NL1023330C2 - Systeem en werkwijze voor het bouwen en demonteren van wanden. - Google Patents

Description

SYSTEEM EN WERKWIJZE VOOR HET BOUWEN EN DEMONTEREN VAN WANDEN

5 De uitvinding heeft betrekking op een verzameling onderdelen voor het bouwen van wanden, omvattende zich hoofdzakelijk verticaal uitstrekkende stijlen en elk aan een stijl koppelbare panelen.

Dergelijke verzamelingen zijn algemeen bekend, 10 bijvoorbeeld in de vorm van gipsplatenwanden.

Hierbij worden de panelen tegen zich verticaal uitstrekkende, veelal van metaal vervaardigde stijlen bevestigd door middel van schroeven.

Het gebruik van schroeven heeft het nadeel dat de 15 panelen, in het bijzonder gipsplaten worden beschadigd bij de bevestiging zodat zij niet hergebruikt kunnen worden.

Bekend zijn panelen die elk aan hun achterzijde zijn voorzien van zich over hoofdzakelijk de gehele hoogte uitstrekkende eerste koppelmiddelen alsmede van verticale 20 stijlen van zich hoofdzakelijk over de gehele hoogte uitstrekkende tweede koppelmiddelen voor koppeling met de eerste koppelmiddelen.

Het gebruik van aan de achterzijde van de panelen aangebrachte eerste koppelmiddelen maakt het mogelijk dat ook 25 bij een eventuele beschadiging van deze koppelmiddelen het desbetreffende paneel opnieuw kan worden gebruikt omdat de achterzijde nu eenmaal niet zichtbaar is.

Bij fixatie van het paneel op substantiële afstand van de verticale randen ontstaat het gevaar van onvoldoende 30 gefixeerde randen, in het bijzonder wanneer de panelen een matige stijfheid hebben.

Bekende panelen zijn de eerste koppelmiddelen in de nabijheid van tenminste één verticale rand aangebracht en 1023330- I zijn de eerste en tweede koppelmiddelen ingericht voor het I maken van een onderlinge verbinding bij het in horizontale I richting tegen elkaar aandrukken van de van de eerste koppeling voorziene panelen en de van de tweede koppelingen 5 voorziene verticale stijl.

I Met deze maatregelen wordt een makkelijkere opbouw I van de wand verkregen, omdat de koppelmiddelen elkaar zullen I aangrijpen wanneer de betreffende panelen tegen de stijlen worden aangedrukt.

I 10 Bij de bekende panelen worden bijvoorbeeld beschreven I in het Amerikaanse document US 6 260 321 BI.

I Het is een doel van de onderhavige uitvinding om de I bekende verzameling onderdelen te verbeteren.

I Dit doel wordt bereikt in de verzameling onderdelen 15 zoals gedefinieerd in conclusie 1.

I Het verschaffen van koppelmiddelen óp een drager I biedt enerzijds de mogelijkheid de koppelmiddelen reeds in een fabriek op de panelen aan te brengen maar biedt tevens de mogelijkheid de koppelmiddelen op het werk op de panelen aan 20 te brengen.

Alhoewel de eerste mogelijkheid in verband met de efficiency in het algemeen de voorkeur heeft, kan het aantrekkelijk zijn de tweede mogelijkheid toe te passen, wanneer bijvoorbeeld panelen op maat moeten worden gezaagd.

25 In het bijzonder in deze laatste situatie is het van belang dat de koppelmiddelen op de juiste afstand van de rand worden geplaatst, waartoe de aanslag een grotere nauwkeurigheid mogelijk maakt.

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm leert dat de 30 eerste koppelmiddelen tezamen met de tweede koppelmiddelen een klikverbinding vormen.

Het gebruiken van een klikverbinding is een aantrekkelijke wijze voor het maken van een losmaakbare I 1023330- 3 verbinding. De losmaakbaarheid is immers van belang bij het demonteren en hergebruik van de desbetreffende panelen. Bovendien treedt hierbij geen beschadiging op.

Het is verder aantrekkelijk wanneer het op de stijl 5 geplaatste klikprofiel door een in de stijl geintegreerd klikprofiel wordt gevormd.

Dit vermijdt de productiekosten van het aanbrengen van klikprofielen op de stijlen.

Weer een andere voorkeursuitvoeringsvorm leert dat de 10 onderlinge verbinding is ingericht om te worden ontkoppeld bij het uitoefenen van een drukkracht tussen het paneel en de stijl.

Hiermee kan op een gemakkelijke wijze de verbinding ongedaan worden gemaakt.

