NL1019420C2 - Conditioneel onderbreken van een afdrukopdracht. - Google Patents

Conditioneel onderbreken van een afdrukopdracht. Download PDF

Info

Publication number
NL1019420C2
NL1019420C2 NL1019420A NL1019420A NL1019420C2 NL 1019420 C2 NL1019420 C2 NL 1019420C2 NL 1019420 A NL1019420 A NL 1019420A NL 1019420 A NL1019420 A NL 1019420A NL 1019420 C2 NL1019420 C2 NL 1019420C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
interrupt
print
control unit
interruption
print job
Prior art date
Application number
NL1019420A
Other languages
English (en)
Inventor
Edwin Roos
Original Assignee
Oce Tech Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Oce Tech Bv filed Critical Oce Tech Bv
Priority to NL1019420A priority Critical patent/NL1019420C2/nl
Priority to JP2002325073A priority patent/JP2003186644A/ja
Priority to EP02079714A priority patent/EP1315121A1/en
Priority to US10/301,776 priority patent/US20030098989A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1019420C2 publication Critical patent/NL1019420C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06KGRAPHICAL DATA READING; PRESENTATION OF DATA; RECORD CARRIERS; HANDLING RECORD CARRIERS
    • G06K15/00Arrangements for producing a permanent visual presentation of the output data, e.g. computer output printers
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06KGRAPHICAL DATA READING; PRESENTATION OF DATA; RECORD CARRIERS; HANDLING RECORD CARRIERS
    • G06K15/00Arrangements for producing a permanent visual presentation of the output data, e.g. computer output printers
    • G06K15/002Interacting with the operator
    • G06K15/005Interacting with the operator only locally
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06KGRAPHICAL DATA READING; PRESENTATION OF DATA; RECORD CARRIERS; HANDLING RECORD CARRIERS
    • G06K2215/00Arrangements for producing a permanent visual presentation of the output data
    • G06K2215/0002Handling the output data
    • G06K2215/0005Accepting output data; Preparing data for the controlling system
    • G06K2215/0011Accepting output data; Preparing data for the controlling system characterised by a particular command or data flow, e.g. Page Description Language, configuration commands

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • Accessory Devices And Overall Control Thereof (AREA)
  • Facsimiles In General (AREA)

