NL1021856C2 - Device and method for measuring and controlling crop growth. - Google Patents

Device and method for measuring and controlling crop growth. Download PDF

Info

Publication number
NL1021856C2
NL1021856C2 NL1021856A NL1021856A NL1021856C2 NL 1021856 C2 NL1021856 C2 NL 1021856C2 NL 1021856 A NL1021856 A NL 1021856A NL 1021856 A NL1021856 A NL 1021856A NL 1021856 C2 NL1021856 C2 NL 1021856C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
water
crop
watering
weight
growth
Prior art date
Application number
NL1021856A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Christiaan Blok
Arie De Gelder
Reinier De Graaf
Original Assignee
Praktijkonderzoek Plant En Omg
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Praktijkonderzoek Plant En Omg filed Critical Praktijkonderzoek Plant En Omg
Priority to NL1021856A priority Critical patent/NL1021856C2/en
Priority to AU2003283861A priority patent/AU2003283861A1/en
Priority to PCT/NL2003/000778 priority patent/WO2004040965A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1021856C2 publication Critical patent/NL1021856C2/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G31/00Soilless cultivation, e.g. hydroponics
    • A01G31/02Special apparatus therefor
    • A01G31/04Hydroponic culture on conveyors
    • A01G31/045Hydroponic culture on conveyors with containers guided along a rail
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02PCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES IN THE PRODUCTION OR PROCESSING OF GOODS
    • Y02P60/00Technologies relating to agriculture, livestock or agroalimentary industries
    • Y02P60/20Reduction of greenhouse gas [GHG] emissions in agriculture, e.g. CO2
    • Y02P60/21Dinitrogen oxide [N2O], e.g. using aquaponics, hydroponics or efficiency measures

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Hydroponics (AREA)
  • Greenhouses (AREA)

Description

Titel: Inrichting en werkwijze voor het meten en sturen van groei van gewas.Title: Device and method for measuring and controlling crop growth.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het meten en sturen van groei van gewas. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het meten en sturen van groei van gewas in kweekgoten, op groeielementen zoals substraatmatten, waarbij gebruik 5 wordt gemaakt van watergeefmiddelen waarmee op geschikte momenten water met groeistoffen aan het gewas wordt toegevoerd via genoemde groeielementen.The invention relates to a device for measuring and controlling growth of crops. In particular, the invention relates to a method for measuring and controlling growth of crops in growing troughs, on growing elements such as substrate mats, wherein use is made of watering means with which water with growth substances is supplied to the crop via said growing elements.

In NL 1008377 zijn een werkwijze en inrichting beschreven voor het automatisch watergeven aan gewas in kweekgoten. Bij deze bekende 10 inrichting is een kweekgoot met daarin groeielementen in de vorm van substraatmatten opgelegd op twee weegschalen waarmee het gewicht van de kweekgoot kan worden gemeten. Langs de kweekgoot strekt zich een waterslang uit die via aftakkingen is verbonden met elk der groeielementen. De waterslang is aangesloten op een centrale klep die elektrisch open en 15 dicht kan worden gestuurd voor het toevoeren van water naar de groeielementen. Boven de kweekgoot is een rek voorzien waaraan een serie krachtopnemers is opgehangen. Aan elk der krachtopnemers is een draad bevestigd waarlangs een individuele plant van het gewas groeit die in of op het groeielement groeit. Met behulp van de krachtopnemers kan derhalve 20 het gewicht van de individuele planten relatief nauwkeurig worden gemeten, voor zover dit gewicht daadwerkelijk aan de betreffende draad hangt en niet afsteunt op de kweekgoot. Aan de onderzijde van de kweekgoot is een drainopening voorzien die aansluit op een opvangbak waarin water kan worden opgevangen dat na watergeven via de waterslang 25 wegstroomt via de drainopening. Het gewicht van het weglopende water wordt gemeten met behulp van een weegschaal onder de opvangbak.NL 1008377 describes a method and device for automatically watering crops in cultivation troughs. In this known device, a culture trough with growth elements in the form of substrate mats is placed on two scales with which the weight of the culture trough can be measured. A water hose extends along the cultivation gutter, which is connected via branches to each of the growth elements. The water hose is connected to a central valve that can be electrically opened and closed for supplying water to the growth elements. A rack is provided above the cultivation gutter on which a series of force sensors is suspended. A wire is attached to each of the force sensors along which an individual plant of the crop grows that grows in or on the growing element. The weight of the individual plants can therefore be measured relatively accurately with the aid of the force transducers, insofar as this weight actually depends on the wire in question and does not rest on the growing gutter. A drain opening is provided on the underside of the cultivation trough which connects to a collecting tray in which water can be collected which, after watering, flows away via the water hose 25 via the drain opening. The weight of the running-off water is measured with the help of a scale under the collection bin.

4 nv 1 85 6 H Bij deze inrichting zijn de weegschalen en individuele krachtopnemers gekoppeld aan een centrale regeleenheid, evenals de centrale klep. In de regeleenheid is een programma op genomen dat op basis van onder meer het kweekgootgewicht, het plantgewicht en het 5 drainwatergewicht watergeefbeurten aanstuurt door openen en sluiten van de centrale klep. Bij elke watergeefbeurt wordt een overmaat aan water toegevoerd, zodanig dat in het substraat achterblijvende zouten daaruit worden gespoeld. Het programma is ingericht voor het schatten van de vochtigheid van de groeielementen en het op basis daarvan regelen van een 10 specifiek watergeefpatroon gedurende een groeiperiode van bijvoorbeeld 24 uur of een veelvoud daarvan. Daarbij wordt met regelmatige intervallen elk der groeielementen volledig verzadigd met water, waarna als ijkgewicht van de kweekgoot wordt genomen het gewicht van de kweekgoot met I groeielementen wanneer via de drainopening juist geen water meer uit de I 15 kweekgoot stroomt. Op basis van dit periodiek bepaalde ijkgewicht wordt I het watergeefpatroon geregeld.4 nv 1 85 6 H With this device, the scales and individual force sensors are linked to a central control unit, as well as the central valve. A program has been included in the control unit which, based on, inter alia, the cultivation gutter weight, the plant weight and the drain water weight, controls watering cycles by opening and closing the central valve. At each watering, an excess of water is supplied, such that salts remaining in the substrate are flushed therefrom. The program is adapted to estimate the humidity of the growth elements and to control a specific watering pattern on the basis thereof during a growth period of, for example, 24 hours or a multiple thereof. Thereby at regular intervals each of the growth elements is completely saturated with water, whereafter the calibration weight of the culture trough is taken as the weight of the culture trough with growth elements when water no longer flows out of the growth trough via the drain opening. The watering pattern is regulated on the basis of this periodically determined calibration weight.

Bij deze bekende inrichting is gebleken dat het gewicht van de kweekgoot niet altijd voldoende nauwkeurig kan worden bepaald, hetgeen het gevolg lijkt te zijn van de beïnvloeding van dat gewicht door het I 20 plantgewicht, de stijfheid van het gewas en vrij in de kweekgoot aanwezig, nog niet door de drainopening weggestroomd water bij bepaling van het I ijkgewicht. Bovendien is het bij deze bekende inrichting noodzakelijk de I groeielementen ten minste één keer per etmaal geheel te verzadigen met I water, hetgeen nadelig is voor het gewas. Een verder nadeel van deze I 25 bekende inrichting is dat de ruimte onder de kweekgoot in grote mate wordt I ingenomen door onderdelen van de inrichting, met name de weegschalen, I terwijl bovendien de gebruikte weegschalen relatief kostbaar zijn in I aanschaf en gebruik.With this known device it has been found that the weight of the cultivation gutter cannot always be determined with sufficient accuracy, which appears to be the result of the influence of that weight on the plant weight, the stiffness of the crop and freely present in the cultivation gutter, water not yet drained through the drain opening when determining the calibration weight. Moreover, with this known device, it is necessary to completely saturate the growth elements with water at least once per day, which is disadvantageous for the crop. A further drawback of this known device is that the space under the cultivation gutter is largely occupied by parts of the device, in particular the scales, while moreover the scales used are relatively expensive to purchase and use.

33

De uitvinding beoogt een inrichting voor het meten en sturen van groei van gewas waarbij ten minste een aantal van de nadelen van de bekende inrichting zijn vermeden.It is an object of the invention to provide a device for measuring and controlling crop growth, wherein at least some of the disadvantages of the known device are avoided.

De uitvinding beoogt in het bijzonder te voorzien in een inrichting 5 voor het meten en sturen van groei van gewas, waarbij automatisch een watergeefpatroon kan worden opgesteld, waarbij tijdens gebruik herhaalde volledige verzadiging van de groeielementen wordt verhinderd.The invention has for its object in particular to provide a device 5 for measuring and controlling growth of crops, wherein a watering pattern can be set up automatically, wherein repeated full saturation of the growth elements is prevented during use.

De uitvinding beoogt voorts een dergelijke inrichting waarbij een relatief groot vrij vloeroppervlak onder de kweekgoot wordt behouden en 10 waarbij de constructie van de inrichting relatief eenvoudig is.A further object of the invention is to provide such a device wherein a relatively large free floor area under the cultivation gutter is retained and wherein the construction of the device is relatively simple.

De uitvinding beoogt voorts een kas te verschaffen, voorzien van een dergelijke inrichting voor het meten en sturen van groei van gewas en een regelinrichting voor gebruik bij het meten en sturen van groei van gewas, in het bijzonder bij het bepalen van een watergeefpatroon.A further object of the invention is to provide a greenhouse provided with such a device for measuring and controlling growth of crop and a control device for use in measuring and controlling growth of crop, in particular when determining a watering pattern.

I 15 De uitvinding beoogt verder een werkwijze te verschaffen voor het I meten en sturen van groei van gewas, waarbij een watergeefpatroon wordt I bepaald aan de hand van ten minste het verschil in de toegevoerde I hoeveelheid water aan groeielementen waarop het gewas groeit, het gewicht I van de kweekgoten waarin het gewas wordt gekweekt en de uit de 20 kweekgoten afgevoerde hoeveelheid water.It is a further object of the invention to provide a method for measuring and controlling growth of crop, wherein a watering pattern is determined on the basis of at least the difference in the supplied amount of water to growth elements on which the crop grows, the weight I of the cultivation troughs in which the crop is grown and the amount of water drained from the cultivation troughs.

I Deze en andere doelen worden bereikt met een inrichting, kas, I regelinrichting en/of werkwijze volgens de uitvinding.These and other objects are achieved with a device, greenhouse, control device and / or method according to the invention.

I Bij een inrichting volgens de uitvinding is de kweekgoot I opgehangen aan tenminste een weegmiddel, waarbij watergeefmiddelen en I 25 drainagemiddelen zijn voorzien zodat de hoeveelheid toegevoerd water en de hoeveelheid afgevoerd water steeds kan worden bepaald. Uit onder meer het I verschil tussen deze twee hoeveelheden kan in de regeleenheid een I schatting worden gemaakt hoeveel water door de planten is gebruikt voor groei en verdamping en hoeveel water er derhalve nog in de groeielementen I 30 beschikbaar is voor verder gebruik door het gewas. Indien deze in de groeielementen resterende hoeveelheid water daalt onder een vooraf in de regeleenheid in te geven hoeveelheid zal met behulp van de watergeefmiddelen weer een nieuwe hoeveelheid water worden toegevoerd. Doordat bij een inrichting volgens de uitvinding de kweekgoot en H 5 de plantondersteuningsmiddelen worden opgehangen wordt beïnvloeding van de gewichtsmeting van de kweekgoot door het plantgewicht en in het H bijzonder door bijvoorbeeld de stijfheid van het gewas en de relatieve positie H van de krachtopnemers ten opzichte van de positie waarop de betreffende H plant is opgesteld op het groeielement en/of het groeielement ten opzichte H 10 van de kweekgoot is geplaatst tot een minimum beperkt. Dergelijke beïnvloeding kan tot onacceptabele meetfouten leiden. Voorts biedt het H ophangen van de kweekgoot het verrassende voordeel dat deze kweekgoten zowel bij vrij op plantondersteuningsmiddelen zoals de groeielementen H geplaatste planten als bij door draden of dergelijke 15 gewasondersteuningsmiddelen geleide planten kunnen worden toegepast.In a device according to the invention, the cultivation trough I is suspended from at least one weighing means, wherein watering means and drainage means are provided so that the amount of water supplied and the amount of water discharged can always be determined. From among other things the difference between these two quantities, an estimate can be made in the control unit how much water is used by the plants for growth and evaporation and how much water is therefore still available in the growth elements for further use by the crop. If this amount of water remaining in the growth elements falls below an amount to be entered in advance in the control unit, a new amount of water will be supplied again with the aid of the watering means. Because in a device according to the invention the cultivation trough and H 5 the plant support means are suspended, influencing the weight measurement of the cultivation trough is influenced by the plant weight and in particular by, for example, the stiffness of the crop and the relative position H of the force sensors with respect to the position at which the H plant in question is arranged on the growing element and / or the growing element relative to H 10 of the growing gutter is limited to a minimum. Such influence can lead to unacceptable measurement errors. Furthermore, hanging the cultivation trough H offers the surprising advantage that these cultivation troughs can be used both for plants placed freely on plant support means such as the growth elements H and for plants guided by wires or similar crop support means.