15 De ruimte tussen stijl en paneel is, bij een voltooide wandconstructie moeilijk toegankelijk.

Een verdere uitvoeringsvorm verschaft de maatregel dat de eerste en de tweede kóppelmiddelen zijn ingericht voor het koppelen van op elkaar volgende panelen met een 20 tussenruimte die voldoende groot is om een ontkoppelingsgereedschap voor het ontkoppelen van de verbinding tussen de panelen en de stijl te plaatsen.

Hiermee wordt het mogelijk door de voeg tussen de panelen door het gereedschap in de ruimte tussen profiel en 25 panelen te brengen en door middel van het gereedschap de ontkoppeling uit te voeren.

Alhoewel het in principe mogelijk is de ontkoppeling door het gereedschap zelf te laten uitvoeren, kan het aantrekkelijk zijn wanneer de stijl voorzien is van tenminste 30 een ontkoppelelement dat door het gereedschap bedienbaar is voor het uitoefenen van een drukkracht tussen het tenminste ene paneel en de stijl.

1023330-

Er zijn talloze mogelijkheden tot het implementeren I van een dergelijk ontkoppelelement; er kan gebruikt gemaakt I worden van een of meer ontkoppelelementen per stijl welke in verticale richting verplaatsbaar met de stijl zijn verbonden.

I 5 Hierdoor kan het ontkoppelelement na het losmaken van de verbinding tussen stijl en paneel op een bepaalde plaats worden bewogen naar een volgende plaats waar eenzelfde I handeling moet worden uitgevoerd. Deze opeenvolging van I handelingen herhalende kan aldus de verbinding tussen stijl 10 en paneel over de gehele hoogte worden verbroken.

I Een bijzondere voorkeursuitvoeringsvorm ontstaat I wanneer de stijl van een zich verticaal uitstrekkende I geleider is voorzien waarlangs het ontkoppelelement I beweegbaar is. Hierbij is het uiteraard van belang dat het I 15 gereedschap is ingericht voor het aangrijpen van het I ontkoppelelement* niet alleen voor het laten functioneren van I het ontkoppelelement door het uiteen dringen van panelen én I stijl, maar ook voor het verplaatsen van het ontkoppelelement. Het is daarentegen ook mogelijk de stijl te I 20 voorzien van een aantal op regelmatige onderlinge afstand I geplaatste vaste ontkoppelelementen.

I Doordat de panelen met een zekere tussenruimte op I elkaar aansluitend zijn geplaatst, omstaat een ruimte, die, I wanneer geen behang of een andere afdikking wordt geplaatst, I 25 het uiterlijk van een dergelijke wand geenszins verfraait.

Om dit nadeel te vermijden verschaft de uitvinding de maatregel dat de verzameling onderdelen een opvulling omvat voor de ruimte tussen twee op elkaar volgende panelen.

H Hierbij kan gebruik worden gemaakt van een veter die 30 verbindbaar is met de stijl en waarvan een distale rand zich I in de voeg tussen de twee panelen uitstrekt.

I 1023330- 5

Een alternatief wordt gevormd door de maatregel dat de opvulling wordt gevormd door een uitbreiding van het uitsteeksel.

Bij voorkeur is de opvulling wegdrukbaar door het 5 gereedschap.

Volgens weer een andere voorkeursuitvoeringsvorm is de verzameling onderdelen volgens de onderhavige uitvinding voorzien van tegen het plafond aan te brengen plafondgeleiders, waarbij de stijlen aan hun bovenzijde van 10 een verende verbinding zijn voorzien voor het verend tussen de plafond- en de vloergeleiders klemmen van de stijlen.

Bij het opbouwen van een wandconstructie volgens de onderhavige uitvinding worden aanvankelijk de plafondgeleiders geplaatst en worden tussen de 15 plafondgeleiders en de vloer de stijlen aangebracht. Bij het op de stijlen aanbrengen van de panelen is het in vele situaties noodzakelijk de stijlen nog in iets horizontale richting te verplaatsen, zowel aan de vloerzijde als aan de plafondzijde. Door middel van de veerwerking tussen de 20 plafondgeleiders is het mogelijk de stijlen nog iets te verschuiven.

Een andere voorkeursuitvoeringsvorm verschaft de maatregel dat aan de onderzijde van de stijl een verende verbinding is aangebracht voor verende klemming tussen stijl 25 en vloer.

Hiermede wordt de een betere fixatie tussen vloer en stijl verkregen zodat de stijl minder gemakkelijk kan verschuiven.