Description

Conditioneel onderbreken van een afdrukopdracht.
5 De uitvinding betreft een inrichting en een werkwijze voor het afdrukken van afdrukopdrachten die via een netwerk vanuit een werkstation zijn toegevoerd.
In het bijzonder betreft de uitvinding een beeldreproductie-inrichting ter aansluiting op een netwerk voor het afdrukken van afdrukopdrachten, omvattende een printereenheid voor het maken van beelden op ontvangstvellen, een 10 bedieningseenheid voorzien van bedieningselementen, een besturingseenheid voor besturing van afdrukprocessen, welke is ingericht om een lopend afdrukproces te onderbreken in reactie op een via het bedieningspaneel gegeven onderbreekcommando.
Met behulp van de genoemde bedieningselementen, meestal toetsen op een 15 bedieningspaneel, kan worden ingegrepen in het verwerkingsproces van afdrukopdrachten. In veel printers kan een lopende afdrukopdracht definitief worden gestopt met behulp van een speciale stoptoets op het bedieningspaneel. Wanneer deze stoptoets wordt ingedrukt, wordt het afdrukproces beëindigd en de bij de opdracht behorende digitale beeldgegevens worden hetzij lokaal in de printer 20 bewaard om later alsnog verwerkt te kunnen worden, hetzij direct verwijderd, een en ander afhankelijk van de configuratie van de specifieke printer.
De bovengenoemde onderbrekingsfunctie is zinvol om bijvoorbeeld een per abuis verzonden grote afdrukopdracht te kunnen stoppen of een afdrukopdracht voortijdig te kunnen beëindigen wanneer tijdens het afdrukken blijkt, dat de 25 instellingen verkeerd zijn. Op deze wijze kan verspilling van afdrukpapier en toner voorkomen worden. De mogelijkheid om een lopende afdrukopdracht te onderbreken kan echter ook leiden tot fouten of onachtzaam gebruik, waardoor een afdrukopdracht die wel degelijk gewenst of correct was, verloren kan gaan.
Er zijn dus situaties waarin het ongewenst is om een lopende afdrukopdracht 30 te onderbreken.
US-A 5 321 466 beschrijft een onderbrekingsbeveiliging voor een kopieermachine in de vorm van een zogenaamde "reserve mode". Een bedienaar kan deze mode inschakelen, waarna de machine slechts kan worden bediend, dus ook gestopt, na het invoeren van een code. Deze beveiliging is echter niet gekoppeld aan 1019420 2 het uitvoeren van een kopieeropdracht, dat wil zeggen, hij wordt niet automatisch uitgeschakeld bij het beëindigen van de opdracht. Bovendien moet deze mode op het apparaat worden ingeschakeld. Dit is natuurlijk niet mogelijk bij het behandelen van afdrukopdrachten die vanuit een werkstation over een netwerk zijn aangevoerd, 5 omdat de gebruiker in de regel niet aanwezig is bij het apparaat als uitvoering van de opdracht begint.
Het is het doel van de huidige uitvinding om middelen te verschaffen om een via het netwerk toegevoerde afdrukopdracht ongestoord te kunnen afwerken.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de besturingseenheid is 10 voorzien van een eerste module om te onderzoeken of een via het netwerk toegevoerde afdrukopdracht een voorafbepaald toegevoegd gegeven bevat, en een tweede module om, indien de eerste module de aanwezigheid van een dergelijk voorafbepaald toegevoegd gegeven in een zekere afdrukopdracht vaststelt, een bevoegdheidscontrole uit te voeren met betrekking tot een eventueel tijdens de 15 uitvoering van de genoemde afdrukopdracht ingegeven onderbreekcommando.
Volgens de uitvinding kunnen afdrukopdrachten dus voorzien zijn van een toegevoegd gegeven, een "attribuut", dat specificeert, dat zo een opdracht, als hij eenmaal is gestart in de printer, niet mag worden onderbroken. De besturingseenheid herkent het attribuut, indien aanwezig, en blokkeert in reactie daarop de 20 onderbrekingsfuncties die kunnen worden bediend vanaf het bedieningspaneel, in de eerste plaats de stoptoets, maar eventueel ook een "tussendoor"-toets, conditioneel. Activering van deze functies is dan alleen mogelijk, wanneer een bedienaar blijk geeft, daartoe geautoriseerd te zijn, bijvoorbeeld doordat hij een voorafbepaalde onderbreekcode invoert.
25 Met "tussendoor"-toets wordt hier bedoeld een toets die op het bedieningspaneel is aangebracht om een lopende afdrukopdracht tijdelijk te onderbreken om een andere opdracht te verwerken. Na afhandeling van die andere opdracht kan de onderbroken opdracht weer worden voortgezet. Door ook deze "tussendoor"-functie slechts conditioneel toe te laten, kan gemakkelijker worden 30 voorkomen, dat fouten ontstaan doordat de beide delen van de opdracht niet goed of onvolledig bij elkaar gevoegd worden.
Volgens een uitvoering van de uitvinding wordt de betreffende onderbreekcode gespecificeerd in het met de afdrukopdracht meegezonden attribuut, en is dus specifiek voor de betreffende afdrukopdracht.
1013420 3
In een andere uitvoeringsvorm is de besturingseenheid zo uitgevoerd, dat hij ook een onderbreking van een lopende afdrukopdracht toestaat in reactie op het invoeren van een tweede onderbreekcode, die vooraf is ingeprogrammeerd in de inrichting, zonder relatie met een afdrukopdracht. Op deze wijze kan een 5 afdrukopdracht toch worden onderbroken in afwezigheid van de eigenaar van de opdracht (in de regel de enige die de in het attribuut meegezonden onderbreekcode kent). Deze mogelijkheid zal bij voorkeur worden gereserveerd voor gebruik door een beheerder van de printer. Een dergelijke niet aan de afdrukopdracht gerelateerde mogelijkheid om te onderbreken kan ook de vorm hebben van andere autoriserende 10 handeling dan het invoeren van een code, zoals het bedienen van een mechanisch slot met een sleutel of het ondergaan van een automatische persoonlijke herkenning, zoals het automatisch analyseren van een vingerafdruk.
