NL1021353C2 - Boorwerkwijze en boorinrichting. - Google Patents

Boorwerkwijze en boorinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1021353C2
NL1021353C2 NL1021353A NL1021353A NL1021353C2 NL 1021353 C2 NL1021353 C2 NL 1021353C2 NL 1021353 A NL1021353 A NL 1021353A NL 1021353 A NL1021353 A NL 1021353A NL 1021353 C2 NL1021353 C2 NL 1021353C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
drilling
unit
control device
drilling unit
drill
Prior art date
Application number
NL1021353A
Other languages
English (en)
Inventor
Nicolaas Johannes Knijnenburg
Original Assignee
Adamas Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Adamas Holding B V filed Critical Adamas Holding B V
Priority to NL1021353A priority Critical patent/NL1021353C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1021353C2 publication Critical patent/NL1021353C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23QDETAILS, COMPONENTS, OR ACCESSORIES FOR MACHINE TOOLS, e.g. ARRANGEMENTS FOR COPYING OR CONTROLLING; MACHINE TOOLS IN GENERAL CHARACTERISED BY THE CONSTRUCTION OF PARTICULAR DETAILS OR COMPONENTS; COMBINATIONS OR ASSOCIATIONS OF METAL-WORKING MACHINES, NOT DIRECTED TO A PARTICULAR RESULT
    • B23Q17/00Arrangements for observing, indicating or measuring on machine tools
    • B23Q17/09Arrangements for observing, indicating or measuring on machine tools for indicating or measuring cutting pressure or for determining cutting-tool condition, e.g. cutting ability, load on tool
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23QDETAILS, COMPONENTS, OR ACCESSORIES FOR MACHINE TOOLS, e.g. ARRANGEMENTS FOR COPYING OR CONTROLLING; MACHINE TOOLS IN GENERAL CHARACTERISED BY THE CONSTRUCTION OF PARTICULAR DETAILS OR COMPONENTS; COMBINATIONS OR ASSOCIATIONS OF METAL-WORKING MACHINES, NOT DIRECTED TO A PARTICULAR RESULT
    • B23Q11/00Accessories fitted to machine tools for keeping tools or parts of the machine in good working condition or for cooling work; Safety devices specially combined with or arranged in, or specially adapted for use in connection with, machine tools
    • B23Q11/04Arrangements preventing overload of tools, e.g. restricting load

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Drilling And Boring (AREA)
  • Processing Of Stones Or Stones Resemblance Materials (AREA)

Description

» %
Boorwerkwijze en boorinrichting
De uitvinding betreft een boorwerkwijze omvattende, 5 het verschaffen van een booreenheid en gestel, het aandrijven van de booreenheid, het in een boorrichting aanzetten van de booreenheid door het geleiden van de booreenheid langs het gestel, het aansturen van de booreenheid, het meten van een werkingsparameter van de booreenheid. De uitvinding betreft 10 tevens een boorinrichting en een besturingsinrichting hiervoor.
Het is bekend handmatig de aanzet van een booreenheid aan te sturen. Wanneer een booreenheid wordt aangedreven, zodanig dat geboord kan worden, wordt de aanzet in een 15 boorinrichting handmatig zodanig ingeschat dat de booreenheid niet overbelast wordt tijdens het boren. In het bijzonder wordt bijvoorbeeld gereageerd op het bij het boren bereiken van een vergrootte weerstand, bijvoorbeeld lengte-ijzer ijzer in beton. De bediener zal de aanzet verminderen. De bediener 20 kan worden voorzien van informatie over het boren in de vorm van een gemeten werkingsparameter.
Een nadeel van de bekende werkwijze is dat voor het boren de voortdurende aandacht nodig is van tenminste één persoon. Dit brengt aanzienlijke kosten met zich mee. Het 25 doel van de uitvinding is een werkwijze te verschaffen waarbij het mogelijk wordt meerdere boren te laten werken onder supervisie van één persoon.
Dit doel wordt bereikt door het verschaffen van een besturingsinrichting en boorgegevens, het door de 30 besturingsinrichting verwerken van de boorgegevens en het terugkoppelen van tenminste de werkingsparameter, en het besturen van de booreenheid door het herhaald uitvoeren van tenminste het meten van de werkingsparameter van de
λ Λ O 4 7 E T
1 s 2 booreenheid en het terugkoppelen van tenminste de werkingsparameter. Hierdoor wordt het boren geautomatiseerd. Boorgegevens hebben betrekking op de booreenheid en het gestel, en omvatten in het bijzonder in de boorwerkwijze 5 toegepaste machinale functies. De werkingsparameter die wordt gemeten, heeft in het bijzonder betrekking op het op dat moment functioneren van de booreenheid. De teruggekoppelde werkingsparameter wordt in de besturingsinrichting verwerkt, bijvoorbeeld door het vergelijken met tenminste een 10 boorgegeven. De verwerking leidt tot een besturende actie.
