NL1020124C2 - Overslagstation voor containers op en/of van een schip. - Google Patents

Overslagstation voor containers op en/of van een schip. Download PDF

Info

Publication number
NL1020124C2
NL1020124C2 NL1020124A NL1020124A NL1020124C2 NL 1020124 C2 NL1020124 C2 NL 1020124C2 NL 1020124 A NL1020124 A NL 1020124A NL 1020124 A NL1020124 A NL 1020124A NL 1020124 C2 NL1020124 C2 NL 1020124C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
quay
crane
vehicle
vehicles
generation system
Prior art date
Application number
NL1020124A
Other languages
English (en)
Inventor
Joseph Johannes Maria Evers
Original Assignee
Univ Delft Tech
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Univ Delft Tech filed Critical Univ Delft Tech
Priority to NL1020124A priority Critical patent/NL1020124C2/nl
Priority to PCT/NL2003/000169 priority patent/WO2003074397A1/en
Priority to AU2003218832A priority patent/AU2003218832A1/en
Priority to AT03713077T priority patent/ATE314988T1/de
Priority to DE60303125T priority patent/DE60303125T2/de
Priority to EP03713077A priority patent/EP1492717B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1020124C2 publication Critical patent/NL1020124C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G63/00Transferring or trans-shipping at storage areas, railway yards or harbours or in opening mining cuts; Marshalling yard installations
    • B65G63/002Transferring or trans-shipping at storage areas, railway yards or harbours or in opening mining cuts; Marshalling yard installations for articles
    • B65G63/004Transferring or trans-shipping at storage areas, railway yards or harbours or in opening mining cuts; Marshalling yard installations for articles for containers

Landscapes

  • Ship Loading And Unloading (AREA)