De uitvinding betreft niet alleen een verzameling 30 onderdelen, maar tevens een wandconstructie welke vervaardigd is uit een dergelijke verzameling onderdelen volgens de uitvinding.

1023330- I Zoals hierboven reeds is gesteld, wordt bij het demonteren van een wandconstructie volgens de uitvinding bij I voorkeur gebruik gemaakt van een gereedschap.

I Dit gereedschap omvat volgens de uitvinding een met I 5 een handgreep verbonden mesvormig element dat is ingericht I voor het in de voeg tussen twee op elkaar volgende panelen I brengen en waarbij het mesvormig element van drukelementen is I voorzien voor het uitoefenen van een drukkracht tussen de I stijl en de panelen.

I 10 Hiermee is het aldus mogelijk door de dunne voeg I tussen twee op elkaar volgende panelen de ruimte tussen de I panelen en de stijl te bereiken waardoor een drukkracht I tussen de stijl en de panelen kan worden uitgeoefend.

I Het gereedschap kan zijn ingericht voor het zelf I 15 uitoefenen van de betreffende drukkrachten, waartoe de drukelementen zijn aangebracht. Tevens is het mogelijk dat I het gereedschap een met de handgreep verbonden mesvorming I element omvat dat is ingericht voor het aangrijpen van het I ontkoppelelement opdat het ontkoppelelement een drukkracht I 20 tussen de stijl en de panelen uitoefent.

Het zal duidelijk zijn dat deze laatste configuratie I alleen zinvol is bij uitvoeringsvormen van de uitvinding waarbij ontkoppelelementen zijn toegepast.

De uitvinding heeft bovendien betrekking op een 25 werkwijze voor het opbouwen van een wandconstructie volgens de uitvinding welke werkwijze de volgende stappen omvat: het aanbrengen van plafondgeleiders, het plaatsen van stijlen, het plaatsen van panelen en het met de geplaatste stijlen verbinden van de panelen, en het op elkaar aansluitend 30 plaatsen van de panelen.

De werkwijze wordt gekenmerkt doordat de panelen met de stijlen worden verbonden door het tegen de stijlen aandrukken van de panelen.

I 1023330- 7

De uitvinding heeft bovendien betrekking op een werkwijze voor het demonteren van een wandconstructie volgens de uitvinding welke wordt gekenmerkt door de volgende stappen: het tot in de voeg tussen twee panelen bewegen van 5 het gereedschap totdat het mes van dit gereedschap de stijl raakt; en het door middel van een draaiende beweging rondom hoofdzakelijk het punt waar het gereedschap de stijl raakt van de stijl losmaken van tenminste een van de panelen waaraan de voeg grenst.

10 Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm van het uitvoeren van deze werkwijze wordt, voorafgaande aan het maken van de draaiende beweging, het ontkoppelelement aangegrepen door het gereedschap, en drukt bij het draaien van het gereedschap het ontkoppelelement de panelen van de 15 stijl los.

Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen, waarin voorstellen: fig. 1: een perspectivisch aanzicht van een wand 20 welke is opgebouwd met de verzameling onderdelen volgens de uitvinding; fig. 2a: een schematisch perspectivisch detailaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de wandconstructie volgens de uitvinding; 25 fig. 2b: een perspectivisch detailaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een wandconstructie volgens de uitvinding; fig. 3: een met fig. 2a overeenkomend aanzicht waarbij ontkoppelelementen zijn aangebracht; 30 fig. 4: een met fig. 2a overeenkomend aanzicht tijdens het demonteren van de wandconstructie; fig. 5*. een met de pijl V in fig. 4 overeenkomend detailaanzicht; 1023330- I fig. 6a, 6b en 6c: perspectivische aanzichten van I diverse uitvoeringsvormen van ontkoppelelementen; I fig. 7: een met fig. 2b overeenkomend aanzicht waarbij gebruik wordt gemaakt van een gereedschap voor het I 5 demonteren van de wand; I fig. 8: een detailaanzicht van een andere I uitvoeringsvorm van de ontkoppelelementen volgens de I uitvinding; I fig. 9: een horizontaal doorsnedeaanzicht van een 10 andere uitvoeringsvorm van de uitvinding bij het toepassen I van het gereedschap volgens fig. 7; · I fig. 10: een schematisch perspectivisch aanzicht van een stijl volgens de onderhavige uitvinding waarbij aan de stijl een drager is bevestigd; 15 fig· 11: een schematisch perspectivisch detailaanzicht van de bevestiging van een stijl op een plafondgeleider; en fig. 12: een schematisch perspectivisch detailaanzicht van een aansluitprofiel.