Het is gunstig de aanzet van de booreenheid te besturen. Hierdoor kan op grond van de teruggekoppelde werkingsparameter de beweging in de boorrichting zodanig worden aangepast, dat geen overbelasting van de booreenheid 15 plaats vindt. Als werkingsparameter kan bijvoorbeeld de aanzetdruk gemeten worden.
Bij voorkeur omvat de boorwerkwijze volgens de uitvinding het meten van het amperage en het verwerken van het maximale aandrijf amperage van de booreenheid. Het 20 gemeten momentane amperage van de booreenheid vormt de werkingsparameter en wordt vergeleken met de boorgegevens, die worden gevormd door het maximale aandrijf amperage van de booreenheid. Een dergelijke terugkoppeling voorkomt doorbranden van de booreenheid.
25 De boorgegevens worden verschaft, bijvoorbeeld doordat de boorgegevens uitleesbaar zijn. De besturingsinrichting is gekoppeld aan de booreenheid, zodat de besturingsinrichting toegang heeft tot de noodzakelijke specificaties van de booreenheid.
30 In een voordelige uitvoering van de uitvinding omvat de boorwerkwijze het instellen van de boorgegevens. Bijvoorbeeld door het invoeren kunnen de boorgegevens worden
j ti O 4 X K 7 I
' I
3 verschaft, en kunnen die worden gekoppeld aan een gemeten werkingsparameter.
Bij voorkeur omvat de boorwerkwijze het omkeren van de boorrichting. Dit omkeren is een onderdeel van het 5 besturen van de booreenheid. Hierdoor wordt overbelasting van de boormotor op effectieve wijze voorkomen. Het omkeren van de boorrichting kan op een aantal momenten voorkomen. Bij het raken van lengte-ijzer zal de booreenheid meer stroom gebruiken en ter voorkoming van schade aan de booreenheid, in 10 het bijzonder de boormotor of de boor, kan de boorrichting worden omgedraaid. Bij het poetsen of het polijsten van segmenten wordt de machine eveneens omhoog gehaald en opnieuw ingebracht. Dit hangt bijvoorbeeld af van het tijdbestek dat er geen vordering wordt gemaakt in de diepte. Hierbij kan de 15 tijd en de afgelegde afstand in de boorrichting worden gemeten en zodanig verwerkt worden, dat op een bepaald moment de boorrichting wordt omgekeerd.
In het bijzonder bij het doorboren van het materiaal zal het boren stoppen. Bij het doorboren zal het gebruikte 20 amperage van de booreenheid snel afnemen, en kan de booreenheid worden teruggebracht naar een uitgangspositie.
Wanneer gedurende lange tijd een hoog amperage wordt gebruikt is het mogelijk de belasting van de inrichting voor het besturen van de aanzet te meten. Hierdoor kan gemeten 25 worden of de aanzet op de maximale diepte is gekomen, bijvoorbeeld doordat het einde van het statief bereikt is.
Bij voorkeur wordt een algoritme gebruikt voor de verwerking van de boorgegevens en voor het terugkoppelen van de werkingsparameter. In het algoritme kunnen 30 handmatige/empirische boorinstellingen worden gesimuleerd, zodanig dat met de besturingsinrichting het handmatig boren wordt benaderd. Een voorbeeld hiervan is een reactietijd op de constatering van een verhoging van het amperage.
4
Bij voorkeur wordt meer dan 1 keer per seconde, in het bijzonder meer dan 2 keer per seconde, in speciale gevallen meer dan 5 keer per seconde, de werkingsparameter gemeten en teruggekoppeld. Hierdoor is een nauwkeurige 5 besturing van de booreenheid, in het bijzonder de aanzet van de booreenheid, mogelijk.
Bij voorkeur wordt het algoritme gebruikt opdat de levensduur van de boren en de boormotoren langer wordt. Gebruik wordt gemaakt van een snelle stroommeting, die het 10 meten met een hoge nauwkeurigheid en snelheid toelaat.
Hiervoor wordt bij voorkeur een hall-effect sensor gebruikt.
Bij voorkeur worden de metingen gemiddeld. Hierdoor wordt de sturing niet afhankelijk van een op zichzelf staande meting, maar van een reeks van metingen. De besturing is 15 daardoor stabieler waardoor de prestaties en levensduur van het systeem wordt vergroot.
Bij voorkeur wordt de boordiepte ingesteld. In het bijzonder wordt de boordiepte gemeten. De boordiepte wordt dan een boorgegeven alsmede een werkingsparameter. Het meten 20 van de diepte kan op verschillende wijze plaatsvinden, direct of indirect. Door het instellen van de boordiepte kan de booreenheid tot een bepaalde diepte worden gestuurd, waardoor nauwkeurige boringen mogelijk worden. Na het bereiken van de gewenste boordiepte kan de besturing de boorrichting omkeren, 25 zodat wordt teruggekeerd naar de uitgangspositie.