Description

Titel: Overslagstation voor containers op en/of van een schip
De uitvinding heeft betrekking op een overslagstation voor het laden en/of lossen van containers op een schip. De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het laden en/of lossen van containers op een schip op een dergelijk overslagstation.
5 Huidige containerterminals bevatten één of meerdere opslagplaatsen (verder aangeduid als "stacks") voor containers. Bij het laden of lossen van het schip worden de containers per voertuig tussen een stack en een kadekraan getransporteerd. De kadekraan verzorgt de overslag van de containers tussen de kade en het schip.
10 Voor een economisch optimaal functioneren van de containerterminal is het wezenlijk dat de kadekraan een zo hoog mogelijke bezettingsgraad heeft. Een wachtende kraan leidt tot verlies. Daarom ligt de stack bijvoorkeur dicht bij de kadekraan, zodat de voertuigen de containers op afroep binnen korte tijd met een voertuig tussen de stack en de 15 kadekraan getransporteerd kunnen worden. Op grote laad en loskades, voor intercontinentale containerschepen is dit veelal het geval.
De kaden voor overslag van kleinere schepen, zoals binnenvaartschepen en kustvaarders liggen over het algemeen verder van de stacks. Daardoor ontstaan fluctuaties in de aanvoer en afvoer van 20 containers, bijvoorbeeld door variaties in de tijd die nodig is voor het transport tussen de stack en de kadekraan. Zodoende wordt het moeilijker een hoge bezettingsgraad van de kadekraan te realiseren.
Het is bekend om dit probleem op te lossen door het gebruik van voertuigen voorzien van een hijsinrichting die zelf in staat is containers op 25 en af te laden, in plaats van dat de kadekraan de containers rechtstreeks van het voertuig op het voertuig zet of ervan afneemt. Met dergelijke voertuigen, straddle carriers genaamd, is het mogelijk de container tijdelijk 1 02 ü > : 2 ft binnen het bereik van de kadekraan op de kade te zetten als de kadekraan niet beschikbaar is. Dergelijke voertuigen zijn echter duur, breed en moeilijk manoeuvreerbaar.
Het is, onder andere, een doel van de uitvinding om te voorzien in 5 een overslagstation en een werkwijze voor het op en/of afladen van containers waarmee fluctuaties in de duur van het transport tussen de stack en de kadekraan kunnen worden opgevangen zonder dat voertuigen nodig zijn die zijn voorzien van een hijsinrichting.
De uitvinding voorziet in een overslagstation voor het laden en/of 10 lossen van containers op een schip, welk overslagstation is voorzien van - een kade met een daaraan grenzend kadeoppervlak; - tenminste één kadekraan voor het transporteren van containers van en/of naar een langs de kade liggend schip, waarbij de kadekraan een hijsbereik heeft dat een eerste opstelstrook voor een voertuig op het kadeoppervlak 15 omvat; met het kenmerk dat het station voorzien is van - een parallel aan de kade verplaatsbare stackingkraan, opgesteld om containers tussen een tweede opstelstrook voor een voertuig op het kadeoppervlak en een hulp-stack op het kadeoppervlak te transporteren, 20 welke hulp-stack binnen het hijsbereik van de tenminste ene kadekraan ligt; - een instructiegeneratie systeem ingericht om een beslissing te nemen om een aankomend voertuig naar de eerste of de tweede opstelstrook te dirigeren, tenminste afhankelijk van het al dan niet aanwezig zijn van 25 andere voertuigen op de eerste opstelstrook, en bij keuze voor de tweede opstelstrook een instructie te geven voor de overslag van de container tussen het aankomende voertuig en de hulp-stack met de stackingkraan In het voorgestelde overslagstation met bij behorend instructiegeneratie systeem kan transport tussen de hulp-stack en de 30 kadekranen achterwege blijven. Er zijn geen voertuigen nodig om de 3 containers tussen de hulp-stack en de kadekraan te transporteren en de voertuigen hoeven geen hijsinrichting te bevatten omdat de stackingkraan bij de kade zonodig voor transport tussen het aankomende voertuig en de hulp-stack zorgt.
5 Op het beschreven overslagstation levert de stackingkraan de hefcapaciteit die nodig is voor de “ontkoppeling” tussen enerzijds het aan- of afvoer van containers en anderzijds de overslag door de kadekraan.
Bij voorkeur wordt de beslissing om het aankomende voertuig naar de eerste of de tweede opstelstrook te dirigeren zo genomen dat het 10 aankomende voertuig naar verwachting zo vroeg mogelijk ontladen of beladen wordt, wanneer het na eventuele reeds aanwezige voertuigen door de stackingkraan of de kadekraan ontladen of beladen wordt.
In een uitvoeringsvorm kiest het instructie generatie systeem bijvoorkeur voor de eerste opstelstrook als zich op de eerste opstelstrook 15 minder dan een voorafbepaald aantal voertuigen bevinden. Het voorafbepaaide aantal is bijvoorkeur zodanig dat een container direct met de kadekraan sneller tussen het schip en het aankomende voertuig overgeslagen kan worden ontladen als het voertuig na de reeds op de eerste opstelstrook aanwezige voertuigen met de kadekraan aan de beurt komt, 20 dan wanneer de container via de hulp-stack wordt overgeslagen.
In een andere uitvoeringsvorm kiest het instructiegeneratie systeem is ingericht geeft aan de eerste opstelstrook als zich op de tweede opstelstrook meer dan een voorafbepaald aantal voertuigen bevindt.
In een verdere uitvoeringvorm bepaalt het instructiegeneratie 25 systeem een beladingsgraad van het schip te meten en kiest, afhankelijk van een gewicht van een container op het aankomende voertuig, als de container niet direct belaadbaar is bij de beslissing, om de het aankomende voertuig naar de tweede opstelstrook te dirigeren.
In een uitvoeringsvorm is het overslagstation voorzien is van een 30 brug en rijstellen die de brug ondersteunen, waarbij de brug buiten de 10 ? u1 2 4 4 rijstellen boven de hulp-stack en bijbehorende stackingkraan uitsteekt, en waarin de stackingkraan onder de brug door parallel aan de kade over rails verrijdbaar is. Zodoende wordt op eenvoudige wijze voorzien in een hulp-stack die voor zowel de kadekraan als de stackingkraan toegankelijk is.
5 In een andere uitvoeringsvorm is het overslagstation voorzien van een verdere kadekraan met een verder hijsbereik dat de eerste voertuigopstelstrook en de hulp-stack omvat. In dit geval neemt het instructie generatie systeem, in geval van een beslissing om het aankomende voertuig naar de eerste opstelstrook te dirigeren, een verdere beslissing te 10 nemen om, afhankelijk van het al dan niet aanwezig zijn van andere voertuigen op delen van de eerste opstelstrook voor respectievelijk de kadekraan en de verdere kadekraan, het voertuig naar het deel van de eerste opstelstrook voor de kadekraan of voor de verdere kadekraan te dirigeren.
