NL1024300C2 - Uit plaatvormige elementen opgebouwd systeemmeubel, plaatvormig element voor toepassing daarin en bevestigingsbus voor toepassing tezamen met een dergelijk plaatvormig element. - Google Patents

Uit plaatvormige elementen opgebouwd systeemmeubel, plaatvormig element voor toepassing daarin en bevestigingsbus voor toepassing tezamen met een dergelijk plaatvormig element. Download PDF

Info

Publication number
NL1024300C2
NL1024300C2 NL1024300A NL1024300A NL1024300C2 NL 1024300 C2 NL1024300 C2 NL 1024300C2 NL 1024300 A NL1024300 A NL 1024300A NL 1024300 A NL1024300 A NL 1024300A NL 1024300 C2 NL1024300 C2 NL 1024300C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
plate
shaped element
tie rods
coupling
system furniture
Prior art date
Application number
NL1024300A
Other languages
English (en)
Inventor
Alphonsus Joseph Corne Rhienen
Original Assignee
Rothmund Rene Dmt Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rothmund Rene Dmt Ag filed Critical Rothmund Rene Dmt Ag
Priority to NL1024300A priority Critical patent/NL1024300C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1024300C2 publication Critical patent/NL1024300C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47BTABLES; DESKS; OFFICE FURNITURE; CABINETS; DRAWERS; GENERAL DETAILS OF FURNITURE
    • A47B47/00Cabinets, racks or shelf units, characterised by features related to dismountability or building-up from elements
    • A47B47/04Cabinets, racks or shelf units, characterised by features related to dismountability or building-up from elements made mainly of wood or plastics
    • A47B47/042Panels connected without frames
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47BTABLES; DESKS; OFFICE FURNITURE; CABINETS; DRAWERS; GENERAL DETAILS OF FURNITURE
    • A47B47/00Cabinets, racks or shelf units, characterised by features related to dismountability or building-up from elements
    • A47B47/0025Horizontal connecting members adapted to receive and retain the edges of several panel elements
    • A47B47/0041Bars

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Furniture Connections (AREA)
  • Assembled Shelves (AREA)