De uitvinding betreft tevens een boorinrichting omvattende een gestel, aan het gestel aangebrachte geleidingsmiddelen voor een met deze verbonden booreenheid, die voorzien is van aanzetmiddelen voor het in een 30 boorrichting langs de geleidingsmiddelen aandrijven van de booreenheid, en boorwaarneemmiddelen voor het meten van tenminste één werkingsparameter van de booreenheid.
^ A O 4 Ύ E Ί 5
Een dergelijke boorinrichting wordt handmatig aangestuurd tijdens het boren. De gemeten werkingsparameters vormen een indicatie voor de bediener van de boorinrichting. Handmatig boren is kostbaar.
5 Doel van de onderhavige uitvinding is een boorinrichting te verschaffen waarbij het boorproces verder geautomatiseerd is.
De uitvinding wordt gekenmerkt door een boorinrichting die voorzien is van een besturingsinrichting 10 omvattende tenminste één invoerorgaan en met de booreenheid verbonden verwerkingsmiddelen voor het afhankelijk van het invoerorgaan besturen van de booreenheid, waarbij het invoerorgaan tenminste de boorwaarneemmiddelen omvat.
Hierdoor kan de besturingsinrichting afhankelijk van een 15 invoerorgaan de booreenheid besturen. Het invoerorgaan voorziet de besturingsinrichting van gegevens. De boorwaarneemmiddelen zijn verbonden met het invoerorgaan, zodat de gemeten werkingsparameter kan worden gekoppeld aan de besturing. Hierdoor is voortdurende correctie van het 20 boorproces met de boorinrichting mogelijk. Bij voorkeur stuurt het verwerkingsmiddel de booreenheid aan afhankelijk van de gemeten werkingsparameter.
Bij voorkeur is de besturingsinrichting verbonden met de aanzetmiddelen, zodat in het bijzonder de aanzetmiddelen 25 kunnen worden bestuurd. Hierdoor bestuurt de besturingsinrichting de boorinrichting in hoge mate.
Bij voorkeur omvatten de aanzetmiddelen een inbrengmotor voor het aandrijven van de aanzetmiddelen langs de geleidingsmiddelen van het gestel. Hierdoor is de aanzet 30 motorisch te sturen.
Bij voorkeur is de besturingsinrichting voorzien van instelmiddelen voor het invoeren van boorinstellingen, waarbij het instelmiddel tevens een invoerorgaan vormt.
4 fi 9 1 3 5 3 6
Hierdoor kunnen specifieke eigenschappen van een booreenheid worden ingevoerd en verwerkt, opdat de besturing van de booreenheid wordt aangepast aan de gebruikte booreenheid.
In de voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding 5 omvatten de boorwaarneemmiddelen meetmiddelen voor het amperage van een booraandrijving. Het amperage vormt een werkingsparameter. Hierdoor wordt de besturing van de boorinrichting afhankelijk van het verbruik van de booreenheid. Vaak wordt gewerkt met een booraandrijving die 10 wordt ingesteld op een vast boorrotatiesnelheid. Het verbruik van de booreenheid zal toenemen bij het boren door materiaal van verhoogde weerstand. Een te hoog verbruik zal leiden tot doorbranding. Het meten van het amperage en het terugkoppelen hiervan voor de besturing voorkomt doorbranding.
15 Bij voorkeur omvatten de meetmiddelen een hall-effect sensor. Hierdoor wordt een snelle amperagemeter verkregen, waardoor een momentane aansturing van de booreenheid mogelijk wordt.
Bij voorkeur omvatten de verwerkingsmiddelen 20 tenminste een algoritme voor het verwerken van de invoergegevens. Hierdoor worden bepaalde reacties op invoergegevens mogelijk, in het bijzonder zal het algoritme software omvatten die voormalige handmatige handelingen simuleert.
25 Bij voorkeur omvatten de verwerkingsmiddelen een geheugeninrichting voor tenminste een boorparameter. Hierdoor kunnen bepaalde gegevens worden opgeslagen. In het bijzonder kunnen boorparameters in samenhang met het gebruikte type booreenheid worden opgeslagen in de geheugeninrichting. Het 30 algoritme zal bij herhaald gebruik van dat type booreenheid de opgeslagen gegevens gebruiken voor de verdere optimalisatie van de boorwerkwijze.
j A ^ dl 7 C T
7
Bij voorkeur zijn de instelmiddelen geschikt voor het invoeren van een type booraandrijving. En bij voorkeur is het algoritme ontwikkeld voor een bepaald type booraandrijving. Hierdoor is de besturingsinrichting voorzien van specifieke 5 informatie over de booreenheid en kunnen reacties op waarnemingen worden aangepast aan het boortype.
Het is gunstig dat het invoerorgaan een aanzetmotor omvat, die de aanzetmiddelen langs de geleidingsmiddelen aandrijft. Hierdoor kan de besturingsinrichting de aanzet 10 direct controleren.
Bij voorkeur zijn de instelmiddelen geschikt voor het invoeren van boordiepte en omvat het invoerorgaan een boordiepte meetmiddel. Hierdoor is boordiepte in te stellen en wordt deze boordiepte geboord zonder dat een bediener 15 noodzakelijk is.