15
Deze en andere doelstellingen en voordelen van het overslagstation en de werkwijze volgens de uitvinding zullen nader worden beschreven aan de hand van de volgende figuur.
20
Figuur 1 toont een laad en/of losstation.
Figuur 2 toont een bovenaanzicht van een laad en/of losstation.
Figuur 3 toont een organisatie van een instructie generatie systeem.
25 Figuur 4 toont een flow-chart voor besturing van het station
Figuur 1 toont een overslagstation langs aan kade 19, voorzien van een kadekraan 10 en een stackingkraan 12, die bij wijze van voorbeeld beiden als portaalkranen zijn uitgevoerd. Zowel de kadekraan 10 als de 30 stackingkraan 12 zijn over rails verrijdbaar in een richting loodrecht op het 5 vlak van de tekening. Stackingkraan 12 bevindt zich ten dele onder kadekraan 10, zodat stackingkraan 12 in staat is containers te plaatsen op, of op te tillen van, een kadeoppervlak vanwaaraf of waarop ook kadekraan 10 containers kan plaatsen of optillen. Uiteraard kan kadekraan 10 dit 5 alleen nadat stackingkraan 12 van deze plaats verreden is. Het overslagstation kan ook voorzien zijn van twee (of meer) kadekranen, daarbij gebruikmakend van dezelfde rails.
Figuur 1 toont tevens schematisch een schip 14, beladen met containers 15, voertuigen 16, 17 met containers en een hulp-stack 18.
10 Figuur 2 toont hetzelfde overslagstation als figuur 1 in bovenaanzicht. In figuur 2 wordt bovendien een tweede kadekraan 11 getoond met een hijsbereik dat zich tot het schip 14 uitstrekt en het deel van het kadeoppervlak voor de hulp-stack 18. Zodoende kunnen meerdere kadekranen 10, 11 toegang hebben tot de hulp-stack 18 die door eenzelfde 15 stackingkraan 12 bediend wordt. Bovendien worden de rails 20a,b waarover stacking kraan 12 verplaatsbaar is, en de rails 22a,b waarover de kadekraan verplaatsbaar zijn.
De voertuigen 16, 17 zijn zowel langs de hulp-stack 18 als onder de kadekraan of kadekranen 10, 11 verplaatsbaar naar opstelstroken 24 20 (gearceerd) naast de hulp-stack 18 en opstelstroken 26 (gearceerd) onder de kadekranen 10, 11. Dit gebeurt bijvoorkeur over speciale rails (niet getoond) voor de voertuigen op de opstelstroken 24, 26 en van en naar de opstelstroken, maar ook transport met niet railsgebonden voertuigen is mogelijk. Voor het transport met de voertuigen wordt bijvoorkeur gebruik 25 gemaakt van éénrichtingsverkeer, waartoe aparte aan- en afvoerwegen naar de opstelstroken 24, 26 aangelegd worden, zodat vertrekkende voertuigen of een andere weg rijden dan aankomende voertuigen.
In het geval van meerdere kadekranen wordt bijvoorkeur gebruik gemaakt van een opstelstrook 26 en een transportstrook die parallel aan 30 elkaar en aan de kade tussen de rijstellen van de kadekranen 10, 11 .1 6 doorlopen. In het geval van rails gebonden voertuigen worden daartoe tussen de rijstellen van de kadekranen twee stel parallel aan elkaar lopende stellen rails, te weten opstelrails op de opstelstrook 26 en aanvoerrails, aangebracht met telkens wissels tussen de opstel rails en de aanvoerrails 5 van en naar de opstelstrook 26.
Stackingkraan 12 is zo ingericht dat hij zich onafhankelijk van de kadekranen 10, 11 in de richting parallel aan de kade 19 kan verplaatsen. Dat wil zeggen dat stackingkraan 12 de kadekranen in deze richting voorbij kan rijden. De combinatie van onafhankelijke verplaatsbaarheid van 10 kadekraan 10, 11 en stackingkraan 12 en een gedeeld hijsbereik van kadekraan en stackingkraan is bij wijze van voorbeeld gerealiseerd doordat stackingkraan 12 lager is dan de onderkant van de brug van de kadekraan 10, 11 die als portaalkraan is uitgevoerd. Bijvoorkeur heeft of hebben de kadekranen elk een brug die op de kade voorbij de rijstellen van de 15 betreffende kadekraan 10, 11 uitsteekt en bevindt de stackingkraan 12 zich buiten de ruimte tussen de rijstellen van de kadekraan. Zodoende kan het voertuig 17 bij de stackingkraan opgesteld worden op een deel van het kadeoppervlak dat niet onder het hijsbereik van de kadekraan valt. Als alternatief zou de stackingkraan 12 geheel onder het portaal van de 20 kadekraan 10, 11 kunnen vallen (tussen de rijstellen), maar zodoende is nodeloos ruimte onder de kadekraan 10, 11 nodig voor het voertuig waarvan de stackingkraan laadt of lost. Ook kunnen de rijstellen van de kadekraan 10 beiden op de kade ondersteund worden, in plaats van dat, zoals getoond, één rijstel voorbij het schip 14 ondersteund wordt.
25 Figuur 3 toont een organisatie van een instructiegeneratie systeem voor een dergelijk overslagstation. Het systeem bevat een computer 30, interfaces 32a,b naar kadekranen , een interface 34 naar de stackingkraan, een interface 36 naar de voertuigen, een interface 38 naar een opslagplaats of opslagplaatsen voor containers (zoals bijvoorbeeld andere terminals), een 30 interface 33 naar een database met containerinformatie en geheugens 39a,b ipoπ 1 0ί 7 voor opslag van informatie over de bezetting van de stack en beschikbare voertuigen. De interfaces 32a,b, 34, 36 38 naar de kadekranen 10, 11, de stackingkraan 12, de voertuigen en de opslagplaats kunnen elk voor zich een automatische besturing zijn voor het besturen van kadekranen 10, 11, 5 de stackingkraan 12, de voertuigen of de opslagplaats, of informatie kanalen, zoals beeldschermen, die door het instructiegeneratie systeem gegenereerde instructies doorgeven aan menselijke operators van kadekranen 10, 11, de stackingkraan 12, de voertuigen of de opslagplaats. Hoewel computer 30 als een enkele computer getoond wordt, zal het 10 duidelijk zijn dat in plaats van een enkele computer ook gebruik gemaakt kan worden van een complex van onderling communicerende computers, die elk een deel van de taken van het instructiegeneratie systeem min of meer autonoom vervullen. Dergelijke computers kunnen geassocieerd zijn en/of zich fysiek bevinden op de kranen, op de voertuigen, in een management 15 systeem van de kade en/of een managementsysteem voor de hulpstack.
Tabel 1 geeft een illustratief overzicht van mogelijke functiekarakteristieken waaraan het overslagstation bijvoorkeur voldoet.
Tabel 1: Illustratieve Functiekarakteristieken van operaties aan de kade In relatie 1: breedte scheepsdoorgang: 25 m, vier containers hoog tot beladen; het schip 2: verplaatsingssnelheid langs de kade: > 1½ m/sec; 3: gemiddelde cycle-tijd: < 1½ min.
