NL1018689C2 - Behuizing voor een spiegelactuator. - Google Patents

Description

Titel: Behuizing voor een spiegelactuator

De uitvinding heeft betrekking op een behuizing voor een spiegelactuator, alsmede op een werkwijze voor het monteren van een dergelijke behuizing.

Een dergelijke behuizing is algemeen bekend en wordt toegepast 5 om een scharnieractuator te beschermen. Met een dergelijke actuator wordt een spiegelhuis van een buitenspiegel zwenkbaar verbonden met de carrosserie van een auto. Het spiegelhuis is daarbij zwenkbaar om een in hoofdzaak verticale as tussen een bedrijfsstand, waarin het spiegelhuis in hoofdzaak zijwaarts ten opzichte van de carrosserie van de auto naar buiten reikt 10 en een uiterste invouwstand, waarin het spiegelhuis zich in hoofdzaak achterwaarts langs de carrosserie van de auto uitstrekt. Hierdoor kan het spiegelhuis, bijvoorbeeld tijdens het parkeren, vanuit de bedrijfsstand worden ingevouwen, zodat het vrije uiteinde van het spiegelhuis dichter bij de carrosserie van de auto komt te liggen en de kans op beschadiging kan worden 15 verkleind.

Het actuatormechanisme omvat fijnmechanische onderdelen en kan snel beschadigd worden door verontreinigingen zoals bijvoorbeeld water en stof. Omdat het actuatormechanisme vanwege zijn functie dicht bij de spiegel en dus buiten de beschermende omgeving van de carrosserie van het 20 voertuig is gelegen, wordt het actuatormechanisme omgeven door een behuizing. Deze behuizing dient het mechanisme te beschermen tegen verontreinigingen van buiten.

Uit de praktijk zijn dergelijke behuizingen bekend. Nadelig aan deze behuizingen is echter dat deze nogal complex, en daarmee kostbaar, 25 dienen te worden uitgevoerd om de gewenste afdichting te verkrijgen.

Voorts heeft de complexe samenstelling van de behuizing tot gevolg dat de assemblage en montage tijdrovend en daardoor kostbaar is.

1 01 86 8 Q

2

Het is daarom een doel van de uitvinding een behuizing voor een actuatormechanisme te verschaffen waarmee een goede afdichting voor het actuator mechanisme kan worden verkregen tegen geringere kosten.

Hiertoe voorziet de uitvinding in een behuizing volgens conclusie 1.

5 De behuizing heeft een eerste en een tweede behuizingdeel, die elk voorzien zijn van montageopeningen. In gemonteerde toestand bevinden de behui-zingdelen zich zodanig ten opzichte van elkaar dat de respectieve montageopeningen op lijn liggen, en is een verbindingsmiddel door beide montageopeningen aangebracht. Bij voorkeur is het verbindingsmiddel is zodanig 10 ingericht dat het een in radiale zin gerichte veerkracht uitoefent op de montageopeningen zodat de behuizingdelen ten opzichte van elkaar zijn vergrendeld en zodat het verbindingsmiddel in axiale richting is opgesloten in de behuizing. Hierdoor wordt een goede afdichting van de behuizing verkregen, terwijl de montage door toepassing van het verende verbindingsmiddel 15 eenvoudig is.

In een uitvoeringsvariant volgens de uitvinding is tussen de behuizingdelen een flexibele afdichtrand aangebracht. Deze zorgt voor een extra betrouwbare afdichting, in het bijzonder indien beide behuizingdelen onder voorspanning worden gemonteerd.

20 In een andere uitvoeringsvariant volgens de uitvinding wordt het verbindingsmiddel zodanig aangebracht dat een binnen de behuizing gelegen aandrijfmechanisme wordt gefixeerd binnen de behuizing, doordat het verbindingsmiddel aangrijpt in openingen in het frame waarin het mechanisme is opgenomen. Hierdoor wordt bereikt dat geen extra onderdelen be-25 nodigd zijn voor de fixatie van het frame van het mechanisme; verder wordt ruimte binnen de behuizing bespaard.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het assembleren van een behuizing voor een spiegelactuator mechanisme volgens conclusie 10. Door de montage van de beide behuizingsdelen door mid-30 del van een verbindingsmiddel, zoals bijvoorbeeld een holniet, wordt een 1018689 3 snelle en betrouwbare verbinding gerealiseerd. Bij voorkeur worden beide behuizingdelen onder voorspanning gemonteerd, waardoor een goede afsluiting wordt verkregen, in het bijzonder indien een flexibele afdichtrand wordt toegepast. De uitvinding heeft tevens betrekking op een buitenspiege-5 leenheid voor een motorvoertuig voertuig met een spiegel voorzien van een behuizing.

Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn weergegeven in de volgconclusies. De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoerige beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld van 10 de uitvinding aan de hand van de tekening. Hierin toont: fig. 1 een geëxplodeerd aanzicht van een samenstel volgens de uitvinding, fig. 2 het samenstel van fig. 1 in gemonteerde toestand, fig- 3 een verbindingsmiddel, 15 fïg. 4 schematisch een bovenaanzicht van een voertuig met een bui tenspiegel in een bedrijfsstand, en fig. 5 een schematisch aanzicht van een frame voor een verstelmechanisme.

In fïg. 1 is als uitvoeringsvoorbeeld volgens de uitvinding een be-20 huizing 1 getoond. De behuizing omvat een onderste deel 10 en een bovenste deel 50. Het onderste deel 10 heeft een rondlopende wand 12 die zich omhoog uitstrekt van een (in de fïg. 1 niet zichtbaar) vloerdeel 13, daardoor een binnenruimte bepalend. De hoogte van de rondlopende wand 12 varieert langs de omtrek. De bovenste rand 11 van de wand 12 is over de lengte van 25 de wand voorzien van een elastisch afdichtring 60. Het onderste deel 10 kan bijvoorbeeld door middel van spuitgieten vervaardigd worden uit kunststof; de afdichtring 60 kan dan op voordelige wijze ook door middel van spuitgieten op de rand van het onderste deel 10 worden aangebracht. Het onderste deel 10 is verder voorzien van vier koppeldelen 14, 15, 16, 17. Deze koppel-30 delen zijn paarsgewijs, te weten 14 en 15, 16 en 17, aangebracht binnen de i V i f -' & 4 omtrek van de wand 12, terwijl de koppeldelen zich tot boven de rand 11 uitstrekken. In het boven de rand 11 uitstekende deel van de koppeldelen 14, 15, 16, 17 is een respectieve opening 14’, 15’, 16’, 17’ aangebracht.

Het bovenste deel 50 heeft een rondlopende wand 52 die zich uit-5 strekt van een kapdeel 53, daarmee een binnenruimte bepalend. De hoogte van de rondlopende wand 52 varieert langs de omtrek, en wel zodanig dat de vorm van de rand van de wand 52 overeenkomt met de vorm van de wand 12. Dit heeft tot effect dat in gemonteerde toestand de respectieve randen van de wanden 12, 52 op elkaar aansluiten. Voorts is de wand 12 10 voorzien van gaten die in gemonteerde toestand in lijn liggen met de respectieve openingen 14’, 15’, 16’, 17’ in de koppeldelen 14, 15, 16, 17 van het onderste deel 10. Hiervan zijn de gaten 74 en 77 (respectievelijk corresponderend met de openingen 14' en 17') getoond in fig. 1.

De wanden van het bovenste en onderste deel 10, 50 vormen in het 15 gebied gelegen op afstand van de koppeldelen en de overeenkomstige openingen een ronding. In gemonteerde toestand begrenzen deze rondingen een in hoofdzaak cilindervormige ruimte. In deze ruimte kan een lage ring worden ondergebracht. Via deze lagering kan een in de fïgn. 1 en 2 getoond montagedeel 90 worden opgenomen. Dit montagedeel 90 is voorzien van een 20 flens 91 met montagegaten 92 en een as-tap 93. De as-tap 93 is in gemonteerde toestand verbonden met de in de behuizing aangebrachte lagering.

De flens 91 wordt door middel van schroeven middels de gaten 92 vast verbonden met een voertuig, zoals bijvoorbeeld een personenwagen of een MPV (multi purpose vehicle). Hierdoor kan de behuizing ten opzichte van de flens 25 91 (en derhalve het voertuig) gezwenkt in de richting aangegeven met de pijl A worden, bijvoorbeeld om de stand van een met de behuizing verbonden spiegelhuis te verstellen.

Bij onderlinge montage van de delen 10 en 50, resulterend in de gemonteerde toestand zoals getoond in fig. 2, grijpen de koppeldelen 14, 15, 30 16, 17 aan op de binnenzijde van de wand 52. Bij voorkeur is de passing tus- 1101 8639 5 sen de koppeldelen en de binnenwand 52 zodanig dat deze licht klemmend is. Dit heeft tot voordeel dat de beide delen 10 en 50 direct bij montage een samenhangend geheel vormen. Bij voorkeur is de afstand van de openingen 14’, 15’, 16’, 17’ tot de rand 11, en daarmee in samenhang de afstand tussen 5 de rand 51 de openingen 74 en 77 in de wand 52, zodanig gekozen dat voor het uitlijnen van de respectieve onderdelen 10 en 50 enige mate van voorspankracht uitgeoefend moet worden. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt door het inveren van de elastische afdichtring 60. Voor het fixeren van de onderdelen 10 en 50 wordt in de toestand dat de hierboven beschreven ope-10 ningen onderling op lijn zijn gebracht een verbindingsmiddel door de openingen gebracht. Vervolgens kan de voorspankracht worden weggenomen, en zijn de beide onderdelen onderling en onder voorspanning gefixeerd.