20 In fig. 1 is een wand 1 af geheeld welke wordt gevormd door wandpanelen 2, welke worden gescheiden door voegen 3.

De wand 1 is geplaatst op een vloer 4. Zoals in fig. 2a is weergegeven, is volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm de wand voorzien van stijlen 5, die bij de betreffende 25 uitvoeringsvorm worden gevormd door aluminium H extrusieprofielen.

De panelen 2 zijn aan hun randen voorzien van profielen 6 welke bij voorkeur door kunststoffen profielen H worden gevormd, maar welke evenzeer door bijvoorbeeld metalen H 30 profielen zouden kunnen worden gevormd. De profielen 6 zijn H door middel van dubbelzijdig klevende schuimtape 7 aan de H panelen 2 bevestigd. In plaats van schuimtape kunnen andere H bevestigingsmiddelen worden toegepast zoals lijm.

in?3 3 3-n- 9

De profielen 6 worden gevormd door een vlak deel 8/ dat aan een zijde van een uitsteeksel 9 is voorzien. Dit uitsteeksel 9 dient voor het plaatsen van het profiel 6 ten opzicht van de rand van het paneel 2. Het uitsteeksel 9 is 5 aan zijn vrije einde voorzien van een verdikking 10. Deze verdikking draagt zorg voor het afsluiten van de voeg 3 tussen twee op elkaar vormende panelen. Deze verdikking 10 kan van hetzelfde materiaal als het profiel 6 zijn vervaardigd, maar is bij voorkeur vervaardigd van een 10 flexibele kunststof. Tevens kan de verdikking 10 zijn voorzien van een holte. Het profiel 6 is voorzien van twee uitstekende delen 11,12 waartussen een holte 13 wordt ingesloten.

De panelen 2 kunnen overigens door gipsplaten worden 15 gevormd, maar eveneens door andersoortig panelen zoals van houtachtige materialen vervaardigde panelen, kunststoffen panelen of van metaalplaat vervaardigde panelen. In het geval van metalen panelen, bijvoorbeeld in de vorm van zogenaamde cassettepanelen, biedt zich de mogelijkheid het betreffende 20 deel van de klikverbinding in het paneel te integreren.

De stijl 5 wordt in het onderhavige geval gevormd door een aluminium profiel met een H-vormige doorsnede. Aan de buitenzijde van elk van de poten van de H is een uitsteeksel 14 aangebracht dat kan worden aangegrepen door 25 beide uitstekende delen 11, 12 van 6, wanneer het uitsteeksel 14 zich in de holte 13 bevind. Hierdoor wordt een klikverbinding gevormd. Deze klikverbinding kan worden gemaakt door het in horizontale richting tegen elkaar aandrukken van het paneel 2 en de stijl 5.

30 Bij dit uitvoeringsvoorbeeld is de stijl voorzien van het mannelijke deel van de klikverbinding en is het profiel voorzien van het vrouwelijke deel. Dit kan uiteraard ook worden omgewisseld.

1023330- I 10

De stijl 5 is verder op elk van zijn poten voorzien I van een richel 15. Wanneer een tweede paneel aan de binnenzijde van het paneel 2 wordt geplaatst, bijvoorbeeld I wanneer men een zwaardere wand wil plaatsen uit het oogpunt I 5 van brandwerendheid of geluiddempendheid, draagt de richel 15 I zorg voor het opsluiten van het betreffende extra paneel.

I In fig. 2b is een andere uitvoeringsvorm getoond van I de stijl in de vorm van een stijl 16. De stijl 16 wordt I gevormd door walsen van plaatstaal verkregen profielen 17 10 welke ruggelings tegen elkaar aan zijn bevestigd, I bijvoorbeeld door een puntlasverbinding.

Overigens is het mogelijk, zoals in figuur 12 is I afgebeeld, een dergelijk profiel 17 op zich toe te passen, I bijvoorbeeld wanneer een wand aansluit op een andere wand, of I 15 wanneer in een dergelijke wand volgens de uitvinding een I kozijn voor een deur of een raam moet worden opgenomen.

I De profielen 17 zijn elk aan hun distale einden I voorzien van een verdikking in de vorm van een kraalrand 18 welke een klikverbinding vormt met de tegen de panelen 2 20 aangebrachte profielen 6. In het onderhavige geval wordt de I voeg tussen de panelen opgevuld door een veter 19. Deze is aan een zijde ingevoegd in een groef 20 in het profiel 16, waartoe de veter 19 van een verdikking 21 is voorzien. Aan de andere zijde is de veter voorzien van een pijlvormige 25 verdikking 22 voor het afdichten van de voeg 3.