Transport 1: gemiddelde doorlooptijd voertuig: < 6 min; 2: 85% betrouwbaarheids doorlooptijd: < 8 min; 3: stacking “onder-de-kraan” parallel aan kade: b.v. 2 in de breedte, 2 in de hoogte; 4: rijsnelheid stackingkraan: > 2.5 m/sec (onbelast > 3.0 m/sec) 'S b ....
8
Besturing 1: balancerend laden/lossen van het schip en dynamisch opstellen laad/losplan; 2: coördinatie van in duo werkende kade kranen; 3: coördinatie van stacking- en kadekranen, ter behandeling van eenzelfde schip; 4: instrueren voertuigen m.b.t. positionering onder kade/ stackingkraan; 5: eventueel besturing transition handling van de afzonderlijke stackingkranen; 6: eventueel besturing transition handling van afzonderlijke kadekranen; 7: het op roepen van voertuigen ter aanvulling van de “ werkvoorraad”.
Om scheefstand van schip (of duwbak) en excessieve krachten in de scheep sconstructie te vermijden, moet schip bij voorkeur balancerend behandeld worden. Om de containers aldus verspreid over het ruim te 5 kunnen oppakken of neerzetten, verplaatsen kadekranen zich regelmatig langs de kade. In verband met de gewenste productiviteit is daarom een rijsnelheid van tenminste 1½ m/sec wenselijk. In het algemeen wordt dan een portaalkraan voorgesteld, omdat deze betrekkelijk licht is uit te voeren. In verband met de beschikbare ruimte komt bijvoorbeeld een insteekhaven 10 in aanmerking.
Een belangrijke performance-indicator is de productiviteit van de kadekraan: een wachtende kraan is een wachtend schip. Het besturingssysteem moet dus zorgen voor een tijdige aan- en afvoer. Dit kan door de containers, c.q. voertuigen ruim te voren op te roepen, om aldus een 15 voldoend grote werkvoorraad voor de kadekranen te onderhouden. Uiteraard leidt dit tot extra wachttijden van de voertuigen. Een andere mogelijkheid is om dicht bij de kadekranen een hulpstack in te richten en j / 9 deze te laten functioneren als onderdeel van de lopende werkvoorraad. Een typische functie van deze hulpstack is dus het ontkoppelen van het aan/afvoer en de overslag. Daarnaast kan een hulp-stack een rol vervullen voor het arrangeren van combi-ritten (vol heen en vol terug) en piek-dal-5 vereffening.
In werking gebeurt het laden en/of lossen met het overslagstation aan de hand van instructies uitgegeven door een instructiegeneratie systeem. De werking hiervan zal eerst beschreven worden aan de hand van het laden van het schip 14. Het instructiegeneratie systeem roept bij het laden 10 voertuigen met containers op uit de desbetreffende locaties van de omgevende terminal en/of terminals.
Bij aankomst van een voertuig 17 beslist het instructiegeneratie systeem naar welke opstelstrook het voertuig moet gaan en instrueert het aankomend voertuig dienovereenkomstig. Het instructiegeneratie systeem 15 neemt de beslissing wordt genomen op grond van de beladingstoestand van het schip, en/of de eigenschappen van de te laden container en/of de bezetting van de opstelstroken voor de kranen door andere voertuigen 16 (slechts één getoond). Als er voldoende ruimte is op de opstelstrook 26 onder de kadekraan geeft het instructiegeneratie systeem het voertuig over het 20 algemeen instructie zich op de opstelstrook 26 onder de kadekraan 10, 11 op te stellen. Het aankomende voertuig 17 begeeft zich naar de geïnstrueerde positie.
Als een kadekraan een volgende container moet gaan laden en er geen voertuig met een container onder de kadekraan 10, 11 staat geeft het 25 instructiegeneratie systeem de kadekraan 10, 11 instructie een container uit de hulp-stack 18 te pakken. Staat er wel een voertuig met een container onder de desbetreffende kadekraan 10, 11 dan geeft het instructiegeneratie systeem de kadekraan over het algemeen instructie een container van een voertuig op de opstelstrook 26 onder de kadekraan op het schip 14 te laden.
10' ./4 10
Het instructiegeneratie systeem stuurt een instructie uit om een nieuwe container op te roepen wanneer de lopende werkvoorraad onder een bepaald niveau dreigt te komen (dit wordt ook wel aangeduid als het bestelpunt). De lopende werkvoorraad bestaat uit de opgeroepen, maar nog onderweg zijnde 5 containers, plus die op de voertuigen wachtend op de kadekraan 10 of stackingkraan 12, plus die wachtend in de hulpstack 18.
De (computergeïnstrueerde) stacking-kraan 12 is parallel aan de kade verrijdbaar en stapelt de containers zó dat deze ook voor de kadekraan 10 (of kadekranen) bereikbaar zijn. De kadekraan 10 hoeft in deze opzet geen 10 extra stacking-operations uit te voeren. Overigens mag de hulpstack 18 zich over een breedte uitstrekken die niet geheel door de kadekraan 10 bereikt kan worden, waarbij slechts één of twee containers in de breedte door de kadekraan 10 bereikbaar zijn. In dit geval verzorgt de stackingkraan 12 het transport over dwars naar posities op de hulp-stack 18 die voor de 15 kadekraan 10 bereikbaar zijn.
Lossen gaat in omgekeerde volgorde: (i) Als er bij aankomst van een aankomend voertuig te veel lege voertuigen 16 onder de kadekraan 10 staan, dan dirigeert het instructiegeneratie systeem het nieuw aankomend voertuig 17 naar 20 de hulp-stack 18; (ii) In het andere geval dirigeert het instructie generatie systeem het voertuig 17 naar een opstelpositie onder de kadekraan 10; (iii) Als er geen leeg voertuig op de opstelstrook 26 onder de kadekraan 10, 11 beschikbaar is om een container af te zetten, plaatst de 25 kadekraan 10, 11 deze container op de hulp-stack 18; (iv) Het instructiegeneratie systeem roept een nieuw leeg voertuig 17 op, wanneer het aantal voertuigen onder een bepaald niveau dreigt te komen. Dit gebeurt bijvoorkeur onder controle vanuit de kadekraan 10, 11. De lopende werkvoorraad bij het lossen bestaat uit het aantal ·λ*ι 11 onderweg zijnde en wachtende lege voertuigen, minus het aantal containers wachtend in de hulpstack 18 om te worden opgehaald.
Het instructie generatie systeem voert bij voorkeur verschillende taken online uit (dat wil zeggen terwijl het schip beladen of ontladen wordt). Een 5 typische taak is te voorzien in computer ondersteunde “transition handling”. Er hoeft niet gewerkt te worden met een vast los- of laadplan. In het geval van werking zonder een vast los- of laadplan wordt ad hoe steeds opnieuw bepaald welke container gelost moet worden, of op welke plaats in het ruim een te laden container is te plaatsen. Dit gebeurt bijvoorkeur door te 10 gebruik te maken van een sensor (niet getoond) die een scheepsstand van het schip meet en/of met behulp van een geactualiseerde database over de belading van het schip. Het instructiegeneratie systeem bevat in dit geval een computer programma dat een algoritme uitvoert dat de metingen van de scheepsstand en de gewichtsgegevens van de containers verwerkt, en 15 telkens een positie van een nieuw te plaatsen container kiest die zo gekozen is dat de stand van het schip 14 niet meer dan een voorafbepaalde hoeveelheid afwijkt van een horizontale stand. Het instructiegeneratie systeem geeft de gekozen positie als instructie door aan de kadekraan 10.
