NL1020024C1 - Inrichting voor de bevestiging van een soepele band op een opblaasbaar slangvormig lichaam van een opblaasboot. - Google Patents

Inrichting voor de bevestiging van een soepele band op een opblaasbaar slangvormig lichaam van een opblaasboot. Download PDF

Info

Publication number
NL1020024C1
NL1020024C1 NL1020024A NL1020024A NL1020024C1 NL 1020024 C1 NL1020024 C1 NL 1020024C1 NL 1020024 A NL1020024 A NL 1020024A NL 1020024 A NL1020024 A NL 1020024A NL 1020024 C1 NL1020024 C1 NL 1020024C1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
contact block
fastening device
cavity
rope
stem
Prior art date
Application number
NL1020024A
Other languages
English (en)
Inventor
Didier Maurel
Original Assignee
Zodiac Int
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Zodiac Int filed Critical Zodiac Int
Application granted granted Critical
Publication of NL1020024C1 publication Critical patent/NL1020024C1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B7/00Collapsible, foldable, inflatable or like vessels
    • B63B7/06Collapsible, foldable, inflatable or like vessels having parts of non-rigid material
    • B63B7/08Inflatable
    • B63B7/085Accessories or mountings specially adapted therefor, e.g. seats, sailing kits, motor mountings
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B21/00Tying-up; Shifting, towing, or pushing equipment; Anchoring
    • B63B21/04Fastening or guiding equipment for chains, ropes, hawsers, or the like

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Clamps And Clips (AREA)
  • Automotive Seat Belt Assembly (AREA)