Bij voorkeur omvat de besturingsinrichting een hydraulisch ventiel. Hierdoor wordt de hydraulische aandrijving voor de boor gecontroleerd. De hydraulische aandrijving wordt aangesloten op de besturingsinrichting door 20 middel van het hydraulisch ventiel, en de besturingsinrichting controleert de hydrauliek.
Uitvinding zal verder worden beschreven aan de hand van de bij gevoegde tekeningen waarin: figuur 1 een perspectivisch aanzicht toont van een 25 boorinrichting volgens de uitvinding; figuur 2 een perspectivisch aanzicht toont van een detail van een boorinrichting volgens de uitvinding; figuur 3 een perspectivisch open gewerkt aanzicht geeft van de besturingsinrichting op de boorinrichting 30 volgens de uitvinding; figuur 4 een perspectivisch aanzicht toont van de aanzetmiddelen volgens de uitvinding.
8
Figuur 1 toont een boorinrichting 1, waarbij het gestel wordt gevormd door een statief 2 dat een zwenkbare staander 3 omvat voorzien van geleidingsmiddelen 4. De geleidingsmiddelen worden gevormd door een geleidingsbaan 4.
5 Het statief 2 wordt door middel van een grondplaat 5 op een ondergrond 6 geplaatst. Ondergrond 6 is bijvoorbeeld beton waarin moet worden geboord. In het inwendige van beton 6 is lengte-ijzer 7 opgenomen. Getoond wordt boring 8 die in laag 6 is geboord.
10 Het statief 2 kan zwenken om as 9 volgens pijl 10 en kan worden vastgezet onder een bepaalde hoek met een niet getoond klemmend middel.
Over geleidingsbaan 4 kan een aansluiting 11 bewegen volgens pijl 12. De aansluiting 11 vormt de verbinding tussen 15 statief 2 en booreenheid 13. Aansluiting 11 bepaalt een glijhuisdeksel 14 dat over de geleidingsbaan 4 heen kan bewegen. In figuur 2 is de afsluiting 11 in detail weergegeven.
Uit het glijhuisdeksel 14 steken vier armen, die 20 samenkomen in een koppelingsmiddel 15, waaraan een booreenheid 12 met een geschikte koppeling 16 kan worden gehangen. Verbindingsmiddel 16 wordt opgenomen in een gleuf en daarin vastgezet door middel van pennen 17, 18 zodat de booreenheid is uitgelijnd met het statief 2.
25 In een koker 19 van glijhuisdeksel 14 is een spindel 20 opgenomen. De koker 19 is gedeeltelijk opengewerkt weergegeven in figuren 1 en 2. De spindel 20 grijpt aan met een vertanding 21 op de vertanding 22 die is aangebracht om de paal 3 van het statief 2. Het roteren van spindel 20 zou 30 een beweging volgens pijl 12 van de aansluiting 14, booreenheid 13 tot gevolg hebben.
4 fl 9 1 7 K X
9
Glijhuisdeksel 14 is voorzien van een plaatje 23 met gegevens over de vertanding van de spindel 20. De spindel 20 is gelagerd in koker 19.
Door middel van een overbrenging of vertragingskast 5 24 die aangrijpt op de spindel 20, is de spindel 20 verbonden met de besturingsinrichting 25. De besturingsinrichting 25 is in figuur 3 in meer detail weergegeven.
Besturingsinrichting 25 omvat een kast voorzien van een weergaveruimte 26, invoermiddelen 27 en noodstop 28 en is 10 voorzien van een aantal aansluiting 29-32, die bijvoorbeeld verbonden zijn met de elektriciteitsvoorziening en of de hydrauliek van een boormotor. In dit laatste geval wordt de aansluiting gevormd door een hydraulisch regelventiel. In de kast 25 bevindt zich een printplaat 33 voorzien van een 15 elektronische schakeling en tevens een servomotor 34, die verbonden is met de overbrenging 24 en dient als motor voor de aandrijving van de aanzetmiddelen.
De boorinrichting 1 is bedoeld om het boren met kernboorstatieven, geschikt voor het boren met gediamanteerde 20 hoorbuizen 37 te vergemakkelijken en tevens het boren te versnellen. De boorinrichting 1 is geschikt voor het boren in beton, asfalt en steenachtige materialen. De besturingsinrichting 25 heeft als functie het eigenlijke boorproces van de bediener over te nemen en is uitgerust met 25 digitale elektronica 33 en motorsturing.
Het boorproces bestaat uit vier fases respectievelijk opstart-, proces-, stop- en retourfase. Tijdens het boren, de zogenaamde procesfase, zal de besturingsinrichting controleren of het ingestelde vermogen wordt gehaald en zal 30 continue proberen dit naar het juiste niveau te regelen. Bij zogenaamd lengte-ijzer 7 zal de besturingsinrichting 25 de boorsnelheid, dat wil zeggen de aanzet, veranderen en het vermogen van de boormotor gelijk houden.
. Λ ft A Ύ C 7.