Description

Korte aanduiding: Oit plaatvormige elementen opgebouwd systeemmeubel, plaatvormig element voor toepassing daarin en bevestigingsbus voor toepassing tezamen met een dergelijk plaatvormig element.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een systeemmeubel dat is opgebouwd uit tenminste eerste en tweede rechthoekige plaat-5 vormige elementen, waarbij steeds een eerste en een tweede plaatvormig element onder een hoek ten opzichte van elkaar staan en elk plaatvormig element twee draagvlakken omvat alsmede de draagvlakken verbindende kopse zijden, waarbij de plaatvormige elementen onder toepassen van verbindingselementen tot een systeemmeubel zijn 10 samengevoegd.
Een dergelijk systeemmeubel is bekend uit DE-A-28 48 523. j
Bedoeld document beschrijft een systeemmeubel van het aangegeven type waarin rechthoekige plaatvormige elementen met elkaar zijn verbonden door stiften die zijn vastgezet in de kopse 15 zijden van de plaatvormige elementen en die lopen door openingen in koppelingsdelen die worden toegepast. Het vastzetten van de stiften gebeurt bijvoorbeeld door lijmen.
Het opbouwen van een dergelijk systeemmeubel is tijdrovend; indien de lijmverbinding van twee naast elkaar gelegen stiften 20 loslaat kan uiteenvallen van het systeemmeubel plaatsvinden met alle risico's van dien.
De onderhavige aanvrage heeft ten doel voor de aangegeven problemen een oplossing te verschaffen en is te dien einde gekenmerkt doordat de verbindingselementen trekstangen zijn waarvan tenminste een deel 25 evenwijdig met de plaatvormige elementen verloopt waarbij de trekstangen de plaatvormige elementen onder spanning verbinden.
Door de verbindingselementen te vormen door trekstangen die voor een deel evenwijdig met de plaatvormige elementen verlopen, worden de plaatvormige elementen onder spanning, direct of indirect, 30 met elkaar verbonden waardoor zekerheid wordt verschaft en de opbouw van een systeemmeubel buitengewoon eenvoudig kan plaatsvinden zoals later nog zal worden toegelicht.
10?4300*_ I - 2 -
De uitvoeringsvormen met directe en indirecte verbinding van de plaatvormige elementen zullen hierna in detail worden besproken.
I De hierboven omschreven aanhef spreekt over plaatvormige elementen die een hoek met elkaar maken. Doelmatig zal voor een 5 systeemmeubel de hoek 90° zijn; de omschrijving bedoelt echter ook I andere opstellingen te beschermen zoals bijvoorbeeld plaatvormige I elementen die een hoek van 60° met elkaar maken of elke andere geschikte hoek.
I In een eerste aantrekkelijke uitvoeringsvorm zijn de 10 plaatvormige elementen indirect met elkaar verbonden zodanig dat een plaatvormig element steeds met een kopse zijde aanligt tegen een I koppelingsdeel met een vierhoekige doorsnede en de trekstangen voor I aanligging van de betreffende kopse zijde en het koppelingsdeel I zorgdragen, waarbij het koppelingsdeel aan de hoeken uitbreidingen I 15 bezit die aanliggen tegen de twee draagvlakken van het betreffende I plaatvormige element. De indirecte verbinding van de plaatvormige elementen met elkaar vindt derhalve plaats door tussenkomst van een koppelingsdeel met vierhoekige doorsnede waarbij uitbreidingen aan I het koppelingsdeel ervoor zorgen dat het plaatvormig element ten I 20 opzichte van het koppelingsdeel niet kan doorbuigen.
I Een vierhoekige doorsnede, zoals een rechthoek, maakt de I toepassing van plaatvormige elementen met verschillende dikte mogelijk waarbij een kopse zijde met een bepaalde dikte aanligt I tegen de zijde van een koppelingsdeel met dezelfde dikte.
I 25 Een koppelingsdeel kan gevormd zijn uit metaal, kunststof, hout I of elk ander massief of hol materiaal.
I Een groot voordeel in het systeemmeubel volgens deze uitvinding I is dat door het gehele systeemmeubel steeds hetzelfde koppelingsdeel I gebruikt kan worden met in alle gevallen dezelfde vorm en 30 uitvoering.
Uiteraard kunnen de koppelingsdelen ook gebruikt worden voor I het bevestigen van middelen om zaken in het meubel te kunnen
I ophangen of geleiden zoals haken, roeden, rails etcetera. I
I De trekstangen zijn zodanig gemonteerd dat, zoals eerder I
I 35 aangegeven, de plaatvormige elementen onder spanning aanliggen I
tegen, in dit geval, een koppelingsdeel. Zoals later nog zal worden I
uitgelegd dienen de trekstangen, om spanning te kunnen aanleggen, I
I tenminste aan de uiteinden in een vast punt te liggen. Een trekstang I
I 1024300- I
- 3 - kan zich bijvoorbeeld over de hele breedte respectievelijk hoogte van een systeemmeubel uitstrekken en aan de buitenzijde van het systeemmeubel met behulp van bijvoorbeeld een eindmoer zijn vastgezet.
5 Anderszins, zoals nog zal worden besproken, kan een trekstang ook uit deeltrekstangen zijn opgebouwd waarbij vastzetting aan de buitenzijde van het systeemmeubel plaatsvindt respectievelijk vastzetting van de deeltrekstangen in een koppelingsdeel plaatsvindt.
10 Doelmatig hebben het koppelingsdeel en de kopse zijde van het plaatvormig element dat er tegenaan ligt dezelfde lengte en verlopen trekstangen binnen holten die zijn vrijgelaten binnen het betreffende plaatvormige element. In deze uitvoeringsvorm zijn de trekstangen, met uitzondering wellicht van de uiteinden, volledig 15 binnen de plaatvormige elementen van het systeemmeubel weggewerkt.
In een andere uitvoeringsvorm heeft het koppelingsdeel een grotere lengte dan de kopse zijde van het plaatvormig element dat er tegenaan ligt en verlopen de trekstangen buiten het betreffende plaatvormige element. Het systeem van trekstangen is dan aan de 20 voorzijde en aan de achterzijde van het systeemmeubel zichtbaar wat een buitengewoon decoratieve werking kan hebben.
In het hiervoor geschetste geval waarin de trekstangen buiten de plaatvormige elementen liggen kunnen de holten in de plaatvormige elementen voor het doorlaten van de trekstangen uiteraard vervallen. 25 De plaatvormige elementen kunnen in dat geval ook massief zijn uitgevoerd zoals in kunststof, hout of, desgewenst, metaal.
In alle gevallen zullen de trekstangen zijn gevoerd door openingen in de koppelingsdelen en uitgaande van rechthoekige plaatvormige elementen en koppelingsdelen met een vierhoekige doorsnede zullen de 30 trekstangen zich, bij in gebruik zijn van het systeemmeubel, in verticale en horizontale richting uitstrekken. Uitgaande van één enkel koppelingsdeel zijn er openingen welke trekstangen of trekstangdelen in horizontale richting doorlaten en openingen die trekstangen of trekstangdelen in verticale richting doorlaten. Deze 35 openingen, voor verticale en horizontale doorlating, liggen doelmatig aan beide uiteinden van een koppelingsdeel, dat wil zeggen een opening voor verticale en een opening voor horizontale doorlating aan één uiteinde. Een vlak dat verticaal staat op het 1 024300^"
I - 4 - I
I koppelingsdeel en waarin een horizontaal doorgelaten trekstang of I
trekstangdeel is opgenomen ligt op korte afstand van een vlak waarin I
I een verticaal doorgelaten trekstang of trekstangdeel is opgenomen. I
De afstand van dergelijke vlakken is niet kritisch; een afstand van I
I 5 30 mm is bijvoorbeeld geschikt alhoewel andere afstanden ook I
I gebruikt kunnen worden. I
I In een eerste voordelige uitvoeringsvorm wordt het systeem- I
I meubel gekenmerkt doordat dat met elk van de eerste en tweede I
I plaatvormige elementen tenminste twee trekstangen samenwerken, dat I
10 het koppelingsdeel een vierkante doorsnede bezit en in het I