Description

Titel: Inrichting voor de bevestiging van een soepele band op een opblaasbaar slangvormig lichaam van een opblaasboot.
Beschrijving 5
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op verbeteringen die zijn aangebracht bij inrichtingen voor het bevestigen van een soepele band op een opblaasbaar slangvormig lichaam van een opblaasboot.
10 Het is bekend een soepele band op een opblaasbaar slangvormig lichaam van een opblaasboot aan te brengen, welke band verschillende toepassingen kan hebben: bijvoorbeeld als touw of singel welke niet gespannen is en dient als gewone reling, of welke gespannen is tussen de zich aan de uiteinden bevindende bevestigingspunten en dient als orgaan voor het onder spanning brengen van het slangvormig lichaam (zie in 15 het bijzonder het document FR 2 734 233).
Het soepele koord is ondersteund op het slangvormig lichaam door bevestigingsinrichtingen aan de uiteinden die voor het verankeren dienen en eventueel door tussen gelegen bevestigingsinrichtingen waardoor heen het soepele koord gaat.
20
Men kent tegenwoordig bevestigingsinrichtingen met geprofileerde contactblokken die een origineel esthetisch aspect hebben. Een bevestigingsinrichting van deze soort is weergegeven in het document FR 2 754 237 in figuur 2 en 3. In dit document heeft de bevestigingsinrichting een dragende functie voor het scharnieren van roeiriemen (of 25 roeispanen) waarmee niet in het bijzonder rekening gehouden hoeft te worden in het kader van de onderhavige uitvinding. Met verwijzing naar figuur 1 van de bijgaande tekeningen van de onderhavige aanvrage omvat de bekende bevestigingsinrichting, die in zijn geheel is aangeduid met het verwijzingscijfer 1, daarom een contactblok 2 dat de algemene vorm van een bolvormige kap heeft met een schijfVormige bevestigingsvoet 30 3 (bijvoorbeeld gelast of geplakt) op het opblaasbare slangvormig lichaam. Het contactblok 2 omvat een doorgaande opening 4 die is uitgevoerd in de vorm van een in hoofdzaak rotatiecilindrisch centraal kanaal 5 dat aan twee zijden is verlengd door twee platte spleten 6 die diametraal tegenover elkaar liggen. Bovendien mondt ten minste 1020024 2 één eind van de opening 4 niet rechtstreeks uit in het oppervlak van de bolvormige kap die het contactblok 2 bepaalt, maar op de bodem van een holte 7 die is uitgespaard in dat oppervlak, zoals te zien in figuur 1.
5 Door een op deze wijze gevormde bevestigingsinrichting kan zowel een in doorsnede ongeveer cilindrisch touw of koord, dat in het centrale kanaal 5 is gestoken, als een singel in de vorm van een strook die is gestoken in de platte spleten 6 door het kanaal 5, heen lopen.
10 Wat betreft de bevestiging van het eind van een singel 8 vormt men, zoals weergegeven in figuur 2, een eindlus 9 door het omslaan van het eind op zichzelf (genaaid bij 10 en/of geplakt); men steekt deze lus 9 door de opening 4 tot aan de andere zijde van de holte 7; men brengt een blokkeerstaaf 11 aan in de lus; tenslotte neemt een trekkracht op de singel 8 de blokkeerstaaf 11 mee in de holte 7 waar deze steun vindt voor het 15 vasthouden van de singel 8.
De dubbele dikte van de singel ter plaatse van de naden 10, achter de lus 9 blijft voldoende dun om in de spleten 6 van de opening 4 te kunnen steken.
20 Daarentegen geldt niet hetzelfde voor de bevestiging van een touw dat een diameter heeft die nauwelijks kleiner is dan die van het centrale kanaal 5 van de opening 4: het is dus niet mogelijk aan het einde van het touw een lus te vormen die de blokkeerstaaf 11 opneemt, want voor de dubbele dikte van het touw die voortvloeit uit de vorming van de lus zou geen ruimte kunnen zijn in het centrale kanaal 5.
25
Men gebruikt dus een ander soort montage waarvan twee voorbeelden zijn weergegeven in figuur 3a en 3b.
In figuur 3a vormt men een lus 12 aan het einde van een touw 13, waarbij de lus door 30 een oog 14 gaat van een stuk van de singel 15 dat een lengte heeft die ongeveer overeenkomt met de lengte van de doorgaande opening 4 van het contactblok 2. Het eind van het stuk singel 15 is gevormd als een lus 9 die geschikt is om de staaf 11 te omgeven volgens een uitvoering vergelijkbaar met die van figuur 2.
1020024 3
In figuur 3b gaat de lus 12 van het einde van het touw 13 door een D-vormige ring 16 die is vastgehouden in een eindlus 17 van een stuk singel 15 dat aan het tegenover liggende einde daarvan is voorzien van de lus 9 die, zoals hiervoor, de staaf 11 5 opneemt.
