NL1023453C2 - Centrering matrijssamenstel. - Google Patents
Centrering matrijssamenstel. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1023453C2 NL1023453C2 NL1023453A NL1023453A NL1023453C2 NL 1023453 C2 NL1023453 C2 NL 1023453C2 NL 1023453 A NL1023453 A NL 1023453A NL 1023453 A NL1023453 A NL 1023453A NL 1023453 C2 NL1023453 C2 NL 1023453C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- mold
- sections
- centering
- end faces
- respect
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C45/00—Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
- B29C45/17—Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
- B29C45/26—Moulds
- B29C45/2602—Mould construction elements
- B29C45/2606—Guiding or centering means
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29L—INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASS B29C, RELATING TO PARTICULAR ARTICLES
- B29L2017/00—Carriers for sound or information
- B29L2017/001—Carriers of records containing fine grooves or impressions, e.g. disc records for needle playback, cylinder records
- B29L2017/003—Records or discs
- B29L2017/005—CD''s, DVD''s
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Manufacturing & Machinery (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Moulds For Moulding Plastics Or The Like (AREA)
- Injection Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)
Description
%
Centrering matriissamenstel
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een matrijssamenstel omvattende twee matrijssecties elk omvattende eindvlakken waarbij in de, volgens een centrale 5 hartlijn naar elkaar toe bewogen positie van die eindvlakken tussen die secties een vormholte begrensd wordt, waarbij die eindvlakken van met elkaar samenwerkende centreermiddelen voorzien zijn, omvattende in een eindvlak zich radiaal ten opzichte van die centrale hartlijn uitstrekkende in de diepte van het betreffende eindvlak smaller wordende holten en in het andere van die eindvlakken overeenkomstige, zich radiaal 10 ten opzichte van die centrale hartlijn uitstrekkende uitsteeksels. Meer in het bijzonder maar niet uitsluitend heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een matrijssamenstel te gebruiken bij een verhoudingsgewijs licht geconstrueerde en compact uitgevoerde spuitgietinrichting. Dit kan zowel een verticale als horizontale spuitgietinrichting zijn. Volgens de onderhavige uitvinding zijn de matrijssecties elk 15 voorzien van einddelen waarbij in de, volgens een centrale hartlijn naar elkaar, toe bewogen positie van die einddelen daartussen een vormholte begrensd wordt, waarbij die eindvlakken van met elkaar samenwerkende centreermiddelen voorzien zijn, omvattende in een eindvlak zich radiaal ten opzichte van die centrale hartlijn uitstrekkende in de diepte van het betreffende eindvlak smaller wordende holten en in 20 het andere van die eindvlakken overeenkomstige, zich radiaal ten opzichte van die centrale hartlijn uitstrekkende uitsteeksels. Dat wil zeggen de onderhavige uitvinding heeft vooral, maar niet uitsluitend, betrekking op matrijssamenstellen die gebruikt kunnen worden in combinatie met spuitgietinrichtingen waarbij de frameconstructie van de spuitgietinrichting niet in hoofdzaak verantwoordelijk is voor de onderlinge 25 centrering van de matrijssecties. Dergelijke spuitgietinrichtingen kunnen kort respectievelijk laag uitgevoerd worden. Bovendien is het op eenvoudige wijze mogelijk de matrijssamenstellen te wisselen. Immers bijzonder gecompliceerde instelwerkzaamheden om de matrijssecties ten opzichte van elkaar te centreren op de spuitgietinrichting zijn niet noodzakelijk.
30 Uit JP 4-216025 is een horizontaal sluitende spuitgietmachine bekend met in diametrale richting werkende centreeruitsteeksels en dienovereenkomstige holten. Deze zijn steeds nauw sluitend aangebracht in een ring.
1023453 I Het is het doel van de onderhavige uitvinding centrering van de eindvlakken mogelijk te maken nadat de matrijsdelen op de spuitgietmachine aangebracht zijn.