Wanneer de lengte van het ruim vier of meer 40-voets containers beslaat 20 is het mogelijk gelijktijdig met twee kadekranen te werken. Het instructiegeneratie systeem coördineert in dit geval de operaties van beide kranen, bijvoorbeeld door te kiezen met welke kadekraan een aankomend voertuig 17 beladen of ontladen moet worden. In samenhang hiermee geeft het systeem instructies aan de voertuigen over de in te nemen plaatsen: 25 onder een gekozen kadekraan of bij de hulpstack, zodanig dat de kranen efficiënt kunnen werken.
Werkend met een geautomatiseerd besturingssysteem kan ook de handling van de stackingkranen geautomatiseerd verlopen. Voor grotere schepen, zoals grote binnenvaart schepen, is het ook mogelijk de 30 kadekranen geautomatiseerd te besturen. Uiteraard kan de overslag ook 12 bemand (maar wel op basis van door het instructie generatie systeem gegenereerde instructies) gebeuren.
Tenslotte heeft het instructiegeneratie systeem de taak om containers c.q. voertuigen op te roepen op basis van een te handhaven minimale 5 werkvoorraad. Het initiatief daartoe ligt bijvoorkeur bij de kadekranen om dat deze de uiteindelijke klantservice moeten leveren. Bij een goede timing en een goed functionerend transportsysteem zullen waarschijnlijk gemiddeld niet meer dan één op de drie voertuigen de omweg langs de hulpstack hoeven te maken. In dat geval is één stackingkraan voldoende om 10 twee in duo werkende kadekranen te ondersteunen. Uiteraard kunnen echter ook meerdere stackingkranen gebruikt worden. Een werkvoorraad van zes containers voor iedere kadekraan in de hulp-stack 18 lijkt voldoende.
Figuur 4 toont een flow-chart van de werking van het instructie 15 genererende instructiegeneratie systeem bij het laden c.q. lossen. Uitvoering van de flow-chart begint met detectie van een "event", zoals de aankomst van een voertuig 17 of een verzoek vanuit een kadekraan 10 om een volgende container op te halen of weg te brengen. In een beginstap 40 stelt het systeem vast om wat voor event het gaat en voert afhankelijk daarvan 20 een eerste of tweede event handling uit.
Bij aankomst van een voertuig 17 met container kan de instructie voor het aankomende voertuig 17 bij het laden van een schip bijvoorbeeld met de volgende stappen tot stand komen.
In een eerste stap 41 stelt het instructiegeneratie systeem hoeveel 25 voertuigen 16 bij de kadekraan 10 of, ingeval van meerdere kadekranenlO, 11, bij elk van de één of meer kadekranen 10, 11 staan te wachten. Optioneel wordt ook het aantal wachtende voertuigen bij de stackingkraan 12 vastgesteld. In een tweede stap 42 kiest het instructiegeneratie systeem of het voertuig naar de opstelstrook 26 onder de kadekraan 10 (of -kranen 13 10, 11) gestuurd moet worden of naar de opstelstrook 24 bij de hulp-stack 18.
Het instructiegeneratie systeem bepaalt deze keuze afhankelijk van het aantal wachtende voertuigen bij de kadekraan of -kranen 10, 11 en 5 eventueel bij de stackingkraan 12. Als bij alle in aanmerking komende kadekranen 10, 11 meer dan een voorafbepaald aantal N (N wordt bijvoorbeeld zo gekozen dat de tijd die nodig is om N voertuigen met de kadekraan 10, 11 af te laden groter is dan de tijd nodig om het voertuig met de stackingkraan 12 af te laden, bijvoorbeeld N = 2) voertuigen staan te 10 wachten beslist het instructiegeneratie systeem om het aankomende voertuig instructie naar de stackingkraan 12 te sturen. In een uitvoeringsvorm beslist het instructiegeneratie systeem ook om het aankomende voertuig naar de stackingkraan 12 te sturen als de container op het voertuig 17 een gewicht heeft dat het gewenst maakt de container 15 vooralsnog niet op het schip 14 te laden.
Optioneel kiest het instructiegeneratie systeem er evenwel toch voor om het voertuig naar de opstelstrook voor de kadekranen 10, 11 te sturen als het aantal wachtende voertuigen bij de hulp-stack groter is dan een drempel aantal Μ (M is bijvoorbeeld zo groot dat de tijd om M containers met de 20 stackingkraan 12 af te laden groter is dan de tijd die nodig is om de aanwezige containers onder de kadekraan 10 of-kranen 10, 11 af te laden). Meer algemeen kiest het instructiegeneratie systeem voor de opstelstrook 24 bij de hulp-stack 18 of de opstelstrook 26 onder de kadekraan 10 zo dat het aankomende voertuig naar verwachting zo vroeg mogelijk ontladen wordt, 25 wanneer het na eventuele reeds aanwezige voertuigen door respectievelijk de stackingkraan 12 of de kadekraan 10 ontladen wordt. Dit wordt bijvoorkeur gerealiseerd door regels die de keuze voor een opstelstrook afhankelijk van de verschillende aantallen reeds aanwezige voertuigen nemen. Eventueel kan het instructiegeneratie systeem de tijd die nodig is 30 voordat het voertuig ontladen is voor alle mogelijke keuzes, gegeven de 10- ' :! 14 reeds aanwezige voertuigen, berekenen en vervolgens de keuze kiezen die de kortste tijd oplevert.
In een derde stap 43a,b stuurt het instructiesysteem een instructie overeenkomstig de genomen beslissing aan het aankomende voertuig (of 5 naar een wissel in de rails waarover het voertuig naar de opstelstrook 24 bij de hulp-stack 18 of naar de opstel-strook 26 onder de kadekraan of-kranen 10, 11 rijdt).
In een vierde stap 44 kiest het instructiegeneratie systeem ook een in te nemen positie op de opstelstrook bij de hulp-stack 18. Het 10 instructiegeneratie systeem maakt deze keuze afhankelijk van de plaats waar de container in de hulp-stack 18 geplaatst moet worden (hierbij streeft het instructiegeneratie systeem een gelijkmatige “vulling” van de hulp-stack 18 na, door voor een relatief minder bezet deel van de hulp-stack 18 te kiezen). De opstelpositie bij de hulp-stack 18 wordt zodanig gekozen dat 15 deze zo dicht mogelijk ligt bij de gekozen plaats op de hulp-stack. Het instructiegeneratie systeem geeft het aankomende voertuig in een vijfde stap 45 instructie naar de gekozen positie te rijden.