Een verder bijkomend voordeel van het ophangen van de kweekgoten is dat het vloeroppervlak onder de kweekgoten in hoofdzaak vrijblijft, terwijl de hoogte van de kweekgoten ten opzichte van de vloer willekeurig kan worden gekozen.A further additional advantage of suspending the grow gutters is that the floor surface underneath the grow gutters remains substantially free, while the height of the grow gutters relative to the floor can be selected arbitrarily.

I 20 Bij gebruik van een inrichting volgens de uitvinding bij langs draden of dergelijke geleidende plantondersteuningsmiddelen die eveneens I aan weegmiddelen zijn opgehangen wordt voorts het voordeel bereikt dat I onregelmatigheden in de afstelling van de plantondersteuningsmiddelen ten opzichte van de kweekgoot van minder invloed lijken te zijn dan bij de 25 bekende inrichting waarbij de kweekgoot aan de onderzijde wordt I ondersteund door op de grond afsteunende weegschalen. Zonder aan enige I theorie gebonden te willen worden lijkt dit verschil te ontstaan doordat bij I de bekende inrichting de kweekgoot geen bewegingsvrijheid heeft ten opzichte van de weegschalen, waardoor verplaatsingen van de I 30 plantondersteuningsmiddelen niet kunnen worden gevolgd. Bij een 5 inrichting volgens de uitvinding kunnen verplaatsingen van de kweekgoot die relatief klein zijn ten opzichte van de buitenmaten van de kweekgoot relatief eenvoudig worden op gevangen zonder dat de metingen daardoor worden beïnvloed. Dergelijke verplaatsingen kunnen bijvoorbeeld optreden 5 als gevolg van materiaaluitzetting en -krimp, a-symmetriéche belasting van de kweekgoot door het gewas, positioneringsfouten en dergelijke.When a device according to the invention is used with plant support means which are guided along wires or the like and which are also suspended from weighing means, the advantage is furthermore achieved that irregularities in the adjustment of the plant support means with respect to the growing trough appear to be of less influence than in the known device in which the cultivation trough is supported on the underside by scales supporting on the ground. Without wishing to be bound by any theory, this difference appears to arise because in the known device the cultivation trough has no freedom of movement relative to the scales, as a result of which movements of the plant support means cannot be followed. In a device according to the invention, displacements of the cultivation trough which are relatively small with respect to the outer dimensions of the cultivation trough can be captured relatively easily without the measurements being influenced thereby. Such displacements can occur, for example, as a result of material expansion and shrinkage, asymmetrical loading of the cultivation trough by the crop, positioning errors and the like.

Het verdient de voorkeur dat bij een inrichting volgens de uitvinding de kweekgoot aan eerste weegmiddelen zoals krachtopnemers is op gehangen terwijl de plantondersteuningsmiddelen aan tweede 10 weegmiddelen zijn opgehangen. De tweede weegmiddelen kunnen uiteraard ook krachtopnemers zijn. Hiermee wordt het voordeel bereikt dat de belasting van de plantondersteuningsmiddelen onafhankelijk kan worden geregistreerd. Doordat beide middelen zijn opgehangen kunnen blijvende registratie fouten eenvoudig worden vermeden. Het verdient daarbij de 15 voorkeur dat de tweede weegmiddelen aan de eerste weegmiddelen zijn opgehangen, zodat met de eerste weegmiddelen het volledige gewicht van de kweekgoot met gewas, plantondersteuningsmiddelen en groeielementen, inclusief daarin aanwezig water wordt gemeten, zodat fouten in het gemeten gewasgewicht als gevolg van bijvoorbeeld gedeeltelijk steunen op de 20 kweekgoot kunnen worden geëlimineerd in verdere berekeningen.It is preferred that in a device according to the invention the cultivation trough is suspended from first weighing means such as force sensors, while the plant support means are suspended from second weighing means. The second weighing means can of course also be force sensors. This achieves the advantage that the load on the plant support means can be registered independently. Because both means are suspended, permanent registration errors can easily be avoided. It is thereby preferred that the second weighing means are suspended from the first weighing means, so that with the first weighing means the full weight of the cultivation trough with crop, plant support means and growth elements, including water present therein, is measured, so that errors in the measured crop weight are the result. of, for example, partial support on the culture trough can be eliminated in further calculations.

In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt een inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat in het of een of meerdere groeielementen een vochtsensor is voorzien, verbonden met de regeleenheid. Met behulp van een dergelijke sensor kan steeds de vochtigheid van het of 25 elk betreffende groeielement worden gemeten. Eventueel kan daarbij op basis van meting van de vochtigheid van één der groeielementen de vochtigheid van de overige groeielementen in de kweekgoot worden geschat.In a particularly advantageous embodiment, a device according to the invention is characterized in that a moisture sensor is connected to the control unit in one or more growth elements. With the aid of such a sensor, the humidity of the or each respective growing element can always be measured. Optionally, based on the measurement of the humidity of one of the growth elements, the moisture of the other growth elements in the culture trough can be estimated.

Drainagemiddelen zijn bij voorkeur voorzien voor het opvangen en meten van het gewicht van uit de kweekgoot vloeiend water. Het water met 30 daarin aanwezige groeistoffen kunnen dan bij voorkeur worden gerecycled.Drainage means are preferably provided for collecting and measuring the weight of water flowing from the culture trough. The water with growth substances present therein can then preferably be recycled.

μ Λ O K të H De inrichting is bij voorkeur in hoofdzaak symmetrisch opgebouwd, zodanig dat twee kweekgoten met bijbehorende plantondersteuningsmiddelen zijn opgehangen aan dezelfde eerste weegmiddelen, waardoor ruimte en materiaal wordt bespaard. Bovendien kunnen daarmee a-symmetrieën in de 5 groei van gewas in hoofdzaak worden opgevangen.The device is preferably substantially symmetrical in structure, such that two cultivation troughs with associated plant support means are suspended on the same first weighing means, thereby saving space and material. Moreover, asymmetries in the growth of crops can thus be substantially absorbed.

H Het verdient voorts de voorkeur dat de draagmiddelen voor de gewasondersteuningsmiddelen en de kweekgoten boven het gewas zo veel mogelijk licht doorlaten. Daartoe wordt een inrichting volgens de uitvinding nader gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 9.It is furthermore preferred that the support means for the crop support means and the cultivation troughs transmit as much light as possible above the crop. To that end, a device according to the invention is further characterized by the features of claim 9.

10 Hierdoor wordt de lichtopbrengst voor het gewas optimaal gehouden terwijl toch de kweekgoten en het gewas op eenvoudige wijze hangend kunnen worden ondersteund en het gewicht daarvan kan worden I gemeten.As a result, the light output for the crop is optimally kept, while the cultivation troughs and the crop can nevertheless be supported suspended in a simple manner and the weight thereof can be measured.

In een bijzonder voordelige nadere uitwerking wordt een inrichting 15 volgens de uitvinding verder gekenmerkt doordat de regelinrichting is I voorzien van een algoritme waarmee de verdamping van water door het gewas kan worden bepaald. Modellen voor het bepalen van dergelijke I verdamping zijn genoegzaam bekend en bijvoorbeeld beschreven in:In a particularly advantageous further elaboration, a device according to the invention is further characterized in that the control device is provided with an algorithm with which the evaporation of water by the crop can be determined. Models for determining such evaporation are well known and described, for example, in:

Automation of the water supply of glasshouse crops by means of I 20 calculating the transpiration and measuring of the amount of drainage water I R. de Graaf 1988, Acta Horticulturae 229, page 219-231;Automation of the water supply of glasshouse crops by means of I 20 calculating the transpiration and measuring the amount of drainage water I R. de Graaf 1988, Acta Horticulturae 229, page 219-231;

Water geven bij rozen onder glas I Toepassing van het PBG-watergeefrekenmodel bij de teelt van rozen I 25 R. de Graaf en L. Spaans 1998. Internverslag 171, Proefstation voor I Bloemisterij en Glasgroente; en I Transpiration of Greenhouse crops an aid to climate management I C. Stanghellini, 1987 Proefschrift Landbouwuniversiteit WageningenWatering roses under glass I Application of the PBG watering calculation model for growing roses I 25 R. de Graaf and L. Spaans 1998. Internal report 171, Experimental station for I Floristry and Greenhouse vegetables; and I Transpiration of Greenhouse crops and aid for climate management I C. Stanghellini, 1987 Dissertation Agricultural University Wageningen

Daardoor kan met de regelinrichting een nog betere bepaling I 30 worden gemaakt van de vochtigheid van de groeielementen en/of de opname 7 van water en groeistoffen door het gewas. Ook indien geen vochtsensoren in het of een groeielement worden toegepast. Op basis daarvan kan dan een specifiek watergeefpatroon worden bepaald, waarbij de intervallen tussen de watergeefbeurten en/of de hoeveelheid water per watergeefbeurt kunnen 5 worden geoptimaliseerd.As a result, an even better determination can be made with the control device of the humidity of the growth elements and / or the uptake of water and growth substances by the crop. Even if no moisture sensors are used in the or a growth element. Based on this, a specific watering pattern can then be determined, wherein the intervals between the watering cycles and / or the amount of water per watering cycle can be optimized.

Er kan eenvoudig worden gecorrigeerd voor onverwachte veranderingen in de metingen, bijvoorbeeld als gevolg van pluk, verstoringen door besproeien van het gewas met bijvoorbeeld bestrijdingsmiddelen, plantziekten en dergelijke door de verdamping te 10 bepalen uit het actuele gootgewicht. Dit is dan betrouwbaarder dan de door modellen bepaalde verdamping, waarbij immers wordt uitgegaan van ideaal verdampend gewas. Met name indien in de regelmiddelen geheugenmiddelen zijn opgeslagen die kunnen worden gebruikt als basis voor extrapolatie of voor het bepalen van een nieuw startpunt.It is easy to correct for unexpected changes in the measurements, for example as a result of picking, disturbances due to spraying the crop with, for example, pesticides, plant diseases and the like by determining the evaporation from the current gutter weight. This is then more reliable than the evaporation determined by models, which is based on ideal evaporating crop. In particular if memory means are stored in the control means that can be used as a basis for extrapolation or for determining a new starting point.

15 Algemeen kan worden gesteld dat het de voorkeur geniet onder normale omstandigheden de meting van het gootgewicht te gebruiken voor het bepalen van een watergeefstartsignaal. Bij kortdurende verstoringen, zoals besproeiing of pluk of andere gewashandelingen zal een verdampingsmodel kunnen worden gebruikt. Bij langdurende verstoringen, 20 bijvoorbeeld enkele uren, zal het kweekgootgewicht weer worden gebruikt, waarbij verschillen met de modellen informatie verschaffen over de conditie van het gewas.In general it can be stated that under normal circumstances it is preferable to use the measurement of the trough weight for determining a watering start signal. For short-term disruptions, such as spraying or picking or other crop operations, an evaporation model can be used. In the event of long-term disruptions, for example a few hours, the cultivation gutter weight will be used again, with differences with the models providing information about the condition of the crop.

Bij voorkeur zijn middelen voorzien waarmee bewegingen, in het bijzonder menselijke bewegingen kunnen worden waargenomen rond de 25 kweekgoot, zodat bijvoorbeeld bepaalde metingen kunnen worden gecorrigeerd of geëlimineerd indien deze beïnvloed zijn of kunnen zijn door deze menselijke bewegingen of handelingen zoals plukken van vruchten, snijden van dezen van het gewas, herarrangeren van het gewas, besproeien en dergelijke. Daardoor kan het watergeefpatroon door de regelinrichting 30 nog beter worden geregeld.Means are preferably provided with which movements, in particular human movements, can be observed around the cultivation gutter, so that, for example, certain measurements can be corrected or eliminated if these are influenced or can be influenced by these human movements or actions such as fruit picking, cutting of reading the crop, arranging the crop, spraying and the like. As a result, the watering pattern can be controlled even better by the control device 30.

H De uitvinding heeft voorts betrekking op een kas, voorzien van ten H minste één en bij voorkeur een reeks inrichtingen volgens de uitvinding.The invention further relates to a greenhouse provided with at least H and preferably a series of devices according to the invention.

H De uitvinding heeft verder betrekking op een regelinrichting voor H gebruik bij een inrichting volgens de uitvinding, gekenmerkt door de 5 maatregelen volgens conclusie 15.The invention further relates to a control device for use in a device according to the invention, characterized by the features of claim 15.

Met een dergelijke regeleenheid kan relatief snel en nauwkeurig een watergeefpatroon worden berekend en geregeld voor gewas in bijvoorbeeld een kas, waarbij watergeefmiddelen kunnen worden aangestuurd voor het met gewenste intervallen water geven aan het gewas 10 en/of het per watergeefbeurt afmeten van een gewenste hoeveelheid water.With such a control unit, a watering pattern can be calculated and controlled relatively quickly and accurately for crops in, for example, a greenhouse, wherein watering means can be controlled for watering the crop at desired intervals and / or measuring a desired amount of water per watering cycle. .