De uitvinding betreft tevens een printerdriver, dat is een programma voor installatie in een werkstation zoals een PC en voor het verzenden van een afdrukopdracht naar 15 een printer via een netwerk, welke is gekenmerkt door een module die is ingericht om aan een afdrukopdracht een voorafbepaald toegevoegd gegeven mee te geven, dat specificeert, dat de betreffende afdrukopdracht bij uitvoering in een printer niet mag worden onderbroken.
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de bijgevoegde 20 figuren. Hierin is:
Fig. 1 een schematisch voorstelling van een netwerksysteem met werkstations en een printer;
Fig. 2 een schematisch voorstelling van een printer voor toepassing volgens de uitvinding; 25 Fig. 3 en 4 afbeeldingen van het opdrachtvenster van een printerdriver;
Fig. 5 - 7 afbeeldingen van een bedieningspaneel en beeldscherminhoud daarin;
Fig. 8 en 9 toestandsdiagrammen van onderbrekingsprocessen volgens de uitvinding.
Fig. 1 toont een systeem van werkstations (WS) en ten minste een printer (PR), verbonden door een lokaal netwerk N. Werkstations zijn bijvoorbeeld 30 PC’s en zijn in elk geval uitgerust met een proceseenheid, een beeldscherm, een toetsenbord en een muis of ander aanwijsinstrument. Onder "printer" wordt hier mede verstaan een digitale kopieermachine. Een digitale kopieermachine omvat een scanner, een printer, een bedieningseenheid en een aansluiteenheid (Digital Access Controller of DAC) voor aansluiting aan het netwerk en het verwerken van 1019420 4 afdrukopdrachten die vanuit de werkstations worden toegezonden. Gebruikers die vanuit hun werkstation een bepaald gegevensbestand willen laten afdrukken, kunnen daarvoor een keuze maken uit een aantal of zelfs alle printers van het systeem.
Als voorbeeld toont Fig. 2 een voorstelling van een voor gebruik in het 5 systeem geschikte digitale kopieermachine 1, waarop de verschillende delen afzonderlijk schematisch zijn aangegeven. Deze delen omvatten een document-toevoerinrichting 110 voor het fysiek behandelen van te kopiëren documenten, een scanner-eenheid 112 voor het genereren van digitale beeldgegevens overeenkomend met een op een document voorkomend beeld, een printer-eenheid 130 voor maken 10 van afdrukken van beelden op beelddragers overeenkomstig digitale beeldgegevens, een voorraadeenheid 140 en een afwerkings- en uitvoersectie 150 voor beelddragers, een bedieningseenheid 160, een besturingseenheid 170 en een netwerk-aansluiteenheid 171.
De document-toevoerinrichting 110 is voorzien van een inlegbak 111 om een 15 stapel documenten in te leggen, een (niet weergegeven) transportmechanisme voor het een voor een transporteren van de documenten langs de scanner-eenheid 120 en een uitvoerbak 112, waarin de documenten na het scannen worden afgelegd.
De scanner-eenheid 120 omvat een vlakbed-scanner, voorzien van een glasplaat, waarop een origineel document kan worden gelegd, een CCD-array en een 20 afbeeldingseenheid bestaande uit een beweegbaar spiegel- en lenzenstelsel voor het afbeelden van het document op het CCD-array. Hierbij genereert het CCD-array elektrische signalen, die op op zich bekende wijze worden omgezet in digitale beeldgegevens.
De printer-eenheid 130 omvat een op zich bekend elektrofotografisch 25 procesgedeelte, waarin een bandvormig fotogeleidend medium 131 wordt opgeladen met behulp van een corona-eenheid 132 en vervolgens met behulp van een LED-array 133 volgens digitale beeldgegevens wordt uitbelicht. Het zo op het medium 131 gevormde ladingsbeeld wordt in een ontwikkeleenheid 134 ontwikkeld met tonerpoeder, waarna het tonerbeeld in een gecombineerde transfer- en fixeereenheid 30 135 wordt overgenomen op een verwarmde rubber band 136. Op deze band 136 verweekt het tonerpoeder door de warmte van de band 136 en wordt kleverig. Daarna wordt het overgebracht en gefixeerd op een beelddrager, meestal een vel papier, dat via een transportbaan 137 is aangevoerd vanuit een voorraadgedeelte 140.
1019420 5
Een voorraad beelddragers (bijvoorbeeld vellen papier) in verschillende formaten en oriëntaties is beschikbaar in de voorraadeenheid 140.
De beelddragers met tonerbeeld worden via een transportbaan 138 getransporteerd naar de afwerkings- en uitvoersectie 150, die ze zonodig tot sets 5 verzamelt en van een nietje voorziet, en dan aflegt in de aflegbak 151.
Het bedieningspaneel van de bedieningseenheid 160 is voorzien van een weergeefscherm en toetsen. De bedieningseenheid is verbonden met de besturingseenheid 170 en de netwerk-aansluiteenheid 171. Tot de bedieningseenheid 160 behoren ook een contactslot 161 voor het in- en uitschakelen van een speciale 10 bedieningsmode en een vingerafdruk-scanner 162 voor herkenning van een bedienaar.
De besturingseenheid van de inrichting 1 is schematisch weergegeven met verwijzingscijfer 170. Hij bevat een microprocessor, een geheugen en geschikte hardwareschakelingen, en omvat modules voor het besturen van de eenheden 110, 15 120,130,140,150 en 160 en een beeldbewerkingsmodule voor het zodanig bewerken van de digitale beeldgegevens, dat afdrukken van goede beeldkwaliteit kunnen worden gemaakt door de printer-eenheid 130.
Verder bevat de inrichting zoals reeds vermeld een netwerk-aansluiteenheid (Digital Access Controller of DAC) 171 voor aansluiting aan een lokaal netwerk N, 20 hier schematisch weergegeven in de vorm van een kabel 172. De netwerk- aansluiteenheid 171 ontvangt afdrukopdrachten vanuit de werkstations, zet deze om in een voor de printer-eenheid 130 verwerkbaar formaat en zorgt in samenwerking met de besturingseenheid 170 dat ze worden afgedrukt op beelddragers.