In elk geval verschaft de aanwezigheid in het contactblok 2 van de holte 7 met in het inwendige daarvan de blokkeerstaaf 11 die dient voor de bevestiging aan een singel geen aangenaam esthetisch uiterlijk. De maatregel om een afneembaar deksel te 10 voorzien dat geschikt is om de holte 7 te sluiten en uitwendig gevormd om de continuïteit van de vorm van het contactblok te waarborgen zou dit probleem zeker kunnen oplossen. Niettemin zou een dergelijk deksel eenvoudig verloren kunnen gaan en zou het noodzakelijk zijn dit deksel en de wanden van de holte te voorzien van snapmiddelen 3: hieruit volgt dat de vormen en dus het vervaardigingsproces van de 15 delen lastig is.
Bovendien is de constructie die nodig is voor het bevestigen van een touw ook geen aangenaam aspect. Verder zijn verschillende samengestelde delen nodig waarvoor de vervaardiging en het samenvoegen duur zijn.
20
De uitvinding heeft dus als doel een eenvoudigere technische oplossing te verschaffen die zonder wijziging van de bevestigingsinrichting en ook niet van de vorm van de doorgaande opening van het contactblok het mogelijk maakt de juiste bevestiging te waarborgen van zowel een singel als van een touw zonder een buitensporig aantal extra 25 delen te gebruiken; vooral beoogt de uitvinding een technische oplossing te verschaffen die een aangenaam esthetisch aspect oplevert.
Benadrukt wordt hier dat het esthetische aspect van de bevestigingsinrichtingen die zijn beoogd met de uitvinding niet verwaarloosbaar is want, omdat deze zijn aangebracht op 30 de bovenzijde van de slangvormige lichamen van de opblaasboot, zijn deze bevestigingsinrichtingen bijzonder goed zichtbaar. Bovendien zijn de beoogde opblaasboten in hoofdzaak bestemd voor het grote publiek dat in het bijzonder gevoelig is voor de esthetische kwaliteit van de materialen die hem worden aangeboden.
1020024 4
Verder kan eveneens worden benadrukt dat het gewenst kan blijken te zijn aan het contactblok een geheel gladde contour te geven, waarbij de holte 7 niet alleen wordt afgedicht voor het verbeteren van het uiterlijk, maar ook om veiligheidsredenen 5 teneinde een onbedoeld aanhaken van materialen of van kleding in deze holte te voorkomen.
Daartoe verschaft de uitvinding een bevestigingsinrichting voor de bevestiging van een soepele band op een opblaasbaar slangvormig lichaam van een opblaasboot, 10 omvattende een contactblok dat de algemene vorm van een bolvormige kap heeft met een schijfvormige bevestigingsvoet op het opblaasbare slangvormige lichaam, waarbij het contactblok een doorgaande opening omvat die een in hoofdzaak rotatiecilindrisch centraal kanaal heeft dat aan twee zijden is verlengd door twee platte spleten, waarbij de opening ten minste aan één eind uitmondt in een holte die is uitgespaard in het 15 contactblok, welke inrichting, die is uitgevoerd volgens de uitvinding, het kenmerk heeft dat het eind van de soepele band is verbonden met een blokkeerpen die geschikt is om met klemwerking te worden ingebracht in het centrale kanaal van de doorgaande opening van het contactblok, en dat de blokkeerpen enerzijds een steel omvat die is gevormd uit twee axiale delen die geschikt zijn om het eind van de soepele band te 20 omgeven en deze mechanisch vast te houden en anderzijds een verbrede kop omvat die is verbonden met ten minste één van de axiale delen en geschikt om te worden ingebracht in de holte van het contactblok voor het vormen van een verankering.
In een voorkeursuitvoeringvorm omvat een van de axiale delen van de stang van de 25 blokkeerpen een vlak langsgedeelte met ten minste één dwars uitstekende vinger die is ingericht om te worden ingebracht in een overeenkomstig gat dat is voorzien dwars door de soepele band en dat het andere axiale deel van de steel een vlak langsgedeelte omvat met ten minste één holle ruimte of een doorgaand gat die is ingericht om het eind van de uitstekende vinger op te nemen; op voordelige wijze omvat het eerste 30 axiale deel van de steel van de blokkeerpen twee uitstekende vingers die axiaal achter elkaar zijn aangebracht, die zijn ingericht om te worden gestoken door twee opeenvolgende axiale gaten van het soepele koord in respectievelijk twee holle ruimtes of gaten van het andere axiale deel van de steel.
1020024 5
Voor het verkrijgen van een effect van aansluiten en effectief blokkeren is het voordelig dat de buitenste langsdoorsnede van de steel van de blokkeerpen enigszins conisch is van zijn einde naar zijn basis voor het verschaffen van een klem- en 5 vasthoudwerking van de soepele band als deze is ingebracht in het centrale kanaal van de doorgaande opening van het contactblok.
Het is dan eenvoudig te voorzien dat de holte van het contactblok en de verbrede kop van de pen zodanige met elkaar samenwerkende vormen bezitten, dat de verbrede kop 10 geometrisch in de holte grijpt en dat de verbrede kop uitwendig is aangepast om de uitwendige vorm van het contactblok aan te vullen.