Daarbij is de regelinrichting bij voorkeur zodanig ingesteld dat de vochtgehalte van groeielementen in de kweekgoot worden gehouden tussen ongeveer 10% en 95%, meer in het bijzonder tussen 35% en 95 % van de maximale vochtcapaciteit van het of elk betreffende groeielement. In een 15 bijzonder voordelige uitvoeringsvorm is de instelling zodanig gekozen dat in beginsel het vochtgehalte wordt geregeld tussen 65% en 80% van de maximale capaciteit, gedurende ten minste 80% van de tijd dat het gewas groeit. Voor verschillende substraten zal dit overigens anders kunnen I worden gekozen. Voor steenwol zal bijvoorbeeld worden geregeld tussen I 20 ongeveer 50% en 90% van het totale matvolume, meer in het bijzonder I tussen 60% en 80%, hetgeen bijvoorbeeld 52-93%, respectievelijk 62-83% I van de maximale opnamecapaciteit betekent. Voor veen zullen deze getallen I bijvoorbeeld tussen 40% en 80% van het totale volume liggen, meer in het I bijzonder tussen 50% en 60%, hetgeen bijvoorbeeld correspondeert met 50- I 25 100%, respectievelijk 63-75% van de maximale opnamecapaciteit. Daarmee wordt verhinderd dat de groeielementen te vochtig worden, hetgeen bijzonder nadelig is gebleken voor veel soorten gewas, terwijl tevens wordt verhinderd dat de groeielementen te droog worden, waardoor de watercapaciteit van de groeielementen blijvend kan afnemen tot onder een 9 aanvaardbaar niveau. Met name indien de groeielementen uit minerale wol zoals steenwol of dergelijk zijn gevormd.The control device is herein preferably set such that the moisture content of growth elements in the culture trough is kept between approximately 10% and 95%, more in particular between 35% and 95% of the maximum moisture capacity of the or each relevant growth element. In a particularly advantageous embodiment, the setting is chosen such that in principle the moisture content is regulated between 65% and 80% of the maximum capacity, for at least 80% of the time that the crop grows. For different substrates this may otherwise be chosen differently. For rock wool, for example, it will be regulated between approximately 50% and 90% of the total mat volume, more particularly between 60% and 80%, which means, for example, 52-93% and 62-83% I of the maximum recording capacity, respectively. . For peat, these numbers I will for example be between 40% and 80% of the total volume, more in particular between 50% and 60%, which corresponds for example to 50-100% and 63-75% of the maximum recording capacity. This prevents the growing elements from becoming too moist, which has proved to be particularly disadvantageous for many types of crop, while also preventing the growing elements from becoming too dry, as a result of which the water capacity of the growing elements can permanently decrease to below an acceptable level. In particular if the growth elements are formed from mineral wool such as rock wool or the like.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het bepalen van een watergeefregime voor planten in groeielementen in een 5 kweekgoot in een kas of dergelijke groeiruimte, gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 16.The invention furthermore relates to a method for determining a watering regime for plants in growing elements in a growing gutter in a greenhouse or similar growing space, characterized by the features of claim 16.

Met een dergelijke werkwijze kan accuraat worden bepaald de hoeveelheid water die gedurende een periode verdampt, door het gewas, terwijl bovendien een goede bepaling kan worden gemaakt van de groei van 10 het gewas. Voorts kan de vochtigheid van de groeielementen accuraat worden bepaald, althans geschat, waardoor de vochtbalans van de kweekgoot met gewas op elk gewenst moment kan worden bepaald. Uit deze vochtbalans kan alsdan worden vastgesteld wanneer en/of hoeveel water dient te worden toegevoerd, teneinde een gewenste vochtigheid van de 15 groeielementen te handhaven.With such a method it is possible to accurately determine the amount of water that evaporates during a period, through the crop, while moreover a good determination can be made of the growth of the crop. Furthermore, the humidity of the growing elements can be accurately determined, or at least estimated, so that the moisture balance of the growing trough with crop can be determined at any desired moment. From this moisture balance it can then be determined when and / or how much water has to be supplied in order to maintain a desired humidity of the growth elements.

Bij een werkwijze volgens de uitvinding wordt bij voorkeur verhinderd dat het of elk groeielement wordt verzadigd bij de watergeefbeurten, ter bescherming van het gewas. Het vochtgehalte van het of elk groeielement kan worden gemeten met vochtsensoren, doch uit de 20 vochtbalans kan ook een accurate schatting worden gemaakt van het vochtgehalte daarvan. Het verdient voorts de voorkeur dat het gewicht van het gewas, in het bijzonder een toe- of afname in het gewicht daarvan wordt gemeten gedurende de groei, zodanig dat wateropname door het gewas kan worden bepaald, althans worden geschat.In a method according to the invention, it is preferably prevented that the or each growing element is saturated at the watering sessions, in order to protect the crop. The moisture content of the or each growth element can be measured with moisture sensors, but an accurate estimate of the moisture content thereof can also be made from the moisture balance. It is furthermore preferred that the weight of the crop, in particular an increase or decrease in its weight, is measured during growth, such that water uptake by the crop can be determined, or at least estimated.

25 Met behulp van een werkwijze volgens de uitvinding wordt bij voorkeur een zodanig waterregime ingesteld dat de vochtigheid van het of elk groeielement wordt gehouden tussen bijvoorbeeld 10% en 95% van de maximale vochtcapaciteit van het betreffende groeielement. Meer in het bijzonder wordt ernaar gestreefd deze vochtigheid tussen 35% en 90% te 30 houden, waarbij bij voorkeur gedurende ten minste ongeveer 80% van deWith the aid of a method according to the invention, a water regime is preferably set such that the humidity of the or each growth element is kept between, for example, 10% and 95% of the maximum moisture capacity of the growth element in question. More in particular, the aim is to keep this humidity between 35% and 90%, preferably for at least about 80% of the

A Π91QUA Π91QU

H duur van de groei van het betreffende gewas de vochtigheid van het of elk groeielement tussen ongeveer 65% en 85% van de maximale vochtcapaciteit wordt gehouden. Proefondervindelijk is vastgesteld dat daarmee optimale groei van het gewas wordt verkregen, terwijl te grote vochtigheid wordt 5 verhinderd. Een te lage vochtigheid van het of elk groeielement zou kunnen leiden tot een vermindering van de watercapaciteit van het betreffende groeielement tot ongewenst lage waarden.The duration of the growth of the crop in question is that the humidity of the or each growth element is kept between approximately 65% and 85% of the maximum moisture capacity. It has been established experimentally that optimum crop growth is thereby obtained, while excessive humidity is prevented. Too low a humidity of the or each growth element could lead to a reduction of the water capacity of the relevant growth element to undesirably low values.

Uit de kweekgoot stromend, althans druppelend drainagewater wordt bij voorkeur opgevangen in een opvangbak, waarbij het gewicht 10 daarvan wordt gemeten of bepaald, terwijl bij afvoeren van het water uit de afvoerbak toevoer daarin van water uit de kweekgoot wordt verhinderd, zodat een nauwkeurige meting wordt verkregen.Drainage water flowing or at least dripping from the culture gutter is preferably collected in a collecting vessel, the weight thereof being measured or determined, while when the water is drained from the drainage basin, supply of water from the culture gutter is prevented therein, so that an accurate measurement is prevented. obtained.

I In een werkwijze volgens conclusie 22 wordt een I watergeefstartpunt voor een kweekgoot bepaald door het gewicht van een I 15 kweekgoot voorafgaand aan water geven te vergelijken met het I gewichtsverloop van de kweekgoot na water geven, in relatie tot drainage van water uit de kweekgoot en verdamping van water door het gewas. De I verdamping van water door het gewas wordt bepaald waarbij een I waterstartpunt wordt bepaald door het moment dat de vochtigheid van het I 20 of elk groeielement in de kweekgoot daalt onder een voorafbepaalde waarde, I welke kan variëren gedurende een dag. De vochtigheid van het of elk groeielement kan worden geschat uit het verschil tussen het gewicht van I enerzijds het gedraineerde water, het verdampte water en het gewicht van I de kweekgoot voorafgaand aan water geven en anderzijds het momentane I 25 gewicht van de kweekgoot. Bij voorkeur wordt daarbij in de schatting I meegenomen de gewichtstoename of afname van het gewas over de betreffende periode na een voorafgaande watergeefbeurt, welke I gewichtstoename kan worden afgetrokken van het momentane gewicht van I de kweekgoot.In a method according to claim 22 an I watering start point for a culture trough is determined by comparing the weight of an culture trough before watering with the weight variation of the culture trough after watering, in relation to drainage of water from the culture trough and evaporation of water by the crop. The evaporation of water by the crop is determined with a water starting point being determined by the moment that the humidity of the I or each growth element in the culture trough falls below a predetermined value, which can vary during a day. The humidity of the or each growth element can be estimated from the difference between the weight of the drained water on the one hand, the evaporated water and the weight of the culture trough before watering and on the other hand the instantaneous weight of the culture trough. The estimate I preferably includes the weight increase or decrease of the crop over the relevant period after a preceding watering, which I weight increase can be deducted from the current weight of the culture trough.

1111

In een bijzonder voordelige werkwijze wordt gebruik gemaakt van een geheugen waarin over een voorafgaande periode het gewichtsverloop van de kweekgoot met gewas wordt vastgelegd, zodanig dat bij plotselinge veranderingen van het gewasgewicht in een kweekgoot de in het geheugen 5 opgeslagen gegevens kunnen worden gebruikt voor herijking, bijvoorbeeld door extrapolatie, voor het bepalen van een volgend watergeefstartpunt.In a particularly advantageous method use is made of a memory in which the weight development of the crop gutter with crop is recorded over a preceding period, such that in the event of sudden changes in crop weight in a culture gutter the data stored in the memory 5 can be used for recalibration, for example by extrapolation, for determining a next watering start point.

Ter verduidelijking van de uitvindingsvorm zullen uitvoeringsvoorbeelden van een inrichting, kas, regelinrichting en werkwijze volgens de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van 10 de tekeningen. Daarin toont:To clarify the invention, exemplary embodiments of a device, greenhouse, control device and method according to the invention will be further elucidated with reference to the drawings. It shows:

Figuur 1 schematisch in vooraanzicht een gedeelte van een kas met een inrichting volgens de uitvinding; figuur 2 schematisch in zijaanzicht een kas met inrichting volgens figuur 1; 15 figuur 3A en B in zij- en vooraanzicht een drainage-inrichting voor een inrichting volgens de uitvinding; figuur 4 schematisch een regelinrichting volgens de uitvinding; figuur 5 schematisch grafisch uitgezet een mogelijk verloop van het gemiddeld vochtgehalte van groeielementen in een inrichting volgens de 20 uitvinding, gedurende een jaar; figuur 6 schematisch grafisch uitgezet een voorbeeld van de gemiddelde vochtigheid van de groeielementen gedurende 24 uur; en figuur 7 grafisch weergegeven voor één dag de momentane gewichten van verschillende grootheden in een inrichting en werkwijze 25 volgens de uitvinding.Figure 1 shows diagrammatically in front view a part of a greenhouse with a device according to the invention; figure 2 shows diagrammatically in side view a greenhouse with device according to figure 1; Figures 3A and B show a drainage device for a device according to the invention in side and front view; figure 4 schematically a control device according to the invention; figure 5 schematically plotted a possible variation of the average moisture content of growth elements in a device according to the invention, during a year; Figure 6 schematically plotted an example of the average humidity of the growth elements during 24 hours; and Fig. 7 shows graphically for one day the instantaneous weights of different quantities in a device and method according to the invention.

In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. De getoonde en beschreven uitvoeringsvoorbeelden dienen slechts ter illustratie van de uitvinding en dienen geenszins beperkend te worden opgevat. Combinaties van 30 verschillende delen van de getoonde uitvoeringsvoorbeelden vallen 1 02 1 fl R Λ ' I nadrukkelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding. Onder water dient in deze te worden begrepen dat vloeibaar medium dat wordt toegevoerd aan gewas, ten minste voor het stimuleren van groei daarvan. Hieronder wordt ten minste begrepen een oplossing van 5 water en voedingsstoffen voor gewas. Samenstelling daarvan kan op gebruikelijke, bekende wijze worden bepaald, afhankelijk van bijvoorbeeld I het gewas, de gewenste hoeveelheid water per watergeefbeurt, in het of elk I groeielement achterblijvende zouten en dergelijke.In this description, the same or corresponding parts have the same or corresponding reference numerals. The shown and described exemplary embodiments only serve to illustrate the invention and should not be construed as being limitative in any way. Combinations of 30 different parts of the exemplary embodiments shown fall expressly within the scope of the invention as set forth in the claims. In this context, water should be understood to mean liquid medium that is supplied to plants, at least for stimulating their growth. This includes at least a solution of water and nutrients for crops. The composition thereof can be determined in the usual, known manner, depending on, for example, the crop, the desired amount of water per watering, salts remaining in the or each growth element and the like.