In de werkstations WS is een programma werkzaam voor het verzenden van 25 afdrukopdrachten naar de printer. Zo een programma wordt "printerdriver" genoemd en is via het netwerk N logisch gekoppeld met een of meer printers. Wanneer een gebruiker een afdrukopdracht wil verzenden, roept hij de printerdriver op, bijvoorbeeld door een daarvoor bedoeld symbool aan te klikken in het applicatievenster op zijn beeldscherm. In reactie vertoont de printerdriver een opdrachtvenster op het 30 beeldscherm van het werkstation, waarin de gebruiker specificaties kan geven voor de bedoelde afdrukopdracht, zoals: de oplage, enkel- of dubbelzijdig afdrukken, etc.
Een voorbeeld van een dergelijk opdrachtvenster wordt getoond in Fig. 3. Dit bevat verschillende vakken 210,220,230 en 240 met radio-buttons en vinkvakjes voor het maken van afdrukinstellingen en een getalvak 250 voor de oplage. Vinkvakje 1019420, 6 260 is voor het instellen van een onderbrekings-bescherming. Onderaan het opdrachtvenster bevinden zich een aantal "zachte" toetsen, waaronder toets 270 ("OK") waarmee het verzendproces van de afdrukopdracht wordt gestart.
Wanneer de gebruiker bij het invullen van de instellingen het vinkvakje 260 5 heeft ingevuld en hij vervolgens op toets 270 klikt, wordt aan het af te drukken gegevensbestand een extra gegeven als attribuut toegevoegd, dat door de netwerk-aansluiteenheid 171 van de printer wordt herkend. De laatstgenoemde behandelt de afdrukopdracht dan als een, die niet onderbroken kan worden.
Het toegevoegde attribuut bevat een onderbreekcode, die door de gebruiker 10 bij het geven van de afdrukopdracht wordt gedefinieerd. In reactie op het klikken op de "OK'-toets 270, vertoont de printerdriver daartoe een invul-venster 280 voor het ingeven van een onderbreekcode (een cijfercombinatie) op het beeldscherm. Dit wordt getoond in Fig. 4.
Nadat de gebruiker de onderbreekcode in invulvak 290 heeft ingevuld en op 15 de toets 295 (“OK") heeft geklikt, wordt de afdrukopdracht daadwerkelijk naar de printer gezonden.
Als alternatief voor het ingeven van een onderbreekcode door de gebruiker met behulp van een invulvenster 280, kan ook een vaste code, die is ingeprogrammeerd in de bewuste printerdriver, automatisch ingevuld worden. Een 20 dergelijke onderbreekcode is bijvoorbeeld opgenomen in het configuratiebestand van de printerdriver en wordt bij installatie ingevuld.
Afdrukopdrachten worden niet noodzakelijk onmiddellijk na ontvangst door de printer afgehandeld. Er bestaat bijvoorbeeld een categorie afdrukopdrachten, die door een aangepast mechanisme in de besturingseenheid 170 en netwerk-25 aansluiteenheid 171, na ontvangst in de printer lokaal worden opgeslagen en niet afgedrukt. Bij zo een afdrukopdracht, ook wel "interactieve" afdrukopdracht genoemd, extraheert de netwerk-aansluiteenheid 171 identificatie-gegevens uit het afdrukbestand, die daarna door de besturingseenheid 170 worden geadministreerd en op commando ter selectie worden gepresenteerd op het weergeefscherm van het 30 bedieningspaneel. Een bedienaar kan dan een afdrukopdracht selecteren en starten met de starttoets 61. De bijbehorende administratie van de besturingseenheid 170 kan gezien worden als een verzameling virtuele mailboxen van gebruikers. Interactief afdrukken wordt bijvoorbeeld beschreven in aanvraagsters Europese octrooiaanvrage EP-A 0 944 239.
< U i <'t i...
7
Een gebruiker kan bij het definiëren van een afdrukopdracht opgeven dat de afdrukopdracht een interactieve is, door het vinkvakje 275 in het opdrachtvenster (Fig. 3) in te vullen. Wanneer hij tevens het vinkvakje 260 heeft ingevuld, is deze opdracht gedefinieerd als on-onderbreekbaar. Indien zo een afdrukopdracht aan het 5 apparaat wordt gestart, treedt de onderbrekingsbeveiliging automatisch in, op dezelfde manier als bij een niet-interactieve afdrukopdracht zoals hierboven beschreven.
Er zal nu worden beschreven, hoe de onderbrekingsbeveiliging werkt, wanneer een bedienaar van de printer een lopende afdrukopdracht tracht te 10 onderbreken.
Het bedieningspaneel van de bedieningseenheid 160 van de printer 1 is weergegeven in Fig. 5 en omvat een weergeefscherm 60, zoals een LCD display, en een aantal toetsen, namelijk een starttoets 61, cijfertoetsen 62, correctietoets 63, tussendoortoets 68, een stoptoets 69, keuzetoetsen 64A-E, 65A-D en de toetsen-ster 15 66. Al deze elementen zijn verbonden met de bedieningseenheid, die in reactie op bediening van de toetsen signalen doorgeeft naar de besturingseenheid 170 en die voorts via de bedieningseenheid 160 het weergeefscherm 60 bestuurt voor het tonen van keuzemogelijkheden en boodschappen aan de bedienaar.
Op het weergeefscherm 60 wordt, wanneer het apparaat is ingeschakeld, een 20 beeld getoond, gevormd door een aantal vertikale kolommen, ieder liggend boven een van de keuzetoetsen 64A-E. Elke kolom heeft betrekking op een bepaalde basisfunctie van het apparaat en vermeldt de verschillende mogelijke instellingen van die basisfunctie. Zo is bijvoorbeeld de meest linkse kolom toegewezen aan de keuze tussen een kopieerfunctie, waarin een document wordt afgetast door de scanner en 25 vervolgens gereproduceerd, een printerfunctie voor interactief afdrukken, waarin een afdruk wordt gemaakt van een via het netwerk toegevoerd af te drukken interactief gegevensbestand, en een scannerfunctie, waarin een document wordt gescand onder het genereren van een scanbestand dat vervolgens vanuit een werkstation kan worden opgehaald. De momentaan geselecteerde instelling, in dit geval de 30 kopieerfunctie, wordt aangegeven met een merkteken, zoals een donkere punt, of door highlighten.