Het zal duidelijk zijn dat het ook in het geval van een aluminium profiel is een dergelijke veter 19 toe te H passen, en dat het eveneens bij een stalen profiel mogelijk is gebruik te maken van de verdikking 10 voor het afdichten 30 van de groef.

In fig. 3 is de aluminium stijl 5 weergegeven, waarbij deze is voorzien van ontkoppelelementen 25. De ontkoppelelementen 25 worden gevormd door in het onderhavige I 1023330- 11 geval stukken plaatstaal die van twee inkepingen 26 zijn voorzien. Door de inkepingen 26 ontstaat een verbreding 27, welke in een in de stijl aangebrachte groef 28 kan worden geplaatst.

5 De ontkoppelelementen worden in de groef 28 geplaatst, door deze met hun hoofdvlak in verticale richting te houden, de verbreding tot in de groef 28 te brengen, en de ontkoppelelementen een kwartslag te draaien. Dan wordt de situatie verkregen zoals in het onderste deel van fig. 3 is 10 weergegeven. Het ontkoppelelement 25 kan dan in verticale richting langs de groef 28 worden bewogen.

In fig. 4 is weergegeven hoe het ontkoppelelement 25 wordt gebruikt voor het ontkoppelen van de klikverbinding. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een gereedschap 29 dat 15 wordt gevormd door een handgreep 30 en een mesblad 31, en dat aan zijn einde van een inkeping 32 is voorzien. Door de flexibiliteit van de verdikking 10 kan het mesblad 31 van het gereedschap 21 in de voeg 3 tussen twee panelen worden bewogen, waarbij de inkeping 32 van het mesblad 31 in 20 aangrijping kan worden gebracht met de onderzijde van het ontkoppelelement 25. Door de gebogen vorm van het distale einde van het snij blad 31, kan door een draaiende beweging van het gereedschap 29, een naar de buitenzijde gerichte kracht worden uitgeoefend op het ontkoppelelement 25, zodat 25 dit een druk uitoefent tegen de profielen 6 van de panelen 2, zodat de profielen naar buiten worden gedrongen. Hierbij kan de kracht zodanig groot zijn dat de klikverbinding tussen het uitsteeksel 14 respectievelijk de kraalrand 18 en de groef 13 wordt verbroken. Uiteraard is het eveneens mogelijk gebruikt 30 te maken van een gereedschap met een rechte distale rand, zoals bij een gewoon plamuurmes.

1023330- I 12 I In de fig. 6a tot 6c zijn verschillende I uitvoeringsvormen getoond van ontkoppelelementen 23, 24 en I 25.

I Elk van deze ontkoppelelementen biedt de mogelijkheid I 5 de werking te veroorzaken welke in het voorgaande deel is beschreven. De keuze tussen een van de ontkoppelelementen 23, I 24 of 25 zal afhankelijk zijn van kostprijs, vormgeving van I de groef 28 en eventuele andere overwegingen.

Hierbij wordt opgemerkt, dat het mogelijk is de 10 ontkoppelelementen 23, 24 en 25 in verticale richting langs I de groef 28 te bewegen om op diverse plaatsen langs de hoogte I van de stijl de panelen te kunnen ontkoppelen. Het is echter I eveneens mogelijk gebruik te maken van andere middelen voor I het losmaken van de verbinding tussen panelen 2 en stijl 5 I 15 respectievelijk 16, zoals in fig. 7 is weergegeven.

I Fig. 7 geeft de situatie weer van een stijl van de I constructie van fig. 2b, waarbij geen groef 23 is aangëbracht I voor het geleiden van ontkoppelelementen. Er kan dan gebruik I gemaakt worden van een stuk gereedschap waarbij het 20 ontkoppelelement in het gereedschap is geïntegreerd.

I In fig. 7 ia een dergelijk gereedschap weergegeven en I in zijn geheel met 33 aangeduid. Het wordt gevormd door een I mesblad 34, dat aan een einde van een handgreep 35 is I voorzien en aan zijn andere einde van een uitgestanste en 25 naar buiten gebogen tand 36 is voorzien. Het gereedschap 33 I kan in de voeg 3 tussen 2 panelen worden bewogen zoals in fi9. 7 is weergegeven.