I koppelingsdeel openingen zijn opgenomen waarin een koppelingsmoer I
I past met daarin een boring met inwendige draad en een in het I
I systeemmeubel verlopende trekstang is opgebouwd uit meerdere I
I deeltrekstangen met tenminste aan beide uiteinden een uitwendige I
I 15 draad, die door koppelingsmoeren met elkaar zijn verbonden waarbij I
I elke deeltrekstang een lengte bezit van ten hoogste de afmeting van I
I het plaatvormig element waaraan deze evenwijdig is plus de lengte I
van de zijde van het koppelingsdeel en aan beide uiteinden van de I
I aldus opgebouwde trekstang een tegen een eindstandig koppelingsdeel I
I 20 aan de buitenzijde van het systeemmeubel aanliggende eindmoer I
I aanwezig is en het koppelingsdeel geschikt is om met behulp van I
I koppelingsmoeren in tenminste twee loodrecht op elkaar staande I
richtingen van het systeemmeubel verlopende deeltrekstangen te I
I koppelen. I
I 25 Een trekstang is in deze uitvoeringsvorm opgebouwd uit een I
aantal deeltrekstangen die met koppelingsmoeren aan elkaar zijn I
I gekoppeld, waarbij de koppelingsmoer binnen een opening in een I
koppelingsdeel met vierkante doorsnede is opgenomen. De uit I
I deeltrekstangen opgebouwde trekstangen strekken zich in horizontale I
I 30 en verticale richting over de hele afmeting van het systeemmeubel I
I uit en de uiteinden zijn vastgezet met behulp van eindmoeren tegen I
I de buitenzijde van een buitenste koppelingsdeel. De koppelingsmoer I
I is doelmatig cilindervormig en past met nauwe speling in openingen I
in het koppelingsdeel. Een koppelingsmoer van andere uitwendige vorm I
I 35 dan een cilinder is ook mogelijk indien ervoor gezorgd is dat de I
openingen in het koppelingsdeel een dienovereenkomstige vorm I
I bezitten. De spanning waarmee de plaatvormige elementen aanliggen I
I tegen een koppelingsdeel wordt bepaald door de mate van aandraaiing I
I 1024300- I
- 5 - van de eindiuoeren aan de uiteinden van de uit deeltrekstangen opgebouwde trekstang.
In een andere aantrekkelijke uitvoeringsvorm wordt het systeem-meubel gekenmerkt doordat dat met elk van de eerste en tweede 5 plaatvormige elementen tenminste twee trekstangen samenwerken, dat het koppelingsdeel een vierkante doorsnede bezit en in het koppelingsdeel openingen zijn opgenomen waarin een afstandsbus past met daarin een boring met een inwendige diameter die de buitendiameter van een in het systeemmeubel verlopende trekstang nauw 10 passend doorlaat en aan beide uiteinden van de trekstang draad aanwezig is met daarop een tegen een eindstandig koppelingsdeel aan de buitenzijde van het systeemmeubel aanliggende eindmoer en het koppelingsdeel geschikt is om in tenminste twee loodrecht op elkaar staande richtingen van het systeemmeubel verlopende trekstangen 15 onder tussenkomst van afstandsbussen door te laten. In deze uitvoeringsvorm verlopen trekstangen over de gehele breedte en hoogte van het systeemmeubel; de uiteinden zijn met behulp van eindmoeren weer vastgezet tegen aan de buitenzijde van het systeemmeubel liggende koppelingsdelen waardoor ook de spanning in 20 de trekstang kan worden geregeld. De trekstangen verlopen door openingen in de respectievelijke koppelingsdelen; in elke opening past een afstandsbus met daarin een boring die onder nauwe passing de trekstang doorlaat.
De afstandsbussen zijn van belang voor het beschermen van 25 materiaal van de koppelingsdelen.
Vooral bij koppelingsdelen uit kunststof is een dergelijke beschermingsfunctie van voordeel.
Indien het koppelingsdeel bijvoorbeeld uit metaal bestaat kan desgewenst van afstandsbussen worden afgezien. De trekstangen worden 30 dan nauw passend door openingen in de koppelingsdelen geleid.
In een zeer aantrekkelijke verdere uitvoeringsvorm wordt het systeemmeubel volgens de uitvinding gekenmerkt doordat dat met elk van de eerste en tweede plaatvormige elementen tenminste twee trekstangen samenwerken, dat het koppelingsdeel een vierkante 35 doorsnede bezit en in het koppelingsdeel openingen zijn opgenomen waarin een rotatiesymmetrische koppelingsmoer past met daarin een boring met inwendige draad en een in het systeemmeubel verlopende trekstang is opgebouwd uit meerdere deeltrekstangen met aan 1024300-
I - 6 - I
I tenminste beide uiteinden een uitwendige draad, die door koppelings- I
moeren met elkaar zijn verbonden, waarbij elke deeltrekstang een I
I lengte bezit van ten hoogste de afmeting van het plaatvormig element I
I waaraan deze evenwijdig is plus de lengte van de zijde van het I
I 5 koppelingsdeel, waarbij een koppelingsmoer over de lengte ervan twee I
gebieden van verschillend buitendoorsnedeoppervlak bezit, de I
I openingen in het koppelingsdeel complementair met de koppelingsmoer I
gevormd zijn en de koppelingsmoer voorzien is van middelen voor het I
I draaien ervan ten opzichte van een deeltrekstang, terwijl het I
I 10 koppelingsdeel geschikt is om, met behulp van koppelingsmoeren, in I
I tenminste twee loodrecht op elkaar staande richtingen van het I
I systeemmeubel verlopende deeltrekstangen te koppelen. I
H Ook hier zijn weer de trekstangen opgebouwd uit deeltrekstangen I
I waarbij de koppelingsmoeren zodanig zijn gevormd dat zij passen en I
I 15 een steunpunt voor aanspanning vinden binnen openingen in de I
I koppelingsdelen die complementair met de vorm van de koppelings- I
moeren zijn gevormd. Als voorbeeld dient het volgende: een uit twee I
I plaatvormige elementen opgebouwd deel van een systeemmeubel omvat in I
H het vlak daarvan drie koppelingsdelen, te weten twee aan de I
I 20 buitenzijde en één tussen de plaatvormige elementen in. Een uit I
H deeltrèkstangen opgebouwde trekstang omvat een koppelingsmoer in de I
I twee buitenste koppelingsdelen alsmede een koppelingsmoer in het I
H koppelingsdeel tussen de twee plaatvormige elementen in. De I
H koppelingsmoeren die aan de uiteinden van de in twee delen gevormde I
I 25 trekstang zijn aangebracht zijn ten opzichte van elkaar I
I spiegelbeeldig gemonteerd zodanig dat het verbrede buitendoorsnede I
I oppervlak van de koppelingsmoeren zich bevindt aan de buitenzijde I
I van de twee buitenste koppelingsdelen, dat wil zeggen door één of I
beide buitenste koppelingsmoeren aan te draaien wordt de trekstang I
30 onder spanning tegen het middelste koppelingsdeel aangetrokken. I
I In deze uitvoeringsvorm kunnen de koppelingsmoeren worden I
I gedraaid ten opzichte van een deeltrekstang om aanspannen mogelijk I
I te maken. Doelmatig zijn de middelen voor het draaien van een I
koppelingsmoer ten opzichte van een deeltrekstang gevormd door een I
I 35 imbusdeel in de boring van de koppelingsmoer die de inwendige draad I
I over een deel van de lengte vervangt. I
I Het aantrekkelijke aspect van deze uitvoeringsvorm, waarin de I
I trekstangen zijn opgebouwd uit deeltrekstangen en de I
I J024S?n- - 7 - koppelingsmoeren de deeltrekstangen kunnen spannen ten opzichte van de koppelingsdelen, is dat het systeemmeubel modulair kan worden opgebouwd. Uitgaande van een systeemmeubel in een door de bezitter gekozen vorm is uitbreiding dan wel verkleining met eenvoudige 5 middelen simpel uit te voeren.
Het aandraaien van de koppelingsmoeren geschiedt doelmatig zodanig dat de som van de trekspanningen van de deeltrekstangen overeenkomt met de voor de betreffende volledige trekstang gewenste trekspanning.