Volgens een eerste mogelijk gebruik van de bevestigingsinrichting van de uitvinding is de soepele band een in doorsnede ongeveer rotatiecilindrisch touw waarvan het einde is 15 gestoken in het centrale kanaal van de doorgaande opening van het contactblok; het is dan voordelig dat het eind van het touw is afgeplat en plat en dat het gat of de gaten zijn aangebracht in het zich dwars ten opzichte daarvan bevindende platte gedeelte; of beter nog, dat het touw is gevlochten en dat het gat of de gaten natuurlijke openingen in het vlechtwerk zijn.
20
Volgens een ander mogelijk gebruik van de bevestigingsinrichting van de uitvinding is de soepele band een platte singel waarvan het eind is gestoken door het centrale kanaal en in de aan twee zijden daarvan grenzende spleten.
25 Dankzij de inrichtingen volgens de uitvinding wordt het eind van het soepele band in een enkele dikte gebruikt, wat het aanbrengen daarvan in de doorgaande opening van het contactblok mogelijk maakt wat zijn soort ook is (touw of singel). Vanwege de met conische klemvatting in het centrale kanaal van de doorgaande opening van het contactblok verschaft het met het eind van de soepele band verbonden eindorgaan 30 bovendien een uitstekende bevestiging en de aansluiting daarvan is des te beter gewaarborgd als de soepele band wordt onderworpen aan een trekkracht in het grijpdeel daarvan, wat de veiligheid vergroot.
1020024 6
Tenslotte is het op de basis van deze inrichtingen niet moeilijk de hiervoor genoemde verbrede kop aan te passen zodat deze de holte afsluit en de continuïteit van de vorm van het uitwendige oppervlak van het contactblok waarborgt. Hierdoor wordt een aanzienlijk verbeterd esthetisch uiterlijk bereikt terwijl tegelijkertijd het risico van 5 ombedoeld aanhaken in de holte is uitgesloten. Tenslotte is de op deze wijze gevormde afsluiter voor de holte niet te verliezen aangezien deze is verbonden met de soepele band en deze des te beter is omgeven in de holte als de soepele band wordt onderworpen aan een trekkracht in het grijpdeel daarvan.
10 Bovendien, en het gaat hier om een voorbeeld dat ver van verwaarloosbaar is, zijn de bevestigingsdelen eenvoudig te vervaardigen (vormbaar in kunststof) en zijn minder talrijk, zodanig dat de kosten van deze stukken zeer laag zijn.
De uitvinding zal beter worden begrepen door het lezen van de volgende gedetailleerde 15 beschrijving van bepaalde voorkeursuitvoeringsvormen die uitsluitend bij wijze van niet beperkend voorbeeld zijn gegeven. In deze beschrijving wordt verwezen naar de bijgaande tekeningen waarin:
Figuur 4 een uiteengenomen aanzicht in perspectief toont van een deel van een 20 bevestigingsinrichting volgens de uitvinding die is verbonden met het uiteinde van een singel;
Figuur 5 een uiteengenomen aanzicht in perspectief toont van hetzelfde deel van de bevestigingsinrichting als in figuur 4, die is verbonden met het einde van een touw; 25
Figuur 6 het deel van de bevestigingsinrichting van figuur 4 toont dat gedeeltelijk is opgenomen in het in figuur 1 getoonde contactblok.
Figuur 7 een uiteengenomen aanzicht in perspectief toont van een 30 voorkeursuitvoeringsvorm van het in figuur 4 getoonde deel van de bevestigingsinrichting; en 1020024 7
Figuur 8 de voorkeursuitvoeringsvorm van figuur 7 toont in de functionele positie in het contactblok van figuur 1.
Met verwijzing naar eerst figuur 4 wordt beoogd het met het einde van een soepel 5 koord (een singel 18 in figuur 4) verbinden van een blokkeerpen 19 die geschikt is om met klemwerking te worden verbonden in het kanaal 5 van de doorgaande opening 4 van het contactblok 2.
De blokkeerpen 19 omvat een steel 20 die is gevormd uit twee axiale delen (of halve 10 stelen) 21 en 22 die respectievelijk geschikt zijn om het einde van de singel 18 te omsluiten en deze op elke geschikte wijze mechanisch vast te houden. Ruwheden (ribbels, diamantpunten, enz.) die zijn voorzien op de oppervlakken tegenover de twee axiale delen 21, 22 zouden het gewenste mechanische vasthoudeffect kunnen verschaffen. Voor het verkrijgen van een betrouwbare koppeling zelfs als de singel is 15 onderworpen aan een aanzienlijke trekbelasting, verdient het echter de voorkeur één of meerdere (twee in het weergegeven voorbeeld) dwars uitstekende vingers 23 te gebruiken op één 22 van de axiale steeldelen; deze vingers 23 gaan door respectievelijke gaten 24 die zijn aangebracht in de singel 18 en die zijn opgenomen in respectievelijke holle ruimtes of gaten 25 die zijn voorzien in het andere axiale 20 steeldeel.