I Dit doel wordt bij een hierboven beschreven matrijssamenstel verwezenlijkt I doordat een uitsteeksel en/of die holte in een hulpdeel is aangebracht, dat ten opzichte 5 van het betreffende eindvlak verstelbaar is.
I Daardoor kan het samenstel dat zich buiten de spuitgietinrichting bevindt in een eerste stap op optimale wijze gecentreerd worden en in die optimale positie van de twee I matrijssecties kan het verstelbare centreermiddel in een gewenste positie ten opzichte I van de betreffende matrijssectie vastgelegd worden. Daardoor kan een zo verkregen I IQ matrijssamenstel op willekeurige wijze in enigerlei spuitgietinrichting gebruikt worden.
I Dit betekent dat de uitsteeksels respectievelijk holten ten opzichte van elkaar enigszins verplaatsbaar zijn. Dat wil zeggen een uitsteeksel kan ten opzichte van een ander I uitsteeksel verplaatst worden en/of hetzelfde geldt voor de holten.
I 15 De met elkaar samenwerkende uitsteeksels en holten kunnen elke voorstelbare H vorm hebben. Bij voorkeur worden cilindrisch gevormde uitsteeksels (rollen) en I dienovereenkomstige holten toegepast.
H Het aantal centreermiddelen kan eveneens naar. wens zijn. Bij voorkeur worden drie zo veel mogelijk langs de omtrek van de betreffende matrijssectie aangebrachte 20 centreermiddelen gebruikt
Het oorspronkelijk centreren van de matrijssecties ten opzichte van elkaar kan plaatsvinden door de in de matrijssecties aanwezige boring. Een dergelijke boring is bijvoorbeeld aanwezig voor een spuitbus, ponsorgaan en dergelijke. In deze boring kan een pen gebracht worden waardoor de betreffende secties precies uitgericht ten I 25 opzichte van elkaar komen te liggen. In die positie kan het hierboven beschreven centreren uitgevoerd worden. Een dergelijke pen kan eventueel een pen zijn waarvan de diameter variabel is. Een uitvoeringsvariant daarvan omvat een pen met een verhoudingsgewijs dun wanddeel waarin zich een fluïdum bevindt en bij het op druk brengen van het fluïdum zet het wanddeel enigszins uit waardoor in een klempassing H 30 voorzien wordt.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het centreren van twee matrijssecties, waarbij elk van die matrijssecties aan de eindvlakken van centreermiddelen is voorzien en tenminste een van die centreermiddelen op een van die I 1023453 3 eindvlakken verplaatsbaar is ten opzichte van die eindvlakken, omvattende het buiten een spuitgietinrichting door het verplaatsen en vastleggen van die verplaatsbare centreermiddelen ten opzichte van het betreffende eindvlak centreren van die matrijssecties.
5 Bovendien heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het spuitgieten van een voorwerp, omvattende het in een spuitgietinrichting inbouwen van twee matrijssecties, waarbij een sectie in een richting loodrecht op de sluitbeweging van die spuitgietinrichting verplaatsbaar aangebracht wordt, waarbij die matrijssecties voor het inbouwen ten opzichte van elkaar gecentreerd worden waarbij de hierboven beschreven 10 werkwijze voor het centeren van de twee matrijssecties toegepast wordt.
De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld duidelijk worden. Daarbij toont:
Fig. 1 zeer schematisch een spuitgietinrichting waarbij het matrijssamenstel volgens de onderhavige uitvinding gebruikt wordt; 15 Fig. 2 het eindvlak van elk van de matrijssecties; en
Fig. 3 ten opzichte van elkaar centreren van de matrijssecties.
In figuur 1 is een spuitgietinrichting getoond waarbij het matrijssamenstel volgens de uitvinding toegepast kan worden. Deze spuitgietinrichting is in het geheel met 1 aangegeven en bestaat uit een bovenframe 2, dat met bijvoorbeeld drie 20 kolommen 3 op verhoudingsgewijs “slappe” wijze verbonden is met de basisplaat 4. In de hier getoonde constructie is de spuitgietinrichting verticaal opgesteld dat wil zeggen de matrijssecties bewegen in verticale richting ten opzichte van elkaar.