10 Tot nu toe is gesproken over een systeemmeubel waarin de plaatvormige elementen indirect, dat wil zeggen onder tussenkomst van een koppelingselement, tegen elkaar onder spanning aanliggen.
Het systeemmeubel volgens de uitvinding waarin de verbindingselementen door trekstangen worden gevormd kan echter ook zonder 15 tussenkomst van koppelingsdelen worden gevormd en in een voordelige uitvoeringsvorm wordt een dergelijk systeemmeubel gekenmerkt doordat dit bestaat uit een gewenst aantal eerste plaatvormige elementen en tenminste twee tweede plaatvormige elementen en dat in een directe verbinding een eerste plaatvormig element steeds met een kopse zijde 20 aanligt tegen een draagvlak van een tweede plaatvormig element, een eerste en tweede plaatvormig element loodrecht op elkaar staan, per eerste plaatvormig element ten minste twee trekstangen aanwezig zijn, de trekstangen langer zijn dan de afstand tussen de van het systeemmeubel afgekeerde draagvlakken van de tweede plaatvormige 25 elementen resp. de buitenste tweede plaatvormige elementen en de trekstangen zijn gevoerd door openingen in de tweede plaatvormige elementen en daarbuiten uitsteken, de uiteinden van de trekstangen van draad zijn voorzien en aan beide uiteinden van een trekstang een eindmoer aanwezig is die aanligt tegen het betreffende draagvlak van 30 een tweede plaatvormig element en door aandraaien van de eindmoer of eindmoeren aan elke trekstang een gewenste trekspanning is gegeven. De plaatvormige elementen staan loodrecht op elkaar en in het algemeen zal één plaatvormig element met zijn kopse zijde onder spanning aanliggen tegen het draagvlak van een ander plaatvormig 35 element. Als voorbeeld wordt gegeven een systeemmeubel dat bestaat uit eerste en tweede plaatvormige elementen waarbij de eerste plaatvormige elementen steeds tussen twee tweede plaatvormige elementen zijn opgenomen, waarbij de tweede plaatvormige elementen .1024300- Η
I - 8 - I
I bijvoorbeeld verticaal staan. De trekstangen strekken zich over de I
I volledige breedte van een aldus gevormd systeemineubel uit en zijn I
I met behulp van eindmoeren vastgezet tegen de buitenzijde van de I
I tweede plaatvormige elementen waarbij aandraaien van de eindmoeren I
I 5 aan de trekstangen de gewenste trekspanning verschaffen. I
I Uiteraard kunnen er ook systeemmeubelen van dit type worden I
I opgebouwd met meer dan twee tweede plaatvormige elementen; in dat I
I geval zullen de trekstangen zich ook weer over de volledige breedte I
I van het systeemmeubel uitstrekken ervan uitgaande dat de tweede I
I 10 plaatvormige elementen bij in gebruik zijn van het systeemmeubel I
I verticaal staan opgesteld. I
I De uitvinding betreft eveneens een plaatvormig element voor I
I toepassing in een systeemmeubel volgens de hiervoor beschreven I
I uitvinding omvattende twee draagvlakken alsmede de draagvlakken I
I 15 verbindende kopse zijden die wordt gekenmerkt doordat het I
I plaatvormig element tenminste twee, tussen de draagvlakken I
I opgestelde, langwerpige evenwijdige holten omvat die elk een I
I trekstang kunnen doorlaten waarbij elkee holte evenwijdig loopt aan I
I een kopse zijde. I
I 20 In een aantrekkelijke uitvoeringsvorm wordt het hiervoor beschreven I
I plaatvormig element gekenmerkt doordat het tenminste één opening I
I omvat waarvan de as loodrecht staat op de draagvlakken en die de as I
I van de holte voor het doorlaten van een trekstang snijdt welke I
I opening geschikt is voor het opnemen van een bevestigingsbus die I
I 25 binnen zijn lengte een opening omvat voor het doorlaten van een I
I geplaatste trekstang waarbij de bevestigingsbus aan tenminste één I
I kopse zijde een opening met draad omvat voor het op een draagvlak I
I van het plaatvormig element bevestigen van een gewenst onderdeel I
I zoals hang en sluitwerk, scharnier, rails of dergelijke. I
I 30 Deze uitvoeringsvorm maakt het derhalve mogelijk het systeemmeubel I
I te voorzien van aanvullende onderdelen zoals deuren, rails voor I
I bijvoorbeeld uitschuifbare platen of laden, stangen voor het I
I ophangen van kleding en dergelijke. I
I De as van de opening voor het opnemen van een bevestigingsbus staat I
I 35 zoals hiervoor beschreven doelmatig loodrecht op de draagvlakken van I
I een plaatvormig element; indien gewenst kan de as van een opening
I zich echter ook uitstrekken evenwijdig aan de draagvlakken zodat een I
I 1024300 I
- 9 - opening voor het opnemen van een bevestigingsbus uitloopt aan een kopse zijde van een plaatvormig element.
Bij voorkeur omvat een plaatvormig element voor toepassing in een 5 systeemmeubel volgens de uitvinding vier onderling evenwijdige holten die twee aan twee in de nabijheid van twee evenwijdige kopse zijden zijn gelegen terwijl over de lengte van elke holte meerdere openingen aanwezig zijn voor het opnemen van elk een bevestigingsbus. De openingen worden zodanig geplaatst dat opname 10 van de gewenste onderdelen zoals hiervoor genoemd zonder problemen kan plaatsvinden.
Ten aanzien van een plaatvormig element dat voorzien is van één of meer openingen voor het opnemen van een bevestigingsbus wordt 15 opgemerkt dat de openingen kunnen zijn gekozen uit openingen die zich over de hele afstand tussen de draagvlakken uitstrekken en openingen die zich over een afstand uitstrekken die kleiner is dan de afstand tussen de draagvlakken.
Bij openingen die zich over de hele afstand tussen de draagvlakken 20 uitstrekken kan het zo zijn dat de daarin op te nemen bevestigingsbus in hoofdzaak dezelfde lengte als de afstand tussen de draagvlakken van het betreffende plaatvormige element; uiteraard kan ook een bevestigingsbus met een grotere lengte worden genomen.
In het laatste geval kan het uitstekende gedeelte van de 25 bevestigingsbus behalve voor het vastzetten van gewenste onderdelen ook worden toegepast als ondersteuningspunt voor te gebruiken los liggende planken. Zo'n plank kan de vorm hebben van een plaatvormig element zoals in het systeemmeubel wordt gebruikt; ook kan elk ander plaatvormig lichaam uit kunststof, hout , metaal of glas worden 30 toegepast.
De toe te passen bevestigingsbus kan ook een lengte bezitten die kleiner is dan de afstand tussen de draagvlakken van een plaatvormig element. De opening in het plaatvormige element strekt zich in dat geval ook uit over een lengte die kleiner is als de afstand tussen 35 de draagvlakken en de opening is dan slechts aan één zijde van het plaatvormige element zichtbaar. Plaatvormige elementen met dit soort "blinde" openingen worden toegepast als buitenbegrenzing van een 1024300
Η I
I - 10 - I
I systeerameubel. De te bevestigen onderdelen worden dan uitsluitend in I
I het inwendige van het systeeinmeubel bevestigd. I
I De in het hiervoor beschreven systeeinmeubel toe te passen I
I plaatvormige elementen kunnen van velerlei uitvoering zijn; met I
I 5 voordeel is het plaatvormig element door spuitgieten of extrusie van I
I thermoplastische kunststof vervaardigd en worden de holten . I
I omsloten door ribben die verlopen tussen de draagvlakken van een I
I plaatvormig element terwijl voorts aanvullende ribben aanwezig I
I zijn. De toe te passen kunststof kan velerlei zijn; I
I 10 polyvinylchloride en polypropeen zijn in dit verband te noemen. I
I Tenslotte heeft de uitvinding betrekking op een bevestigingsbus voor I
I toepassen met een plaatvormig element zoals hiervoor beschreven I
I waarbij de bevestigingsbus een langwerpig cylindrische vorm bezit I
I 15 met een tenminste één uiteinde een boring en een daarin opgenomen I