De blokkeerpen 19 omvat op dezelfde wijze een verbrede kop 26 die ofwel is gevormd uit een enkel deel en is verbonden met een van de axiale steeldelen (een voorbeeld daarvan zal hierna worden gegeven), ofwel gevormd uit twee delen 27, 28 die 25 respectievelijk zijn verbonden met twee axiale steeldelen 21,22 zoals weergegeven in figuur 4.
De axiale steeldelen 21, 22 en de kopdelen 27, 28 hebben, zoals weergegeven in figuur 4, een in dwarsdoorsnede in hoofdzaak halfcirkelvormig gedeelte en, als deze worden 30 samengevoegd, werken deze met hun respectievelijke vlakke oppervlakken samen. De vingers 23 steken op deze wijze dwars uit ten opzichte van het vlakke oppervlak van het axiale steeldeel 22.
_ 1020024 8
De uitwendige vorm van de steel 20 is bepaald in verband met de vorm van het centrale kanaal 5 van de doorgaande opening 4 waarin deze bestemd is om te worden opgenomen. Bij voorkeur heeft de steel 20 een diameter die enigszins kleiner is dan de inwendige diameter van het centrale kanaal 5 zodat, wanneer de axiale delen 21, 22 het 5 einde van de singel 18 omgeven, de steel 20 met een aanzienlijke kracht moet worden opgenomen in het centrale kanaal 5, zoals weergegeven in figuur 6 (waar de blokkeerpen 19 is weergegeven in een positie in het contactblok 2, maar gedeeltelijk buiten de doorgaande opening 4).
10 Ook kan zijn voorzien dat de uitwendige langsdoorsnede van de steel 20 van de blokkeerpen 19 enigszins conisch is, verbreed aan zijn einde naar zijn basis voor het verschaffen van een verhoogd klemeffect van de singel 18 als de steel 20 met kracht in het centrale kanaal 5 wordt gestoken.
15 Figuur 5 toont het gebruik van de inrichtingen van de uitvinding in het geval dat de soepele band een touw 29 is. De wezenlijke elementen van de blokkeerpen 19 blijven zoals deze hierboven zijn beschreven en weergegeven in figuur 4. Het touw 29 is eveneens voorzien van twee gaten 24 die zijn bestemd om de vingers 23 op te nemen. Echter, voor het vergemakkelijken van de samenwerking van de vlakke oppervlakken 20 van de axiale steeldelen 21, 22 met het touw (dat een in hoofdzaak cirkelvormige doorsnede heeft), wordt op voordelige wijze voorzien dat het einde van het touw is afgeplat zoals weergegeven bij 30 in figuur 5: de afplatting kan zijn verkregen ofwel door platdrukken van het einde van het touw, ofwel door een bijzonder ineendraaien.
De gaten 24 zijn dus aangebracht in het platte einde 30, dwars ten opzichte van die 25 afplatting. Op alternatieve wijze of in combinatie kan zijn voorzien dat, wanneer het touw 29 is gevlochten zoals weergegeven in figuur 5, de gaten 24 feitelijk zijn gevormd door natuurlijke openingen die zich bevinden in het gevlochten gedeelte, waarbij deze natuurlijke openingen zo nodig zijn vergroot naar behoefte.
30 In een voorkeursuitvoeringsvorm van de blokkeerpen van de uitvinding is de verbrede kop 26 van de blokkeerpen 19 op zodanige wijze gevormd, dat hij niet alleen afsteunt tegen de bodem van de holte 7, maar ook is gevormd voor het vormen van een deksel dat de holte 7 afsluit en voor het waarborgen van de continuïteit van de vorm van het 1 0 2 002 4 9 uitwendige oppervlak van het contactblok 2. Hiertoe is een van de delen van de kop, bijvoorbeeld het deel 28 dat is verbonden met het axiale steeldeel 22 dat de uitstekende vingers 23 draagt, gevormd met een vlakke zijde 31 die naar de buitenzijde is begrensd door een dwarsrand 32 die is aangepast en gedimensioneerd in nauwkeurige 5 overeenstemming met de contour van de holte 7. Bovendien heeft het buitenste oppervlak 33 daarvan de vorm van een gedeelte van een bolvormige kap, wat de continuïteit van de vorm van het uitwendige oppervlak van het contactblok 2 waarborgt, zoals weergegeven in figuur 8.
10 Wat betreft het andere wezenlijke deel van de blokkeerpen 19, bezit deze een kopdeel 27 die een vlakke beneden zijde 34 bezit die geschikt is om af te steunen tegen de vlakke zijde 31 van het hiervoor genoemde kopdeel 28. Bovendien bezit deze dwars ten opzichte van de vlakke zijde 34 een oppervlak 35 (gekromd getoond in figuur 7) dat nauwkeurig de vorm van de hierboven genoemde dwarse rand 32 volgt.
15
In de samengestelde positie past het kopdeel 27 juist nauw in de schouder die is bepaald in het kopdeel 28, hetgeen bij draagt aan de stijfheid van de blokkeerpen 19.
Onder deze omstandigheden wordt het soepele koord dankzij de maatregelen volgens 20 de uitvinding aan zijn enkele einde (dat wil zeggen zonder lus) in het contactblok vastgehouden. Als de soepele band het touw 29 van figuur 5 is, is het touw 29 in het centrale kanaal 5 van de doorgaande opening 4 gestoken. Als de soepele band de singel 18 van de figuren 4 en 6 is, is de singel 18 door het centrale kanaal 5 en in de daaraan aan twee zijden grenzende spleten 6 gestoken.
25 1020024