I In figuur 1 en 2 is schematisch in voor- respectievelijk zijaanzicht I 10 een gedeelte van een kas 1 volgens de uitvinding getoond, omvattende I kaspoten 2 met daarop gedragen een frame van zich evenwijdig aan elkaar I uitstrekkende kasdraagbalken 3A, 3B. Op het aldus gevormde frame 4 I wordt een dak 5 gedragen met goten 6 en nokken 7. Dergelijke kassen 1 zijn I in vele variaties algemeen bekend met velerlei constructies. De uitvinding is I 15 niet beperkt tot de hier getoonde uitvoeringsvorm, althans niet met betrekking tot frame 4 en dak 5.Figures 1 and 2 schematically show, in front and side view, respectively, a portion of a greenhouse 1 according to the invention, comprising greenhouse legs 2 with a frame of greenhouse beams 3A, 3B extending parallel to each other. A roof 5 with gutters 6 and ridges 7 is supported on the frame 4 thus formed. Such greenhouses 1 are generally known in many variations with many constructions. The invention is not limited to the embodiment shown here, at least not with respect to frame 4 and roof 5.

Aan het frame 4, in het bijzonder aan de kasdraagbalken 3A, 3B is een kweekinrichting 8 volgens de uitvinding opgehangen, welke in de I getoonde uitvoeringsvorm twee zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende I 20 kweekgoten 9 omvat, aan weerszijden van de kaspoot 2 en de goten 6. Het I verdient de voorkeur dat een kweekinrichting 8 zodanig worden opgehangen I dat de kweekgoten 9 onder een nok 7 hangen, tussen twee goten 6 en tussen I kaspoten 2, hetgeen bijvoorbeeld voor een lichtopbrengst voordelig is.Suspended on frame 4, in particular on greenhouse girders 3A, 3B, is a growing device 8 according to the invention, which in the embodiment shown comprises two growing gutters 9 extending parallel to each other, on either side of the greenhouse leg 2 and the gutters 6. It is preferable for a culture device 8 to be suspended in such a way that the culture troughs 9 hang under a protrusion 7, between two troughs 6 and between I greenhouse legs 2, which is advantageous for a light output, for example.

De kweekinrichting 8 omvat in de in figuur 1 en 2 getoonde 25 uitvoeringsvorm een weegeenheid 10 waaraan de beide kweekgoten 9 met behulp van kabels 11 zijn opgehangen, zodanig dat deze vrijhangen boven een vloer 12. Aan de weegeenheid 10 zijn bovendien gewasdraagmiddelen 13 I opgehangen, welke plantondersteuningsmiddelen 14 in de vorm van I gewasdraden 15 dragen. Aan elke gewasdraad 15 is in het getoonde I 30 uitvoeringsvoorbeeld een plant 16 opgehangen, zodanig dat het gewicht van 13 de betreffende plant 16 nagenoeg volledig wordt gedragen door de gewasdraagmiddelen 13. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn de gewasdraden 15 ten opzichte van de kaspoot 2 aan tegenover elkaar gelegen zijden van de draden 11 voorzien, waardoor een in hoofdzaak symmetrische 5 belasting wordt verkregen. Alternatief kunnen planten 16 direct aan een gewasdraagbalk 24 zijn bevestigd, bijvoorbeeld bij komkommerplanten of paprikaplanten. Ook kan in plaats van de draad 25 een stang worden toegepast, bijvoorbeeld bij tomaten. Met name bij rondhangende planten zijn draden 15 voordelig.In the embodiment shown in figures 1 and 2, the growing device 8 comprises a weighing unit 10 on which the two growing troughs 9 are suspended with the aid of cables 11, such that they hang freely above a floor 12. Moreover, crop supporting means 13 I are suspended from the weighing unit 10, which plant support means 14 in the form of crop wires 15 carry. In the exemplary embodiment shown, a plant 16 is suspended from each crop wire 15, such that the weight of the relevant plant 16 in question is substantially completely supported by the crop supporting means 13. In the exemplary embodiment shown, the crop wires 15 are connected to the greenhouse leg 2. opposite sides of the wires 11, whereby a substantially symmetrical load is obtained. Alternatively, plants 16 may be directly attached to a crop girder 24, for example with cucumber plants or bell pepper plants. A rod can also be used instead of the wire 25, for example with tomatoes. Wires 15 are advantageous, in particular for hanging plants.

10 In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld omvat de weegeenheid 10 eerste weegmiddelen 17 en tweede weegmiddelen 18. Zoals duidelijk blijkt uit figuur 2 zijn de eerste weegmiddelen 17 via een steunconstructie 19 aan de kasdraagbalken 3A, 3B opgehangen. De eerste weegmiddelen 17 omvatten twee paren eerste krachtopnemers 20, opgehangen aan naast 15 elkaar gelegen steunconstructies 19. Aan elk paar eerste krachtopnemers 20 is een dwarsdraagbalk 21 opgehangen, welke zich ongeveer horizontaal en evenwijdig aan de kasdraagbalken 3A, 3B uitstrekken, ongeveer haaks op de lengterichting van de goten 6 en nokken 7. Aan elke dwarsdraagbalk is, bij voorkeur recht onder een eerste krachtopnemer 20 een tweede 20 krachtopnemer 22 bevestigd, waaraan met behulp van een tussenkabel 23 een gewasdraagbalk 24 is bevestigd, welke zich ongeveer haaks op de lengterichting van de dwarsdraagbalken 21 uitstrekt, ongeveer evenwijdig aan de lengterichting van de goten 6 en nokken 7. De kabels 11 zijn aan de dwarsdraagbalken 21 bevestigd, tussen de daaraan bevestigde tweede 25 krachtopnemers 22, om eerdergenoemde redenen. Aan de onderzijde van elke gewasdraagbalk 24 is een draad 25 gespannen, evenwijdig aan de lengterichting van de gewasdraagbalk 24 waaraan de gewasdraden 15 zijn I bevestigd. In de kweekgoot 9 zijn groeielementen 26 geplaatst, zoals op zichzelf bekende, aan vier zijden in folie verpakte substraatmatten, 30 bijvoorbeeld steenwol, waarbij aan de bovenzijde 27 in de folie een centrale Λ /Λ _ ^ Λ i opening is voorzien waarin of waarop een plant 16 kan worden geplaatst. Wortels van de plant 16 zullen in het groeielement 26 groeien en daaruit water onttrekken voor hun groei. In de kweekgoot 9 kan één langgerekt ^b groeielement zijn voorzien, doch het verdient de voorkeur dat kortere ^B 5 substraatmatten worden toegepast bijvoorbeeld per plant een groeielement ^B 26 of substraatmatten met een lengte tussen bijvoorbeeld 1 en 2 m voor bijvoorbeeld 2-8 planten. Deze afmetingen en aantallen dienen niet H beperkend te worden uitgelegd.In the exemplary embodiment shown, the weighing unit 10 comprises first weighing means 17 and second weighing means 18. As can be clearly seen from Figure 2, the first weighing means 17 are suspended via a support structure 19 on the greenhouse girders 3A, 3B. The first weighing means 17 comprise two pairs of first force transducers 20, suspended from adjacent supporting structures 19. Each pair of first force transducers 20 is suspended from a transverse support beam 21, which extend approximately horizontally and parallel to the greenhouse support beams 3A, 3B, approximately perpendicular to the longitudinal direction of the troughs 6 and cams 7. A second force transducer 22 is attached to each transverse support beam, preferably directly below a first force transducer 20, to which a crop support beam 24 is attached with the aid of an intermediate cable 23, which beam is approximately perpendicular to the longitudinal direction of the transverse girders 21 extend approximately parallel to the longitudinal direction of the troughs 6 and cams 7. The cables 11 are attached to the transverse girders 21, between the second force sensors 22 attached thereto, for the reasons mentioned above. A wire 25 is tensioned on the underside of each crop support beam 24, parallel to the longitudinal direction of the crop support beam 24 to which the crop threads 15 are attached. Growing elements 26 are placed in the cultivation gutter 9, such as per se known substrate mats wrapped on film on four sides, for example rock wool, wherein a central opening is provided in the film in which or on which a central opening is provided in the film. plant 16 can be placed. Roots of the plant 16 will grow in the growth element 26 and extract water therefrom for their growth. One elongated ^ b growth element may be provided in the cultivation gutter 9, but it is preferable that shorter ^ B 5 substrate mats are used, for example per plant, a growth element ^ B 26 or substrate mats with a length between, for example, 1 and 2 m, for example 2-8 plants. These dimensions and numbers should not be interpreted as H restrictive.

H In figuur 2 is schematisch ter rechter zijde een drainage-inrichting 10 28 getoond, nader toegelicht in figuur 3A en figuur 3B. Deze drainage- inrichting 28 omvat een afvoerbuis 29 die met een eerste einde 30 aansluit H op een drainage-opening (niet getoond) in de bodem van de kweekgoot 9 en anderzijds uitmondt in een drainage-opvangbak 31 die op derde weegmiddelen 32 rust, zodat het gewicht van de drainage-opvangbak 31 met 15 daarin opgevangen drainwater kan worden gemeten. De kweekgoot 9 is zodanig opgehangen dat deze enigszins afloopt in de richting van genoemde drainage-opening zodat water direct kan wegvloeien door de afvoerbuis 29 naar de drainage-opvangbak 31.Figure 2 shows a drainage device 28 on the right-hand side, further explained in Figure 3A and Figure 3B. This drainage device 28 comprises a drain pipe 29 which connects with a first end 30 H to a drainage opening (not shown) in the bottom of the cultivation gutter 9 and on the other hand flows into a drainage-collecting bin 31 which rests on third weighing means 32, so that the weight of the drainage collection tray 31 with drain water collected therein can be measured. The culture trough 9 is suspended such that it slightly slides in the direction of said drainage opening so that water can flow away directly through the drain pipe 29 to the drainage catcher 31.

In figuur 2 is schematisch een watergeefinrichting 33 weergegeven, 20 omvattende druppelaars 34 voorzien bij of gestoken in elk der groeielementen 26. In figuur 2 is slechts in de twee meest links gelegen groeielementen 26 een dergelijke druppelaar 34 getekend. Duidelijk zal zijn dat in elk der groeielementen 26 een dergelijke druppelaar kan zijn I voorzien. Overigens kan ook op andere bekende wijze water aan de I 25 verschillende groeielementen 26 worden toegevoerd. De druppelaars 34 zijn I via een leiding 35 verbonden met een watergeefstartautomaat 36, bijvoorbeeld een door een nog te beschrijven regelinrichting 37 aan te sturen klep en/of pomp. Water kan worden aangevoerd vanuit een reservoir 38 I waarin water kan worden toegevoerd vanuit de drainage-opvangbak 31 met I 30 behulp van een pomp 39 en/of vanuit een centrale wateraanvoer, zoals een 15 waterleiding (niet getoond). Eventueel kunnen in het reservoir voedingsmiddelen worden toegevoegd. Via de druppelaars 34 wordt een vooraf bepaalde hoeveelheid water per watergeefbeurt toegevoerd aan het groeielement 26. Een deel daarvan zal direct of na verloop van tijd uit het 5 groeielement 26 wegstromen en via de afvoerbuis 29 in de drainopvangbak 31 terugstromen. Hierdoor wordt een recirculatiesysteem verkregen.Figure 2 schematically shows a watering device 33, comprising drippers 34 provided with or inserted into each of the growth elements 26. In Figure 2, such a dripper 34 is shown only in the two leftmost growth elements 26. It will be clear that such a dripper can be provided in each of the growth elements 26. Incidentally, water can also be supplied to the different growth elements 26 in another known manner. The drippers 34 are connected via a line 35 to a water-starting starter 36, for example a valve and / or pump to be controlled by a control device 37 to be described. Water can be supplied from a reservoir 38 in which water can be supplied from the drainage collecting tray 31 with the aid of a pump 39 and / or from a central water supply, such as a water pipe (not shown). Optionally, foods can be added to the reservoir. Via the drippers 34 a predetermined amount of water per watering is supplied to the growth element 26. A part thereof will flow out of the growth element 26 immediately or after some time and will flow back into the drain collector 31 via the drain pipe 29. A recirculation system is hereby obtained.

Eventueel kan in een groeielement 26 ook een vochtsensor 40 worden gestoken. Dergelijke vochtsensoren zijn op zichzelf bekend. Hiermee kan instantaan de vochtigheid van het groeielement worden gemeten, 10 bijvoorbeeld gerelateerd aan de maximale vochtopnamecapaciteit van het betreffende groeielement. Een dergelijke vochtsensor kan ook in een reeks groeielementen of in elk der groeielementen 26 worden voorzien.A moisture sensor 40 can optionally also be inserted into a growth element 26. Such moisture sensors are known per se. With this, the humidity of the growing element can be measured instantaneously, for example related to the maximum moisture absorption capacity of the relevant growing element. Such a moisture sensor can also be provided in a series of growth elements or in each of the growth elements 26.