10
Door meerdere kernboorstatieven uit te rusten met de besturingsinrichting, wordt het voor een bediener mogelijk meerdere kernboorstatieven tegelijk op te stellen en te bedienen. Tevens zorgt de besturingsinrichting ervoor dat de 5 standtijd van een gediamanteerde boor 37 kan worden verhoogt, doordat het boorproces continue en gelijkmatig verloopt in vergelijking met een handbediend statief.
220-240 Volt boormotoren 38 kunnen worden aangesloten met elk vermogen. Tevens kan een losse elektrische unit voor 10 400 volt boormethode en een hydraulisch regelventiel (niet getoond) voor hydraulische boormotoren worden gebruikt. Een waterstop voor automatische stop van watertoevoer is eveneens mogelij k.
De noodstop 28 start de besturingsinrichting 25 door 15 spanning op het systeem te zetten en bij calamiteiten deze te onderbreken. Stroom wordt toegevoerd vanaf een stroomvoorziening, bijvoorbeeld het lichtnet, met de aansluiting 29, dan wel via de 400 volt aansluiting (niet getoond). De besturingsinrichting 25 is voorzien van een 20 handgreep 35 voor het vervoeren. Schakelknop 36 is aangebracht aan de vertragingsbak 24 en wordt gebruikt om de draaispindel 20 besturingsinrichting 25 met de hand langs het statief te bewegen. Dit kan voorkomen dat bij een storing.
De boorinrichting 1 wordt als volgt opgebouwd. Het 25 statief 2 wordt geplaatst op de ondergrond 6 en is voorzien van een aansluiting 11. Daaraan wordt een booreenheid 13 voorzien van een boormotor 38 en een boor 37 gemonteerd en vastgezet met pennen 17,18. De boormotor 38 wordt ingesteld op het vast toerental. De besturingsinrichting 25 wordt 30 gemonteerd aan het statief 2 door vergrendeling van de bajonet sluiting 51-54, waarbij de borgknop 56-57 handvast wordt aangedraaid. De boorinrichting 1 wordt vervolgens uitgelijnd met het te boren gat. De noodstop 28 wordt
. Λ O 4 X R X
11 ingedrukt zodat de stroom afgesloten is. De boormotor 38 wordt aangesloten op de besturingsinrichting 25 door middel van de aansluiting voor de boormachine 31. De besturingsinrichting 25 wordt aangesloten op het lichtnet 5 door middel van snoer 29 en de aardlekschakelaar (niet getoond) die zich bevindt in het lichtnet snoer wordt getest. De besturingsinrichting 25 is eveneens voorzien van een aardlekschakelaar (niet getoond).
Tijdens de opstartfase wordt de noodstop ontgrendeld. 10 Eerst wordt het gebruik van tandheugels aan de motorzijde ingesteld. Dit gebeurt door middel van de invoermiddelen 27. De maximale boormotorstroom wordt ingesteld overeenkomstig de boorgegevens van boormotor 38. Vervolgens kan de booreenheid 13 naar beneden worden bewogen totdat de boor 37 tegen de 15 booroppervlakte 6 aan komt te liggen. Vervolgens wordt de procesfase gestart.
Tijdens de procesfase zal de besturingsinrichting 25 zich zelf regelen om een optimaal boorproces te krijgen.
De besturingsinrichting 25 is verbonden met de 20 booreenheid 13, in het bijzonder met de boormotor 38. Aansluiting 31 vormt de voeding van de boormotor. De besturingsinrichting 25 is voorzien van een hall-effect sensor (niet getoond), die het gebruikte amperage meet. Afhankelijk van het gemeten amperage wordt de servomotor 34 25 bestuurd, zodat de aanzet zodanig wordt aangepast, dat het amperage niet boven een waarde komt, waarbij de boormotor verbrandt. Daarnaast wordt de amperage meting gebruikt, zodanig dat de boorwerkwijze meer gelijkmatig verloopt, waardoor de boor 37 langer meegaat. Ook hier wordt de aanzet 30 aangepast. Hiervoor is de printplaat 33 voorzien van een geheugeninrichting 39 en verwerkingsmiddelen 40.
Bij beton/ijzer zal de besturingsinrichting 25 de snelheid/aanzet aanpassen en tegelijkertijd toch het maximaal 12 ingestelde vermogen van de boormotor 38 benutten. Indien door een spie de boor 37 en/of boormotor 38 toch wil gaan vastlopen zal de besturingsinrichting 25 de boor 27 gaan "lossen" en het betonijzer opnieuw gaan "opzoeken". Lossen en 5 opzoeken worden bestuurd door de aanzet.
Indien de boor 27 toch onverhoopt vastloopt zal de besturingsinrichting 25 de boor 37 willen lossen. Indien dit niet lukt zal de besturingsinrichting 25 de boormotor 38 uitschakelen.
10 In de getoonde uitvoeringsvorm wordt de besturingsinrichting 25 uitgerust met een automatische laadklep, een zogenaamd waterslot 30. Hierdoor kan de watertoevoer via aansluiting 32 naar de boor 37 worden gecontroleerd.