Claims (10)

1. Bevestigingsinrichting (1) voor de bevestiging van een soepele band op een opblaasbaar slangvormig lichaam van een opblaasboot, omvattende een contactblok (2) 5 dat de algemene vorm van een bolvormige kap heeft met een schijfvormige bevestigingsvoet (3) op het opblaasbare slangvormige lichaam, waarbij het contactblok (2) een doorgaande opening (4) omvat die een in hoofdzaak rotatiecilindrisch centraal kanaal (5) heeft dat aan twee zijden is verlengd door twee platte spleten (6), waarbij de opening (4) ten minste aan één eind uitmondt in een holte (7) die is uitgespaard in het 10 contactblok (2), met het kenmerk, dat het eind van de soepele band (18, 29) is verbonden met een blokkeerpen (19) die geschikt is om met klemwerking te worden ingebracht in het centrale kanaal (5) van de doorgaande opening (4) van het contactblok (2), en dat de blokkeerpen (19) enerzijds een steel (20) omvat die is gevormd uit twee axiale delen 15 (21, 22) die geschikt zijn om het eind van de soepele band te omgeven en deze mechanisch vast te houden en anderzijds een verbrede kop (26) omvat die is verbonden met ten minste één van de axiale delen (21, 22) en geschikt om te worden ingebracht in de holte (7) van het contactblok (2) voor het vormen van een verankering.
2. Bevestigingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een (22) van de axiale delen van de stang (2) van de blokkeerpen (19) een vlak langsgedeelte omvat met ten minste één dwars uitstekende vinger (23) die is ingericht om te worden ingebracht in een overeenkomstig gat (24) dat is voorzien dwars door de soepele band (18, 29) en dat het andere axiale deel (21) van de steel (20) een vlak langsgedeelte 25 omvat met ten minste één holle ruimte of een doorgaand gat (25) die is ingericht om het eind van de uitstekende vinger (23) op te nemen.
3. Bevestigingsinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de buitenste langsdoorsnede van de steel (20) van de blokkeerpen (19) enigszins conisch is van zijn 30 einde naar zijn basis voor het verschaffen van een klem- en vasthoudwerking van de soepele band (18, 29) als deze is ingebracht in het centrale kanaal (5) van de doorgaande opening (4) van het contactblok (2). 1020024
4. Bevestigingsinrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het eerste axiale deel (22) van de steel (20) van de blokkeerpen twee uitstekende vingers (23) omvat die axiaal achter elkaar zijn aangebracht, die zijn ingericht om te worden gestoken door twee opeenvolgende axiale gaten (24) van het soepele koord (18,29) in 5 respectievelijk twee holle ruimtes of gaten (25) van het andere axiale deel (21) van de steel (20).
5. Bevestigingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de holte (7) van het contactblok en de verbrede kop (26) van de pen (19) zodanige 10 met elkaar samenwerkende vormen bezitten, dat de verbrede kop (26) geometrisch in de holte (7) grijpt en dat de verbrede kop (26) uitwendig is aangepast om de uitwendige vorm van het contactblok (2) aan te vullen.
6. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 15 soepele band een in doorsnede ongeveer rotatiecilindrisch touw (29) is waarvan het einde is gestoken in het centrale kanaal (5) van de doorgaande opening (4) van het contactblok (2).
7. Bevestigingsinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het eind (30) van 20 het touw (29) is afgeplat en plat en dat het gat of de gaten (24) zijn aangebracht in het zich dwars ten opzichte daarvan bevindende platte gedeelte (30).
8. Bevestigingsinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het touw (29) is gevlochten en dat het gat of de gaten (24) natuurlijke openingen in het vlechtwerk zijn. 25
9. Bevestigingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de soepele band een platte singel (18) is waarvan het eind is gestoken door het centrale kanaal (5) en in de aan twee zijden daarvan grenzende spleten (6).
10. Opblaasboot omvattende ten minste een opblaasbare rol die is voorzien van bevestigingsinrichtingen die zijn ingericht om een soepele band vast te houden zoals een singel of een touw, met het kenmerk, dat elke bevestigingsinrichting is uitgevoerd volgens een van de conclusies 1-9. - t n ? 0 0 2 4
NL1020024A 2001-02-21 2002-02-21 Inrichting voor de bevestiging van een soepele band op een opblaasbaar slangvormig lichaam van een opblaasboot. NL1020024C1 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR0102342A FR2821135B1 (fr) 2001-02-21 2001-02-21 Dispositif de fixation d'un lien souple sur un boudin gonflable d'une embarcation pneumatique
FR0102342 2001-02-21