Door op een keuzetoets te drukken kan een bedienaar een andere instelling kiezen, bijvoorbeeld volgens een cyclisch schema. Als gevolg van een verandering van een instelling kan de functie van een of meer van de andere keuzetoetsen 1019420 δ veranderen, omdat de oude functie niet meer relevant is en andere selectiemogelijkheden juist gewenst worden. Er verschijnt dan andere, op de nieuwe functie van toepassing zijnde, tekst in de desbetreffende kolom van het weergeefscherm 60.
5 De keuzetoetsen 65A-D bieden de mogelijkheid om een andere verzameling functies op te roepen, die door de beperkte afmetingen van het weergeefscherm 60 niet tegelijk kunnen worden getoond. In het algemeen zijn dit functies die niet voor een eenvoudige kopieer- of afdrukopdracht benodigd zijn, maar die de bedienaar meer mogelijkheden bieden om bijzondere afdrukresultaten te verkrijgen. In dit 10 voorbeeld omvatten deze functies het verschuiven van de kantlijn op de afdruk, het toevoegen van kaften en multiple up. De betekenis van de toetsen 65A D wordt aangegeven in een bijbehorend veld in het weergeefscherm 60, direkt onder elke toets. Wanneer een van de toetsen wordt ingedrukt, wordt de corresponderende verzameling functies actief gemaakt en wordt de opmaak van het weergeefscherm 60 15 aangepast aan de betreffende functies. Tegelijkertijd wordt deze selectie duidelijk gemaakt door verschuiven of anderszins opvallend maken van het veld op het weergeefscherm 60, dat hoort bij de ingedrukte toets uit de groep 65A-D. Een speciaal vak 67 op het weergeefscherm 60 is bedoeld voor het melden van de apparaatstatus en eventuele mededelingen aan de bedienaar.
20 Voorts bevat het bedieningspaneel nog een cijferdisplay 70, voor het weergeven van het ingestelde aantal afdrukken, de oplage, zoals dat op kopieerapparaten algemeen gebruikelijk is.
In het geval een afdrukopdracht automatisch door de besturingseenheid 170 is gestart, maakt de kolom boven toets 64A duidelijk, dat de printerfunctie actief is, en 25 de kolommen boven de toetsen 64B en C geven de in de afdrukopdracht gespecificeerde instellingen voor enkel/dubbelzijdig afdrukken en nieten aan. Deze kolommen zijn in grijs weergegeven, om duidelijk te maken, dat deze instellingen op dit moment niet selecteerbaar of veranderbaar zijn.
Wanneer met toets 64A de kopieerfunctie ("copy") door een bedienaar is 30 geselecteerd (dit wordt getoond in Fig. 7), betreffen in de rubriek basisinstellingen ("basic settings") de kolommen boven de toetsen 64B en C: enkelzijdig of dubbelzijdig bedrukken, met betrekking tot origineel document, respectievelijk tot kopievel, 64D: nieten, en 64E: de vergrotingsinstelling met betrekking tot de afwerking van de kopieeropdracht.
sülölZO
( 9
Fig. 8 toont een schematische voorstelling van het besturingsproces dat doorlopen wordt wanneer een bedienaar tijdens een afdrukproces van een afdrukopdracht die beveiligd is tegen onderbreken op de stop-toets 69 drukt. In deze voorstelling zijn de apparaat-toestanden 201 - 204 weergegeven, waarbij steeds zowel 5 de toestand van de bedieningseenheid 160 (User Interface) als de corresponderende toestand van de besturingseenheid 170 in relatie tot de printereenheid 130 van het apparaat (Print Engine) is aangegeven.
In toestand 201 is de inrichting in rust. Zowel de bedieningseenheid 160 als de besturingseenheid 170 en de printereenheid 130 is in stand-by-toestand.
10 Bij het ontvangen van een afdrukopdracht vanuit een werkstation wordt toestand 202 ingegaan, waarbij de besturingseenheid 170 allereerst vaststelt, of de ontvangen afdrukopdracht een tegen onderbreking beveiligde opdracht is, en dan de afdrukopdracht afdrukt. In deze toestand blijft de bedieningseenheid 170 in stand-by-toestand (maar vertoont wel op het weergeefscherm van het bedieningspaneel een 15 voorstelling als weergegeven in Fig. 5).
Een tegen onderbreking beveiligde opdracht bevat een toegevoegd gegeven, een attribuut, dat het bijbehorende afdrukgegevensbestand als zodanig kenmerkt.
Een onderbreekcode die nodig is om de betreffende opdracht toch te onderbreken, is gespecificeerd in dit attribuut. Als de afdrukopdracht zonder verdere storingen is 20 afgewerkt, keert de inrichting weer terug naar toestand 201.
Wanneer in toestand 202, dus tijdens het afdrukken van een (beveiligde) afdrukopdracht, een bedienaar de stop-toets op het bedieningspaneel indrukt, gaat de inrichting over naar toestand 203. In deze toestand gaat de bedieningseenheid 160 aan zogenaamde forced dialogue aan met de bedienaar, door op het het 25 weergeefscherm een verzoek te tonen, om een onderbreekcode in te toetsen, zoals weergegeven in Fig. 6. Intussen laat de besturingseenheid 170 de printereenheid 130 doorgaan met het afdrukken van de lopende afdrukopdracht.
Indien de bedienaar geen of een onjuiste onderbreekcode intoetst op het bedieningspaneel, keert, eventueel na verloop van een vastgesteld tijdsinterval 30 ("time-out"), de inrichting terug naar toestand 202, dat wil zeggen, de afdrukopdracht wordt afgemaakt.