De bedieningsmiddelen voor de beweegbare matrijssectie omvatten een krukas 5 die op enigerlei wijze met een niet nader afgebeelde motor en sturing aangedreven 25 wordt. De kruk van krukas 5 is verbonden met een drijfstang 6 welke nabij het vrije uiteinde voorzien is van een scharnier 9 waaraan op scharnierende wijze hulpstangen 7 en 8 bevestigd zijn. Hulpstang 7 grijpt aan op scharnier 10 van zuiger 14 terwijl hulpstang 8 aangrijpt op scharnier 11 op het uiteinde van de plungerstang van vijzel 13. Deze plungerstang kan verschillende posities aannemen. Een stationaire matrijssetie 34 30 en een beweegbare matrijssectie 33 zijn aanwezig.
In fig. 2 zijn de eindvlakken van de beweegbare matrijssectie 33 en stationaire matrijssectie 34 getoond. Deze zijn aangegeven met respectievelijk 35 en 36. Onder 1023453 4 eindvlakken worden hier de vlakken verstaan die bij het dichtlopen van de matrijssecties tegenover elkaar komen te liggen en een vormholte begrenzen.
Zoals hierboven aangegeven is de constructie van de verticale spuitgietinrichting als zodanig slap. Door de aanwezigheid van het dubbele taatslager 15 kan de 5 beweegbare matrijssectie 33 in principe in verschillende posities ten opzichte van de bovenmatrijssectie bewogen worden in een richting die afwijkt van de sluitrichting die met behulp van de hartlijn 37 aangegeven is.
Om juist dichtlopen van de matrijssecties 33 en 34 te waarborgen zijn centreermiddelen aanwezig. De stationaire matrijssectie 34 is voorzien van drie 10 uitsparingen 38 waarin op vaste wijze cilindrische rollen 39 zijn aangebracht. De beweegbare matrijssectie is voorzien van drie kommen 40 die met behulp van bouten 41 aan de betreffende beweegbare matrijssectie te bevestigen zijn. Daarbij is de constructie zodanig dat de kommen 40 in een aantal verschillende posities verschoven kunnen worden doordat de opening voor de bouten 41 groter is dan de diameter van de 15 bouten 41. De kommen 40 zijn voorzien van opnames 42 die overeenkomen met de afmeting van de cilindrische rollen 39.
Met behulp van deze constructie bestaande uit rollen 39 en opnames 42 wordt tijdens het dichtlopen van de matrijssecties een nauwkeurig onderlinge positionering bereikt. Eventueel kan in combinatie met een venting ring of andere constructie 20 centreren verkregen worden.
Uit het bovenstaande blijkt dat onderlinge positie van de rollen 39 en opnames 42 van essentieel belang is voor de sluitnauwkeurigheid van de matrijssecties.
In fig. 3 is getoond hoe deze onderlinge positie vastgelegd wordt. De matrijssecties 33 en 34 worden bij voorkeur buiten de spuitgietinrichting op enige 25 afstand van elkaar geplaatst. Daarna wordt door de centrale opening 43 van de stationaire sectie en de centrale opening 44 van de beweegbare sectie een pen 45 geschoven. Deze pen heeft hetzij nauwkeurig dezelfde diameter als de betreffende openingen of is van middelen voorzien waardoor de diameter daarvan enigszins vergroot kan worden. Dergelijke middélen kunnen het opbrengen van druk in het 30 inwendige van de pen omvatten waardoor de pen plaatselijk enigszins uitzet.