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1020024C1 true NL1020024C1 (nl) 2002-08-22

Family

ID=8860266

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1020024A NL1020024C1 (nl) 2001-02-21 2002-02-21 Inrichting voor de bevestiging van een soepele band op een opblaasbaar slangvormig lichaam van een opblaasboot.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US6575798B2 (nl)
BE (1) BE1014921A3 (nl)
FR (1) FR2821135B1 (nl)
IT (1) ITMI20020308A1 (nl)
NL (1) NL1020024C1 (nl)
PT (1) PT102729B (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AUPS067102A0 (en) * 2002-02-21 2002-03-14 Biggest Enterprises Pty Ltd Surfcraft storage receptacle
US6975798B2 (en) * 2002-07-05 2005-12-13 Xponent Photonics Inc Waveguides assembled for transverse-transfer of optical power
US7164838B2 (en) 2005-02-15 2007-01-16 Xponent Photonics Inc Multiple-core planar optical waveguides and methods of fabrication and use thereof
US8393288B1 (en) * 2007-10-30 2013-03-12 James W Ramsey Water vehicle improvements with connecting means
USD805597S1 (en) * 2016-12-23 2017-12-19 David Lee Kasper Multi-function anchor point for inflatable craft
WO2022049235A1 (en) * 2020-09-04 2022-03-10 Jagd Holding Ab Inflatable assembly with coupling devices