Indien de bedienaar wel de juiste onderbreekcode intoetst, gaat de inrichting over naar toestand 204. In deze toestand vertoont de bedieningseenheid 160 op het weergeefscherm 60 een boodschap die aangeeft, dat de lopende afdrukopdracht 1019420 10 wordt beëindigd, en brengt de besturingseenheid 170 de printereenheid 130 van het apparaat tot stilstand op een zodanige manier, dat de inrichting gereed is om een nieuwe opdracht uit te voeren. Dit laatste houdt onder andere in, dat alle reeds gesepareerde afdrukvellen uit het procesgedeelte worden verwijderd. Daarna keert 5 de inrichting terug in toestand 201, waarbij de bedieningseenheid 160 een voorstelling als weergegeven in Fig. 7 op het weergeefscherm 60 vertoont.
Fig.9 toont op dezelfde wijze als Fig. 8 een schematische voorstelling van het besturingsproces dat doorlopen wordt wanneer een bedienaar tijdens een afdrukproces van een afdrukopdracht die beveiligd is tegen onderbreken op de 10 tussendoor-toets 68 drukt.
In toestand 301 is de inrichting in rust. Zowel de bedieningseenheid 160 als de besturingseenheid 170 en de printereenheid 130 is in stand-by-toestand.
Bij het ontvangen van een afdrukopdracht vanuit een werkstation wordt toestand 302 ingegaan, waarbij de besturingseenheid 170 allereerst vaststelt, of de 15 ontvangen afdrukopdracht een tegen onderbreking beveiligde opdracht is, en dan de afdrukopdracht afdrukt, terwijl de bedieningseenheid 170 in stand-by-toestand blijft (maar wel op het weergeefscherm van het bedieningspaneel een voorstelling als weergegeven in Fig. 5 vertoont). Als de afdrukopdracht zonder verder storingen is afgewerkt, keert de inrichting weer terug naar toestand 301.
20 Wanneer in toestand 302, dus tijdens het afdrukken van een (beveiligde) afdrukopdracht, een bedienaar de tussendoor-toets 68 op het bedieningspaneel indrukt, gaat de inrichting over naar toestand 303. In deze toestand gaat de bedieningseenheid 160 aan zogenaamde forced dialogue aan met de bedienaar, door op het weergeefscherm een verzoek te tonen, om een onderbreekcode in te 25 toetsen, zie Fig. 6. Intussen laat de besturingseenheid 170 de printereenheid 130 doorgaan met het afdrukken van de lopende afdrukopdracht.
Indien de bedienaar geen of een onjuiste onderbreekcode intoetst op het bedieningspaneel, keert, eventueel na verloop van een vastgesteld tijdsinterval, de inrichting terug naar toestand 302, dat wil zeggen, de afdrukopdracht wordt 30 afgemaakt.
Indien de bedienaar wel de juiste onderbreekcode intoetst, gaat de inrichting over naar toestand 304. In deze toestand vertoont de bedieningseenheid 160 op het weergeefscherm 60 een boodschap die aangeeft, dat de lopende afdrukopdracht tijdelijk wordt stilgezet, en brengt de besturingseenheid 170 de printereenheid 130 i0'N4 20 11 van het apparaat tot stilstand op een zodanige manier, dat de inrichting gereed is om een nieuwe opdracht uit te voeren. Vervolgens geeft de bedieningseenheid de bedienaar de gelegenheid om instellingen voor de tussendoor-opdracht in te geven via het bedieningspaneel, dat op dat moment de invulling heeft als getoond in Fig. 7.
5 Nadat hij de instellingen voor de tussendoor-opdracht heeft gemaakt, kan hij op de Start-toets 61 drukken, waarna de inrichting overgaat naar toestand 305, waarin de tussendoor-opdracht wordt uitgevoerd.
Is de tussendoor-opdracht gereed, dan keert de inrichting automatisch terug naar toestand 304 en wacht op het starten van een eventuele volgende tussendoor-10 opdracht. Als een bedienaar geen volgende tussendoor-opdracht start, keert de inrichting, na een bepaalde wachttijd ("time-out"), automatisch terug naar toestand 303, en herstart de onderbroken afdrukopdracht. Dit laatste gebeurt ook, als een bedienaar na het ingaan van de tussendoor-toestand 304 geen tussendoor-opdracht start.
15 In het voorgaande is als onderbreekcode een code beschreven, die in het genoemde attribuut dat aan een tegen onderbreking beveiligde afdrukopdracht is toegevoegd. Daarnaast is het ook mogelijk, om voor de inrichting een vaste code te definiëren, die niet is gekoppeld aan een bepaalde afdrukopdracht, maar op alle afdrukopdrachten werkzaam is. Deze onderbreekcode is gewenst als hulpmiddel voor 20 een key-operator of een beheerder van de printer. Een key-operator is een geprivilegieerde bedienaar, die de printer beheert en er klein onderhoud aan uitvoert, en die speciale rechten heeft. De genoemde speciale onderbreekcode kan door de key-operator zelf geprogrammeerd worden om misbruik door anderen te voorkomen. Ook is het mogelijk, om onderbreking via mechanische middelen, zoals een slot met 25 sleutel, zoals afgebeeld in Fig. 2, element 161, mogelijk te maken. Deze sleutel zal dan bij voorkeur door een key-operator bewaard en gehanteerd worden.
Ook zou de printer kunnen worden uitgerust met middelen om een key-operator te herkennen, waarna de in de afdrukopdracht geblokkeerde onderbreekfuncties weer gedeblokkeerd worden. Hiervoor zou een vingerafdruk-30 scanner, zoals getoond in Fig. 2, element 162, gebruikt kunnen worden, maar er zijn bij de vakman ook alternatieve middelen hiervoor bekend.
In het voorgaande is als tussendoor-opdracht een kopieer-opdracht beschreven. Het ligt echter binnen de gedachte van de uitvinding, om ook andere opdrachten die met behulp van het bedieningspaneel van het apparaat worden 1019420 12 gestart, als tussendoor-opdrachten te behandelen. Dit kan bijvoorbeeld een zogenaamde "interactieve" afdrukopdracht zijn zoals hiervoor beschreven.
Hoewel de uitvinding is toegelicht aan de hand van het hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeeld, is zij hier niet toe beperkt. Het zal de vakman onmiddellijk 5 duidelijk zijn, dat ook andere uitvoeringen mogelijk zijn binnen de reikwijdte van de conclusies.
1019420