In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld wordt gebruik gemaakt van een holniet 80 als verbindingsmiddel. In fig. 3 is een voorbeeld van een hol-15 niet 80 getoond. De holniet 80 wordt gevormd door een rondgebogen plaatje staal 81, waarbij een ruimte 85 tussen de randen wordt opengelaten. De axiale uiteinden van de cilinder zijn voorzien van zoekranden in de vorm van afschuiningen 82 en 83. Door deze constructie kan de holniet in radiale zin in- en uitveren. De buitendiameter van de holniet is bij voorkeur enigs-20 zins groter dan de binnendiameter van de openingen waarin de holniet moet worden aangebracht. Overigens kan volgens de uitvinding ook een holniet met een volledig gesloten mantel toegepast worden.

Doordat in gemonteerde toestand de holniet zich in radiale zin drukt tegen de wand van de opening, wordt bereikt dat de holniet tevens in 25 axiale zin gefixeerd is. Dit heeft tot voordeel dat voor het axiaal opsluiten van het verbindingsmiddel geen aanvullende maatregelen getroffen dienen te worden. Verder geeft de holniet in gemonteerde toestand verdere sterkte aan de constructie. Desgewenst kunnen de axiale uiteinden van de holniet van afdichtingsmiddelen voorzien worden teneinde het binnentreden van 30 ongerechtigheden in de behuizing via de holnieten tegen te gaan. Ook kun- 1 ü 1 8 8 8 9 6 nen in gemonteerde toestand door de doorgang gevormd door de holniet andere bevestigingsmiddelen gevoerd worden, zoals bijvoorbeeld een schroef of bout.

Hoewel in dit voorbeeld gebruik is gemaakt van een holniet, kan 5 volgens de uitvinding ook gebruik worden gemaakt van een ander verbindingsmiddel en bijvoorkeur een verbindingsmiddel dat zich in radiale richting kan verklemmen in de betreffende montageopening.

In een gunstige uitvoeringsvariant volgens de uitvinding wordt de doorlopende holniet gebruikt om een deel van het in de behuizing te plaat-10 sen verstelmechanisme te fixeren. Het verstelmechanisme is aangebracht in een frame, een voorbeeld van een dergelijk frame 40 is getoond in fig. 5. In dit voorbeeld is het frame vervaardigd uit een in een U-vorm gebogen plaat metaal. Tussen de zijwanden van het frame, gevormd door de benen van de U, wordt het verstelmechanisme aangebracht (niet getoond in de fig. 5). In 15 de zijwanden zijn twee paar van onderling op lijn gelegen openingen aangebracht, te weten paar 41 en 42, en paar 43 en 44. Het paar 41, 42 ligt in gemonteerde toestand in lijn met de openingen 16', 17’, 77 van de onderdelen 10 en 50, terwijl het paar 43, 44 in gemonteerde toestand in lijn ligt met de openingen 14', 15', 74 van de onderdelen 10, 50.

20 Bij montage worden deze doorlopende openingen 41-44 uitgelijnd met de betreffende montageopeningen in het bovenste en onderste deel. Vervolgens wordt de holniet door de uitgelijnde openingen gevoerd, daarmee het frame van het verstelmechanisme fixerend in de gemonteerde behuizing. Dit heeft tot voordeel dat geen extra onderdelen benodigd zijn voor de 25 fixatie; verder wordt ruimte binnen de behuizing bespaard. Daarnaast worden krachten uit het verstelmechanisme via het frame en de holniet efficient doorgeleid aan de behuizing.

Hoewel in het voorbeeld gebruik wordt gemaakt van een doorlopend verbindingsmiddel dat door telkens twee openingen van zowel het bo-30 venste als het onderste deel 10, 50 gaat, is de uitvinding niet hiertoe be- 101868α 7 perkt en kan volgens de uitvinding ook bijvoorbeeld gekozen worden voor een verbindingsmiddel dat telkens een enkel gat van bovenste en onderste deel met elkaar verbindt. Bij voorkeur is dit verbindingsmiddel ook zodanig uitgevoerd dat het zich in radiale richting in de montageopening kan klem-5 men, waardoor tevens axiale fixatie plaats heeft.