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2661704A (en) * 1951-07-16 1953-12-08 Illinois Railway Equipment Co Lading tie anchor
US2870733A (en) * 1957-10-07 1959-01-27 Simon P Winther Cleat
GB994463A (en) * 1961-07-25 1965-06-10 Cable Covers Ltd Anchor grips for wires and like members
FR2307168A1 (fr) * 1975-04-11 1976-11-05 France Etat Dispositif de liaison mecanique
GB2088713B (en) * 1980-12-10 1985-06-19 Secr Defence Strap end fitting
AT374757B (de) * 1980-12-11 1984-05-25 Max Kohla Kg Belegklemme fuer die fixierung eines spannseiles, tampens od.dgl.
US4877361A (en) * 1986-12-16 1989-10-31 Sterling Plastic & Rubber Products, Inc. Elastomeric insert for container lashing
US4807554A (en) * 1987-02-27 1989-02-28 Intex Recreation Corp. Inflatable boat for high speed applications
FR2734233B1 (fr) 1995-05-19 1997-07-18 Zodiac Int Embarcation pneumatique munie de moyens de tension des flotteurs
FR2754237B1 (fr) 1996-10-04 1998-12-18 Zodiac Int Dispositif de fixation d'aviron sur une embarcation pneumatique
US6241440B1 (en) * 1998-06-15 2001-06-05 Harken, Inc. Device for tethering a fitting to a flat surface

Also Published As

Publication number Publication date
FR2821135B1 (fr) 2003-06-27
US6575798B2 (en) 2003-06-10
BE1014921A3 (fr) 2004-06-01
ITMI20020308A0 (it) 2002-02-15
US20020119714A1 (en) 2002-08-29
ITMI20020308A1 (it) 2003-08-18
FR2821135A1 (fr) 2002-08-23
PT102729A (pt) 2002-08-30
PT102729B (pt) 2004-07-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1020024C1 (nl) Inrichting voor de bevestiging van een soepele band op een opblaasbaar slangvormig lichaam van een opblaasboot.
EP3549478B1 (en) Tag
CA2434172A1 (en) Adjustable jewelry assembly
JP2006288484A (ja) 健康リストバンド
CN112118762A (zh) 平面手镯夹扣
US20070130734A1 (en) Hook
CN107920638B (zh) 硅酮夹扣
US20140283551A1 (en) Band accessory
EP3318156B1 (fr) Dispositif d'attache
US5487280A (en) Convertible earring
JP2007007025A (ja) ピアス用キャッチとその構成部品
JP3124921U (ja) ベルト金具
DE60113208D1 (de) Gurtstraffer und Kraftbegrenzer
JP2016043109A (ja) 耳用装身具
JP2008178505A (ja) ペンダント及びペンダント製造方法
KR200280092Y1 (ko) 비닐하우스의 비닐고정용 클립
KR101226448B1 (ko) 액세서리 밴드 장식 부착 구조
JPH049924Y2 (nl)
KR200287974Y1 (ko) 헤어밴드
CA2638356A1 (en) Shoe attachment device
JP3060004U (ja) 髪飾り及びそれを用いた髪装飾具
JP3080280U (ja) ベルトを交差固定するバックル
JP4275809B2 (ja) 脚部カバー
JP5368781B2 (ja) 装身具
KR20020075127A (ko) 머리핀

Legal Events

Date Code Title Description
VD2 Discontinued due to expiration of the term of protection

Effective date: 20080221