Claims (21)

1. Beeldreproductie-inrichting ter aansluiting op een netwerk voor het afdrukken van afdrukopdrachten, omvattende 5 een printereenheid (130) voor het maken van beelden op ontvangstvellen, een bedieningseenheid (160) voorzien van bedieningselementen, een besturingseenheid (170) voor besturing van afdrukprocessen, welke is ingericht om een lopend afdrukproces te onderbreken in reactie op een via de bedieningselementen gegeven onderbreekcommando, 10 met het kenmerk, dat de besturingseenheid is voorzien van - een eerste module om te onderzoeken of een via het netwerk toegevoerde afdrukopdracht een voorafbepaald toegevoegd gegeven bevat, en - een tweede module om, indien de eerste module de aanwezigheid van een dergelijk 15 voorafbepaald toegevoegd gegeven in een zekere afdrukopdracht vaststelt, een bevoegdheidscontrole uit te voeren met betrekking tot een eventueel tijdens de uitvoering van de genoemde afdrukopdracht ingegeven onderbreekcommando.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de bevoegdheidscontrole bestaat uit 20 het via de bedieningseenheid (160) vragen om een onderbreekcode en controleren van de juistheid van een in reactie daarop via de bedieningselementen ingegeven code.
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarin het voorafbepaalde toegevoegde 25 gegeven een specificatie bevat van de onderbreekcode.
4. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de besturingseenheid onderbreking ook toestaat in reactie op het invoeren van een tweede onderbreekcode, die vooraf is ingeprogrammeerd in de inrichting, zonder relatie met een afdrukopdracht. 30
5. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de besturingseenheid is voorzien van middelen om een voorafbepaalde autoriserende handeling van een bedienaar te herkennen, en onderbreking ook toestaat wanneer zo een autoriserende handeling wordt uitgevoerd. 1019420
6. Inrichting volgens conclusie 5, waarin de genoemde middelen een mechanisch slot omvatten.
7. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de besturingseenheid is voorzien van middelen om een voorafbepaalde bedienaar te herkennen, en onderbreking ook toestaat na herkenning van deze bedienaar.
8. Inrichting volgens conclusie 2, waarin het invoeren van onderbreekcode 10 gebeurt met behulp van een forced dialogue op een weergeefscherm van de bedieningseenheid, in reactie op het bedienen van een toets die verbonden is aan een onderbreek-functie.
9. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de onderbreking een volledige 15 beëindiging van de lopende afdrukopdracht omvat.
10. Inrichting volgens conclusie 1, waarin de onderbreking een tussendoor-opdracht omvat.
11. Printerdriver voor gebruik in een werkstation om afdrukopdrachten via een netwerk naar een printer te zenden, gekenmerkt door een module die is ingericht om aan een afdrukopdracht een voorafbepaald toegevoegd gegeven mee te geven, dat specificeert, dat de betreffende afdrukopdracht bij uitvoering in een printer niet mag worden onderbroken. 25
12. Werkwijze voor het afdrukken van afdrukopdrachten in een beeldreproductie-inrichting aangesloten op een netwerk, welke inrichting is voorzien van een printereenheid (130) voor het maken van beelden op ontvangstvellen, een bedieningseenheid (160) voorzien van bedieningselementen, een besturingseenheid 30 (170) voor besturing van afdrukprocessen, omvattende het onderbreken van een lopend afdrukproces in reactie op een via de bedieningseenheid (160) gegeven onderbreekcommando, gekenmerkt door het uitvoeren van de volgende stappen: C 1 d 4 2 0 - het onderzoeken of een via het netwerk toegevoerde afdrukopdracht een voorafbepaald toegevoegd gegeven bevat, en - het uitvoeren van een bevoegdheidscontrole met betrekking tot een eventueel met betrekking tot de genoemde afdrukopdracht ingegeven onderbreekcommando, indien 5 de eerste module de aanwezigheid van een dergelijk voorafbepaald toegevoegd gegeven in een zekere afdrukopdracht vaststelt.
13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarin de bevoegdheidscontrole bestaat uit het via een bedieningspaneel vragen om een onderbreekcode en het controleren 10 van de juistheid van een in reactie daarop via het bedieningspaneel ingegeven code.
14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarin het voorafbepaalde toegevoegde gegeven een specificatie bevat van de onderbreekcode.
15. Werkwijze volgens conclusie 13, bovendien omvattende het toestaan van een onderbreking in reactie op het invoeren van een tweede onderbreekcode, die vooraf is ingeprogrammeerd in de inrichting, zonder relatie met een afdrukopdracht.
16. Werkwijze volgens conclusie 12, bovendien omvattende het automatisch 20 toestaan van een onderbreking wanneer een specifieke autoriserende handeling wordt uitgevoerd.
17. Werkwijze volgens conclusie 16, waarin de genoemde specifieke autoriserende handeling het bedienen van een mechanisch slot omvat. 25
18. Werkwijze volgens conclusie 12, bovendien omvattende het automatisch toestaan van een onderbreking na automatische herkenning van een voorafbepaalde bedienaar.
19. Werkwijze volgens conclusie 13, waarin het invoeren van onderbreekcode gebeurt met behulp van een forced dialogue op een weergeefscherm in een bedieningspaneel, in reactie op het bedienen van een toets die verbonden is aan een onderbreek-functie. 1019420
20. Werkwijze volgens conclusie 12, waarin de onderbreking een volledige beëindiging van de lopende afdrukopdracht omvat.
21. Werkwijze volgens conclusie 12, waarin de onderbreking een tussendoor-5 opdracht omvat. 1019420
NL1019420A 2001-11-23 2001-11-23 Conditioneel onderbreken van een afdrukopdracht. NL1019420C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019420A NL1019420C2 (nl) 2001-11-23 2001-11-23 Conditioneel onderbreken van een afdrukopdracht.
JP2002325073A JP2003186644A (ja) 2001-11-23 2002-11-08 プリントジョブの条件付き割込み
EP02079714A EP1315121A1 (en) 2001-11-23 2002-11-11 Conditional interrupting of a print job
US10/301,776 US20030098989A1 (en) 2001-11-23 2002-11-22 Conditional interrupting of a print job