Bij de constructie waarbij het mogelijk is de pen in diameter te vergroten is het bovendien mogelijk in nauwkeurige centrering van matrijssecties te voorzien die centraal voorzien zijn van een ten opzichte daarvan beweegbare bus met 1023453 5 verhoudingsgewijs geringe wanddikte. Een dergelijke bus kan een uitwerpbus of stamperholder zijn. Een dergelijke bus is met zeer geringe tolerantie (gewoonlijk enkele p‘s) in het betreffende onderdeel van de matrijssectie in langsrichting opgenomen. Door gebruik van een pen waarvan de diameter vergroot kan worden zal 5 deze geringe tolerantie weggenomen worden waardoor de delen strak tegen elkaar komen te liggen en nauwkeurige centrering mogelijk is.
De matrijssecties worden naar elkaar toe bewogen. Daarbij zijn de bouten 41 gelost, dat wil zeggen kommen 40 kunnen een beperkte onderlinge beweging ten opzichte van de beweegbare matrijssectie maken. Bij het naar beneden bewegen zullen 10 de rollen 39 van de stationaire matrijssectie 34 in de juiste positionering van de kommen 40 voorzien door de aanwezigheid van de centreeipen 45. Vervolgens worden de bouten 41 aangehaald en is een nauwkeurige onderlinge centrering verwezenlijkt door combinatie van de rollen 39 en opnames 42.
Op de hierboven genoemde wijze is het mogelijk de matrijssecties respectievelijk 15 het samenstel bestaande uit de matrijssecties in elk soort spuitgietinrichting te plaatsen waarbij onderlinge verplaatsing van de dragende delen van de spuitgietinrichting voor de matrijssecties in een richting loodrecht op de sluitrichting mogelijk is. Verdere maatregelen zijn dan niet noodzakelijk. Daardoor is het mogelijk bijzonda: snel matrijzen te wisselen. Bovendien is het mogelijk de spuitgietinrichting compacter uit te 20 voeren omdat het niet langer noodzakelijk is de spuitgietinrichting veel verder open te laten lopen in verband met centreerwerkzaamheden. Immers de betreffende matrijssectie kan eenvoudig verwijderd worden voor onderhoud en daarna weer teruggeplaatst worden. Het matrijssamenstel kan zowel in verticale als horizontale spuitgietinrichtingen gebruikt worden. Met dergelijke spuitgietinrichtingen kunnen 25 allerlei soorten voorwerpen vervaardigd worden en meer in het bijzonder schijfvormige optische informatiedragers.
Na het lezen van het bovenstaande zullen bij degene bekwaam in de stand der techniek dadelijk wijzigingen opkomen die voor de hand liggend zijn en liggen binnen het bereik van de bijgaande conclusies.
30 1023453
Claims (11)
1. Matrijssamenstel omvattende twee matrijssecties ¢33,34) elk omvattende eindvlakken waarbij in de, volgens een centrale hartlijn (37) naar elkaar toe bewogen 5 positie van die eindvlakken tussen die secties een vormholte begrensd wordt, waarbij I die eindvlakken van met elkaar samenwerkende centreermiddelen (38-42) voorzien zijn, omvattende in een eindvlak zich radiaal ten opzichte van die centrale hartlijn (37) I uitstrekkende in de diepte van het betreffende eindvlak smaller wordende holten (42) en in het andere van die eindvlakken overeenkomstige, zich radiaal ten opzichte van die I 10 centrale hartlijn uitstrekkende uitsteeksels (39), met het kenmerk, dat een uitsteeksel I en/of die holte in een hulpdeel (40) is aangebracht, dat ten opzichte van het betreffende I eindvlak verstelbaar is.
2. Matrijssamenstel volgens conclusie 1, waarbij een van die matrijssecties van een, in I 15 een richting niet samenvallende met die centrale hartlijn (37), beweegbare bevestiging (15) voorzien is voor het bevestigen aan een spuitgietinrichting (1).
3. Matrijssamenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die holten en I die uitsteeksels cilindrisch zijn uitgevoerd. I 20
4. Matrijssamenstel volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende drie, steeds over 120° verplaatste uitsteeksels/holten.
5. Matrijssamenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die uitsteeksels 25 en/of die holten in hulpdelen (40) zijn aangebracht, die ten opzichte van het betreffende eindvlak verstelbaar zijn.
6. Matrijssamenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die I matrijssecties van een zich volgens die centrale hartlijn (37) uitstrekkende boring (43, 30 44) voorzien zijn.
7. Kit, omvattende een matrijssamenstel volgens conclusie 6, alsmede een nauwsluitend door die boringen te plaatsen pen (45). I 1023453
8. Kit volgens conclusie 7, waarbij de diameter van de pen in die boringen variabel is.
9. Werkwijze voor het centreren van twee matrijssecties, waarbij elk van die 5 matrijssecties aan de eindvlakken van centreermiddelen is voorzien en tenminste een van die centreermiddelen op een van die eindvlakken verplaatsbaar is ten opzichte van die eindvlakken, omvattende het buiten een spuitgietinrichting door het verplaatsen en vastleggen van die verplaatsbare centreermiddelen ten opzichte van het betreffende eindvlak centreren van die matrijssecties. 10
10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij die matrijssecties elk een zich volgens een centrale hartlijn (37) uitstrekkende boring (43,44) omvatten, waarbij die matrijssecties ten opzichte van elkaar gecentreerd worden door het in die boring inbrengen van een centreerpen (45). 15
11. Werkwijze voor het spuitgieten van een voorwerp, omvattende het in een spuitgietinrichting inbouwen van twee matrijssecties, waarbij een sectie in een richting loodrecht op de sluitbeweging (37) van die spuitgietinrichting verplaatsbaar aangebracht wordt, waarbij die matrijssecties voor het inhouwen ten opzichte van 20 elkaar gecentreerd worden met de werkwijze volgens een van de conclusies 9 of 10. 1023453
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1023453A NL1023453C2 (nl) | 2003-05-16 | 2003-05-16 | Centrering matrijssamenstel. |
PCT/NL2004/000340 WO2004101255A1 (en) | 2003-05-16 | 2004-05-17 | Centring mould assembly |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1023453A NL1023453C2 (nl) | 2003-05-16 | 2003-05-16 | Centrering matrijssamenstel. |
NL1023453 | 2003-05-16 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1023453C2 true NL1023453C2 (nl) | 2004-11-17 |
Family
ID=33448526
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1023453A NL1023453C2 (nl) | 2003-05-16 | 2003-05-16 | Centrering matrijssamenstel. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1023453C2 (nl) |
WO (1) | WO2004101255A1 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN201357535Y (zh) * | 2009-03-13 | 2009-12-09 | 苏州红枫风电模具有限公司 | 用于大型组合式模具的可调整的对齐装置 |
Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4698002A (en) * | 1984-12-07 | 1987-10-06 | Fried. Krupp Gesellschaft Mit Beschrankter Haftung | Pneumatic-tire heating and vulcanizing press |
JPH01198308A (ja) * | 1988-02-04 | 1989-08-09 | T & K Internatl Kenkyusho:Kk | 半導体素子の樹脂封止成形用金型装置 |
JPH04216025A (ja) * | 1990-12-15 | 1992-08-06 | Toshiba Mach Co Ltd | 射出成形用金型 |
JPH0872103A (ja) * | 1994-09-09 | 1996-03-19 | Rohm Co Ltd | 成形用金型の位置合わせ方法、および成形用金型装置 |
US5780068A (en) * | 1995-07-20 | 1998-07-14 | Nec Corporation | Injection mold assembly |
CA2238088C (en) * | 1998-05-20 | 2000-03-07 | Top Grade Machining Ltd. | Adjustable mold clamping wedges |