Als het instructiegeneratie systeem het aankomende voertuig naar de kadekraan of -kranen 10, 11 dirigeert voert het instructiegeneratie systeem, 20 in het geval dat er meerdere kadekranen 10, 11 zijn, een zesde stap 46 uit waarin het instructiegeneratie systeem tussen de kadekranen 10, 11 kiest, afhankelijk van de beschikbaarheid van opstelplaatsen en eventueel afhankelijk van de verdeling van lading. Als bij een in aanmerkingkomende kadekraan minder dan N (hiervoor genoemd) voertuigen staan te wachten, 25 kiest het instructiegeneratie systeem voor een in aanmerking komende kadekraan met het kleinst aantal wachtende voertuigen, eventueel tenzij deze kadekraan 10, 11 vanuit gelijkmatig beladingsoogpunt voor de betrokken container niet in aanmerking komt. Het instructiesysteem stuurt vervolgens in de zesde stap 46 het aankomende voertuig een instructie naar 4 15 de opstelstrook voor de gekozen kadekraan 10, 11 te gaan, en eventueel bij de daar wachtende voertuigen aan te sluiten.
Ook de in te nemen positie op de opstelstrook bij een kadekraan wordt bijvoorkeur door het instructiegeneratie systeem gekozen en wel 5 zodanig dat deze zo dicht mogelijk ligt bij de plaats in het scheepsruim waar de container geplaatst moet worden. In dit geval stuurt het instructiegeneratie systeem ook hierover een instructie aan het voertuig.
Wanneer het instructiegeneratie systeem een event detecteert dat aangeeft dat een kadekraan 10, 11 een nieuwe container wil overslaan 10 wordt een zevende stap 47 uitgevoerd. In de zevende stap 47 kiest het instructiegeneratie systeem of de kadekraan 10, 11 de container van de hulp-stack 18 of van een voertuig op de opstelstrook 26 onder de betrokken kadekraan 10, 11 af moet nemen. Het instructiegeneratie systeem kiest bijvoorkeur voor een container op een voertuig op de opstelstrook 26 onder 15 de kadekraan 10,11 als een dergelijk voertuig er niet is kiest het instructiegeneratie systeem voor een container op de hulp-stack 18. Daarnaast houdt het instructiegeneratie systeem bijvoorkeur rekening met de beladingscondities, maar ook met een zo klein mogelijke verplaatsingsafstand van een kadekraan en ook met de posities die een 20 eventuele andere kraan zal gaan innemen. Maken deze omstandigheden het onwenselijk om een container van een voertuig op de opstelstrook 26 voor de kadekraan 10, 11 te nemen, dan kiest het instructiegeneratie systeem als nog voor een container van de hulp-stack 18.
In een achtste stap 48 stuurt het instructiegeneratie systeem een 25 instructie aan de kadekraan overeenkomstig de in de zevende stap 48 genomen beslissing. In een negende stap 49 bepaalt het instructiegeneratie systeem of door het overladen van de container het bestelpunt bereikt wordt. Zo ja dan stuurt het instructiegeneratie systeem een instructie uit om een voertuig met een nieuwe container naar de kade te sturen.
102 01’ ?4 16
Hoewel de werking van het instructiegeneratie systeem in het voorgaande voor de duidelijkheid gepresenteerd is in termen van de achtereenvolgende uitvoering van een aantal stappen voor één voertuig zal het duidelijk zijn tussentijds ook overeenkomstige stappen voor andere 5 voertuigen uitgevoerd kunnen worden. Ook kunnen de verschillende stappen elk door aparte deelsystemen van het instructiegeneratie systeem worden uitgevoerd (bijvoorbeeld door een systeem in de kadekraan 10, 11, een systeem in de stackingkraan 12, een systeem voor een wissel tussen de aanvoerroute naar de kadekraan 10, 11 en de hulpstack 18).
10 Ook hoeven de stappen niet onmiddellijk na elkaar uitgevoerd te worden. Zo wordt bijvoorbeeld bijvoorkeur een eerste keuze tussen een geven van instructie om naar de kadekraan 10 (of -kranen 10,11) te rijden of naar de hulp-stack 18 rijden gescheiden genomen van een tweede keuze voor een bepaalde opstelplaats naast de hulp-stack 18 of onder de kadekranen 10, 11, 15 en gescheiden van een derde keuze voor het oproepen van een volgend voertuig met een container. De eerste en tweede keuze worden bijvoorkeur elk telkens uitgesteld tot een laatste tijdstip voordat uitvoering van de resulterende instructie verschil maakt. Zodoende kan met een zo eenvoudig mogelijke manier van programmeren een optimaal effect bereikt worden en 20 is het systeem bovendien robuuster tegen uitvoeringsfouten.
Bij het lossen genereert het instructiegeneratie systeem de instructies op vergelijkbare wijze.
(i) Als bij elke kadekraan M (bijvoorbeeld M= 2) of meer voertuigen staan te wachten geeft het instructiegeneratie systeem een 25 aankomend voertuig opdracht naar een kadekraan of naar een stackingkraan met kleinste aantal wachtende voertuigen te gaan. Eventueel genereert het systeem een aanvullende instructie over de in te nemen positie op de opstelstrook en sluit aan bij eventueel daar wachtende voertuigen.
1.' i- · .
17 (ii) Als bij een kadekraan minder dan M (hiervoor genoemd) voertuigen staan te wachten, geeft het instructiegeneratie systeem instructie naar een kadekraan met het kleinst aantal wachtende voertuigen te gaan. Eventueel genereert het systeem een aanvullende instructie 5 over de in te nemen positie op de opstelstrook (zie iv) en aansluitend bij eventueel daar wachtende voertuigen; (iii) De in te nemen positie op de opstelstrook bij een kadekraan wordt zodanig gekozen dat deze (zo dicht mogelijk) ligt bij de plaats in het scheepsruim waaruit de container gelost moet worden; 10 (iv) De in te nemen positie op de opstelstrook bij de stack wordt zodanig gekozen dat deze (zo dicht mogelijk) ligt bij de plaats waar de container uit de stack genomen moet worden, hierbij is een gelijkmatige “vulling” van de stack na te streven.
Wanneer een kadekraan een container op de stack moet plaatsen op in het 15 scheepsruim wordt primair rekening gehouden met een zo klein mogelijke verplaatsingsafstand van een kadekraan en ook met de posities die een eventuele andere kraan kan gaan innemen.
De beschreven configuratie bevat parallel aan de kade twee in duo werkende kadekranen 10, 11 en één stackingkraan 12, die binnen het bereik 20 van de kadekranen 10, 11 stacked. Kadekranen 10, 11 en stackingkraan 12 werken gecoördineerd met behulp van het instructiegeneratie systeem. In principe worden de voertuigen door de kadekranen beladen of gelost, terwijl om wachttijden van de voertuigen en de kadekranen te vermijden c.q. te bekorten de “omweg” langs de stack wordt gemaakt. Er is geen transport 25 tussen de kadekranen 10, 11 en de hulpstack 18 nodig, terwijl toch voorzien kan worden in een ruime “werkvoorraad”.