I draad almede een opening waarvan de as loodrecht staat op de as van I
I de bevestigingsbus welke opening geschikt is om een draadstang I
I door te laten. I
I 20 De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een tekening I
I waarin: I
I Fig. 1 schetsmatig een systeeinmeubel volgende uitvinding toont; I
I Fig. 2 een plaatvormig element voor toepassing in het I
I systeeinmeubel toont; I
I 25 Fig. 3 een schetsmatige samenstelling toont van een I
I verbindingswijze van plaatvormige elementen onder I
I tussenkomst van koppelingsdelen bij toepassing van uit I
I één deel bestaande trekstangen; I
I Fig. 4 een opstelling toont als in fig. 3, waarbij de I
I 30 trekstangen uit deeltrekstangen zijn opgebouwd onder I
I toepassing van asymmetrische koppelingsmoeren; I
I Fig. 5/ 5a in detail de functie van de koppelingsmoeren tonen voor I
I het verbinden van de deeltrekstangen uit fig. 4; I
I Fig. 6 de doorsnede toont van een koppelingsdeel met aan de I
I 35 hoeken aanwezige uitbreidingen; I
I Fig. 7 een trekstang toont die loopt door openingen in twee I
I koppelingsdelen, doch niet door openingen in een I
I plaatvormig element; I
I .1024300 I
- 11 -
Fig. 8 schetsmatig een plaatvormig element laat zien met een van een uitholling voorziene kopse zijde waardoorheen een trekstang of trekstangdeel kan verlopen;
Fig. 9 een cilindervormige koppelingsmoer toont met een boring 5 voorzien van een inwendige draad;
Fig. 10 een cilindervormige afstandsbus toont met daarin een cilindervormige boring;
Fig. 11 een systeemmeubel toont dat is opgebouwd zonder toepassing van koppelingsdelen waarin de plaatvormige 10 elementen direct tegenelkaar aan liggen;
Fig. 12, 12a in detail een plaatvormig element toont met daarin aanwezige holten voor het doorlaten van trekstangen.
Fig. 13 een opstelling toont waarin een bevestigingsbus samenwerkt met een door een plaatvormig element verlopende 15 draadstang
Fig 14 een bevestigingsbus toont voor toepassing in de opstelling volgens fig. 13.
In fig. 1 is een systeemmeubel aangegeven met verwijzingscijfer 20 1; 2 en 3 zijn plaatvormige elementen die in dit geval horizontaal respectievelijk verticaal lopen bij in gebruik zijn van het systeemmeubel. De plaatvormige elementen 2 en 3 zijn met elkaar verbonden via koppelingsdelen 4 onder toepassing van trekstangen die in dit geval verlopen binnen holten in de plaatvormige elementen.
25 Met 7 respectievelijk 8 zijn uiteinden van horizontale respectievelijk verticale trekstangen aangegeven; met 9 zijn in dit geval ongebruikte openingen in een koppelingsdeel 4 aangegeven.
De koppelingsmoeren bij 7 en 8 zijn in dit geval eindraoeren die voor aanspannen van de betreffende trekstangen in horizontale 30 respectievelijk verticale richting kunnen zorgdragen.
Het systeemmeubel volgens de uitvinding is door zijn opbouw bijzonder stabiel en behoudt, ook onder belasting, zijn vorm. Het aanbrengen van een stabiliserende achterwand of kruisschoor is dan ook niet nodig tenzij dit om estetische of andere overwegingen 35 gewenst wordt.
Fig. 2 toont een plaatvormig element dat in dit geval uit polyvinylchloride of polypropyleen gevormd kan zijn door extruderen. Het paneel omvat holten 5 en verkleinde holten 6 voor het doorlaten J024300
I - 12 - I
I van trekstangen; de vorm en opbouw van laatstgenoemde holten 6 zal I
I later nog meer in detail worden besproken. I
I In fig. 3 is een verbindingswijze getoond van een tweetal I
I horizontaal gepositioneerde plaatvormige elementen 12 alsmede één I
I 5 verticaal georiënteerd plaatvormig element 13 onder tussenkomst van I
I koppelingsdelen 14. Te zien is dat er trekstangen 15 en 16 zijn die I
zich uitstrekken door de koppelingsdelen en de plaatvormige I
I elementen 12 en 13. In dit geval kunnen de openingen in de I
koppelingsdelen 14 de draadstangen 15 en 16 nauw passend doorlaten; I
I 10 ook kunnen in de openingen in de koppelingsdelen 14 en 15 I
I afstandsbussen aanwezig zijn zoals eerder besproken. Laatstgenoemde I
I variant is vooral van belang wanneer de koppelingsdelen uit I
I dunwandige kunststof bestaan. De afstandsbussen voorkomen dan I
I beschadiging van de kunststofwand. De trekstangen worden onder I
I 15 spanning gebracht door eindmoeren die aanliggen op koppelingsdelen I
14 die gelegen zijn aan de buitenomtrek van het te vormen I
systeemmeubel. Door aandraaien van de moeren worden de trekstangen I
I onder een gewenste spanning gebracht. De koppelingsdelen 14 zijn I
zoals steeds uitgerust met uitbreidingen die aanliggen tegen de I
20 draagvlakken van de plaatvormige elementen 12 en 13, zodat door- I
I buigen van deze plaatvormige elementen wordt voorkomen en een fraaie I
I afwerking van de naden tussen koppelingsdelen en plaatvormige I
I elementen wordt verkregen. Per plaatvormig element zijn minimaal I
I twee trekstangen aanwezig alhoewel ook meer trekstangen kunnen I
I 25 worden geplaatst. De trekstangen hebben tenminste aan hun uiteinde I
I een draadgedeelte zodat opschroeven van een eindmoer mogelijk is; I
uiteraard kunnen de trekstangen ook draad over hun hele lengte I
I bezitten. I
De trekstangen kunnen uit elk type materiaal zijn dat in staat I
30 is trekspanning op te nemen zoals staal, bijvoorbeeld verzinkt I
staal, of kunststof, bijvoorbeeld nylon. I
Een uit verzinkt staal vervaardigde trekstang heeft I
bijvoorbeeld een diameter van 5 mm alhoewel grotere of kleine I
I diameters mogelijk zijn. I
I 35 Een koppelingsdeel kan uiteraard allerlei afmetingen bezitten; I
I bij een trekstang met een diameter van 5 mm is een vierkant I
koppelingsdeel met een zijde van 20 mm zeer geschikt. I
I J024?:n - 13 -
De plaatvormige elementen hebben in dat geval een dikte van ongeveer 20 mm zodanig dat de kopse zijden ervan tussen de uitbreidingen van de koppelingsdelen passen.
In fig. 4 is de situatie uit fig. 3 getoond, waarbij echter de 5 trekstangen zijn opgebouwd uit deeltrekstangen 15'en 16'.
Koppelingsmoeren 17 zijn aanwezig voor het binnen de verbindingsdelen 14 aan elkaar koppelen van de deeltrekstangen 15', 16'; de koppelingsmoeren 17 hebben in de cilinderlengte ervan gezien twee buitendoorsneden waarbij de openingen in de koppelingsdelen 14 een 10 doorsnedevorm hebben die complementair is met de buitendoorsnedevorm van de koppelingsmoeren 17. Voor de montage worden bijvoorbeeld deeltrekstangen 15' gevoerd door de holten in een plaatvormig element 12 zodanig dat de draaduiteinden daarvan buiten het plaatvormig element uitsteken. Een koppelingsdeel 14 wordt over de 15 draaduiteinden aangebracht en koppelingsmoeren 17 worden op de draaduiteinden gedraaid, zodanig dat de koppelingsmoer binnen het koppelingsdeel 14 komt te liggen en, indien aan het andere uiteinde van de deeltrekstang wordt getrokken de koppelingsmoer het koppelingsdeel 14 tegen het plaatvormig element 12 aantrekt. Aan het 20 buiten het plaatvormig element 12 uitstekende andere deeltrekstang-uiteinde wordt nu een nieuwe koppelingsmoer geschroefd op de wijze zoals is aangegeven in fig. 4. Over deze koppelingsmoeren wordt weer een nieuw koppelingsdeel 14 geschoven; de koppelingsmoeren 17 worden weer verbonden met de van draad voorziene deeltrekstanguiteinden van 25 een volgend plaatvormig element.