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1019420A NL1019420C2 (nl) 2001-11-23 2001-11-23 Conditioneel onderbreken van een afdrukopdracht.
NL1019420 2001-11-23

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1019420C2 true NL1019420C2 (nl) 2003-05-27

Family

ID=19774337

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1019420A NL1019420C2 (nl) 2001-11-23 2001-11-23 Conditioneel onderbreken van een afdrukopdracht.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US20030098989A1 (nl)
EP (1) EP1315121A1 (nl)
JP (1) JP2003186644A (nl)
NL (1) NL1019420C2 (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP4449585B2 (ja) * 2004-06-02 2010-04-14 コニカミノルタビジネステクノロジーズ株式会社 画像形成装置および表示制御方法
JP4895530B2 (ja) * 2005-05-16 2012-03-14 京セラミタ株式会社 画像形成装置
US7719708B2 (en) * 2005-06-01 2010-05-18 Sharp Laboratories Of America, Inc. Secured release method and system for transmitting and imaging a print job in which a security attribute in the print job header will prevent acceptance of subsequent data packets until a user performs authentication on the imaging device
JP4868814B2 (ja) * 2005-10-04 2012-02-01 キヤノン株式会社 印刷装置、印刷方法、及び、印刷プログラム
JP4906469B2 (ja) * 2005-11-14 2012-03-28 キヤノン株式会社 印刷システム、ジョブ処理方法、記憶媒体、プログラム
US7738124B2 (en) * 2006-02-01 2010-06-15 Kabushiki Kaisha Toshiba Image forming apparatus
JP2010252035A (ja) * 2009-04-15 2010-11-04 Canon Inc 画像処理装置、画像処理方法、プログラム
US20100290075A1 (en) * 2009-05-14 2010-11-18 Kabushiki Kaisha Toshiba Document managing system and document managing method
JP5427014B2 (ja) * 2009-12-18 2014-02-26 キヤノン株式会社 制御装置、及びその制御方法
JP6287159B2 (ja) * 2013-02-18 2018-03-07 株式会社リコー 画像形成装置、動作停止方法、及び動作停止プログラム

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5740028A (en) * 1993-01-18 1998-04-14 Canon Kabushiki Kaisha Information input/output control device and method therefor
US5822499A (en) * 1992-06-30 1998-10-13 Canon Kabushiki Kaisha Method and apparatus for printing data in accordance with a previously set parameter regardless of currently specified parameters
EP0944239A1 (en) * 1998-03-19 1999-09-22 Océ-Technologies B.V. Digital copying apparatus with a personal data storage system

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5265855A (en) * 1990-04-17 1993-11-30 Ricoh Company, Ltd. Copier with document support moving means
US5638497A (en) * 1992-12-18 1997-06-10 Dataproducts Corporation Virtual printer
JPH10161823A (ja) * 1996-11-27 1998-06-19 Nec Corp 印刷システム
JP3647225B2 (ja) * 1997-11-11 2005-05-11 コニカミノルタビジネステクノロジーズ株式会社 プリント装置
JP3862390B2 (ja) * 1997-11-18 2006-12-27 キヤノン株式会社 情報処理システムと情報処理方法
US5970223A (en) * 1998-01-08 1999-10-19 Xerox Corporation Job interrupt system for multifunctional printing system
US6570667B1 (en) * 1998-01-19 2003-05-27 Brother Kogyo Kabushiki Kaisha Image processing device
US6504621B1 (en) * 1998-01-28 2003-01-07 Xerox Corporation System for managing resource deficient jobs in a multifunctional printing system
JPH11327216A (ja) * 1998-05-13 1999-11-26 Toshiba Corp 画像形成装置及び画像形成方法
US6445794B1 (en) * 1998-06-24 2002-09-03 Benyamin Ron System and method for synchronizing one time pad encryption keys for secure communication and access control
JP4438034B2 (ja) * 1999-05-20 2010-03-24 キヤノン株式会社 印刷制御装置および印刷制御方法およびコンピュータにより読み取り可能な記録媒体
JP3624864B2 (ja) * 2000-08-28 2005-03-02 セイコーエプソン株式会社 プリンタ、及び、印刷システム

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5822499A (en) * 1992-06-30 1998-10-13 Canon Kabushiki Kaisha Method and apparatus for printing data in accordance with a previously set parameter regardless of currently specified parameters
US5740028A (en) * 1993-01-18 1998-04-14 Canon Kabushiki Kaisha Information input/output control device and method therefor
EP0944239A1 (en) * 1998-03-19 1999-09-22 Océ-Technologies B.V. Digital copying apparatus with a personal data storage system

Also Published As

Publication number Publication date
US20030098989A1 (en) 2003-05-29
EP1315121A1 (en) 2003-05-28
JP2003186644A (ja) 2003-07-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2048534C (en) Paper supply tray status in electronic printers
US7433063B2 (en) Processing of multiple data transfer jobs
US7180628B1 (en) Image formation apparatus and image formation system
US7377506B2 (en) Image forming apparatus and control method therefor
JPH04289914A (ja) 電子複写印刷システム及び方法
JP2001156958A (ja) 周辺機器制御システム
EP1492017B1 (en) Printer driver with tab sheet function
NL1019420C2 (nl) Conditioneel onderbreken van een afdrukopdracht.
EP0513549A2 (en) Equipment control apparatus
JP2002044311A (ja) 画像情報処理装置、処理条件チェック方法及び該方法を実行するためのプログラムを記録した記録媒体
JP3612802B2 (ja) 画像処理装置
JP2010030148A (ja) 画像形成装置
JP2002199152A (ja) 複数の画像形成装置を有するネットワークシステム
JP3538325B2 (ja) 画像形成装置のネットワークシステム
JP2000335057A (ja) 画像形成システム及びその方法
JPH08116429A (ja) デジタル複写機のネットワークシステム
JPH11349207A (ja) 印刷装置および印刷装置のプリント処理方法
JP2007293446A (ja) 画像形成装置及びその制御方法
JP2002252733A (ja) 画像形成装置のネットワークシステム
JP2003163763A (ja) サービスマニュアルを蓄積・表示する画像処理装置の制御方法、および制御方法を記録した記憶媒体
JPH1188570A (ja) 画像形成装置
JP2001358866A (ja) 画像形成装置
JP2000215008A (ja) 画像処理装置
JP2002036685A (ja) 画像情報処理装置、処理機能チェック方法及び該方法を実行するためのプログラムを記録した記録媒体
JP2003008825A (ja) 画像入出力装置、画像入出力装置の入出力制御方法、及び画像入出力システム

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20130601