Hoewel in het getoonde voorbeeld de behuizing bestaat uit twee behuizingdelen, kunnen volgens de uitvinding ook meer dan twee behui-zingdelen worden toegepast.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een buitenspiegeleenheid 10 voor een motorvoertuig (zoals bijvoorbeeld een zoals een personenauto of een MPV), voorzien van een behuizing voor een spiegelactuator zoals getoond in het voorgaande. Figuur 4 toont schematisch een vooraanzicht van een zijwand van een voertuig 200, waaraan een zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende steun 202 is bevestigd. Aan de steun 202 is een spiegel-15 huis 203 bevestigd, scharnierbaar om de zich in hoofdzaak verticaal uitstrekkende as 204. In het spiegelhuis 203 is een bekende en niet getoonde spiegelplaat met een spiegelverstelmechanisme aangebracht.

In figuur 4 is voorts schematisch getoond, dat het spiegelhuis 203 een scharnieractuator 201 omvat. Deze spiegelactuator omvat een behuizing 20 1 met een montagedeel 90, zoals getoond in het voorafgaande voorbeeld. De flens 91 van het montagedeel 90 is bevestigd aan de steun 202, terwijl de behuizing 1 is bevestigd aan het spiegelhuis 203. De behuizing 1 is met het spiegelhuis 203 zwenkbaar in de richting A om de lijn 204, die samenvalt met de hartlijn van de as 93. Hierdoor kan het spiegelhuis 203 gezwenkt 25 worden tussen een bedrijfsstand en een ingevouwen stand.

.1 .

Claims (11)

1. Behuizing voor een spiegelactuator, omvattende een eerste behuizingsdeel (10), voorzien van tenminste een eerste montageopening (14’, 15’, 16’, 17’), en een tweede behuizingsdeel (50), voorzien van tenminste een tweede 5 montageopening (74, 77), waarbij in een gemonteerde toestand van het eerste en tweede behuizingsdeel (10, 50) de respectieve montageopeningen (14’, 15’, 16’, 17’, 74, 77) op lijn liggen, waarbij in de gemonteerde toestand een verbindingsmiddel (80) door beide montageopeningen (14’, 15’, 16’, 17’, 74, 77) is aangebracht.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het eerste behuizingsdeel (10) voorzien is van een eerste rand (11), en het tweede behuizingsdeel (50) voorzien is van een tweede rand (51), waarbij de eerste en tweede rand (11, 51) in gemonteerde toestand op elkaar aansluiten, verder voorzien van een afdichtrand (60) die in gemonteerde toestand is aangebracht tussen beide 15 randen (11, 51).

3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de afdichtrand (60) elastisch is uitgevoerd, en in gemonteerde toestand de beide behuizingsdelen (10, 50) middels de afdichtrand (60) onderling onder voorspanning zijn gemonteerd.

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, waarbij de afdichtrand (60) is 20 aangebracht op een van beide randen (11).

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het verbindingsmiddel (80) in gemonteerde toestand een in radiale zin gerichte veerkracht uitoefent op de montageopeningen (14’, 15’, 16’, 17’).

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het ver-25 bindingsmiddel (80) een holniet is. 1 01 85 8 9

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de holniet (80) in een uitgeveerde toestand een buitendiameter heeft die groter is dan een binnendia-meter van de montageopeningen (14’, 15’, 16’, 17’, 74, 77).

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, verder omvat-5 tende een in een frame (40) gevat aandrijfmechanisme, waarbij het frame voorzien is van een tenminste een doorlopende opening (41, 42, 43, 44), welke doorlopende opening (41, 42, 43, 44) op lijn ligt met de respectieve montage-openingen (14’, 15’, 16’, 17’, 74, 77), waarbij in de gemonteerde toestand het verbindingsmiddel (80) door de doorlopende opening (41, 42, 43, 10 44) van het frame (40) loopt.

9. Buitenspiegeleenheid voor een motorvoertuig, voorzien van een behuizing (1) voor een spiegelactuator volgens één der voorgaande conclusies.

10. Werkwijze voor het monteren van een behuizing volgens een der conclusies 1-8, omvattende de stappen van 15 het uitlijnen van respectieve montageopeningen (14’, 15’, 16’, 17’, 74, 77) in een eerste en een tweede behuizingsdeel (10, 50), en het in de uitgelijnde montageopeningen (14’, 15’, 16’, 17’, 74, 77) aanbrengen van een verbindingsmiddel (80) teneinde de beide behuizingsde-len (10, 50) ten opzichte van elkaar te verbinden.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij het aanbrengen van het verbindingsmiddel (80) omvat het in de uitgelijnde montageopeningen (14’, 15’, 16’, 17’, 74, 77) brengen van een holniet (80), welke holniet (80) in uitgeveerde toestand een buitendiameter heeft die groter is dan een binnendi-ameter van de montageopeningen (14’, 15’, 16’, 17’, 74, 77), en waarbij de 25 holniet (80) in gemonteerde toestand een in radiale zin gerichte veerkracht uitoefent op de betreffende montageopeningen (14’, 15’, 16’, 17’, 74, 77). . 1 01 86 8 9