I Hierbij is in het onderhavige geval een veter 19 aangebracht, waarbij het gereedschap in de weergegeven 30 situatie aan de linkerzijde van de veter 9 tot in de voeg moet worden gebracht opdat het linker paneel 2 kan worden losgemaakt. Deze handeling zal op diverse hoogten moeten worden herhaald.

I 1023330- 13

Hierbij wordt erop gewezen dat, door de aanwezigheid van het profiel 6, beschadiging van de panelen zo goed als uitgesloten is.

Nadat het linkerpaneel 2 is verwijderd, kan het 5 gereedschap 33 worden omgedraaid en kan het aan de rechterzijde van de veter worden ingevoerd tot in de voeg 3 voor het loshalen van het rechterpaneel 2.

In fig. 8 is een uitvoeringsvorm getoond waarbij de ontkoppelelementen zijn uitgevoerd in de vorm van uit het 10 profiel 17 uitgespaarde lippen 37. Hierbij moeten dergelijk lippen 37 op regelmatige afstanden, bijvoorbeeld elke 50 cm in het profiel worden aangebracht om op voldoende verschillende plaatsen langs de hoogte van de stijl de ontkoppelfunctie te kunnen uitvoeren; het ontkoppelelement is 15 hierbij immers niet verplaatsbaar.

In fig. 9 is de werking van het gereedschap 33 in doorsnede aangegeven. .

In fig. 10 ie getoond hoe in de groef 28 en schapdrager 38 is geplaatst. Deze schapdrager 38 is aan zijn 20 in de groef 28 geplaatste einde voorzien van twee omgezette delen waarmee de schapdrager vergrendeld is in de groef.

Overigens kunnen diverse vergrendelmechanismen worden toegepast, al dan niet in koppeling met het ontkoppelelement 25 of met andere fixatie-elementen. Van belang voor het 25 aanbrengen van dergelijke dragers is hét feit dat zij zich door de voeg 3 heen uitstrekken en dat zij vergrendeld zijn aan de stijl 5, 16 of 17.

De stijlen 5, 16 worden in het algemeen aan hun bovenzijde opgesloten tegen U-vormige, tegen het plafond 30 aangebrachte plafondgeleiders 39. Volgens de stand van de techniek worden de stijlen 5, 16 binnen deze geleiders 39 geplaatst door middel van klossen die in het plafond worden getimmerd of door andere bevestigingselementen.

1023330- I 14 I De uitvinding voorziet in een klemmende verbinding I tussen de stijlen en de plafondgeleiders 39 door toepassing van bladveren 40 welke worden aangegrepen in de stijl 5 aangebrachte groeven 41, respectievelijk 42. Door de I 5 vormgeving van de bladveer 40, wordt deze binnen de groef I schuin vastgeklemd, waarbij de bladveer van een omgebogen I deel 43 is voorzien, dat een drukkracht uitoefent tegen de I onderzijde van de geleider 39. Hierdoor wordt een klemmende I werking verkregen die een beweging in horizontale richting 10 van de stijl over de geleider toelaat, bijvoorbeeld voor het I precies op hun plaats brengen van de stijlen bij het I aanbrengen van de panelen.

I Aan de bovenzijde van de stijlen 5 zijn dergelijke I bladveren zijn aangebracht ter klemming tegen de 15 plafondgeleiders. Het is tevens mogelijk aan de onderzijde I van deze stijlen dergelijke bladveren aan te brengen ter I klemming van de stijlen tegen de vloer en ter voorkoming van I horizontale bewegingen van de stijlen op de vloer. Het is overigens eveneens mogelijk op de vloer geleiders aan te I 20 brengen, doch dit is voor toepassing van de uitvinding niet I noodzakelijk.

I Er kunnen diverse variaties op de getoonde I uitvoeringsvormen worden aangebracht zonder van de uitvinding I af te wijken.

I 1023330-

Claims (34)