Figuur 3A en 3B tonen in twee verschillende aanzichten schematisch een drainage-inrichting 28 omvattende een drainage-15 opvangbak 31, geplaatst op een door een tweetal loadcellen 41 gedragen tafel 42. De loadcellen 41 zijn opgesteld op een draagplaat 43 die wordt gedragen door poten 44 waarmee de tafel 42 nauwkeurig horizontaal kan worden gesteld. Boven de drainage-opvangbak 31 is, vrij daarvan, het einde van de afvoerbuis 29 getoond, waaruit uit de kweekgoot 9 afkomstig 20 dainagewater in de drainage-opvangbak 31 kan stromen. Doordat deze leiding 29 vrij hangt van de drainage-opvangbak 31 wordt het gewicht hiervan niet meegemeten door de loadcellen 41. In de leiding 29 is een klep 45 voorzien achter een filter 46, zodat vervuilingen uit het drainagewater kunnen worden gefilterd, terwijl de leiding 29 kan worden afgesloten door 25 de klep 45. Voorts is getoond een drainageleiding 47 die aansluit op de pomp 39 als getoond in figuur 2 voor het periodiek afvoeren van water uit de drainag-opvangbak 31. Tijdens dit afvoeren kan de klep 45 worden gesloten, zodat wordt verhinderd dat tijdens het afvoeren drainagewater in de drainage-opvangbak 31 toestroomt, zodat nauwkeurig het gewicht van het 30 drainagewater kan worden gemeten.Figures 3A and 3B schematically show, in two different views, a drainage device 28 comprising a drainage collecting tray 31, placed on a table 42 carried by two load cells 41. The load cells 41 are arranged on a support plate 43 supported by legs 44 with which the table 42 can be positioned accurately horizontally. Above the drainage receptacle 31, free of it, the end of the discharge tube 29 is shown, from which dainage water coming from the cultivation trough 9 can flow into the drainage receptacle 31. Because this pipe 29 is free from the drainage collecting tray 31, its weight is not measured by the load cells 41. In the pipe 29, a valve 45 is provided behind a filter 46, so that contaminations can be filtered from the drainage water, while the pipe 29 can be closed by the valve 45. Furthermore, a drainage conduit 47 is shown which connects to the pump 39 as shown in figure 2 for periodically discharging water from the drainage-collecting bin 31. During this discharge the valve 45 can be closed, so that during drainage, drainage water is prevented from flowing into the drainage tray 31, so that the weight of the drainage water can be accurately measured.

I In figuur 4 is een regelinrichting 37 voor toepassing bij een kweekinrichting 8, althans een werkwijze volgens de uitvinding kan worden toegepast. Deze regelinrichting 37 omvat een centrale regeleenheid 49 waaraan de eerste weegmiddelen 17, in het bijzonder de eerste 5 krachtopnemers 20 en de tweede weegmiddelen 18, in het bijzonder de tweede krachtopnemers 22 zijn verbonden, alsmede de derde weegmiddelen 32, in het bijzonder de loadcellen 41. Voorts zijn hieraan gekoppeld de pomp 39 en de klep 36, althans de doseerautomaat. Bovendien kunnen hieraan zijn gekoppeld de vochtsensoren 40 indien voorzien en een bewegingssensor 10 50 die in de ruimte van de kas 1 nabij de kweekgoten 9 kan zijn opgesteld, waarmee bewegingen van bijvoorbeeld mensen in de buurt van de kweekgoot 9 kan worden geregistreerd. Op het doel hiervan wordt nog nader teruggekomen.Figure 4 shows a control device 37 for use with a breeding device 8, at least a method according to the invention can be applied. This control device 37 comprises a central control unit 49 to which the first weighing means 17, in particular the first force sensors 20 and the second weighing means 18, in particular the second force sensors 22, and the third weighing means 32, in particular the load cells 41, are connected. Furthermore, the pump 39 and the valve 36, at least the dispensing machine, are coupled to this. In addition, the moisture sensors 40, if provided, and a motion sensor 50, which can be arranged in the space of the greenhouse 1 near the cultivation troughs 9, can be coupled thereto, with which movements of, for example, people in the vicinity of the cultivation trough 9 can be registered. We will come back to this goal in more detail.

Aan de centrale regeleenheid 49 is voorts een geheugen 60 voorzien 15 waarin gegevens afkomstig van de sensoren of daarmee uitgevoerde berekeningen, alsmede omgevingsgegevens kunnen worden opgeslagen. Aan de centrale regeleenheid 49 kunnen voorts op zichzelf bekende, niet getoonde registratiemiddelen zijn gekoppeld voor het meten van bijvoorbeeld relatieve vochtigheid in de kas 1, de omgevingstemperatuur, 20 straling en dergelijke. Aan de regeleenheid 49 kan een computer 51 of dergelijke zijn gekoppeld voor het handmatig of automatisch invoeren en uitlezen van gegevens.A memory 60 is further provided on the central control unit 49, in which data from the sensors or calculations performed therewith, as well as environmental data, can be stored. Furthermore, recording means known per se, not shown, can be coupled to the central control unit 49 for measuring, for example, relative humidity in the greenhouse 1, the ambient temperature, radiation and the like. A computer 51 or the like can be coupled to the control unit 49 for manually or automatically entering and reading out data.

Met een inrichting volgens de uitvinding kan voortdurend of periodiek een waterbalans worden bepaald, op bijvoorbeeld de volgende 25 wijze, waarbij onder waterbalans ten minste wordt begrepen de balans tussen de aanvoer van water naar het gewas, althans in de kweekgoot en het verbruik van het water.With a device according to the invention a water balance can be determined continuously or periodically, for instance in the following manner, wherein water balance is understood to mean at least the balance between the supply of water to the crop, at least in the cultivation gutter and the consumption of the water .

De waterbalans voldoet in zijn algemeenheid aan de formule: W=V+D+(R+G+S) (1) 30 waarin 17 W = watergift per tijdseenheid of irrigatiebeurt V = waterhoeveelheid bedoeld voor compensatie voor verdamping door het gewas D = hoeveelheid water bedoeld voor het wegspoelen van 5 ongewenst opgehoopte zouten rond wortels van het gewas R = resterende waterhoeveelheid, bijvoorbeeld verdamping door het substraat G = hoeveelheid water opgenomen door het gewas S = hoeveelheid water vastgelegd in het substraat.The water balance generally meets the formula: W = V + D + (R + G + S) (1) 30 in which 17 W = watering per unit time or irrigation cycle V = water quantity intended for compensation for evaporation by the crop D = quantity of water intended for washing away unwanted accumulated salts around roots of the crop R = residual water quantity, for example evaporation through the substrate G = quantity of water absorbed by the crop S = quantity of water stored in the substrate.

1010

De waterbalans kan worden beschouwd als een in hoofdzaak gesloten systeem. Evenals de kweekgoot. Daarvoor geldt dat de watergift gelijk kan worden gesteld aan de som van de gewasgroei, de verdamping en de drain, ofwel het water dat uit de kweekgoot wegstroomt via de leiding 30. 15 Bij de werkwijze bekend uit de stand van de techniek volgens NL1008377 worden afwijkingen van de in (1) genoemde termen niet opgemerkt, althans niet vastgelegd doch toegeschreven aan de verdamping V door het gewas en/of het substraatvochtgehalte S. Doordat 's nachts een overmaat aan water wordt toegevoerd (W> V+D+(R+G+S)) wordt 20 verondersteld dat het vochtgehalte van het substraat van de groeielementen weer op een voor de teelt bepaalde maximale waarde terugkomt. Gebleken is dat dit waarschijnlijk bij de meeste substraten, althans groeielementen niet steeds weer wordt bereikt, waardoor afwijkingen ontstaan. Bovendien is het voor het gewas niet voordelig het maximale vochtgehalte rond de 25 wortels te bereiken. Voorts wordt er bij deze bekende werkwijze vanuit gegaan dat de ophanging van de planten aan de individuele krachtopnemers het gemeten gewicht van de kweekgoot niet zal beïnvloeden. Gebleken is evenwel dat de gemeten gewichten in de tijd worden beïnvloed door wisselende stengelstijfheden, vormen, a-symmetrische belasting van het 30 gewas door vruchten en dergelijke, terwijl een dergelijke werkwijze voor vrijstaande gewassen met rechtopstaande, relatief stijve stengels zoals rozen en paprika ongeschikt omdat het gewicht van het gewas op deze wijze in het geheel niet, althans niet nauwkeurig meetbaar is. Een verder nadeel H van deze bekende inrichting en werkwijze is dat tijdens het leegpompen van het drainageopvangvat de kans bestaat dat daarin nog drainwater stroomt, H waardoor het gewicht van het drainwater niet accuraat wordt gemeten. Met H name niet indien het drainagewater relatief snel stroomt. Bovendien wordt H 5 bij deze bekende werkwijze bij de vochtgehaltebepalingen van de H substraatelementen uitgegaan van dan wel het moment dat geen druppels H meer uit de drainageopening komen dan wel wanneer daaruit juist de eerste druppel komt. In beide gevallen wordt het water dat nog vrij in de H kweekgoot aanwezig is buiten beschouwing gelaten.The water balance can be considered as a substantially closed system. Just like the growing gutter. For this it holds that the watering can be equated with the sum of the crop growth, the evaporation and the drain, or the water that flows out of the cultivation gutter via the pipe 30. The method known from the prior art according to NL1008377 makes deviations of the terms mentioned in (1) not noticed, at least not recorded but attributed to the evaporation V by the crop and / or the substrate moisture content S. Because an excess of water is supplied at night (W> V + D + (R + G + S)) it is assumed that the moisture content of the substrate of the growth elements returns to a maximum value determined for cultivation. It has been found that this is probably not always achieved with most substrates, or at least growth elements, as a result of which deviations occur. Moreover, it is not advantageous for the crop to reach the maximum moisture content around the roots. Furthermore, it is assumed in this known method that the suspension of the plants on the individual force sensors will not influence the measured weight of the culture trough. However, it has been found that the measured weights are influenced over time by varying stiffnesses, shapes, asymmetrical loading of the crop by fruits and the like, while such a method is unsuitable for free-standing crops with upright, relatively stiff stems such as roses and bell peppers because in this way the weight of the crop cannot be measured at all, or at least not accurately. A further disadvantage H of this known device and method is that during the drainage of the drainage collecting vessel there is a chance that drain water still flows therein, H whereby the weight of the drain water is not accurately measured. Not with H in particular if the drainage water flows relatively quickly. Moreover, with this known method, H 5 is based on the moisture content determinations of the H substrate elements from the moment that no more drops of H come out of the drainage opening or when the first drop comes out of it. In both cases, the water that is still freely present in the H culture gutter is not taken into consideration.

10 Bij een werkwijze volgens de uitvinding wordt uitgegaan van de onder (1) gegeven waterbalans. Daarbij wordt voor de watergift steeds een bekende hoeveelheid genomen, W = pl. Het gewicht van het kweekgootsysteem op een gegeven tijdstip, Gt wordt bepaald met behulp van de krachtopnemers en wordt gecontroleerd door te bepalen of de 15 gewichtsverandering tijdens een watergift gelijk is aan het gewicht van het toegevoerde water W. De waarde van D wordt bepaald, althans gecontroleerd door de verandering in het gewicht van de drainage- op vanghak 31 te meten bij een watergift. De waarde van R wordt op nul gesteld, uitgaande van de veronderstelling dat de verdamping tijdens de 20 watergift in nagenoeg gelijk is aan 0, hetgeen aannemelijk is gezien de korte tijd die de watergift in beslag neemt. De opname van water in het substraat kan worden bepaald door de gewichtstoename van de kweekgoot tijdens de watergift te bepalen, welke ongeveer gelijk is aan de hoeveelheid water W van de watergift verminderd met het gewicht van het drainagewater. Na 25 een watergeefbeurt zal het vochtgehalte S afnemen door verdamping V, opname van water door het gewas G en verdere drainage D', gegeven dat R=0. Te toename van het gewas gewicht G zal kunnen worden bepaald door uitlezing van de tweede krachtopnemers 24. Indien wordt aangenomen dat de individuele planten 16 ongeveer evenveel zullen groeien kan het 30 individuele plantgewicht worden bepaald uit een deling van het door de 19 tweede weegmiddelen 18 bepaalde gezamenlijke gewasgewicht door het aantal planten.A method according to the invention is based on the water balance given under (1). A known amount is always taken for watering, W = pl. The weight of the culture trough system at a given time, Gt is determined with the aid of the force sensors and is checked by determining whether the weight change during a watering is equal to the weight of the water supplied W. The value of D is determined, at least controlled by measuring the change in the weight of the drainage catcher 31 when watering. The value of R is set to zero, assuming that the evaporation during the watering is almost equal to 0, which is likely given the short time that the watering takes. The uptake of water in the substrate can be determined by determining the weight increase of the culture gutter during the irrigation, which is approximately equal to the amount of water W of the irrigation less the weight of the drainage water. After a watering, the moisture content S will decrease due to evaporation V, absorption of water by the crop G and further drainage D ', given that R = 0. The increase in crop weight G can be determined by reading out the second force sensors 24. If it is assumed that the individual plants 16 will grow approximately the same amount, the individual plant weight can be determined from a division of the values determined by the 19 second weighing means 18. joint crop weight by the number of plants.

Voor de totale verdamping V van water door het gewas kan een schattingsmodel worden gebruikt, zoals eerder beschreven. Indien met een 5 vochtsensor van een of elk groei-element 26 de vochtigheid wordt gemeten kan V overigens ook uit de waterbalans direct worden afgelezen. Door toepassing van een model kan uit de waterbalans de gemiddelde vochtigheid van de gezamenlijke groeielementen 26 worden berekend.For the total evaporation V of water by the crop, an estimation model can be used, as described earlier. If the humidity is measured with a moisture sensor of one or each growth element 26, V can also be read directly from the water balance. By using a model, the average humidity of the combined growth elements 26 can be calculated from the water balance.