Indien het in fig. 4 getoonde tussen de twee plaatvormige elementen 12 in liggende koppelingsdeel een eindkoppelingsdeel zou zijn zal dit koppelingsdeel rondom zijn langsas over 180° zijn gedraaid, zodat de koppelingsmoeren voor aantrekken van het 30 koppelingsdeel 14 tegen het plaatvormig element 12 zorgdragen en het plaatvormig element 12 dus tussen het rechter en het linker koppelingsdeel is geklemd (de koppelingsdelen zijn in dat geval t.o.v. elkaar gespiegeld opgesteld).
Opgemerkt wordt dat de trekstangen die door de paneelvormige 35 elementen lopen het mogelijk maken daaraan gewenste elementen te bevestigen.
Plaatvormige elementen kunnen ter plekke van de trekstangen openingen omvatten waarin een nader te beschrijven onderdeel past 1 024300-i I - 14 - waar de trekstang doorheen loopt en waaraan bijvoorbeeld een scharnierdeel voor een deur kan worden bevestigd. Ook allerlei I andere middelen voor het bevestigen van functionele materialen zoals rails, roeden, haken, glijstroken etcetera kunnen indirect met de 5 trekstangen worden verbonden en vastgezet.
In fig. 5 is op vergrote schaal getoond hoe een koppelingsdeel I 14 met behulp van een koppelingsmoer 17 aansluit op een I deeltrekstang 15'. De deeltrekstang 15' heeft een draadeinde 15a dat I wordt opgenomen in het draadeinde van de koppelingsmoer 17. Met I 10 behulp van een imbusgedeelte 19 kan de koppelingsmoer worden gedraaid ten opzichte van het ‘draadeinde 15a van de deeltrekstang I 15'. In fig. 5a is te zien dat de koppelingsmoer 17 met imbus- gedeelte 19 past in een opening 17' in het koppelingsdeel 14 die complementair met de moer gevormd is. Op korte afstand van de I 15 opening 17' ligt een opening 18' die geschikt is voor het opnemen I van een koppelingsmoer die verticaal gerichte deeltrekstangen kan koppelen. Te zien is in fig. 5a dat het koppelingsdeel 14 een inzetstuk 14' omvat waarin de openingen zijn opgenomen; het inzetstuk 14' is ingebracht in het uiteinde van het koppelingsdeel I 20 14; de uiteinden van de daarin aanwezige openingen vallen samen met openingen in de buitenoppervlakken van het koppelingsdeel 14. Het koppelingsdeel 14 kan uit metaal zoals aluminium of kunststof zoals nylon zijn gevormd. Het inzetstuk 14' is doelmatig uit nylon gevormd of elke andere geschikte vormvaste kunststof.
25 Ook de koppelingsmoeren 17 (of koppelingsmoer 47, respectievelijk afstandsbus 57) kunnen uit metaal (zoals aluminium) of kunststof (zoals nylon) zijn vervaardigd.
In fig. 6 is schetsmatig in doorsnede een koppelingsdeel 24 getoond dat is ingericht om aan te sluiten op plaatvormige elementen 30 22 en 23. Het koppelingsdeel 24 omvat uitbreidingen 24a die over kleine afstand aanliggen op de draagvlakken van de plaatvormige elementen 22 en 23 en die ervoor zorgen dat in gebruik van het systeemmeubel de plaatvormige elementen niet kunnen doorbuigen. In
deze figuur zijn alle zijden van het koppelingsdeel in samenwerking I
35 met een plaatvormig element; een koppelingsdeel kan uiteraard ook I
met minder dan vier plaatvormige elementen samenwerken, dat wil I
zeggen met één, twee of drie. Het koppelingsdeel kan zijn I
I 102430 0 - 15 - vervaardigd uit metaal of kunststof en zijn uitgevoerd zoals hiervoor is aangègeven in fig. 5a.
In fig. 7 is getoond dat een trekstang niet altijd van het ene naar het volgende koppelingsdeel hoeft te lopen via het inwendige 5 van een plaatvormig element. In deze figuur is een plaatvormig element 2 getoond met twee daaraan grenzende koppelingsdelen 34, waarbij de koppelingsdelen uitsteken buiten het plaatvormig element 32 en de trekstang buiten het plaatvormig element verloopt.
In fig. 8 is schetsmatig getoond dat een buiten een plaatvormig 10 element verlopende trekstang 35 kan vallen binnen een holte die in de kopse zijde van het plaatvormige element 32 is vrijgelaten.
In fig. 9 is een koppelingsmoer 47 getoond van cilindervormige buitendoorsnede met een boring met daarin een inwendig draad 48.
Deze koppelingsmoer wordt gebruikt in het geval van opbouw van een 15 trekstang uit deeltrekstangen, waarbij echter de spanning in het totaal van deeltrekstangen dient te worden gerealiseerd door aantrekken vanaf beide uiteinden van de uit delen opgebouwde trekstang.
In fig. 10 is een afstandsbus 57 getoond met een cilindrische 20 boring 58 die niet van draad is voorzien. Een dergelijk cilindrisch afstandsstuk dient om de toegepaste uit één stuk gevormde trekstangen te geleiden door de respectievelijke koppelingsdelen waarbij de spanning in de totale trekstang wordt gevormd door aandraaien van eindmoeren aan de buitenzijde van het betreffende 25 systeemmeubel.
In fig. 11 is een situatie getoond dat plaatvormige elementen zonder tussenkomst van koppelingsdelen, met elkaar onder spanning zijn verbonden.
Getoond zijn een tweetal tweede plaatvormige elementen 63 en 30 een vijftal eerste plaatvormige elementen 62. De plaatvormige elementen 62 en 63 zijn met elkaar verbonden door trekstangen 65 die lopen door holten binnen de eerste plaatvormige elementen 62 waarbij het verband tussen de twee plaatvormige elementen 63 en de diverse eerste plaatvormige elementen 62 wordt verschaft door trekstangen 35 65, die aan hun uiteinden van draad zijn voorzien, waarop eindmoeren passen die door aandraaien de benodigde spanning van aanligging tussen de plaatvormige elementen 62 en de plaatvormige elementen 63 verzorgen. Uiteraard kunnen er meerdere tweede plaatvormige J024305
I - 16 - I
elementen 63 zijn; de trekstangen 65 worden dan dienovereenkomstig I
I langer gemaakt. I
I Fig. 12 toont op vergrote schaal een plaatvormig element 2 met I
I holten 5 en holten 6a, 6b respectievelijk 7a, 7b voor het doorlaten I
5 van trekstangen of deeltrekstangen. Te zien is dat een holte 6a, 6b, I
I 7a, 7b een kleinere afmeting in de richting van het draagvlak van I
I het plaatvormig element 2 heeft die juist voldoende is om de I
I diameter van een trekstang door te laten. In een richting loodrecht I
I op het draagvlak van het plaatvormig element 2 zijn in elke holte I
I 10 6a, 6b, 7a, 7b steeds twee wanden 6c, 7c aanwezig waardoor een holte I
I wordt gecreëerd die een trekstang precies doorlaat. Een en ander is I
nog eens op vergrote schaal aangegeven in fig. 12a. I
I In figuur 13 is een opstelling getoond waarbij in een plaatvormig I
I 15 element 70 holten 76a en 76b aanwezig zijn waarbij in holte 76b een I
trekstang 71 verloopt. De trekstang 71 fungeert bijvoorbeeld op de I
I wijze zoals is toegelicht in figuur 4. In het plaatvormig element I
zijn naast de holten 76a en 76b, die zijn geconstrueerd als is I
I beschreven in figuur 12, 12a, ook aanvullende ribben 75 aanwezig. I
20 Het plaatvormig element is een geëxtrudeerd plaatvormig element uit I
I bijvoorbeeld polypropeen. In het plaatvormig element is een opening I
I aanwezig waarin een bevestigingsbus 72 is opgenomen. De I
I bevestigingsbus 72 omvat een opening 73 die de trekstang 71 I
doorlaat. De, hier cylindrische, bevestigingsbus 72 heeft aan zijn I
I 25 uiteinden boringen 74a en 74b met inwendige draad. Met de I
I draagvlakken van het plaatvormig element 70 te verbinden gewenste I
I onderdelen, zoals hang en sluitwerk, scharnieren, rails, glijstangen I
I en dergelijke, kunnen aan de bevestigingsbus 72 worden vastgezet I
met behulp van geschikte bouten. I
I 30 I
Figuur 14 toont een bevestigingsbus 72 van cylindervorm met een I
I opening 73 voor het doorlaten van een draadstang en boringen 74a en I
74b met inwendige draad. De bevestigingsbus kan vervaardigd zijn uit I
I metaal, zoals aluminium maar ook uit kunststof zoals nylon. I
I 1024300