Claims (9)

1. Overslagstation voor het laden en/of lossen van containers op een schip, welk overslagstation is voorzien van - een kade met een daaraan grenzend kadeoppervlak; - tenminste één kadekraan voor het transporteren van containers van en/of 5 naar een langs de kade liggend schip, waarbij de kadekraan een hijsbereik heeft dat een eerste opstelstrook voor een voertuig op het kadeoppervlak omvat; met het kenmerk dat het station voorzien is van - een parallel aan de kade verplaatsbare stackingkraan, opgesteld om 10 containers tussen een tweede opstelstrook voor een voertuig op het kadeoppervlak en een hulp-stack op het kadeoppervlak te transporteren, welke hulpstack binnen het hijsbereik van de tenminste ene kadekraan ligt; - een instructie generatie systeem ingericht om een beslissing te nemen om een aankomend voertuig naar de eerste of de tweede opstelstrook te 15 dirigeren, tenminste afhankelijk van het al dan niet aanwezig zijn van andere voertuigen op de eerste opstelstrook, en bij keuze voor de tweede opstelstrook een instructie te geven voor de overslag van de container tussen het aankomende voertuig en de hulp-stack met de stackingkraan.
2. Overslagstation volgens conclusie 1, waarin de kadekraan voorzien 20 is van een brug en rijstellen die de brug ondersteunen, waarbij de brug buiten de rijstellen boven de hulp-stack en bijbehorende stackingkraan uitsteekt, en waarin de stackingkraan onder de brug door parallel aan de kade over rails verrijdbaar is.
3. Overslagstation volgens conclusie 1 of 2, voorzien van een verdere 25 kadekraan met een verder hijsbereik dat de eerste voertuigopstelstrook en de hulp-stack omvat, en waarin het instructiegeneratie systeem is ingericht om, in geval van een beslissing om het aankomende voertuig naar de eerste 1020i 2 4 opstelstrook te dirigeren, een verdere beslissing te nemen om, afhankelijk van het al dan niet aanwezig zijn van andere voertuigen op delen van de eerste opstelstrook voor respectievelijk de kadekraan en de verdere kadekraan, het voertuig naar het deel van de eerste opstelstrook voor de 5 kadekraan of voor de verdere kadekraan te dirigeren.
4. Overslagstation volgens één der voorgaande conclusies, waarin het instructie generatie systeem is ingericht om bij de beslissing om het aankomende voertuig naar de eerste of de tweede opstelstrook te dirigeren, voorkeur te geven aan de eerste opstelstrook als zich op de eerste 10 opstelstrook minder dan een voorafbepaald aantal voertuigen bevinden.
5. Overslagstation volgens conclusie 4, waarin het instructiegeneratie systeem is ingericht om bij de beslissing om het aankomende voertuig naar de eerste of de tweede opstelstrook te dirigeren, voorkeur te geven aan de eerste opstelstrook als zich op de tweede opstelstrook meer dan een 15 voorafbepaald aantal voertuigen bevindt.
6. Overslagstation volgens conclusie één der voorgaande conclusies, waarin het instructiegeneratie systeem is ingericht om bij de beslissing om het aankomende voertuig naar de eerste of de tweede opstelstrook te dirigeren, te kiezen voor diegene van de eerste en tweede opstelstrook waar 20 het aankomende voertuig naar verwachting zo vroeg mogelijk ontladen of beladen wordt, wanneer het na eventuele reeds aanwezige voertuigen door de stackingkraan of de kadekraan ontladen of beladen wordt.
7. Overslagstation volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het instructiegeneratie systeem is ingericht om een beladingsgraad van het 25 schip te meten, en om, afhankelijk van een gewicht van een container op het aankomende voertuig, als de container niet direct belaadbaar is bij de beslissing te kiezen om de het aankomende voertuig naar de tweede opstelstrook te dirigeren.
8. Overslagstation volgens één der voorgaande conclusies, waarin het 30 instructiegeneratie systeem ingericht is om gedistribueerd beslissingen te nemen over instructies aan het aankomende voertuig, waarbij tenminste één van de beslissingen onafhankelijk van daaropvolgende beslissingen aan het aankomende voertuig genomen wordt, en de daaropvolgende beslissingen afhankelijk van een uitvoering van de tenminste ene beslissing 5 genomen worden.
9. Werkwijze voor het laden en/of lossen van containers op een schip, welke werkwijze de stappen omvat van - containers met tenminste één kadekraan transporteren van en/of naar een schip langs een kade, waarbij de kadekraan een hijsbereik heeft dat een 10 eerste opstelstrook voor een voertuig op een kadeoppervlak omvat; met het kenmerk dat de werkwijze de stappen omvat van - computergeïnstrueerd beslissen een aankomend voertuig, tenminste afhankelijk van het al dan niet aanwezig zijn van een aantal andere voertuigen op de eerste opstelstrook, naar de eerste of naar een tweede 15 opstelstrook op het kadeoppervlak te sturen; - in het geval dat het aankomende voertuig naar de tweede opstelstrook gestuurd wordt een parallel aan de kade verplaatsbare stackingkraan opdracht te geven een container over te slaan tussen het aankomende voertuig en een hulpstack, welke hulpstack geheel of gedeeltelijk binnen het 20 hijsbereik van de tenminste ene kadekraan op het kadeoppervlak ligt. i
NL1020124A 2002-03-07 2002-03-07 Overslagstation voor containers op en/of van een schip. NL1020124C2 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020124A NL1020124C2 (nl) 2002-03-07 2002-03-07 Overslagstation voor containers op en/of van een schip.
PCT/NL2003/000169 WO2003074397A1 (en) 2002-03-07 2003-03-06 Transfer station and method for loading and/or unloading containers from a ship
AU2003218832A AU2003218832A1 (en) 2002-03-07 2003-03-06 Transfer station and method for loading and/or unloading containers from a ship
AT03713077T ATE314988T1 (de) 2002-03-07 2003-03-06 Umladestation und verfahren zum be- und/oder entladen von containern von schiffen
DE60303125T DE60303125T2 (de) 2002-03-07 2003-03-06 Umladestation und verfahren zum be- und/oder entladen von containern von schiffen
EP03713077A EP1492717B1 (en) 2002-03-07 2003-03-06 Transfer station and method for loading and/or unloading containers from a ship