15 In een verdere uitvoeringsvorm is de besturingsinrichting voorzien van een hydraulisch ventiel zodat de besturingsinrichting kan worden gekoppeld met hydraulische boormotoren 38.
De besturingsautomaat 25 doet het boorproces afslaan 20 als de ingestelde boordiepte (ingevoerd door middel van de invoermiddelen 27) wordt bereikt. De boordiepte wordt berekend aan de hand van de beweging van de spindel 20. Na het invoeren van de tandheugel module en het aantal tanden op de overbrenging of vertragingsbak 24 kan de boordiepte worden 25 berekend met behulp van een niet getoonde encoder die is verbonden met de servomotor 34. De afgelegde afstand (diepte) wordt omgerekend naar omwentelingen van de servomotor.
De elektronica op de printplaat 33 is ingericht voor het softwarematig verwerken van doorgegevens, instellingen en 30 parameters. De printplaat is voorzien van een geheugeninrichting 39. Hierin zijn de fabrieksinstellingen opgeslagen. Dit zijn parameters die door testen geoptimaliseerd zijn en het boorgedrag weerspiegelen van het „ ft o 1 x * 3 ’ 13 handmatig boren. De gegevens zijn gepreciseerd naar boormotortype. In de geheugeninrichting 39 is bijvoorbeeld opgeslagen een middelingstijd, die door de verwerkingsmiddelen 40 wordt gebruikt voor het middelen van 5 de waargenomen werkingsparameter gedurende de middelingstijd. De verwerkingsmiddelen besturen de booreenheid 13 op grond van de gemiddelde werkingsparameter afhankelijk van het maximale amperage van de booreenheid 13.
Ook is het mogelijk een sample tijd aan te geven, 10 waarmee de frequentie van het meten en verwerken van de werkingsparameter wordt uitgevoerd. Deze is bij voorkeur ingesteld op een waarde tussen 0 en 2 seconde, bij voorkeur tussen 0.05 en 1 seconde, in het bijzonder tussen 0.1 en 0.2 seconde. Bij een sample tijd van 0.14 seconde werden zeer 15 goede resultaten gehaald, waarbij het handmatig boorgedrag kon worden benaderd.
In de geheugeninrichting 39 is tevens ruimte ingericht voor het opslaan van een boorwerkwijze zoals die daadwerkelijk plaatsvindt. De gemeten werkingsparameters, 20 zoals het amperage, de aanzet of een andere parameter die informatie verschaft over het boorproces, wordt opgeslagen.
De verwerkingsmiddelen zijn ingericht voor het analyseren van de opgeslagen informatie. Deze opgeslagen informatie verwordt dus eveneens tot een invoergegeven. De geheugeninrichting is 25 een invoerorgaan.
Het algoritme voor het uitvoeren van de boorwerkwijze kan door de vakman op grond van het bovenstaande worden samengesteld. Het algoritme hangt bij voorkeur af van het type boor. Het algoritme en de in de geheugeninrichting 30 opgeslagen fabrieksinstellingen worden opgeroepen en uitgevoerd na het invoeren van het type boormotor.
De besturingsinrichting 25 corrigeert het boorproces, bijvoorbeeld bij het raken van ijzer. De boormotor 38 zal 14 meer stroom vragen. Door middel van een hall-effect sensor, een voorbeeld van een boorwaarneemmiddel, wordt dit direct gemeten en verwerkt door verwerkingsmiddelen 40. De motor zal ofwel veel meer stroom vragen, dan wel heel snel meer stroom 5 vragen. Dit zijn indicaties dat een verhoogde voor weerstand, bijvoorbeeld in de vorm van ijzer, door de boor 37 wordt geraakt. Het gemeten amperage wordt aan het invoerorgaan overgedragen.
Omdat de boorinrichting werkt met een 10 geoptimaliseerde boorwerkwijze wordt de boor relatief snel in het materiaal gebracht. Hierdoor zal het statief onder spanning komen te staan wanneer een verhoogde weerstand wordt geraakt. De besturingsinrichting 25 zal de booreenheid 13 eerst omhoog uit de boring bewegen. Dat wil zeggen dat de 15 boorrichting wordt omgedraaid. Vervolgens wordt het boorproces hervat, maar voorzichtiger. De besturingsinrichting 25 past de aanzetsnelheid aan, omdat uit de gegevens in de geheugeninrichting blijkt dat bij het vervolgen van het boren een verhoogde weerstand geraakt zal 20 worden.
Bij poetsen of het polijsten van segmenten, wordt de boorrichting eveneens gedraaid en de booreenheid 31 opnieuw ingebracht. Dit hangt af van het tijdbestek dat er geen vordering wordt gemaakt in de diepte. Door de tijd en de 25 afgelegde afstand bij te houden corrigeert de besturingsinrichting 25. Als dit drie of vijf of meer keer gebeurd is, zal de besturingsinrichting het boorproces stoppen. De besturingsinrichting is tevens gekoppeld met de aardlek schakeling. Wanneer een aardlekfout optreedt, stopt 30 de besturingsinrichting 25 het boorproces.