WO2002032648A2 (de) * | 2000-10-19 | 2002-04-25 | Krauss-Maffei Kunststofftechnik Gmbh | Vorrichtung zur kompensation von verkantungen bei formschliesseinheiten von spritzgiessmaschinen |
Family Cites Families (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPH05309696A (ja) * | 1992-05-08 | 1993-11-22 | Meiki Co Ltd | ディスク用射出成形金型 |
-
2003
- 2003-05-16 NL NL1023453A patent/NL1023453C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2004
- 2004-05-17 WO PCT/NL2004/000340 patent/WO2004101255A1/en active Application Filing
Patent Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4698002A (en) * | 1984-12-07 | 1987-10-06 | Fried. Krupp Gesellschaft Mit Beschrankter Haftung | Pneumatic-tire heating and vulcanizing press |
JPH01198308A (ja) * | 1988-02-04 | 1989-08-09 | T & K Internatl Kenkyusho:Kk | 半導体素子の樹脂封止成形用金型装置 |
JPH04216025A (ja) * | 1990-12-15 | 1992-08-06 | Toshiba Mach Co Ltd | 射出成形用金型 |
JPH0872103A (ja) * | 1994-09-09 | 1996-03-19 | Rohm Co Ltd | 成形用金型の位置合わせ方法、および成形用金型装置 |
US5780068A (en) * | 1995-07-20 | 1998-07-14 | Nec Corporation | Injection mold assembly |
CA2238088C (en) * | 1998-05-20 | 2000-03-07 | Top Grade Machining Ltd. | Adjustable mold clamping wedges |
WO2002032648A2 (de) * | 2000-10-19 | 2002-04-25 | Krauss-Maffei Kunststofftechnik Gmbh | Vorrichtung zur kompensation von verkantungen bei formschliesseinheiten von spritzgiessmaschinen |
Non-Patent Citations (3)
Title |
---|
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 013, no. 497 (M - 889) 9 November 1989 (1989-11-09) * |
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 016, no. 561 (M - 1341) 3 December 1992 (1992-12-03) * |
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 1996, no. 07 31 July 1996 (1996-07-31) * |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO2004101255A1 (en) | 2004-11-25 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
JP2944359B2 (ja) | 基盤射出成形金型 | |
US5606887A (en) | Apparatus and method for cold forming an L-shaped lead alloy battery terminal | |
EP0772278B1 (en) | Apparatus for casting conductor of rotor of induction motor | |
KR20080038152A (ko) | 브이-엔진 블록 제조용 주조 장치 | |
TW201827141A (zh) | 澆鑄裝置及澆鑄方法 | |
EP3424682B1 (en) | Blow mold unit and blow mold unit fixing method | |
NL1023453C2 (nl) | Centrering matrijssamenstel. | |
US5080574A (en) | Rotary type injection molding machine | |
CA1097473A (en) | Molding press for plastic materials | |
NL1021064C1 (nl) | Spuitgietinrichting. | |
US7763191B2 (en) | Method and apparatus for performing an in-mold coining operation | |
CN215512121U (zh) | 一种带有旋转滑块的塑胶注塑模具 | |
JPH09141702A (ja) | ディスク射出成形金型の固定側と可動側の円盤キャビティプレートの整列案内装置 | |
JP5368882B2 (ja) | 射出成形金型 | |
CN110385828B (zh) | 模具装置 | |
JP4597349B2 (ja) | ダイカストマシン及びダイカストマシンの制御方法 | |
JPH034297B2 (nl) | ||
NL1015140C2 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het spuitgieten van een kunststof voorwerp. | |
CN219805359U (zh) | 一种金属零件压铸模具 | |
JP3077577B2 (ja) | 竪型射出成形機のエジェクタ装置 | |
SU1761529A1 (ru) | Механизм запирани вертикальной литьевой машины | |
RU2664874C1 (ru) | Литьевая форма для изготовления изделий с поднутрениями из пластических масс | |
NL1012111C2 (nl) | Spuitgietmatrijssamenstel. | |
KR20110130700A (ko) | 사출압축 성형 장치 및 사출압축 성형 방법 | |
KR101570115B1 (ko) | 사출성형금형 내의 스탬퍼 고정 장치 및 스탬퍼 고정 방법 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20071201 |