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1020124A NL1020124C2 (nl) 2002-03-07 2002-03-07 Overslagstation voor containers op en/of van een schip.
NL1020124 2002-03-07

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1020124C2 true NL1020124C2 (nl) 2003-09-10

Family

ID=27786075

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1020124A NL1020124C2 (nl) 2002-03-07 2002-03-07 Overslagstation voor containers op en/of van een schip.

Country Status (6)

Country Link
EP (1) EP1492717B1 (nl)
AT (1) ATE314988T1 (nl)
AU (1) AU2003218832A1 (nl)
DE (1) DE60303125T2 (nl)
NL (1) NL1020124C2 (nl)
WO (1) WO2003074397A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2006093744A2 (en) 2005-02-25 2006-09-08 Maersk , Inc. System and process for improving container flow in a port facility

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2065076A (en) * 1979-12-11 1981-06-24 Ishikawajima Harima Heavy Ind Container terminal
US5951226A (en) * 1994-09-20 1999-09-14 Reggiane S.P.A. Freight handling plant in depots and related depots

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2065076A (en) * 1979-12-11 1981-06-24 Ishikawajima Harima Heavy Ind Container terminal
US5951226A (en) * 1994-09-20 1999-09-14 Reggiane S.P.A. Freight handling plant in depots and related depots

Also Published As

Publication number Publication date
WO2003074397A1 (en) 2003-09-12
EP1492717B1 (en) 2006-01-04
DE60303125D1 (de) 2006-03-30
AU2003218832A1 (en) 2003-09-16
DE60303125T2 (de) 2006-08-31
ATE314988T1 (de) 2006-02-15
EP1492717A1 (en) 2005-01-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Duinkerken et al. A simulation model for integrating quay transport and stacking policies on automated container terminals
US5718550A (en) Load transferring system
JP7422721B2 (ja) 自動保管および取出システム
CA2973384C (en) Method and container transfer installation for placing containers into and removing containers from container storage areas
US5511927A (en) Load transferring system
CN118107942A (zh) 储存和取回***
US20180005181A1 (en) Method of loading/unloading containers in a port facility
CA3104830A1 (en) Vertical sequencer for product order fulfillment
GB2080265A (en) Warehousing
Guldogan Simulation-based analysis for hierarchical storage assignment policies in a container terminal
CN209275405U (zh) 高密度智能仓储***
JP4171024B2 (ja) 港湾または内港における荷役設備
JPS61211238A (ja) 船舶とドツクとの間に積荷を移動させる方法および装置
SE511187C2 (sv) Sätt och anläggning för transport av stora enheter, särskilt för lastning och lossning av containrar
JP2003520167A (ja) 海港または内陸港の積替え設備
CN109160295B (zh) 一种基于轨道集卡车的集装箱江海联运中转***及方法
NL1020124C2 (nl) Overslagstation voor containers op en/of van een schip.
US20230002175A1 (en) Device for storing standardized storage goods in a high-bay warehouse
JP7494302B2 (ja) ハイベイ倉庫における外部の運輸手段の動的な運輸案内のための方法
NL1022811C2 (nl) Systeem en werkwijze voor opslag en transport van zeecontainers.
US11377313B2 (en) Shipping container handling systems and methods
JPH09156769A (ja) コンテナターミナル
CN1248930C (zh) 存放和运输大型容器的设备
NL9201958A (nl) Los- en laadinrichting voor vaartuigen.
JP5105671B2 (ja) コンテナターミナルシステム

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20071001