Met een werkwijze volgens de uitvinding kan het vochtgehalte 10 worden bepaald van de groeielementen, op basis waarvan kan worden bepaald wanneer een volgende watergift dient plaats te vinden en/of hoeveel water in een volgende watergiftbeurt dient te worden aangevoerd naar de groeielementen, teneinde het vochtgehalte binnen gewenste grenzen te houden. In fig. 5 en 6 zijn voor respectievelijk een jaar en een dag 15 voorbeelden van gewenste grenzen voor de gemiddelde vochtigheid van de groeielementen gegeven, waarbij de bovengrens door een stippellijn en de ondergrens door een streep-stippellijn is weergegeven. Duidelijk is uit fig. 5 dat hierbij in de perioden dat het gewas relatief minder water nodig heeft, in voor- en najaar en in het bijzonder in de winter, de groeielementen 20 gemiddeld minder vochtig worden gehouden, afnemend naar bijvoorbeeld ongeveer 60 tot 65% van de maximale capaciteit van de groeielementen, terwijl in de zomer wanneer het gewas meer water nodig heeft als gevolg van met name straling het gemiddelde vochtgehalte hoger wordt gehouden, bijvoorbeeld 75 of 80 tot 85 % van de maximale capaciteit. Uit fig. 6 blijkt 25 dat gedurende een etmaal de vochtigheid ook zal variëren, tussen bijvoorbeeld 65 tot 70% van de maximale capaciteit gedurende de nacht en 75 tot 85% gedurende de middag, waarbij bij voorkeur een verschil van bijvoorbeeld 8% wordt aangehouden tussen dag en nacht. Deze grenzen zullen uiteraard gedurende het jaar (als getoond in fig. 5) enigszins H verschuiven. Deze grenzen kunnen uiteraard voor verschillende gewassen verschillend liggen.With a method according to the invention, the moisture content of the growth elements can be determined, on the basis of which it can be determined when a next irrigation must take place and / or how much water must be supplied to the growth elements in a following irrigation cycle, in order to reduce the moisture content. within desired limits. In Figs. 5 and 6, examples of desired limits for the average humidity of the growth elements are given for a year and a day, respectively, the upper limit being represented by a dotted line and the lower limit by a dotted line. It is clear from Fig. 5 that during the periods in which the crop requires relatively less water, in spring and autumn and in particular in the winter, the growth elements 20 are kept less moist on average, decreasing to, for example, about 60 to 65%. of the maximum capacity of the growing elements, while in the summer when the crop needs more water due to radiation in particular, the average moisture content is kept higher, for example 75 or 80 to 85% of the maximum capacity. Fig. 6 shows that during a day the humidity will also vary, for example between 65 and 70% of the maximum capacity during the night and 75 to 85% during the afternoon, with a difference of, for example, 8% preferably being maintained between day and night. These limits will of course shift slightly H during the year (as shown in Fig. 5). These limits can of course be different for different crops.

Bij een werkwijze volgens de uitvinding kan een geschatte of bepaalde verdamping worden vergeleken met een te verwachte bereikbare 5 verdamping door het gewas, waardoor bijvoorbeeld stress kan worden bepaald bij het gewas, indien de verdamping achter blijft bij de verwachting, dan wel een beter dan verwachte groei, indien de verdamping hoger is dan verwacht. Daarop kan bijvoorbeeld straling in de kas worden beïnvloed door bijvoorbeeld zonneschermen, teneinde de verdamping te reguleren.In a method according to the invention, an estimated or determined evaporation can be compared with an expected attainable achievable evaporation through the crop, so that stress can be determined for the crop, for example, if the evaporation falls short of expectations, or a better than expected growth, if the evaporation is higher than expected. For example, radiation in the greenhouse can be influenced by, for example, awnings, in order to regulate evaporation.

10 Doordat bij een werkwijze volgens de uitvinding de groei van het gewas accuraat kan worden gemeten, zeker wanneer vochtsensoren worden toegepast in de groeielementen, kan een beter inzicht worden verkregen in de productie. Groeiafwijkingen kunnen goed worden waargenomen, zodat tijdig kan worden bij gestuurd.Because with a method according to the invention the growth of the crop can be accurately measured, certainly when moisture sensors are applied in the growth elements, a better insight into the production can be obtained. Growth abnormalities can be observed well, so that adjustments can be made in time.

15 Een verder voordeel van een inrichting en werkwijze volgens de I uitvinding is dat aan de hand van de watergift en de geschatte verdamping I de hoeveelheid voedingstoffen in het water eenvoudig kan worden bijgestuurd, zodat in geval van hoge verdamping relatief minder voedingstoffen in het water worden meegegeven. Daardoor wordt verspilling I 20 van voedingstoffen verhinderd terwijl ophoping van zouten in de groeielementen beter wordt tegengegaan en oververzadiging van het gewas I wordt verhinderd.A further advantage of a device and method according to the invention is that the amount of nutrients in the water can be easily adjusted on the basis of the watering and the estimated evaporation, so that in the case of high evaporation relatively fewer nutrients are added to the water. given. As a result, wastage of nutrients is prevented while accumulation of salts in the growth elements is better prevented and super-saturation of the crop I is prevented.

I In algemene zin wordt bij een bijzondere werkwijze volgens de I uitvinding onder toepassing van een vochtsensor het vochtgehalte van de I 25 groeielementen gemeten of eventueel geschat, wordt de verdamping door de I planten uitgerekend en vergeleken met een schatting afkomstig uit een I genoemd schattingsmodel voor verdamping, op basis waarvan dan een I optimaal watergiftstartpunt en/of -hoeveelheid kan worden bepaald, I alsmede de gewenste hoeveelheid en samenstelling van voedingstoffen.In a general sense, in a special method according to the invention, using a moisture sensor, the moisture content of the growth elements is measured or optionally estimated, the evaporation by the plants is calculated and compared with an estimate from an estimate model for I evaporation, on the basis of which an optimum water starting point and / or amount can be determined, as well as the desired amount and composition of nutrients.

2121

Ter illustratie, hetgeen geenszins beperkend dient te worden uitgelegd, wordt bijvoorbeeld op een zomerse dag ongeveer 50 maal een watergift uitgevoerd, van ongeveer 100ml per druppelaar. Totaal wordt aldus bijvoorbeeld ongeveer 11 liter per vierkante meter toegevoerd, 5 waarvan ongeveer 3 liter via de drainageleiding wegstroomt en ongeveer 8 liter wordt opgenomen en verdampt (in hoofdzaak verdampt) In een winterse dag wordt bijvoorbeeld maar 3 maal water gegeven, 100ml per watergift per druppelaar, zodat op hetzelfde oppervlak 660 ml water wordt gegeven. Daarvan wordt bijvoorbeeld 440 ml verdampt en opgenomen door 10 het gewas (ongeveer 40ml) en 220 ml door de drainageleiding afgevoerd.By way of illustration, which should by no means be construed as limiting, about 50 times a watering is carried out on a summer day, of about 100 ml per dropper. Thus, for example, a total of about 11 liters per square meter is supplied, of which about 3 liters flow away via the drainage conduit and about 8 liters are taken up and evaporated (essentially evaporated). In a winter's day, for example, water is only given 3 times, 100 ml per watering dose per dropper so that 660 ml of water is given on the same surface. 440 ml of this is evaporated and taken up by the crop (approximately 40 ml) and 220 ml is discharged through the drainage conduit.

In fig. 7 is schematisch voor een dag in het najaar het verloop van watergebruik door gewas (komkommerplanten) weergegeven als massa afgezet tegen de tijd. In deze figuur zijn ingetekend: I watergift 15 II som wateropname I III Verdamping door gewas I IV Som drainagewater I V Goot I VI Gewas I 20Fig. 7 shows diagrammatically for a day in the autumn the course of water use by crop (cucumber plants) as a mass compared to time. The following are drawn in this figure: I watering 15 II sum of water intake I III Evaporation by crop I IV Sum of drainage water I V Gutter I VI Crop I 20

Uit figuur 7 is afleesbaar dat watergiften met een vaste I hoeveelheid zijn uitgevoerd, waarbij de intervallen tussen de watergiften naar de middag toe kleiner en na de middag weer groter werden. Hetgeen I met name het gevolg is van meer verdamping door toegenomen straling.It can be seen from Figure 7 that water donations have been carried out with a fixed amount, whereby the intervals between the water donations towards the afternoon became smaller and larger after the afternoon. Which in particular is the result of more evaporation due to increased radiation.

I 25 Voor de groeielementen is als streefgewicht (als maat voor de vochtigheid I daarvan) nul aangenomen, waarbij door toename van wateropname dit I gewicht zal toenemen . Dit betekent dat afleesbaar is de hoeveelheid water opgenomen in het groei--element ten opzichte van het voor die dag van het jaar gewenste gemiddelde vochtpercentage zoals weergegeven in fig. 5. Bij I 30 elke watergift neemt het gewicht van de goot steeds snel toe (watergifthoeveelheid) en neemt direct daarna snel af (drainage), waarna de afname langzamer gaat verlopen tot aan de nieuwe watergift, als gevolg van Η afnemende verdamping. Het gehele gewicht van de kweekgoot (gemeten door de eerste weegmiddelen, gecorrigeerd voor het "drooggewicht" dus voor gebruik, voor de eerste watergeefbeurt) neemt gedurende de dag langzaam en in geringe mate toe, als gevolg van het toenemende plantgewicht en 5 eventueel een toename in het in de groeielementen op genomen, vastgehouden water. Duidelijk is dat het gewas over de gehele dag gezien in gewicht toeneemt, terwijl gedurende de middag het gewicht daarvan enigszins afneemt, als gevolg van sterkere verdamping. Gebleken is dat het matgewicht aan het begin van een etmaal lager is dan het streefgewicht en H 10 dat tot bijvoorbeeld het eind van de ochtend (in fig. 7 ongeveer 11 uur) H nagenoeg alle water dat gegeven wordt door de groeielementen wordt H op genomen. De drain is gedurende die periode dan ook nagenoeg nul. Uit fig. 7 is verder af te lezen dat de toename van het plantgewicht nagenoeg gelijk is aan het verschil tussen de som van de wateropname (II) en de som 15 van de verdamping (III).For the growth elements, the target weight (as a measure of its humidity I) has been assumed to be zero, whereby this weight will increase as a result of an increase in water absorption. This means that the amount of water contained in the growth element can be read from the average moisture percentage desired for that day of the year, as shown in Fig. 5. With each watering, the weight of the gutter always increases rapidly ( amount of water poison) and immediately decreases thereafter (drainage), after which the decrease will be slower until the new watering, as a result of Η decreasing evaporation. The entire weight of the culture trough (measured by the first weighing means, corrected for the "dry weight", so before use, for the first watering) increases slowly and to a small extent during the day, due to the increasing plant weight and possibly an increase in retained water included in the growth elements. It is clear that the crop increases in weight as seen throughout the day, while its weight decreases somewhat during the afternoon, due to stronger evaporation. It has been found that the mat weight at the start of a 24-hour period is lower than the target weight and that H 10 is taken up until, for example, the end of the morning (in Fig. 7 about 11 hours) H almost all of the water given by the growth elements . The drain is therefore virtually zero during that period. It can further be seen from Fig. 7 that the increase in plant weight is substantially equal to the difference between the sum of the water intake (II) and the sum of the evaporation (III).

Bij een werkwijze volgens de uitvinding worden bijvoorkeur schattingen en berekeningen uitgevoerd in de centrale regelinrichting, in het bijzonder met behulp van een daartoe geschikt algoritme, waarbij bekende schattingsmodellen kunnen worden toe gepast voor schatten van 20 bijvoorbeeld verdamping, groei en dergelijke, terwijl daartoe gegevens kunnen worden gebruikt van externe sensoren zoals stralingsmeters, luchtvochtigheidsmeters en dergelijke. Bovendien kunnen I bewegingssensoren worden toegepast waarmee externe invloeden kunnen worden herkend, bijvoorbeeld pluk, sproeien en dergelijke. Door in de I 25 geheugenmiddelen historische waarden vast te leggen kan door extrapolatie de voortgang worden geschat indien bepaalde extreme waarden of I overgangen, bijvoorbeeld plotselinge gewichtsveranderingen als gevolg door I pluk, afvallende vruchten of bladeren en dergelijke optreden en buiten I beschouwing dienen te worden gelaten of dienen te worden gecompenseerd.In a method according to the invention, estimates and calculations are preferably performed in the central control device, in particular with the aid of a suitable algorithm, whereby known estimation models can be used for estimating, for example, evaporation, growth and the like, while data can be used for this purpose. be used from external sensors such as radiation meters, air humidity meters and the like. Moreover, movement sensors can be used with which external influences can be recognized, for example picking, spraying and the like. By recording historical values in the memory means, extrapolation can be used to estimate the progress if certain extreme values or transitions, for example sudden weight changes as a result of picking, falling fruit or leaves and the like occur and should be left out of consideration or must be compensated.