Claims (16)

1. Systeemmeubel (1) dat is opgebouwd uit tenminste eerste en tweede rechthoekige plaatvormige elementen (2, 3, 12, 13), waarbij steeds 5 een eerste en een tweede plaatvormig element (2, 3, 12, 13) onder een hoek ten opzichte van elkaar staan en elk plaatvormig element (2,3,12,13) twee draagvlakken omvat alsmede de draagvlakken verbindende kopse zijden, waarbij de plaatvormige elementen onder toepassen van verbindingselementen tot een systeemmeubel zijn 10 samengevoegd, met het kenmerk, dat de verbindingselementen trekstangen (15, 16) zijn waarvan tenminste een deel evenwijdig met de plaatvormige elementen (2, 3, 12, 13) verloopt waarbij de trekstangen (15, 16)de plaatvormige 15 elementen (2, 3, 12, 13) onder spanning verbinden.
2. Systeemmeubel (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in een indirecte verbinding een plaatvormig element (2, 3, 12, 20 13, 22, 23) steeds met een kopse zijde aanligt tegen een koppelingsdeel (14, 24) met een vierhoekige doorsnede en de trekstangen (15, 16) voor aanligging van de betreffende kopse zijde en het koppelingssdeel (14, 24) zorgdragen waarbij het koppelingsdeel (14, 24) aan de hoeken uitbreidingen (24a) bezit die aanliggen 25 tegen de twee draagvlakken van het betreffende plaatvormige element (22, 23) .
3. Systeemmeubel(1) volgens conclusie 2, met het kenmerk, 30 dat het koppelingsdeel (14, 24) en de kopse zijde van het plaatvormig element (12, 13, 22, 23) dat er tegen aan ligt dezelfde lengte hebben en de trekstangen (15, 16) verlopen binnen holten (6a, 6b, 7a, 7b) die zijn vrijgelaten binnen het betreffende plaatvormig element. 35
4. Systeemmeubel (1) volgens conclusie 2, met het kenmerk, 1024300 I - 18 - I I dat het koppelingsdeel (34) een grotere lengte heeft dan de kopse I I zijde van het plaatvormig element (32) dat er tegen aan ligt en de I I trekstangen (35) verlopen buiten het betreffende plaatvormig element I I (32). I I 5 I
5. Systeemmeubel (1) volgens één of meer van de voorgaande I I conclusies 2-4, I I met het kenmerk, I dat met elk van de eerste en tweede plaatvormige elementen (12, 13) I I 10 tenminste twee trekstangen samenwerken, dat het koppelingsdeel I I (14)een vierkante doorsnede bezit en in het koppelingsdeel (14) I I openingen zijn opgenomen waarin een koppelingsmoer (47) past met I I daarin een boring (48) met inwendige draad en een in het I I systeemmeubel (1) verlopende trekstang is opgebouwd uit meerdere I I 15 deeltrekstangen (15', 16') met tenminste aan beide uiteinden een I I uitwendige draad (15a), die door koppelingsmoeren (47) met elkaar I I zijn verbonden waarbij elke deeltrekstang (15', 16') een lengte I bezit van ten hoogste de afmeting van het plaatvormig element (12, I I 13) waaraan deze evenwijdig is plus de lengte van de zijde van het I I 20 koppelingsdeel (14) en aan beide uiteinden van de aldus opgebouwde I I trekstang een tegen een eindstandig koppelingsdeel (14) aan de I I buitenzijde van het systeemmeubel (1) aanliggende eindmoer aanwezig I I is en het koppelingsdeel (14) geschikt is om met behulp van I I koppelingsmoeren in tenminste twee loodrecht op elkaar staande I I 25 richtingen van het systeemmeubel verlopende deeltrekstangen (15', I I 16') te koppelen. I
6. Systeemmeubel (1) volgens één of meer van de conclusies 2-4, I I met het kenmerk, I I 30 dat met elk van de eerste en tweede plaatvormige elementen (12, 13) I I tenminste twee trekstangen (15, 16) samenwerken, dat het I I koppelingsdeel (14) een vierkante doorsnede bezit en in het I I koppelingsdeel (14) openingen zijn opgenomen waarin een afstandsbus I I (57) past met daarin een boring (58) met een inwendige diameter die I I 35 de buitendiameter van een in het systeemmeubel verlopende trekstang I I (15, 16) nauw passend doorlaat en aan beide uiteinden van de I I trekstang (15, 16) draad aanwezig is met daarop een tegen een I I eindstandig koppelingsdeel (14) aan de buitenzijde van het I I 1024300 I - 19 - systeemmeubel (1) aanliggende eindmoer en het koppelingsdeel (14) geschikt is om in tenminste twee loodrecht op elkaar staande richtingen van het systeemmeubel (1) verlopende trekstangen (15, 16) onder tussenkomst van afstandsbussen door te laten. 5
7. Systeemmeubel volgens één of meer van de conclusies 2-4, met het kenmerk, dat met elk van de eerste en tweede plaatvormige elementen (12, 13) tenminste twee trekstangen samenwerken, dat het koppelingsdeel (14) 10 een vierkante doorsnede bezit en in het koppelingsdeel (14) openingen (17', 18') zijn opgenomen waarin een rotatiesymmetrische koppelingsmoer (17, 18) past met daarin een boring met inwendige draad en een in het systeemmeubel verlopende trekstang (15, 16) is opgebouwd uit meerdere deeltrekstangen (15', 16') met aan tenminste 15 beide uiteinden een uitwendige draad (15a), die door koppelings-moeren (17, 18) met elkaar zijn verbonden, waarbij elke deeltrek-stang (15', 16') een lengte bezit van ten hoogste de afmeting van het plaatvormig element (12, 13) waaraan deze evenwijdig is plus de lengte van de zijde van het koppelingsdeel (14), waarbij een 20 koppelingsmoer (17, 18) over de lengte ervan twee gebieden van verschillend buitendoorsnedeoppervlak bezit, de openingen in het koppelingsdeel (14) complementair met de koppelingsmoer (17, 18) gevormd zijn en de koppelingsmoer (17, 18) voorzien is van middelen voor het draaien ervan ten opzichte van een deeltrekstang (15', 25 16'), terwijl het koppelingsdeel (14) geschikt is om, met behulp van koppelingsmoeren, in tenminste twee loodrecht op elkaar staande richtingen van het systeemmeubel (1) verlopende deeltrekstangen (15', 16') te koppelen.
8. Systeemmeubel (1) volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de middelen voor het draaien van een koppelingsmoer (17) bestaan uit een imbusdeel (19) in de boring die de inwendige draad over een deel van de lengte ervan vervangt. 35
9. Systeemmeubel (1) volgens conclusie 7-8, met het kenmerk, 1 02 430 CN I - 20 - I I dat door aandraaien van de koppelingsmoeren (17) elk van de I I deeltrekstangen (15', 16') onder trekspanning is gebracht zodanig I I dat de som van de trekspanningen van alle deeltrekstangen (15', 16') I I overeenkomt met de voor de betreffende trekstang gewenste I I 5 trekspanning. I
10. Systeemmeubel (1) volgens conclusie 1, I I met het kenmerk, I I dat dit bestaat uit een gewenst aantal eerste plaatvormige elementen I I 10 (62) en tenminste twee tweede plaatvormige elementen (63) en dat in I I een directe verbinding een eerste plaatvormig element (62) steeds I I met een kopse zijde aanligt tegen een draagvlak van een tweede I I plaatvormig element (63), een eerste (62) en tweede (63) plaatvormig I I element loodrecht op elkaar staan, per eerste plaatvormig element I I 15 (62) ten minste twee trekstangen (65) aanwezig zijn, de trekstangen I I (65) langer zijn dan de afstand tussen de van het systeemmeubel (1) I I afgekeerde draagvlakken van de tweede plaatvormige elementen (63) I I resp. de buitenste tweede plaatvormige elementen (63) en de trek- I I stangen (65) zijn gevoerd door openingen in de tweede plaatvormige I I 20 elementen (63) en daarbuiten uitsteken, de uiteinden van de I I trekstaiigen (65) van draad zijn voorzien en aan beide uiteinden van I I een trekstang (65) een eindmoer aanwezig is die aanligt tegen het I I betreffende draagvlak van een tweede plaatvormig element (63) en I I door aandraaien van de eindmoer of eindmoeren aan elke trekstang I I 25 (65) een gewenste trekspanning is gegeven. I
11. Plaatvormig element (70) voor toepassing in een systeemmeubel I I volgens één of meer van de conclusies 1-10 omvattende twee I I draagvlakken alsmede de draagvlakken verbindende kopse zijden I I 30 met het kenmerk I I dat het plaatvormig element (70) tenminste twee tussen de I I draagvlakken opgestelde langwerpige evewijdige holten (76a, 76b) I I omvat die elk een trekstang (71) kunnen doorlaten waarbij elke I I holte(76a,76b) evenwijdig loopt aan een kopse zijde. I I 35 I
12. Plaatvormig element (70) volgens conclusie 11 I I 1 0 2 4 3 0 0 ^ I - 21 - met het kenmerk dat het plaatvormig element (70) tenminste één opening omvat waarvan de as loodrecht staat op de draagvlakken en die de as van de holte (76a# 76b) voor het doorlaten van een trekstang (71) snijdt welke 5 opening geschikt is voor het opnemen van een bevestigingsbus (72) die binnen zijn lengte een opening (73) omvat voor het doorlaten van een geplaatste trekstang(71) waarbij de bevestigingsbus (72) aan tenminste één kopse zijde een opening met draad omvat voor het op een draagvlak van het plaatvormig element (70) bevestigen van een 10 gewenst onderdeel zoals hang en sluitwerk, scharnier, rails of dergelijke.
13-Plaatvormig element volgens conclusie 12 15 met het kenmerk dat het plaatvormig element vier holten (76a, 76b, 77a,77b) omvat die twee aan twee in de nabijheid van twee evenwijdige kopse zijden zijn gelegen en over de lengte van elke holte (76a,76b,77a,77b) meerdere openingen (73) aanwezig zijn voor het opnemen van elk een 20 bevestigingsbus (72).
14. Plaatvormig element volgens conclusie 12-13 met het kenmerk dat de openingen (73) zijn gekozen uit openingen (73) die zich over 25 de hele afstand tussen de draagvlakken uitstrekken en openingen (73) die zich over een afstand uitstrekken die kleiner is dan de afstand tussen de draagvlakken.
15. Plaatvormig element (70) volgens één of meer van de conclusies 30 11-14 met het kenmerk dat het plaatvormig element (70) door spuitgieten of extrusie van thermoplastische kunststof is vervaardigd en de holten (76a,76b,77a,77b) worden omsloten door ribben die verlopen tussen de 35 draagvlakken van een plaatvormig element (70) en voorts aanvullende ribben (75) aanwezig zijn. 1 02 4 30 0-* I - 22 - I
16. Bevestigingsbus(73) voor toepassen met een plaatvormig element I I (70) volgens één of meer van de conclusies 12-15 I I met het kenmerk I I dat de bevestigingsbus (73) een langwerpig cylindrische vorm bezit I I 5 met een tenminste één uiteinde een boring (74a, 74b) en een daarin I I opgenomen draad almede een opening (73) waarvan de as loodrecht I I staat op de as va'n de bevestigingsbus (73) welke opening geschikt is I I om een draadstang (71) door te laten. I I 10 I 1024300- I
NL1024300A 2003-07-07 2003-09-15 Uit plaatvormige elementen opgebouwd systeemmeubel, plaatvormig element voor toepassing daarin en bevestigingsbus voor toepassing tezamen met een dergelijk plaatvormig element. NL1024300C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1024300A NL1024300C2 (nl) 2003-07-07 2003-09-15 Uit plaatvormige elementen opgebouwd systeemmeubel, plaatvormig element voor toepassing daarin en bevestigingsbus voor toepassing tezamen met een dergelijk plaatvormig element.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1023844 2003-07-07
NL1023844 2003-07-07
NL1024300A NL1024300C2 (nl) 2003-07-07 2003-09-15 Uit plaatvormige elementen opgebouwd systeemmeubel, plaatvormig element voor toepassing daarin en bevestigingsbus voor toepassing tezamen met een dergelijk plaatvormig element.
NL1024300 2003-09-15