1. Verzameling onderdelen voor het bouwen van wanden, omvattende: - zich hoofdzakelijk verticaal uitstrekkende stijlen; - elk aan tenminste een stijl koppelbare panelen, 5. waarbij de panelen elk aan hun achterzijde van zich over hoofdzakelijk de gehele hoogte uitstrekkende eerste koppelmiddelen zijn voorzien en dat de verticale stijlen van zich hoofdzakelijk over de gehele hoogte uitstrekkende tweede koppelmiddelen zijn voorzien voor koppeling met de eerste 10 koppelmiddelen; - waarbij de eerste koppelmiddelen in de nabijheid van tenminste een verticale rand van de panelen zijn aangebracht; - waarbij dè eerste en de tweede koppelmiddelen zijn 15 ingericht voor het maken van een onderlinge verbinding bij het in horizontale richting tegen elkaar aan drukken van de van de eerste koppelmiddelen voorziene panelen en de van tweede koppelmiddelen voorziene verticale stijl, met het kenmerk, 20. dat de eerste koppelmiddelen een vrouwelijk koppeldeel omvatten en dat de tweede koppelmiddelen een mannelijk koppeldeel omvatten, - dat de eerste koppelmiddelen op een drager bevestigd zijn, waarbij de drager van de eerste 25 koppelmiddelen van een aanslag is voorzien voor het bepalen vein de afstand tussen de verticale rand van het paneel en de eerste koppelmiddelen, - dat de drager door middel van een klevende hechtverbinding op de panelen is bevestigd, en 30. dat de stijlen aan het paneel zijn te bevestigen. 1023330- I 16

2. Verzameling onderdelen volgens conclusie 1, met I het kenmerk, dat de aanslag door tenminste één om de rand van het paneel grijpend uitsteeksel van de drager wordt gevormd.

3. Verzameling onderdelen volgens conclusie 1 of 2, I 5 met het kenmerk, dat de drager door middel van een dubbelzijdig hechtende kleefband op de panelen is bevestigd.

4. Verzameling onderdelen volgens een van de I voorafgaande conclusie, met het kenmerk, dat de eerste I koppelmiddelen en de tweede koppelmiddelen tezamen een I 10 klikverbinding omvatten.

5. Verzameling onderdelen volgens conclusie 4, met I het kenmerk, dat de eerste koppelmiddelen een in de stijl I geïntegreerd klikprofiel omvatten.

6. Verzameling onderdelen volgens een van conclusies I 15 1-5, met het kenmerk, dat de eerste en tweede koppelmiddelen I zijn ingericht om te worden ontkoppeld bij het uitoefenen van I een drukkracht tussen het paneel en de stijl.

7. Verzameling onderdelen volgens conclusie 6, met I het kenmerk, dat de eerste en de tweede koppelmiddelen zijn I 20 ingericht voor het koppelen van op elkaar volgende panelen I met een tussenruimte die voldoende groot is om een ontkoppel ingsgereedschap voor het ontkoppelen van de I verbinding tussen de panelen en de stijl te plaatsen.

8. Verzameling onderdelen volgens conclusie 7, met I 25 het kenmerk, dat de stijl voorzien is van tenminste een ontkoppelelement dat door het gereedschap bedienbaar is voor het uitoefenen van een drukkracht tussen het tenminste ene paneel en de stijl.

9. Verzameling onderdelen volgens conclusie 8, met I 30 het kenmerk, dat het ontkoppelelement in verticale richting verplaatsbaar met de stijl verbonden is.

10. Verzameling onderdelen volgens conclusie 9, met I kenmerk, dat de geleider door een zich verticaal I 1023330- uitstrekkende groef wordt gevormd, en dat het ontkoppelelement van een slede is voorzien voor geleiding binnen de groef.

11. Verzameling onderdelen volgens conclusie 10, met 5 het kenmerk, dat het ontkoppelelement van gebogen plaatmateriaal is vervaardigd.

12. Verzameling onderdelen volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de stijl van een aantal op regelmatige onderlinge afstand geplaatste ontkoppelelementen is voorzien.

13. Verzameling onderdelen volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de ontkoppelelementen deel uitmaken van de stijl.

14. Verzameling onderdelen volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de stijl van plaatstaal is vervaardigd en 15 dat dé ontkoppelelementen uit het staal zijn gestanst.

15. Verzameling onderdelen volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verzameling onderdelen een opvulelement omvat voor het opvullen van de voeg tussen twee op elkaar volgende panelen.

16. Verzameling volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het opvulelement een veter omvat, die verbindbaar is met de stijl en waarvan een distale rand zich in de voeg tussen de twee panelen uitstrekt.

17. Verzameling onderdelen volgens conclusie 15 25 wanneer deze afhankelijk is van conclusie 2, met het kenmerk, dat het opvulelement wordt gevormd door een uitbreiding van het uitsteeksel.

18. Verzameling onderdelen volgens conclusie 13, 14 of 15, met het kenmerk, dat het opvulelement wegdrukbaar is 30 door het gereedschap.

19. Verzameling onderdelen volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de stijlen zijn 1023330- H ingericht voor het opnemen van dragers voor buiten de panelen I geplaatste onderdelen.