Uit het bovenstaande blijkt dat boorwaarneemmiddelen gevormd kunnen worden door aanzetmeter, dieptemeters, stroomsterktemeters. Andere voorbeelden zijn 15 • .
temperatuurmeters. Voorbeelden van invoerorganen zijn de boorwaarneemmiddelen, de invoermiddelen, boorgegevens, etc. Een werkingsparameter is het momentane amperage, de aanzet of de temperatuur, maar ook de rotatie van de boor.
5 Figuur 4 toont de besturingsinrichting 25 voorzien van de vertragingskast 24 en de handstelknop 36. De vertragingskast 24 is voorzien van vier pennen 52 rondom een schakel-as 51. Servomotor 34 staat door middel van een worm-as (niet getoond) in verbinding met deze schakel-as 51 10 waaromheen een wormwiel is aangebracht, (niet getoond, bevindt zich in het binnenwerk van de vertragingskast 24).
De pennen 52 vormen een bajonetsluiting met de koppelflens 53 die voorzien is van vier uitsparingen 54, waarin de pennen 52 kunnen worden opgenomen. Schakel-as 51 15 zal aangrijpen op koppelstuk 55, dat op zijn beurt aangrijpt op de spindel 20 van de aansluiting 11. Hierdoor kan met servomotor 34 de spindel 20 worden aangedreven, zodat de besturingsinrichting 25 de aanzet en boordiepte bestuurd.
Boorinrichting 56 is voorzien van een pen 57 die de 20 sluiting van de bajonetsluiting borgt.

Claims (21)

1. Boorwerkwijze omvattende: (a) het verschaffen van een booreenheid en een gestel, 5 (b) het aandrijven van de booreenheid (c) het aanzetten van de booreenheid door het geleiden van de booreenheid langs het gestel in een boorrichting (d) het aansturen van de booreenheid (e) het meten van een werkingsparameter van de booreenheid, 10 gekenmerkt door (f) het verschaffen van een besturingsinrichting en boorgegevens (g) het door de besturingsinrichting verwerken van de boorgegevens en het terugkoppelen van ten minste de 15 werkingsparameter (h) het besturen van de booreenheid door het herhaald uitvoeren van ten minste stappen (e) en (g).
2. Boorwerkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt door het besturen van de aanzet van de booreenheid.
3. Boorwerkwijze volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt door het meten van het amperage en het verwerken van het maximale aandrijfamperage van de booreenheid.
4. Boorwerkwijze volgens één van de conclusies 1-3, gekenmerkt door het instellen van boorgegevens.
5. Boorwerkwijze volgens één van de conclusies 1-4, gekenmerkt door het omkeren van de boorrichting.
6. Boorwerkwijze volgens één van de conclusies 1-5, gekenmerkt door het met een algoritme verwerken van de boorgegevens en terugkoppelen van de werkingsparameter 30
7. Boorwerkwijze volgens één van de conclusies 1-6, gekenmerkt door het meer dan één maal per seconde meten en terugkoppelen van de werkingsparameter j ft*) 1 5 3 4
8. Boorwerkwijze volgens één van de conclusies 1-7, gekenmerkt door het middelen van de metingen.
9. Boorwerkwijze volgens één van de conclusies 1-8, gekenmerkt door het instellen en meten van een boordiepte.
10. Boorinrichting omvattende een gestel, aan het gestel aangebrachte geleidingsmiddelen voor een met deze verbonden booreenheid, die voorzien is van aanzetmiddelen voor het in een boorrichting langs de geleidingsmiddelen aandrijven van de booreenheid, en boorwaarneemmiddelen voor 10 het meten van ten minste één werkingsparameter van de booreenheid, met het kenmerk, dat boorinrichting voorzien is van een besturingsinrichting omvattende ten minste één invoerorgaan en met de booreenheid verbonden verwerkingsmiddelen voor het afhankelijk van het invoerorgaan 15 besturen van de booreenheid, waarbij het invoerorgaan ten minste de boorwaarneemmiddelen omvat.
11. Boorinrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de besturingsinrichting de aanzetmiddelen bestuurt
12. Boorinrichting volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat het verwerkingsmiddel de booreenheid aanstuurt, afhankelijk van de gemeten werkingsparameter.
13. Boorinrichting volgens één van de conclusies 10- 12, met het kenmerk, dat de besturingsinrichting voorzien is 25 van instelmiddelen voor het invoeren van boorinstellingen, waarbij het instelmiddel tevens een invoerorgaan vormt.
14. Boorinrichting volgens één van de conclusies 10- 13, met het kenmerk, dat de boorwaarneemmiddelen meetmiddelen voor een amperage van de booraandrijving omvatten.
15. Boorinrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de meetmiddelen een hall-effectsensor omvatten
16. Boorinrichting volgens één van de conclusies 10-15, met het kenmerk, dat de verwerkingsmiddelen ten minste - Λ O Λ Ί K 7 $ een algoritme voor het verwerken van de invoergegevens omvatten.