23 I In een werkwijze volgens de uitvinding kan uiteraard op I gebruikelijk wijze gebruik worden gemaakt van andere relevante gegevens I zoals pH waarde van groeielementen en water, voedingstoffen en — I supplementen, gebruikte sproeimiddelen, artificiële verlichting en I 5 dergelijke, welke op voor de hand liggende wijze in een regelinrichting I volgens de uitvinding kunnen worden gebruikt, bijvoorbeeld voor nog I nauwkeuriger schatting van verdamping.In a method according to the invention use can of course be made, in a usual manner, of other relevant data, such as the pH value of growth elements and water, nutrients and supplements, spraying agents used, artificial lighting and the like which apply to the can be used in an obvious manner in a control device I according to the invention, for example for even more accurate estimation of evaporation.

I De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en de I tekening getoonde en beschreven uitvoeringsvoorbeelden. Vele variaties I 10 daarop zijn mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de I uitvinding.The invention is in no way limited to the exemplary embodiments shown and described in the description and the drawing. Many variations thereof are possible within the scope of the invention as set forth in the claims.

I Zo kunnen andere middelen worden toegepast voor het meten van I het gewicht van de kweekgoot of -goten en/of de planten, bijvoorbeeld I drukopnemers of dergelijke. Ook kan een inrichting 8 volgens de uitvinding I 15 een ander aantal kweekgoten bevatten, bijvoorbeeld één, waarbij de I dwarsbalken 21 kunnen worden weggelaten. Ook kunnen bij vrijstaande I planten de gewasweegmiddelen worden weggelaten. De drukopnemers 20, 22 en/of 41 zijn bijvoorkeur thermisch geïsoleerd of zodanig uitgevoerd dat I voor temperatuurschommelingen wordt gecompenseerd. De I 20 ophangmiddelen, in het bijzonder de gewasophangmiddelen hebben in bovenaanzicht bij voorkeur een zo klein mogelijk oppervlak en zijn in I zijaanzicht bij voorkeur lichtdoorlatend, bijvoorbeeld doordat openingen zijn I voorzien die bijvoorbeeld 30%, meer in het bijzonder meer dan 40% en bij I voorkeur meer dan 60% van het totale oppervlak van de draagmiddelen 25 omvatten. Dit kan bijvoorbeeld door toepassing van draagbalken met een H open raatstructuur. Hiermee wordt een optimale lichtopbrengst behouden.For example, other means can be used to measure the weight of the growing gutter or gutters and / or the plants, for example pressure sensors or the like. A device 8 according to the invention can also contain a different number of culture troughs, for example one, wherein the cross bars 21 can be omitted. The crop weighing means can also be omitted for detached I plants. The pressure sensors 20, 22 and / or 41 are preferably thermally insulated or designed in such a way that I is compensated for temperature fluctuations. The suspension means, in particular the crop suspension means, preferably have the smallest possible surface area in plan view and are preferably light-transmitting in side view, for example in that openings are provided which, for example, contain 30%, more in particular more than 40%, and I preferably comprise more than 60% of the total surface of the support means. This is possible, for example, by using support beams with an H open comb structure. This ensures optimum light output.

I Teneinde beïnvloeding van het kweekgootgewicht door het gewasgewicht tot een minimum te beperken kan een draaglat of dergelijke ongeveer horizontaal worden voorzien, nabij de groeielementen, op gehangen 30 aan de tweede weegmiddelen. Het gewas kan, aangezien zowel de Η Η kweekgoten als de planten zijn opgehangen aan weegmiddelen. Op gebruikelijke wijze worden rondgehangen, met name wanneer twee ^R kweekgoten zijn voorzien in één inrichting 8. Doordat slechts twee loadcellen, althans krachtopnemers zijn voorzien in de eerste, tweede en ^R 5 derde weegmiddelen wordt onderlinge beïnvloeding verhinderd. De |R metingen per dag worden bij voorkeur uitgevoerd tussen bijvoorbeeld de eerste watergiftbeurt van een etmaal en de eerste watergiftbeurt van een volgend etmaal, waardoor de metingen nauwkeurig zullen zijn. De lengte van de kweekgoten wordt bij voorkeur relatief klein gehouden, bijvoorbeeld 10 ongeveer 4 m of minder, waardoor water slechts een korte weg hoeft af te H leggen tussen een groei--element en de drainageleiding.In order to minimize the influence of the cultivation trough weight on the crop weight, a supporting lath or the like can be provided approximately horizontally, close to the growing elements, suspended from the second weighing means. The crop is possible, since both the cultivation gutters and the plants are suspended from weighing means. Hanging around in a usual manner, in particular when two cultivation channels are provided in one device 8. Because only two load cells, at least force sensors, are provided in the first, second and third weighing means, mutual influencing is prevented. The | R measurements per day are preferably performed between, for example, the first watering turn of a day and the first watering turn of a following day, so that the measurements will be accurate. The length of the culture troughs is preferably kept relatively small, for example approximately 4 m or less, so that water only has to travel a short distance between a growth element and the drainage conduit.

Claims (24)

1. Inrichting voor het meten en sturen van groei van gewas, omvattende een kweekgoot met daarin wateropnemende groeielementen voor planten van gewas, plantondersteuningsmiddelen, watergeefmiddelen, drainage middelen en een regelinrichting, waarbij de kweekgoot en de 5 plantondersteuningsmiddelen zijn opgehangen aan ten minste één weegeenheid en waarbij ten minste de watergeefmiddelen en de weegeenheid zijn gekoppeld aan de regelinrichting.1. Device for measuring and controlling crop growth, comprising a cultivation gutter containing water-absorbing growth elements for plants of crop, plant support means, watering means, drainage means and a control device, wherein the culture gutter and the plant support means are suspended from at least one weighing unit and wherein at least the watering means and the weighing unit are coupled to the control device. 2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de weegeenheid ten minste eerste en tweede weegmiddelen omvatten, waarbij de kweekgoot aan de 10 eerste weegmiddelen is opgehangen en de plantondersteuningsmiddelen aan de tweede weegmiddelen zijn opgehangen.2. Device as claimed in claim 1, wherein the weighing unit comprises at least first and second weighing means, wherein the cultivation trough is suspended from the first weighing means and the plant support means are suspended from the second weighing means. 3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de tweede weegmiddelen via tussen-draagmiddelen aan de eerste weegmiddelen zijn op gehangen.Device as claimed in claim 2, wherein the second weighing means are suspended on the first weighing means via intermediate carrying means. 4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij 15 vochtigheidsmeetmiddelen zijn opgenomen voor het bepalen van de vochtigheid van de groeielementen.4. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein moisture measuring means are included for determining the humidity of the growth elements. 5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij drainagemiddelen een opvangelement omvatten, zodanig ondersteund dat daarvan het gewicht kan worden gemeten, welk opvangelement mechanisch 20 is gescheiden van de kweekgoot, zodanig dat het gewicht van het opvangelement en daarin eventueel opgenomen water onafhankelijk van het gewicht van de kweekgoot, groeielementen en daarin eventueel geplaatste planten kan worden bepaald, waarbij voorts afvoermiddelen zijn voorzien voor het uit het opvangelement afvoeren van water, bij voorkeur in de 25 richting van de watergeefmiddelen.5. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein drainage means comprise a collecting element, supported such that the weight thereof can be measured, which collecting element is mechanically separated from the culture trough, such that the weight of the collecting element and any water contained therein is independent of the the weight of the culture trough, growing elements and any plants placed therein can be determined, wherein furthermore drain means are provided for discharging water from the collecting element, preferably in the direction of the watering means. 6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste twee draagelementen zijn voorzien, elk opgehangen aan twee ^ e\ η 4 o c £t Η Η krachtopnemers behorende tot eerste weegmiddelen, waarbij aan elk draagelement ophangmiddelen voor ten minste één en bij voorkeur twee kweekgoten zijn voorzien, waarbij tweede krachtopnemers aan de draagelementen zijn voorzien, behoren bij tweede weegmiddelen, aan welke 5 tweede krachtopnemers plantdraagmiddelen zijn opgehangen.Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein at least two bearing elements are provided, each suspended from two force sensors belonging to first weighing means, wherein on each bearing element suspension means for at least one and preferably two cultivation gutters are provided, wherein second force sensors are provided on the support elements, belong to second weighing means, to which second force sensors plant support means are suspended. 7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de draagelementen draagbalken zijn die zich in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar uitstrekken, waarbij de plantdraagmiddelen ten minste een in hoofdzaak langgerekt gewasdraagelement omvat waarvan de lengterichting zich ongeveer haaks 10 op de draagbalken uitstrekt, welke lengterichting ongeveer gelijk is aan een lengterichting van de of elke kweekgoot, waarbij de afstand tussen de draagbalken relatief groot is in verhouding tot de lengte van de kweekgoot.7. Device as claimed in claim 6, wherein the support elements are support beams that extend substantially parallel to each other, wherein the plant support means comprise at least one substantially elongated crop support element, the longitudinal direction of which extends approximately perpendicular to the support beams, which longitudinal direction is approximately equal to a longitudinal direction of the or each growing gutter, wherein the distance between the supporting beams is relatively large in relation to the length of the growing gutter. 8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij twee kweekgoten naast elkaar zijn op gehangen aan de twee draagbalken, waarbij twee I 15 gewasdraagelementen zich ongeveer evenwijdig aan elkaar uitstrekken onder de draagbalken, waarbij de afstand tussen de draagbalken I aanmerkelijk groter is dan de afstand tussen de gewasdraagelementen.8. Device as claimed in claim 7, wherein two cultivation troughs are hung next to each other on the two supporting beams, wherein two crop supporting elements extend approximately parallel to each other under the supporting beams, wherein the distance between the supporting beams I is considerably larger than the distance between the supporting beams. crop support elements. 9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, waarbij de H gewasdraagelementen in bovenaanzicht een oppervlak hebben dat klein is I 20 ten opzichte van het oppervlak in zijaanzicht, waarbij in zijaanzicht elk I gewasdraagelement een open structuur heeft, zodanig dat daarin licht doorlatende openingen zijn voorzien die gezamenlijk een oppervlak hebben dat groter is dan ongeveer 30% van het totale oppervlak van genoemd zijaanzicht, meer in het bijzonder meer dan 40% en bij voorkeur meer dan I 25 60%.9. Device as claimed in claim 7 or 8, wherein the H crop support elements in top view have a surface that is small with respect to the surface in side view, wherein in side view each I crop support element has an open structure, such that light-transmitting openings are provided therein which together have a surface area greater than about 30% of the total surface area of said side view, more in particular more than 40% and preferably more than 60%. 10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de H drainagemiddelen afsluitmiddelen omvatten tussen de kweekgoot en een I omvangelement.Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the H drainage means comprise closing means between the cultivation gutter and a size element. 11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de regelinrichting een algoritme omvatten voor het schatten van verdamping van water door planten in de kweekgoot.11. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the control device comprises an algorithm for estimating the evaporation of water by plants in the cultivation gutter. 12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de 5 regelinrichting herkenningsmiddelen omvat voor het herkennen van bewegingen in de omgeving van de kweekgoot, in het bijzonder menselijke bewegingen.12. Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the control device comprises recognition means for recognizing movements in the environment of the cultivation gutter, in particular human movements. 13. Kas, voorzien van ten minste één inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de of elke inrichting is opgehangen aan een 10 frameconstructie van de kas.13. Greenhouse, provided with at least one device according to one of the preceding claims, wherein the or each device is suspended from a frame construction of the greenhouse. 14. Kas volgens conclusie 13, waarbij middelen zijn voorzien voor registreren van klimaatparameters in de kas, zoals temperatuur en luchtvochtigheid, welke middelen zijn gekoppeld aan de regelinrichting.A greenhouse according to claim 13, wherein means are provided for registering climate parameters in the greenhouse, such as temperature and air humidity, which means are coupled to the control device. 15. Regelinrichting voor gebruik in een inrichting volgens een der 15 conclusies 1 - 12 of in een kas volgens conclusie 13 of 14, waarbij de regelinrichting is voorzien van ten minste een algoritme voor het schatten van verdamping van water door planten en een algoritme voor het bepalen van een watergeefstartmoment en/of watergeefhoeveelheid per watergeefbeurt voor planten, waarbij een geschatte waarde voor de 20 verdamping wordt gebruikt voor het bepalen van genoemd watergeefmoment en/of genoemde watergeefhoeveelheid.15. Control device for use in a device according to one of claims 1 to 12 or in a greenhouse according to claim 13 or 14, wherein the control device is provided with at least one algorithm for estimating the evaporation of water by plants and an algorithm for determining a watering start moment and / or watering amount per watering turn for plants, wherein an estimated value for the evaporation is used to determine said watering moment and / or said watering amount. 16. Werkwijze voor het bepalen van een watergeefregime voor planten in groeielementen in een kweekgoot in een kas of dergelijke groeiruimte, omvattende de stappen: 25. planten van gewas in of op de groeielementen, in relatief droge toestand; bepalen van een ijkgewicht van de kweekgoot met de groeielementen en planten; toevoeren van een vooraf bepaalde hoeveelheid water aan de 30 groeielementen, althans aan de kweekgoot; I meten van de hoeveelheid water die gedurende een gekozen periode uit de kweekgoot draineert; en bepalen, althans schatten van de hoeveelheid water die gedurende genoemde periode wordt verdampt door het gewas, 5 waarbij ten minste aan de hand van het verschil tussen het ijkgewicht, het gewicht van de kweekgoot na het toevoeren van het water, het gewicht van het gedraineerde water en de verdamping door het gewas een moment wordt bepaald waarop in een nieuwe watergeefbeurt een hoeveelheid water aan het gewas wordt toegevoerd en/of de hoeveelheid water die bij die 10 waterfgeefbeurt word toegevoerd.A method for determining a watering regime for plants in growing elements in a growing gutter in a greenhouse or similar growing space, comprising the steps of: 25. planting crops in or on the growing elements, in a relatively dry state; determining a calibration weight of the culture trough with the growth elements and plants; supplying a predetermined amount of water to the growth elements, at least to the culture gutter; Measuring the amount of water that drains from the culture trough during a selected period; and determining, at least estimating the amount of water that is evaporated by the crop during said period, wherein at least on the basis of the difference between the calibration weight, the weight of the culture trough after supplying the water, the weight of the drained water water and the evaporation by the crop a moment is determined at which in a new watering cycle an amount of water is supplied to the crop and / or the amount of water that is supplied during that watering cycle. 17. Werkwijze volgens conclusie 16, waarbij de hoeveelheid water die per watergeefbeurt wordt toegevoerd aan het gewas zodanig wordt bepaald dat het of elk groeielement daardoor niet volledig wordt verzadigd.A method according to claim 16, wherein the amount of water supplied to the crop per watering is determined such that the or each growing element is not completely saturated thereby. 18. Werkwijze volgens conclusie 16 of 17, waarbij het vochtgehalte van 15 het of elk groeielement wordt gemeten.18. Method according to claim 16 or 17, wherein the moisture content of the or each growth element is measured. 19. Werkwijze volgens een der conclusies 16 - 18, waarbij het gewicht van het gewas, in het bijzonder een toe- of afname in het gewicht van het gewas wordt gemeten, ten minste gedurende genoemde periode, waaruit wateropname door het gewas wordt bepaald, althans geschat.A method according to any one of claims 16-18, wherein the weight of the crop, in particular an increase or decrease in the weight of the crop, is measured, at least during said period, from which water uptake by the crop is determined, at least estimated. 20. Werkwijze volgens een der conclusies 16 - 19, waarbij op basis van ten minste de genoemde stappen, meetgegevens en/of schattingen het watergeefregime wordt bepaald, waarbij tijdsintervallen tussen watergeefbeurten en/of de waterhoeveelheid voor elke watergeefbeurt wordt bepaald, waarbij het watergeefregime zodanig wordt gekozen dat de 25 vochtigheid van het of elk groeielement in hoofdzaak tussen minimaal ongeveer 10% en maximaal ongeveer 95% van de maximale vochtcapaciteit wordt gehouden, meer in het bijzonder tussen ongeveer 35% en 90% en bij voorkeur gedurende ten minste ongeveer 80% van de duur van de groei van het betreffende gewas tussen ongeveer 65% en 85%.A method according to any one of claims 16-19, wherein the watering regime is determined on the basis of at least said steps, measurement data and / or estimates, wherein time intervals between watering cycles and / or the water quantity for each watering cycle are determined, the watering regime being determined such it is chosen that the humidity of the or each growth element is kept substantially between at least about 10% and at most about 95% of the maximum moisture capacity, more in particular between about 35% and 90% and preferably for at least about 80% of the duration of growth of the crop in question between approximately 65% and 85%. 21. Werkwijze volgens een der conclusies 16 - 20, waarbij water uit de kweekgoot wordt gedraineerd en wordt opgevangen in een opvangbak, waarbij het gewicht van het gedraineerde water wordt gemeten, waarbij tijdens uit de opvangbak afvoeren van het water drainage van water uit de 5 kweekgoot, althans toestroom daarvan in de opvangbak wordt gestopt.21. Method as claimed in any of the claims 16-20, wherein water is drained from the culture trough and collected in a collecting bin, wherein the weight of the drained water is measured, wherein during drainage of the water from the collecting bin drainage of water from the collecting drain cultivation gutter, or at least inflow thereof into the receiving bin is stopped. 22. Werkwijze voor het bepalen van een watergeefstartpunt voor een kweekgoot, in het bijzonder bij toepassing van een werkwijze volgens een der conclusies 16 — 21, waarbij het gewicht van een kweekgoot voorafgaand aan watergeven wordt vergeleken met het gewichtsverloop van de 10 kweekgoot na het watergeven, in relatie tot drainage van water uit de kweekgoot en verdamping van water door het gewas, waarbij een bepaling, althans schatting wordt gemaakt van de verdamping van water door gewas in de kweekgoot, waarbij een waterstartpunt wordt bepaald door het moment dat de vochtigheid van het of elk groei--element onder een vooraf 15 bepaalde waarde komt, waarbij de vochtigheid van het of elk groeielement wordt bepaald uit het verschil tussen het gewicht van enerzijds het gedraineerde water, het verdampte water en het gewicht van de kweekgoot voorafgaand aan water en anderzijds het momentane gewicht van de kweekgoot.22. Method for determining a watering start point for a culture trough, in particular when applying a method according to any one of claims 16 - 21, wherein the weight of a culture trough before watering is compared with the weight variation of the culture trough after watering , in relation to drainage of water from the cultivation gutter and evaporation of water through the crop, wherein a determination is made, at least estimation, of the evaporation of water by crop in the culture gutter, wherein a water starting point is determined by the moment that the humidity of the whether each growth element falls below a predetermined value, the humidity of the or each growth element being determined from the difference between the weight of the drained water on the one hand, the evaporated water and the weight of the culture trough before water and on the other hand the current weight of the growing gutter. 23. Werkwijze volgens conclusie 22, waarbij de gewichtstoename van het gewas over de periode na een voorafgaande watergeefbeurt wordt gemeten, welke gewichtstoename wordt afgetrokken van het momentane gewicht van de kweekgoot.A method according to claim 22, wherein the weight increase of the crop over the period after a preceding watering is measured, which weight increase is subtracted from the current weight of the culture trough. 24. Werkwijze volgens een der conclusies 16 - 23, waarbij in een 25 geheugen ten minste het gewichtsverloop van de kweekgoot met gewas wordt vastgelegd en bij plotselinge verandering van het gewasgewicht in een kweekgoot, bijvoorbeeld door pluk, snoeien of dergelijke, een extrapolatie wordt gemaakt vanuit in het geheugen vastgelegde gegevens voor het bepalen van een volgend watergeefstartpunt. 3024. Method as claimed in any of the claims 16-23, wherein in a memory at least the weight variation of the cultivation gutter with crop is recorded and in the event of a sudden change of the crop weight in a culture gutter, for example by picking, pruning or the like, an extrapolation is made from data stored in the memory for determining a next watering start point. 30
NL1021856A 2002-11-06 2002-11-06 Device and method for measuring and controlling crop growth. NL1021856C2 (en)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1021856A NL1021856C2 (en) 2002-11-06 2002-11-06 Device and method for measuring and controlling crop growth.
AU2003283861A AU2003283861A1 (en) 2002-11-06 2003-11-06 Apparatus and method for measuring and controlling crop growth
PCT/NL2003/000778 WO2004040965A1 (en) 2002-11-06 2003-11-06 Apparatus and method for measuring and controlling crop growth