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1024300C2 true NL1024300C2 (nl) 2005-01-10

Family

ID=34228079

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1024300A NL1024300C2 (nl) 2003-07-07 2003-09-15 Uit plaatvormige elementen opgebouwd systeemmeubel, plaatvormig element voor toepassing daarin en bevestigingsbus voor toepassing tezamen met een dergelijk plaatvormig element.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1024300C2 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1506412A (fr) * 1966-10-04 1967-12-22 Dispositif d'assemblage pour meubles et étagères extensibles en largeur et en hauteur
DE2848523A1 (de) 1977-11-25 1979-05-31 Pieremilio Mornata Verbindungsstueck fuer senkrecht zusammenstossende platten u.dgl.
FR2596821A1 (fr) * 1986-04-07 1987-10-09 Gigot Philippe Structure autoportante, utilisable notamment comme meuble, composee de plaques de matiere plastique assemblees
DE20211847U1 (de) * 2002-08-01 2002-11-14 Fuchs, Andreas, 92444 Rötz Zerlegbares Regalsystem

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1506412A (fr) * 1966-10-04 1967-12-22 Dispositif d'assemblage pour meubles et étagères extensibles en largeur et en hauteur
DE2848523A1 (de) 1977-11-25 1979-05-31 Pieremilio Mornata Verbindungsstueck fuer senkrecht zusammenstossende platten u.dgl.
FR2410164A1 (fr) * 1977-11-25 1979-06-22 Mornata Pieremilio Element destine a l'assemblage orthogonal de panneaux
FR2596821A1 (fr) * 1986-04-07 1987-10-09 Gigot Philippe Structure autoportante, utilisable notamment comme meuble, composee de plaques de matiere plastique assemblees
DE20211847U1 (de) * 2002-08-01 2002-11-14 Fuchs, Andreas, 92444 Rötz Zerlegbares Regalsystem

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1024300C2 (nl) Uit plaatvormige elementen opgebouwd systeemmeubel, plaatvormig element voor toepassing daarin en bevestigingsbus voor toepassing tezamen met een dergelijk plaatvormig element.
NL1032270C2 (nl) Truss.
BE1027629B1 (nl) Wandsysteem voor het samenstellen van een vlakke wand en bouwkit daarbij toegepast
JP7008869B2 (ja) 車両拘束システム用の垂直部材
DE19537016C1 (de) Rahmengestell für einen Schaltschrank
NL8200046A (nl) Klamp.
CA2530673A1 (en) Furniture system composed of panel-shaped elements
HU217246B (hu) Szorítókapocs előre gyártott idomrudaknak építőállvány céljára való összeszereléséhez
EP1035264A1 (en) Wall used as a partition and furniture support
US20090008350A1 (en) Rack, such as a drying rack
DE9117204U1 (de) Pritschenaufbau
NL1002257C2 (nl) Hekwerk.
BE1015425A6 (nl) Verbeterde steun voor gevelpanelen van een vliesgevel.
US20200123803A1 (en) Modular cap for deck post
BE1025207B1 (nl) Verbeterde haakse verbinding tussen 2 panelen en een lade met een dergelijke verbinding
ITBZ20000015A1 (it) Struttura a composizione modulare per scaffalature
NL1038893C2 (nl) Werkwijze voor het aanbrengen van een paneel tegen een bouwelement alsmede een constructie-element.
NL8105514A (nl) Draagconstructie voor monteer en demonteerbare overkappingen of hallen.
US20130153337A1 (en) Scaffold module
NL1002090C2 (nl) Carrosseriesamenstel.
USRE29308E (en) Protective grille
NL192568C (nl) Glasrasteel.
KR100861655B1 (ko) 조립식 경계휀스
NL1019306C2 (nl) Werkwijze voor het bevestigen van een eerste deel aan een tweede deel alsmede bij deze werkwijze te gebruiken combinatie van een bout en een huls.
BE1027238B1 (nl) Kaderinrichting voor een poort

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20080401