20. Verzameling onderdelen volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de stijlen van een groef zijn voorzien voor 5 het in de groef vergrendelen van een drager.

21. Verzameling onderdelen volgens een van de I voorafgaande conclusies, omvattende tegen het plafond aan te I brengen plafondgeleiders, met het kenmerk, dat de stijlen aan hun bovenzijde van een verende verbinding zijn voorzien voor I 10 het verend tussen de plafond- en vloergeleiders klemmen van I de stijlen.

22. Verzameling onderdelen volgens conclusie 21, met I het kenmerk, dat de verende verbinding tenminste een aan de I bovenzijde van de stijl aangebrachte bladveer omvat, die is I 15 ingericht voor het uitoefenen van een kracht tegen de I plafondgeleider.

23. Verzameling onderdelen volgens conclusie 21 of I 22, met het kenmerk, dat aan de onderzijde van de stijl een I verende verbinding is aangebracht voor verende klemming I 20 tussen stijl en vloer.

24. Verzameling onderdelen volgens conclusie 22 of I 23, met het kenmerk, dat de bladveer met elk van zijn I zijwanden in een geleidegroef in verticale richting I beweegbaar geleid is en dat de bladveer is ingericht om zich I 25 vast te klemmen tussen vloer of plafondgeleider en geleidegroeven.

25. Verzameling onderdelen volgens een van de I voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de stijl is samengesteld uit twee ruggelings tegen elkaar aan geplaatste, I 30 identieke profielen.

26. Verzameling onderdelen volgens conclusie 25, met I het kenmerk, dat de verzameling onderdelen een I aansluitprofiel omvat voor aansluiting op een bestaande I 1023330- structuur, welk aansluitprofiel gevormd wordt door een enkel profiel van de uit twee identieke profielen samengestelde stijl.

27. Wandconstructie, met het kenmerk, dat deze is 5 opgebouwd uit een verzameling onderdelen volgens een van de voorafgaande conclusies.

28. Gereedschap voor het demonteren van een wandconstructie volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat het gereedschap een met een handgreep verbonden mesvormig 10 element omvat, dat is ingericht voor het in de voeg tussen twee op elkaar volgende panelen brengen van de te demonteren wandconstructie en het mesvormig element van drukelementen is voorzien voor het uitoefenen van een drukkracht tussen de stijl en de panelen.

29. Gereedschap voor het afbreken van een wandconstructie volgens conclusie 27, wanneer deze is opgebouwd uit een verzameling onderdelen vólgens eén van dë conclusies 8-15, met het kenmerk, dat het gereedschap een met een handgreep verbonden mesvormig element omvat, dat is 20 ingericht voor aangrijpen van het ontkoppelelement opdat het ontkoppelelement een drukkracht tussen de stijl en de panelen uitoefent.

30. Werkwijze voor het opbouwen van een wandconstructie volgens conclusie 27, omvattende de volgende 25 stappen: - het aanbrengen van plafondgeleiders; - het plaatsen van stijlen; - het plaatsen van panelen en het met de geplaatste stijlen verbinden van de panelen,; en 30. het op elkaar aansluitend plaatsen van de panelen, met het kenmerk, dat de panelen met de stijlen worden verbonden door het tegen de stijlen aan drukken van de panelen. 1023330-

31. Werkwijze volgens conclusie 30, net het kenmerk, dat de panelen elk aanvankelijk met hun onderzijde tegen de stijlen aan worden gedrukt en vervolgens van beneden af naar boven toe tegen de stijlen aan wórden gedrukt.

32. Werkwijze voor het demonteren van een wandconstructie volgens conclusie 27, gekenmerkt door de volgende stappen: - het tot in de spleet tussen twee panelen bewegen van het gereedschap volgens conclusie 28 of 29 totdat het mes van 10 dit gereedschap de stijl raakt; en - het door middel van een draaiende beweging rondom hoofdzakelijk het punt waar het gereedschap de stijl raakt van de stijl losmaken van tenminste een van de panelen waaraan de spleet grenst.

33. Werkwijze volgens conclusie 32, met het gereedschap volgens conclusie 28, met het kenmerk, dat bij het maken van de draaiende beweging de drukelementen de panelen van de stijlen los drukken.

34. Werkwijze volgens conclusie 33, met het 20 gereedschap volgens conclusie 28, met het kenmerk, dat voorafgaande aan het maken van de draaiende beweging het gereedschap het ontkoppelelement aangrijpt en dat bij het draaien van het gereedschap het ontkoppelelement de panelen van de stijl los drukt. 1023330-