 is I

gemonteerd, waarbij bevestigingsmiddelen 9 door de constructieve ribben 5 I

zijn geleid om aldus een hechte verbinding tussen element 1 en regelwerk I

7 tot stand te brengen. Doordat de constructieve ribben 5 uit een niet- I

10 samendrukbaar isolatiemateriaal zijn vervaardigd, is er geen sprake van I

koudebruggen, waarbij in isolatiemateriaal 4 een zodanig compacte I

structuur blijft behouden dat een optimale isolerende en duurzame I

constructie is verkregen. Uit Figuur 4 volgt dat de buigvaste dragerlaag I

2, voorzien van profielen 3, de buitenhuid van het bouwwerk vormt, I

15 waarbij isolatiematerial 4 is af geschermd door folie of dun I

plaatmateriaal 6. I

Τ02437Θ- I

Claims

1. Element voor het bekleden of afdekken van een regelwerk voor wanden en daken van bouwwerken, welk element een laag 5 isolatiemateriaal op een buigvaste dragerlaag omvat, waarbij zich in de laag isolatiemateriaal een of meer constructieve ribben bevinden, met het kenmerk, dat de constructieve ribben zich in de breedtenchting van het element uitstrekken.

2. Element volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 10 constructieve ribben uit een zodanig niet-samendrukbaar isolatiemateriaal bestaan dat de op de constructieve ribben uitgeoefende krachten worden overgebracht naar het onder de dragerlaag bevindende regelwerk.

3. Element volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de constructieve ribben zich over de gehele breedte van het element 15 uitstrekken.

4. Element volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de dragerlaag aan de van de laag isolatiemateriaal afgekeerde zijde is voorzien van op regelmatige afstand van elkaar gelegen profielen, welke profielen zich in de lengterichting van het 20 element uitstrekken.

5. Element volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het isolatiemateriaal zich in de profielen bevindt.

6. Element volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de hoogte van de constructieve ribben samenvalt met 25 de hoogte van het isolatiemateriaal ter verkrijgen van een nagenoeg vlak bovenvlak.

7. Element volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat een folie of dun plaatmateriaal zich bevindt op het bovenvlak gevormd door het isolatiemateriaal en de zich daarin bevindende 30 constructieve ribben.

8. Element volgens conclusies 7, met het kenmerk, dat de folie 1024376- I 10 I of dun plaatmateriaal zodanig is aangebracht dat het isolatiemateriaal en I de constructieve ribben volledig zijn omsloten door de folie of dun I plaatmateriaal.

9. Element volgens een of meer van de conclusies 6-8, met het I 5 kenmerk, dat een folie of dun plaatmateriaal van het type dampremmend is I toegepast.

10. Element volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat I aluminiumfolie als dampremmende folie is toegepast.

11. Element volgens een van de voorafgaande conclusies, met het I 10 kenmerk, dat het isolatiemateriaal is gekozen uit de groep van I polyurethanschuim (PUR) of een afgeleide daarvan (PIR), polystyreen, I steenwol en glaswol, of combinaties hiervan.

12. Element volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de constructieve ribben een zodanige afmeting 15 bezitten dat bevestigingsmiddelen hierdoor kunnen worden geleid.

13. Element volgens een of meer van de voorafgaande conclusies, I met het kenmerk, dat de constructieve ribben een breedte van ten minste 4 I cm bezitten, waarbij de breedte is gedefinieerd als de kortste zijde van I het contactvlak gevormd tussen de constructieve ribbe en de dragerlaag. I 20

14. Bouwwerk voorzien van een element zoals omschreven in een I of meer van de voorafgaande conclusies. I 1024378-