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1021856A NL1021856C2 (en) 2002-11-06 2002-11-06 Device and method for measuring and controlling crop growth.
NL1021856 2002-11-06

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1021856C2 true NL1021856C2 (en) 2004-05-07

Family

ID=32310922

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1021856A NL1021856C2 (en) 2002-11-06 2002-11-06 Device and method for measuring and controlling crop growth.

Country Status (3)

Country Link
AU (1) AU2003283861A1 (en)
NL (1) NL1021856C2 (en)
WO (1) WO2004040965A1 (en)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN107432203A (en) * 2016-05-25 2017-12-05 株式会社格林普乐斯 Plant cultivation system
US10278338B2 (en) 2006-06-29 2019-05-07 Glass Investments Projects, Inc. Greenhouse and forced greenhouse climate control system and method
US11412668B2 (en) 2006-06-29 2022-08-16 Houweling Intellectual Properties, Inc. Greenhouse and forced greenhouse climate control system and method

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2080431A1 (en) * 2008-01-18 2009-07-22 Rockwool International A/S Method of growing plants
CN102257950B (en) * 2011-05-06 2013-02-13 中国农业大学 Suspension bracket culture system and installation method thereof
EP2771746A1 (en) 2011-10-30 2014-09-03 Paskal Technologies Agriculture Cooperative Societ Ltd. Self-learning of plant growth strategy in a greenhouse
JP2016182092A (en) * 2015-03-26 2016-10-20 コイト電工株式会社 Plant cultivating apparatus
EP3724616A1 (en) 2017-12-14 2020-10-21 More Grofit Agtech Ltd Hanging monitoring device for agriculture

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4060934A (en) * 1976-09-27 1977-12-06 Skaggs Leonard L Water tender
NL1008377C2 (en) 1998-02-20 1999-01-19 Prodrain Method and device for the automatic application of liquid foods to plants.
US6161329A (en) * 1996-01-31 2000-12-19 Spelt; Jacob Automatic watering device for potted plants
US6295865B1 (en) * 1998-11-25 2001-10-02 Stephen Cherry Moisture level indicator

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4060934A (en) * 1976-09-27 1977-12-06 Skaggs Leonard L Water tender
US6161329A (en) * 1996-01-31 2000-12-19 Spelt; Jacob Automatic watering device for potted plants
NL1008377C2 (en) 1998-02-20 1999-01-19 Prodrain Method and device for the automatic application of liquid foods to plants.
WO1999041973A1 (en) * 1998-02-20 1999-08-26 Prodrain Method and device for automatic administration of liquid nutrients to plants
US6295865B1 (en) * 1998-11-25 2001-10-02 Stephen Cherry Moisture level indicator

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US10278338B2 (en) 2006-06-29 2019-05-07 Glass Investments Projects, Inc. Greenhouse and forced greenhouse climate control system and method
US10278337B2 (en) 2006-06-29 2019-05-07 Glass Investments Projects, Inc. Greenhouse and forced greenhouse climate control system and method
US11412668B2 (en) 2006-06-29 2022-08-16 Houweling Intellectual Properties, Inc. Greenhouse and forced greenhouse climate control system and method
CN107432203A (en) * 2016-05-25 2017-12-05 株式会社格林普乐斯 Plant cultivation system
CN107432203B (en) * 2016-05-25 2020-12-22 株式会社格林普乐斯 Plant cultivation system

Also Published As

Publication number Publication date
WO2004040965A1 (en) 2004-05-21
AU2003283861A1 (en) 2004-06-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Soppe et al. Characterizing ground water use by safflower using weighing lysimeters
Williams et al. Water use of mature Thompson Seedless grapevines in California
Abrisqueta et al. Basal crop coefficients for early-season peach trees
Shin et al. Estimating the actual transpiration rate with compensated levels of accumulated radiation for the efficient irrigation of soilless cultures of paprika plants
NL1021856C2 (en) Device and method for measuring and controlling crop growth.
Hardie et al. Shoot growth on de‐fruited grapevines: a physiological indicator for irrigation scheduling
Westin et al. Seasonal variation in photochemical activity and hardiness in clones of Norway spruce (Picea abies)
Mira-García et al. Evapotranspiration in young lime trees with automated irrigation
Cavallo et al. Ecophysiology and vine performance of cv.“Aglianico” under various training systems
US5400815A (en) Timer activated irrigation system control
WO2022040756A1 (en) Refill point or target deficit for crop irrigation
Lizarraga et al. Evaluating irrigation scheduling of hydroponic tomato in Navarra, Spain
Schultz Photosynthesis of sun and shade leaves of fieldgrown grapevine (Vitis vinifera L.) in relation to leaf age. Suitability of the plastochron concept for the expression of physiological age
Yu et al. A computer program for automatic watering based on potential evapotranspiration by penman method and predicted leaf area in miniature pot rose production
Egbuikwem et al. Evaluation of evapotranspiration models for waterleaf crop using data from lysimeter
Hunter et al. Semi-automated, non-weighing, pot-in-bucket (PIB), water management in pot plant culture.
JP2017221150A (en) Plant cultivation device and irrigation control method
Gómez-del-Campo et al. Relationship of stem water potential and leaf conductance to vegetative growth of young olive trees in a hedgerow orchard
JP7033502B2 (en) Cultivation system and cultivation method
Markinos et al. The influence of cotton variety in the calibration factor of a cotton yield monitor
De Graaf et al. Advanced weighing equipment for water, crop growth and climate control management
WO2019163057A1 (en) Cultivation system and cultivation method
JP6110984B1 (en) Irrigation monitoring system
Muharomah et al. Model of evapotranspirative subsurface irrigation tested with water lettuce
WO2019163056A1 (en) Cultivation system and cultivation method

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20070601