17. Boorinrichting volgens één van de conclusies ΙΟΙ 6, met het kenmerk, dat de verwerkingsmiddelen een 5 geheugeninrichting voor ten minste één boorparameter van omvatten.
18. Boorinrichting volgens één van de conclusies 13- 17, met het kenmerk, dat de instelmiddelen geschikt zijn voor het invoeren van het type booraandrijving en het algoritme is 10 ontwikkeld voor een bepaald type booraandrijving
19. Boorinrichting volgens één van de conclusies 10- 18, met het kenmerk, dat het invoerorgaan een aanzetmotor omvat, die de aanzetmiddelen langs de geleidingsmiddelen aandrij ft.
20. Boorinrichting volgens één van de conclusies 13- 19, met het kenmerk, dat de instelmiddelen geschikt zijn voor het invoeren van een boordiepte, en dat het invoerorgaan een boordieptemeetmiddel omvat.
21. Boorinrichting volgens één van de conclusies 10-20 20, met het kenmerk, dat de besturingsinrichting een hydraulisch ventiel omvat. . Λ O A Ύ C Ί
NL1021353A 2002-04-26 2002-08-29 Boorwerkwijze en boorinrichting. NL1021353C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1021353A NL1021353C2 (nl) 2002-04-26 2002-08-29 Boorwerkwijze en boorinrichting.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020495 2002-04-26
NL1020495 2002-04-26
NL1021353 2002-08-29
NL1021353A NL1021353C2 (nl) 2002-04-26 2002-08-29 Boorwerkwijze en boorinrichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1021353C2 true NL1021353C2 (nl) 2003-10-28

Family

ID=29738531

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1021353A NL1021353C2 (nl) 2002-04-26 2002-08-29 Boorwerkwijze en boorinrichting.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1021353C2 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4604006A (en) * 1981-11-20 1986-08-05 Nitto Kohki Co., Ltd. Drilling machine having electromagnetic base
JPH0214108A (ja) * 1989-03-02 1990-01-18 Nagano Yuki Kk 鉄筋コンクリート製品の削孔方法
US5062743A (en) * 1990-07-07 1991-11-05 C. & E. Fein Gmbh & Co. Drilling device
JPH06170697A (ja) * 1992-12-04 1994-06-21 Hosoi Kosakusho:Kk ドリルの過負荷監視方法および装置
WO1997005982A1 (en) * 1995-08-04 1997-02-20 Tri-Way Machine Ltd. Tool condition monitoring system

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4604006A (en) * 1981-11-20 1986-08-05 Nitto Kohki Co., Ltd. Drilling machine having electromagnetic base
JPH0214108A (ja) * 1989-03-02 1990-01-18 Nagano Yuki Kk 鉄筋コンクリート製品の削孔方法
US5062743A (en) * 1990-07-07 1991-11-05 C. & E. Fein Gmbh & Co. Drilling device
JPH06170697A (ja) * 1992-12-04 1994-06-21 Hosoi Kosakusho:Kk ドリルの過負荷監視方法および装置
WO1997005982A1 (en) * 1995-08-04 1997-02-20 Tri-Way Machine Ltd. Tool condition monitoring system

Non-Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 014, no. 152 (M - 0953) 23 March 1990 (1990-03-23) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 018, no. 502 (M - 1676) 20 September 1994 (1994-09-20) *

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP2096425B1 (de) Betätigungsvorrichtung zum Kalibrieren von Drehmomentschlüsseln
US7778796B2 (en) Miter saw for displaying angle of cutter blade cutting workpiece
US8132447B2 (en) Universal testing machine
US6952950B2 (en) System and method for automatic identification of a detachable component of an instrument
US8378610B2 (en) Linear actuator
US6014901A (en) Extraction force tester
NL1021353C2 (nl) Boorwerkwijze en boorinrichting.
US6896451B2 (en) Depth rod adjustment mechanism for a plunge-type router
CN216594632U (zh) 一种医用钻头切削性能的测试设备
JP5030256B2 (ja) ホモジナイザー
CN109188282B (zh) 电机检测设备
CN213902832U (zh) 一种锁具检测设备
US5349847A (en) Releasable stationary plate for rheometer
CN114325036A (zh) 钳形电流表
EP0931613A2 (en) Table-top type key-seater
EP3216565A1 (en) Adjustment tool
DE602006004414D1 (de) Automatische Gewindebohreinrichtung
CN218726533U (zh) 一种拉力测试仪
JP2007203675A (ja) ルータ
KR100879344B1 (ko) 롤의 표면결함 검사장치
CN218766489U (zh) 一种水泥初凝时间和终凝时间自动测试装置
CN219265581U (zh) 一种扭矩扳子计量校准装置
CN219174955U (zh) 一种公路的厚度检测设备
CN215545488U (zh) 线路板加工深度控制装置
CN217818563U (zh) 防水涂料厚度检测仪

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100301